| Koninklijk besluit houdende oprichting van een sociale dienst bij de geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus | Koninklijk besluit houdende oprichting van een sociale dienst bij de geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN | FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN |
| 9 DECEMBER 2002. - Koninklijk besluit houdende oprichting van een | 9 DECEMBER 2002. - Koninklijk besluit houdende oprichting van een |
| sociale dienst bij de geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op | sociale dienst bij de geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op |
| twee niveaus | twee niveaus |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 24 maart 1999 tot regeling van de betrekkingen | Gelet op de wet van 24 maart 1999 tot regeling van de betrekkingen |
| tussen de overheid en de vakverenigingen van het personeel van de | tussen de overheid en de vakverenigingen van het personeel van de |
| politiediensten, inzonderheid op de artikelen 3 en 11; | politiediensten, inzonderheid op de artikelen 3 en 11; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 17 juli 1991 houdende coördinatie | Gelet op het koninklijk besluit van 17 juli 1991 houdende coördinatie |
| van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, inzonderheid op artikel 56; | van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, inzonderheid op artikel 56; |
| Gelet op het protocol nr. 78/2 van 7 augustus 2002 van het | Gelet op het protocol nr. 78/2 van 7 augustus 2002 van het |
| Onderhandelingscomité voor de politiediensten; | Onderhandelingscomité voor de politiediensten; |
| Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 21 | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 21 |
| december 2001; | december 2001; |
| Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven | Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven |
| op 18 maart 2002; | op 18 maart 2002; |
| Overwegende dat het advies van de Adviesraad van Burgemeesters niet | Overwegende dat het advies van de Adviesraad van Burgemeesters niet |
| regelmatig binnen de voorgeschreven termijn gegeven is en dat geen | regelmatig binnen de voorgeschreven termijn gegeven is en dat geen |
| verzoek om verlenging van de termijn gedaan is, dat er bijgevolg aan | verzoek om verlenging van de termijn gedaan is, dat er bijgevolg aan |
| is voorbijgegaan; | is voorbijgegaan; |
| Gelet op het verzoek tot spoedbehandeling gemotiveerd door het feit | Gelet op het verzoek tot spoedbehandeling gemotiveerd door het feit |
| dat het beheerscomité van de R.S.Z.-PPO (Rijksdienst voor Sociale | dat het beheerscomité van de R.S.Z.-PPO (Rijksdienst voor Sociale |
| Zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten) | Zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten) |
| besliste tijdens zijn vergadering van 3 juni 2002 dat de | besliste tijdens zijn vergadering van 3 juni 2002 dat de |
| gepensioneerde politiebeambten van de lokale besturen niet meer als | gepensioneerde politiebeambten van de lokale besturen niet meer als |
| begunstigden kunnen worden beschouwd van de Gemeenschappelijke Sociale | begunstigden kunnen worden beschouwd van de Gemeenschappelijke Sociale |
| Dienst van de R.S.Z.-PPO, wegens het ontbreken van corresponderende | Dienst van de R.S.Z.-PPO, wegens het ontbreken van corresponderende |
| bijdragen van het politiepersoneel in actieve dienst. Mogelijke | bijdragen van het politiepersoneel in actieve dienst. Mogelijke |
| voordelen kunnen hen enkel worden verleend door de Sociale dienst van | voordelen kunnen hen enkel worden verleend door de Sociale dienst van |
| de geïntegreerde politiedienst; dat voorts geen belangrijke | de geïntegreerde politiedienst; dat voorts geen belangrijke |
| individuele tussenkomsten ten voordele van de personeelsleden van de | individuele tussenkomsten ten voordele van de personeelsleden van de |
| geïntegreerde politiedienst kunnen plaatsvinden bij uitblijven van de | geïntegreerde politiedienst kunnen plaatsvinden bij uitblijven van de |
| reglementair onderbouwde diensten; | reglementair onderbouwde diensten; |
| Gelet op het advies 34.051/2 van de Raad van State, gegeven op 27 | Gelet op het advies 34.051/2 van de Raad van State, gegeven op 27 |
| augustus 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de | augustus 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de |
| gecoördineerde wetten op de Raad van State; | gecoördineerde wetten op de Raad van State; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, | Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
| HOOFDSTUK I. - Definities | HOOFDSTUK I. - Definities |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan |
| onder : | onder : |
| 1° « de minister » : de Minister van Binnenlandse Zaken; | 1° « de minister » : de Minister van Binnenlandse Zaken; |
| 2° « het personeelslid van het operationeel kader » : elk lid van het | 2° « het personeelslid van het operationeel kader » : elk lid van het |
| operationeel kader bedoeld in artikel 117 van de wet van 7 december | operationeel kader bedoeld in artikel 117 van de wet van 7 december |
| 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, | 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, |
| gestructureerd op twee niveaus; | gestructureerd op twee niveaus; |
| 3° « het personeelslid van het administratief en logistiek kader » : | 3° « het personeelslid van het administratief en logistiek kader » : |
| elk lid van het administratief en logistiek kader bedoeld in artikel | elk lid van het administratief en logistiek kader bedoeld in artikel |
| 118 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een | 118 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een |
| geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus; | geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus; |
| 4° « gezin » : het geheel van personen dat onder hetzelfde dak woont | 4° « gezin » : het geheel van personen dat onder hetzelfde dak woont |
| en dat, naast het personeelslid, is samengesteld uit zijn echtgenoot | en dat, naast het personeelslid, is samengesteld uit zijn echtgenoot |
| of de persoon met wie het samenwoont, ongeacht of deze toestand van | of de persoon met wie het samenwoont, ongeacht of deze toestand van |
| samenwonen is vastgesteld overeenkomstig de artikelen 1475 tot 1479 | samenwonen is vastgesteld overeenkomstig de artikelen 1475 tot 1479 |
| van het burgerlijk wetboek, alsook hun kinderen en ascendenten in de | van het burgerlijk wetboek, alsook hun kinderen en ascendenten in de |
| eerste graad die het ten laste heeft. | eerste graad die het ten laste heeft. |
| Ingeval het samenwonen niet is vastgesteld met toepassing van de | Ingeval het samenwonen niet is vastgesteld met toepassing van de |
| artikelen 1475 tot 1479 van het burgerlijk wetboek, wordt het bewijs | artikelen 1475 tot 1479 van het burgerlijk wetboek, wordt het bewijs |
| van samenwonen geleverd door een getuigschrift van gezinssamenstelling | van samenwonen geleverd door een getuigschrift van gezinssamenstelling |
| dat uitgaat van hetzij de gemeente waar het personeelslid is | dat uitgaat van hetzij de gemeente waar het personeelslid is |
| gevestigd, hetzij de overheid van de federale politie ter plaatse | gevestigd, hetzij de overheid van de federale politie ter plaatse |
| indien het personeelslid bij de BSD gevestigd is. | indien het personeelslid bij de BSD gevestigd is. |
| Het bewijs van de hoedanigheid van persoon ten laste wordt op dezelfde | Het bewijs van de hoedanigheid van persoon ten laste wordt op dezelfde |
| manier geleverd; | manier geleverd; |
| 5° « de vereniging » : de vereniging zonder winstoogmerk bedoeld in | 5° « de vereniging » : de vereniging zonder winstoogmerk bedoeld in |
| artikel 6 van dit besluit. | artikel 6 van dit besluit. |
| HOOFDSTUK II. - Oprichting | HOOFDSTUK II. - Oprichting |
Art. 2.Bij de geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee |
Art. 2.Bij de geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee |
| niveaus wordt een sociale dienst opgericht. | niveaus wordt een sociale dienst opgericht. |
| HOOFDSTUK III. - Begunstigden | HOOFDSTUK III. - Begunstigden |
Art. 3.De begunstigden van de sociale dienst zijn : |
Art. 3.De begunstigden van de sociale dienst zijn : |
| 1° de personeelsleden van het operationeel en van het administratief | 1° de personeelsleden van het operationeel en van het administratief |
| en logistiek kader van de geïntegreerde politiedienst gestructureerd | en logistiek kader van de geïntegreerde politiedienst gestructureerd |
| op twee niveaus, met inbegrip van de personeelsleden ingezet bij het | op twee niveaus, met inbegrip van de personeelsleden ingezet bij het |
| Comité P of de algemene inspectie van de federale politie en van de | Comité P of de algemene inspectie van de federale politie en van de |
| lokale politie alsook de vaste syndicale afgevaardigden; | lokale politie alsook de vaste syndicale afgevaardigden; |
| 2° de gewezen personeelsleden van de politiediensten die recht hebben | 2° de gewezen personeelsleden van de politiediensten die recht hebben |
| op een pensioen, met uitzondering van degenen die ambtshalve of om | op een pensioen, met uitzondering van degenen die ambtshalve of om |
| dwingende redenen ontslagen werden of zelf ontslag genomen hebben; | dwingende redenen ontslagen werden of zelf ontslag genomen hebben; |
| 3° de gewezen leden van het administratief en logistiek kader, die | 3° de gewezen leden van het administratief en logistiek kader, die |
| ingevolge schade opgelopen bij de uitvoering van de | ingevolge schade opgelopen bij de uitvoering van de |
| arbeidsovereenkomst die hen verbond met de geïntegreerde | arbeidsovereenkomst die hen verbond met de geïntegreerde |
| politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, een schadeloosstelling | politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, een schadeloosstelling |
| genieten bedoeld in de wet van 10 april 1971 betreffende de | genieten bedoeld in de wet van 10 april 1971 betreffende de |
| arbeidsongevallen of in de gecoördineerde wetten van 3 juni 1970 | arbeidsongevallen of in de gecoördineerde wetten van 3 juni 1970 |
| betreffende de schadeloosstelling voor beroepsziekten; | betreffende de schadeloosstelling voor beroepsziekten; |
| 4° de leden van het gezin van de begunstigde bedoeld in 1°, 2° en 3°; | 4° de leden van het gezin van de begunstigde bedoeld in 1°, 2° en 3°; |
| 5° bij overlijden van de begunstigde bedoeld in 1°, 2° en 3° blijven | 5° bij overlijden van de begunstigde bedoeld in 1°, 2° en 3° blijven |
| de leden van het gezin gedurende een periode van drie jaar begunstigde | de leden van het gezin gedurende een periode van drie jaar begunstigde |
| tenzij de begunstigde bedoeld in 1°, 2° en 3° overleden is ten gevolge | tenzij de begunstigde bedoeld in 1°, 2° en 3° overleden is ten gevolge |
| van een arbeidsongeval, in dit geval behouden de leden van het gezin | van een arbeidsongeval, in dit geval behouden de leden van het gezin |
| hun hoedanigheid van begunstigde; | hun hoedanigheid van begunstigde; |
| 6° de personen voorgedragen met tweederde meerderheid door de algemene | 6° de personen voorgedragen met tweederde meerderheid door de algemene |
| vergadering van de vereniging. | vergadering van de vereniging. |
| HOOFDSTUK IV. - Doel van de sociale dienst | HOOFDSTUK IV. - Doel van de sociale dienst |
Art. 4.De sociale dienst heeft tot doel aan de begunstigden, onder |
Art. 4.De sociale dienst heeft tot doel aan de begunstigden, onder |
| elke passende vorm, materiële en niet-materiële hulp te verschaffen, | elke passende vorm, materiële en niet-materiële hulp te verschaffen, |
| zowel in hun beroepsleven als in hun privaatleven, en dit onder de | zowel in hun beroepsleven als in hun privaatleven, en dit onder de |
| vorm van individuele en collectieve voordelen. | vorm van individuele en collectieve voordelen. |
| Deze voordelen kunnen onder meer betrekking hebben op : | Deze voordelen kunnen onder meer betrekking hebben op : |
| 1° sociale en culturele activiteiten; | 1° sociale en culturele activiteiten; |
| 2° het inrichten en beheren van refters en kantines; | 2° het inrichten en beheren van refters en kantines; |
| 3° hospitalisatie-, brand- en overlijdensverzekering; | 3° hospitalisatie-, brand- en overlijdensverzekering; |
| 4° het aanbieden van specifieke collectieve voordelen. | 4° het aanbieden van specifieke collectieve voordelen. |
| De sociale dienst verleent die hulp met inachtneming van de vrije wil | De sociale dienst verleent die hulp met inachtneming van de vrije wil |
| van de begunstigde. | van de begunstigde. |
| De sociale dienst kan zijn actie coördineren met de directie van de | De sociale dienst kan zijn actie coördineren met de directie van de |
| interne relaties en de directie van de sociale aangelegenheden van de | interne relaties en de directie van de sociale aangelegenheden van de |
| federale politie. | federale politie. |
| Indien de begunstigde ook aanspraak kan maken op de aangewezen sociale | Indien de begunstigde ook aanspraak kan maken op de aangewezen sociale |
| hulp vanwege andere sociale diensten die verbonden zijn aan Belgische | hulp vanwege andere sociale diensten die verbonden zijn aan Belgische |
| of buitenlandse openbare diensten, kan hij, in voorkomend geval, naar | of buitenlandse openbare diensten, kan hij, in voorkomend geval, naar |
| die diensten worden verwezen. | die diensten worden verwezen. |
Art. 5.De sociale dienst kan samenwerken met andere sociale diensten |
Art. 5.De sociale dienst kan samenwerken met andere sociale diensten |
| of organismen. | of organismen. |
| HOOFDSTUK V. - Erkenning van een vereniging zonder winstoogmerk | HOOFDSTUK V. - Erkenning van een vereniging zonder winstoogmerk |
Art. 6.De minister draagt de uitvoering van de taken van de sociale |
Art. 6.De minister draagt de uitvoering van de taken van de sociale |
| dienst op aan een door hem erkende vereniging zonder winstoogmerk. | dienst op aan een door hem erkende vereniging zonder winstoogmerk. |
Art. 7.De minister kan de erkenning intrekken indien de vereniging de |
Art. 7.De minister kan de erkenning intrekken indien de vereniging de |
| bepalingen van dit besluit of van haar statuten op substantiële wijze | bepalingen van dit besluit of van haar statuten op substantiële wijze |
| miskent. | miskent. |
| HOOFDSTUK VI. - Arbeidstijdorganisatie | HOOFDSTUK VI. - Arbeidstijdorganisatie |
Art. 8.De leden van de algemene vergadering en van de raad van beheer |
Art. 8.De leden van de algemene vergadering en van de raad van beheer |
| van de vereniging, voorgedragen door de representatieve syndicale | van de vereniging, voorgedragen door de representatieve syndicale |
| organisaties, genieten een dienstvrijstelling om de vergaderingen voor | organisaties, genieten een dienstvrijstelling om de vergaderingen voor |
| te bereiden met een maximum van 7 uur 36. | te bereiden met een maximum van 7 uur 36. |
| De personeelsleden van de geïntegreerde politiedienst, gestructureerd | De personeelsleden van de geïntegreerde politiedienst, gestructureerd |
| op twee niveaus worden geacht een dienstprestatie te vervullen wanneer | op twee niveaus worden geacht een dienstprestatie te vervullen wanneer |
| ze deelnemen aan de activiteiten van de algemene vergadering of de | ze deelnemen aan de activiteiten van de algemene vergadering of de |
| raad van beheer van de vereniging, met inbegrip van de verplaatsingen. | raad van beheer van de vereniging, met inbegrip van de verplaatsingen. |
| HOOFDSTUK VII. - Werkingsmiddelen | HOOFDSTUK VII. - Werkingsmiddelen |
Art. 9.De commissaris-generaal van de federale politie wat de |
Art. 9.De commissaris-generaal van de federale politie wat de |
| federale politie betreft en de burgemeester of het politiecollege wat | federale politie betreft en de burgemeester of het politiecollege wat |
| de lokale politie betreft, kunnen, op verzoek van de vereniging, | de lokale politie betreft, kunnen, op verzoek van de vereniging, |
| personeelsleden van respectievelijk de federale politie en de lokale | personeelsleden van respectievelijk de federale politie en de lokale |
| politie ter beschikking stellen van de vereniging. Deze | politie ter beschikking stellen van de vereniging. Deze |
| terbeschikkingstelling wijzigt de rechtstoestand van het betrokken | terbeschikkingstelling wijzigt de rechtstoestand van het betrokken |
| personeel niet. | personeel niet. |
| De commissaris-generaal van de federale politie wat de federale | De commissaris-generaal van de federale politie wat de federale |
| politie betreft en de burgemeester of het politiecollege wat de lokale | politie betreft en de burgemeester of het politiecollege wat de lokale |
| politie betreft, kunnen, op verzoek van de vereniging, het | politie betreft, kunnen, op verzoek van de vereniging, het |
| gebruiksrecht van onroerende en roerende goederen en de steun van de | gebruiksrecht van onroerende en roerende goederen en de steun van de |
| diensten van respectievelijk de federale politie en de lokale politie | diensten van respectievelijk de federale politie en de lokale politie |
| verlenen aan de vereniging. | verlenen aan de vereniging. |
Art. 10.De vereniging kan, binnen de perken van de op de Algemene |
Art. 10.De vereniging kan, binnen de perken van de op de Algemene |
| Uitgavenbegroting, sectie 17, uitgetrokken kredieten, een jaarlijkse | Uitgavenbegroting, sectie 17, uitgetrokken kredieten, een jaarlijkse |
| financiële tussenkomst, in trimestriële fracties, aanvragen in de vorm | financiële tussenkomst, in trimestriële fracties, aanvragen in de vorm |
| van een subsidie. | van een subsidie. |
| De aanvraag van subsidie moet gerechtvaardigd en ingediend worden bij | De aanvraag van subsidie moet gerechtvaardigd en ingediend worden bij |
| de directeur-generaal van het personeel van de federale politie, ten | de directeur-generaal van het personeel van de federale politie, ten |
| minste drie maanden voor het begin van het kalenderjaar waarvoor de | minste drie maanden voor het begin van het kalenderjaar waarvoor de |
| subsidie wordt aangevraagd. Deze aanvraag moet het bedrag vermelden | subsidie wordt aangevraagd. Deze aanvraag moet het bedrag vermelden |
| van de kasbeschikbaarheden op de dag van de indiening van de aanvraag, | van de kasbeschikbaarheden op de dag van de indiening van de aanvraag, |
| evenals de schatting van de ontvangsten en de uitgaven die zich nog | evenals de schatting van de ontvangsten en de uitgaven die zich nog |
| zullen voordoen tijdens het lopende kalenderjaar en deze van het jaar | zullen voordoen tijdens het lopende kalenderjaar en deze van het jaar |
| waarvoor de subsidie wordt aangevraagd. | waarvoor de subsidie wordt aangevraagd. |
| De subsidie kan worden aangevuld met de middelen die de minister nader | De subsidie kan worden aangevuld met de middelen die de minister nader |
| bepaalt. | bepaalt. |
Art. 11.De in artikel 10 bedoelde subsidie kan slechts worden |
Art. 11.De in artikel 10 bedoelde subsidie kan slechts worden |
| aangewend onder de voorwaarden vastgesteld in een overeenkomst tussen | aangewend onder de voorwaarden vastgesteld in een overeenkomst tussen |
| de minister en de voorzitter van de raad van beheer van de sociale | de minister en de voorzitter van de raad van beheer van de sociale |
| dienst. | dienst. |
Art. 12.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2002. |
Art. 12.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2002. |
Art. 13.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de |
Art. 13.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de |
| uitvoering van dit besluit. | uitvoering van dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 9 december 2002. | Gegeven te Brussel, 9 december 2002. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Binnenlandse Zaken, | De Minister van Binnenlandse Zaken, |
| A. DUQUESNE | A. DUQUESNE |