Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 09/04/2003
← Terug naar "Koninklijk besluit inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer "
Koninklijk besluit inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer Koninklijk besluit inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer
FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE
VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
9 APRIL 2003. - Koninklijk besluit inzake de bescherming van in het 9 APRIL 2003. - Koninklijk besluit inzake de bescherming van in het
wild levende dier- en plantensoorten door controle op het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het
desbetreffende handelsverkeer desbetreffende handelsverkeer
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud, inzonderheid op Gelet op de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud, inzonderheid op
artikel 5; artikel 5;
Gelet op de wet van 28 juli 1981 houdende goedkeuring van de Gelet op de wet van 28 juli 1981 houdende goedkeuring van de
Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild
levende dier- en plantensoorten en van de bijlagen, opgemaakt te levende dier- en plantensoorten en van de bijlagen, opgemaakt te
Washington op 3 maart 1973, alsmede van de wijziging van de Washington op 3 maart 1973, alsmede van de wijziging van de
Overeenkomst, aangenomen te Bonn op 22 juni 1979, gewijzigd bij de Overeenkomst, aangenomen te Bonn op 22 juni 1979, gewijzigd bij de
programmawet (I) van 24 december 2002; programmawet (I) van 24 december 2002;
Gelet op verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van 9 december 1996 Gelet op verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van 9 december 1996
inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten
door controle op het desbetreffende handelsverkeer, gewijzigd bij door controle op het desbetreffende handelsverkeer, gewijzigd bij
verordening (EG) nr. 2724/2000 van de Commissie van 30 november 2000, verordening (EG) nr. 2724/2000 van de Commissie van 30 november 2000,
verordening (EG) nr. 1579/2001 van de Commissie van 1 augustus 2001 en verordening (EG) nr. 1579/2001 van de Commissie van 1 augustus 2001 en
verordening (EG) nr. 2476/2001 van 17 december 2001; verordening (EG) nr. 2476/2001 van 17 december 2001;
Gelet op verordening (EG) nr. 1808/2001 van de Commissie van 30 Gelet op verordening (EG) nr. 1808/2001 van de Commissie van 30
augustus 2001 houdende uitvoeringsbepalingen van de verordening (EG) augustus 2001 houdende uitvoeringsbepalingen van de verordening (EG)
nr. 338/97 van de Raad inzake de bescherming van in het wild levende nr. 338/97 van de Raad inzake de bescherming van in het wild levende
dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende
handelsverkeer; handelsverkeer;
Gelet op het koninklijk besluit van 20 december 1983 houdende Gelet op het koninklijk besluit van 20 december 1983 houdende
toepassing van de Overeenkomst inzake de internationale handel in toepassing van de Overeenkomst inzake de internationale handel in
bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten, gewijzigd bij bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten, gewijzigd bij
het koninklijk besluit van 2 februari 1990; het koninklijk besluit van 2 februari 1990;
Gelet op het koninklijk besluit van 19 april 1985 houdende toekenning Gelet op het koninklijk besluit van 19 april 1985 houdende toekenning
van afwijkingen in toepassing van artikel 4 van de wet van 28 juli van afwijkingen in toepassing van artikel 4 van de wet van 28 juli
1981 houdende goedkeuring van de Overeenkomst inzake de internationale 1981 houdende goedkeuring van de Overeenkomst inzake de internationale
handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten, en handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten, en
van de Bijlagen; van de Bijlagen;
Gelet op het ministerieel besluit van 18 april 1990 betreffende de Gelet op het ministerieel besluit van 18 april 1990 betreffende de
inventaris van de stocks van ivoor van de Afrikaanse olifant; inventaris van de stocks van ivoor van de Afrikaanse olifant;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 27 Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 27
september 2000; september 2000;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 27 Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 27
november 2000; november 2000;
Gelet op het akkoord van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op Gelet op het akkoord van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op
20 maart 2001; 20 maart 2001;
Gelet op het advies van de Raad van State nr. 31.846/3, gegeven op 1 Gelet op het advies van de Raad van State nr. 31.846/3, gegeven op 1
oktober 2002; oktober 2002;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door het in Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door het in
werking treden op 3 maart 1997 van verordening (EG) nr. 338/97 van de werking treden op 3 maart 1997 van verordening (EG) nr. 338/97 van de
Raad inzake de bescherming van in het wild levende dier- en Raad inzake de bescherming van in het wild levende dier- en
plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer en
meer speciaal van haar bijlagen A , B , C en D , sindsdien gewijzigd meer speciaal van haar bijlagen A , B , C en D , sindsdien gewijzigd
bij verordening (EG) nr. 2724 van de Commissie van 30 november 2000, bij verordening (EG) nr. 2724 van de Commissie van 30 november 2000,
bij verordening (EG) nr. 1579 van de Commissie van 1 augustus 2001 en bij verordening (EG) nr. 1579 van de Commissie van 1 augustus 2001 en
bij verordening (EG) nr. 2476 van de Commissie van 17 december 2001; bij verordening (EG) nr. 2476 van de Commissie van 17 december 2001;
Gelet op het advies van de Raad van State nr. 35.054/3, gegeven op 17 Gelet op het advies van de Raad van State nr. 35.054/3, gegeven op 17
maart 2003 in toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de maart 2003 in toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de
gecoördineerde wetten op de Raad van State; gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Consumentenzaken, Op de voordracht van Onze Minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu, Volksgezondheid en Leefmilieu,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
HOOFDSTUK I. - Definities HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.Buiten de definities vermeld in de Verordening van de Raad,

Artikel 1.Buiten de definities vermeld in de Verordening van de Raad,

wordt, voor de toepassing van dit besluit, verstaan onder : wordt, voor de toepassing van dit besluit, verstaan onder :
1° Wet : de wet van 28 juli 1981 houdende goedkeuring van de 1° Wet : de wet van 28 juli 1981 houdende goedkeuring van de
Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild
levende dier- en plantensoorten, en van de Bijlagen, opgemaakt te levende dier- en plantensoorten, en van de Bijlagen, opgemaakt te
Washington op 3 maart 1973, alsmede van de Wijziging van de Washington op 3 maart 1973, alsmede van de Wijziging van de
Overeenkomst aangenomen te Bonn op 22 juni 1979; Overeenkomst aangenomen te Bonn op 22 juni 1979;
2° Raadsverordening : de Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van 9 2° Raadsverordening : de Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van 9
december 1996 inzake de bescherming van in het wild levende dier- en december 1996 inzake de bescherming van in het wild levende dier- en
plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer; plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer;
3° Commissieverordening : de verordening (EG) nr.1808/2001 van de 3° Commissieverordening : de verordening (EG) nr.1808/2001 van de
Commissie van 30 augustus 2001 houdende uitvoeringsbepalingen van Commissie van 30 augustus 2001 houdende uitvoeringsbepalingen van
verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van 9 december 1996 inzake de verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van 9 december 1996 inzake de
bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door
controle op het desbetreffende handelsverkeer; controle op het desbetreffende handelsverkeer;
4° Specimen van Bijlage A , B , C of D : specimen van een soort 4° Specimen van Bijlage A , B , C of D : specimen van een soort
respectievelijk ingeschreven op Bijlage A , B , C of D van de respectievelijk ingeschreven op Bijlage A , B , C of D van de
Raadsverordening; Raadsverordening;
5° Specimen van Bijlage I, II of III : specimen van een soort 5° Specimen van Bijlage I, II of III : specimen van een soort
respectievelijk ingeschreven op Bijlage I, II of III van de respectievelijk ingeschreven op Bijlage I, II of III van de
Overeenkomst; Overeenkomst;
6° CITES certificaat : certificaat overeenkomstig het model 6° CITES certificaat : certificaat overeenkomstig het model
vastgesteld door de verordening (EG) nr. 3418/83 van de Commissie van vastgesteld door de verordening (EG) nr. 3418/83 van de Commissie van
28 november 1983 houdende bepalingen voor de eenvormige afgifte en 28 november 1983 houdende bepalingen voor de eenvormige afgifte en
gebruik van documenten die vereist zijn voor de toepassing in de gebruik van documenten die vereist zijn voor de toepassing in de
Gemeenschap van de Overeenkomst; Gemeenschap van de Overeenkomst;
7° Gemeenschap : Europese Gemeenschap; 7° Gemeenschap : Europese Gemeenschap;
8° De Dienst : de CITES dienst van de Federale Overheidsdienst 8° De Dienst : de CITES dienst van de Federale Overheidsdienst
Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu; Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu;
9° Minister : De Minister of Staatssecretaris die de Overeenkomst 9° Minister : De Minister of Staatssecretaris die de Overeenkomst
onder zijn bevoegdheden heeft. onder zijn bevoegdheden heeft.
HOOFDSTUK II. - Houden van dierlijke en plantaardige specimens van HOOFDSTUK II. - Houden van dierlijke en plantaardige specimens van
Bijlage I Bijlage I

Art. 2.De afwijking bedoeld in artikel 4 van de wet wordt verleend

Art. 2.De afwijking bedoeld in artikel 4 van de wet wordt verleend

aan elke natuurlijke of rechtspersoon die één of meerdere specimens aan elke natuurlijke of rechtspersoon die één of meerdere specimens
van Bijlage I houdt wanneer het gaat om dierlijke specimens die ofwel van Bijlage I houdt wanneer het gaat om dierlijke specimens die ofwel
: :
1° verworven zijn vóór 1 januari 1984 of vóór de opname van de soort 1° verworven zijn vóór 1 januari 1984 of vóór de opname van de soort
op Bijlage I en die vermeld zijn op een inventaris ingediend op Bijlage I en die vermeld zijn op een inventaris ingediend
overeenkomstig de artikelen 2, § 1 of 4 § 2 van het koninklijk besluit overeenkomstig de artikelen 2, § 1 of 4 § 2 van het koninklijk besluit
van 20 december 1983 houdende toepassing van de Overeenkomst inzake de van 20 december 1983 houdende toepassing van de Overeenkomst inzake de
internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en
plantensoorten of overeenkomstig het ministerieel besluit van 18 april plantensoorten of overeenkomstig het ministerieel besluit van 18 april
1990 betreffende de inventaris van de stocks van ivoor van de 1990 betreffende de inventaris van de stocks van ivoor van de
Afrikaanse olifant en op voorwaarde dat het bijwerken van hoger Afrikaanse olifant en op voorwaarde dat het bijwerken van hoger
bedoelde inventaris uitgevoerd wordt overeenkomstig artikel 5 en bedoelde inventaris uitgevoerd wordt overeenkomstig artikel 5 en
binnen de 60 dagen na het in werking treden van het huidig besluit; binnen de 60 dagen na het in werking treden van het huidig besluit;
2° verworven zijn na het inwerkingtreden van het huidig besluit, 2° verworven zijn na het inwerkingtreden van het huidig besluit,
overeenkomstig de bepalingen van de Raads- en de overeenkomstig de bepalingen van de Raads- en de
Commissieverordeningen en die vermeld zijn op een inventaris ingediend Commissieverordeningen en die vermeld zijn op een inventaris ingediend
overeenkomstig artikel 5; overeenkomstig artikel 5;
3° gedekt zijn door een CITES certificaat afgeleverd wanneer de soort 3° gedekt zijn door een CITES certificaat afgeleverd wanneer de soort
reeds op Bijlage I ingeschreven stond; reeds op Bijlage I ingeschreven stond;
4° gedekt zijn door een certificaat of door een invoervergunning 4° gedekt zijn door een certificaat of door een invoervergunning
afgeleverd overeenkomstig de bepalingen van de Raads- en de afgeleverd overeenkomstig de bepalingen van de Raads- en de
Commissieverordeningen; Commissieverordeningen;
5° gehouden worden als persoonlijke bezittingen of huisraad zoals 5° gehouden worden als persoonlijke bezittingen of huisraad zoals
gedefinieerd in artikel 2, j ), van de Raadsverordening; gedefinieerd in artikel 2, j ), van de Raadsverordening;
6° geboren en opgekweekt zijn in gevangenschap overeenkomstig artikel 6° geboren en opgekweekt zijn in gevangenschap overeenkomstig artikel
24 van de Commissieverordening, zich nog steeds bij de fokker bevinden 24 van de Commissieverordening, zich nog steeds bij de fokker bevinden
en diens eigendom zijn; en diens eigendom zijn;
7° opgenomen zijn in Bijlage VIII van de Commissieverordening; 7° opgenomen zijn in Bijlage VIII van de Commissieverordening;
8° bewerkte specimens zijn die beantwoorden aan definitie w) van 8° bewerkte specimens zijn die beantwoorden aan definitie w) van
artikel 2 van de Raadsverordening; artikel 2 van de Raadsverordening;
9° deel uitmaken van meubelen, gebruiksvoorwerpen, muziekinstrumenten 9° deel uitmaken van meubelen, gebruiksvoorwerpen, muziekinstrumenten
en andere voorwerpen maar er niet het belangrijkste onderdeel van en andere voorwerpen maar er niet het belangrijkste onderdeel van
uitmaken; uitmaken;
10° in beslag genomen zijn en hen toevertrouwd werden door een 10° in beslag genomen zijn en hen toevertrouwd werden door een
overheid bedoeld in artikel 7 van de wet; overheid bedoeld in artikel 7 van de wet;
11° gehouden worden door een persoon waarmee de Minister een contract 11° gehouden worden door een persoon waarmee de Minister een contract
gesloten heeft overeenkomstig artikel 19 van het huidige besluit; gesloten heeft overeenkomstig artikel 19 van het huidige besluit;
12° museumstukken zijn, gehouden in wetenschappelijke instellingen, 12° museumstukken zijn, gehouden in wetenschappelijke instellingen,
geregistreerd op de Dienst. geregistreerd op de Dienst.

Art. 3.Wanneer het gaat om levende dierlijke specimens van Bijlage I

Art. 3.Wanneer het gaat om levende dierlijke specimens van Bijlage I

moet de persoon die beschikt over een afwijking overeenkomstig artikel moet de persoon die beschikt over een afwijking overeenkomstig artikel
2, 1°, 2°, 3°, 4°, 6°, 10° of 11° elke wijziging van de inventaris 2, 1°, 2°, 3°, 4°, 6°, 10° of 11° elke wijziging van de inventaris
door geboorte, sterfte, ontsnapping of soortgelijke omstandigheden door geboorte, sterfte, ontsnapping of soortgelijke omstandigheden
binnen de acht dagen melden aan de Dienst. Deze melding moet niet binnen de acht dagen melden aan de Dienst. Deze melding moet niet
gebeuren voor begunstigden van een afwijking voor specimens bedoeld in gebeuren voor begunstigden van een afwijking voor specimens bedoeld in
artikel 2, 7°. artikel 2, 7°.

Art. 4.De afwijking bedoeld in artikel 4 van de wet wordt verleend

Art. 4.De afwijking bedoeld in artikel 4 van de wet wordt verleend

aan elk natuurlijke of rechtspersoon die één of meerdere aan elk natuurlijke of rechtspersoon die één of meerdere
plantenspecimens van Bijlage I houdt wanneer deze verworven zijn vóór plantenspecimens van Bijlage I houdt wanneer deze verworven zijn vóór
het in werking treden van het huidige besluit overeenkomstig de het in werking treden van het huidige besluit overeenkomstig de
bepalingen van de reglementering van de Gemeenschap die op hen van bepalingen van de reglementering van de Gemeenschap die op hen van
toepassing was op dat ogenblik; toepassing was op dat ogenblik;

Art. 5.§ 1. In geval van wijziging van Bijlage I bij de Overeenkomst

Art. 5.§ 1. In geval van wijziging van Bijlage I bij de Overeenkomst

door toevoeging van soorten, moeten de natuurlijke of rechtspersonen door toevoeging van soorten, moeten de natuurlijke of rechtspersonen
die specimens van deze soorten houden, de inventaris opstellen die specimens van deze soorten houden, de inventaris opstellen
overeenkomstig het model in Bijlage I en deze per aangetekende zending overeenkomstig het model in Bijlage I en deze per aangetekende zending
sturen naar de Dienst, binnen de 60 dagen na de publicatie in het sturen naar de Dienst, binnen de 60 dagen na de publicatie in het
Officieel Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen van de Officieel Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen van de
Commissieverordening waarmee genoemde wijziging van Bijlage I in het Commissieverordening waarmee genoemde wijziging van Bijlage I in het
gemeenschapsrecht wordt opgenomen. gemeenschapsrecht wordt opgenomen.
De Dienst stuurt een geviseerde en gedateerde kopie van de inventaris De Dienst stuurt een geviseerde en gedateerde kopie van de inventaris
terug aan de belanghebbende. Deze kopie geldt als bewijs voor het terug aan de belanghebbende. Deze kopie geldt als bewijs voor het
indienen van de inventaris bedoeld in het eerste lid. indienen van de inventaris bedoeld in het eerste lid.
§ 2. De § 1 is niet van toepassing voor specimens zoals deze, vermeld § 2. De § 1 is niet van toepassing voor specimens zoals deze, vermeld
in artikel 2, 5°, 8°, 9°, 10°, 11° of 12°. in artikel 2, 5°, 8°, 9°, 10°, 11° of 12°.
HOOFDSTUK III. - De documenten HOOFDSTUK III. - De documenten

Art. 6.De documenten, bedoeld in artikel 2 van de

Art. 6.De documenten, bedoeld in artikel 2 van de

Commissieverordening moeten worden aangevraagd met behulp van de Commissieverordening moeten worden aangevraagd met behulp van de
voorgedrukte aanvraagformulieren waarvan het model door de Dienst ter voorgedrukte aanvraagformulieren waarvan het model door de Dienst ter
beschikking gesteld wordt. beschikking gesteld wordt.

Art. 7.Voor de plantenspecimens, kunstmatig gekweekt uit soorten,

Art. 7.Voor de plantenspecimens, kunstmatig gekweekt uit soorten,

opgenomen in Bijlagen B en C en uit hybriden, kunstmatig gekweekt uit opgenomen in Bijlagen B en C en uit hybriden, kunstmatig gekweekt uit
niet geannoteerde soorten opgenomen in Bijlage A , kan een niet geannoteerde soorten opgenomen in Bijlage A , kan een
fytosanitair certificaat, gelijkvormig aan het voorbeeld opgenomen in fytosanitair certificaat, gelijkvormig aan het voorbeeld opgenomen in
het koninklijk besluit van 3 mei 1994 betreffende de bestrijding van het koninklijk besluit van 3 mei 1994 betreffende de bestrijding van
voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen, voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen,
gebruikt worden in plaats van een uitvoervergunning of een gebruikt worden in plaats van een uitvoervergunning of een
weder-uitvoercertificaat. weder-uitvoercertificaat.

Art. 8.De Dienst kan eisen dat de documenten, voorgelegd ter

Art. 8.De Dienst kan eisen dat de documenten, voorgelegd ter

ondersteuning van een aanvraag voor een vergunning of een certificaat, ondersteuning van een aanvraag voor een vergunning of een certificaat,
die niet in één van de nationale talen zijn opgesteld, vergezeld zijn die niet in één van de nationale talen zijn opgesteld, vergezeld zijn
van een officieel gewaarmerkte vertaling. van een officieel gewaarmerkte vertaling.

Art. 9.§ 1. Elke aanvraag voor een certificaat voor dierlijke

Art. 9.§ 1. Elke aanvraag voor een certificaat voor dierlijke

specimens is onderworpen aan de betaling van een heffing van 12,50 specimens is onderworpen aan de betaling van een heffing van 12,50
EURO per soort. Op dezelfde wijze is elke aanvraag voor een invoer- of EURO per soort. Op dezelfde wijze is elke aanvraag voor een invoer- of
uitvoervergunning of voor een wederuitvoercertificaat voor dierlijke uitvoervergunning of voor een wederuitvoercertificaat voor dierlijke
specimens onderworpen aan de betaling van een heffing van 25 EURO per specimens onderworpen aan de betaling van een heffing van 25 EURO per
soort, dit bedrag aan een maximum gebonden zijnde van 125 EURO per soort, dit bedrag aan een maximum gebonden zijnde van 125 EURO per
aanvraag. aanvraag.
§ 2. Elke aanvraag voor een certificaat voor plantaardige specimens is § 2. Elke aanvraag voor een certificaat voor plantaardige specimens is
onderworpen aan de betaling van een heffing van 12,50 EURO per genus. onderworpen aan de betaling van een heffing van 12,50 EURO per genus.
Op dezelfde wijze is elke aanvraag voor een invoer- of Op dezelfde wijze is elke aanvraag voor een invoer- of
uitvoervergunning of voor een weder-uitvoercertificaat voor uitvoervergunning of voor een weder-uitvoercertificaat voor
plantaardige specimens onderworpen aan de betaling van een heffing van plantaardige specimens onderworpen aan de betaling van een heffing van
25 EURO per genus, dit bedrag aan een maximum gebonden zijnde van 125 25 EURO per genus, dit bedrag aan een maximum gebonden zijnde van 125
EURO per aanvraag. EURO per aanvraag.
§ 3. Deze bedragen moeten, op straffe van nietigheid, gekweten worden § 3. Deze bedragen moeten, op straffe van nietigheid, gekweten worden
onder de vorm van fiscale zegels, te kleven op de aanvraag en door de onder de vorm van fiscale zegels, te kleven op de aanvraag en door de
aanvrager te annuleren. aanvrager te annuleren.
§ 4. Zijn vrijgesteld van de heffingen, vastgesteld in §§ 1 en 2, § 4. Zijn vrijgesteld van de heffingen, vastgesteld in §§ 1 en 2,
- de wetenschappelijke instellingen, geregistreerd bij de Dienst, - de wetenschappelijke instellingen, geregistreerd bij de Dienst,
overeenkomstig artikel 7.4 van de Raadsverordening; overeenkomstig artikel 7.4 van de Raadsverordening;
- de instellingen of verenigingen, bedoeld in artikel 19 van het - de instellingen of verenigingen, bedoeld in artikel 19 van het
huidige besluit; huidige besluit;
- de universitaire inrichtingen, in het kader van onderzoekprogramma's - de universitaire inrichtingen, in het kader van onderzoekprogramma's
betreffende bescherming van de soorten; betreffende bescherming van de soorten;
- de diensten en organismen die afhangen van ministeriële - de diensten en organismen die afhangen van ministeriële
departementen; departementen;
- de aanvragen betreffende soorten die niet zijn opgenomen in één van - de aanvragen betreffende soorten die niet zijn opgenomen in één van
de Bijlagen van de Overeenkomst. de Bijlagen van de Overeenkomst.

Art. 10.§ 1. De belanghebbenden moeten de hen afgeleverde, maar niet

Art. 10.§ 1. De belanghebbenden moeten de hen afgeleverde, maar niet

gebruikte, invoer- of uitvoervergunningen en weder-uitvoercertificaten gebruikte, invoer- of uitvoervergunningen en weder-uitvoercertificaten
ten laatste binnen de vijftien dagen na hun laatste dag van geldigheid ten laatste binnen de vijftien dagen na hun laatste dag van geldigheid
aan de betrokken Dienst terugzenden. aan de betrokken Dienst terugzenden.
§ 2. De vergunningen en certificaten kunnen steeds door de Dienst § 2. De vergunningen en certificaten kunnen steeds door de Dienst
worden ingetrokken wanneer de toepassing van de Overeenkomst of van de worden ingetrokken wanneer de toepassing van de Overeenkomst of van de
Raads- of de Commissieverordeningen dit vereist. Raads- of de Commissieverordeningen dit vereist.
HOOFDSTUK IV. - Maatregelen bij controle HOOFDSTUK IV. - Maatregelen bij controle

Art. 11.§ 1. Indien bij een controle, een autoriteit, bedoeld in

Art. 11.§ 1. Indien bij een controle, een autoriteit, bedoeld in

artikel 7 van de wet, moeilijkheden ondervindt bij de identificatie artikel 7 van de wet, moeilijkheden ondervindt bij de identificatie
van de specimens of twijfelt aan de authenticiteit of de geldigheid van de specimens of twijfelt aan de authenticiteit of de geldigheid
van de aanwezige documenten, verwittigt zij zonder verwijl de Dienst van de aanwezige documenten, verwittigt zij zonder verwijl de Dienst
die het nodige zal doen om een onderzoek te laten instellen door één die het nodige zal doen om een onderzoek te laten instellen door één
van haar ambtenaren of door een deskundige. van haar ambtenaren of door een deskundige.
§ 2. Indien, op het ogenblik van het binnenbrengen van specimens in de § 2. Indien, op het ogenblik van het binnenbrengen van specimens in de
Gemeenschap, bijzondere omstandigheden beletten op het douanekantoor Gemeenschap, bijzondere omstandigheden beletten op het douanekantoor
over te gaan tot alle gewenste controles, kan de douane de zending over te gaan tot alle gewenste controles, kan de douane de zending
onder verzegeling ter bestemming in België laten vervoeren. De douane onder verzegeling ter bestemming in België laten vervoeren. De douane
verwittigt hiervan zo spoedig mogelijk de Dienst die de nodige verwittigt hiervan zo spoedig mogelijk de Dienst die de nodige
schikkingen treft om de controle ter bestemming te laten uitvoeren. De schikkingen treft om de controle ter bestemming te laten uitvoeren. De
specimens moeten rechtstreeks ter bestemming vervoerd worden en onder specimens moeten rechtstreeks ter bestemming vervoerd worden en onder
verzegeling worden gehouden tot de komst van de deskundige of de verzegeling worden gehouden tot de komst van de deskundige of de
ambtenaar. ambtenaar.
HOOFDSTUK V. - Register voor handel en voor kweek HOOFDSTUK V. - Register voor handel en voor kweek

Art. 12.§ 1. Elk natuurlijke of rechtspersoon die, met overwegend

Art. 12.§ 1. Elk natuurlijke of rechtspersoon die, met overwegend

commerciële doeleinden, dierlijke specimens van Bijlage A of B commerciële doeleinden, dierlijke specimens van Bijlage A of B
uitvoert, weder-uitvoert, invoert, vanuit de zee aanvoert, kweekt, uitvoert, weder-uitvoert, invoert, vanuit de zee aanvoert, kweekt,
houdt, afstaat, ruilt, te koop aanbiedt, verkoopt, koopt of gebruikt, houdt, afstaat, ruilt, te koop aanbiedt, verkoopt, koopt of gebruikt,
moet een register van binnenkomst en een register van vertrek moet een register van binnenkomst en een register van vertrek
bijhouden overeenkomstig de modellen bepaald in Bijlage 2 en Bijlage bijhouden overeenkomstig de modellen bepaald in Bijlage 2 en Bijlage
3. 3.
§ 2. De registers bedoeld in § 1 moeten niet bijgehouden worden voor : § 2. De registers bedoeld in § 1 moeten niet bijgehouden worden voor :
1° in gevangenschap geboren en opgekweekte specimens van de in bijlage 1° in gevangenschap geboren en opgekweekte specimens van de in bijlage
4 van het huidige besluit genoemde diersoorten en de hybriden van deze 4 van het huidige besluit genoemde diersoorten en de hybriden van deze
soorten; soorten;
2° de specimens die beantwoorden aan de definitie w ) van artikel 2 2° de specimens die beantwoorden aan de definitie w ) van artikel 2
van de Raadsverordening; van de Raadsverordening;
3° afgewerkte producten gemaakt van vellen, haren of pluimen van 3° afgewerkte producten gemaakt van vellen, haren of pluimen van
Bijlage B specimens; Bijlage B specimens;
4° delen of producten van Bijlage B specimens, bestemd voor de 4° delen of producten van Bijlage B specimens, bestemd voor de
voeding, behalve deze aangeduid door de Minister; voeding, behalve deze aangeduid door de Minister;
5° meubels, gebruiksvoorwerpen, muziekinstrumenten, juwelen en andere 5° meubels, gebruiksvoorwerpen, muziekinstrumenten, juwelen en andere
voorwerpen die delen of producten bevatten van Bijlage A of B voorwerpen die delen of producten bevatten van Bijlage A of B
specimens maar er niet het belangrijkste onderdeel van uitmaken. specimens maar er niet het belangrijkste onderdeel van uitmaken.
§ 3. De specimens, bijgehouden door een persoon bedoeld in § 1 op het § 3. De specimens, bijgehouden door een persoon bedoeld in § 1 op het
ogenblik van het in werking treden van dit besluit, moeten in het ogenblik van het in werking treden van dit besluit, moeten in het
register van binnenkomst opgenomen worden. register van binnenkomst opgenomen worden.
§ 4. De registers moeten bewaard worden op de plaats waar de specimens § 4. De registers moeten bewaard worden op de plaats waar de specimens
zich bevinden. Ze moeten voorgelegd worden op elk verzoek van de zich bevinden. Ze moeten voorgelegd worden op elk verzoek van de
autoriteiten bedoeld in artikel 7 van de wet. De registers moeten tot autoriteiten bedoeld in artikel 7 van de wet. De registers moeten tot
5 jaar na de laatste inschrijving bewaard worden. 5 jaar na de laatste inschrijving bewaard worden.
§ 5. De Minister mag voor sommige categorieën specimens of voor § 5. De Minister mag voor sommige categorieën specimens of voor
bepaalde types van verhandeling registermodellen vaststellen die bepaalde types van verhandeling registermodellen vaststellen die
verschillen van de modellen in Bijlage 2 en Bijlage 3 of beslissen dat verschillen van de modellen in Bijlage 2 en Bijlage 3 of beslissen dat
de bepalingen van § 1 er niet op van toepassing zijn. de bepalingen van § 1 er niet op van toepassing zijn.
§ 6. De registers, gehouden overeenkomstig artikel 10, § 1, van het § 6. De registers, gehouden overeenkomstig artikel 10, § 1, van het
koninklijk besluit van 20 december 1983, moeten gedurende drie jaren koninklijk besluit van 20 december 1983, moeten gedurende drie jaren
bewaard blijven. bewaard blijven.
HOOFDSTUK VI. - Identificatie HOOFDSTUK VI. - Identificatie

Art. 13.De Minister kan voor de uitvoering van dit besluit

Art. 13.De Minister kan voor de uitvoering van dit besluit

maatregelen voor de identificatie van specimens voorschrijven. Hij maatregelen voor de identificatie van specimens voorschrijven. Hij
stelt de methodes en modaliteiten van identificatie vast met inbegrip stelt de methodes en modaliteiten van identificatie vast met inbegrip
van de modellen en kleuren van de hiertoe gebruikte merken, zegels, van de modellen en kleuren van de hiertoe gebruikte merken, zegels,
stempels, tatoeages, ringen en microchips. stempels, tatoeages, ringen en microchips.
De Minister kan eveneens de voorwaarden voor registratie en verdeling De Minister kan eveneens de voorwaarden voor registratie en verdeling
van voornoemde identificatiemiddelen vaststellen. van voornoemde identificatiemiddelen vaststellen.
HOOFDSTUK VII. - Wetenschappelijk Comité, deskundigen en HOOFDSTUK VII. - Wetenschappelijk Comité, deskundigen en
"Toezichtgroep" "Toezichtgroep"

Art. 14.§ 1. De Minister richt een Wetenschappelijk Comité op dat de

Art. 14.§ 1. De Minister richt een Wetenschappelijk Comité op dat de

wetenschappelijke overheid uitmaakt in de zin van artikel IX, 1, b van wetenschappelijke overheid uitmaakt in de zin van artikel IX, 1, b van
de Overeenkomst en van artikel 13, § 2, van de Raadsverordening. de Overeenkomst en van artikel 13, § 2, van de Raadsverordening.
§ 2. Het Wetenschappelijk Comité is samengesteld uit ten hoogste 20 § 2. Het Wetenschappelijk Comité is samengesteld uit ten hoogste 20
leden die aangewezen worden op grond van hun kennis op gebied van leden die aangewezen worden op grond van hun kennis op gebied van
dierkunde of plantkunde. dierkunde of plantkunde.
De leden worden benoemd voor een periode van 5 jaar, hernieuwbaar. Ze De leden worden benoemd voor een periode van 5 jaar, hernieuwbaar. Ze
kunnen door de Minister afgezet worden. kunnen door de Minister afgezet worden.
De leden van het Wetenschappelijk Comité kiezen onder de leden een De leden van het Wetenschappelijk Comité kiezen onder de leden een
voorzitter en een vice-voorzitter. voorzitter en een vice-voorzitter.
§ 3. Het Comité is gelast advies te verlenen in alle gevallen voorzien § 3. Het Comité is gelast advies te verlenen in alle gevallen voorzien
in de Raads- en de Commissieverordeningen en over alle vragen in de Raads- en de Commissieverordeningen en over alle vragen
betreffende de Overeenkomst die hem door de Minister of de Dienst betreffende de Overeenkomst die hem door de Minister of de Dienst
worden voorgelegd. Het Comité mag ook voorstellen formuleren worden voorgelegd. Het Comité mag ook voorstellen formuleren
betreffende voornoemde wetgeving en haar toepassing. betreffende voornoemde wetgeving en haar toepassing.
§ 4. Het Comité stelt zijn reglement van inwendige orde op binnen de § 4. Het Comité stelt zijn reglement van inwendige orde op binnen de
twee maanden na de benoeming van zijn leden en legt het ter twee maanden na de benoeming van zijn leden en legt het ter
goedkeuring aan de Minister voor. goedkeuring aan de Minister voor.
§ 5. Het Comité vergadert op uitnodiging van haar Voorzitter, § 5. Het Comité vergadert op uitnodiging van haar Voorzitter,
overeenkomstig de bepalingen van het reglement van inwendige orde, overeenkomstig de bepalingen van het reglement van inwendige orde,
vermeld in § 4. vermeld in § 4.
§ 6. Het secretariaat wordt verzorgd door de Dienst. § 6. Het secretariaat wordt verzorgd door de Dienst.

Art. 15.De Minister stelt op advies van het Wetenschappelijk Comité

Art. 15.De Minister stelt op advies van het Wetenschappelijk Comité

een lijst van deskundigen op die kunnen worden geraadpleegd telkens de een lijst van deskundigen op die kunnen worden geraadpleegd telkens de
uitvoering van het huidige besluit of van de Raads- of uitvoering van het huidige besluit of van de Raads- of
Commissieverordeningen het vereist. Commissieverordeningen het vereist.

Art. 16.§ 1. Het mandaat van lid van het Wetenschappelijk Comité is

Art. 16.§ 1. Het mandaat van lid van het Wetenschappelijk Comité is

niet bezoldigd. niet bezoldigd.
§ 2. De personen die zetelen in het Wetenschappelijk Comité alsook de, § 2. De personen die zetelen in het Wetenschappelijk Comité alsook de,
bij artikel 14, aangewezen deskundigen hebben recht op de bij artikel 14, aangewezen deskundigen hebben recht op de
terugbetaling van hun reis- en verblijfskosten onder de voorwaarden terugbetaling van hun reis- en verblijfskosten onder de voorwaarden
van het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene van het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene
regeling inzake reiskosten en van het koninklijk besluit van 24 regeling inzake reiskosten en van het koninklijk besluit van 24
december 1964 tot vaststelling van de vergoeding van de verblijfkosten december 1964 tot vaststelling van de vergoeding van de verblijfkosten
van de leden van het personeel van de ministeries. Voor de toepassing van de leden van het personeel van de ministeries. Voor de toepassing
van die bepaling worden de personen van het Wetenschappelijk Comité en van die bepaling worden de personen van het Wetenschappelijk Comité en
de deskundigen die niet tot de administratie behoren, gelijkgesteld de deskundigen die niet tot de administratie behoren, gelijkgesteld
met de ambtenaren van rang 13. met de ambtenaren van rang 13.
§ 3. Voor hun tussenkomsten in toepassing van dit besluit hebben de § 3. Voor hun tussenkomsten in toepassing van dit besluit hebben de
plaatsvervangende inspecteur-dierenartsen en de controledierenartsen plaatsvervangende inspecteur-dierenartsen en de controledierenartsen
recht op dezelfde vergoedingen en toelagen als deze die hun worden recht op dezelfde vergoedingen en toelagen als deze die hun worden
toegekend in toepassing van het koninklijk besluit van 3 mei 1999 toegekend in toepassing van het koninklijk besluit van 3 mei 1999
houdende organiek reglement van de Veterinaire diensten. houdende organiek reglement van de Veterinaire diensten.

Art. 17.§ 1. De Minister richt een "Toezichtgroep" op, samengesteld

Art. 17.§ 1. De Minister richt een "Toezichtgroep" op, samengesteld

uit vertegenwoordigers van de overheden, bedoeld in artikel 7 van de uit vertegenwoordigers van de overheden, bedoeld in artikel 7 van de
wet, die belast zijn met de controle op de toepassing van de wet, die belast zijn met de controle op de toepassing van de
Overeenkomst. Hij wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Overeenkomst. Hij wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van de
Dienst. De vertegenwoordigers van de verschillende overheden worden Dienst. De vertegenwoordigers van de verschillende overheden worden
beschouwd als contactpersonen tussen de groep en hun respectievelijke beschouwd als contactpersonen tussen de groep en hun respectievelijke
dienst. dienst.
§ 2. De "Toezichtgroep" onderzoekt alle technische vraagstukken § 2. De "Toezichtgroep" onderzoekt alle technische vraagstukken
betreffende de toepassing van dit besluit en van de Raads- of de betreffende de toepassing van dit besluit en van de Raads- of de
Commissieverordeningen, voorgelegd door de voorzitter hetzij op zijn Commissieverordeningen, voorgelegd door de voorzitter hetzij op zijn
eigen initiatief hetzij op verzoek van een lid van de groep. eigen initiatief hetzij op verzoek van een lid van de groep.
§ 3. De groep mag beroep doen op externe adviseurs en op andere § 3. De groep mag beroep doen op externe adviseurs en op andere
ambtenaren bedoeld in artikel 7 van de wet. ambtenaren bedoeld in artikel 7 van de wet.
§ 4. De groep duidt zijn vertegenwoordigers aan in de "Toezichtgroep" § 4. De groep duidt zijn vertegenwoordigers aan in de "Toezichtgroep"
bedoeld in artikel 14. 3 van de Raadsverordening. bedoeld in artikel 14. 3 van de Raadsverordening.

Art. 18.§ 1. Teneinde de controlemogelijkheden op het handelsverkeer

Art. 18.§ 1. Teneinde de controlemogelijkheden op het handelsverkeer

van Bijlage A, B, C of D specimens te versterken werkt de van Bijlage A, B, C of D specimens te versterken werkt de
Toezichtgroep, bedoeld in artikel 17, § 1, in naleving van de Toezichtgroep, bedoeld in artikel 17, § 1, in naleving van de
wettelijke bepalingen terzake, een raadplegingsprocedure uit van de wettelijke bepalingen terzake, een raadplegingsprocedure uit van de
gegevensbanken, opgesteld in het toepassingskader van het huidige gegevensbanken, opgesteld in het toepassingskader van het huidige
besluit en die, meer bepaald, de informatie bevatten over de, door de besluit en die, meer bepaald, de informatie bevatten over de, door de
Dienst afgeleverde vergunningen en certificaten, alsook over de Dienst afgeleverde vergunningen en certificaten, alsook over de
vastgestelde inbreuken. vastgestelde inbreuken.
§ 2. In toepassing van § 1 mogen deze gegevens vrij geraadpleegd § 2. In toepassing van § 1 mogen deze gegevens vrij geraadpleegd
worden door elke ambtenaar van de overheden, bedoeld in artikel 7 van worden door elke ambtenaar van de overheden, bedoeld in artikel 7 van
de wet, belast met de controles. de wet, belast met de controles.
HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen

Art. 19.De Minister kan een contract afsluiten met één of meer

Art. 19.De Minister kan een contract afsluiten met één of meer

instellingen of verenigingen teneinde de huisvesting en de verzorging instellingen of verenigingen teneinde de huisvesting en de verzorging
van in beslag genomen levende specimens te verzekeren. van in beslag genomen levende specimens te verzekeren.

Art. 20.Overtredingen van de bepalingen van dit besluit en van de

Art. 20.Overtredingen van de bepalingen van dit besluit en van de

Raads- en de Commissieverordeningen worden gestraft overeenkomstig de Raads- en de Commissieverordeningen worden gestraft overeenkomstig de
artikelen 5 en 6 van de wet en artikel 44 van de wet van 12 juli 1973 artikelen 5 en 6 van de wet en artikel 44 van de wet van 12 juli 1973
op het natuurbehoud. op het natuurbehoud.

Art. 21.Opgeheven worden :

Art. 21.Opgeheven worden :

1° het koninklijk besluit van 20 december 1983 houdende toepassing van 1° het koninklijk besluit van 20 december 1983 houdende toepassing van
de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het
wild levende dier- en plantensoorten gewijzigd bij het koninklijk wild levende dier- en plantensoorten gewijzigd bij het koninklijk
besluit van 2 februari 1990; besluit van 2 februari 1990;
2° het koninklijk besluit van 19 april 1985 houdende toekenning van 2° het koninklijk besluit van 19 april 1985 houdende toekenning van
afwijkingen in toepassing van artikel 4 van de wet van 28 juli 1981 afwijkingen in toepassing van artikel 4 van de wet van 28 juli 1981
houdende goedkeuring van de Overeenkomst inzake de internationale houdende goedkeuring van de Overeenkomst inzake de internationale
handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten, en handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten, en
van de Bijlagen; van de Bijlagen;
3° het ministerieel besluit van 18 april 1990 betreffende de 3° het ministerieel besluit van 18 april 1990 betreffende de
inventaris van de stocks van ivoor van de Afrikaanse olifant. inventaris van de stocks van ivoor van de Afrikaanse olifant.

Art. 22.Onze Minister van Financiën en onze Minister van

Art. 22.Onze Minister van Financiën en onze Minister van

Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, zijn ieder wat hem Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, zijn ieder wat hem
betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 9 april 2003. Gegeven te Brussel, 9 april 2003.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Financiën, De Minister van Financiën,
D. REYNDERS D. REYNDERS
De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu,
J. TAVERNIER J. TAVERNIER
Bijlage 1 van het koninklijk besluit van 9 april 2003 inzake de Bijlage 1 van het koninklijk besluit van 9 april 2003 inzake de
bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door
controle op het desbetreffende handelsverkeer Model van inventaris van controle op het desbetreffende handelsverkeer Model van inventaris van
de specimens van soorten die in bijlage I van CITES zijn opgenomen, de specimens van soorten die in bijlage I van CITES zijn opgenomen,
bedoeld in artikel 5 van het koninklijk besluit van 9 april 2003 bedoeld in artikel 5 van het koninklijk besluit van 9 april 2003
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 9 april 2003. Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 9 april 2003.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Financiën, De Minister van Financiën,
D. REYNDERS D. REYNDERS
De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu,
J. TAVERNIER J. TAVERNIER
Bijlage 2 van het koninklijk besluit van 9 april 2003 inzake de Bijlage 2 van het koninklijk besluit van 9 april 2003 inzake de
bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door
controle op het desbetreffende handelsverkeer Model van register van controle op het desbetreffende handelsverkeer Model van register van
BINNENKOMST, bedoeld in artikel 12 van het koninklijk besluit van 9 BINNENKOMST, bedoeld in artikel 12 van het koninklijk besluit van 9
april 2003 april 2003
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 9 april 2003. Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 9 april 2003.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Financiën, De Minister van Financiën,
D. REYNDERS D. REYNDERS
De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu,
J. TAVERNIER J. TAVERNIER
Bijlage 3 van het koninklijk besluit van 9 april 2003 inzake de Bijlage 3 van het koninklijk besluit van 9 april 2003 inzake de
bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door
controle op het desbetreffende handelsverkeer Model van register van controle op het desbetreffende handelsverkeer Model van register van
VERTREK bedoeld in artikel 12 van het koninklijk besluit van 9 april VERTREK bedoeld in artikel 12 van het koninklijk besluit van 9 april
2003 2003
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 9 april 2003. Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 9 april 2003.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Financiën, De Minister van Financiën,
D. REYNDERS D. REYNDERS
De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu,
J. TAVERNIER J. TAVERNIER
Bijlage 4 van het koninklijk besluit van 9 april 2003 inzake de Bijlage 4 van het koninklijk besluit van 9 april 2003 inzake de
bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door
controle op het desbetreffende handelsverkeer controle op het desbetreffende handelsverkeer
Lijst van de soorten bedoeld in artikel 12, § 2, 1°, van het Lijst van de soorten bedoeld in artikel 12, § 2, 1°, van het
koninklijk besluit van 9 april 2003 koninklijk besluit van 9 april 2003
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Gezien om gevoegd te worden bij Ons koninklijk besluit van 9 april Gezien om gevoegd te worden bij Ons koninklijk besluit van 9 april
2003. 2003.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Financiën, De Minister van Financiën,
D. REYNDERS D. REYNDERS
De Minister van Consumentenzaken, De Minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu, Volksgezondheid en Leefmilieu,
J. TAVERNIER J. TAVERNIER
^