| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 februari 2022, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de vervoerkosten | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 februari 2022, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de vervoerkosten |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
| 8 JANUARI 2023. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 8 JANUARI 2023. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
| verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 februari 2022, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 februari 2022, |
| gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de | gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de |
| vervoerkosten (1) | vervoerkosten (1) |
| FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het koetswerk; | Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het koetswerk; |
| Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 1 februari 2022, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 1 februari 2022, |
| gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de | gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de |
| vervoerkosten. | vervoerkosten. |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
| dit besluit. | dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 8 januari 2023. | Gegeven te Brussel, 8 januari 2023. |
| FILIP | FILIP |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| P.-Y. DERMAGNE | P.-Y. DERMAGNE |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Subcomité voor het koetswerk | Paritair Subcomité voor het koetswerk |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 februari 2022 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 februari 2022 |
| Vervoerkosten | Vervoerkosten |
| (Overeenkomst geregistreerd op 7 juni 2022 onder het nummer | (Overeenkomst geregistreerd op 7 juni 2022 onder het nummer |
| 173243/CO/149.02) | 173243/CO/149.02) |
| HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
| de werkgevers en de arbeiders van de ondernemingen die ressorteren | de werkgevers en de arbeiders van de ondernemingen die ressorteren |
| onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor het koetswerk. | onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor het koetswerk. |
Art. 2.Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst |
Art. 2.Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst |
| wordt onder "arbeiders" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke | wordt onder "arbeiders" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke |
| werklieden. | werklieden. |
Art. 3.De bepalingen van onderhavige overeenkomst zijn alleen |
Art. 3.De bepalingen van onderhavige overeenkomst zijn alleen |
| toepasselijk indien de werkelijke heen en terug opgetelde afstanden | toepasselijk indien de werkelijke heen en terug opgetelde afstanden |
| ten minste 1 kilometer bedragen. | ten minste 1 kilometer bedragen. |
| Vanaf 1 juli 2020 wordt deze minimumvereiste van 1 kilometer | Vanaf 1 juli 2020 wordt deze minimumvereiste van 1 kilometer |
| opgeheven. | opgeheven. |
| HOOFDSTUK II. - Gemeenschappelijk openbaar vervoer | HOOFDSTUK II. - Gemeenschappelijk openbaar vervoer |
| Afdeling 1. - Vervoer per spoor | Afdeling 1. - Vervoer per spoor |
Art. 4.Wanneer de arbeider zich naar het werk verplaatst met de |
Art. 4.Wanneer de arbeider zich naar het werk verplaatst met de |
| trein, bedraagt de tussenkomst van de werkgever 80 pct. van de totale | trein, bedraagt de tussenkomst van de werkgever 80 pct. van de totale |
| kost van het vervoersbewijs. | kost van het vervoersbewijs. |
| De werkgever sluit ten laatste op 1 oktober 2019 een | De werkgever sluit ten laatste op 1 oktober 2019 een |
| derdebetalersovereenkomst met de NMBS. | derdebetalersovereenkomst met de NMBS. |
| Afdeling 2. - Ander gemeenschappelijk openbaar vervoer | Afdeling 2. - Ander gemeenschappelijk openbaar vervoer |
Art. 5.Wanneer de arbeider zich naar het werk verplaatst met een |
Art. 5.Wanneer de arbeider zich naar het werk verplaatst met een |
| ander gemeenschappelijk openbaar vervoer, georganiseerd door de | ander gemeenschappelijk openbaar vervoer, georganiseerd door de |
| regionale vervoermaatschappijen, bedraagt de tussenkomst van de | regionale vervoermaatschappijen, bedraagt de tussenkomst van de |
| werkgever 80 pct. van de totale kost van het vervoersbewijs. | werkgever 80 pct. van de totale kost van het vervoersbewijs. |
Art. 6.De modaliteiten van de bijdrage van de werkgevers ten gunste |
Art. 6.De modaliteiten van de bijdrage van de werkgevers ten gunste |
| van de arbeiders die dit type van vervoer gebruiken, worden | van de arbeiders die dit type van vervoer gebruiken, worden |
| vastgesteld als volgt : | vastgesteld als volgt : |
| - De arbeider legt aan de werkgever een ondertekende verklaring voor, | - De arbeider legt aan de werkgever een ondertekende verklaring voor, |
| waarbij verzekerd wordt dat hij gewoonlijk een gemeenschappelijk | waarbij verzekerd wordt dat hij gewoonlijk een gemeenschappelijk |
| openbaar vervoermiddel gebruikt, georganiseerd door de regionale | openbaar vervoermiddel gebruikt, georganiseerd door de regionale |
| vervoermaatschappijen, voor de verplaatsing van de woonplaats naar de | vervoermaatschappijen, voor de verplaatsing van de woonplaats naar de |
| plaats van tewerkstelling en omgekeerd en preciseert het aantal | plaats van tewerkstelling en omgekeerd en preciseert het aantal |
| effectief afgelegde kilometers; | effectief afgelegde kilometers; |
| - Hij waakt erover in de kortst mogelijke tijd alle wijzigingen in | - Hij waakt erover in de kortst mogelijke tijd alle wijzigingen in |
| deze toestand te signaleren; | deze toestand te signaleren; |
| - De werkgever kan op elk ogenblik de authenticiteit van de hierboven | - De werkgever kan op elk ogenblik de authenticiteit van de hierboven |
| bedoelde verklaring nagaan. | bedoelde verklaring nagaan. |
| Afdeling 3. - Gemengde openbare vervoermiddelen | Afdeling 3. - Gemengde openbare vervoermiddelen |
Art. 7.Wanneer de arbeider verschillende openbare gemeenschappelijke |
Art. 7.Wanneer de arbeider verschillende openbare gemeenschappelijke |
| vervoermiddelen gebruikt, heeft hij recht op dezelfde vergoeding zoals | vervoermiddelen gebruikt, heeft hij recht op dezelfde vergoeding zoals |
| bepaald in artikel 4 en 5 van onderhavige overeenkomst voor de afstand | bepaald in artikel 4 en 5 van onderhavige overeenkomst voor de afstand |
| die overeenstemt met de som van de afstanden van de verschillende | die overeenstemt met de som van de afstanden van de verschillende |
| vervoermiddelen. | vervoermiddelen. |
| HOOFDSTUK III. - Privévervoer | HOOFDSTUK III. - Privévervoer |
Art. 8.Wanneer de arbeider zich naar het werk verplaatst met het |
Art. 8.Wanneer de arbeider zich naar het werk verplaatst met het |
| eigen vervoer of te voet, heeft de arbeider recht op een | eigen vervoer of te voet, heeft de arbeider recht op een |
| dagvergoeding, gebaseerd op de werkgeversbijdrage in het | dagvergoeding, gebaseerd op de werkgeversbijdrage in het |
| weekabonnement, zoals opgenomen in de tabel gevoegd bij artikel 11 van | weekabonnement, zoals opgenomen in de tabel gevoegd bij artikel 11 van |
| de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19/9 betreffende de financiële | de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19/9 betreffende de financiële |
| bijdrage van de werkgevers in de prijs van het gemeenschappelijk | bijdrage van de werkgevers in de prijs van het gemeenschappelijk |
| openbaar vervoer van de werknemers, gesloten in de Nationale | openbaar vervoer van de werknemers, gesloten in de Nationale |
| Arbeidsraad op 23 april 2019. | Arbeidsraad op 23 april 2019. |
| De "verplaatsing met het eigen vervoer" heeft betrekking op alle | De "verplaatsing met het eigen vervoer" heeft betrekking op alle |
| mogelijke eigen vervoermiddelen. | mogelijke eigen vervoermiddelen. |
Art. 9.Deze dagvergoeding wordt bekomen door de werkgeversbijdrage in |
Art. 9.Deze dagvergoeding wordt bekomen door de werkgeversbijdrage in |
| het weekabonnement van de NMBS te delen door 5. | het weekabonnement van de NMBS te delen door 5. |
Art. 10.Deze dagvergoeding dient jaarlijks op 1 februari te worden |
Art. 10.Deze dagvergoeding dient jaarlijks op 1 februari te worden |
| geïndexeerd overeenkomstig de jaarlijkse indexering van de | geïndexeerd overeenkomstig de jaarlijkse indexering van de |
| treintarieven van de NMBS, conform het advies van de Centrale Raad | treintarieven van de NMBS, conform het advies van de Centrale Raad |
| voor het Bedrijfsleven. | voor het Bedrijfsleven. |
Art. 11.§ 1. Voor de arbeider die zich, voor een gedeelte of de |
Art. 11.§ 1. Voor de arbeider die zich, voor een gedeelte of de |
| volledige afstand, met de fiets verplaatst, wordt door de werkgever | volledige afstand, met de fiets verplaatst, wordt door de werkgever |
| vanaf 1 juli 2022 een fietsvergoeding van 0,20 EUR voorzien voor elke | vanaf 1 juli 2022 een fietsvergoeding van 0,20 EUR voorzien voor elke |
| effectief afgelegde kilometer met een maximum van 40 km (heen en | effectief afgelegde kilometer met een maximum van 40 km (heen en |
| terug) per arbeidsdag. | terug) per arbeidsdag. |
| § 2. De fietsvergoeding, zoals opgenomen in § 1, kan in geen geval | § 2. De fietsvergoeding, zoals opgenomen in § 1, kan in geen geval |
| lager zijn dan de dagvergoeding, gebaseerd op de werkgeversbijdrage in | lager zijn dan de dagvergoeding, gebaseerd op de werkgeversbijdrage in |
| het weekabonnement, zoals opgenomen in de tabel gevoegd bij artikel 11 | het weekabonnement, zoals opgenomen in de tabel gevoegd bij artikel 11 |
| van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19/9 betreffende de | van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19/9 betreffende de |
| financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van het | financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van het |
| gemeenschappelijk openbaar vervoer van de werknemers, gesloten in de | gemeenschappelijk openbaar vervoer van de werknemers, gesloten in de |
| Nationale Arbeidsraad op 23 april 2019. | Nationale Arbeidsraad op 23 april 2019. |
| § 3. Boven de 40 kilometer per arbeidsdag blijft de dagvergoeding | § 3. Boven de 40 kilometer per arbeidsdag blijft de dagvergoeding |
| gebaseerd op de werkgeversbijdrage in het weekabonnement, zoals | gebaseerd op de werkgeversbijdrage in het weekabonnement, zoals |
| opgenomen in de tabel gevoegd bij artikel 11 van de collectieve | opgenomen in de tabel gevoegd bij artikel 11 van de collectieve |
| arbeidsovereenkomst nr. 19/9 betreffende de financiële bijdrage van de | arbeidsovereenkomst nr. 19/9 betreffende de financiële bijdrage van de |
| werkgevers in de prijs van het gemeenschappelijk openbaar vervoer van | werkgevers in de prijs van het gemeenschappelijk openbaar vervoer van |
| de werknemers, gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 23 april 2019, | de werknemers, gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 23 april 2019, |
| van toepassing. | van toepassing. |
| § 4. De werkgever zal op vraag van de arbeider jaarlijks de nodige | § 4. De werkgever zal op vraag van de arbeider jaarlijks de nodige |
| gegevens bevestigen die het de arbeider mogelijk maakt zijn | gegevens bevestigen die het de arbeider mogelijk maakt zijn |
| fietsgebruik aan te tonen. Deze gegevens hebben betrekking op de in | fietsgebruik aan te tonen. Deze gegevens hebben betrekking op de in |
| aanmerking genomen afstand tot de werkplaats, het aantal gewerkte | aanmerking genomen afstand tot de werkplaats, het aantal gewerkte |
| dagen en de betaalde vergoeding. De praktische modaliteiten van de | dagen en de betaalde vergoeding. De praktische modaliteiten van de |
| toekenning van de fietsvergoeding worden vastgelegd op | toekenning van de fietsvergoeding worden vastgelegd op |
| ondernemingsvlak. | ondernemingsvlak. |
| § 5. De arbeider legt aan zijn werkgever een ondertekende verklaring | § 5. De arbeider legt aan zijn werkgever een ondertekende verklaring |
| voor waarin hij verklaart dat hij bij de verplaatsing tussen de | voor waarin hij verklaart dat hij bij de verplaatsing tussen de |
| woonplaats en de plaats van tewerkstelling regelmatig gebruik maakt | woonplaats en de plaats van tewerkstelling regelmatig gebruik maakt |
| van de fiets. Hij deelt iedere wijziging van deze toestand zo spoedig | van de fiets. Hij deelt iedere wijziging van deze toestand zo spoedig |
| mogelijk mee. De werkgever mag op elk ogenblik nagaan of deze | mogelijk mee. De werkgever mag op elk ogenblik nagaan of deze |
| verklaring met de werkelijkheid strookt. | verklaring met de werkelijkheid strookt. |
| HOOFDSTUK IV. - Betalingsmodaliteiten | HOOFDSTUK IV. - Betalingsmodaliteiten |
Art. 12.De bijdrage van de werkgevers in de door de arbeiders |
Art. 12.De bijdrage van de werkgevers in de door de arbeiders |
| gedragen vervoerkosten wordt maandelijks betaald voor het | gedragen vervoerkosten wordt maandelijks betaald voor het |
| vervoerbewijs met geldigheid voor één maand, en eenmaal per week voor | vervoerbewijs met geldigheid voor één maand, en eenmaal per week voor |
| de vervoerbewijzen met geldigheid van één week. | de vervoerbewijzen met geldigheid van één week. |
Art. 13.De bijdrage van de werkgevers in de vervoerkosten per spoor |
Art. 13.De bijdrage van de werkgevers in de vervoerkosten per spoor |
| wordt betaald tegen indiening van het speciaal getuigschrift voor de | wordt betaald tegen indiening van het speciaal getuigschrift voor de |
| sociale abonnementen afgeleverd door de NMBS. | sociale abonnementen afgeleverd door de NMBS. |
| De bijdrage van de werkgevers in de kosten voor het vervoer, | De bijdrage van de werkgevers in de kosten voor het vervoer, |
| georganiseerd door de regionale vervoermaatschappijen, wordt betaald | georganiseerd door de regionale vervoermaatschappijen, wordt betaald |
| tegen overhandiging van het vervoerbewijs afgeleverd door deze | tegen overhandiging van het vervoerbewijs afgeleverd door deze |
| maatschappijen. | maatschappijen. |
Art. 14.De werkgever komt tussen in de kosten veroorzaakt door de |
Art. 14.De werkgever komt tussen in de kosten veroorzaakt door de |
| andere vervoermiddelen op voorwaarde dat de arbeider het bewijs levert | andere vervoermiddelen op voorwaarde dat de arbeider het bewijs levert |
| van de werkelijk afgelegde afstand. | van de werkelijk afgelegde afstand. |
| Indien de arbeider dit bewijs niet kan leveren, wordt de berekening, | Indien de arbeider dit bewijs niet kan leveren, wordt de berekening, |
| in gemeen akkoord tussen de partijen, afzonderlijk in iedere | in gemeen akkoord tussen de partijen, afzonderlijk in iedere |
| onderneming opgemaakt, rekening houdende met de plaatselijke | onderneming opgemaakt, rekening houdende met de plaatselijke |
| bijzonderheden. | bijzonderheden. |
| De arbeider mag niet weigeren het(de) eventueel(ele) | De arbeider mag niet weigeren het(de) eventueel(ele) |
| vervoerbewijs(zen) of, bij ontstentenis, een door hem ondertekende | vervoerbewijs(zen) of, bij ontstentenis, een door hem ondertekende |
| verklaring, nodig voor het vaststellen van de afgelegde afstand, aan | verklaring, nodig voor het vaststellen van de afgelegde afstand, aan |
| de werkgever voor te leggen. | de werkgever voor te leggen. |
Art. 15.De vergoedingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst zijn |
Art. 15.De vergoedingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst zijn |
| minimumvergoedingen voor de sector. Gunstigere ondernemingsregelingen | minimumvergoedingen voor de sector. Gunstigere ondernemingsregelingen |
| blijven onverminderd van toepassing. | blijven onverminderd van toepassing. |
| HOOFDSTUK V. - Specifieke bepalingen | HOOFDSTUK V. - Specifieke bepalingen |
| Afdeling 1. - Verplaatsing naar opleiding | Afdeling 1. - Verplaatsing naar opleiding |
Art. 16.Indien een arbeider zich verplaatst naar een vormingscursus, |
Art. 16.Indien een arbeider zich verplaatst naar een vormingscursus, |
| heeft hij recht op de bepalingen zoals opgenomen in hoofdstukken II en | heeft hij recht op de bepalingen zoals opgenomen in hoofdstukken II en |
| III van onderhavige overeenkomst, afhankelijk van het door de arbeider | III van onderhavige overeenkomst, afhankelijk van het door de arbeider |
| gebruikte vervoermiddel. | gebruikte vervoermiddel. |
| Afdeling 2. - Verplaatsing voor leerlingen | Afdeling 2. - Verplaatsing voor leerlingen |
Art. 17.Een leerling die zich van thuis naar het werk verplaatst, |
Art. 17.Een leerling die zich van thuis naar het werk verplaatst, |
| heeft recht op de bepalingen zoals opgenomen in hoofdstukken II en III | heeft recht op de bepalingen zoals opgenomen in hoofdstukken II en III |
| van onderhavige overeenkomst, afhankelijk van het door de leerling | van onderhavige overeenkomst, afhankelijk van het door de leerling |
| gebruikte vervoermiddel. | gebruikte vervoermiddel. |
| Afdeling 3. - Verplaatsing naar een competentietest | Afdeling 3. - Verplaatsing naar een competentietest |
Art. 18.Wanneer de arbeider zich met om het even welk vervoermiddel |
Art. 18.Wanneer de arbeider zich met om het even welk vervoermiddel |
| verplaatst om een competentietest voor een ervaringsbewijs af te | verplaatst om een competentietest voor een ervaringsbewijs af te |
| leggen, heeft hij recht op terugbetaling van de vervoerskosten door de | leggen, heeft hij recht op terugbetaling van de vervoerskosten door de |
| werkgever zoals opgenomen in hoofdstukken II en III van onderhavige | werkgever zoals opgenomen in hoofdstukken II en III van onderhavige |
| overeenkomst, afhankelijk van het door de arbeider gebruikte | overeenkomst, afhankelijk van het door de arbeider gebruikte |
| vervoermiddel. Deze terugbetaling geldt zowel voor het afleggen van de | vervoermiddel. Deze terugbetaling geldt zowel voor het afleggen van de |
| 1ste competentietest als voor het afleggen van de herkansing. | 1ste competentietest als voor het afleggen van de herkansing. |
| Afdeling 4. - Verplaatsing naar een outplacementbegeleiding | Afdeling 4. - Verplaatsing naar een outplacementbegeleiding |
Art. 19.Wanneer de arbeider zich met om het even welk vervoermiddel |
Art. 19.Wanneer de arbeider zich met om het even welk vervoermiddel |
| verplaatst naar een outplacementbegeleiding, heeft hij recht op | verplaatst naar een outplacementbegeleiding, heeft hij recht op |
| terugbetaling van de vervoerkosten door de werkgever zoals opgenomen | terugbetaling van de vervoerkosten door de werkgever zoals opgenomen |
| in hoofdstukken II en III van onderhavige overeenkomst, afhankelijk | in hoofdstukken II en III van onderhavige overeenkomst, afhankelijk |
| van het door de arbeider gebruikte vervoermiddel. | van het door de arbeider gebruikte vervoermiddel. |
| Afdeling 5. - Voertuig van de werkgever | Afdeling 5. - Voertuig van de werkgever |
Art. 20.Wanneer de werkgever een voertuig ter beschikking stelt aan |
Art. 20.Wanneer de werkgever een voertuig ter beschikking stelt aan |
| de arbeider voor verplaatsingen naar de werkplaats of naar een | de arbeider voor verplaatsingen naar de werkplaats of naar een |
| vormingscursus, zijn de vervoerkosten zoals bepaald in de hoofdstukken | vormingscursus, zijn de vervoerkosten zoals bepaald in de hoofdstukken |
| II en III en artikel 14 van onderhavige overeenkomst niet van | II en III en artikel 14 van onderhavige overeenkomst niet van |
| toepassing. | toepassing. |
| HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen |
Art. 21.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve |
Art. 21.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve |
| arbeidsovereenkomst met betrekking tot de vervoerkosten van 12 | arbeidsovereenkomst met betrekking tot de vervoerkosten van 12 |
| september 2019 inzake vervoerskosten, geregistreerd onder het nummer | september 2019 inzake vervoerskosten, geregistreerd onder het nummer |
| 154965/CO/149.02 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk | 154965/CO/149.02 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk |
| besluit van 17 september 2020 (Belgisch Staatsblad van 5 november | besluit van 17 september 2020 (Belgisch Staatsblad van 5 november |
| 2020). | 2020). |
Art. 22.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
Art. 22.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
| juli 2022 en is gesloten voor onbepaalde duur. | juli 2022 en is gesloten voor onbepaalde duur. |
| Zij kan door één van de partijen worden opgezegd mits een opzegging | Zij kan door één van de partijen worden opgezegd mits een opzegging |
| van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, | van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, |
| gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor het | gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor het |
| koetswerk. | koetswerk. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 januari | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 januari |
| 2023. | 2023. |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| P.-Y. DERMAGNE | P.-Y. DERMAGNE |
| Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 februari 2022, | Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 februari 2022, |
| gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de | gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de |
| vervoerkosten | vervoerkosten |
| In uitvoering van hoofdstuk III | In uitvoering van hoofdstuk III |
| De dagvergoedingen worden op 1 februari 2022 als volgt vastgelegd : | De dagvergoedingen worden op 1 februari 2022 als volgt vastgelegd : |
| Transport privé/Privévervoer | Transport privé/Privévervoer |
| Carrosserie | Carrosserie |
| 149.02 | 149.02 |
| Koetswerk | Koetswerk |
| A partir du 1er février 2022/ Vanaf 1 februari 2022 | A partir du 1er février 2022/ Vanaf 1 februari 2022 |
| Tableau "Intervention dans le transport domicile-travail"/ | Tableau "Intervention dans le transport domicile-travail"/ |
| Tabel "Werkgeversbijdrage in het woon-werk verkeer" | Tabel "Werkgeversbijdrage in het woon-werk verkeer" |
| Distance en km/ | Distance en km/ |
| Aantal km | Aantal km |
| Intervention journalière de l'employeur (5 j./semaine)/ Dagelijkse | Intervention journalière de l'employeur (5 j./semaine)/ Dagelijkse |
| bijdrage van de werkgevers (5 d./week) | bijdrage van de werkgevers (5 d./week) |
| Distance en km/ | Distance en km/ |
| Aantal km | Aantal km |
| Intervention journalière de l'employeur (5 j./semaine)/ Dagelijkse | Intervention journalière de l'employeur (5 j./semaine)/ Dagelijkse |
| bijdrage van de werkgevers (5 d./week) | bijdrage van de werkgevers (5 d./week) |
| 1 | 1 |
| 1,12 | 1,12 |
| 43-45 | 43-45 |
| 5,78 | 5,78 |
| 2 | 2 |
| 1,25 | 1,25 |
| 46-48 | 46-48 |
| 6,17 | 6,17 |
| 3 | 3 |
| 1,40 | 1,40 |
| 49-51 | 49-51 |
| 6,43 | 6,43 |
| 4 | 4 |
| 1,50 | 1,50 |
| 52-54 | 52-54 |
| 6,65 | 6,65 |
| 5 | 5 |
| 1,62 | 1,62 |
| 55-57 | 55-57 |
| 6,89 | 6,89 |
| 6 | 6 |
| 1,73 | 1,73 |
| 58-60 | 58-60 |
| 7,18 | 7,18 |
| 7 | 7 |
| 1,79 | 1,79 |
| 61-65 | 61-65 |
| 7,45 | 7,45 |
| 8 | 8 |
| 1,91 | 1,91 |
| 66-70 | 66-70 |
| 7,83 | 7,83 |
| 9 | 9 |
| 2,01 | 2,01 |
| 71-75 | 71-75 |
| 8,08 | 8,08 |
| 10 | 10 |
| 2,11 | 2,11 |
| 76-80 | 76-80 |
| 8,59 | 8,59 |
| 11 | 11 |
| 2,24 | 2,24 |
| 81-85 | 81-85 |
| 8,88 | 8,88 |
| 12 | 12 |
| 2,34 | 2,34 |
| 86-90 | 86-90 |
| 9,24 | 9,24 |
| 13 | 13 |
| 2,45 | 2,45 |
| 91-95 | 91-95 |
| 9,67 | 9,67 |
| 14 | 14 |
| 2,57 | 2,57 |
| 96-100 | 96-100 |
| 9,93 | 9,93 |
| 15 | 15 |
| 2,67 | 2,67 |
| 101-105 | 101-105 |
| 10,28 | 10,28 |
| 16 | 16 |
| 2,77 | 2,77 |
| 106-110 | 106-110 |
| 10,69 | 10,69 |
| 17 | 17 |
| 2,87 | 2,87 |
| 111-115 | 111-115 |
| 11,09 | 11,09 |
| 18 | 18 |
| 3,00 | 3,00 |
| 116-120 | 116-120 |
| 11,50 | 11,50 |
| 19 | 19 |
| 3,13 | 3,13 |
| 121-125 | 121-125 |
| 11,74 | 11,74 |
| 20 | 20 |
| 3,26 | 3,26 |
| 126-130 | 126-130 |
| 12,11 | 12,11 |
| 21 | 21 |
| 3,34 | 3,34 |
| 131-135 | 131-135 |
| 12,52 | 12,52 |
| 22 | 22 |
| 3,45 | 3,45 |
| 136-140 | 136-140 |
| 12,78 | 12,78 |
| 23 | 23 |
| 3,59 | 3,59 |
| 141-145 | 141-145 |
| 13,33 | 13,33 |
| 24 | 24 |
| 3,69 | 3,69 |
| 146-150 | 146-150 |
| 13,82 | 13,82 |
| 25 | 25 |
| 3,76 | 3,76 |
| 151-155 | 151-155 |
| 13,82 | 13,82 |
| 26 | 26 |
| 3,92 | 3,92 |
| 156-160 | 156-160 |
| 14,33 | 14,33 |
| 27 | 27 |
| 3,98 | 3,98 |
| 161-165 | 161-165 |
| 14,61 | 14,61 |
| 28 | 28 |
| 4,05 | 4,05 |
| 166-170 | 166-170 |
| 14,86 | 14,86 |
| 29 | 29 |
| 4,21 | 4,21 |
| 171-175 | 171-175 |
| 15,38 | 15,38 |
| 30 | 30 |
| 4,31 | 4,31 |
| 176-180 | 176-180 |
| 15,64 | 15,64 |
| 31-33 | 31-33 |
| 4,48 | 4,48 |
| 181-185 | 181-185 |
| 16,18 | 16,18 |
| 34-36 | 34-36 |
| 4,84 | 4,84 |
| 186-190 | 186-190 |
| 16,43 | 16,43 |
| 37-39 | 37-39 |
| 5,16 | 5,16 |
| 191-195 | 191-195 |
| 16,68 | 16,68 |
| 40-42 | 40-42 |
| 5,48 | 5,48 |
| 196-200 | 196-200 |
| 17,23 | 17,23 |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 januari | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 januari |
| 2023. | 2023. |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| P.-Y. DERMAGNE | P.-Y. DERMAGNE |