| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 maart 1995, gesloten in het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij en ontvettingsbedrijf, tot invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 maart 1995, gesloten in het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij en ontvettingsbedrijf, tot invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen |
|---|---|
| MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID |
| 7 JANUARI 1998. Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 7 JANUARI 1998. Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
| verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 maart 1995, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 maart 1995, |
| gesloten in het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij en | gesloten in het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij en |
| ontvettingsbedrijf, tot invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de | ontvettingsbedrijf, tot invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de |
| ondernemingen (1) | ondernemingen (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op de arbeidswet van 16 maart 1971, inzonderheid op de artikelen | Gelet op de arbeidswet van 16 maart 1971, inzonderheid op de artikelen |
| 20bis, § 1 en 26bis, § 1, gewijzigd bij de wet van 21 december 1994; | 20bis, § 1 en 26bis, § 1, gewijzigd bij de wet van 21 december 1994; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het wasserij-, | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het wasserij-, |
| ververij en ontvettingsbedrijf; | ververij en ontvettingsbedrijf; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, | Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 16 maart 1995, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 16 maart 1995, |
| gesloten in het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij en | gesloten in het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij en |
| ontvettingsbedrijf, tot invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de | ontvettingsbedrijf, tot invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de |
| ondernemingen. | ondernemingen. |
Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de |
Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de |
| uitvoering van dit besluit. | uitvoering van dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 7 januari 1998. | Gegeven te Brussel, 7 januari 1998. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, | De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, |
| Mevr. M. SMET | Mevr. M. SMET |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Comité voor het wasserij-, ververij en ontvettingsbedrijf | Paritair Comité voor het wasserij-, ververij en ontvettingsbedrijf |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 16 maart 1995 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 16 maart 1995 |
| Nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen | Nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen |
| (Overeenkomst geregistreerd op 24 mei 1995 | (Overeenkomst geregistreerd op 24 mei 1995 |
| onder het nummer 37875/CO/110) | onder het nummer 37875/CO/110) |
| HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
| Arikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de | Arikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de |
| werkgevers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair | werkgevers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair |
| Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf en op de | Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf en op de |
| werklieden en werksters die zij tewerkstellen. | werklieden en werksters die zij tewerkstellen. |
| HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen | HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten in |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten in |
| toepassing van hoofdstuk VII, artikelen 78 tot met 84 van de wet van | toepassing van hoofdstuk VII, artikelen 78 tot met 84 van de wet van |
| 21 december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen, bekendgemaakt | 21 december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen, bekendgemaakt |
| in het Belgisch Staatsblad van 23 december 1994. | in het Belgisch Staatsblad van 23 december 1994. |
| Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing voor de | Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing voor de |
| ondernemingen die gewoonlijk gemiddeld minder dan 50 werknemers | ondernemingen die gewoonlijk gemiddeld minder dan 50 werknemers |
| tewerkstellen (bepaald zoals in artikel 81 van de voormelde wet van 21 | tewerkstellen (bepaald zoals in artikel 81 van de voormelde wet van 21 |
| december 1994) en die geen vakbondsafvaardiging hebben opgericht en | december 1994) en die geen vakbondsafvaardiging hebben opgericht en |
| voor de ondernemingen die gewoonlijk gemiddeld meer dan 50 werknemers | voor de ondernemingen die gewoonlijk gemiddeld meer dan 50 werknemers |
| tewerkstellen. | tewerkstellen. |
| Bepalingen van toepassing voor ondernemingen die gewoonlijk minder dan | Bepalingen van toepassing voor ondernemingen die gewoonlijk minder dan |
| 50 werknemers tewerkstellen. | 50 werknemers tewerkstellen. |
Art. 3.Bij toepassing van hoofdstuk VII, artikelen 78 tot en met 84 |
Art. 3.Bij toepassing van hoofdstuk VII, artikelen 78 tot en met 84 |
| van de wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse | van de wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse |
| bepalingen, maakt de werkgever binnen de drie werkdagen na de | bepalingen, maakt de werkgever binnen de drie werkdagen na de |
| aanplakking van het bericht tot wijziging van het arbeidsreglement, | aanplakking van het bericht tot wijziging van het arbeidsreglement, |
| zoals bepaald in artikel 2 van de wet van 8 april 1965 tot instelling | zoals bepaald in artikel 2 van de wet van 8 april 1965 tot instelling |
| van de arbeidsreglementen, gewijzigd door de wet van 21 december 1994, | van de arbeidsreglementen, gewijzigd door de wet van 21 december 1994, |
| een kopie van dit bericht over aan de voorzitter van het paritair | een kopie van dit bericht over aan de voorzitter van het paritair |
| comité. Bij ontvangst van dit bericht brengt de voorzitter van het | comité. Bij ontvangst van dit bericht brengt de voorzitter van het |
| paritair comité dit bericht onmiddellijk ter kennis aan de in het | paritair comité dit bericht onmiddellijk ter kennis aan de in het |
| paritair comité vertegenwoordigde organisaties. | paritair comité vertegenwoordigde organisaties. |
| Bepalingen van toepassing voor ondernemingen die gewoonlijk gemiddeld | Bepalingen van toepassing voor ondernemingen die gewoonlijk gemiddeld |
| meer dan 50 werknemers tewerkstellen. | meer dan 50 werknemers tewerkstellen. |
Art. 4.In de ondernemingen die gewoonlijk gemiddeld meer dan 50 |
Art. 4.In de ondernemingen die gewoonlijk gemiddeld meer dan 50 |
| werknemers tewerkstellen en die willen overgaan tot invoering van | werknemers tewerkstellen en die willen overgaan tot invoering van |
| nieuwe arbeidsregelingen die gelijkaardig zijn aan de bepalingen van | nieuwe arbeidsregelingen die gelijkaardig zijn aan de bepalingen van |
| hoofdstuk VII van de wet van 21 december 1994 houdende sociale en | hoofdstuk VII van de wet van 21 december 1994 houdende sociale en |
| diverse bepalingen, kunnen de nieuwe arbeidsregelingen slechts worden | diverse bepalingen, kunnen de nieuwe arbeidsregelingen slechts worden |
| ingevoerd als volgt : | ingevoerd als volgt : |
| - ofwel na het afsluiten van een collectieve arbeidsovereenkomst op | - ofwel na het afsluiten van een collectieve arbeidsovereenkomst op |
| het vlak van de onderneming, zoals voorzien in de wet van 5 december | het vlak van de onderneming, zoals voorzien in de wet van 5 december |
| 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en paritaire | 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en paritaire |
| comités. Deze collectieve arbeidsovereenkomst dient binnen de week na | comités. Deze collectieve arbeidsovereenkomst dient binnen de week na |
| het afsluiten overgemaakt aan de voorzitter van het paritair comité. | het afsluiten overgemaakt aan de voorzitter van het paritair comité. |
| - ofwel na het afsluiten van een collectieve arbeidsovereenkomst in en | - ofwel na het afsluiten van een collectieve arbeidsovereenkomst in en |
| door de in het paritair comité vertegenwoordigde organisaties. | door de in het paritair comité vertegenwoordigde organisaties. |
| Teneinde te komen tot het afsluiten van een collectieve | Teneinde te komen tot het afsluiten van een collectieve |
| arbeidsovereenkomst op het vlak van het paritair comité, betreffende | arbeidsovereenkomst op het vlak van het paritair comité, betreffende |
| nieuwe arbeidsregelingen in deze ondernemingen, dienen de betrokken | nieuwe arbeidsregelingen in deze ondernemingen, dienen de betrokken |
| ondernemingen, voorafgaandelijk de ondernemingsraad, bij ontstentenis | ondernemingen, voorafgaandelijk de ondernemingsraad, bij ontstentenis |
| de syndicale delegatie, bij ontstentenis de regionale | de syndicale delegatie, bij ontstentenis de regionale |
| vakbondsvrijgestelden te informeren over de concrete voorstellen tot | vakbondsvrijgestelden te informeren over de concrete voorstellen tot |
| invoering van nieuwe arbeidsregelingen. Na deze voorafgaande | invoering van nieuwe arbeidsregelingen. Na deze voorafgaande |
| informatie, wordt het voorstel tot invoeren van de nieuwe | informatie, wordt het voorstel tot invoeren van de nieuwe |
| arbeidsregelingen overgemaakt aan de voorzitter van het paritair | arbeidsregelingen overgemaakt aan de voorzitter van het paritair |
| comité. | comité. |
| Bij ontvangst van het voorstel dient de voorzitter van het paritair | Bij ontvangst van het voorstel dient de voorzitter van het paritair |
| comité het voorstel binnen de veertien dagen over te maken aan de in | comité het voorstel binnen de veertien dagen over te maken aan de in |
| het paritair comité vertegenwoordigde organisaties. | het paritair comité vertegenwoordigde organisaties. |
| Het paritair comité dient zich binnen de twee maanden uit te spreken | Het paritair comité dient zich binnen de twee maanden uit te spreken |
| over het voorstel tot invoering van de nieuwe arbeidsregelingen. | over het voorstel tot invoering van de nieuwe arbeidsregelingen. |
| In geval van unaniem akkoord wordt een collectieve arbeidsovereenkomst | In geval van unaniem akkoord wordt een collectieve arbeidsovereenkomst |
| afgesloten overeenkomstig de bepalingen van de wet van 5 december 1968 | afgesloten overeenkomstig de bepalingen van de wet van 5 december 1968 |
| betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire | betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire |
| comités. | comités. |
| De nieuwe arbeidsregelingen kunnen slechts worden ingevoerd nadat een | De nieuwe arbeidsregelingen kunnen slechts worden ingevoerd nadat een |
| desbetreffende collectieve arbeidsovereenkomst in het paritair comité | desbetreffende collectieve arbeidsovereenkomst in het paritair comité |
| werd afgesloten. | werd afgesloten. |
| HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen |
Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met |
Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met |
| ingang van 1 januari 1995 en houdt op van kracht te zijn op 31 | ingang van 1 januari 1995 en houdt op van kracht te zijn op 31 |
| december 1996. | december 1996. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 7 januari | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 7 januari |
| 1998. | 1998. |
| De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, | De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, |
| Mevr. M. SMET | Mevr. M. SMET |
| (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Wet van 16 maart 1971, Belgisch Staatsblad van 31 maart 1971. | Wet van 16 maart 1971, Belgisch Staatsblad van 31 maart 1971. |
| Wet van 21 december 1994, Belgisch Staatsblad van 23 december 1994. | Wet van 21 december 1994, Belgisch Staatsblad van 23 december 1994. |