Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen met betrekking tot de invloed van de bijdragen op de pensioenen | Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen met betrekking tot de invloed van de bijdragen op de pensioenen |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID | FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID |
7 FEBRUARI 2018. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk | 7 FEBRUARI 2018. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk |
besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende | besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende |
het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen met betrekking tot | het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen met betrekking tot |
de invloed van de bijdragen op de pensioenen | de invloed van de bijdragen op de pensioenen |
VERSLAG AAN DE KONING | VERSLAG AAN DE KONING |
Sire, | Sire, |
We hebben de eer het voorliggend ontwerp van koninklijk besluit ter | We hebben de eer het voorliggend ontwerp van koninklijk besluit ter |
ondertekening aan Uwe Majesteit voor te leggen. | ondertekening aan Uwe Majesteit voor te leggen. |
Dit ontwerp van koninklijk besluit heeft tot doel de gevolgen van de | Dit ontwerp van koninklijk besluit heeft tot doel de gevolgen van de |
wijzigingen die de wet van 22 november 2013 houdende hervorming van de | wijzigingen die de wet van 22 november 2013 houdende hervorming van de |
berekening van de sociale bijdragen en de wet houdende diverse | berekening van de sociale bijdragen en de wet houdende diverse |
bepalingen inzake sociale zekerheid van 25 april 2014 aangebracht | bepalingen inzake sociale zekerheid van 25 april 2014 aangebracht |
hebben aan het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende | hebben aan het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende |
inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen en de wijzigingen | inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen en de wijzigingen |
die het koninklijk besluit van 24 januari 2014 tot wijziging van het | die het koninklijk besluit van 24 januari 2014 tot wijziging van het |
koninklijk besluit van 19 december 1967 houdende algemeen reglement in | koninklijk besluit van 19 december 1967 houdende algemeen reglement in |
uitvoering van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende | uitvoering van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende |
inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen aangebracht heeft | inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen aangebracht heeft |
aan het koninklijk besluit van 19 december 1967 houdende algemeen | aan het koninklijk besluit van 19 december 1967 houdende algemeen |
reglement in uitvoering van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli | reglement in uitvoering van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli |
1967 houdende inrichting van het sociaal statuut, te integreren in de | 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut, te integreren in de |
pensioenwetgeving van de zelfstandigen. | pensioenwetgeving van de zelfstandigen. |
Daartoe worden de artikelen 13, 15, 35, 41, 149 en 154 van het | Daartoe worden de artikelen 13, 15, 35, 41, 149 en 154 van het |
koninklijk besluit van 22 december 1967 betreffende het rust- en | koninklijk besluit van 22 december 1967 betreffende het rust- en |
overlevingspensioen der zelfstandigen gewijzigd. | overlevingspensioen der zelfstandigen gewijzigd. |
COMMENTAAR VAN DE ARTIKELEN | COMMENTAAR VAN DE ARTIKELEN |
Artikel 1 | Artikel 1 |
Artikel 1 wijzigt artikel 13 van het vermeld koninklijk besluit van 22 | Artikel 1 wijzigt artikel 13 van het vermeld koninklijk besluit van 22 |
december 1967 in die zin dat het artikel dat vier leden telde, thans | december 1967 in die zin dat het artikel dat vier leden telde, thans |
onderverdeeld is in twee paragrafen. | onderverdeeld is in twee paragrafen. |
De eerste paragraaf wordt gevormd door het eerste en het tweede lid | De eerste paragraaf wordt gevormd door het eerste en het tweede lid |
waarin enkele technische aanpassingen doorgevoerd worden. | waarin enkele technische aanpassingen doorgevoerd worden. |
De tweede paragraaf omvat het derde en het vierde lid terwijl twee | De tweede paragraaf omvat het derde en het vierde lid terwijl twee |
paragrafen worden toegevoegd. | paragrafen worden toegevoegd. |
De derde paragraaf stelt dat de betaalde voorlopige sociale bijdragen | De derde paragraaf stelt dat de betaalde voorlopige sociale bijdragen |
het bewijs vormen voor een beroepsbezigheid als zelfstandige, wanneer | het bewijs vormen voor een beroepsbezigheid als zelfstandige, wanneer |
de zelfstandige de niet-regularisatie van zijn bijdragen heeft | de zelfstandige de niet-regularisatie van zijn bijdragen heeft |
aangevraagd en verkregen. | aangevraagd en verkregen. |
Dit impliceert dus dat bij de eerste effectieve ingang van het | Dit impliceert dus dat bij de eerste effectieve ingang van het |
pensioen de pensioenrechten verworven blijven ten belope van de | pensioen de pensioenrechten verworven blijven ten belope van de |
voorlopige bijdragen die betaald zijn voor deze datum. | voorlopige bijdragen die betaald zijn voor deze datum. |
De vierde paragraaf regelt de toestand van een zelfstandige die voor | De vierde paragraaf regelt de toestand van een zelfstandige die voor |
een bepaald jaar de regularisatiebijdragen betaalt na de vervaldatum, | een bepaald jaar de regularisatiebijdragen betaalt na de vervaldatum, |
t.t.z.. na het einde van het kwartaal dat volgt op dat waarin het | t.t.z.. na het einde van het kwartaal dat volgt op dat waarin het |
sociaal verzekeringsfonds hem de bijdrage-afrekening heeft toegezonden | sociaal verzekeringsfonds hem de bijdrage-afrekening heeft toegezonden |
welke uit die regularisatie voortspruit, maar binnen de 12 maanden na | welke uit die regularisatie voortspruit, maar binnen de 12 maanden na |
deze datum. | deze datum. |
In dit geval vormen de voorlopige bijdragen die betaald werden | In dit geval vormen de voorlopige bijdragen die betaald werden |
eveneens het bewijs voor een beroepsbezigheid als zelfstandige. | eveneens het bewijs voor een beroepsbezigheid als zelfstandige. |
Dit impliceert dus dat in zulke gevallen de pensioenrechten eveneens | Dit impliceert dus dat in zulke gevallen de pensioenrechten eveneens |
verworven blijven bij de eerste effectieve ingang van het pensioen ten | verworven blijven bij de eerste effectieve ingang van het pensioen ten |
belope van de voorlopige bijdragen die door de zelfstandige werden | belope van de voorlopige bijdragen die door de zelfstandige werden |
betaald voor die datum. | betaald voor die datum. |
Artikel 2 | Artikel 2 |
Artikel 2 wijzigt artikel 15 van het vermeld koninklijk besluit van 22 | Artikel 2 wijzigt artikel 15 van het vermeld koninklijk besluit van 22 |
december 1967 en omvat voortaan drie paragrafen. | december 1967 en omvat voortaan drie paragrafen. |
De eerste paragraaf bevat de correcte verwijzing naar artikel 13, | De eerste paragraaf bevat de correcte verwijzing naar artikel 13, |
zoals gewijzigd in artikel 1 van het huidige besluit. | zoals gewijzigd in artikel 1 van het huidige besluit. |
De tweede paragraaf regelt de toestand waarin de betaling van de | De tweede paragraaf regelt de toestand waarin de betaling van de |
regularisatiebijdragen plaatsvindt vóór het einde van het kwartaal dat | regularisatiebijdragen plaatsvindt vóór het einde van het kwartaal dat |
volgt op dat waarin het sociaal verzekeringsfonds de | volgt op dat waarin het sociaal verzekeringsfonds de |
bijdrage-afrekening heeft toegezonden welke uit die regularisatie | bijdrage-afrekening heeft toegezonden welke uit die regularisatie |
voortspruit, | voortspruit, |
In dit geval zal het pensioen met terugwerkende kracht vanaf de eerste | In dit geval zal het pensioen met terugwerkende kracht vanaf de eerste |
effectieve ingangsdatum van het pensioen aangepast worden. | effectieve ingangsdatum van het pensioen aangepast worden. |
Paragraaf 3 regelt de toestand waarin de betaling van de | Paragraaf 3 regelt de toestand waarin de betaling van de |
regularisatiebijdragen plaatsvindt na de vervaldatum d.w.z. na het | regularisatiebijdragen plaatsvindt na de vervaldatum d.w.z. na het |
einde van het kwartaal dat volgt op dat waarin het sociaal | einde van het kwartaal dat volgt op dat waarin het sociaal |
verzekeringsfonds de bijdrage-afrekening heeft toegezonden welke uit | verzekeringsfonds de bijdrage-afrekening heeft toegezonden welke uit |
die regularisatie voortspruit, wanneer deze vervaldatum gelegen is na | die regularisatie voortspruit, wanneer deze vervaldatum gelegen is na |
de eerste effectieve ingangsdatum van het pensioen. | de eerste effectieve ingangsdatum van het pensioen. |
In dit geval zal het pensioen aangepast worden vanaf de eerste van de | In dit geval zal het pensioen aangepast worden vanaf de eerste van de |
maand die volgt op die tijdens dewelke de regularisatiebijdragen | maand die volgt op die tijdens dewelke de regularisatiebijdragen |
betaald werden. | betaald werden. |
Artikel 3 | Artikel 3 |
Artikel 3 wijzigt artikel 35, § 1, eerste lid, van het vermeld | Artikel 3 wijzigt artikel 35, § 1, eerste lid, van het vermeld |
koninklijk besluit van 22 december 1967 met het oog op de correcte | koninklijk besluit van 22 december 1967 met het oog op de correcte |
verwijzing naar artikel 11, § 3, derde lid, van het koninklijk besluit | verwijzing naar artikel 11, § 3, derde lid, van het koninklijk besluit |
nr. 38 van 27 juli 1967. | nr. 38 van 27 juli 1967. |
Artikel 4 | Artikel 4 |
Artikel 4 wijzigt artikel 41, § 2, van het vermeld koninklijk besluit | Artikel 4 wijzigt artikel 41, § 2, van het vermeld koninklijk besluit |
van 22 december 1967 teneinde te verwijzen naar de gewijzigde | van 22 december 1967 teneinde te verwijzen naar de gewijzigde |
bepalingen van artikel 11 van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 | bepalingen van artikel 11 van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 |
juli 1967 en ervoor te zorgen dat er verwezen wordt naar de | juli 1967 en ervoor te zorgen dat er verwezen wordt naar de |
beroepsinkomsten van het derde jaar dat voorafgaat aan het | beroepsinkomsten van het derde jaar dat voorafgaat aan het |
bijdragejaar voor de betaling van de bijdragen die verschuldigd zijn | bijdragejaar voor de betaling van de bijdragen die verschuldigd zijn |
in het kader van de voortgezette verzekering. | in het kader van de voortgezette verzekering. |
Artikel 5 | Artikel 5 |
Artikel 5 vervangt artikel 149 van het vermeld koninklijk besluit van | Artikel 5 vervangt artikel 149 van het vermeld koninklijk besluit van |
22 december 1967 en splitst het artikel in twee paragrafen. | 22 december 1967 en splitst het artikel in twee paragrafen. |
Paragraaf 1 bevat de bestaande bepalingen. | Paragraaf 1 bevat de bestaande bepalingen. |
Paragraaf 2 voorziet dat de Raad voor uitbetaling van de voordelen van | Paragraaf 2 voorziet dat de Raad voor uitbetaling van de voordelen van |
de Federale Pensioendienst ambtshalve afziet van de terugvordering van | de Federale Pensioendienst ambtshalve afziet van de terugvordering van |
de ten onrechte uitbetaalde pensioenbedragen die het gevolg zijn van | de ten onrechte uitbetaalde pensioenbedragen die het gevolg zijn van |
de niet betaling van de regularisatiebijdragen binnen de 12 maanden | de niet betaling van de regularisatiebijdragen binnen de 12 maanden |
volgend op de termijndatum van deze bijdragen. | volgend op de termijndatum van deze bijdragen. |
Deze verzaking aan de terugvordering heeft betrekking op de resterende | Deze verzaking aan de terugvordering heeft betrekking op de resterende |
schuld op het einde van de maand waarin de betaling van de bedoelde | schuld op het einde van de maand waarin de betaling van de bedoelde |
regularisatiebijdragen plaatsvindt. | regularisatiebijdragen plaatsvindt. |
De verzaking gaat in de maand volgend op de vermelde betaling en maakt | De verzaking gaat in de maand volgend op de vermelde betaling en maakt |
een einde aan de nog resterende terugvorderingen zonder dat de | een einde aan de nog resterende terugvorderingen zonder dat de |
terugvorderingen die reeds plaatsvonden teruggedraaid worden. | terugvorderingen die reeds plaatsvonden teruggedraaid worden. |
Artikel 6 | Artikel 6 |
In artikel 5 worden enige wijzigingen aangebracht aan artikel 154 van | In artikel 5 worden enige wijzigingen aangebracht aan artikel 154 van |
het vermeld koninklijk besluit van 22 december 1967. | het vermeld koninklijk besluit van 22 december 1967. |
De bepaling onder 7° wordt vervangen waardoor het toegelaten wordt om | De bepaling onder 7° wordt vervangen waardoor het toegelaten wordt om |
ambtshalve een nieuwe beslissing te nemen als een regularisatie van | ambtshalve een nieuwe beslissing te nemen als een regularisatie van |
bijdragen zich voorgedaan heeft, ongeacht de datum waarop de betaling | bijdragen zich voorgedaan heeft, ongeacht de datum waarop de betaling |
plaatsvindt. | plaatsvindt. |
Bovendien werd het enig lid aangevuld met een bepaling die toelaat om | Bovendien werd het enig lid aangevuld met een bepaling die toelaat om |
ambtshalve een nieuwe pensioenbeslissing te nemen wanneer een | ambtshalve een nieuwe pensioenbeslissing te nemen wanneer een |
beslissing inzake gelijkstelling betreffende de ziekte, de militaire | beslissing inzake gelijkstelling betreffende de ziekte, de militaire |
dienst, de studieperiode, de voorlopige hechtenis, de tijdelijke | dienst, de studieperiode, de voorlopige hechtenis, de tijdelijke |
onderbreking om zorgen te geven aan een naaste of de voortgezette | onderbreking om zorgen te geven aan een naaste of de voortgezette |
verzekering genomen werd nadat het pensioen daadwerkelijk is ingegaan. | verzekering genomen werd nadat het pensioen daadwerkelijk is ingegaan. |
Artikel 7 | Artikel 7 |
Artikel 6 preciseert dat de bepalingen van dit besluit van toepassing | Artikel 6 preciseert dat de bepalingen van dit besluit van toepassing |
zijn op de sociale bijdragen die betrekking hebben op de | zijn op de sociale bijdragen die betrekking hebben op de |
kalenderkwartalen die gelegen zijn vanaf 1 januari 2015. | kalenderkwartalen die gelegen zijn vanaf 1 januari 2015. |
Artikel 8 | Artikel 8 |
Artikel 7 legt de datum van inwerkingtreding van dit besluit vast op 1 | Artikel 7 legt de datum van inwerkingtreding van dit besluit vast op 1 |
januari 2015. | januari 2015. |
Artikel 9 | Artikel 9 |
Artikel 8 preciseert dat de minister bevoegd voor Pensioenen en de | Artikel 8 preciseert dat de minister bevoegd voor Pensioenen en de |
minister bevoegd voor de Zelfstandigen, ieder wat hem betreft, belast | minister bevoegd voor de Zelfstandigen, ieder wat hem betreft, belast |
zijn met de uitvoering van dit besluit. | zijn met de uitvoering van dit besluit. |
Wij hebben de eer te zijn, | Wij hebben de eer te zijn, |
Sire, | Sire, |
Van Uwe Majesteit, | Van Uwe Majesteit, |
de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, | de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, |
De Minister van de Zelfstandigen, | De Minister van de Zelfstandigen, |
D. DUCARME | D. DUCARME |
De Minister van Pensioenen, | De Minister van Pensioenen, |
D. BACQUELAINE | D. BACQUELAINE |
ADVIES 62.551/1 VAN 4 DECEMBER 2017 VAN DE RAAD VAN STATE, AFDELING | ADVIES 62.551/1 VAN 4 DECEMBER 2017 VAN DE RAAD VAN STATE, AFDELING |
WETGEVING, OVER EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT `TOT WIJZIGING VAN | WETGEVING, OVER EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT `TOT WIJZIGING VAN |
HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 22 DECEMBER 1967 HOUDENDE ALGEMEEN | HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 22 DECEMBER 1967 HOUDENDE ALGEMEEN |
REGLEMENT BETREFFENDE HET RUST- EN OVERLEVINGSPENSIOEN DER | REGLEMENT BETREFFENDE HET RUST- EN OVERLEVINGSPENSIOEN DER |
ZELFSTANDIGEN, MET BETREKKING TOT DE INVLOED VAN DE HERVORMING VAN DE | ZELFSTANDIGEN, MET BETREKKING TOT DE INVLOED VAN DE HERVORMING VAN DE |
BIJDRAGEN OP DE PENSIOENEN' | BIJDRAGEN OP DE PENSIOENEN' |
Op 27 november 2017 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de | Op 27 november 2017 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de |
Minister van Zelfstandigen verzocht binnen een termijn van vijf | Minister van Zelfstandigen verzocht binnen een termijn van vijf |
werkdagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk | werkdagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk |
besluit `tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 1967 | besluit `tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 1967 |
houdende algemeen reglement betreffende het rust- en | houdende algemeen reglement betreffende het rust- en |
overlevingspensioen der zelfstandigen, met betrekking tot de invloed | overlevingspensioen der zelfstandigen, met betrekking tot de invloed |
van de hervorming van de bijdragen op de pensioenen'. | van de hervorming van de bijdragen op de pensioenen'. |
Het ontwerp is door de eerste kamer onderzocht op 30 november 2017. | Het ontwerp is door de eerste kamer onderzocht op 30 november 2017. |
De kamer was samengesteld uit Marnix VAN DAMME, kamervoorzitter, | De kamer was samengesteld uit Marnix VAN DAMME, kamervoorzitter, |
Wilfried VAN VAERENBERGH en Chantal BAMPS, staatsraden, Michel TISON | Wilfried VAN VAERENBERGH en Chantal BAMPS, staatsraden, Michel TISON |
en Johan PUT, assessoren, en Wim GEURTS, griffier. | en Johan PUT, assessoren, en Wim GEURTS, griffier. |
Het verslag is uitgebracht door Paul DEPUYDT, eerste | Het verslag is uitgebracht door Paul DEPUYDT, eerste |
auditeur-afdelingshoofd. | auditeur-afdelingshoofd. |
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het | De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het |
advies is nagezien onder toezicht van Wilfried VAN VAERENBERGH, | advies is nagezien onder toezicht van Wilfried VAN VAERENBERGH, |
staatsraad. | staatsraad. |
Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 4 december | Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 4 december |
2017. | 2017. |
1. Volgens artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad | 1. Volgens artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad |
van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, moeten in de | van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, moeten in de |
adviesaanvraag de redenen worden opgegeven tot staving van het | adviesaanvraag de redenen worden opgegeven tot staving van het |
spoedeisende karakter ervan. | spoedeisende karakter ervan. |
In het onderhavige geval wordt het verzoek om spoedbehandeling | In het onderhavige geval wordt het verzoek om spoedbehandeling |
gemotiveerd door de omstandigheid dat | gemotiveerd door de omstandigheid dat |
"het ontwerp van koninklijk van toepassing is op de pensioenen | "het ontwerp van koninklijk van toepassing is op de pensioenen |
berekend op basis van de sociale bijdragen verschuldigd voor kwartalen | berekend op basis van de sociale bijdragen verschuldigd voor kwartalen |
gelegen vanaf 1 januari 2015 en op de sociale bijdragen verschuldigd | gelegen vanaf 1 januari 2015 en op de sociale bijdragen verschuldigd |
voor kwartalen van voortgezette verzekering gelegen vanaf dezelfde | voor kwartalen van voortgezette verzekering gelegen vanaf dezelfde |
datum. Omdat de administratie van financiën de eerste inkomsten al aan | datum. Omdat de administratie van financiën de eerste inkomsten al aan |
het RSVZ heeft meegedeeld, moeten deze bepalingen onverwijld in | het RSVZ heeft meegedeeld, moeten deze bepalingen onverwijld in |
werking treden." | werking treden." |
2. Overeenkomstig artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de | 2. Overeenkomstig artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de |
Raad van State, heeft de afdeling Wetgeving zich moeten beperken tot | Raad van State, heeft de afdeling Wetgeving zich moeten beperken tot |
het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van | het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van |
de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de voorgeschreven | de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de voorgeschreven |
vormvereisten is voldaan. | vormvereisten is voldaan. |
Strekking en rechtsgrond van het ontwerp | Strekking en rechtsgrond van het ontwerp |
3. Bij de wet van 22 november 2013 `houdende hervorming van de | 3. Bij de wet van 22 november 2013 `houdende hervorming van de |
berekening van de sociale bijdragen voor zelfstandigen' werd een | berekening van de sociale bijdragen voor zelfstandigen' werd een |
nieuwe berekeningswijze ingevoerd van de sociale bijdragen voor | nieuwe berekeningswijze ingevoerd van de sociale bijdragen voor |
zelfstandigen vanaf het bijdragejaar 2015. Waar deze bijdragen tot dan | zelfstandigen vanaf het bijdragejaar 2015. Waar deze bijdragen tot dan |
werden berekend op basis van de inkomsten van drie jaar daarvoor, | werden berekend op basis van de inkomsten van drie jaar daarvoor, |
worden deze vanaf 2015 berekend op basis van de beroepsinkomsten van | worden deze vanaf 2015 berekend op basis van de beroepsinkomsten van |
het bijdragejaar zelf. In eerste instantie worden voorlopige bijdragen | het bijdragejaar zelf. In eerste instantie worden voorlopige bijdragen |
geheven, die worden berekend op basis van de inkomsten van drie jaar | geheven, die worden berekend op basis van de inkomsten van drie jaar |
voordien. Eens de beroepsinkomsten van het bijdragejaar gekend zijn, | voordien. Eens de beroepsinkomsten van het bijdragejaar gekend zijn, |
wordt de definitieve bijdrage vastgesteld en volgt een regularisatie | wordt de definitieve bijdrage vastgesteld en volgt een regularisatie |
rekening houdend met de voorlopige bijdragen. | rekening houdend met de voorlopige bijdragen. |
Deze regularisatie kan een impact hebben op de pensioenrechten van de | Deze regularisatie kan een impact hebben op de pensioenrechten van de |
zelfstandige. Artikel 15, § 1, 2° en 3°, van het koninklijk besluit | zelfstandige. Artikel 15, § 1, 2° en 3°, van het koninklijk besluit |
nr. 72 van 10 november 1967 `betreffende het rust- en | nr. 72 van 10 november 1967 `betreffende het rust- en |
overlevingspensioen der zelfstandigen' en artikel 13 van het | overlevingspensioen der zelfstandigen' en artikel 13 van het |
koninklijk besluit van 22 december 1967 `houdende algemeen reglement | koninklijk besluit van 22 december 1967 `houdende algemeen reglement |
betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen' | betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen' |
bepalen immers dat enkel de kwartalen, waarvoor de bijdragen volledig | bepalen immers dat enkel de kwartalen, waarvoor de bijdragen volledig |
betaald werden, in aanmerking komen voor de pensioenberekening. De | betaald werden, in aanmerking komen voor de pensioenberekening. De |
niet betaling van regularisatiebijdragen kan derhalve leiden tot het | niet betaling van regularisatiebijdragen kan derhalve leiden tot het |
verlies van pensioenrechten voor deze kwartalen. | verlies van pensioenrechten voor deze kwartalen. |
Het om advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit brengt een | Het om advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit brengt een |
aantal wijzigingen aan in het koninklijk besluit van 22 december 1967, | aantal wijzigingen aan in het koninklijk besluit van 22 december 1967, |
teneinde de gevolgen van de betaling of de niet-betaling van de | teneinde de gevolgen van de betaling of de niet-betaling van de |
regularisatiebijdragen op de pensioenrechten te verduidelijken. | regularisatiebijdragen op de pensioenrechten te verduidelijken. |
4. Rechtsgrond voor het ontwerp wordt geboden door de artikelen 14, § | 4. Rechtsgrond voor het ontwerp wordt geboden door de artikelen 14, § |
1, tweede en derde lid, 15, § 1, derde lid, en 33, 3°, van het | 1, tweede en derde lid, 15, § 1, derde lid, en 33, 3°, van het |
koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967. | koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967. |
De bepalingen waaraan wordt gerefereerd in het huidige tweede en derde | De bepalingen waaraan wordt gerefereerd in het huidige tweede en derde |
lid van de aanhef bieden geen rechtsgrond voor het ontwerp. | lid van de aanhef bieden geen rechtsgrond voor het ontwerp. |
De aanhef van het ontwerp dient met het voorgaande in overeenstemming | De aanhef van het ontwerp dient met het voorgaande in overeenstemming |
te worden gebracht. | te worden gebracht. |
Onderzoek van de tekst | Onderzoek van de tekst |
Artikel 8 | Artikel 8 |
5. Artikel 8 van het ontwerp voorziet in de terugwerkende kracht van | 5. Artikel 8 van het ontwerp voorziet in de terugwerkende kracht van |
het te nemen besluit met ingang van 1 januari 2015. | het te nemen besluit met ingang van 1 januari 2015. |
In dat verband moet worden opgemerkt dat het verlenen van | In dat verband moet worden opgemerkt dat het verlenen van |
terugwerkende kracht aan besluiten slechts onder bepaalde voorwaarden | terugwerkende kracht aan besluiten slechts onder bepaalde voorwaarden |
toelaatbaar kan worden geacht. Het verlenen van terugwerkende kracht | toelaatbaar kan worden geacht. Het verlenen van terugwerkende kracht |
aan besluiten is enkel toelaatbaar ingeval voor de retroactiviteit een | aan besluiten is enkel toelaatbaar ingeval voor de retroactiviteit een |
wettelijke grondslag bestaat, de retroactiviteit betrekking heeft op | wettelijke grondslag bestaat, de retroactiviteit betrekking heeft op |
een regeling waarbij, met inachtneming van het gelijkheidsbeginsel, | een regeling waarbij, met inachtneming van het gelijkheidsbeginsel, |
voordelen worden toegekend of in zoverre de retroactiviteit | voordelen worden toegekend of in zoverre de retroactiviteit |
noodzakelijk is voor de continuïteit of de goede werking van het | noodzakelijk is voor de continuïteit of de goede werking van het |
bestuur en daardoor, in beginsel, geen verkregen situaties worden | bestuur en daardoor, in beginsel, geen verkregen situaties worden |
aangetast. Enkel indien de retroactiviteit van de ontworpen regeling | aangetast. Enkel indien de retroactiviteit van de ontworpen regeling |
in één van de opgesomde gevallen valt in te passen, kan deze worden | in één van de opgesomde gevallen valt in te passen, kan deze worden |
gebillijkt. | gebillijkt. |
De gemachtigde heeft voor de retroactiviteit van het te nemen besluit | De gemachtigde heeft voor de retroactiviteit van het te nemen besluit |
een uitgebreide verantwoording verschaft. Onder voorbehoud van het | een uitgebreide verantwoording verschaft. Onder voorbehoud van het |
bestaan van feitelijke elementen of omstandigheden die de Raad van | bestaan van feitelijke elementen of omstandigheden die de Raad van |
State niet bekend zijn of waaromtrent hij niet voldoende inzicht | State niet bekend zijn of waaromtrent hij niet voldoende inzicht |
heeft, lijkt deze verantwoording op het eerste gezicht afdoende te | heeft, lijkt deze verantwoording op het eerste gezicht afdoende te |
zijn. | zijn. |
Slotopmerking | Slotopmerking |
6. Er dient gewaakt te worden over de goede afstemming van het te | 6. Er dient gewaakt te worden over de goede afstemming van het te |
nemen besluit met het ontwerp van koninklijk besluit `tot wijziging | nemen besluit met het ontwerp van koninklijk besluit `tot wijziging |
van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen | van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen |
reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der | reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der |
zelfstandigen, wat de gelijkstelling van studieperiodes betreft', | zelfstandigen, wat de gelijkstelling van studieperiodes betreft', |
waarover de Raad van State, afdeling Wetgeving, heden advies 62.549/1 | waarover de Raad van State, afdeling Wetgeving, heden advies 62.549/1 |
uitbrengt, aangezien laatstgenoemd ontwerp voorziet in de volledige | uitbrengt, aangezien laatstgenoemd ontwerp voorziet in de volledige |
vervanging van artikel 35 van het koninklijk besluit van 22 december | vervanging van artikel 35 van het koninklijk besluit van 22 december |
1967 met ingang van 1 december 2017, terwijl het voorliggend ontwerp | 1967 met ingang van 1 december 2017, terwijl het voorliggend ontwerp |
in hetzelfde artikel wijzigingen aanbrengt met ingang van 1 januari | in hetzelfde artikel wijzigingen aanbrengt met ingang van 1 januari |
2015. | 2015. |
De griffier, | De griffier, |
W. GEURTS | W. GEURTS |
De voorzitter, | De voorzitter, |
M. VAN DAMME | M. VAN DAMME |
7 FEBRUARI 2018. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk | 7 FEBRUARI 2018. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk |
besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende | besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende |
het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, met betrekking tot | het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, met betrekking tot |
de invloed van de hervorming van de bijdragen op de pensioenen | de invloed van de hervorming van de bijdragen op de pensioenen |
FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 | Gelet op het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 |
betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, | betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, |
artikel 14, § 1, artikel 15, § 1, derde lid, vervangen bij de wet van | artikel 14, § 1, artikel 15, § 1, derde lid, vervangen bij de wet van |
15 mei 1984 en artikel 33, 3°, ingevoegd bij de programmawet van 22 | 15 mei 1984 en artikel 33, 3°, ingevoegd bij de programmawet van 22 |
december 1989; | december 1989; |
Gelet op het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende | Gelet op het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende |
het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, artikel 60bis, § 2, | het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, artikel 60bis, § 2, |
vierde lid, ingevoegd bij het koninklijk besluit nr. 513 van 27 maart | vierde lid, ingevoegd bij het koninklijk besluit nr. 513 van 27 maart |
1987; | 1987; |
Gelet op het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen | Gelet op het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen |
reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der | reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der |
zelfstandigen; | zelfstandigen; |
Gelet op het advies van het Algemeen Beheerscomité voor het sociaal | Gelet op het advies van het Algemeen Beheerscomité voor het sociaal |
statuut der zelfstandigen, gegeven op 20 juli 2017; | statuut der zelfstandigen, gegeven op 20 juli 2017; |
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 28 | Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 28 |
september 2017; | september 2017; |
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 6 | Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 6 |
november 2017; | november 2017; |
Gelet op de impactanalyse van de regelgeving uitgevoerd overeenkomstig | Gelet op de impactanalyse van de regelgeving uitgevoerd overeenkomstig |
de artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse | de artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse |
bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging; | bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging; |
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de | Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de |
omstandigheid dat het ontwerp van koninklijk van toepassing is op de | omstandigheid dat het ontwerp van koninklijk van toepassing is op de |
pensioenen berekend op basis van de sociale bijdragen verschuldigd | pensioenen berekend op basis van de sociale bijdragen verschuldigd |
voor kwartalen gelegen vanaf 1 januari 2015 en op de sociale bijdragen | voor kwartalen gelegen vanaf 1 januari 2015 en op de sociale bijdragen |
verschuldigd voor kwartalen van voortgezette verzekering gelegen vanaf | verschuldigd voor kwartalen van voortgezette verzekering gelegen vanaf |
dezelfde datum. Omdat de administratie van financiën de eerste | dezelfde datum. Omdat de administratie van financiën de eerste |
inkomsten al aan het RSVZ heeft meegedeeld, moeten deze bepalingen | inkomsten al aan het RSVZ heeft meegedeeld, moeten deze bepalingen |
onverwijld in werking treden; | onverwijld in werking treden; |
Gelet op het advies nr. 62.551/1 van de Raad van State, gegeven op 4 | Gelet op het advies nr. 62.551/1 van de Raad van State, gegeven op 4 |
december 2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van | december 2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van |
de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
Op voordracht van de Minister van Pensioenen en van de Minister van | Op voordracht van de Minister van Pensioenen en van de Minister van |
Zelfstandigen; | Zelfstandigen; |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.In artikel 13 van het koninklijk besluit van 22 december |
Artikel 1.In artikel 13 van het koninklijk besluit van 22 december |
1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en | 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en |
overlevingspensioen der zelfstandigen, laatstelijk gewijzigd bij het | overlevingspensioen der zelfstandigen, laatstelijk gewijzigd bij het |
koninklijk besluit van 21 februari 2013, worden de volgende | koninklijk besluit van 21 februari 2013, worden de volgende |
wijzigingen aangebracht : | wijzigingen aangebracht : |
1° het eerste en het tweede lid vormen paragraaf 1; | 1° het eerste en het tweede lid vormen paragraaf 1; |
2° in het eerste lid, dat paragraaf 1, eerste lid, wordt, worden de | 2° in het eerste lid, dat paragraaf 1, eerste lid, wordt, worden de |
woorden " in artikel 15, § 1, 2° en 3°, "vervangen door de woorden " | woorden " in artikel 15, § 1, 2° en 3°, "vervangen door de woorden " |
in artikel 15, § 1, eerste lid, 2° en 3°, "; | in artikel 15, § 1, eerste lid, 2° en 3°, "; |
3° het tweede lid, 2°, dat paragraaf 1, tweede lid, 2°, wordt, wordt | 3° het tweede lid, 2°, dat paragraaf 1, tweede lid, 2°, wordt, wordt |
vervangen als volgt : | vervangen als volgt : |
"2° de betaling van de voorlopige bijdragen beoogd in artikel 11, § 3, | "2° de betaling van de voorlopige bijdragen beoogd in artikel 11, § 3, |
en in artikel 13bis, § 2, van het koninklijk besluit nr. 38."; | en in artikel 13bis, § 2, van het koninklijk besluit nr. 38."; |
4° het derde lid en het vierde lid vormen paragraaf 2; | 4° het derde lid en het vierde lid vormen paragraaf 2; |
5° het artikel wordt aangevuld met de paragrafen 3 en 4, luidende : | 5° het artikel wordt aangevuld met de paragrafen 3 en 4, luidende : |
" § 3. Wanneer de zelfstandige verkregen heeft dat de regularisatie | " § 3. Wanneer de zelfstandige verkregen heeft dat de regularisatie |
van de bijdragen, bedoeld in artikel 11, § 5, eerste lid, van het | van de bijdragen, bedoeld in artikel 11, § 5, eerste lid, van het |
koninklijk besluit nr. 38, niet wordt toegepast overeenkomstig artikel | koninklijk besluit nr. 38, niet wordt toegepast overeenkomstig artikel |
11, § 5, vierde lid, van hetzelfde besluit, dan gelden de voorlopige | 11, § 5, vierde lid, van hetzelfde besluit, dan gelden de voorlopige |
bijdragen die betaald werden overeenkomstig artikel 11, § 3, en | bijdragen die betaald werden overeenkomstig artikel 11, § 3, en |
artikel 13bis, § 2, van hetzelfde besluit, als bewijs van de | artikel 13bis, § 2, van hetzelfde besluit, als bewijs van de |
beroepsbezigheid als zelfstandige. | beroepsbezigheid als zelfstandige. |
In dat geval blijven de rechten op pensioen verworven op de eerste | In dat geval blijven de rechten op pensioen verworven op de eerste |
effectieve ingangsdatum van het pensioen ten belope van de voorlopige | effectieve ingangsdatum van het pensioen ten belope van de voorlopige |
bijdragen die de zelfstandige betaald heeft. | bijdragen die de zelfstandige betaald heeft. |
§ 4. Wanneer de zelfstandige, voor een bepaald jaar, de | § 4. Wanneer de zelfstandige, voor een bepaald jaar, de |
regularisatiebijdragen, bedoeld in artikel 11, § 5, eerste lid, van | regularisatiebijdragen, bedoeld in artikel 11, § 5, eerste lid, van |
het koninklijk besluit nr. 38, in hoofdsom en toebehoren betaald heeft | het koninklijk besluit nr. 38, in hoofdsom en toebehoren betaald heeft |
na het einde van het kwartaal dat volgt op dat waarin het sociaal | na het einde van het kwartaal dat volgt op dat waarin het sociaal |
verzekeringsfonds hem de bijdrage-afrekening heeft toegezonden welke | verzekeringsfonds hem de bijdrage-afrekening heeft toegezonden welke |
uit die regularisatie voortspruit, doch binnen de 12 daaropvolgende | uit die regularisatie voortspruit, doch binnen de 12 daaropvolgende |
maanden, dan gelden de voorlopige bijdragen die betaald werden | maanden, dan gelden de voorlopige bijdragen die betaald werden |
overeenkomstig artikel 11, § 3, en artikel 13bis, § 2, van hetzelfde | overeenkomstig artikel 11, § 3, en artikel 13bis, § 2, van hetzelfde |
besluit, als bewijs van de beroepsbezigheid als zelfstandige. | besluit, als bewijs van de beroepsbezigheid als zelfstandige. |
In dat geval blijven de rechten op pensioen verworven op de eerste | In dat geval blijven de rechten op pensioen verworven op de eerste |
effectieve ingangsdatum van het pensioen ten belope van de voorlopige | effectieve ingangsdatum van het pensioen ten belope van de voorlopige |
bijdragen die de zelfstandige betaald heeft .". | bijdragen die de zelfstandige betaald heeft .". |
Art. 2.Artikel 15 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk |
Art. 2.Artikel 15 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk |
besluit van 3 oktober 1990, wordt vervangen als volgt : | besluit van 3 oktober 1990, wordt vervangen als volgt : |
" § 1. Indien, op de datum waarop het pensioen daadwerkelijk ingaat, | " § 1. Indien, op de datum waarop het pensioen daadwerkelijk ingaat, |
bijdragen bedoeld in artikel 13, §§ 1 en 2, in hoofdsom of toebehoren, | bijdragen bedoeld in artikel 13, §§ 1 en 2, in hoofdsom of toebehoren, |
verschuldigd blijven, kan de regularisatie van deze toestand slechts | verschuldigd blijven, kan de regularisatie van deze toestand slechts |
een weerslag hebben op het recht op uitkeringen ten vroegste de eerste | een weerslag hebben op het recht op uitkeringen ten vroegste de eerste |
van de maand volgend op die tijdens welke de totaliteit van de | van de maand volgend op die tijdens welke de totaliteit van de |
verschuldigde bijdragen werd betaald. | verschuldigde bijdragen werd betaald. |
§ 2. Onverminderd § 1, indien de zelfstandige, voor een bepaald jaar, | § 2. Onverminderd § 1, indien de zelfstandige, voor een bepaald jaar, |
de regularisatiebijdragen, bedoeld in artikel 11, § 5, eerste lid, van | de regularisatiebijdragen, bedoeld in artikel 11, § 5, eerste lid, van |
het koninklijk besluit nr. 38, in hoofdsom en toebehoren betaald heeft | het koninklijk besluit nr. 38, in hoofdsom en toebehoren betaald heeft |
vóór het einde van het kwartaal dat volgt op dat waarin het sociaal | vóór het einde van het kwartaal dat volgt op dat waarin het sociaal |
verzekeringsfonds hem de bijdrage-afrekening heeft toegezonden welke | verzekeringsfonds hem de bijdrage-afrekening heeft toegezonden welke |
uit die regularisatie voortspruit, dan heeft deze toestand een | uit die regularisatie voortspruit, dan heeft deze toestand een |
weerslag op het recht op uitkeringen vanaf de eerste effectieve | weerslag op het recht op uitkeringen vanaf de eerste effectieve |
ingangsdatum van het pensioen, voor zover de totaliteit van de | ingangsdatum van het pensioen, voor zover de totaliteit van de |
verschuldigde regularisatiebijdragen werd betaald. | verschuldigde regularisatiebijdragen werd betaald. |
§ 3.Indien de zelfstandige, voor een bepaald jaar, de | § 3.Indien de zelfstandige, voor een bepaald jaar, de |
regularisatiebijdragen, bedoeld in artikel 11, § 5, eerste lid, van | regularisatiebijdragen, bedoeld in artikel 11, § 5, eerste lid, van |
het koninklijk besluit nr. 38, in hoofdsom en toebehoren betaald heeft | het koninklijk besluit nr. 38, in hoofdsom en toebehoren betaald heeft |
na het einde van het kwartaal dat volgt op dat waarin het sociaal | na het einde van het kwartaal dat volgt op dat waarin het sociaal |
verzekeringsfonds hem de bijdrage-afrekening heeft toegezonden welke | verzekeringsfonds hem de bijdrage-afrekening heeft toegezonden welke |
uit die regularisatie voortspruit, dat gelegen is na de eerste | uit die regularisatie voortspruit, dat gelegen is na de eerste |
effectieve ingangsdatum van het pensioen, dan kan deze toestand | effectieve ingangsdatum van het pensioen, dan kan deze toestand |
slechts een weerslag hebben op het recht op uitkeringen ten vroegste | slechts een weerslag hebben op het recht op uitkeringen ten vroegste |
de eerste van de maand volgend op die tijdens welke de totaliteit van | de eerste van de maand volgend op die tijdens welke de totaliteit van |
de verschuldigde regularisatiebijdragen werd betaald.". | de verschuldigde regularisatiebijdragen werd betaald.". |
Art. 3.In artikel 35, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit, laatst |
Art. 3.In artikel 35, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit, laatst |
gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 juli 2000, worden de | gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 juli 2000, worden de |
volgende wijzigingen aangebracht : | volgende wijzigingen aangebracht : |
1° in de bepaling onder 1° worden de woorden "weerhouden wordt met het | 1° in de bepaling onder 1° worden de woorden "weerhouden wordt met het |
oog op de toepassing van artikel 11, § 3," vervangen door de woorden | oog op de toepassing van artikel 11, § 3," vervangen door de woorden |
"in aanmerking genomen wordt met het oog op de toepassing van artikel | "in aanmerking genomen wordt met het oog op de toepassing van artikel |
11, § 3, derde lid,"; | 11, § 3, derde lid,"; |
2° in de bepaling onder 3° worden de woorden "in uitvoering van | 2° in de bepaling onder 3° worden de woorden "in uitvoering van |
artikel 11, § 3," vervangen door de woorden "in uitvoering van artikel | artikel 11, § 3," vervangen door de woorden "in uitvoering van artikel |
11, § 3, derde lid,". | 11, § 3, derde lid,". |
Art. 4.In artikel 41, § 2, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het |
Art. 4.In artikel 41, § 2, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het |
koninklijk besluit van 7 februari 2003, worden de volgende wijzigingen | koninklijk besluit van 7 februari 2003, worden de volgende wijzigingen |
aangebracht : | aangebracht : |
1° in het eerste lid, eerste streepje, worden de woorden "in de zin | 1° in het eerste lid, eerste streepje, worden de woorden "in de zin |
van artikel 11" vervangen door de woorden "zoals bedoeld in het | van artikel 11" vervangen door de woorden "zoals bedoeld in het |
artikel 11, § 3, eerste tot het vierde lid"; | artikel 11, § 3, eerste tot het vierde lid"; |
2° het tweede lid wordt vervangen als volgt : | 2° het tweede lid wordt vervangen als volgt : |
" Wanneer er, wegens de stopzetting van de bezigheid, geen refertejaar | " Wanneer er, wegens de stopzetting van de bezigheid, geen refertejaar |
meer is zoals bedoeld in artikel 11, § 3, eerste tot het vierde lid, | meer is zoals bedoeld in artikel 11, § 3, eerste tot het vierde lid, |
van het koninklijk besluit nr. 38 met vier kwartalen onderwerping, | van het koninklijk besluit nr. 38 met vier kwartalen onderwerping, |
betaalt de belanghebbende de bijdragen waarvan sprake is in vorig lid, | betaalt de belanghebbende de bijdragen waarvan sprake is in vorig lid, |
berekend op grond van de bedrijfsinkomsten in de zin van artikel 11, § | berekend op grond van de bedrijfsinkomsten in de zin van artikel 11, § |
3, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 38, die betrekking | 3, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 38, die betrekking |
hebben op het laatste bijdragejaar dat vier kwartalen onderwerping | hebben op het laatste bijdragejaar dat vier kwartalen onderwerping |
telt.". | telt.". |
2° in het derde lid, worden de woorden "vastgesteld is overeenkomstig | 2° in het derde lid, worden de woorden "vastgesteld is overeenkomstig |
artikel 11, § 3" vervangen door de woorden "vastgesteld is | artikel 11, § 3" vervangen door de woorden "vastgesteld is |
overeenkomstig artikel 11, § 3, derde lid ". | overeenkomstig artikel 11, § 3, derde lid ". |
Art. 5.Artikel 149 van hetzelfde besluit, vervangen bij het |
Art. 5.Artikel 149 van hetzelfde besluit, vervangen bij het |
koninklijk besluit van 2 juli 1981 en gewijzigd bij het koninklijk | koninklijk besluit van 2 juli 1981 en gewijzigd bij het koninklijk |
besluit van 4 mei 1988, wordt vervangen als volgt : | besluit van 4 mei 1988, wordt vervangen als volgt : |
" § 1. De Raad voor uitbetaling van de voordelen van de Federale | " § 1. De Raad voor uitbetaling van de voordelen van de Federale |
Pensioendienst kan, geheel of gedeeltelijk, afzien van de | Pensioendienst kan, geheel of gedeeltelijk, afzien van de |
terugvordering bedoeld in artikel 36 van het koninklijk besluit nr. 72 | terugvordering bedoeld in artikel 36 van het koninklijk besluit nr. 72 |
: | : |
1° wanneer de geringheid van het terug te vorderen bedrag niet | 1° wanneer de geringheid van het terug te vorderen bedrag niet |
verant-woordt dat kosten worden gemaakt; | verant-woordt dat kosten worden gemaakt; |
2° in behartigenswaardige gevallen, inzonderheid omwille van de | 2° in behartigenswaardige gevallen, inzonderheid omwille van de |
vermo-genstoestand van de schuldenaar. | vermo-genstoestand van de schuldenaar. |
§ 2. De Raad voor uitbetaling van de voordelen van de Federale | § 2. De Raad voor uitbetaling van de voordelen van de Federale |
Pensioendienst ziet ambtshalve af van de terugvordering, bedoeld in | Pensioendienst ziet ambtshalve af van de terugvordering, bedoeld in |
artikel 36 van het koninklijk besluit nr. 72, wanneer de | artikel 36 van het koninklijk besluit nr. 72, wanneer de |
onverschuldigde betaling haar oorsprong vindt in de niet betaling van | onverschuldigde betaling haar oorsprong vindt in de niet betaling van |
de regularisatiebijdragen, bedoeld in artikel 11, § 5, eerste lid, van | de regularisatiebijdragen, bedoeld in artikel 11, § 5, eerste lid, van |
het koninklijk besluit nr. 38, binnen de 12 maanden volgend op het | het koninklijk besluit nr. 38, binnen de 12 maanden volgend op het |
einde van het kwartaal dat volgt op dat waarin het sociaal | einde van het kwartaal dat volgt op dat waarin het sociaal |
verzekeringsfonds de bijdrage-afrekening heeft verstuurd welke uit die | verzekeringsfonds de bijdrage-afrekening heeft verstuurd welke uit die |
regularisatie voortspruit. | regularisatie voortspruit. |
De verzaking aan de terugvordering voor de resterende schuld gaat in | De verzaking aan de terugvordering voor de resterende schuld gaat in |
de maand volgend op de datum waarop de zelfstandige de voormelde | de maand volgend op de datum waarop de zelfstandige de voormelde |
regularisatiebijdragen betaalt. ". | regularisatiebijdragen betaalt. ". |
Art. 6.In artikel 154 van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd |
Art. 6.In artikel 154 van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd |
bij het koninklijk besluit van 15 december 1998, worden de volgende | bij het koninklijk besluit van 15 december 1998, worden de volgende |
wijzigingen aangebracht : | wijzigingen aangebracht : |
1° in het enig lid, wordt de bepaling onder 7° vervangen als volgt : | 1° in het enig lid, wordt de bepaling onder 7° vervangen als volgt : |
"7° de regularisatie van de bijdragen overeenkomstig artikel 15 een | "7° de regularisatie van de bijdragen overeenkomstig artikel 15 een |
invloed heeft op het recht op de uitkeringen; | invloed heeft op het recht op de uitkeringen; |
de nieuwe beslissing heeft onverminderd de toepassing van de | de nieuwe beslissing heeft onverminderd de toepassing van de |
bepalingen van artikel 15, § 2, uitwerking op de eerste dag van de | bepalingen van artikel 15, § 2, uitwerking op de eerste dag van de |
maand volgend op die tijdens welke de totaliteit van de verschuldigde | maand volgend op die tijdens welke de totaliteit van de verschuldigde |
bijdragen werd betaald; | bijdragen werd betaald; |
2° het enig lid, wordt aangevuld met de bepaling onder 9°, luidende : | 2° het enig lid, wordt aangevuld met de bepaling onder 9°, luidende : |
"9° een beslissing genomen wordt inzake gelijkstelling, bedoeld in de | "9° een beslissing genomen wordt inzake gelijkstelling, bedoeld in de |
artikelen 28, 29, 31, 32, 33, 37bis, 38 en 41; | artikelen 28, 29, 31, 32, 33, 37bis, 38 en 41; |
de nieuwe beslissing heeft uitwerking op de eerste dag van de maand | de nieuwe beslissing heeft uitwerking op de eerste dag van de maand |
volgend op deze tijdens welke de in artikel 31, § 4bis, artikel 35, § | volgend op deze tijdens welke de in artikel 31, § 4bis, artikel 35, § |
1 of artikel 41, § 2, bedoelde bijdragen betaald werden of, indien | 1 of artikel 41, § 2, bedoelde bijdragen betaald werden of, indien |
geen bijdragen verschuldigd zijn, vanaf de eerste effectieve | geen bijdragen verschuldigd zijn, vanaf de eerste effectieve |
ingangsdatum van het pensioen.". | ingangsdatum van het pensioen.". |
Art. 7.De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing op de |
Art. 7.De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing op de |
sociale bijdragen die betrekking hebben op de kalenderkwartalen die | sociale bijdragen die betrekking hebben op de kalenderkwartalen die |
gelegen zijn vanaf 1 januari 2015. | gelegen zijn vanaf 1 januari 2015. |
Art. 7.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2015. |
Art. 7.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2015. |
Art. 8.De minister bevoegd voor Pensioenen en de minister bevoegd |
Art. 8.De minister bevoegd voor Pensioenen en de minister bevoegd |
voor de Zelfstandigen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de | voor de Zelfstandigen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de |
uitvoering van dit besluit. | uitvoering van dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 7 februari 2018. | Gegeven te Brussel, 7 februari 2018. |
FILIP | FILIP |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Zelfstandigen, | De Minister van Zelfstandigen, |
D. DUCARME | D. DUCARME |
De Minister van Pensioenen, | De Minister van Pensioenen, |
D. BACQUELAINE | D. BACQUELAINE |