Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 06/02/2022
← Terug naar "Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 december 2018 tot verhoging van het jaarlijks kostenplafond, zoals bepaald in artikel 10, eerste lid van de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van de vrijwilligers, voor bepaalde categorieën van vrijwilligers "
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 december 2018 tot verhoging van het jaarlijks kostenplafond, zoals bepaald in artikel 10, eerste lid van de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van de vrijwilligers, voor bepaalde categorieën van vrijwilligers Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 december 2018 tot verhoging van het jaarlijks kostenplafond, zoals bepaald in artikel 10, eerste lid van de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van de vrijwilligers, voor bepaalde categorieën van vrijwilligers
FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID
6 FEBRUARI 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk 6 FEBRUARI 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk
besluit van 20 december 2018 tot verhoging van het jaarlijks besluit van 20 december 2018 tot verhoging van het jaarlijks
kostenplafond, zoals bepaald in artikel 10, eerste lid van de wet van kostenplafond, zoals bepaald in artikel 10, eerste lid van de wet van
3 juli 2005 betreffende de rechten van de vrijwilligers, voor bepaalde 3 juli 2005 betreffende de rechten van de vrijwilligers, voor bepaalde
categorieën van vrijwilligers categorieën van vrijwilligers
FILIP, Koning der Belgen, FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van Gelet op de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van
vrijwilligers, artikel 12; vrijwilligers, artikel 12;
Gelet op het koninklijk besluit van 20 december 2018 tot verhoging van Gelet op het koninklijk besluit van 20 december 2018 tot verhoging van
het jaarlijks kostenplafond, zoals bepaald in artikel 10, eerste lid het jaarlijks kostenplafond, zoals bepaald in artikel 10, eerste lid
van de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van de van de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van de
vrijwilligers, voor bepaalde categorieën van vrijwilligers; vrijwilligers, voor bepaalde categorieën van vrijwilligers;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 14 Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 14
december 2021; december 2021;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting,
d.d. 21 december 2021; d.d. 21 december 2021;
Gelet op de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van Gelet op de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van
vrijwilligers, artikel 22bis, § 2, tweede lid; vrijwilligers, artikel 22bis, § 2, tweede lid;
Gelet op hoogdringendheid; Gelet op hoogdringendheid;
Gelet op de uitzondering inzake het verrichten van de Gelet op de uitzondering inzake het verrichten van de
regelgevingsimpactanalyse, bedoeld in artikel 8, § 2, 2°, van de wet regelgevingsimpactanalyse, bedoeld in artikel 8, § 2, 2°, van de wet
van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake
administratieve vereenvoudiging; administratieve vereenvoudiging;
Gelet op het verzoek tot spoedbehandeling, gemotiveerd door de Gelet op het verzoek tot spoedbehandeling, gemotiveerd door de
omstandigheid van de pandemie van het coronavirus en de ondersteuning omstandigheid van de pandemie van het coronavirus en de ondersteuning
van de zorgsector in de ruime zin, alsook de beslissing om de van de zorgsector in de ruime zin, alsook de beslissing om de
vaccinatiecentra langer dan voorzien open te houden waarbij grote vaccinatiecentra langer dan voorzien open te houden waarbij grote
aantallen vrijwilligers betrokken zijn; aantallen vrijwilligers betrokken zijn;
Aangezien de vaccinatiecampagne verlengd werd tot in het voorjaar van Aangezien de vaccinatiecampagne verlengd werd tot in het voorjaar van
2022 voor het toedienen van een extra dosis van de vaccins aan alle 2022 voor het toedienen van een extra dosis van de vaccins aan alle
burgers die reeds volledig gevaccineerd zijn en de vaccinatiecentra burgers die reeds volledig gevaccineerd zijn en de vaccinatiecentra
verkiezen om beroep te doen op vrijwilligers die sinds het begin van verkiezen om beroep te doen op vrijwilligers die sinds het begin van
deze campagne betrokken zijn geweest, zal er op hen meer beroep worden deze campagne betrokken zijn geweest, zal er op hen meer beroep worden
gedaan dan oorspronkelijk voorzien; gedaan dan oorspronkelijk voorzien;
Aangezien ons land momenteel wordt geconfronteerd met een zware vierde Aangezien ons land momenteel wordt geconfronteerd met een zware vierde
golf van de pandemie, wordt de zorgsector ook in 2022 dus met veel golf van de pandemie, wordt de zorgsector ook in 2022 dus met veel
extra werk geconfronteerd. De inzet van vrijwilligers is en blijft dus extra werk geconfronteerd. De inzet van vrijwilligers is en blijft dus
een belangrijk instrument om deze toename het hoofd te bieden; een belangrijk instrument om deze toename het hoofd te bieden;
Dat het dus van essentieel belang is dat zowel vrijwilligers als Dat het dus van essentieel belang is dat zowel vrijwilligers als
lokale overheden zeer snel de nodige rechtszekerheid krijgen over de lokale overheden zeer snel de nodige rechtszekerheid krijgen over de
sociale en fiscale gevolgen van de inzet van deze vrijwilligers; sociale en fiscale gevolgen van de inzet van deze vrijwilligers;
Gelet op het advies nr. 70.821/1 van de Raad van State, gegeven op 13 Gelet op het advies nr. 70.821/1 van de Raad van State, gegeven op 13
januari 2022 in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de januari 2022 in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de
wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Werk, van de Minister van Op de voordracht van de Minister van Werk, van de Minister van
Financiën en van de Minister van Sociale Zaken en op het advies van de Financiën en van de Minister van Sociale Zaken en op het advies van de
in Raad vergaderde ministers, in Raad vergaderde ministers,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 20 december

Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 20 december

2018 tot verhoging van het jaarlijks kostenplafond, zoals bepaald in 2018 tot verhoging van het jaarlijks kostenplafond, zoals bepaald in
artikel 10, eerste lid van de wet van 3 juli 2005 betreffende de artikel 10, eerste lid van de wet van 3 juli 2005 betreffende de
rechten van de vrijwilligers, voor bepaalde categorieën van rechten van de vrijwilligers, voor bepaalde categorieën van
vrijwilligers, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 vrijwilligers, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16
januari 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht : januari 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het eerste lid wordt aangevuld met de bepaling onder een vierde 1° het eerste lid wordt aangevuld met de bepaling onder een vierde
streepje luidende : streepje luidende :
"- de vrijwilligers die in 2022 effectief ingezet werden in de "- de vrijwilligers die in 2022 effectief ingezet werden in de
zorgsector als bedoeld in artikel 40, 1°, van de wet van 20 december zorgsector als bedoeld in artikel 40, 1°, van de wet van 20 december
2020 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de 2020 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de
COVID-19-pandemie, voor activiteiten in het kader van het beheer van COVID-19-pandemie, voor activiteiten in het kader van het beheer van
de COVID-19 crisis.". de COVID-19 crisis.".
2° het tweede en het derde lid worden opgeheven; 2° het tweede en het derde lid worden opgeheven;
3° in het vierde lid, dat dan het tweede lid wordt, worden de woorden 3° in het vierde lid, dat dan het tweede lid wordt, worden de woorden
"De in het eerste, tweede en derde lid bedoelde bedragen zijn" "De in het eerste, tweede en derde lid bedoelde bedragen zijn"
vervangen door de woorden "Het in het eerste lid bedoelde bedrag is". vervangen door de woorden "Het in het eerste lid bedoelde bedrag is".

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2022.

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2022.

Art. 3.De minister bevoegd voor Werk, de minister bevoegd voor

Art. 3.De minister bevoegd voor Werk, de minister bevoegd voor

Financiën en de minister bevoegd voor Sociale Zaken zijn belast, ieder Financiën en de minister bevoegd voor Sociale Zaken zijn belast, ieder
wat hem betreft, met de uitvoering van dit besluit. wat hem betreft, met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 6 februari 2022. Gegeven te Brussel, 6 februari 2022.
FILIP FILIP
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
P.-Y. DERMAGNE P.-Y. DERMAGNE
De Minister van Financiën, De Minister van Financiën,
V. VAN PETEGHEM V. VAN PETEGHEM
De Minister van Sociale Zaken, De Minister van Sociale Zaken,
F. VANDENBROUCKE F. VANDENBROUCKE
^