gepubliceerd op 17 februari 2022
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 december 2018 tot verhoging van het jaarlijks kostenplafond, zoals bepaald in artikel 10, eerste lid van de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van de vrijwilligers, voor bepaalde categorieën van vrijwilligers
6 FEBRUARI 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 december 2018Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/12/2018 pub. 28/12/2018 numac 2018040765 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot verhoging van het jaarlijks kostenplafond, zoals bepaald in artikel 10, eerste lid van de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van de vrijwilligers, voor bepaalde categorieën van vrijwilligers. sluiten tot verhoging van het jaarlijks kostenplafond, zoals bepaald in artikel 10, eerste lid van de wet van 3 juli 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/2005 pub. 29/08/2005 numac 2005022674 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de rechten van vrijwilligers sluiten betreffende de rechten van de vrijwilligers, voor bepaalde categorieën van vrijwilligers
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 3 juli 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/2005 pub. 29/08/2005 numac 2005022674 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de rechten van vrijwilligers sluiten betreffende de rechten van vrijwilligers, artikel 12;
Gelet op het koninklijk besluit van 20 december 2018Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/12/2018 pub. 28/12/2018 numac 2018040765 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot verhoging van het jaarlijks kostenplafond, zoals bepaald in artikel 10, eerste lid van de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van de vrijwilligers, voor bepaalde categorieën van vrijwilligers. sluiten tot verhoging van het jaarlijks kostenplafond, zoals bepaald in artikel 10, eerste lid van de wet van 3 juli 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/2005 pub. 29/08/2005 numac 2005022674 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de rechten van vrijwilligers sluiten betreffende de rechten van de vrijwilligers, voor bepaalde categorieën van vrijwilligers;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 14 december 2021;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, d.d. 21 december 2021;
Gelet op de wet van 3 juli 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/2005 pub. 29/08/2005 numac 2005022674 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de rechten van vrijwilligers sluiten betreffende de rechten van vrijwilligers, artikel 22bis, § 2, tweede lid;
Gelet op hoogdringendheid;
Gelet op de uitzondering inzake het verrichten van de regelgevingsimpactanalyse, bedoeld in artikel 8, § 2, 2°, van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;
Gelet op het verzoek tot spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid van de pandemie van het coronavirus en de ondersteuning van de zorgsector in de ruime zin, alsook de beslissing om de vaccinatiecentra langer dan voorzien open te houden waarbij grote aantallen vrijwilligers betrokken zijn;
Aangezien de vaccinatiecampagne verlengd werd tot in het voorjaar van 2022 voor het toedienen van een extra dosis van de vaccins aan alle burgers die reeds volledig gevaccineerd zijn en de vaccinatiecentra verkiezen om beroep te doen op vrijwilligers die sinds het begin van deze campagne betrokken zijn geweest, zal er op hen meer beroep worden gedaan dan oorspronkelijk voorzien;
Aangezien ons land momenteel wordt geconfronteerd met een zware vierde golf van de pandemie, wordt de zorgsector ook in 2022 dus met veel extra werk geconfronteerd. De inzet van vrijwilligers is en blijft dus een belangrijk instrument om deze toename het hoofd te bieden;
Dat het dus van essentieel belang is dat zowel vrijwilligers als lokale overheden zeer snel de nodige rechtszekerheid krijgen over de sociale en fiscale gevolgen van de inzet van deze vrijwilligers;
Gelet op het advies nr. 70.821/1 van de Raad van State, gegeven op 13 januari 2022 in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Werk, van de Minister van Financiën en van de Minister van Sociale Zaken en op het advies van de in Raad vergaderde ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 20 december 2018Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/12/2018 pub. 28/12/2018 numac 2018040765 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot verhoging van het jaarlijks kostenplafond, zoals bepaald in artikel 10, eerste lid van de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van de vrijwilligers, voor bepaalde categorieën van vrijwilligers. sluiten tot verhoging van het jaarlijks kostenplafond, zoals bepaald in artikel 10, eerste lid van de wet van 3 juli 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/2005 pub. 29/08/2005 numac 2005022674 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de rechten van vrijwilligers sluiten betreffende de rechten van de vrijwilligers, voor bepaalde categorieën van vrijwilligers, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 januari 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt aangevuld met de bepaling onder een vierde streepje luidende : "- de vrijwilligers die in 2022 effectief ingezet werden in de zorgsector als bedoeld in artikel 40, 1°, van de wet van 20 december 2020 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie, voor activiteiten in het kader van het beheer van de COVID-19 crisis.". 2° het tweede en het derde lid worden opgeheven;3° in het vierde lid, dat dan het tweede lid wordt, worden de woorden "De in het eerste, tweede en derde lid bedoelde bedragen zijn" vervangen door de woorden "Het in het eerste lid bedoelde bedrag is".
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2022.
Art. 3.De minister bevoegd voor Werk, de minister bevoegd voor Financiën en de minister bevoegd voor Sociale Zaken zijn belast, ieder wat hem betreft, met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 6 februari 2022.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE De Minister van Financiën, V. VAN PETEGHEM De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE