| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 december 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, ter vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei 2000 betreffende maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling in de Diensten gezins- en bejaardenhulp gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 december 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, ter vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei 2000 betreffende maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling in de Diensten gezins- en bejaardenhulp gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
| 6 DECEMBER 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend | 6 DECEMBER 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
| wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 december | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 december |
| 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- | 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- |
| en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, ter vervanging van de | en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, ter vervanging van de |
| collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei 2000 betreffende | collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei 2000 betreffende |
| maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling in de Diensten | maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling in de Diensten |
| gezins- en bejaardenhulp gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap (1) | gezins- en bejaardenhulp gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de diensten voor | Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de diensten voor |
| gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap; | gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Werk, | Op de voordracht van Onze Minister van Werk, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 16 december 2003, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 16 december 2003, |
| gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en | gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en |
| bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, ter vervanging van de | bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, ter vervanging van de |
| collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei 2000 betreffende | collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei 2000 betreffende |
| maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling in de diensten | maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling in de diensten |
| gezins- en bejaardenhulp gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap. | gezins- en bejaardenhulp gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap. |
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit |
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit |
| besluit. | besluit. |
| Gegeven te Brussel, 6 december 2005. | Gegeven te Brussel, 6 december 2005. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| P. VANVELTHOVEN | P. VANVELTHOVEN |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van | Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van |
| de Vlaamse Gemeenschap | de Vlaamse Gemeenschap |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 16 december 2003 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 16 december 2003 |
| Vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei 2000 | Vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei 2000 |
| betreffende maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling in de | betreffende maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling in de |
| diensten gezins- en bejaardenhulp gesubsidieerd door de Vlaamse | diensten gezins- en bejaardenhulp gesubsidieerd door de Vlaamse |
| Gemeenschap (Overeenkomst geregistreerd op 7 mei 2004 onder het nummer | Gemeenschap (Overeenkomst geregistreerd op 7 mei 2004 onder het nummer |
| 71064/CO/318.02) | 71064/CO/318.02) |
| HOOFDSTUK I. - Juridisch kader | HOOFDSTUK I. - Juridisch kader |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten |
| overeenkomstig de bepalingen van de wet van 5 december 1968 | overeenkomstig de bepalingen van de wet van 5 december 1968 |
| betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire | betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire |
| comités en het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende | comités en het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende |
| maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de | maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de |
| non-profitsector. | non-profitsector. |
| HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de |
| werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die ressorteren | werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die ressorteren |
| onder het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en | onder het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en |
| bejaardenhulp die gesubsidieerd worden door de Vlaamse Gemeenschap. | bejaardenhulp die gesubsidieerd worden door de Vlaamse Gemeenschap. |
| Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk | Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk |
| werklieden- en bediendepersoneel. | werklieden- en bediendepersoneel. |
| HOOFDSTUK III. - Vermindering van de RSZ-werkgeversbijdragen | HOOFDSTUK III. - Vermindering van de RSZ-werkgeversbijdragen |
Art. 3.§ 1. Overeenkomstig artikel 2 van het koninklijk besluit van |
Art. 3.§ 1. Overeenkomstig artikel 2 van het koninklijk besluit van |
| 18 juli 2002 en de bepalingen van deze collectieve | 18 juli 2002 en de bepalingen van deze collectieve |
| arbeidsovereenkomst, kan de sector genieten van een forfaitaire | arbeidsovereenkomst, kan de sector genieten van een forfaitaire |
| vermindering van de werkgeversbijdragen in de sociale zekerheid. | vermindering van de werkgeversbijdragen in de sociale zekerheid. |
| De globale opbrengst van de bijdragevermindering, vermeld in artikel | De globale opbrengst van de bijdragevermindering, vermeld in artikel |
| 3, § 1 van het koninklijk besluit, wordt als volgt berekend : het | 3, § 1 van het koninklijk besluit, wordt als volgt berekend : het |
| aantal werknemers dat minstens halftijds is tewerkgesteld, | aantal werknemers dat minstens halftijds is tewerkgesteld, |
| vermenigvuldigd met het bedrag van de bijdragevermindering vastgesteld | vermenigvuldigd met het bedrag van de bijdragevermindering vastgesteld |
| overeenkomstig artikel 2 van het koninklijk besluit, namelijk op het | overeenkomstig artikel 2 van het koninklijk besluit, namelijk op het |
| ogenblik van het sluiten van deze collectieve arbeidsovereenkomst : | ogenblik van het sluiten van deze collectieve arbeidsovereenkomst : |
| 288,18 EUR per werknemer en per kwartaal. | 288,18 EUR per werknemer en per kwartaal. |
| § 2. Partijen komen overeen het "Fonds Sociale Maribel" te belasten | § 2. Partijen komen overeen het "Fonds Sociale Maribel" te belasten |
| met het ontvangen, controleren, beheren en toewijzen van de integrale | met het ontvangen, controleren, beheren en toewijzen van de integrale |
| opbrengst van de in vorig artikel bedoelde bijdragevermindering. | opbrengst van de in vorig artikel bedoelde bijdragevermindering. |
| Het toewijzen van de financiële middelen, bedoeld in het vorig lid, | Het toewijzen van de financiële middelen, bedoeld in het vorig lid, |
| geschiedt volgens de uitvoeringsmodaliteiten beslist door de raad van | geschiedt volgens de uitvoeringsmodaliteiten beslist door de raad van |
| beheer van het maribelfonds. | beheer van het maribelfonds. |
| HOOFDSTUK IV Inning en bestemming van de bijdragevermindering | HOOFDSTUK IV Inning en bestemming van de bijdragevermindering |
Art. 4.§ 1. De sector verbindt er zich toe de opbrengsten van de |
Art. 4.§ 1. De sector verbindt er zich toe de opbrengsten van de |
| bijdragevermindering aan te wenden voor de aangroei van de reguliere | bijdragevermindering aan te wenden voor de aangroei van de reguliere |
| tewerkstelling. | tewerkstelling. |
| De sector verbindt zich tot een toename van het arbeidsvolume van ten | De sector verbindt zich tot een toename van het arbeidsvolume van ten |
| minste de opbrengst van de bijdragevermindering bepaald in artikel 3 | minste de opbrengst van de bijdragevermindering bepaald in artikel 3 |
| van deze collectieve arbeidsovereenkomst. | van deze collectieve arbeidsovereenkomst. |
| § 2. De vermeerdering van het arbeidsvolume per werkgever, toegekend | § 2. De vermeerdering van het arbeidsvolume per werkgever, toegekend |
| na 2002, overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit, | na 2002, overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit, |
| dient te gebeuren ten aanzien van het gemiddeld arbeidsvolume van | dient te gebeuren ten aanzien van het gemiddeld arbeidsvolume van |
| 2002, inclusief het behoud van de op dat ogenblik reeds toegekende | 2002, inclusief het behoud van de op dat ogenblik reeds toegekende |
| sociale maribel tewerkstelling. | sociale maribel tewerkstelling. |
| § 3. De tussenkomst van het maribelfonds in de jaarloonkost van de | § 3. De tussenkomst van het maribelfonds in de jaarloonkost van de |
| bijkomend aangeworven tewerkstelling bedraagt ten hoogste 31.532,06 | bijkomend aangeworven tewerkstelling bedraagt ten hoogste 31.532,06 |
| EUR per bijkomend voltijds arbeidsvolume, of de toepasselijke pro rata | EUR per bijkomend voltijds arbeidsvolume, of de toepasselijke pro rata |
| daarvan. | daarvan. |
| Dit plafond van tussenkomst kan verhoogd worden bij unanieme | Dit plafond van tussenkomst kan verhoogd worden bij unanieme |
| beslissing in de raad van beheer van het maribelfonds. | beslissing in de raad van beheer van het maribelfonds. |
| Hogergenoemd plafond kan echter 64.937,84 EUR per jaar en per | Hogergenoemd plafond kan echter 64.937,84 EUR per jaar en per |
| bijkomend voltijds arbeidsvolume niet overschrijden, overeenkomstig | bijkomend voltijds arbeidsvolume niet overschrijden, overeenkomstig |
| artikel 12 van het koninklijk besluit van 18 juli 2002. Indien de | artikel 12 van het koninklijk besluit van 18 juli 2002. Indien de |
| jaarloonkost 64.937,84 EUR per jaar zou overschrijden, wordt de | jaarloonkost 64.937,84 EUR per jaar zou overschrijden, wordt de |
| tussenkomst van het maribelfonds geplafonneerd tot 31.532 EUR per | tussenkomst van het maribelfonds geplafonneerd tot 31.532 EUR per |
| jaar. | jaar. |
| § 4. Onder "loonkost" wordt verstaan : het brutoloon van de werknemer | § 4. Onder "loonkost" wordt verstaan : het brutoloon van de werknemer |
| overeenkomstig de sectorale baremieke loonschalen en de | overeenkomstig de sectorale baremieke loonschalen en de |
| loonvoorwaarden voor de uitgeoefende functies, verhoogd met de | loonvoorwaarden voor de uitgeoefende functies, verhoogd met de |
| werkgeversbijdrage voor de sociale zekerheid, alsook alle vergoedingen | werkgeversbijdrage voor de sociale zekerheid, alsook alle vergoedingen |
| en voordelen die aan de werknemer verschuldigd zijn door of krachtens | en voordelen die aan de werknemer verschuldigd zijn door of krachtens |
| de wettelijke of reglementaire bepalingen, alsook deze verschuldigd | de wettelijke of reglementaire bepalingen, alsook deze verschuldigd |
| krachtens collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten binnen het | krachtens collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten binnen het |
| paritair orgaan waaronder de werkgever ressorteert. | paritair orgaan waaronder de werkgever ressorteert. |
| De tussenkomst is beperkt tot de bezoldigde, effectieve of ermee | De tussenkomst is beperkt tot de bezoldigde, effectieve of ermee |
| gelijkgestelde prestaties. | gelijkgestelde prestaties. |
Art. 5.Het behoud en de netto bijkomende tewerkstelling en de |
Art. 5.Het behoud en de netto bijkomende tewerkstelling en de |
| aangroei van het arbeidsvolume waarvan sprake in deze collectieve | aangroei van het arbeidsvolume waarvan sprake in deze collectieve |
| arbeidsovereenkomst moet verwezenlijkt worden op het niveau van : | arbeidsovereenkomst moet verwezenlijkt worden op het niveau van : |
| - de sector; | - de sector; |
| - elke dienst die via financiële middelen "sociale maribel", | - elke dienst die via financiële middelen "sociale maribel", |
| voortspruitend uit het koninklijk besluit en uit deze collectieve | voortspruitend uit het koninklijk besluit en uit deze collectieve |
| arbeidsovereenkomst, tewerkstelling realiseert. | arbeidsovereenkomst, tewerkstelling realiseert. |
| Indien de werkgever de afwijking dient toe te passen, voorzien in | Indien de werkgever de afwijking dient toe te passen, voorzien in |
| artikel 14 van het koninklijk besluit, moet hij voldoen aan de | artikel 14 van het koninklijk besluit, moet hij voldoen aan de |
| daarvoor opgestelde voorwaarden en voorafgaandelijk het akkoord van | daarvoor opgestelde voorwaarden en voorafgaandelijk het akkoord van |
| het maribelfonds bekomen. | het maribelfonds bekomen. |
| HOOFDSTUK V Modaliteiten van toewijzing van de bijkomende | HOOFDSTUK V Modaliteiten van toewijzing van de bijkomende |
| tewerkstelling | tewerkstelling |
Art. 6.Bij de aanwervingen zal uitvoering worden gegeven aan de |
Art. 6.Bij de aanwervingen zal uitvoering worden gegeven aan de |
| bestemming die door de sociale partners bij collectieve | bestemming die door de sociale partners bij collectieve |
| arbeidsovereenkomst is overeengekomen. | arbeidsovereenkomst is overeengekomen. |
Art. 7.De functies die in aanmerking komen voor de bijkomende |
Art. 7.De functies die in aanmerking komen voor de bijkomende |
| aanwervingen, vergoed volgens de vigerende baremieke loonschalen en | aanwervingen, vergoed volgens de vigerende baremieke loonschalen en |
| voorwaarden, behoren tot de functiecategorieën zoals bepaald in de | voorwaarden, behoren tot de functiecategorieën zoals bepaald in de |
| geldende collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de | geldende collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de |
| loonvoorwaarden. | loonvoorwaarden. |
Art. 8.De raad van bestuur van het "Fonds Sociale Maribel" is bevoegd |
Art. 8.De raad van bestuur van het "Fonds Sociale Maribel" is bevoegd |
| de beschikbare middelen toe te wijzen aan de toegetreden | de beschikbare middelen toe te wijzen aan de toegetreden |
| voorzieningen. | voorzieningen. |
| De verdeling gebeurt pro rata het aandeel van elke voorziening, in het | De verdeling gebeurt pro rata het aandeel van elke voorziening, in het |
| geheel van het arbeidsvolume van de sector. | geheel van het arbeidsvolume van de sector. |
Art. 9.De diverse voorzieningen zullen, binnen de termijn vastgesteld |
Art. 9.De diverse voorzieningen zullen, binnen de termijn vastgesteld |
| door de raad van beheer van het maribelfonds, te rekenen vanaf de | door de raad van beheer van het maribelfonds, te rekenen vanaf de |
| betekening van de toekenning van de bijkomende tewerkstelling, | betekening van de toekenning van de bijkomende tewerkstelling, |
| overgaan tot de vereiste aanwervingen en de vermeerdering van het | overgaan tot de vereiste aanwervingen en de vermeerdering van het |
| totaal arbeidsvolume. | totaal arbeidsvolume. |
| Overeenkomstig artikel 49 van het koninklijk besluit van 18 juli 2002, | Overeenkomstig artikel 49 van het koninklijk besluit van 18 juli 2002, |
| worden niet beschouwd als bijkomende tewerkstelling, de werknemers | worden niet beschouwd als bijkomende tewerkstelling, de werknemers |
| aangeworven ten gevolge van een fusie of overname van een instelling | aangeworven ten gevolge van een fusie of overname van een instelling |
| en/of werknemers aangeworven in gevolge een verhoging vanuit de | en/of werknemers aangeworven in gevolge een verhoging vanuit de |
| subsidiërende overheid. | subsidiërende overheid. |
| HOOFDSTUK VI. - Waarborgen met betrekking tot de aanwending van de | HOOFDSTUK VI. - Waarborgen met betrekking tot de aanwending van de |
| RSZ-bijdragevermindering ten voordele van de tewerkstelling | RSZ-bijdragevermindering ten voordele van de tewerkstelling |
Art. 10.Elke werkgever die financiële middelen "sociale maribel" |
Art. 10.Elke werkgever die financiële middelen "sociale maribel" |
| geniet, zal om de zes maanden een verslag bezorgen aan het | geniet, zal om de zes maanden een verslag bezorgen aan het |
| maribelfonds, volgens het door het maribelfonds opgesteld model. Het | maribelfonds, volgens het door het maribelfonds opgesteld model. Het |
| maribelfonds kan desgevallend een andere termijn van verslag bepalen. | maribelfonds kan desgevallend een andere termijn van verslag bepalen. |
| Het maribelfonds kan desgevallend bijkomende informatie opvragen bij | Het maribelfonds kan desgevallend bijkomende informatie opvragen bij |
| de werkgever. De werkgevers verbinden er zich toe alle gegevens in | de werkgever. De werkgevers verbinden er zich toe alle gegevens in |
| verband met de sociale maribel tewerkstelling, die door het | verband met de sociale maribel tewerkstelling, die door het |
| maribelfonds worden opgevraagd, te verstrekken. | maribelfonds worden opgevraagd, te verstrekken. |
Art. 11.Het verslag moet ten laatste op de door het maribelfonds |
Art. 11.Het verslag moet ten laatste op de door het maribelfonds |
| gestelde datum worden terugbezorgd. Info hieromtrent wordt verstrekt | gestelde datum worden terugbezorgd. Info hieromtrent wordt verstrekt |
| aan alle leden van de ondernemingsraad, bij ontstentenis aan de leden | aan alle leden van de ondernemingsraad, bij ontstentenis aan de leden |
| van het comité preventie en bescherming op het werk. | van het comité preventie en bescherming op het werk. |
| Zij kunnen alle inlichtingen verkrijgen om een goed begrip van de | Zij kunnen alle inlichtingen verkrijgen om een goed begrip van de |
| sociale maribel tewerkstelling in de voorziening mogelijk te maken. | sociale maribel tewerkstelling in de voorziening mogelijk te maken. |
Art. 12.Indien gelden zouden ontvangen zijn waar geen tewerkstelling |
Art. 12.Indien gelden zouden ontvangen zijn waar geen tewerkstelling |
| tegenover staat overeenkomstig de toekenning, of waarvoor niet de | tegenover staat overeenkomstig de toekenning, of waarvoor niet de |
| noodzakelijke inlichtingen en/of bewijsstukken voorgelegd worden, | noodzakelijke inlichtingen en/of bewijsstukken voorgelegd worden, |
| zullen de gelden teruggevorderd worden of in mindering gebracht worden | zullen de gelden teruggevorderd worden of in mindering gebracht worden |
| van te ontvangen middelen. | van te ontvangen middelen. |
| HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen en geldigheidsduur | HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen en geldigheidsduur |
Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve |
Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve |
| arbeidsovereenkomst van 22 mei 2000, betreffende maatregelen ter | arbeidsovereenkomst van 22 mei 2000, betreffende maatregelen ter |
| bevordering van de tewerkstelling in de diensten gezins- en | bevordering van de tewerkstelling in de diensten gezins- en |
| bejaardenhulp gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap. | bejaardenhulp gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap. |
| Deze overeenkomst treedt in werking op 1 januari 2003. Zij is gesloten | Deze overeenkomst treedt in werking op 1 januari 2003. Zij is gesloten |
| voor onbepaalde duur. Zij kan opgezegd worden door elk van de partijen | voor onbepaalde duur. Zij kan opgezegd worden door elk van de partijen |
| mits een opzegging van drie maanden, betekend bij een ter post | mits een opzegging van drie maanden, betekend bij een ter post |
| aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair | aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair |
| Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de | Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de |
| Vlaamse Gemeenschap. | Vlaamse Gemeenschap. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 6 december | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 6 december |
| 2005. | 2005. |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| P. VANVELTHOVEN | P. VANVELTHOVEN |