| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 februari 2002, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, betreffende de bijkomende uitkering voor bestaanszekerheid | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 februari 2002, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, betreffende de bijkomende uitkering voor bestaanszekerheid |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
| 6 DECEMBER 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend | 6 DECEMBER 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
| wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 februari | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 februari |
| 2002, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en | 2002, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en |
| confectiebedrijf, betreffende de bijkomende uitkering voor | confectiebedrijf, betreffende de bijkomende uitkering voor |
| bestaanszekerheid (1) | bestaanszekerheid (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het kleding- en | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het kleding- en |
| confectiebedrijf; | confectiebedrijf; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, | Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 12 februari 2002, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 12 februari 2002, |
| gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, | gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, |
| betreffende de bijkomende uitkering voor bestaanszekerheid. | betreffende de bijkomende uitkering voor bestaanszekerheid. |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
| van dit besluit. | van dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 6 december 2002. | Gegeven te Brussel, 6 december 2002. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
| Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf | Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 februari 2002 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 februari 2002 |
| Bijkomende uitkering voor bestaanszekerheid (Overeenkomst | Bijkomende uitkering voor bestaanszekerheid (Overeenkomst |
| geregistreerd op 4 april 2002 onder het nummer 61949/CO/109) | geregistreerd op 4 april 2002 onder het nummer 61949/CO/109) |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
| de werkgevers en op de arbeid(st)ers van de ondernemingen die | de werkgevers en op de arbeid(st)ers van de ondernemingen die |
| ressorteren onder het Paritair Comité voor het kleding- en | ressorteren onder het Paritair Comité voor het kleding- en |
| confectiebedrijf. | confectiebedrijf. |
| HOOFDSTUK I. - Algemeen stelsel | HOOFDSTUK I. - Algemeen stelsel |
Art. 2.§ 1. Aan de volledig en onvrijwillig uitkeringsgerechtigde |
Art. 2.§ 1. Aan de volledig en onvrijwillig uitkeringsgerechtigde |
| werklozen die niet in aanmerking komen voor het brugpensioen | werklozen die niet in aanmerking komen voor het brugpensioen |
| overeenkomstig de in het Paritair Comité voor het kleding- en | overeenkomstig de in het Paritair Comité voor het kleding- en |
| confectiebedrijf gesloten collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei | confectiebedrijf gesloten collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei |
| 2001, wordt een bijkomende uitkering voor bestaanszekerheid toegekend | 2001, wordt een bijkomende uitkering voor bestaanszekerheid toegekend |
| indien zij voldoen aan de volgende voorwaarden : | indien zij voldoen aan de volgende voorwaarden : |
| 1) vóór de aanvang van de werkloosheidsperiode tewerkgesteld geweest | 1) vóór de aanvang van de werkloosheidsperiode tewerkgesteld geweest |
| zijn met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd; | zijn met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd; |
| 2) het bewijs kunnen voorleggen van : | 2) het bewijs kunnen voorleggen van : |
| - hetzij een ononderbroken tewerkstelling van minstens 5 jaar | - hetzij een ononderbroken tewerkstelling van minstens 5 jaar |
| onmiddellijk voor het ontslag in één of meerdere ondernemingen | onmiddellijk voor het ontslag in één of meerdere ondernemingen |
| ressorterend onder het Paritair Comité voor het kleding- en | ressorterend onder het Paritair Comité voor het kleding- en |
| confectiebedrijf; | confectiebedrijf; |
| - hetzij een tewerkstelling van minstens 10 jaar tijdens de laatste 15 | - hetzij een tewerkstelling van minstens 10 jaar tijdens de laatste 15 |
| jaar voorafgaand aan het ontslag in ondernemingen ressorterend onder | jaar voorafgaand aan het ontslag in ondernemingen ressorterend onder |
| het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf; | het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf; |
| 3) niet ontslagen zijn om dringende redenen; | 3) niet ontslagen zijn om dringende redenen; |
| 4) niet werkloos geworden zijn na een tewerkstelling als | 4) niet werkloos geworden zijn na een tewerkstelling als |
| grensarbeider. | grensarbeider. |
| § 2. Aan de arbeiders die sedert een ononderbroken periode van | § 2. Aan de arbeiders die sedert een ononderbroken periode van |
| minstens een volledig jaar ziek zijn, wordt een bijkomende uitkering | minstens een volledig jaar ziek zijn, wordt een bijkomende uitkering |
| voor bestaanszekerheid toegekend, indien zij voldoen aan de volgende | voor bestaanszekerheid toegekend, indien zij voldoen aan de volgende |
| voorwaarden : | voorwaarden : |
| 1) nog verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde | 1) nog verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde |
| tijd; | tijd; |
| 2) het bewijs kunnen voorleggen van : | 2) het bewijs kunnen voorleggen van : |
| - hetzij een ononderbroken tewerkstelling met minstens 5 jaar | - hetzij een ononderbroken tewerkstelling met minstens 5 jaar |
| effectieve prestaties vóór de aanvang van de ziekte in één of meerdere | effectieve prestaties vóór de aanvang van de ziekte in één of meerdere |
| ondernemingen, ressorterend onder het Paritair Comité voor het | ondernemingen, ressorterend onder het Paritair Comité voor het |
| kleding- en confectiebedrijf; | kleding- en confectiebedrijf; |
| - hetzij een tewerkstelling met minstens 10 jaar effectieve prestaties | - hetzij een tewerkstelling met minstens 10 jaar effectieve prestaties |
| tijdens de laatste 15 jaar vóór de aanvang van de ziekte in | tijdens de laatste 15 jaar vóór de aanvang van de ziekte in |
| ondernemingen ressorterend onder het Paritair Comité voor het kleding- | ondernemingen ressorterend onder het Paritair Comité voor het kleding- |
| en confectiebedrijf; | en confectiebedrijf; |
| 3) het bewijs kunnen voorleggen van erkenning in de staat van | 3) het bewijs kunnen voorleggen van erkenning in de staat van |
| invaliditeit zoals bedoeld in de wet betreffende de verplichte | invaliditeit zoals bedoeld in de wet betreffende de verplichte |
| verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, | verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, |
| gecoördineerd op 14 juli 1994. | gecoördineerd op 14 juli 1994. |
Art. 3.§ 1. Op de rechthebbenden, overeenkomstig artikel 2, § 1 van |
Art. 3.§ 1. Op de rechthebbenden, overeenkomstig artikel 2, § 1 van |
| de huidige collectieve arbeidsovereenkomst, zijn de volgende | de huidige collectieve arbeidsovereenkomst, zijn de volgende |
| bepalingen van toepassing. | bepalingen van toepassing. |
| 1) De bijkomende uitkering voor bestaanszekerheid wordt slechts | 1) De bijkomende uitkering voor bestaanszekerheid wordt slechts |
| toegekend indien bewezen wordt dat de rechthebbende overeenkomstig | toegekend indien bewezen wordt dat de rechthebbende overeenkomstig |
| artikel 2, § 1, minimum drie maanden ononderbroken | artikel 2, § 1, minimum drie maanden ononderbroken |
| uitkeringsgerechtigd werkloos is. | uitkeringsgerechtigd werkloos is. |
| Indien aan deze voorwaarde voldaan is, ontvangt een rechthebbende | Indien aan deze voorwaarde voldaan is, ontvangt een rechthebbende |
| naargelang de leeftijdscategorie een forfaitair bedrag van 123,95 EUR | naargelang de leeftijdscategorie een forfaitair bedrag van 123,95 EUR |
| of 247,89 EUR. Bijkomende rechten voor deze rechthebbenden zijn | of 247,89 EUR. Bijkomende rechten voor deze rechthebbenden zijn |
| afhankelijk van de voorwaarden bepaald bij de hiernavolgende punten 2 | afhankelijk van de voorwaarden bepaald bij de hiernavolgende punten 2 |
| en 3. | en 3. |
| 2) Het maximaal bedrag van de bijkomende uitkering voor | 2) Het maximaal bedrag van de bijkomende uitkering voor |
| bestaanszekerheid wordt forfaitair vastgesteld volgens de | bestaanszekerheid wordt forfaitair vastgesteld volgens de |
| leeftijdscategorie van de werknemer op het ogenblik van het ontslag. | leeftijdscategorie van de werknemer op het ogenblik van het ontslag. |
| De maximale bijkomende uitkering voor bestaanszekerheid bedraagt : | De maximale bijkomende uitkering voor bestaanszekerheid bedraagt : |
| - 123,95 EUR voor ontslagen werknemers die op het ogenblik van het | - 123,95 EUR voor ontslagen werknemers die op het ogenblik van het |
| ontslag jonger dan 30 jaar zijn; | ontslag jonger dan 30 jaar zijn; |
| - 247,89 EUR voor ontslagen werknemers die op het ogenblik van het | - 247,89 EUR voor ontslagen werknemers die op het ogenblik van het |
| ontslag tussen 30 en 35 jaar oud zijn; | ontslag tussen 30 en 35 jaar oud zijn; |
| - 371,84 EUR voor ontslagen werknemers die op het ogenblik van het | - 371,84 EUR voor ontslagen werknemers die op het ogenblik van het |
| ontslag tussen 35 en 40 jaar oud zijn; | ontslag tussen 35 en 40 jaar oud zijn; |
| - 619,73 EUR voor ontslagen werknemers die op het ogenblik van het | - 619,73 EUR voor ontslagen werknemers die op het ogenblik van het |
| ontslag tussen 40 en 45 jaar oud zijn; | ontslag tussen 40 en 45 jaar oud zijn; |
| - 743,68 EUR voor ontslagen werknemers die op het ogenblik van het | - 743,68 EUR voor ontslagen werknemers die op het ogenblik van het |
| ontslag tussen 45 en 50 jaar oud zijn; | ontslag tussen 45 en 50 jaar oud zijn; |
| - 1239,47 EUR voor ontslagen werknemers die op het ogenblik van het | - 1239,47 EUR voor ontslagen werknemers die op het ogenblik van het |
| ontslag ouder dan 50 jaar zijn en die niet in aanmerking komen voor | ontslag ouder dan 50 jaar zijn en die niet in aanmerking komen voor |
| het conventioneel brugpensioen overeenkomstig de in het Paritair | het conventioneel brugpensioen overeenkomstig de in het Paritair |
| Comité voor het kleding- en confectiebedrijf gesloten collectieve | Comité voor het kleding- en confectiebedrijf gesloten collectieve |
| arbeidsovereenkomst van 30 april 1997. | arbeidsovereenkomst van 30 april 1997. |
| Het voornoemde bedrag van 1.239,47 EUR wordt op 3.718,40 EUR gebracht | Het voornoemde bedrag van 1.239,47 EUR wordt op 3.718,40 EUR gebracht |
| voor de ontslagen werknemers die, behalve aan de hoger bedoelde | voor de ontslagen werknemers die, behalve aan de hoger bedoelde |
| voorwaarden, bovendien een sectoranciënniteit van 20 jaar kunnen | voorwaarden, bovendien een sectoranciënniteit van 20 jaar kunnen |
| bewijzen op het ogenblik van hun ontslag. | bewijzen op het ogenblik van hun ontslag. |
| 3) Het maximale forfaitaire bedrag per uitbetaling bedraagt 247,89 | 3) Het maximale forfaitaire bedrag per uitbetaling bedraagt 247,89 |
| EUR. | EUR. |
| Voor de rechthebbenden jonger dan 30 jaar en tussen 30 en 35 jaar op | Voor de rechthebbenden jonger dan 30 jaar en tussen 30 en 35 jaar op |
| het ogenblik van het ontslag is de uitbetaling van het bedrag van | het ogenblik van het ontslag is de uitbetaling van het bedrag van |
| respectievelijk 123,95 EUR of 247,89 EUR aldus een definitieve | respectievelijk 123,95 EUR of 247,89 EUR aldus een definitieve |
| afrekening. | afrekening. |
| Voor de rechthebbenden ouder dan 35 jaar op het ogenblik van het | Voor de rechthebbenden ouder dan 35 jaar op het ogenblik van het |
| ontslag wordt per bewezen bijkomende periode van 3 maanden | ontslag wordt per bewezen bijkomende periode van 3 maanden |
| ononderbroken uitkeringsgerechtigde werkloosheid een forfaitaire | ononderbroken uitkeringsgerechtigde werkloosheid een forfaitaire |
| uitbetaling van maximum 247,89 EUR toegekend tot het recht in de | uitbetaling van maximum 247,89 EUR toegekend tot het recht in de |
| leeftijdscategorie waartoe zij behoren, uitgeput is. | leeftijdscategorie waartoe zij behoren, uitgeput is. |
| Voor de rechthebbenden ouder dan 50 jaar en voor zover de wettelijke | Voor de rechthebbenden ouder dan 50 jaar en voor zover de wettelijke |
| pensioenleeftijd niet werd bereikt, wordt dezelfde betalingswijze | pensioenleeftijd niet werd bereikt, wordt dezelfde betalingswijze |
| toegepast tot op het ogenblik dat het totaal uitbetaalde bedrag | toegepast tot op het ogenblik dat het totaal uitbetaalde bedrag |
| 1.239,47 EUR bedraagt. | 1.239,47 EUR bedraagt. |
| Indien er nog een saldo overblijft, en voorzover de wettelijke | Indien er nog een saldo overblijft, en voorzover de wettelijke |
| pensioenleeftijd niet werd bereikt, wordt vervolgens per bewezen | pensioenleeftijd niet werd bereikt, wordt vervolgens per bewezen |
| bijkomende periode van 1 jaar ononderbroken uitkeringsgerechtigde | bijkomende periode van 1 jaar ononderbroken uitkeringsgerechtigde |
| werkloosheid een forfaitaire uitbetaling van 247,89 EUR per jaar | werkloosheid een forfaitaire uitbetaling van 247,89 EUR per jaar |
| toegekend, tot het maximaal recht uitgeput is. | toegekend, tot het maximaal recht uitgeput is. |
| Enkel de rechthebbenden, die aanspraak konden maken op het verhoogde | Enkel de rechthebbenden, die aanspraak konden maken op het verhoogde |
| bedrag van 3.718,40 EUR, bedoeld in punt 2 hiervoor en die op het | bedrag van 3.718,40 EUR, bedoeld in punt 2 hiervoor en die op het |
| ogenblik van hun ontslag een sectoranciënniteit van 20 jaar kunnen | ogenblik van hun ontslag een sectoranciënniteit van 20 jaar kunnen |
| bewijzen, kunnen bovendien, met betrekking tot het jaar waarin de | bewijzen, kunnen bovendien, met betrekking tot het jaar waarin de |
| wettelijke pensioenleeftijd wordt bereikt, en voorzover er nog | wettelijke pensioenleeftijd wordt bereikt, en voorzover er nog |
| voldoende saldo overblijft ten opzichte van het maximaal bedrag, | voldoende saldo overblijft ten opzichte van het maximaal bedrag, |
| aanspraak maken op een éénmalig bedrag van maximaal 495,79 EUR. | aanspraak maken op een éénmalig bedrag van maximaal 495,79 EUR. |
| 4) Er worden geen andere dan de forfaitaire bedragen van 123,95 EUR, | 4) Er worden geen andere dan de forfaitaire bedragen van 123,95 EUR, |
| 247,89 EUR of 495,79 EUR toegekend, dit wil zeggen dat een werknemer | 247,89 EUR of 495,79 EUR toegekend, dit wil zeggen dat een werknemer |
| die een langere inactiviteitduur dan de vereiste minimumduur kan | die een langere inactiviteitduur dan de vereiste minimumduur kan |
| bewijzen doch een niet voldoende lange periode voor een hoger bedrag, | bewijzen doch een niet voldoende lange periode voor een hoger bedrag, |
| geen recht zal hebben op een bijkomend bedrag. | geen recht zal hebben op een bijkomend bedrag. |
| 5) Het bereiken van de minimumleeftijd, vereist voor een hogere | 5) Het bereiken van de minimumleeftijd, vereist voor een hogere |
| leeftijdscategorie, tijdens een periode van uitkering van de | leeftijdscategorie, tijdens een periode van uitkering van de |
| bijkomende uitkering voor bestaanszekerheid, veroorzaakt geen | bijkomende uitkering voor bestaanszekerheid, veroorzaakt geen |
| wijziging aan het maximaal recht van belanghebbende. | wijziging aan het maximaal recht van belanghebbende. |
| § 2. Voor de rechthebbenden, overeenkomstig artikel 2, § 2, van de | § 2. Voor de rechthebbenden, overeenkomstig artikel 2, § 2, van de |
| huidige collectieve arbeidsovereenkomst wordt het bedrag van de | huidige collectieve arbeidsovereenkomst wordt het bedrag van de |
| bijkomende uitkering voor bestaanszekerheid forfaitair vastgesteld op | bijkomende uitkering voor bestaanszekerheid forfaitair vastgesteld op |
| een éénmalig bedrag van 495,79 EUR, ongeacht de leeftijd. | een éénmalig bedrag van 495,79 EUR, ongeacht de leeftijd. |
Art. 4.§ 1. Het recht op een bijkomende uitkering voor |
Art. 4.§ 1. Het recht op een bijkomende uitkering voor |
| bestaanszekerheid na ontslag wordt slechts éénmaal toegekend tijdens | bestaanszekerheid na ontslag wordt slechts éénmaal toegekend tijdens |
| de loopbaan van de werknemer. | de loopbaan van de werknemer. |
| Dit principe geldt zowel voor de arbeid(st)ers die hun rechten putten | Dit principe geldt zowel voor de arbeid(st)ers die hun rechten putten |
| uit deze collectieve arbeidsovereenkomst als voor de arbeid(st)ers die | uit deze collectieve arbeidsovereenkomst als voor de arbeid(st)ers die |
| reeds rechten hebben laten gelden op de bijkomende uitkering voor | reeds rechten hebben laten gelden op de bijkomende uitkering voor |
| bestaanszekerheid, voorzien bij eerdere, niet meer van toepassing | bestaanszekerheid, voorzien bij eerdere, niet meer van toepassing |
| zijnde collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende een bijkomende | zijnde collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende een bijkomende |
| uitkering voor bestaanszekerheid, met name deze van 14 april 1987, | uitkering voor bestaanszekerheid, met name deze van 14 april 1987, |
| gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, | gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, |
| algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 december | algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 december |
| 1987 en deze van 3 juli 1991, algemeen verbindend verklaard bij | 1987 en deze van 3 juli 1991, algemeen verbindend verklaard bij |
| koninklijk besluit van 22 oktober 1992, laatst gewijzigd bij | koninklijk besluit van 22 oktober 1992, laatst gewijzigd bij |
| collectieve arbeidsovereenkomst van 24 maart 1995. | collectieve arbeidsovereenkomst van 24 maart 1995. |
| § 2. Rechten toegekend op grond van de in § 1 bedoelde niet meer van | § 2. Rechten toegekend op grond van de in § 1 bedoelde niet meer van |
| kracht zijnde collectieve arbeidsovereenkomsten van 14 april 1987 en | kracht zijnde collectieve arbeidsovereenkomsten van 14 april 1987 en |
| van 3 juli 1991, laatst gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst | van 3 juli 1991, laatst gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst |
| van 24 maart 1995, kunnen niet meer worden ingeroepen voor periodes | van 24 maart 1995, kunnen niet meer worden ingeroepen voor periodes |
| van werkloosheid na 30 september 1997, behalve wanneer de | van werkloosheid na 30 september 1997, behalve wanneer de |
| rechthebbende sedert het ontstaan van het recht ononderbroken | rechthebbende sedert het ontstaan van het recht ononderbroken |
| uitkeringsgerechtigd werkloos is gebleven. | uitkeringsgerechtigd werkloos is gebleven. |
| Vanaf 1 oktober 1997 kunnen nieuwe uitbetalingen in het kader van de | Vanaf 1 oktober 1997 kunnen nieuwe uitbetalingen in het kader van de |
| bijkomende uitkering voor bestaanszekerheid enkel nog gebeuren op | bijkomende uitkering voor bestaanszekerheid enkel nog gebeuren op |
| grond van rechten, ontstaan uit de toepassing van onderhavige | grond van rechten, ontstaan uit de toepassing van onderhavige |
| collectieve arbeidsovereenkomst. | collectieve arbeidsovereenkomst. |
| § 3. In afwijking van de paragrafen 1 en 2 hiervoor kunnen, tijdens de | § 3. In afwijking van de paragrafen 1 en 2 hiervoor kunnen, tijdens de |
| geldigheidsduur van deze collectieve arbeidsovereenkomst ontslagen | geldigheidsduur van deze collectieve arbeidsovereenkomst ontslagen |
| werknemers die op het ogenblik van hun ontslag voldoen aan alle | werknemers die op het ogenblik van hun ontslag voldoen aan alle |
| voorwaarden, bepaald bij deze collectieve arbeidsovereenkomst, | voorwaarden, bepaald bij deze collectieve arbeidsovereenkomst, |
| ingevolge een tweede ontslag toch aanspraak maken op een bijkomende | ingevolge een tweede ontslag toch aanspraak maken op een bijkomende |
| uitkering voor bestaanszekerheid, waarvan het bedrag wordt berekend | uitkering voor bestaanszekerheid, waarvan het bedrag wordt berekend |
| als volgt. | als volgt. |
| Het bedrag waarop de in deze paragraaf bedoelde werknemers eventueel | Het bedrag waarop de in deze paragraaf bedoelde werknemers eventueel |
| nog kunnen aanspraak maken wordt beperkt tot het verschil tussen het | nog kunnen aanspraak maken wordt beperkt tot het verschil tussen het |
| in artikel 3 van de huidige collectieve arbeidsovereenkomst voor hun | in artikel 3 van de huidige collectieve arbeidsovereenkomst voor hun |
| categorie voorziene bedrag, verminderd met het totaal bedrag van | categorie voorziene bedrag, verminderd met het totaal bedrag van |
| eerder genoten bijzondere uitkeringen voor bestaanszekerheid tijdens | eerder genoten bijzondere uitkeringen voor bestaanszekerheid tijdens |
| hun loopbaan in de kleding- en confectienijverheid. | hun loopbaan in de kleding- en confectienijverheid. |
| § 4. Wanneer de ontslagen werknemer op het ogenblik van het ontslag | § 4. Wanneer de ontslagen werknemer op het ogenblik van het ontslag |
| ouder is dan 50 jaar dan wordt paragraaf 3 hiervoor toegepast, | ouder is dan 50 jaar dan wordt paragraaf 3 hiervoor toegepast, |
| ongeacht het aantal maal dat betrokkene tijdens zijn loopbaan werd | ongeacht het aantal maal dat betrokkene tijdens zijn loopbaan werd |
| ontslagen, maar wel rekening houdend met het totaal bedrag van de | ontslagen, maar wel rekening houdend met het totaal bedrag van de |
| eerder genoten bijkomende uitkeringen voor bestaanszekerheid tijdens | eerder genoten bijkomende uitkeringen voor bestaanszekerheid tijdens |
| de gehele loopbaan in de kleding- en confectienijverheid. | de gehele loopbaan in de kleding- en confectienijverheid. |
| § 5. Zelfs in geval van toepassing van de paragrafen 3 of 4 hiervoor | § 5. Zelfs in geval van toepassing van de paragrafen 3 of 4 hiervoor |
| kan, voor de berekening van de in artikel 2 van onderhavige | kan, voor de berekening van de in artikel 2 van onderhavige |
| collectieve arbeidsovereenkomst voorziene anciënniteitsvoorwaarden, | collectieve arbeidsovereenkomst voorziene anciënniteitsvoorwaarden, |
| eenzelfde periode van tewerkstelling nooit meer dan eenmaal in | eenzelfde periode van tewerkstelling nooit meer dan eenmaal in |
| aanmerking worden genomen. | aanmerking worden genomen. |
| HOOFDSTUK II. - Bijzondere stelsels | HOOFDSTUK II. - Bijzondere stelsels |
Art. 5.§ 1er. In afwijking van de artikelen 3 en 4 hiervoor en |
Art. 5.§ 1er. In afwijking van de artikelen 3 en 4 hiervoor en |
| overeenkomstig artikel 15 van de sectorale collectieve | overeenkomstig artikel 15 van de sectorale collectieve |
| arbeidsovereenkomst van 22 mei 2001, houdende akkoord van sociale | arbeidsovereenkomst van 22 mei 2001, houdende akkoord van sociale |
| vrede 2001-2002, zal een bijzondere aanvullende vergoeding bij de | vrede 2001-2002, zal een bijzondere aanvullende vergoeding bij de |
| werkloosheidsuitkering worden toegekend door het "Sociaal | werkloosheidsuitkering worden toegekend door het "Sociaal |
| Waarborgfonds voor de kleding- en confectienijverheid" aan | Waarborgfonds voor de kleding- en confectienijverheid" aan |
| arbeid(st)ers die voldoen aan de volgende cumulatieve voorwaarden : | arbeid(st)ers die voldoen aan de volgende cumulatieve voorwaarden : |
| - onvrijwillig werkloos geworden zijn, met uitsluiting van ontslag om | - onvrijwillig werkloos geworden zijn, met uitsluiting van ontslag om |
| dringende redenen; | dringende redenen; |
| - de leeftijd van 54 jaar hebben bereikt tijdens de duurtijd van de | - de leeftijd van 54 jaar hebben bereikt tijdens de duurtijd van de |
| arbeidsovereenkomst en deze collectieve arbeidsovereenkomst; | arbeidsovereenkomst en deze collectieve arbeidsovereenkomst; |
| - 40 jaar contractuele tewerkstelling of gelijkstellingen aanvaard | - 40 jaar contractuele tewerkstelling of gelijkstellingen aanvaard |
| door de raad van bestuur van het "Sociaal Waarborgfonds voor de | door de raad van bestuur van het "Sociaal Waarborgfonds voor de |
| kleding- en confectienijverheid" kunnen aantonen bij één of meerdere | kleding- en confectienijverheid" kunnen aantonen bij één of meerdere |
| werkgevers, ressorterend onder het Paritair Comité voor het kleding- | werkgevers, ressorterend onder het Paritair Comité voor het kleding- |
| en confectiebedrijf. | en confectiebedrijf. |
| De belanghebbende dient aan het "Sociaal Waarborgfonds voor de | De belanghebbende dient aan het "Sociaal Waarborgfonds voor de |
| kleding- en confectienijverheid" alle noodzakelijke documenten voor te | kleding- en confectienijverheid" alle noodzakelijke documenten voor te |
| leggen die zijn of haar aanspraak op de bedoelde bijzondere uitkering | leggen die zijn of haar aanspraak op de bedoelde bijzondere uitkering |
| kunnen staven. | kunnen staven. |
| Bij gebrek aan de nodige arbeidsdagen in de zin van de sociale | Bij gebrek aan de nodige arbeidsdagen in de zin van de sociale |
| zekerheidswetgeving zal de belanghebbende de eventuele perioden van | zekerheidswetgeving zal de belanghebbende de eventuele perioden van |
| schorsing van de arbeidsovereenkomst dienen aan te geven, teneinde | schorsing van de arbeidsovereenkomst dienen aan te geven, teneinde |
| eventuele gelijkstellingen te kunnen laten gelden. | eventuele gelijkstellingen te kunnen laten gelden. |
| § 2. Aan de voorwaarde van 40 jaar contractuele tewerkstelling is niet | § 2. Aan de voorwaarde van 40 jaar contractuele tewerkstelling is niet |
| voldaan zodra één van de hierna volgende situaties zich voordoet : | voldaan zodra één van de hierna volgende situaties zich voordoet : |
| - minder dan 30 jaar verbonden geweest zijn door een | - minder dan 30 jaar verbonden geweest zijn door een |
| arbeidsovereenkomst met één of meer ondernemingen ressorterend onder | arbeidsovereenkomst met één of meer ondernemingen ressorterend onder |
| het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf; | het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf; |
| - minder dan 35 jaar verbonden geweest zijn door een | - minder dan 35 jaar verbonden geweest zijn door een |
| arbeidsovereenkomst; | arbeidsovereenkomst; |
| - meer dan 5 jaar in de loopbaan geen effectieve arbeidsprestaties | - meer dan 5 jaar in de loopbaan geen effectieve arbeidsprestaties |
| hebben verricht om redenen, andere dan werkloosheid om economische | hebben verricht om redenen, andere dan werkloosheid om economische |
| redenen in de zin van artikel 51 van de wet van 3 juli 1978 | redenen in de zin van artikel 51 van de wet van 3 juli 1978 |
| betreffende de arbeidsovereenkomsten; | betreffende de arbeidsovereenkomsten; |
| - meer dan één jaar afwezigheid op het werk wegens | - meer dan één jaar afwezigheid op het werk wegens |
| arbeidsongeschiktheid ingevolge ziekte tijdens de vijf jaar | arbeidsongeschiktheid ingevolge ziekte tijdens de vijf jaar |
| voorafgaand aan het ontslag. | voorafgaand aan het ontslag. |
| § 3. De raad van bestuur van het "Sociaal Waarborgfonds voor de | § 3. De raad van bestuur van het "Sociaal Waarborgfonds voor de |
| kleding- en confectienijverheid" kan beslissen over elk ingediend | kleding- en confectienijverheid" kan beslissen over elk ingediend |
| dossier, desgevallend na bijkomende inlichtingen te hebben opgevraagd. | dossier, desgevallend na bijkomende inlichtingen te hebben opgevraagd. |
Art. 6.In afwijking van de artikelen 3 en 4 hiervoor en |
Art. 6.In afwijking van de artikelen 3 en 4 hiervoor en |
| overeenkomstig artikel 16 van de sectorale collectieve | overeenkomstig artikel 16 van de sectorale collectieve |
| arbeidsovereenkomst van 22 mei 2001, houdende akkoord van sociale | arbeidsovereenkomst van 22 mei 2001, houdende akkoord van sociale |
| vrede 2001-2002, kan een bijzondere aanvullende vergoeding bij de | vrede 2001-2002, kan een bijzondere aanvullende vergoeding bij de |
| werkloosheidsuitkering of bij de uitkering wegens ziekte of | werkloosheidsuitkering of bij de uitkering wegens ziekte of |
| invaliditeit worden toegekend door het "Sociaal Waarborgfonds voor de | invaliditeit worden toegekend door het "Sociaal Waarborgfonds voor de |
| kleding- en confectienijverheid" aan sommige arbeid(st)ers indien is | kleding- en confectienijverheid" aan sommige arbeid(st)ers indien is |
| voldaan aan de volgende cumulatieve voorwaarden : | voldaan aan de volgende cumulatieve voorwaarden : |
| - onvrijwillig werkloos, ziek of invalide geworden zijn en de leeftijd | - onvrijwillig werkloos, ziek of invalide geworden zijn en de leeftijd |
| van 52 jaar hebben bereikt tijdens de duurtijd van de | van 52 jaar hebben bereikt tijdens de duurtijd van de |
| arbeidsovereenkomst en deze collectieve arbeidsovereenkomst; | arbeidsovereenkomst en deze collectieve arbeidsovereenkomst; |
| - een anciënniteit van 25 jaar contractuele tewerkstelling kunnen | - een anciënniteit van 25 jaar contractuele tewerkstelling kunnen |
| aantonen bij één of meerdere werkgevers, ressorterend onder het | aantonen bij één of meerdere werkgevers, ressorterend onder het |
| Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf; | Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf; |
| - niet herinschakelbaar of herplaatsbaar zijn op het vlak van de | - niet herinschakelbaar of herplaatsbaar zijn op het vlak van de |
| onderneming; | onderneming; |
| - een schriftelijke verklaring van de laatste werkgever voorleggen | - een schriftelijke verklaring van de laatste werkgever voorleggen |
| waarin deze de medische en/of arbeidsorganisatorische redenen | waarin deze de medische en/of arbeidsorganisatorische redenen |
| motiveert die aan de grondslag liggen van het ontslag; | motiveert die aan de grondslag liggen van het ontslag; |
| - erkend worden als "werknemer in moeilijkheden" door de raad van | - erkend worden als "werknemer in moeilijkheden" door de raad van |
| bestuur van het "Sociaal waarborgfonds voor de kleding- en | bestuur van het "Sociaal waarborgfonds voor de kleding- en |
| confectienijverheid". | confectienijverheid". |
| De raad van bestuur van het "Sociaal Waarborgfonds voor de kleding- en | De raad van bestuur van het "Sociaal Waarborgfonds voor de kleding- en |
| confectienijverheid" bepaalt de regels voor de toepassing van deze | confectienijverheid" bepaalt de regels voor de toepassing van deze |
| voorwaarden. | voorwaarden. |
Art. 7.Het bedrag van de aanvullende vergoeding, bedoeld in artikel 5 |
Art. 7.Het bedrag van de aanvullende vergoeding, bedoeld in artikel 5 |
| en 6, bedraagt 74,37 EUR (3 000 BEF) per maand op voltijdse basis. | en 6, bedraagt 74,37 EUR (3 000 BEF) per maand op voltijdse basis. |
| Deze aanvullende vergoeding kan herzien worden wanneer de sociale of | Deze aanvullende vergoeding kan herzien worden wanneer de sociale of |
| fiscale wetgeving wijzigen en aldus de kosten voor het "Sociaal | fiscale wetgeving wijzigen en aldus de kosten voor het "Sociaal |
| Waarborgfonds voor de kleding- en confectienijverheid" toenemen. | Waarborgfonds voor de kleding- en confectienijverheid" toenemen. |
| HOOFDSTUK III. - Algemene bepalingen | HOOFDSTUK III. - Algemene bepalingen |
Art. 8.De hiernavolgende artikelen hebben zowel betrekking op het |
Art. 8.De hiernavolgende artikelen hebben zowel betrekking op het |
| algemeen stelsel in hoofdstuk I van deze collectieve | algemeen stelsel in hoofdstuk I van deze collectieve |
| arbeidsovereenkomst als op de bijzondere stelsels in hoofdstuk II van | arbeidsovereenkomst als op de bijzondere stelsels in hoofdstuk II van |
| deze collectieve arbeidsovereenkomst. | deze collectieve arbeidsovereenkomst. |
Art. 9.Volledig en onvrijwillig uitkeringsgerechtigde werklozen die |
Art. 9.Volledig en onvrijwillig uitkeringsgerechtigde werklozen die |
| ontslagen werden uit een deeltijdse betrekking hebben onder dezelfde | ontslagen werden uit een deeltijdse betrekking hebben onder dezelfde |
| voorwaarden recht als volledig en onvrijwillig werklozen die ontslagen | voorwaarden recht als volledig en onvrijwillig werklozen die ontslagen |
| werden uit een voltijdse betrekking doch slechts ten belope van de | werden uit een voltijdse betrekking doch slechts ten belope van de |
| verhouding tussen het aantal uren prestaties vermeld in de | verhouding tussen het aantal uren prestaties vermeld in de |
| arbeidsovereenkomst en de voltijdse tewerkstelling in het kleding- en | arbeidsovereenkomst en de voltijdse tewerkstelling in het kleding- en |
| confectiebedrijf. | confectiebedrijf. |
Art. 10.Het aanvraagformulier moet binnen de 3 jaar, te rekenen vanaf |
Art. 10.Het aanvraagformulier moet binnen de 3 jaar, te rekenen vanaf |
| de eerste vergoede werkloosheidsdag van belanghebbende, ingediend | de eerste vergoede werkloosheidsdag van belanghebbende, ingediend |
| worden bij het "Sociaal Waarborgfonds van de kleding- en | worden bij het "Sociaal Waarborgfonds van de kleding- en |
| confectienijverheid" om recht te verkrijgen op de bijkomende uitkering | confectienijverheid" om recht te verkrijgen op de bijkomende uitkering |
| voor bestaanszekerheid. | voor bestaanszekerheid. |
| Aanvragen die na deze termijn worden ingediend, zijn onontvankelijk. | Aanvragen die na deze termijn worden ingediend, zijn onontvankelijk. |
Art. 11.Alleen betwistingen in verband met de bepalingen van deze |
Art. 11.Alleen betwistingen in verband met de bepalingen van deze |
| collectieve arbeidsovereenkomst kunnen voorgelegd worden aan de raad | collectieve arbeidsovereenkomst kunnen voorgelegd worden aan de raad |
| van bestuur van het "Sociaal Waarborgfonds voor de kleding- en | van bestuur van het "Sociaal Waarborgfonds voor de kleding- en |
| confectienijverheid". | confectienijverheid". |
| Verzoeken tot afwijking van de voorwaarden bepaald bij onderhavige | Verzoeken tot afwijking van de voorwaarden bepaald bij onderhavige |
| collectieve arbeidsovereenkomst zijn niet ontvankelijk. | collectieve arbeidsovereenkomst zijn niet ontvankelijk. |
Art. 12.Indien het stelsel - zoals het in onderhavige collectieve |
Art. 12.Indien het stelsel - zoals het in onderhavige collectieve |
| arbeidsovereenkomst wordt bepaald - van 1 januari 2001 tot 31 december | arbeidsovereenkomst wordt bepaald - van 1 januari 2001 tot 31 december |
| 2002 aanleiding geeft tot meer uitgaven dan de voorziene | 2002 aanleiding geeft tot meer uitgaven dan de voorziene |
| financieringsmiddelen - zijnde de bijdragen aan het "Sociaal | financieringsmiddelen - zijnde de bijdragen aan het "Sociaal |
| Waarborgfonds voor de kleding- en confectienijverheid" ten belope van | Waarborgfonds voor de kleding- en confectienijverheid" ten belope van |
| 0,3 pct. op de sectoriële loonmassa - zal onderhavige collectieve | 0,3 pct. op de sectoriële loonmassa - zal onderhavige collectieve |
| arbeidsovereenkomst niet verlengd worden na 31 december 2002 met | arbeidsovereenkomst niet verlengd worden na 31 december 2002 met |
| dezelfde inhoud. | dezelfde inhoud. |
Art. 13.Onderhandelingen betreffende het toekennen van bijkomende |
Art. 13.Onderhandelingen betreffende het toekennen van bijkomende |
| voordelen bovenop de bijkomende uitkering voor bestaanszekerheid mogen | voordelen bovenop de bijkomende uitkering voor bestaanszekerheid mogen |
| niet opgelegd worden aan een onderneming die tot ontslagen overgaat. | niet opgelegd worden aan een onderneming die tot ontslagen overgaat. |
| De werknemersvertegenwoordigers behouden de mogelijkheid | De werknemersvertegenwoordigers behouden de mogelijkheid |
| bovenwettelijke voordelen te vragen. | bovenwettelijke voordelen te vragen. |
Art. 14.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met |
Art. 14.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met |
| ingang van 1 april 2001 en treedt buiten werking op 31 december 2002. | ingang van 1 april 2001 en treedt buiten werking op 31 december 2002. |
| Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve | Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve |
| arbeidsovereenkomst van 17 juni 1997 betreffende de bijkomende | arbeidsovereenkomst van 17 juni 1997 betreffende de bijkomende |
| uitkering voor bestaanszekerheid, algemeen verbindend verklaard bij | uitkering voor bestaanszekerheid, algemeen verbindend verklaard bij |
| koninklijk besluit van 11 juli 2001, verlengd bij collectieve | koninklijk besluit van 11 juli 2001, verlengd bij collectieve |
| arbeidsovereenkomst van 28 april 1999, en bij collectieve | arbeidsovereenkomst van 28 april 1999, en bij collectieve |
| arbeidsovereenkomst van 22 mei 2001, houdende akkoord van sociale | arbeidsovereenkomst van 22 mei 2001, houdende akkoord van sociale |
| vrede 2001-2002. | vrede 2001-2002. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 6 december | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 6 december |
| 2002. | 2002. |
| De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
| Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |