Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 05/09/2001
← Terug naar "Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juni 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de vezelcement, betreffende het protocol van nationaal akkoord voor de jaren 1999-2000 "
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juni 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de vezelcement, betreffende het protocol van nationaal akkoord voor de jaren 1999-2000 Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juni 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de vezelcement, betreffende het protocol van nationaal akkoord voor de jaren 1999-2000
MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID
5 SEPTEMBER 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend 5 SEPTEMBER 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend
wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juni 1999, wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juni 1999,
gesloten in het Paritair Subcomité voor de vezelcement, betreffende gesloten in het Paritair Subcomité voor de vezelcement, betreffende
het protocol van nationaal akkoord voor de jaren 1999-2000 (1) het protocol van nationaal akkoord voor de jaren 1999-2000 (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel
28; 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de vezelcement; Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de vezelcement;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juni 1999, gesloten overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juni 1999, gesloten
in het Paritair Subcomité voor de vezelcement, betreffende het in het Paritair Subcomité voor de vezelcement, betreffende het
protocol van nationaal akkoord voor de jaren 1999-2000. protocol van nationaal akkoord voor de jaren 1999-2000.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering

van dit besluit. van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 5 september 2001. Gegeven te Brussel, 5 september 2001.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Werkgelegenheid, De Minister van Werkgelegenheid,
Mevr. L. ONKELINX Mevr. L. ONKELINX
_______ _______
Nota Nota
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Bijlage
Paritair Subcomité voor de vezelcement Paritair Subcomité voor de vezelcement
Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juni 1999 Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juni 1999
Protocol van nationaal akkoord voor de jaren 1999-2000 Protocol van nationaal akkoord voor de jaren 1999-2000
(Overeenkomst geregistreerd op 14 juli 1999 onder het nummer (Overeenkomst geregistreerd op 14 juli 1999 onder het nummer
51480/COF/106.03) 51480/COF/106.03)
Brugpensioen vanaf 58 jaar Brugpensioen vanaf 58 jaar

Artikel 1.De collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 1988 en

Artikel 1.De collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 1988 en

7 maart 1989 (registratienummer 23.298) betreffende het conventioneel 7 maart 1989 (registratienummer 23.298) betreffende het conventioneel
brugpensioen, verlengd door de collectieve arbeidsovereenkomsten van brugpensioen, verlengd door de collectieve arbeidsovereenkomsten van
17 april 1991 (registratienummer 27.425), 18 maart 1993 17 april 1991 (registratienummer 27.425), 18 maart 1993
(registratienummer 33.272), 22 maart 1995 (registratienummer 37.787) (registratienummer 33.272), 22 maart 1995 (registratienummer 37.787)
en 6 juni 1997 (registratienummer 44.291), wordt verder verlengd tot en 6 juni 1997 (registratienummer 44.291), wordt verder verlengd tot
en met 31 maart 2001. en met 31 maart 2001.
Brugpensioen vanaf 56 jaar met 20 jaar ploegenarbeid met nachtdienst, Brugpensioen vanaf 56 jaar met 20 jaar ploegenarbeid met nachtdienst,
waarvan 10 jaar in de sector waarvan 10 jaar in de sector

Art. 2.Aansluitend bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 22

Art. 2.Aansluitend bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 22

maart 1995 (registratienummer 37.788), betreffende het protocol van maart 1995 (registratienummer 37.788), betreffende het protocol van
nationaal akkoord voor de jaren 1995-1996, en de collectieve nationaal akkoord voor de jaren 1995-1996, en de collectieve
arbeidsovereenkomst van 6 juni 1997, betreffende het protocol van arbeidsovereenkomst van 6 juni 1997, betreffende het protocol van
nationaal akkoord voor de jaren 1997-1998 (registratienummer 44.291), nationaal akkoord voor de jaren 1997-1998 (registratienummer 44.291),
wordt de brugpensioenleeftijd verlaagd tot 56 jaar voor arbeid(st)ers wordt de brugpensioenleeftijd verlaagd tot 56 jaar voor arbeid(st)ers
met een beroepsloopbaan als loontrekkende van 33 jaar en 20 jaar met een beroepsloopbaan als loontrekkende van 33 jaar en 20 jaar
ploegenarbeid met nachtdienst, waarvan 10 jaar in de sector, en dit ploegenarbeid met nachtdienst, waarvan 10 jaar in de sector, en dit
tot en met 31 maart 2001. tot en met 31 maart 2001.
Halftijds brugpensioen vanaf 55 jaar Halftijds brugpensioen vanaf 55 jaar

Art. 3.Aansluitend bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 22

Art. 3.Aansluitend bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 22

maart 1995 (registratienummer 37.788), betreffende het protocol van maart 1995 (registratienummer 37.788), betreffende het protocol van
nationaal akkoord voor de jaren 1995-1996, die voltijds brugpensioen nationaal akkoord voor de jaren 1995-1996, die voltijds brugpensioen
voorzag vanaf 55 jaar met een anciënniteit van 33 jaar, en de voorzag vanaf 55 jaar met een anciënniteit van 33 jaar, en de
collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juni 1997, betreffende het collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juni 1997, betreffende het
protocol van nationaal akkoord voor de jaren 1997-1998 protocol van nationaal akkoord voor de jaren 1997-1998
(registratienummer 44.291), hebben de arbeid(st)ers de mogelijkheid op (registratienummer 44.291), hebben de arbeid(st)ers de mogelijkheid op
halftijds brugpensioen vanaf 55 jaar mits een beroepsloopbaan als halftijds brugpensioen vanaf 55 jaar mits een beroepsloopbaan als
loontrekkende van 25 jaar, waarvan 10 jaar in de sector, en dit tot en loontrekkende van 25 jaar, waarvan 10 jaar in de sector, en dit tot en
met 31 maart 2001. met 31 maart 2001.
Vervroegd uittreden vanaf 55 jaar Vervroegd uittreden vanaf 55 jaar

Art. 4.Arbeid(st)ers die ontslagen worden om economische of

Art. 4.Arbeid(st)ers die ontslagen worden om economische of

technische redenen en die de leeftijd van 55 jaar bereikt hebben, technische redenen en die de leeftijd van 55 jaar bereikt hebben,
genieten een extra legale bestaanszekerheidvergoeding indien: genieten een extra legale bestaanszekerheidvergoeding indien:
1. de werknemer op datum van uitdiensttreding de leeftijd van 55 jaar 1. de werknemer op datum van uitdiensttreding de leeftijd van 55 jaar
bereikt heeft; bereikt heeft;
2. de werknemer blootgesteld is geweest aan het beroepsrisico asbest, 2. de werknemer blootgesteld is geweest aan het beroepsrisico asbest,
volgens modaliteiten bepaald in de respectievelijke volgens modaliteiten bepaald in de respectievelijke
ondernemings-CAO's. ondernemings-CAO's.
De opzegtermijn, die in de onderneming van toepassing is bij De opzegtermijn, die in de onderneming van toepassing is bij
afdanking, dient te worden gepresteerd. afdanking, dient te worden gepresteerd.
Het bedrag van de bestaanszekerheidvergoeding wordt vastgelegd volgens Het bedrag van de bestaanszekerheidvergoeding wordt vastgelegd volgens
de modaliteiten, bepaald in de respectievelijke ondernemings-CAO's. de modaliteiten, bepaald in de respectievelijke ondernemings-CAO's.
Op het ogenblik van de uitdiensttreding zal een individuele berekening Op het ogenblik van de uitdiensttreding zal een individuele berekening
worden opgemaakt van de bijkomende bestaanszekerheidvergoeding. Deze worden opgemaakt van de bijkomende bestaanszekerheidvergoeding. Deze
vergoeding kan niet meer worden gewijzigd, behoudens wanneer en zoals vergoeding kan niet meer worden gewijzigd, behoudens wanneer en zoals
de sociale uitkeringen geïndexeerd worden. de sociale uitkeringen geïndexeerd worden.
De aanvullende vergoeding zal enkel en alleen worden toegekend indien De aanvullende vergoeding zal enkel en alleen worden toegekend indien
betrokkene recht heeft op werkloosheidsuitkeringen en wordt betrokkene recht heeft op werkloosheidsuitkeringen en wordt
gegarandeerd tot betrokkene het rustpensioen heeft verkregen en is gegarandeerd tot betrokkene het rustpensioen heeft verkregen en is
niet cumuleerbaar met brugpensioenvergoedingen of collectieve niet cumuleerbaar met brugpensioenvergoedingen of collectieve
arbeidsovereenkomst nr. 46. arbeidsovereenkomst nr. 46.
Werknemers die méér dan 1 jaar afwezig zijn wegens ziekte komen voor Werknemers die méér dan 1 jaar afwezig zijn wegens ziekte komen voor
deze uittreding niet in aanmerking, indien zij niet kunnen presteren deze uittreding niet in aanmerking, indien zij niet kunnen presteren
gedurende de opzegtermijn. gedurende de opzegtermijn.
De uitgekeerde bedragen zijn onderworpen aan fiscale inhoudingen. De uitgekeerde bedragen zijn onderworpen aan fiscale inhoudingen.
De kost voor deze verbintenis zal in de kost van de sectoriële De kost voor deze verbintenis zal in de kost van de sectoriële
collectieve arbeidsovereenkomst van de sector vezelcement 1999-2000 collectieve arbeidsovereenkomst van de sector vezelcement 1999-2000
worden opgenomen. worden opgenomen.
De kosten van de voortzetting van deze verbintenis zal ook in de De kosten van de voortzetting van deze verbintenis zal ook in de
collectieve arbeidsovereenkomsten van na 2000 worden verrekend. Dit collectieve arbeidsovereenkomsten van na 2000 worden verrekend. Dit
geldt dus voor de arbeid(st)ers die na 31 december 2000 kunnen geldt dus voor de arbeid(st)ers die na 31 december 2000 kunnen
uittreden. uittreden.
Op 1 november 2000 zal een evaluatie gebeuren van de werkelijke Op 1 november 2000 zal een evaluatie gebeuren van de werkelijke
tegenover de voorziene kostprijs van deze regeling. tegenover de voorziene kostprijs van deze regeling.
Een eventueel batig saldo zal omgezet worden in een verhoging van de Een eventueel batig saldo zal omgezet worden in een verhoging van de
koopkracht. koopkracht.
Verbetering collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 Verbetering collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46

Art. 5.De wettelijke vergoeding ter aanvulling van de

Art. 5.De wettelijke vergoeding ter aanvulling van de

werkloosheidsuitkeringen, die toegekend wordt in het kader van deze werkloosheidsuitkeringen, die toegekend wordt in het kader van deze
collectieve arbeidsovereenkomst, wordt opgetrokken tot 5 000 BEF, niet collectieve arbeidsovereenkomst, wordt opgetrokken tot 5 000 BEF, niet
geïndexeerd, en dit gedurende maximum zestig maanden. geïndexeerd, en dit gedurende maximum zestig maanden.
Koopkracht Koopkracht

Art. 6.De uurlonen worden verhoogd met:

Art. 6.De uurlonen worden verhoogd met:

1 pct. op 1 juli 1999; 1 pct. op 1 juli 1999;
1 pct. op 1 juli 2000. 1 pct. op 1 juli 2000.
S V K zal 80 pct. van deze laatste 1 pct. reserveren voor herziening S V K zal 80 pct. van deze laatste 1 pct. reserveren voor herziening
van loonclassificatie en premies. van loonclassificatie en premies.
Risicogroepen Risicogroepen

Art. 7.In het kader van de verlenging van het interprofessioneel

Art. 7.In het kader van de verlenging van het interprofessioneel

akkoord 1995-1996 en 1997-1998, wordt de vastgelegde 0,10 pct. akkoord 1995-1996 en 1997-1998, wordt de vastgelegde 0,10 pct.
inspanning voor de risicogroepen voor 1999 en 2000 naar analogie met inspanning voor de risicogroepen voor 1999 en 2000 naar analogie met
artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 maart 1995 artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 maart 1995
(registratienummer 37.788) en 6 juni 1997, betreffende het protocol (registratienummer 37.788) en 6 juni 1997, betreffende het protocol
van nationaal akkoord voor de jaren 1995-1996 en 1997-1998, gestort in van nationaal akkoord voor de jaren 1995-1996 en 1997-1998, gestort in
het fonds voor bestaanszekerheid, « Sociaal Fonds voor de Vezelcement het fonds voor bestaanszekerheid, « Sociaal Fonds voor de Vezelcement
» genoemd, en aangewend voor beroepsopleiding in samenwerking met de » genoemd, en aangewend voor beroepsopleiding in samenwerking met de
Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB), de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB), de
Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling (BGDA) en het « Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling (BGDA) en het «
Office communautaire et régional de la formation professionnelle et de Office communautaire et régional de la formation professionnelle et de
l'emploi (FOREm) ». l'emploi (FOREm) ».
Aanvullende voordelen toegekend door het Sociaal Fonds voor de Aanvullende voordelen toegekend door het Sociaal Fonds voor de
vezelcement vezelcement

Art. 8.Aansluitend op de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 april

Art. 8.Aansluitend op de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 april

1991 (registratienummer 27.428) wordt de vakbondspremie vanaf het 1991 (registratienummer 27.428) wordt de vakbondspremie vanaf het
dienstjaar 1999 gebracht op 4 500 BEF voor actieven en op 3 600 BEF dienstjaar 1999 gebracht op 4 500 BEF voor actieven en op 3 600 BEF
voor de niet-actieven. voor de niet-actieven.
Bestaanszekerheidvergoeding Bestaanszekerheidvergoeding

Art. 9.De bestaanszekerheidvergoeding vastgelegd in de collectieve

Art. 9.De bestaanszekerheidvergoeding vastgelegd in de collectieve

arbeidsovereenkomst van 18 maart 1993, 22 maart 1995 en 6 juni 1997 arbeidsovereenkomst van 18 maart 1993, 22 maart 1995 en 6 juni 1997
wordt vanaf 1 juli 1999 op 250 BEF per dag gebracht; dit bedrag wordt wordt vanaf 1 juli 1999 op 250 BEF per dag gebracht; dit bedrag wordt
niet geïndexeerd. niet geïndexeerd.
Vorming en tewerkstelling Vorming en tewerkstelling

Art. 10.In toepassing van de wet van 26 maart 1999, betreffende het

Art. 10.In toepassing van de wet van 26 maart 1999, betreffende het

Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse
bepalingen, zal bijzondere aandacht besteed worden aan de permanente bepalingen, zal bijzondere aandacht besteed worden aan de permanente
vorming van alle categorieën van werknemers, onder meer ook in het vorming van alle categorieën van werknemers, onder meer ook in het
kader van gezondheid en veiligheid. kader van gezondheid en veiligheid.
Een rapportering terzake zal ter bespreking voorgelegd worden aan het Een rapportering terzake zal ter bespreking voorgelegd worden aan het
Sociaal Fonds voor de vezelcement. Sociaal Fonds voor de vezelcement.
Vastheid van betrekking en waarborg van inkomen Vastheid van betrekking en waarborg van inkomen

Art. 11.De collectieve arbeidsovereenkomst van 18 maart 1993

Art. 11.De collectieve arbeidsovereenkomst van 18 maart 1993

(registratienummer 32.494), betreffende de vastheid van betrekking en (registratienummer 32.494), betreffende de vastheid van betrekking en
waarborg van inkomen, verlengd door de collectieve waarborg van inkomen, verlengd door de collectieve
arbeidsovereenkomsten van 21 maart 1995 (registratienummer 37.788) en arbeidsovereenkomsten van 21 maart 1995 (registratienummer 37.788) en
6 juni 1997, wordt verder verlengd tot en met 31 december 2000, 6 juni 1997, wordt verder verlengd tot en met 31 december 2000,
rekening houdend met de overeenkomst inzake vervroegd uittreden (zie rekening houdend met de overeenkomst inzake vervroegd uittreden (zie
artikel 4) als uitzondering op artikel 1. artikel 4) als uitzondering op artikel 1.
Andere sectoriële loons- en arbeidsvoorwaarden Andere sectoriële loons- en arbeidsvoorwaarden

Art. 12.Bovendien blijven en worden volgende sectoriele loons- en

Art. 12.Bovendien blijven en worden volgende sectoriele loons- en

arbeidsvoorwaarden van toepassing : arbeidsvoorwaarden van toepassing :
1. Onthaal en aanpassing van de arbeid(st)ers. 1. Onthaal en aanpassing van de arbeid(st)ers.
Collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 1976, koninklijk besluit Collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 1976, koninklijk besluit
van 19 oktober 1976, Belgisch Staatsblad van 24 november 1976. van 19 oktober 1976, Belgisch Staatsblad van 24 november 1976.
2. Statuut van de vakbondsafvaardigingen in de ondernemingen van de 2. Statuut van de vakbondsafvaardigingen in de ondernemingen van de
bedrijfssector van de vezelcement. bedrijfssector van de vezelcement.
Collectieve arbeidsovereenkomst van 11 augustus 1972, koninklijk Collectieve arbeidsovereenkomst van 11 augustus 1972, koninklijk
besluit van 5 december 1973, Belgisch Staatsblad van 18 januari 1974. besluit van 5 december 1973, Belgisch Staatsblad van 18 januari 1974.
Collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1981, koninklijk besluit Collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1981, koninklijk besluit
van 12 mei 1982, Belgisch Staatsblad van 18 juni 1982. van 12 mei 1982, Belgisch Staatsblad van 18 juni 1982.
3. Deelneming door de werkgevers in de vervoerkosten. 3. Deelneming door de werkgevers in de vervoerkosten.
Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 1988 en 7 maart 1989, Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 1988 en 7 maart 1989,
koninklijk besluit van 14 augustus 1989, Belgisch Staatsblad van 30 koninklijk besluit van 14 augustus 1989, Belgisch Staatsblad van 30
augustus 1989, registratienummer 23.299. augustus 1989, registratienummer 23.299.
Collectieve arbeidsovereenkomst nr 19ter van 5 maart 1991, koninklijk Collectieve arbeidsovereenkomst nr 19ter van 5 maart 1991, koninklijk
besluit van 21 mei 1991, Belgisch Staatsblad van 4 juni 1991. besluit van 21 mei 1991, Belgisch Staatsblad van 4 juni 1991.
4. Vervolmaking van de economische, sociale en technische kennis van 4. Vervolmaking van de economische, sociale en technische kennis van
de werknemersvertegenwoordigers. de werknemersvertegenwoordigers.
Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 1974, koninklijk Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 1974, koninklijk
besluit van 14 april 1975, Belgisch Staatsblad van 1 oktober 1975. besluit van 14 april 1975, Belgisch Staatsblad van 1 oktober 1975.
Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 1988 en 7 maart 1989, Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 1988 en 7 maart 1989,
koninklijk besluit van 14 augustus 1989, Belgisch Staatsblad van 30 koninklijk besluit van 14 augustus 1989, Belgisch Staatsblad van 30
augustus 1989, registratienummer 23.301. augustus 1989, registratienummer 23.301.
5. Oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van 5. Oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van
zijn statuten. zijn statuten.
Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 1988 en 7 maart 1989, Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 1988 en 7 maart 1989,
koninklijk besluit van 19 maart 1990, Belgisch Staatsblad van 3 mei koninklijk besluit van 19 maart 1990, Belgisch Staatsblad van 3 mei
1990, registratienummer 23.297. 1990, registratienummer 23.297.
Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei 1989, koninklijk besluit Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei 1989, koninklijk besluit
van 19 maart 1990, Belgisch Staatsblad van 3 mei 1990, van 19 maart 1990, Belgisch Staatsblad van 3 mei 1990,
registratienummer 23.524. registratienummer 23.524.
6. Aanvullende sociale voordelen toegekend door het Sociaal Fonds voor 6. Aanvullende sociale voordelen toegekend door het Sociaal Fonds voor
de vezelcement. de vezelcement.
Collectieve arbeidsovereenkomst van 17 april 1991, registratienummer Collectieve arbeidsovereenkomst van 17 april 1991, registratienummer
27.428. 27.428.
De bijdrage aan het Sociaal Fonds voor de vezelcement wordt vanaf 1999 De bijdrage aan het Sociaal Fonds voor de vezelcement wordt vanaf 1999
bepaald op 1 550 BEF per kwartaal per werknemer die op het betrokken bepaald op 1 550 BEF per kwartaal per werknemer die op het betrokken
statistiekraam van de aangifte aan de Rijksdienst voor Sociale statistiekraam van de aangifte aan de Rijksdienst voor Sociale
Zekerheid is vermeld. Zekerheid is vermeld.
7. Carensdag bij arbeidsongeschiktheid. 7. Carensdag bij arbeidsongeschiktheid.
Collectieve arbeidsovereenkomst van 17 april 1991, koninklijk besluit Collectieve arbeidsovereenkomst van 17 april 1991, koninklijk besluit
van 5 augustus 1992, Belgisch Staatsblad van 24 september 1992, van 5 augustus 1992, Belgisch Staatsblad van 24 september 1992,
registratienummer 27.427. registratienummer 27.427.
8. Index. 8. Index.
Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 maart 1993, registratienummer Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 maart 1993, registratienummer
32.494. 32.494.
9. Arbeidsduur. 9. Arbeidsduur.
Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 maart 1995, registratienummer Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 maart 1995, registratienummer
37.788. 37.788.
De maximale arbeidsduur bedraagt gemiddeld 37,75 u./week. De maximale arbeidsduur bedraagt gemiddeld 37,75 u./week.
10. Uurloon. 10. Uurloon.
Het minimale productieloon voor de sector bedraagt 375,87 BEF, in het Het minimale productieloon voor de sector bedraagt 375,87 BEF, in het
regime van 38 u. per week. regime van 38 u. per week.
11. Ploegpremies. 11. Ploegpremies.
De ploegpremies, berekend op het minimale productieloon van de sector, De ploegpremies, berekend op het minimale productieloon van de sector,
bedragen : bedragen :
- 5 pct. voor de vroege ploeg : aanvang tussen 5 en 6 u. einde tussen - 5 pct. voor de vroege ploeg : aanvang tussen 5 en 6 u. einde tussen
13 en 14 u., 13 en 14 u.,
- 8 pct. voor de late ploeg : aanvang tussen 13 en 14 u. einde tussen - 8 pct. voor de late ploeg : aanvang tussen 13 en 14 u. einde tussen
21 en 22 u., 21 en 22 u.,
- 40 pct. voor de nachtploeg : aanvang tussen 21 en 22 u. einde tussen - 40 pct. voor de nachtploeg : aanvang tussen 21 en 22 u. einde tussen
5 en 6 u., 5 en 6 u.,
behoudens gunstiger bepalingen opgenomen in een ondernemings-CAO of behoudens gunstiger bepalingen opgenomen in een ondernemings-CAO of
arbeidsreglement. arbeidsreglement.
12. Eindejaarspremie en/of jaarlijkse extra legale voordelen. 12. Eindejaarspremie en/of jaarlijkse extra legale voordelen.
De eindejaarspremie en/of jaarlijkse extra legale voordelen bedragen 8 De eindejaarspremie en/of jaarlijkse extra legale voordelen bedragen 8
pct. van het bedrag van de aan RSZ onderworpen vergoedingen, bij pct. van het bedrag van de aan RSZ onderworpen vergoedingen, bij
minimaal 1 jaar anciënniteit. Deze zijn betaalbaar uiterlijk 20 minimaal 1 jaar anciënniteit. Deze zijn betaalbaar uiterlijk 20
januari van het daaropvolgende jaar. januari van het daaropvolgende jaar.
Deze bepaling is niet van toepassing op de ondernemingen die ter zake Deze bepaling is niet van toepassing op de ondernemingen die ter zake
vóór 1 januari 1997 een bedrijfs-CAO hebben afgesloten. vóór 1 januari 1997 een bedrijfs-CAO hebben afgesloten.
13. Anciënniteitverlof. 13. Anciënniteitverlof.
Door de werkgever wordt betaald bijkomend verlof toegekend aan de Door de werkgever wordt betaald bijkomend verlof toegekend aan de
arbeid(st)ers met: arbeid(st)ers met:
a. minimum 5 jaar effectieve anciënniteit : jaarlijks één arbeidsdag; a. minimum 5 jaar effectieve anciënniteit : jaarlijks één arbeidsdag;
b. minimum 10 jaar effectieve anciënniteit : jaarlijks twee b. minimum 10 jaar effectieve anciënniteit : jaarlijks twee
arbeidsdagen; arbeidsdagen;
c. minimum 15 jaar effectieve anciënniteit: jaarlijks drie c. minimum 15 jaar effectieve anciënniteit: jaarlijks drie
arbeidsdagen; arbeidsdagen;
d. minimum 20 jaar effectieve anciënniteit: jaarlijks vier d. minimum 20 jaar effectieve anciënniteit: jaarlijks vier
arbeidsdagen; arbeidsdagen;
e. minimum 25 jaar effectieve anciënniteit: jaarlijkse vijf e. minimum 25 jaar effectieve anciënniteit: jaarlijkse vijf
arbeidsdagen; arbeidsdagen;
f. 25 jaar effectieve anciënniteit: een éénmalige verlofperiode van f. 25 jaar effectieve anciënniteit: een éénmalige verlofperiode van
vijf arbeidsdagen, volgens toepassingsmodaliteiten op vijf arbeidsdagen, volgens toepassingsmodaliteiten op
ondernemingsvlak. ondernemingsvlak.
14. Nieuwe arbeidsregelingen. 14. Nieuwe arbeidsregelingen.
Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 november 1987, koninklijk Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 november 1987, koninklijk
besluit van 6 mei 1988. besluit van 6 mei 1988.
Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei 1989, koninklijk besluit Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei 1989, koninklijk besluit
van 9 april 1990, Belgisch Staatsblad van 3 mei 1990. van 9 april 1990, Belgisch Staatsblad van 3 mei 1990.
Collectieve arbeidsovereenkomst van 8 november 1990, koninklijk Collectieve arbeidsovereenkomst van 8 november 1990, koninklijk
besluit van 4 juni 1991, Belgisch Staatsblad van 4 oktober 1991. besluit van 4 juni 1991, Belgisch Staatsblad van 4 oktober 1991.
Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 november 1991, koninklijk Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 november 1991, koninklijk
besluit van 1 juli 1992, Belgisch Staatsblad van 26 september 1992. besluit van 1 juli 1992, Belgisch Staatsblad van 26 september 1992.
Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 1995, Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 1995,
registratienummer 40.796. registratienummer 40.796.
Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 december 1997, Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 december 1997,
registratienummer 47.084. registratienummer 47.084.
Deze voorwaarden doen geen afbreuk aan gunstiger regelingen, opgenomen Deze voorwaarden doen geen afbreuk aan gunstiger regelingen, opgenomen
in ondernemings- collectieve arbeidsovereenkomsten. in ondernemings- collectieve arbeidsovereenkomsten.
Duurtijd Duurtijd

Art. 13.Geldigheidsduur: twee jaar, namelijk vanaf 1 januari 1999 tot

Art. 13.Geldigheidsduur: twee jaar, namelijk vanaf 1 januari 1999 tot

en met 31 december 2000, met uitzondering van artikelen 1, 2 en 3 tot en met 31 december 2000, met uitzondering van artikelen 1, 2 en 3 tot
en met 31 maart 2001. en met 31 maart 2001.
Sociale vrede Sociale vrede

Art. 14.De partijen verbinden zich ertoe, benevens de voordelen

Art. 14.De partijen verbinden zich ertoe, benevens de voordelen

vervat in deze collectieve arbeidsovereenkomst, geen verdere vervat in deze collectieve arbeidsovereenkomst, geen verdere
bijkomende eisen te stellen op het niveau van de bedrijven of het bijkomende eisen te stellen op het niveau van de bedrijven of het
paritair subcomité en de sociale vrede te handhaven. paritair subcomité en de sociale vrede te handhaven.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 5 september Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 5 september
2001. 2001.
De Minister van Werkgelegenheid, De Minister van Werkgelegenheid,
Mevr. L. ONKELINX Mevr. L. ONKELINX
^