Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juni 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de vezelcement, betreffende het protocol van nationaal akkoord voor de jaren 1999-2000 | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juni 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de vezelcement, betreffende het protocol van nationaal akkoord voor de jaren 1999-2000 |
---|---|
MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID |
5 SEPTEMBER 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend | 5 SEPTEMBER 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juni 1999, | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juni 1999, |
gesloten in het Paritair Subcomité voor de vezelcement, betreffende | gesloten in het Paritair Subcomité voor de vezelcement, betreffende |
het protocol van nationaal akkoord voor de jaren 1999-2000 (1) | het protocol van nationaal akkoord voor de jaren 1999-2000 (1) |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de vezelcement; | Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de vezelcement; |
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, | Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juni 1999, gesloten | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juni 1999, gesloten |
in het Paritair Subcomité voor de vezelcement, betreffende het | in het Paritair Subcomité voor de vezelcement, betreffende het |
protocol van nationaal akkoord voor de jaren 1999-2000. | protocol van nationaal akkoord voor de jaren 1999-2000. |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
van dit besluit. | van dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 5 september 2001. | Gegeven te Brussel, 5 september 2001. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Subcomité voor de vezelcement | Paritair Subcomité voor de vezelcement |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juni 1999 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juni 1999 |
Protocol van nationaal akkoord voor de jaren 1999-2000 | Protocol van nationaal akkoord voor de jaren 1999-2000 |
(Overeenkomst geregistreerd op 14 juli 1999 onder het nummer | (Overeenkomst geregistreerd op 14 juli 1999 onder het nummer |
51480/COF/106.03) | 51480/COF/106.03) |
Brugpensioen vanaf 58 jaar | Brugpensioen vanaf 58 jaar |
Artikel 1.De collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 1988 en |
Artikel 1.De collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 1988 en |
7 maart 1989 (registratienummer 23.298) betreffende het conventioneel | 7 maart 1989 (registratienummer 23.298) betreffende het conventioneel |
brugpensioen, verlengd door de collectieve arbeidsovereenkomsten van | brugpensioen, verlengd door de collectieve arbeidsovereenkomsten van |
17 april 1991 (registratienummer 27.425), 18 maart 1993 | 17 april 1991 (registratienummer 27.425), 18 maart 1993 |
(registratienummer 33.272), 22 maart 1995 (registratienummer 37.787) | (registratienummer 33.272), 22 maart 1995 (registratienummer 37.787) |
en 6 juni 1997 (registratienummer 44.291), wordt verder verlengd tot | en 6 juni 1997 (registratienummer 44.291), wordt verder verlengd tot |
en met 31 maart 2001. | en met 31 maart 2001. |
Brugpensioen vanaf 56 jaar met 20 jaar ploegenarbeid met nachtdienst, | Brugpensioen vanaf 56 jaar met 20 jaar ploegenarbeid met nachtdienst, |
waarvan 10 jaar in de sector | waarvan 10 jaar in de sector |
Art. 2.Aansluitend bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 |
Art. 2.Aansluitend bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 |
maart 1995 (registratienummer 37.788), betreffende het protocol van | maart 1995 (registratienummer 37.788), betreffende het protocol van |
nationaal akkoord voor de jaren 1995-1996, en de collectieve | nationaal akkoord voor de jaren 1995-1996, en de collectieve |
arbeidsovereenkomst van 6 juni 1997, betreffende het protocol van | arbeidsovereenkomst van 6 juni 1997, betreffende het protocol van |
nationaal akkoord voor de jaren 1997-1998 (registratienummer 44.291), | nationaal akkoord voor de jaren 1997-1998 (registratienummer 44.291), |
wordt de brugpensioenleeftijd verlaagd tot 56 jaar voor arbeid(st)ers | wordt de brugpensioenleeftijd verlaagd tot 56 jaar voor arbeid(st)ers |
met een beroepsloopbaan als loontrekkende van 33 jaar en 20 jaar | met een beroepsloopbaan als loontrekkende van 33 jaar en 20 jaar |
ploegenarbeid met nachtdienst, waarvan 10 jaar in de sector, en dit | ploegenarbeid met nachtdienst, waarvan 10 jaar in de sector, en dit |
tot en met 31 maart 2001. | tot en met 31 maart 2001. |
Halftijds brugpensioen vanaf 55 jaar | Halftijds brugpensioen vanaf 55 jaar |
Art. 3.Aansluitend bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 |
Art. 3.Aansluitend bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 |
maart 1995 (registratienummer 37.788), betreffende het protocol van | maart 1995 (registratienummer 37.788), betreffende het protocol van |
nationaal akkoord voor de jaren 1995-1996, die voltijds brugpensioen | nationaal akkoord voor de jaren 1995-1996, die voltijds brugpensioen |
voorzag vanaf 55 jaar met een anciënniteit van 33 jaar, en de | voorzag vanaf 55 jaar met een anciënniteit van 33 jaar, en de |
collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juni 1997, betreffende het | collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juni 1997, betreffende het |
protocol van nationaal akkoord voor de jaren 1997-1998 | protocol van nationaal akkoord voor de jaren 1997-1998 |
(registratienummer 44.291), hebben de arbeid(st)ers de mogelijkheid op | (registratienummer 44.291), hebben de arbeid(st)ers de mogelijkheid op |
halftijds brugpensioen vanaf 55 jaar mits een beroepsloopbaan als | halftijds brugpensioen vanaf 55 jaar mits een beroepsloopbaan als |
loontrekkende van 25 jaar, waarvan 10 jaar in de sector, en dit tot en | loontrekkende van 25 jaar, waarvan 10 jaar in de sector, en dit tot en |
met 31 maart 2001. | met 31 maart 2001. |
Vervroegd uittreden vanaf 55 jaar | Vervroegd uittreden vanaf 55 jaar |
Art. 4.Arbeid(st)ers die ontslagen worden om economische of |
Art. 4.Arbeid(st)ers die ontslagen worden om economische of |
technische redenen en die de leeftijd van 55 jaar bereikt hebben, | technische redenen en die de leeftijd van 55 jaar bereikt hebben, |
genieten een extra legale bestaanszekerheidvergoeding indien: | genieten een extra legale bestaanszekerheidvergoeding indien: |
1. de werknemer op datum van uitdiensttreding de leeftijd van 55 jaar | 1. de werknemer op datum van uitdiensttreding de leeftijd van 55 jaar |
bereikt heeft; | bereikt heeft; |
2. de werknemer blootgesteld is geweest aan het beroepsrisico asbest, | 2. de werknemer blootgesteld is geweest aan het beroepsrisico asbest, |
volgens modaliteiten bepaald in de respectievelijke | volgens modaliteiten bepaald in de respectievelijke |
ondernemings-CAO's. | ondernemings-CAO's. |
De opzegtermijn, die in de onderneming van toepassing is bij | De opzegtermijn, die in de onderneming van toepassing is bij |
afdanking, dient te worden gepresteerd. | afdanking, dient te worden gepresteerd. |
Het bedrag van de bestaanszekerheidvergoeding wordt vastgelegd volgens | Het bedrag van de bestaanszekerheidvergoeding wordt vastgelegd volgens |
de modaliteiten, bepaald in de respectievelijke ondernemings-CAO's. | de modaliteiten, bepaald in de respectievelijke ondernemings-CAO's. |
Op het ogenblik van de uitdiensttreding zal een individuele berekening | Op het ogenblik van de uitdiensttreding zal een individuele berekening |
worden opgemaakt van de bijkomende bestaanszekerheidvergoeding. Deze | worden opgemaakt van de bijkomende bestaanszekerheidvergoeding. Deze |
vergoeding kan niet meer worden gewijzigd, behoudens wanneer en zoals | vergoeding kan niet meer worden gewijzigd, behoudens wanneer en zoals |
de sociale uitkeringen geïndexeerd worden. | de sociale uitkeringen geïndexeerd worden. |
De aanvullende vergoeding zal enkel en alleen worden toegekend indien | De aanvullende vergoeding zal enkel en alleen worden toegekend indien |
betrokkene recht heeft op werkloosheidsuitkeringen en wordt | betrokkene recht heeft op werkloosheidsuitkeringen en wordt |
gegarandeerd tot betrokkene het rustpensioen heeft verkregen en is | gegarandeerd tot betrokkene het rustpensioen heeft verkregen en is |
niet cumuleerbaar met brugpensioenvergoedingen of collectieve | niet cumuleerbaar met brugpensioenvergoedingen of collectieve |
arbeidsovereenkomst nr. 46. | arbeidsovereenkomst nr. 46. |
Werknemers die méér dan 1 jaar afwezig zijn wegens ziekte komen voor | Werknemers die méér dan 1 jaar afwezig zijn wegens ziekte komen voor |
deze uittreding niet in aanmerking, indien zij niet kunnen presteren | deze uittreding niet in aanmerking, indien zij niet kunnen presteren |
gedurende de opzegtermijn. | gedurende de opzegtermijn. |
De uitgekeerde bedragen zijn onderworpen aan fiscale inhoudingen. | De uitgekeerde bedragen zijn onderworpen aan fiscale inhoudingen. |
De kost voor deze verbintenis zal in de kost van de sectoriële | De kost voor deze verbintenis zal in de kost van de sectoriële |
collectieve arbeidsovereenkomst van de sector vezelcement 1999-2000 | collectieve arbeidsovereenkomst van de sector vezelcement 1999-2000 |
worden opgenomen. | worden opgenomen. |
De kosten van de voortzetting van deze verbintenis zal ook in de | De kosten van de voortzetting van deze verbintenis zal ook in de |
collectieve arbeidsovereenkomsten van na 2000 worden verrekend. Dit | collectieve arbeidsovereenkomsten van na 2000 worden verrekend. Dit |
geldt dus voor de arbeid(st)ers die na 31 december 2000 kunnen | geldt dus voor de arbeid(st)ers die na 31 december 2000 kunnen |
uittreden. | uittreden. |
Op 1 november 2000 zal een evaluatie gebeuren van de werkelijke | Op 1 november 2000 zal een evaluatie gebeuren van de werkelijke |
tegenover de voorziene kostprijs van deze regeling. | tegenover de voorziene kostprijs van deze regeling. |
Een eventueel batig saldo zal omgezet worden in een verhoging van de | Een eventueel batig saldo zal omgezet worden in een verhoging van de |
koopkracht. | koopkracht. |
Verbetering collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 | Verbetering collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 |
Art. 5.De wettelijke vergoeding ter aanvulling van de |
Art. 5.De wettelijke vergoeding ter aanvulling van de |
werkloosheidsuitkeringen, die toegekend wordt in het kader van deze | werkloosheidsuitkeringen, die toegekend wordt in het kader van deze |
collectieve arbeidsovereenkomst, wordt opgetrokken tot 5 000 BEF, niet | collectieve arbeidsovereenkomst, wordt opgetrokken tot 5 000 BEF, niet |
geïndexeerd, en dit gedurende maximum zestig maanden. | geïndexeerd, en dit gedurende maximum zestig maanden. |
Koopkracht | Koopkracht |
Art. 6.De uurlonen worden verhoogd met: |
Art. 6.De uurlonen worden verhoogd met: |
1 pct. op 1 juli 1999; | 1 pct. op 1 juli 1999; |
1 pct. op 1 juli 2000. | 1 pct. op 1 juli 2000. |
S V K zal 80 pct. van deze laatste 1 pct. reserveren voor herziening | S V K zal 80 pct. van deze laatste 1 pct. reserveren voor herziening |
van loonclassificatie en premies. | van loonclassificatie en premies. |
Risicogroepen | Risicogroepen |
Art. 7.In het kader van de verlenging van het interprofessioneel |
Art. 7.In het kader van de verlenging van het interprofessioneel |
akkoord 1995-1996 en 1997-1998, wordt de vastgelegde 0,10 pct. | akkoord 1995-1996 en 1997-1998, wordt de vastgelegde 0,10 pct. |
inspanning voor de risicogroepen voor 1999 en 2000 naar analogie met | inspanning voor de risicogroepen voor 1999 en 2000 naar analogie met |
artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 maart 1995 | artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 maart 1995 |
(registratienummer 37.788) en 6 juni 1997, betreffende het protocol | (registratienummer 37.788) en 6 juni 1997, betreffende het protocol |
van nationaal akkoord voor de jaren 1995-1996 en 1997-1998, gestort in | van nationaal akkoord voor de jaren 1995-1996 en 1997-1998, gestort in |
het fonds voor bestaanszekerheid, « Sociaal Fonds voor de Vezelcement | het fonds voor bestaanszekerheid, « Sociaal Fonds voor de Vezelcement |
» genoemd, en aangewend voor beroepsopleiding in samenwerking met de | » genoemd, en aangewend voor beroepsopleiding in samenwerking met de |
Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB), de | Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB), de |
Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling (BGDA) en het « | Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling (BGDA) en het « |
Office communautaire et régional de la formation professionnelle et de | Office communautaire et régional de la formation professionnelle et de |
l'emploi (FOREm) ». | l'emploi (FOREm) ». |
Aanvullende voordelen toegekend door het Sociaal Fonds voor de | Aanvullende voordelen toegekend door het Sociaal Fonds voor de |
vezelcement | vezelcement |
Art. 8.Aansluitend op de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 april |
Art. 8.Aansluitend op de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 april |
1991 (registratienummer 27.428) wordt de vakbondspremie vanaf het | 1991 (registratienummer 27.428) wordt de vakbondspremie vanaf het |
dienstjaar 1999 gebracht op 4 500 BEF voor actieven en op 3 600 BEF | dienstjaar 1999 gebracht op 4 500 BEF voor actieven en op 3 600 BEF |
voor de niet-actieven. | voor de niet-actieven. |
Bestaanszekerheidvergoeding | Bestaanszekerheidvergoeding |
Art. 9.De bestaanszekerheidvergoeding vastgelegd in de collectieve |
Art. 9.De bestaanszekerheidvergoeding vastgelegd in de collectieve |
arbeidsovereenkomst van 18 maart 1993, 22 maart 1995 en 6 juni 1997 | arbeidsovereenkomst van 18 maart 1993, 22 maart 1995 en 6 juni 1997 |
wordt vanaf 1 juli 1999 op 250 BEF per dag gebracht; dit bedrag wordt | wordt vanaf 1 juli 1999 op 250 BEF per dag gebracht; dit bedrag wordt |
niet geïndexeerd. | niet geïndexeerd. |
Vorming en tewerkstelling | Vorming en tewerkstelling |
Art. 10.In toepassing van de wet van 26 maart 1999, betreffende het |
Art. 10.In toepassing van de wet van 26 maart 1999, betreffende het |
Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse | Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse |
bepalingen, zal bijzondere aandacht besteed worden aan de permanente | bepalingen, zal bijzondere aandacht besteed worden aan de permanente |
vorming van alle categorieën van werknemers, onder meer ook in het | vorming van alle categorieën van werknemers, onder meer ook in het |
kader van gezondheid en veiligheid. | kader van gezondheid en veiligheid. |
Een rapportering terzake zal ter bespreking voorgelegd worden aan het | Een rapportering terzake zal ter bespreking voorgelegd worden aan het |
Sociaal Fonds voor de vezelcement. | Sociaal Fonds voor de vezelcement. |
Vastheid van betrekking en waarborg van inkomen | Vastheid van betrekking en waarborg van inkomen |
Art. 11.De collectieve arbeidsovereenkomst van 18 maart 1993 |
Art. 11.De collectieve arbeidsovereenkomst van 18 maart 1993 |
(registratienummer 32.494), betreffende de vastheid van betrekking en | (registratienummer 32.494), betreffende de vastheid van betrekking en |
waarborg van inkomen, verlengd door de collectieve | waarborg van inkomen, verlengd door de collectieve |
arbeidsovereenkomsten van 21 maart 1995 (registratienummer 37.788) en | arbeidsovereenkomsten van 21 maart 1995 (registratienummer 37.788) en |
6 juni 1997, wordt verder verlengd tot en met 31 december 2000, | 6 juni 1997, wordt verder verlengd tot en met 31 december 2000, |
rekening houdend met de overeenkomst inzake vervroegd uittreden (zie | rekening houdend met de overeenkomst inzake vervroegd uittreden (zie |
artikel 4) als uitzondering op artikel 1. | artikel 4) als uitzondering op artikel 1. |
Andere sectoriële loons- en arbeidsvoorwaarden | Andere sectoriële loons- en arbeidsvoorwaarden |
Art. 12.Bovendien blijven en worden volgende sectoriele loons- en |
Art. 12.Bovendien blijven en worden volgende sectoriele loons- en |
arbeidsvoorwaarden van toepassing : | arbeidsvoorwaarden van toepassing : |
1. Onthaal en aanpassing van de arbeid(st)ers. | 1. Onthaal en aanpassing van de arbeid(st)ers. |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 1976, koninklijk besluit | Collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 1976, koninklijk besluit |
van 19 oktober 1976, Belgisch Staatsblad van 24 november 1976. | van 19 oktober 1976, Belgisch Staatsblad van 24 november 1976. |
2. Statuut van de vakbondsafvaardigingen in de ondernemingen van de | 2. Statuut van de vakbondsafvaardigingen in de ondernemingen van de |
bedrijfssector van de vezelcement. | bedrijfssector van de vezelcement. |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 11 augustus 1972, koninklijk | Collectieve arbeidsovereenkomst van 11 augustus 1972, koninklijk |
besluit van 5 december 1973, Belgisch Staatsblad van 18 januari 1974. | besluit van 5 december 1973, Belgisch Staatsblad van 18 januari 1974. |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1981, koninklijk besluit | Collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1981, koninklijk besluit |
van 12 mei 1982, Belgisch Staatsblad van 18 juni 1982. | van 12 mei 1982, Belgisch Staatsblad van 18 juni 1982. |
3. Deelneming door de werkgevers in de vervoerkosten. | 3. Deelneming door de werkgevers in de vervoerkosten. |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 1988 en 7 maart 1989, | Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 1988 en 7 maart 1989, |
koninklijk besluit van 14 augustus 1989, Belgisch Staatsblad van 30 | koninklijk besluit van 14 augustus 1989, Belgisch Staatsblad van 30 |
augustus 1989, registratienummer 23.299. | augustus 1989, registratienummer 23.299. |
Collectieve arbeidsovereenkomst nr 19ter van 5 maart 1991, koninklijk | Collectieve arbeidsovereenkomst nr 19ter van 5 maart 1991, koninklijk |
besluit van 21 mei 1991, Belgisch Staatsblad van 4 juni 1991. | besluit van 21 mei 1991, Belgisch Staatsblad van 4 juni 1991. |
4. Vervolmaking van de economische, sociale en technische kennis van | 4. Vervolmaking van de economische, sociale en technische kennis van |
de werknemersvertegenwoordigers. | de werknemersvertegenwoordigers. |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 1974, koninklijk | Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 1974, koninklijk |
besluit van 14 april 1975, Belgisch Staatsblad van 1 oktober 1975. | besluit van 14 april 1975, Belgisch Staatsblad van 1 oktober 1975. |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 1988 en 7 maart 1989, | Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 1988 en 7 maart 1989, |
koninklijk besluit van 14 augustus 1989, Belgisch Staatsblad van 30 | koninklijk besluit van 14 augustus 1989, Belgisch Staatsblad van 30 |
augustus 1989, registratienummer 23.301. | augustus 1989, registratienummer 23.301. |
5. Oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van | 5. Oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van |
zijn statuten. | zijn statuten. |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 1988 en 7 maart 1989, | Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 1988 en 7 maart 1989, |
koninklijk besluit van 19 maart 1990, Belgisch Staatsblad van 3 mei | koninklijk besluit van 19 maart 1990, Belgisch Staatsblad van 3 mei |
1990, registratienummer 23.297. | 1990, registratienummer 23.297. |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei 1989, koninklijk besluit | Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei 1989, koninklijk besluit |
van 19 maart 1990, Belgisch Staatsblad van 3 mei 1990, | van 19 maart 1990, Belgisch Staatsblad van 3 mei 1990, |
registratienummer 23.524. | registratienummer 23.524. |
6. Aanvullende sociale voordelen toegekend door het Sociaal Fonds voor | 6. Aanvullende sociale voordelen toegekend door het Sociaal Fonds voor |
de vezelcement. | de vezelcement. |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 17 april 1991, registratienummer | Collectieve arbeidsovereenkomst van 17 april 1991, registratienummer |
27.428. | 27.428. |
De bijdrage aan het Sociaal Fonds voor de vezelcement wordt vanaf 1999 | De bijdrage aan het Sociaal Fonds voor de vezelcement wordt vanaf 1999 |
bepaald op 1 550 BEF per kwartaal per werknemer die op het betrokken | bepaald op 1 550 BEF per kwartaal per werknemer die op het betrokken |
statistiekraam van de aangifte aan de Rijksdienst voor Sociale | statistiekraam van de aangifte aan de Rijksdienst voor Sociale |
Zekerheid is vermeld. | Zekerheid is vermeld. |
7. Carensdag bij arbeidsongeschiktheid. | 7. Carensdag bij arbeidsongeschiktheid. |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 17 april 1991, koninklijk besluit | Collectieve arbeidsovereenkomst van 17 april 1991, koninklijk besluit |
van 5 augustus 1992, Belgisch Staatsblad van 24 september 1992, | van 5 augustus 1992, Belgisch Staatsblad van 24 september 1992, |
registratienummer 27.427. | registratienummer 27.427. |
8. Index. | 8. Index. |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 maart 1993, registratienummer | Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 maart 1993, registratienummer |
32.494. | 32.494. |
9. Arbeidsduur. | 9. Arbeidsduur. |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 maart 1995, registratienummer | Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 maart 1995, registratienummer |
37.788. | 37.788. |
De maximale arbeidsduur bedraagt gemiddeld 37,75 u./week. | De maximale arbeidsduur bedraagt gemiddeld 37,75 u./week. |
10. Uurloon. | 10. Uurloon. |
Het minimale productieloon voor de sector bedraagt 375,87 BEF, in het | Het minimale productieloon voor de sector bedraagt 375,87 BEF, in het |
regime van 38 u. per week. | regime van 38 u. per week. |
11. Ploegpremies. | 11. Ploegpremies. |
De ploegpremies, berekend op het minimale productieloon van de sector, | De ploegpremies, berekend op het minimale productieloon van de sector, |
bedragen : | bedragen : |
- 5 pct. voor de vroege ploeg : aanvang tussen 5 en 6 u. einde tussen | - 5 pct. voor de vroege ploeg : aanvang tussen 5 en 6 u. einde tussen |
13 en 14 u., | 13 en 14 u., |
- 8 pct. voor de late ploeg : aanvang tussen 13 en 14 u. einde tussen | - 8 pct. voor de late ploeg : aanvang tussen 13 en 14 u. einde tussen |
21 en 22 u., | 21 en 22 u., |
- 40 pct. voor de nachtploeg : aanvang tussen 21 en 22 u. einde tussen | - 40 pct. voor de nachtploeg : aanvang tussen 21 en 22 u. einde tussen |
5 en 6 u., | 5 en 6 u., |
behoudens gunstiger bepalingen opgenomen in een ondernemings-CAO of | behoudens gunstiger bepalingen opgenomen in een ondernemings-CAO of |
arbeidsreglement. | arbeidsreglement. |
12. Eindejaarspremie en/of jaarlijkse extra legale voordelen. | 12. Eindejaarspremie en/of jaarlijkse extra legale voordelen. |
De eindejaarspremie en/of jaarlijkse extra legale voordelen bedragen 8 | De eindejaarspremie en/of jaarlijkse extra legale voordelen bedragen 8 |
pct. van het bedrag van de aan RSZ onderworpen vergoedingen, bij | pct. van het bedrag van de aan RSZ onderworpen vergoedingen, bij |
minimaal 1 jaar anciënniteit. Deze zijn betaalbaar uiterlijk 20 | minimaal 1 jaar anciënniteit. Deze zijn betaalbaar uiterlijk 20 |
januari van het daaropvolgende jaar. | januari van het daaropvolgende jaar. |
Deze bepaling is niet van toepassing op de ondernemingen die ter zake | Deze bepaling is niet van toepassing op de ondernemingen die ter zake |
vóór 1 januari 1997 een bedrijfs-CAO hebben afgesloten. | vóór 1 januari 1997 een bedrijfs-CAO hebben afgesloten. |
13. Anciënniteitverlof. | 13. Anciënniteitverlof. |
Door de werkgever wordt betaald bijkomend verlof toegekend aan de | Door de werkgever wordt betaald bijkomend verlof toegekend aan de |
arbeid(st)ers met: | arbeid(st)ers met: |
a. minimum 5 jaar effectieve anciënniteit : jaarlijks één arbeidsdag; | a. minimum 5 jaar effectieve anciënniteit : jaarlijks één arbeidsdag; |
b. minimum 10 jaar effectieve anciënniteit : jaarlijks twee | b. minimum 10 jaar effectieve anciënniteit : jaarlijks twee |
arbeidsdagen; | arbeidsdagen; |
c. minimum 15 jaar effectieve anciënniteit: jaarlijks drie | c. minimum 15 jaar effectieve anciënniteit: jaarlijks drie |
arbeidsdagen; | arbeidsdagen; |
d. minimum 20 jaar effectieve anciënniteit: jaarlijks vier | d. minimum 20 jaar effectieve anciënniteit: jaarlijks vier |
arbeidsdagen; | arbeidsdagen; |
e. minimum 25 jaar effectieve anciënniteit: jaarlijkse vijf | e. minimum 25 jaar effectieve anciënniteit: jaarlijkse vijf |
arbeidsdagen; | arbeidsdagen; |
f. 25 jaar effectieve anciënniteit: een éénmalige verlofperiode van | f. 25 jaar effectieve anciënniteit: een éénmalige verlofperiode van |
vijf arbeidsdagen, volgens toepassingsmodaliteiten op | vijf arbeidsdagen, volgens toepassingsmodaliteiten op |
ondernemingsvlak. | ondernemingsvlak. |
14. Nieuwe arbeidsregelingen. | 14. Nieuwe arbeidsregelingen. |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 november 1987, koninklijk | Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 november 1987, koninklijk |
besluit van 6 mei 1988. | besluit van 6 mei 1988. |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei 1989, koninklijk besluit | Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei 1989, koninklijk besluit |
van 9 april 1990, Belgisch Staatsblad van 3 mei 1990. | van 9 april 1990, Belgisch Staatsblad van 3 mei 1990. |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 8 november 1990, koninklijk | Collectieve arbeidsovereenkomst van 8 november 1990, koninklijk |
besluit van 4 juni 1991, Belgisch Staatsblad van 4 oktober 1991. | besluit van 4 juni 1991, Belgisch Staatsblad van 4 oktober 1991. |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 november 1991, koninklijk | Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 november 1991, koninklijk |
besluit van 1 juli 1992, Belgisch Staatsblad van 26 september 1992. | besluit van 1 juli 1992, Belgisch Staatsblad van 26 september 1992. |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 1995, | Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 1995, |
registratienummer 40.796. | registratienummer 40.796. |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 december 1997, | Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 december 1997, |
registratienummer 47.084. | registratienummer 47.084. |
Deze voorwaarden doen geen afbreuk aan gunstiger regelingen, opgenomen | Deze voorwaarden doen geen afbreuk aan gunstiger regelingen, opgenomen |
in ondernemings- collectieve arbeidsovereenkomsten. | in ondernemings- collectieve arbeidsovereenkomsten. |
Duurtijd | Duurtijd |
Art. 13.Geldigheidsduur: twee jaar, namelijk vanaf 1 januari 1999 tot |
Art. 13.Geldigheidsduur: twee jaar, namelijk vanaf 1 januari 1999 tot |
en met 31 december 2000, met uitzondering van artikelen 1, 2 en 3 tot | en met 31 december 2000, met uitzondering van artikelen 1, 2 en 3 tot |
en met 31 maart 2001. | en met 31 maart 2001. |
Sociale vrede | Sociale vrede |
Art. 14.De partijen verbinden zich ertoe, benevens de voordelen |
Art. 14.De partijen verbinden zich ertoe, benevens de voordelen |
vervat in deze collectieve arbeidsovereenkomst, geen verdere | vervat in deze collectieve arbeidsovereenkomst, geen verdere |
bijkomende eisen te stellen op het niveau van de bedrijven of het | bijkomende eisen te stellen op het niveau van de bedrijven of het |
paritair subcomité en de sociale vrede te handhaven. | paritair subcomité en de sociale vrede te handhaven. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 5 september | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 5 september |
2001. | 2001. |
De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |