Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 05/12/2012
← Terug naar "Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2011, gesloten in het Paritair Comité voor het glasbedrijf, betreffende de inspanningen ten gunste van de personen die tot de risicogroepen behoren en de beroepsopleiding in 2011 en 2012 "
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2011, gesloten in het Paritair Comité voor het glasbedrijf, betreffende de inspanningen ten gunste van de personen die tot de risicogroepen behoren en de beroepsopleiding in 2011 en 2012 Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2011, gesloten in het Paritair Comité voor het glasbedrijf, betreffende de inspanningen ten gunste van de personen die tot de risicogroepen behoren en de beroepsopleiding in 2011 en 2012
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG
5 DECEMBER 2012. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend 5 DECEMBER 2012. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend
wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2011, wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2011,
gesloten in het Paritair Comité voor het glasbedrijf, betreffende de gesloten in het Paritair Comité voor het glasbedrijf, betreffende de
inspanningen ten gunste van de personen die tot de risicogroepen inspanningen ten gunste van de personen die tot de risicogroepen
behoren en de beroepsopleiding in 2011 en 2012 (1) behoren en de beroepsopleiding in 2011 en 2012 (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel
28; 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het glasbedrijf; Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het glasbedrijf;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Op de voordracht van de Minister van Werk,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2011, gesloten overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2011, gesloten
in het Paritair Comité voor het glasbedrijf, betreffende de in het Paritair Comité voor het glasbedrijf, betreffende de
inspanningen ten gunste van de personen die tot de risicogroepen inspanningen ten gunste van de personen die tot de risicogroepen
behoren en de beroepsopleiding in 2011 en 2012. behoren en de beroepsopleiding in 2011 en 2012.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van

dit besluit. dit besluit.
Gegeven te Brussel, 5 december 2012. Gegeven te Brussel, 5 december 2012.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
Mevr. M. DE CONINCK Mevr. M. DE CONINCK
_______ _______
Nota Nota
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Bijlage
Paritair Comité voor het glasbedrijf Paritair Comité voor het glasbedrijf
Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2011 Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2011
Inspanningen ten gunste van de personen die tot de risicogroepen Inspanningen ten gunste van de personen die tot de risicogroepen
behoren en beroepsopleiding in 2011 en 2012 (Overeenkomst behoren en beroepsopleiding in 2011 en 2012 (Overeenkomst
geregistreerd op 21 september 2011 onder het nummer 105903/CO/115) geregistreerd op 21 september 2011 onder het nummer 105903/CO/115)
TITEL I. - Toepassingsgebied TITEL I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op

de werkgevers en arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder de werkgevers en arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder
het Paritair Comité voor het glasbedrijf. het Paritair Comité voor het glasbedrijf.
Onder "arbeiders" verstaat men : zowel arbeiders als arbeidsters. Onder "arbeiders" verstaat men : zowel arbeiders als arbeidsters.
TITEL II. - Juridisch kader TITEL II. - Juridisch kader

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten in

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten in

toepassing van titel XIII, hoofdstuk VIII, afdeling 1 van de wet van toepassing van titel XIII, hoofdstuk VIII, afdeling 1 van de wet van
27 december 2006 houdende diverse bepalingen en van titel IV, 27 december 2006 houdende diverse bepalingen en van titel IV,
hoofdstuk III van de wet van 23 december 2005 betreffende het hoofdstuk III van de wet van 23 december 2005 betreffende het
Generatiepact. Generatiepact.
TITEL III. - Maatregelen ten gunste van de risicogroepen TITEL III. - Maatregelen ten gunste van de risicogroepen

Art. 3.De werkgevers verbinden er zich toe om globaal op sectoraal

Art. 3.De werkgevers verbinden er zich toe om globaal op sectoraal

niveau een inspanning te leveren van 0,10 pct. van de brutoloonsom van niveau een inspanning te leveren van 0,10 pct. van de brutoloonsom van
de arbeiders aan 108 pct. de arbeiders aan 108 pct.
De initiatieven ten gunste van de arbeiders die tot de risicogroepen De initiatieven ten gunste van de arbeiders die tot de risicogroepen
behoren of op wie een begeleidingsplan van toepassing is, zullen tot behoren of op wie een begeleidingsplan van toepassing is, zullen tot
doel hebben in de ondernemingen de tewerkstelling en/of de opleiding doel hebben in de ondernemingen de tewerkstelling en/of de opleiding
van volgende personen te bevorderen : van volgende personen te bevorderen :
- jongeren met deeltijdse leerplicht; - jongeren met deeltijdse leerplicht;
- laag- of niet geschoolde arbeiders uit de sector; - laag- of niet geschoolde arbeiders uit de sector;
- arbeiders uit de sector die bedreigd zijn met collectief ontslag, - arbeiders uit de sector die bedreigd zijn met collectief ontslag,
herstructurering of invoering van nieuwe technologieën; herstructurering of invoering van nieuwe technologieën;
- de herintreders op de arbeidsmarkt; - de herintreders op de arbeidsmarkt;
- mindervalide of gehandicapte personen; - mindervalide of gehandicapte personen;
- de andere "doelgroepen" zoals de werklozen met beperkte bekwaamheid, - de andere "doelgroepen" zoals de werklozen met beperkte bekwaamheid,
langdurig werklozen, personen op wie een begeleidingsplan van langdurig werklozen, personen op wie een begeleidingsplan van
toepassing is of die een bestaansminimum ontvangen. toepassing is of die een bestaansminimum ontvangen.
TITEL IV. - Maatregelen ten gunste van de beroepsopleiding TITEL IV. - Maatregelen ten gunste van de beroepsopleiding

Art. 4.Collectieve maatregelen

Art. 4.Collectieve maatregelen

§ 1. Teneinde de verplichtingen die voortvloeien uit de § 1. Teneinde de verplichtingen die voortvloeien uit de
interprofessionele engagementen na te leven, verbindt elke onderneming interprofessionele engagementen na te leven, verbindt elke onderneming
die een aantal arbeiders in dienst er zich toe om jaarlijks een die een aantal arbeiders in dienst er zich toe om jaarlijks een
collectieve inspanning te leveren inzake opleiding die gelijk is aan 8 collectieve inspanning te leveren inzake opleiding die gelijk is aan 8
opleidingsuren per actieve arbeider die op 31 december van het vorige opleidingsuren per actieve arbeider die op 31 december van het vorige
kalenderjaar tewerkgesteld was. kalenderjaar tewerkgesteld was.
De opleidingsdagen moeten de verbetering van de beroepskwalificatie, De opleidingsdagen moeten de verbetering van de beroepskwalificatie,
de competenties en de beroepsbekwaamheden van de arbeiders tot doel de competenties en de beroepsbekwaamheden van de arbeiders tot doel
hebben. Daarvoor komen alle vormen van vorming - individueel of hebben. Daarvoor komen alle vormen van vorming - individueel of
collectief, extern, intern, "on-the-job"; autodidact,... - in collectief, extern, intern, "on-the-job"; autodidact,... - in
aanmerking. aanmerking.
§ 2. De werkgevers verbinden er zich toe om hun vormingsinspanningen § 2. De werkgevers verbinden er zich toe om hun vormingsinspanningen
voor de arbeiders tijdens de werkuren voort te zetten. De werkgevers voor de arbeiders tijdens de werkuren voort te zetten. De werkgevers
die opleidingscursussen en/of bijscholing ter perfectionering van de die opleidingscursussen en/of bijscholing ter perfectionering van de
kennis van de arbeiders organiseren, zullen deze informatie overmaken kennis van de arbeiders organiseren, zullen deze informatie overmaken
aan de ondernemingsraad, bij ontstentenis aan het comité voor aan de ondernemingsraad, bij ontstentenis aan het comité voor
preventie en bescherming op het werk, bij ontstentenis aan de preventie en bescherming op het werk, bij ontstentenis aan de
vakbondsafvaardiging, bij ontstentenis aan de regionale secretaris. vakbondsafvaardiging, bij ontstentenis aan de regionale secretaris.
Deze informatie moet gaan over de inhoud van de opleiding, het aantal Deze informatie moet gaan over de inhoud van de opleiding, het aantal
betrokken werknemers, de betrokken beroepscategorieën, de duur, de betrokken werknemers, de betrokken beroepscategorieën, de duur, de
plaats, de data en het motief. plaats, de data en het motief.
De werkgevers zullen deze informatie vooraf en binnen een redelijke De werkgevers zullen deze informatie vooraf en binnen een redelijke
termijn verschaffen aan de werknemersvertegenwoordigers opdat deze termijn verschaffen aan de werknemersvertegenwoordigers opdat deze
laatsten de relevantie van dergelijke opleidingscursussen zouden laatsten de relevantie van dergelijke opleidingscursussen zouden
kunnen analyseren. kunnen analyseren.
De werkgevers verbinden zich er toe kwaliteitsopleidingen voor te De werkgevers verbinden zich er toe kwaliteitsopleidingen voor te
stellen en, desgevallend bij voorrang beroep te doen op een stellen en, desgevallend bij voorrang beroep te doen op een
opleidingscentrum van de sector. opleidingscentrum van de sector.
De inspanning wordt op 0,50 pct. van de jaarlijkse brutoloonsom voor De inspanning wordt op 0,50 pct. van de jaarlijkse brutoloonsom voor
de arbeiders die aan de Rijkdienst voor Sociale Zekerheid wordt de arbeiders die aan de Rijkdienst voor Sociale Zekerheid wordt
opgegeven (aan 108 pct.), behouden voor het kalenderjaar 2011. Vanaf 1 opgegeven (aan 108 pct.), behouden voor het kalenderjaar 2011. Vanaf 1
januari 2012 wordt de financiële inspanning verhoogd naar 0,55 pct. januari 2012 wordt de financiële inspanning verhoogd naar 0,55 pct.
In uitvoering van het koninklijk besluit van 11 oktober 2007 tot In uitvoering van het koninklijk besluit van 11 oktober 2007 tot
invoering van een aanvullende patronale bijdrage voor de financiering invoering van een aanvullende patronale bijdrage voor de financiering
van het betaald educatief verlof voor de werkgevers die tot de van het betaald educatief verlof voor de werkgevers die tot de
sectoren behoren die onvoldoende inspanningen leveren inzake vorming sectoren behoren die onvoldoende inspanningen leveren inzake vorming
in uitvoering van artikel 30 van de wet van 23 december 2005 in uitvoering van artikel 30 van de wet van 23 december 2005
betreffende het Generatiepact, komen de ondertekenende partijen betreffende het Generatiepact, komen de ondertekenende partijen
overeen om vanaf 2011 de participatiegraad aan vorming en opleiding overeen om vanaf 2011 de participatiegraad aan vorming en opleiding
met 5 pct. te verhogen. Zij zijn van mening dat de glassector zijn met 5 pct. te verhogen. Zij zijn van mening dat de glassector zijn
verbintenissen nakomt, namelijk de jaarlijkse inspanningen voor de verbintenissen nakomt, namelijk de jaarlijkse inspanningen voor de
opleiding, te intensifiëren. opleiding, te intensifiëren.
§ 3. De ondertekenende partijen van deze collectieve § 3. De ondertekenende partijen van deze collectieve
arbeidsovereenkomst bevestigen de collectieve sectorale globale arbeidsovereenkomst bevestigen de collectieve sectorale globale
doelstelling van 1,9 pct. van de loonsom aan 100 pct. die in het doelstelling van 1,9 pct. van de loonsom aan 100 pct. die in het
interprofessioneel akkoord opgenomen is en zullen alle middelen interprofessioneel akkoord opgenomen is en zullen alle middelen
aanwenden om deze doelstelling te bereiken. Voor de realisatie ervan aanwenden om deze doelstelling te bereiken. Voor de realisatie ervan
zal rekening worden gehouden met alle vormen van opleiding die zal rekening worden gehouden met alle vormen van opleiding die
enerzijds door de ondernemingen en anderzijds op het niveau van de enerzijds door de ondernemingen en anderzijds op het niveau van de
sector worden gegeven en met de bijdragen via de RSZ voor opleiding en sector worden gegeven en met de bijdragen via de RSZ voor opleiding en
vorming. vorming.

Art. 5.Individuele maatregelen

Art. 5.Individuele maatregelen

Elke nieuwe aangeworven werknemer met een arbeidsovereenkomst zoals Elke nieuwe aangeworven werknemer met een arbeidsovereenkomst zoals
bepaald door de wet van 3 juli 1978 op de arbeidsovereenkomsten en die bepaald door de wet van 3 juli 1978 op de arbeidsovereenkomsten en die
aangeworven wordt tussen 1 januari 2011 en 31 december 2012, heeft aangeworven wordt tussen 1 januari 2011 en 31 december 2012, heeft
recht op vier uren voor beroepsopleiding georganiseerd door de recht op vier uren voor beroepsopleiding georganiseerd door de
onderneming. onderneming.

Art. 6.Sectoraal vormingsfonds

Art. 6.Sectoraal vormingsfonds

Om het dubbel engagement bepaald in de artikelen 2 en 3 te realiseren, Om het dubbel engagement bepaald in de artikelen 2 en 3 te realiseren,
zullen de patronale RSZ-bijdragen vastgesteld op 0,60 pct. voor 2011 zullen de patronale RSZ-bijdragen vastgesteld op 0,60 pct. voor 2011
en op 0,65 pct. voor 2012 van het bedrag van de brutolonen van de en op 0,65 pct. voor 2012 van het bedrag van de brutolonen van de
arbeiders aan 108 pct. geïnd en geïncasseerd door de Rijksdienst voor arbeiders aan 108 pct. geïnd en geïncasseerd door de Rijksdienst voor
Sociale Zekerheid, overeenkomstig artikel 7 van de wet van 7 januari Sociale Zekerheid, overeenkomstig artikel 7 van de wet van 7 januari
1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid. 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid.
De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid zal het bedrag van deze De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid zal het bedrag van deze
bijdragen storten aan het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de bijdragen storten aan het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de
glasnijverheid", opgericht via de arbeidsovereenkomst van 28 april glasnijverheid", opgericht via de arbeidsovereenkomst van 28 april
1987, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 5 1987, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 5
augustus 1987. augustus 1987.
Het fonds voor bestaanszekerheid zal belast zijn met de organisatie Het fonds voor bestaanszekerheid zal belast zijn met de organisatie
van de financiering, enerzijds van concrete opleidingsacties bedoeld van de financiering, enerzijds van concrete opleidingsacties bedoeld
in § 2 en, anderzijds van initiatieven voor de opleiding en de in § 2 en, anderzijds van initiatieven voor de opleiding en de
tewerkstelling ten gunste van de risicogroepen voorzien in § 1 in het tewerkstelling ten gunste van de risicogroepen voorzien in § 1 in het
kader en door bemiddeling van de sectie "Beroepsopleiding". kader en door bemiddeling van de sectie "Beroepsopleiding".
TITEL V. - Geldigheid TITEL V. - Geldigheid

Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt van kracht op 1

Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt van kracht op 1

januari 2011 en loopt ten einde op 31 december 2012. januari 2011 en loopt ten einde op 31 december 2012.

Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst zal worden neergelegd ter

Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst zal worden neergelegd ter

Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van
de Federale Overheidsdienst Arbeid, Tewerkstelling en Sociaal Overleg de Federale Overheidsdienst Arbeid, Tewerkstelling en Sociaal Overleg
en een aanvraag tot algemene verbindend verklaring bij koninklijk en een aanvraag tot algemene verbindend verklaring bij koninklijk
besluit zal worden gevraagd. besluit zal worden gevraagd.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 5 december Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 5 december
2012. 2012.
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
Mevr. M. DE CONINCK Mevr. M. DE CONINCK
^