Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 2010, gesloten in het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van bepaalde oudere werknemers in geval van ontslag | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 2010, gesloten in het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van bepaalde oudere werknemers in geval van ontslag |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
4 OKTOBER 2011. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 4 OKTOBER 2011. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 2010, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 2010, |
gesloten in het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het | gesloten in het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het |
administratief arrondissement Verviers, betreffende de toekenning van | administratief arrondissement Verviers, betreffende de toekenning van |
een aanvullende vergoeding ten gunste van bepaalde oudere werknemers | een aanvullende vergoeding ten gunste van bepaalde oudere werknemers |
in geval van ontslag (1) | in geval van ontslag (1) |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de | Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de |
textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers; | textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers; |
Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 2010, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 2010, |
gesloten in het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het | gesloten in het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het |
administratief arrondissement Verviers, betreffende de toekenning van | administratief arrondissement Verviers, betreffende de toekenning van |
een aanvullende vergoeding ten gunste van bepaalde oudere werknemers | een aanvullende vergoeding ten gunste van bepaalde oudere werknemers |
in geval van ontslag. | in geval van ontslag. |
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
dit besluit. | dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 4 oktober 2011. | Gegeven te Brussel, 4 oktober 2011. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Vice-Eerste Minister | De Vice-Eerste Minister |
en Minister van Werk en Gelijke Kansen, | en Minister van Werk en Gelijke Kansen, |
belast met het Migratie- en asielbeleid, | belast met het Migratie- en asielbeleid, |
Mevr. J. MILQUET | Mevr. J. MILQUET |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Vertaling | Vertaling |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief | Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief |
arrondissement Verviers | arrondissement Verviers |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 2010 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 2010 |
Toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van bepaalde | Toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van bepaalde |
oudere werknemers in geval van ontslag (Overeenkomst geregistreerd op | oudere werknemers in geval van ontslag (Overeenkomst geregistreerd op |
3 maart 2011 onder het nummer 103290/CO/120.01) | 3 maart 2011 onder het nummer 103290/CO/120.01) |
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied van de overeenkomst | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied van de overeenkomst |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
alle textielondernemingen die vallen onder de bevoegdheid van het | alle textielondernemingen die vallen onder de bevoegdheid van het |
Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief | Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief |
arrondissement Verviers (PSC 120.01) en op de werknemers die zij | arrondissement Verviers (PSC 120.01) en op de werknemers die zij |
tewerkstellen. | tewerkstellen. |
HOOFDSTUK II. - Draagwijdte van de overeenkomst | HOOFDSTUK II. - Draagwijdte van de overeenkomst |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst regelt de toekenning van |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst regelt de toekenning van |
een aanvullende vergoeding ten gunste van bepaalde oudere werknemers | een aanvullende vergoeding ten gunste van bepaalde oudere werknemers |
in geval van ontslag. | in geval van ontslag. |
Art. 3.Overeenkomstig de bepalingen van artikel 2, § 1, van het |
Art. 3.Overeenkomstig de bepalingen van artikel 2, § 1, van het |
koninklijk besluit van 3 mei 2007 betreffende de toekenning van | koninklijk besluit van 3 mei 2007 betreffende de toekenning van |
werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen, | werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen, |
wordt de minimumleeftijd om deze aanvullende vergoeding te kunnen | wordt de minimumleeftijd om deze aanvullende vergoeding te kunnen |
genieten op 60 jaar vastgesteld vanaf 1 januari 2008. | genieten op 60 jaar vastgesteld vanaf 1 januari 2008. |
Art. 4.In uitvoering van de bepalingen van artikel 5 van de statuten, |
Art. 4.In uitvoering van de bepalingen van artikel 5 van de statuten, |
bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 april 1981, | bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 april 1981, |
gesloten in het vroegere Paritair Comité voor de textielnijverheid uit | gesloten in het vroegere Paritair Comité voor de textielnijverheid uit |
het administratief arrondissement Verviers, tot oprichting van een | het administratief arrondissement Verviers, tot oprichting van een |
"Fonds voor bestaanszekerheid voor de textielnijverheid uit het | "Fonds voor bestaanszekerheid voor de textielnijverheid uit het |
administratief arrondissement Verviers" en tot vaststelling van de | administratief arrondissement Verviers" en tot vaststelling van de |
statuten ervan, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit | statuten ervan, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit |
van 14 september 1981, wordt een aanvullende vergoeding toegekend aan | van 14 september 1981, wordt een aanvullende vergoeding toegekend aan |
de werklieden bedoeld in de artikelen 2 en 3 ten laste van het fonds, | de werklieden bedoeld in de artikelen 2 en 3 ten laste van het fonds, |
waarvan het bedrage en de wijze van toekenning en uitkering hierna | waarvan het bedrage en de wijze van toekenning en uitkering hierna |
zijn vastgesteld. | zijn vastgesteld. |
Bovendien worden de bijzondere werkgeversbijdragen, opgelegd door de | Bovendien worden de bijzondere werkgeversbijdragen, opgelegd door de |
artikelen 268 tot 271 van de programmawet van 22 december 1989 en door | artikelen 268 tot 271 van de programmawet van 22 december 1989 en door |
artikel 141 van de wet van 29 december 1990 houdende sociale | artikel 141 van de wet van 29 december 1990 houdende sociale |
bepalingen en door de uitvoeringsbesluiten door het fonds ten laste | bepalingen en door de uitvoeringsbesluiten door het fonds ten laste |
genomen. | genomen. |
HOOFDSTUK III. - Rechthebbenden op de aanvullende vergoeding | HOOFDSTUK III. - Rechthebbenden op de aanvullende vergoeding |
Art. 5.De aanvullende vergoeding, bedoeld in artikel 2, heeft |
Art. 5.De aanvullende vergoeding, bedoeld in artikel 2, heeft |
betrekking op de toekenning van gelijkaardige voordelen als bepaald | betrekking op de toekenning van gelijkaardige voordelen als bepaald |
door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten in de | door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten in de |
Nationale Arbeidsraad op 19 december 1974, aan alle werknemers die | Nationale Arbeidsraad op 19 december 1974, aan alle werknemers die |
ontslagen zijn en die de leeftijd van 60 jaar hebben bereikt op het | ontslagen zijn en die de leeftijd van 60 jaar hebben bereikt op het |
ogenblik van de stopzetting van hun arbeidsovereenkomst en die, | ogenblik van de stopzetting van hun arbeidsovereenkomst en die, |
tijdens de periode van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011, op | tijdens de periode van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011, op |
dat ogenblik een beroepsverleden als loontrekkende(n) kunnen bewijzen | dat ogenblik een beroepsverleden als loontrekkende(n) kunnen bewijzen |
van ten minste 30 jaar voor de mannen en 26 jaar voor de vrouwen, en | van ten minste 30 jaar voor de mannen en 26 jaar voor de vrouwen, en |
die het recht op wettelijke werkloosheidsuitkeringen verkrijgen. | die het recht op wettelijke werkloosheidsuitkeringen verkrijgen. |
Onder "ogenblik van de stopzetting van de arbeidsovereenkomst" moet | Onder "ogenblik van de stopzetting van de arbeidsovereenkomst" moet |
worden verstaan : ofwel het ogenblik waarop de arbeider(ster) zijn | worden verstaan : ofwel het ogenblik waarop de arbeider(ster) zijn |
prestaties beëindigt na afloop van de opzeggingstermijn, ofwel, bij | prestaties beëindigt na afloop van de opzeggingstermijn, ofwel, bij |
gebreke van opzeggingstermijn of wanneer vervroegd een einde wordt | gebreke van opzeggingstermijn of wanneer vervroegd een einde wordt |
gesteld aan de betekende opzegging, het ogenblik waarop de | gesteld aan de betekende opzegging, het ogenblik waarop de |
arbeider(ster) de onderneming verlaat. | arbeider(ster) de onderneming verlaat. |
Voor de toepassing van § 1, wordt geen rekening gehouden met de | Voor de toepassing van § 1, wordt geen rekening gehouden met de |
verlenging van de opzeggingstermijn met toepassing van de artikelen | verlenging van de opzeggingstermijn met toepassing van de artikelen |
38, § 2 en 38bis van de wet van 3 juli 1978 betreffende de | 38, § 2 en 38bis van de wet van 3 juli 1978 betreffende de |
arbeidsovereenkomsten. | arbeidsovereenkomsten. |
Ongeacht de voorwaarde volgens dewelke de minimumleeftijd bedoeld in | Ongeacht de voorwaarde volgens dewelke de minimumleeftijd bedoeld in |
artikel 3 moet bereikt zijn tijdens de geldigheidsduur van deze | artikel 3 moet bereikt zijn tijdens de geldigheidsduur van deze |
collectieve arbeidsovereenkomst mag de eerste dag die recht geeft op | collectieve arbeidsovereenkomst mag de eerste dag die recht geeft op |
de wettelijke werkloosheidsuitkeringen liggen na 31 december 2011, als | de wettelijke werkloosheidsuitkeringen liggen na 31 december 2011, als |
deze het gevolg is van de verlenging van de opzeggingstermijn door de | deze het gevolg is van de verlenging van de opzeggingstermijn door de |
toepassing van de artikelen 38, § 2 en 38bis van de wet van 3 juli | toepassing van de artikelen 38, § 2 en 38bis van de wet van 3 juli |
1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. | 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. |
Art. 6.Ongeacht de anciënniteitsvoorwaarden vastgelegd door voornoemd |
Art. 6.Ongeacht de anciënniteitsvoorwaarden vastgelegd door voornoemd |
koninklijk besluit van 3 mei 2007, hetzij een beroepsloopbaan | koninklijk besluit van 3 mei 2007, hetzij een beroepsloopbaan |
rechtvaardigen van 30 jaar voor een man en van 26 jaar voor een vrouw, | rechtvaardigen van 30 jaar voor een man en van 26 jaar voor een vrouw, |
moeten de werknemers, om het conventioneel brugpensioen te kunnen | moeten de werknemers, om het conventioneel brugpensioen te kunnen |
genieten, aan één van de volgende anciënniteitsvoorwaarden voldoen : | genieten, aan één van de volgende anciënniteitsvoorwaarden voldoen : |
- hetzij 15 jaar bezoldigde arbeid in de sectoren textiel, breiwerk, | - hetzij 15 jaar bezoldigde arbeid in de sectoren textiel, breiwerk, |
kleding, confectie en/of vlasbereiding; | kleding, confectie en/of vlasbereiding; |
- hetzij 5 jaar bezoldigde arbeid in de sectoren textiel, breiwerk, | - hetzij 5 jaar bezoldigde arbeid in de sectoren textiel, breiwerk, |
kleding, confectie en/of vlasbereiding tijdens de laatste 10 jaren, | kleding, confectie en/of vlasbereiding tijdens de laatste 10 jaren, |
waarvan ten minste 1 jaar tijdens de laatste 2 jaren. | waarvan ten minste 1 jaar tijdens de laatste 2 jaren. |
Wat de gelijkgestelde arbeidsdagen betreft moet men verwijzen naar de | Wat de gelijkgestelde arbeidsdagen betreft moet men verwijzen naar de |
reglementaire van kracht zijnde bepalingen. | reglementaire van kracht zijnde bepalingen. |
Art. 7.De werknemers bedoeld in artikel 5 hebben, voor zover zij de |
Art. 7.De werknemers bedoeld in artikel 5 hebben, voor zover zij de |
wettelijke werkloosheidsuitkeringen genieten, recht op de aanvullende | wettelijke werkloosheidsuitkeringen genieten, recht op de aanvullende |
vergoeding tot op de datum dat zij de leeftijd bereiken waarop zij | vergoeding tot op de datum dat zij de leeftijd bereiken waarop zij |
wettelijk pensioengerechtigd zijn en binnen de voorwaarden vastgelegd | wettelijk pensioengerechtigd zijn en binnen de voorwaarden vastgelegd |
door de pensioenreglementering. | door de pensioenreglementering. |
In afwijking van de vorige alinea hebben deze werknemers eveneens | In afwijking van de vorige alinea hebben deze werknemers eveneens |
recht op een aanvullende vergoeding vanaf de eerste dag van de | recht op een aanvullende vergoeding vanaf de eerste dag van de |
kalendermaand die volgt op de maand tijdens dewelke zij geen | kalendermaand die volgt op de maand tijdens dewelke zij geen |
werkloosheidsuitkeringen meer genieten, enkel omwille van het feit dat | werkloosheidsuitkeringen meer genieten, enkel omwille van het feit dat |
zij de leeftijdsgrens bereikt hebben bepaald door artikel 64 van het | zij de leeftijdsgrens bereikt hebben bepaald door artikel 64 van het |
koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de | koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de |
werkloosheidsreglementering, tot op de laatste dag van de | werkloosheidsreglementering, tot op de laatste dag van de |
kalendermaand tijdens dewelke zijn de leeftijd van 65 jaar bereiken. | kalendermaand tijdens dewelke zijn de leeftijd van 65 jaar bereiken. |
Het stelsel geldt eveneens voor de werklieden die tijdelijk uit het | Het stelsel geldt eveneens voor de werklieden die tijdelijk uit het |
stelsel zouden getreden zijn en die nadien opnieuw het stelsel wensen | stelsel zouden getreden zijn en die nadien opnieuw het stelsel wensen |
te genieten, voor zover zij opnieuw de wettelijke | te genieten, voor zover zij opnieuw de wettelijke |
werkloosheidsuitkeringen ontvangen. | werkloosheidsuitkeringen ontvangen. |
Art. 7bis.In afwijking van artikel 7 hebben de werknemers, waarop |
Art. 7bis.In afwijking van artikel 7 hebben de werknemers, waarop |
artikel 5 van toepassing is, die hun hoofdverblijfplaats hebben in een | artikel 5 van toepassing is, die hun hoofdverblijfplaats hebben in een |
land van de Europese Economische Ruimte eveneens recht op een | land van de Europese Economische Ruimte eveneens recht op een |
aanvullende vergoeding ten laste van hun laatste werkgever, voor zover | aanvullende vergoeding ten laste van hun laatste werkgever, voor zover |
zij de werkloosheidsuitkeringen in het kader van de reglementering | zij de werkloosheidsuitkeringen in het kader van de reglementering |
inzake conventioneel brugpensioen niet kunnen genieten of kunnen | inzake conventioneel brugpensioen niet kunnen genieten of kunnen |
blijven genieten, enkel omdat zijn hun hoofdverblijfplaats niet of | blijven genieten, enkel omdat zijn hun hoofdverblijfplaats niet of |
niet meer in België hebben in de zin van artikel 66 van het koninklijk | niet meer in België hebben in de zin van artikel 66 van het koninklijk |
besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering | besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering |
en voor zover zij de werkloosheidsuitkeringen genieten krachtens de | en voor zover zij de werkloosheidsuitkeringen genieten krachtens de |
wetgeving van hun land van verblijf. | wetgeving van hun land van verblijf. |
Deze vergoeding moet berekend worden alsof de werknemers | Deze vergoeding moet berekend worden alsof de werknemers |
werkloosheidsuitkeringen zouden genieten op basis van de Belgische | werkloosheidsuitkeringen zouden genieten op basis van de Belgische |
wetgeving. | wetgeving. |
Art. 7ter.§ 1. In afwijking van het eerste lid van artikel 7 en van |
Art. 7ter.§ 1. In afwijking van het eerste lid van artikel 7 en van |
artikel 7bis blijft het recht op de aanvullende vergoeding, toegekend | artikel 7bis blijft het recht op de aanvullende vergoeding, toegekend |
aan de ontslagen arbeid(st)ers in het kader van deze collectieve | aan de ontslagen arbeid(st)ers in het kader van deze collectieve |
arbeidsovereenkomst behouden ten laste van de laatste werkgever, | arbeidsovereenkomst behouden ten laste van de laatste werkgever, |
wanneer deze werklieden het werk hervatten als loontrekkende bij een | wanneer deze werklieden het werk hervatten als loontrekkende bij een |
andere werkgever dan deze die hen heeft ontslagen en die niet behoort | andere werkgever dan deze die hen heeft ontslagen en die niet behoort |
tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft | tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft |
ontslagen. | ontslagen. |
§ 2. In afwijking van het eerste lid van artikel 7 en van artikel 7bis | § 2. In afwijking van het eerste lid van artikel 7 en van artikel 7bis |
blijft het recht op de aanvullende vergoeding, toegekend aan de | blijft het recht op de aanvullende vergoeding, toegekend aan de |
ontslagen arbeid(st)ers in het kader van deze collectieve | ontslagen arbeid(st)ers in het kader van deze collectieve |
arbeidsovereenkomst behouden ten laste van de laatste werkgever, in | arbeidsovereenkomst behouden ten laste van de laatste werkgever, in |
geval van uitoefening van een zelfstandige activiteit als hoofdzaak, | geval van uitoefening van een zelfstandige activiteit als hoofdzaak, |
op voorwaarde dat deze activiteit niet wordt uitgeoefend voor rekening | op voorwaarde dat deze activiteit niet wordt uitgeoefend voor rekening |
van de werkgever die hen heeft ontslagen of voor rekening van een | van de werkgever die hen heeft ontslagen of voor rekening van een |
werkgever die behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de | werkgever die behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de |
werkgever die hen heeft ontslagen. | werkgever die hen heeft ontslagen. |
§ 3. In de gevallen bedoeld in § 1 en § 2 hebben de ontslagen | § 3. In de gevallen bedoeld in § 1 en § 2 hebben de ontslagen |
arbeid(st)ers, als zij het werk hervatten tijdens de periode gedekt | arbeid(st)ers, als zij het werk hervatten tijdens de periode gedekt |
door de verlofvergoeding, ten vroegste recht op de aanvullende | door de verlofvergoeding, ten vroegste recht op de aanvullende |
vergoeding vanaf de dag waarop zij recht zouden gehad hebben op de | vergoeding vanaf de dag waarop zij recht zouden gehad hebben op de |
werkloosheidsuitkeringen als zij het werk niet hadden hervat. | werkloosheidsuitkeringen als zij het werk niet hadden hervat. |
§ 4. In de gevallen bedoeld in § 1 en § 2, wordt het recht op de | § 4. In de gevallen bedoeld in § 1 en § 2, wordt het recht op de |
aanvullende vergoeding behouden tijdens de volledige duur van de | aanvullende vergoeding behouden tijdens de volledige duur van de |
tewerkstelling via een arbeidsovereenkomst of tijdens de volledige | tewerkstelling via een arbeidsovereenkomst of tijdens de volledige |
duur van de uitoefening van een zelfstandige activiteit als | duur van de uitoefening van een zelfstandige activiteit als |
hoofdactiviteit, volgens de modaliteiten bepaald door deze collectieve | hoofdactiviteit, volgens de modaliteiten bepaald door deze collectieve |
arbeidsovereenkomst en voor de volledige periode waarin de | arbeidsovereenkomst en voor de volledige periode waarin de |
arbeid(st)ers die recht hebben op de aanvullende vergoeding geen | arbeid(st)ers die recht hebben op de aanvullende vergoeding geen |
werkloosheidsuitkeringen meer genieten als volledig | werkloosheidsuitkeringen meer genieten als volledig |
uitkeringsgerechtigde werkloze. | uitkeringsgerechtigde werkloze. |
De arbeid(st)ers bedoeld in § 1 en in § 2 leveren hun laatste | De arbeid(st)ers bedoeld in § 1 en in § 2 leveren hun laatste |
werkgever het bewijs van hun herindienstreding door middel van een | werkgever het bewijs van hun herindienstreding door middel van een |
arbeidsovereenkomst of de uitoefening van een zelfstandige activiteit | arbeidsovereenkomst of de uitoefening van een zelfstandige activiteit |
als hoofdactiviteit. | als hoofdactiviteit. |
HOOFDSTUK IV. - Bedrag van de aanvullende vergoeding | HOOFDSTUK IV. - Bedrag van de aanvullende vergoeding |
Art. 8.Het bedrag van de aanvullende vergoeding is gelijk aan de |
Art. 8.Het bedrag van de aanvullende vergoeding is gelijk aan de |
helft van het verschil tussen het nettoreferteloon en de | helft van het verschil tussen het nettoreferteloon en de |
werkloosheidsuitkering. | werkloosheidsuitkering. |
Art. 8bis.De aanvullende vergoeding, waarvan het brutobedrag lager is |
Art. 8bis.De aanvullende vergoeding, waarvan het brutobedrag lager is |
dan 99,16 EUR per maand, toegekend in het kader van het conventioneel | dan 99,16 EUR per maand, toegekend in het kader van het conventioneel |
brugpensioen voor arbeiders, wordt verhoogd tot 99,16 EUR bruto per | brugpensioen voor arbeiders, wordt verhoogd tot 99,16 EUR bruto per |
maand. Deze verhoging van het bedrag van de aanvullende vergoeding mag | maand. Deze verhoging van het bedrag van de aanvullende vergoeding mag |
niet als gevolg hebben dat het totale brutomaandbedrag van deze | niet als gevolg hebben dat het totale brutomaandbedrag van deze |
aanvullende vergoeding en van de werkloosheidsuitkeringen de drempel | aanvullende vergoeding en van de werkloosheidsuitkeringen de drempel |
overschrijdt die in aanmerking wordt genomen voor de berekening van de | overschrijdt die in aanmerking wordt genomen voor de berekening van de |
persoonlijke inhouding van de werknemer zonder familielasten die moet | persoonlijke inhouding van de werknemer zonder familielasten die moet |
gestort worden aan de Rijksdienst voor pensioenen. | gestort worden aan de Rijksdienst voor pensioenen. |
Art. 9.Het nettoreferteloon is gelijk aan het brutomaandloon begrensd |
Art. 9.Het nettoreferteloon is gelijk aan het brutomaandloon begrensd |
tot 3.545,62 EUR (bedrag op 1 september 2010) en verminderd met de | tot 3.545,62 EUR (bedrag op 1 september 2010) en verminderd met de |
persoonlijke sociale zekerheidsbijdrage en de fiscale inhouding. | persoonlijke sociale zekerheidsbijdrage en de fiscale inhouding. |
Voor de berekening van de persoonlijke socialezekerheidsbijdrage op | Voor de berekening van de persoonlijke socialezekerheidsbijdrage op |
het loon aan 100 pct., moet worden rekening gehouden met de bepalingen | het loon aan 100 pct., moet worden rekening gehouden met de bepalingen |
van de wet van 20 december 1999 teneinde een tewerkstellingsbonus toe | van de wet van 20 december 1999 teneinde een tewerkstellingsbonus toe |
te kennen in de vorm van een vermindering van de persoonlijke sociale | te kennen in de vorm van een vermindering van de persoonlijke sociale |
zekerheidsbijdragen aan de loontrekkende werknemers die een laag loon | zekerheidsbijdragen aan de loontrekkende werknemers die een laag loon |
hebben en aan sommige werknemers die het slachtoffer zijn geweest van | hebben en aan sommige werknemers die het slachtoffer zijn geweest van |
een herstructurering. | een herstructurering. |
Het bedrag van het begrensde brutomaandloon is gekoppeld aan de | Het bedrag van het begrensde brutomaandloon is gekoppeld aan de |
schommelingen van de consumptieprijsindex, overeenkomstig de | schommelingen van de consumptieprijsindex, overeenkomstig de |
bepalingen van de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een | bepalingen van de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een |
stelsel van koppeling aan het indexcijfer der consumptieprijzen. | stelsel van koppeling aan het indexcijfer der consumptieprijzen. |
Deze grens wordt bovendien herzien op 1 januari van elk jaar, door | Deze grens wordt bovendien herzien op 1 januari van elk jaar, door |
rekening te houden met de evolutie van de conventionele lonen | rekening te houden met de evolutie van de conventionele lonen |
overeenkomstig hetgeen hierover is beslist in de Nationale | overeenkomstig hetgeen hierover is beslist in de Nationale |
Arbeidsraad. | Arbeidsraad. |
Het nettoreferteloon wordt afgerond naar de hogere euro. | Het nettoreferteloon wordt afgerond naar de hogere euro. |
Art. 10.1. Het brutoloon omvat de contractuele premies die |
Art. 10.1. Het brutoloon omvat de contractuele premies die |
rechtstreeks gebonden zijn aan de door de arbeid(st)ers verrichte | rechtstreeks gebonden zijn aan de door de arbeid(st)ers verrichte |
prestaties, waarop inhoudingen gebeuren voor de sociale zekerheid en | prestaties, waarop inhoudingen gebeuren voor de sociale zekerheid en |
waarvan de betalingsperiodiciteit geen maand overschrijdt. | waarvan de betalingsperiodiciteit geen maand overschrijdt. |
Het omvat eveneens de voordelen in natura die onderworpen worden aan | Het omvat eveneens de voordelen in natura die onderworpen worden aan |
inhoudingen van de sociale zekerheid. | inhoudingen van de sociale zekerheid. |
De premies of vergoedingen die worden toegekend als tegenwaarde voor | De premies of vergoedingen die worden toegekend als tegenwaarde voor |
werkelijke kosten worden daarentegen niet in aanmerking genomen. | werkelijke kosten worden daarentegen niet in aanmerking genomen. |
2. Voor de arbeid(st)ers die per maand betaald wordt is het brutoloon | 2. Voor de arbeid(st)ers die per maand betaald wordt is het brutoloon |
het loon dat hij (zij) verdient voor de refertemaand bepaald in punt 6 | het loon dat hij (zij) verdient voor de refertemaand bepaald in punt 6 |
hieronder. | hieronder. |
3. Voor de arbeid(st)ers die niet per maand betaald wordt, wordt het | 3. Voor de arbeid(st)ers die niet per maand betaald wordt, wordt het |
brutoloon berekend in functie van het normale uurloon. | brutoloon berekend in functie van het normale uurloon. |
Het normale uurloon wordt verkregen door het loon van de normale | Het normale uurloon wordt verkregen door het loon van de normale |
prestaties van de refertemaand te delen door het aantal normale uren | prestaties van de refertemaand te delen door het aantal normale uren |
gepresteerd tijdens deze periode. Het verkregen resultaat wordt | gepresteerd tijdens deze periode. Het verkregen resultaat wordt |
vermenigvuldigd met het aantal arbeidsuren bepaald door het wekelijkse | vermenigvuldigd met het aantal arbeidsuren bepaald door het wekelijkse |
arbeidsstelsel van de arbeid(st)ers; dat product, vermenigvuldigd met | arbeidsstelsel van de arbeid(st)ers; dat product, vermenigvuldigd met |
52 en gedeeld door 12 komt overeen met het maandloon. | 52 en gedeeld door 12 komt overeen met het maandloon. |
4. Het brutoloon van een arbeid(st)ers die niet gewerkt heeft tijdens | 4. Het brutoloon van een arbeid(st)ers die niet gewerkt heeft tijdens |
de ganse refertemaand wordt berekend alsof hij (zij) alle werkdagen | de ganse refertemaand wordt berekend alsof hij (zij) alle werkdagen |
die in de beschouwde maand begrepen zijn, aanwezig zou geweest zijn. | die in de beschouwde maand begrepen zijn, aanwezig zou geweest zijn. |
Als, omwille van de bepalingen in zijn contract, een arbeid(st)ers | Als, omwille van de bepalingen in zijn contract, een arbeid(st)ers |
niet kan werken tijdens een gedeelte van de refertemaand en gedurende | niet kan werken tijdens een gedeelte van de refertemaand en gedurende |
deze tijd niet heeft gewerkt, wordt zijn brutoloon berekend in functie | deze tijd niet heeft gewerkt, wordt zijn brutoloon berekend in functie |
van het aantal werkdagen die in zijn contract zijn vastgelegd. | van het aantal werkdagen die in zijn contract zijn vastgelegd. |
5. Bij het brutoloon dat de arbeid(st)ers ontvangt, of hij nu per | 5. Bij het brutoloon dat de arbeid(st)ers ontvangt, of hij nu per |
maand of anders wordt betaald, wordt één twaalfde gevoegd van het | maand of anders wordt betaald, wordt één twaalfde gevoegd van het |
totaal van de contractuele premies en van het variabel loon waarvan de | totaal van de contractuele premies en van het variabel loon waarvan de |
betalingsperiodiciteit geen maand overschrijdt, apart ontvangen door | betalingsperiodiciteit geen maand overschrijdt, apart ontvangen door |
de arbeid(st)ers tijdens de twaalf maanden die de ontslagdatum | de arbeid(st)ers tijdens de twaalf maanden die de ontslagdatum |
voorafgaan. | voorafgaan. |
6. Bij het overleg, bepaald door artikel 14, zal in onderling overleg | 6. Bij het overleg, bepaald door artikel 14, zal in onderling overleg |
beslist worden welke de refertemaand is die in aanmerking moet genomen | beslist worden welke de refertemaand is die in aanmerking moet genomen |
worden. | worden. |
Als er geen refertemaand wordt bepaald, zal het de kalendermaand zijn | Als er geen refertemaand wordt bepaald, zal het de kalendermaand zijn |
die voorafgaat aan de ontslagdatum. | die voorafgaat aan de ontslagdatum. |
HOOFDSTUK V. - Aanpassing van het bedrag van de aanvullende vergoeding | HOOFDSTUK V. - Aanpassing van het bedrag van de aanvullende vergoeding |
Art. 11.Het bedrag van de uitgekeerde aanvullende vergoedingen wordt |
Art. 11.Het bedrag van de uitgekeerde aanvullende vergoedingen wordt |
gekoppeld aan de schommeling het indexcijfer der consumptieprijzen | gekoppeld aan de schommeling het indexcijfer der consumptieprijzen |
volgens de toepassingsmodaliteiten inzake werkloosheidsuitkeringen, | volgens de toepassingsmodaliteiten inzake werkloosheidsuitkeringen, |
overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971. | overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971. |
Bovendien wordt het bedrag van deze vergoedingen herzien op 1 januari | Bovendien wordt het bedrag van deze vergoedingen herzien op 1 januari |
van elk jaar, in functie van de evolutie van de conventionele lonen, | van elk jaar, in functie van de evolutie van de conventionele lonen, |
overeenkomstig hetgeen hierover beslist wordt in de Nationale | overeenkomstig hetgeen hierover beslist wordt in de Nationale |
Arbeidsraad. | Arbeidsraad. |
Voor de werklieden die tot het stelsel toetreden tijdens het jaar | Voor de werklieden die tot het stelsel toetreden tijdens het jaar |
wordt de aanpassing krachtens de evolutie van de conventionele lonen | wordt de aanpassing krachtens de evolutie van de conventionele lonen |
uitgevoerd, rekening houdend met het moment van het jaar waarop de | uitgevoerd, rekening houdend met het moment van het jaar waarop de |
toegang tot het stelsel plaatsvindt; elk kwartaal wordt in aanmerking | toegang tot het stelsel plaatsvindt; elk kwartaal wordt in aanmerking |
genomen voor de berekening van de aanpassing. | genomen voor de berekening van de aanpassing. |
HOOFDSTUK VI. - Betalingsperiodiciteit van de aanvullende vergoeding | HOOFDSTUK VI. - Betalingsperiodiciteit van de aanvullende vergoeding |
Art. 12.De betaling van de aanvullende vergoeding gebeurt |
Art. 12.De betaling van de aanvullende vergoeding gebeurt |
maandelijks. | maandelijks. |
HOOFDSTUK VII. - Cumulatie van de aanvullende vergoeding en andere | HOOFDSTUK VII. - Cumulatie van de aanvullende vergoeding en andere |
voordelen | voordelen |
Art. 13.De aanvullende vergoeding mag niet gecumuleerd worden met |
Art. 13.De aanvullende vergoeding mag niet gecumuleerd worden met |
andere toeslagen of speciale vergoedingen, die voortvloeien uit het | andere toeslagen of speciale vergoedingen, die voortvloeien uit het |
ontslag, die worden toegekend krachtens wettelijke of reglementaire | ontslag, die worden toegekend krachtens wettelijke of reglementaire |
bepalingen. De werklieden, die onder de in artikel 5 voorziene | bepalingen. De werklieden, die onder de in artikel 5 voorziene |
voorwaarde zullen ontslagen worden, zullen dus eerst de uit die | voorwaarde zullen ontslagen worden, zullen dus eerst de uit die |
bepalingen voortvloeiende rechten moeten uitputten, alvorens aanspraak | bepalingen voortvloeiende rechten moeten uitputten, alvorens aanspraak |
te kunnen maken op de in artikel 2 voorziene vergoeding. | te kunnen maken op de in artikel 2 voorziene vergoeding. |
HOOFDSTUK VIII. - Overlegprocedure | HOOFDSTUK VIII. - Overlegprocedure |
Art. 14.Vooraleer één of meerdere arbeid(st)ers, bedoeld bij artikel |
Art. 14.Vooraleer één of meerdere arbeid(st)ers, bedoeld bij artikel |
5, te kunnen ontslaan, pleegt de werkgever overleg met de | 5, te kunnen ontslaan, pleegt de werkgever overleg met de |
vertegenwoordigers van het personeel in de ondernemingsraad of, bij | vertegenwoordigers van het personeel in de ondernemingsraad of, bij |
ontstentenis daarvan, met de vakbondsafvaardiging. Ongeacht de | ontstentenis daarvan, met de vakbondsafvaardiging. Ongeacht de |
bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 9 van 9 maart | bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 9 van 9 maart |
1972, inzonderheid van artikel 12, heeft deze beraadslaging tot doel | 1972, inzonderheid van artikel 12, heeft deze beraadslaging tot doel |
in onderling overleg te beslissen of, afgezien van de in de | in onderling overleg te beslissen of, afgezien van de in de |
onderneming van kracht zijnde ontslagcriteria, arbeid(st)ers die aan | onderneming van kracht zijnde ontslagcriteria, arbeid(st)ers die aan |
het in artikel 3 bepaalde leeftijdscriterium voldoen, bij voorrang | het in artikel 3 bepaalde leeftijdscriterium voldoen, bij voorrang |
kunnen worden ontslagen en derhalve het voordeel van de aanvullende | kunnen worden ontslagen en derhalve het voordeel van de aanvullende |
regeling kunnen genieten. | regeling kunnen genieten. |
Bij ontstentenis van ondernemingsraad of vakbondsafvaardiging heeft | Bij ontstentenis van ondernemingsraad of vakbondsafvaardiging heeft |
dit overleg plaats met de vertegenwoordigers van de representatieve | dit overleg plaats met de vertegenwoordigers van de representatieve |
werknemersorganisaties of, bij ontstentenis, met de arbeid(st)ers van | werknemersorganisaties of, bij ontstentenis, met de arbeid(st)ers van |
de onderneming. | de onderneming. |
Vooraleer een beslissing tot ontslag te nemen, nodigt de werkgever | Vooraleer een beslissing tot ontslag te nemen, nodigt de werkgever |
daarenboven de betrokken arbeid(st)ers per aangetekende brief uit tot | daarenboven de betrokken arbeid(st)ers per aangetekende brief uit tot |
een onderhoud tijdens de werkuren op de zetel van de onderneming. Dit | een onderhoud tijdens de werkuren op de zetel van de onderneming. Dit |
onderhoud heeft tot doel aan de arbeid(st)ers de gelegenheid te geven | onderhoud heeft tot doel aan de arbeid(st)ers de gelegenheid te geven |
hun bezwaren tegen het door de werkgever voorgenomen ontslag kenbaar | hun bezwaren tegen het door de werkgever voorgenomen ontslag kenbaar |
te maken. Overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 mei | te maken. Overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 mei |
1972 van de Nationale Arbeidsraad betreffende het statuut van de | 1972 van de Nationale Arbeidsraad betreffende het statuut van de |
vakbondsafvaardiging, inzonderheid artikel 7, kunnen de arbeid(st)ers | vakbondsafvaardiging, inzonderheid artikel 7, kunnen de arbeid(st)ers |
zich bij dit onderhoud laten bijstaan door hun vakbondsafgevaardigde. | zich bij dit onderhoud laten bijstaan door hun vakbondsafgevaardigde. |
Het ontslag kan ten vroegste gebeuren vanaf de tweede werkdag die | Het ontslag kan ten vroegste gebeuren vanaf de tweede werkdag die |
volgt op de dag van het onderhoud of waarop dit onderhoud voorzien | volgt op de dag van het onderhoud of waarop dit onderhoud voorzien |
was. | was. |
De ontslagen arbeid(st)ers hebben de mogelijkheid de aanvullende | De ontslagen arbeid(st)ers hebben de mogelijkheid de aanvullende |
regeling te aanvaarden of deze te weigeren en derhalve deel uit te | regeling te aanvaarden of deze te weigeren en derhalve deel uit te |
maken van de arbeidsreserve. | maken van de arbeidsreserve. |
HOOFDSTUK IX. - Betaling van de aanvullende vergoeding | HOOFDSTUK IX. - Betaling van de aanvullende vergoeding |
Art. 15.De betaling van de aanvullende vergoeding valt ten laste van |
Art. 15.De betaling van de aanvullende vergoeding valt ten laste van |
het "Fonds voor bestaanszekerheid van de textielnijverheid uit het | het "Fonds voor bestaanszekerheid van de textielnijverheid uit het |
administratief arrondissement Verviers". | administratief arrondissement Verviers". |
Daarom zijn de werkgevers verplicht gebruik te maken van het gepast | Daarom zijn de werkgevers verplicht gebruik te maken van het gepast |
formulier dat kan verkregen worden op de zetel van het fonds, rue de | formulier dat kan verkregen worden op de zetel van het fonds, rue de |
Bruxelles 41, te 4800 Verviers. | Bruxelles 41, te 4800 Verviers. |
De administratieve richtlijnen van de raad van beheer van het fonds | De administratieve richtlijnen van de raad van beheer van het fonds |
moeten nageleefd worden. | moeten nageleefd worden. |
HOOFDSTUK X. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK X. - Slotbepalingen |
Art. 16.De administratieve formaliteiten nodig voor de uitvoering van |
Art. 16.De administratieve formaliteiten nodig voor de uitvoering van |
deze overeenkomst worden door de raad van beheer van het in artikel 4 | deze overeenkomst worden door de raad van beheer van het in artikel 4 |
bedoelde fonds vastgesteld. | bedoelde fonds vastgesteld. |
Art. 17.De algemene interpretatiemoeilijkheden van deze collectieve |
Art. 17.De algemene interpretatiemoeilijkheden van deze collectieve |
arbeidsovereenkomst worden door de raad van beheer van het "Fonds voor | arbeidsovereenkomst worden door de raad van beheer van het "Fonds voor |
bestaanszekerheid van de textielnijverheid uit het administratief | bestaanszekerheid van de textielnijverheid uit het administratief |
arrondissement Verviers" beslecht in de geest van en verwijzend naar | arrondissement Verviers" beslecht in de geest van en verwijzend naar |
de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale | de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale |
Arbeidsraad. | Arbeidsraad. |
Art. 18.Deze overeenkomst is geldig voor de periode van 1 januari |
Art. 18.Deze overeenkomst is geldig voor de periode van 1 januari |
2011 tot en met 31 december 2011. | 2011 tot en met 31 december 2011. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 oktober | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 oktober |
2011. | 2011. |
De Vice-Eerste Minister | De Vice-Eerste Minister |
en Minister van Werk en Gelijke Kansen, | en Minister van Werk en Gelijke Kansen, |
belast met het Migratie- en asielbeleid, | belast met het Migratie- en asielbeleid, |
Mevr. J. MILQUET | Mevr. J. MILQUET |