| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 oktober 2023, gesloten in het Paritair Comité voor de textielverzorging, betreffende het akkoord van sociale vrede 2023-2024 | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 oktober 2023, gesloten in het Paritair Comité voor de textielverzorging, betreffende het akkoord van sociale vrede 2023-2024 |
|---|---|
| 4 JULI 2024. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 4 JULI 2024. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
| verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 oktober 2023, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 oktober 2023, |
| gesloten in het Paritair Comité voor de textielverzorging, betreffende | gesloten in het Paritair Comité voor de textielverzorging, betreffende |
| het akkoord van sociale vrede 2023-2024 (1) | het akkoord van sociale vrede 2023-2024 (1) |
| FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de |
| textielverzorging; | textielverzorging; |
| Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 oktober 2023, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 oktober 2023, |
| gesloten in het Paritair Comité voor de textielverzorging, betreffende | gesloten in het Paritair Comité voor de textielverzorging, betreffende |
| het akkoord van sociale vrede 2023-2024. | het akkoord van sociale vrede 2023-2024. |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
| dit besluit. | dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 4 juli 2024. | Gegeven te Brussel, 4 juli 2024. |
| FILIP | FILIP |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| P.-Y. DERMAGNE | P.-Y. DERMAGNE |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Comité voor de textielverzorging | Paritair Comité voor de textielverzorging |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 oktober 2023 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 oktober 2023 |
| Akkoord van sociale vrede 2023-2024 (Overeenkomst geregistreerd op 24 | Akkoord van sociale vrede 2023-2024 (Overeenkomst geregistreerd op 24 |
| november 2023 onder het nummer 184094/CO/110) | november 2023 onder het nummer 184094/CO/110) |
| HOOFDSTUK 1. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK 1. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
| de werkgevers en de arbeid(st)ers van de ondernemingen welke onder het | de werkgevers en de arbeid(st)ers van de ondernemingen welke onder het |
| Paritair Comité voor de textielverzorging ressorteren. | Paritair Comité voor de textielverzorging ressorteren. |
| HOOFDSTUK 2. - Duur | HOOFDSTUK 2. - Duur |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing vanaf 1 |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing vanaf 1 |
| januari 2023 tot en met 31 december 2024, tenzij anders bepaald. | januari 2023 tot en met 31 december 2024, tenzij anders bepaald. |
| HOOFDSTUK 3. - Arbeidsvoorwaarden | HOOFDSTUK 3. - Arbeidsvoorwaarden |
Art. 3.Vanaf 1 december 2023 worden de uren die niet worden |
Art. 3.Vanaf 1 december 2023 worden de uren die niet worden |
| gepresteerd wegens tijdelijk werkloosheid, gelijkgesteld voor de | gepresteerd wegens tijdelijk werkloosheid, gelijkgesteld voor de |
| berekening van de eindejaarspremie. | berekening van de eindejaarspremie. |
| De collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2019 betreffende de | De collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2019 betreffende de |
| eindejaarspremie (registratienummer 153311/CO/110) zal vervangen | eindejaarspremie (registratienummer 153311/CO/110) zal vervangen |
| worden. | worden. |
Art. 4.Vanaf 1 januari 2024 wordt het werkgeversaandeel in de |
Art. 4.Vanaf 1 januari 2024 wordt het werkgeversaandeel in de |
| maaltijdcheques verhoogd met 0,50 EUR. Derhalve wordt aan de voltijds | maaltijdcheques verhoogd met 0,50 EUR. Derhalve wordt aan de voltijds |
| tewerkgestelde werknemers per effectief gepresteerde dag een | tewerkgestelde werknemers per effectief gepresteerde dag een |
| maaltijdcheque toegekend met een nominale waarde van 6,50 EUR met | maaltijdcheque toegekend met een nominale waarde van 6,50 EUR met |
| daarin een werkgeversaandeel van 5,41 EUR en een werknemersaandeel van | daarin een werkgeversaandeel van 5,41 EUR en een werknemersaandeel van |
| 1,09 EUR. | 1,09 EUR. |
| In de ondernemingen waar het maximumbedrag van 8 EUR reeds bereikt is, | In de ondernemingen waar het maximumbedrag van 8 EUR reeds bereikt is, |
| moet worden voorzien in netto gelijkwaardige voordelen met ingang van | moet worden voorzien in netto gelijkwaardige voordelen met ingang van |
| 1 januari 2024. | 1 januari 2024. |
| De collectieve arbeidsovereenkomst van 8 december 2021 houdende | De collectieve arbeidsovereenkomst van 8 december 2021 houdende |
| toekenning van maaltijdcheques (registratienummer 170671/CO/110) zal | toekenning van maaltijdcheques (registratienummer 170671/CO/110) zal |
| vervangen worden. | vervangen worden. |
Art. 5.Een technische werkgroep zal het onderscheid tussen de |
Art. 5.Een technische werkgroep zal het onderscheid tussen de |
| bedrijven met minder dan 50 werknemers en bedrijven vanaf 50 | bedrijven met minder dan 50 werknemers en bedrijven vanaf 50 |
| werknemers evalueren. | werknemers evalueren. |
| HOOFDSTUK 4. - Mobiliteit | HOOFDSTUK 4. - Mobiliteit |
Art. 6.Vanaf 1 januari 2024 wordt voor de fietsvergoeding de |
Art. 6.Vanaf 1 januari 2024 wordt voor de fietsvergoeding de |
| koppeling gemaakt met de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 164 van | koppeling gemaakt met de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 164 van |
| de Nationale Arbeidsraad en hierdoor wordt de fietsvergoeding verhoogd | de Nationale Arbeidsraad en hierdoor wordt de fietsvergoeding verhoogd |
| tot 0,27 EUR per kilometer voor de afstand heen en terug van de woning | tot 0,27 EUR per kilometer voor de afstand heen en terug van de woning |
| tot de werkplaats met een maximum van 40 kilometer per dag. | tot de werkplaats met een maximum van 40 kilometer per dag. |
| De collectieve arbeidsovereenkomst van 8 december 2021 betreffende de | De collectieve arbeidsovereenkomst van 8 december 2021 betreffende de |
| vergoeding wegens tegemoetkoming in de vervoerskosten | vergoeding wegens tegemoetkoming in de vervoerskosten |
| (registratienummer 170672/C0/110) zal vervangen worden. | (registratienummer 170672/C0/110) zal vervangen worden. |
Art. 7.Vanaf 1 januari 2024 bedraagt de forfaitaire |
Art. 7.Vanaf 1 januari 2024 bedraagt de forfaitaire |
| mobiliteitsvergoeding 1,70 EUR per gewerkte dag. | mobiliteitsvergoeding 1,70 EUR per gewerkte dag. |
| De collectieve arbeidsovereenkomst van 8 december 2021 betreffende de | De collectieve arbeidsovereenkomst van 8 december 2021 betreffende de |
| vergoeding wegens tegemoetkoming in de vervoerskosten | vergoeding wegens tegemoetkoming in de vervoerskosten |
| (registratienummer 170672/CO/110) zal vervangen worden. | (registratienummer 170672/CO/110) zal vervangen worden. |
| HOOFDSTUK 5. - Gemeenschappelijk fonds | HOOFDSTUK 5. - Gemeenschappelijk fonds |
Art. 8.Vanaf 1 januari 2024 wordt het sectoraal supplement bij |
Art. 8.Vanaf 1 januari 2024 wordt het sectoraal supplement bij |
| economische werkloosheid verhoogd met 1 EUR waardoor het supplement 3 | economische werkloosheid verhoogd met 1 EUR waardoor het supplement 3 |
| EUR bedraagt voor de eerste 35 dagen en 2 EUR voor de volgende 35 | EUR bedraagt voor de eerste 35 dagen en 2 EUR voor de volgende 35 |
| dagen. Dit supplement komt bovenop het wettelijk supplement van 2 EUR | dagen. Dit supplement komt bovenop het wettelijk supplement van 2 EUR |
| per dag dat ten laste van de werkgever blijft. | per dag dat ten laste van de werkgever blijft. |
| De werkgever betaalt dit sectorale supplement met de loonafrekening en | De werkgever betaalt dit sectorale supplement met de loonafrekening en |
| kan dit nadien terugvorderen bij het "Gemeenschappelijk fonds van de | kan dit nadien terugvorderen bij het "Gemeenschappelijk fonds van de |
| textielverzorging". | textielverzorging". |
| De collectieve arbeidsovereenkomst van 8 december 2021 betreffende het | De collectieve arbeidsovereenkomst van 8 december 2021 betreffende het |
| supplement bij tijdelijke werkloosheid (registratienummer | supplement bij tijdelijke werkloosheid (registratienummer |
| 170675/CO/110) zal vervangen worden. | 170675/CO/110) zal vervangen worden. |
Art. 9.Vanaf 1 januari 2024 wordt de toekenning van het sectoraal |
Art. 9.Vanaf 1 januari 2024 wordt de toekenning van het sectoraal |
| supplement bij economische werkloosheid uitgebreid naar het stelstel | supplement bij economische werkloosheid uitgebreid naar het stelstel |
| tijdelijke werkloosheid overmacht in de zin van artikel 26 van de | tijdelijke werkloosheid overmacht in de zin van artikel 26 van de |
| arbeidsovereenkomstenwet. | arbeidsovereenkomstenwet. |
| De werkgever betaalt dit sectorale supplement met de loonafrekening en | De werkgever betaalt dit sectorale supplement met de loonafrekening en |
| kan dit nadien terugvorderen bij het "Gemeenschappelijk fonds van de | kan dit nadien terugvorderen bij het "Gemeenschappelijk fonds van de |
| textielverzorging". | textielverzorging". |
| De collectieve arbeidsovereenkomst van 8 december 2021 betreffende het | De collectieve arbeidsovereenkomst van 8 december 2021 betreffende het |
| supplement bij tijdelijke werkloosheid (registratienummer | supplement bij tijdelijke werkloosheid (registratienummer |
| 170675/CO/110) zal vervangen worden. | 170675/CO/110) zal vervangen worden. |
Art. 10.Vanaf 1 januari 2024 hebben werknemers met kinderen tot en |
Art. 10.Vanaf 1 januari 2024 hebben werknemers met kinderen tot en |
| met de leeftijd van 12 jaar recht op een sectorale opleg ter | met de leeftijd van 12 jaar recht op een sectorale opleg ter |
| ondersteuning van hun taken als ouder. | ondersteuning van hun taken als ouder. |
| Deze opleg bedraagt 3 EUR per dag, met een maximum van 300 EUR per | Deze opleg bedraagt 3 EUR per dag, met een maximum van 300 EUR per |
| jaar, en geldt voor de motieven moederschapsrust, kinderopvang, voor- | jaar, en geldt voor de motieven moederschapsrust, kinderopvang, voor- |
| en naschoolse opvang en vakantiekampen. | en naschoolse opvang en vakantiekampen. |
| Het recht geldt per afzonderlijk kind. De werknemer heeft recht op het | Het recht geldt per afzonderlijk kind. De werknemer heeft recht op het |
| sectoraal supplement na aanvraag. | sectoraal supplement na aanvraag. |
| De sectorale sociale partners zullen in die zin een nieuwe collectieve | De sectorale sociale partners zullen in die zin een nieuwe collectieve |
| arbeidsovereenkomst afsluiten. | arbeidsovereenkomst afsluiten. |
| HOOFDSTUK 6. - Vorming en tewerkstelling/risicogroepen | HOOFDSTUK 6. - Vorming en tewerkstelling/risicogroepen |
Art. 11.Er wordt een collectieve arbeidsovereenkomst opgesteld |
Art. 11.Er wordt een collectieve arbeidsovereenkomst opgesteld |
| overeenkomstig de wet houdende diverse arbeidsbepalingen van 3 oktober | overeenkomstig de wet houdende diverse arbeidsbepalingen van 3 oktober |
| 2022. Deze collectieve arbeidsovereenkomst zal de collectieve | 2022. Deze collectieve arbeidsovereenkomst zal de collectieve |
| arbeidsovereenkomst van 8 december 2021 betreffende vorming en | arbeidsovereenkomst van 8 december 2021 betreffende vorming en |
| tewerkstelling (registratienummer 171248/CO/110) opvolgen. | tewerkstelling (registratienummer 171248/CO/110) opvolgen. |
| Het collectief opleidingsrecht wordt omgezet in een individueel | Het collectief opleidingsrecht wordt omgezet in een individueel |
| opleidingsrecht. De overige bepalingen van de collectieve | opleidingsrecht. De overige bepalingen van de collectieve |
| arbeidsovereenkomst, waaronder de bijdrage voor risicogroepen, worden | arbeidsovereenkomst, waaronder de bijdrage voor risicogroepen, worden |
| verdergezet. | verdergezet. |
| De sociale partners hebben in dit kader reeds een collectieve | De sociale partners hebben in dit kader reeds een collectieve |
| arbeidsovereenkomst afgesloten op 20 september 2023. | arbeidsovereenkomst afgesloten op 20 september 2023. |
| HOOFDSTUK 7. - Werkloosheid met bedrijfstoeslag | HOOFDSTUK 7. - Werkloosheid met bedrijfstoeslag |
Art. 12.De sociale partners tekenen op sectoraal vlak in op alle |
Art. 12.De sociale partners tekenen op sectoraal vlak in op alle |
| Nationale Arbeidsraad-kader collectieve arbeidsovereenkomsten rond SWT | Nationale Arbeidsraad-kader collectieve arbeidsovereenkomsten rond SWT |
| tot 30 juni 2025, inclusief de bepalingen omtrent de mogelijkheid tot | tot 30 juni 2025, inclusief de bepalingen omtrent de mogelijkheid tot |
| vrijstelling van aangepaste beschikbaarheid tot 31 december 2026. | vrijstelling van aangepaste beschikbaarheid tot 31 december 2026. |
| De volgende collectieve arbeidsovereenkomsten worden vervolgd in dit | De volgende collectieve arbeidsovereenkomsten worden vervolgd in dit |
| kader : | kader : |
| - de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juli 2023 betreffende het | - de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juli 2023 betreffende het |
| stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag vanaf 62 jaar; | stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag vanaf 62 jaar; |
| - de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juli 2023 betreffende het | - de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juli 2023 betreffende het |
| stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag vanaf 60 jaar met 40 jaar | stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag vanaf 60 jaar met 40 jaar |
| beroepsverleden; | beroepsverleden; |
| - de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juli 2023 betreffende het | - de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juli 2023 betreffende het |
| stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag vanaf 60 jaar na 35 jaar | stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag vanaf 60 jaar na 35 jaar |
| beroepsverleden met een zwaar beroep; | beroepsverleden met een zwaar beroep; |
| - de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juli 2023 betreffende het | - de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juli 2023 betreffende het |
| stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag vanaf 60 jaar na 33 jaar | stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag vanaf 60 jaar na 33 jaar |
| beroepsverleden met of zonder nachtarbeid. | beroepsverleden met of zonder nachtarbeid. |
| De sociale partners zullen een collectieve arbeidsovereenkomst | De sociale partners zullen een collectieve arbeidsovereenkomst |
| afsluiten betreffende de vrijstelling van de aangepaste | afsluiten betreffende de vrijstelling van de aangepaste |
| beschikbaarheid voor de periode van 1 januari 2025 tot en met 31 | beschikbaarheid voor de periode van 1 januari 2025 tot en met 31 |
| december 2026 in het kader collectieve arbeidsovereenkomst nr. 169 van | december 2026 in het kader collectieve arbeidsovereenkomst nr. 169 van |
| de Nationale Arbeidsraad. | de Nationale Arbeidsraad. |
| HOOFDSTUK 8. - Tijdskrediet en landingsbanen | HOOFDSTUK 8. - Tijdskrediet en landingsbanen |
Art. 13.De sectorale collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juli 2023 |
Art. 13.De sectorale collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juli 2023 |
| betreffende de landingsbanen zal worden opgevolgd door een nieuwe | betreffende de landingsbanen zal worden opgevolgd door een nieuwe |
| collectieve arbeidsovereenkomst geldig tot 30 juni 2025. | collectieve arbeidsovereenkomst geldig tot 30 juni 2025. |
| De sectorale collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juli 2023 | De sectorale collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juli 2023 |
| betreffende tijdskrediet en loopbaanvermindering zal worden opgevolgd | betreffende tijdskrediet en loopbaanvermindering zal worden opgevolgd |
| door een nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst geldig tot 30 juni | door een nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst geldig tot 30 juni |
| 2025. | 2025. |
Art. 14.De sector tekent verder in op het stelsel van de Vlaamse |
Art. 14.De sector tekent verder in op het stelsel van de Vlaamse |
| aanmoedigingspremies, bedoeld in hoofdstuk III van het besluit van de | aanmoedigingspremies, bedoeld in hoofdstuk III van het besluit van de |
| Vlaamse Regering van 1 maart 2002. | Vlaamse Regering van 1 maart 2002. |
| HOOFDSTUK 9. - Werkbaar werk en arbeidsorganisatie | HOOFDSTUK 9. - Werkbaar werk en arbeidsorganisatie |
Art. 15.Binnen TFTC worden de werkzaamheden rond het thema werkbaar |
Art. 15.Binnen TFTC worden de werkzaamheden rond het thema werkbaar |
| werk verdergezet. In het bijzonder zullen op basis van de | werk verdergezet. In het bijzonder zullen op basis van de |
| inventarisering van "best practices" concrete maatregelen worden | inventarisering van "best practices" concrete maatregelen worden |
| uitgewerkt op het vlak van werkbaar werk. In dat kader zal TFTC ook | uitgewerkt op het vlak van werkbaar werk. In dat kader zal TFTC ook |
| een voorstel ontwikkelen voor een sectoraal kader rond collectieve | een voorstel ontwikkelen voor een sectoraal kader rond collectieve |
| arbeidsovereenkomst nr. 104. | arbeidsovereenkomst nr. 104. |
Art. 16.Vanaf 1januari 2024 wordt het aantal jaren anciënniteit dat |
Art. 16.Vanaf 1januari 2024 wordt het aantal jaren anciënniteit dat |
| is vereist voor de eerste anciënniteitsdag verlaagd van 15 jaar naar | is vereist voor de eerste anciënniteitsdag verlaagd van 15 jaar naar |
| 12 jaar. | 12 jaar. |
| De collectieve arbeidsovereenkomst van 29 augustus 2017 betreffende | De collectieve arbeidsovereenkomst van 29 augustus 2017 betreffende |
| het anciënniteitsverlof (registratienummer 142285/CO/110) zal | het anciënniteitsverlof (registratienummer 142285/CO/110) zal |
| vervangen worden. | vervangen worden. |
Art. 17.De sociale partners engageren zich om de collectieve |
Art. 17.De sociale partners engageren zich om de collectieve |
| arbeidsovereenkomst uitzendarbeid te aligneren met hogere | arbeidsovereenkomst uitzendarbeid te aligneren met hogere |
| rechtsnormen, specifiek het aantal dagen waarna de werkgever moet | rechtsnormen, specifiek het aantal dagen waarna de werkgever moet |
| overgaan tot een aanwerving van onbepaalde duur in connectie met het | overgaan tot een aanwerving van onbepaalde duur in connectie met het |
| niet-afwervingsbeding. | niet-afwervingsbeding. |
Art. 18.Tijdens de duurtijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst |
Art. 18.Tijdens de duurtijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst |
| wordt er geen sectorale uitbreiding van de flexibiliteitsregelingen | wordt er geen sectorale uitbreiding van de flexibiliteitsregelingen |
| voorzien. Op ondernemingsvlak moet constructief overleg kunnen gevoerd | voorzien. Op ondernemingsvlak moet constructief overleg kunnen gevoerd |
| worden over maatregelen inzake arbeidsorganisatie die wenselijk zijn | worden over maatregelen inzake arbeidsorganisatie die wenselijk zijn |
| voor de onderneming. Dit overleg zal verlopen volgens de wettelijke | voor de onderneming. Dit overleg zal verlopen volgens de wettelijke |
| procedure. | procedure. |
| HOOFDSTUK 1 0. - Inspraak en overleg | HOOFDSTUK 1 0. - Inspraak en overleg |
Art. 19.Vanaf 1 januari 2024 wordt de anciënniteitsvoorwaarde voor de |
Art. 19.Vanaf 1 januari 2024 wordt de anciënniteitsvoorwaarde voor de |
| benoeming als syndicaal afgevaardigde in bedrijven tussen de 40 en 50 | benoeming als syndicaal afgevaardigde in bedrijven tussen de 40 en 50 |
| werknemers verlaagd van 10 jaar naar 3 jaar. | werknemers verlaagd van 10 jaar naar 3 jaar. |
| De collectieve arbeidsovereenkomst van 14 februari 2014 betreffende | De collectieve arbeidsovereenkomst van 14 februari 2014 betreffende |
| het statuut van de syndicale afvaardiging (registratienummer | het statuut van de syndicale afvaardiging (registratienummer |
| 120918/CO/110) zal vervangen worden. | 120918/CO/110) zal vervangen worden. |
| HOOFDSTUK 1 1. - Functieclassificatie | HOOFDSTUK 1 1. - Functieclassificatie |
Art. 20.De sociale partners zullen de sectorale functieclassificatie |
Art. 20.De sociale partners zullen de sectorale functieclassificatie |
| beperkt evalueren in het kader van nieuwe evoluties betreffende de | beperkt evalueren in het kader van nieuwe evoluties betreffende de |
| functies in de sector. | functies in de sector. |
| HOOFDSTUK 12 - Sociale vrede | HOOFDSTUK 12 - Sociale vrede |
Art. 21.Tijdens de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst |
Art. 21.Tijdens de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst |
| waarborgen de ondertekenende partijen de inachtneming van de sociale | waarborgen de ondertekenende partijen de inachtneming van de sociale |
| vrede, hetgeen het volgende inhoudt : | vrede, hetgeen het volgende inhoudt : |
| 1. alle bepalingen betreffende de lonen en arbeidsvoorwaarden worden | 1. alle bepalingen betreffende de lonen en arbeidsvoorwaarden worden |
| stipt nageleefd en kunnen niet in betwisting worden gebracht door de | stipt nageleefd en kunnen niet in betwisting worden gebracht door de |
| werknemers- of de werkgeversorganisaties, noch door de arbeid(st)ers | werknemers- of de werkgeversorganisaties, noch door de arbeid(st)ers |
| of de werkgevers; | of de werkgevers; |
| 2. de werknemersorganisaties en de arbeid(st)ers verbinden er zich toe | 2. de werknemersorganisaties en de arbeid(st)ers verbinden er zich toe |
| geen eisen te stellen op nationaal noch op gewestelijk vlak, noch op | geen eisen te stellen op nationaal noch op gewestelijk vlak, noch op |
| dat van de onderneming aangezien alle individuele normatieve | dat van de onderneming aangezien alle individuele normatieve |
| bepalingen geregeld zijn door onderhavige collectieve | bepalingen geregeld zijn door onderhavige collectieve |
| arbeidsovereenkomst. | arbeidsovereenkomst. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 juli | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 juli |
| 2024. | 2024. |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| P.-Y. DERMAGNE | P.-Y. DERMAGNE |