Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 februari 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen, betreffende de invoering van een nieuwe classificatie met eraan verbonden arbeids- en loonvoorwaarden | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 februari 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen, betreffende de invoering van een nieuwe classificatie met eraan verbonden arbeids- en loonvoorwaarden |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
4 FEBRUARI 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend | 4 FEBRUARI 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 februari | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 februari |
2001, gesloten in het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de | 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de |
schoonheidszorgen, betreffende de invoering van een nieuwe | schoonheidszorgen, betreffende de invoering van een nieuwe |
classificatie met eraan verbonden arbeids- en loonvoorwaarden (1) | classificatie met eraan verbonden arbeids- en loonvoorwaarden (1) |
(Deze tekst had moeten verschijnen in het Belgisch Staatsblad in de | (Deze tekst had moeten verschijnen in het Belgisch Staatsblad in de |
loop van de maand januari 2003). | loop van de maand januari 2003). |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het kappersbedrijf | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het kappersbedrijf |
en de schoonheidszorgen; | en de schoonheidszorgen; |
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, | Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 februari 2001, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 februari 2001, |
gesloten in het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de | gesloten in het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de |
schoonheidszorgen, betreffende de invoering van een nieuwe | schoonheidszorgen, betreffende de invoering van een nieuwe |
classificatie met eraan verbonden arbeids- en loonvoorwaarden. | classificatie met eraan verbonden arbeids- en loonvoorwaarden. |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
van dit besluit. | van dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 4 februari 2002. | Gegeven te Brussel, 4 februari 2002. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen | Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 februari 2001 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 februari 2001 |
Invoering van een nieuwe classificatie met eraan verbonden arbeids- en | Invoering van een nieuwe classificatie met eraan verbonden arbeids- en |
loonvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 15 juni 2001 onder het | loonvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 15 juni 2001 onder het |
nummer 57500/CO/314) | nummer 57500/CO/314) |
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die behoren tot | de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die behoren tot |
de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de | de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de |
schoonheidszorgen. | schoonheidszorgen. |
Onder "werknemers" verstaat men : de arbeiders, de arbeidsters en de | Onder "werknemers" verstaat men : de arbeiders, de arbeidsters en de |
bedienden. | bedienden. |
HOOFDSTUK II. - Loonschalen | HOOFDSTUK II. - Loonschalen |
Art. 2.Een werkgroep ad hoc wordt opgericht met als opdracht een |
Art. 2.Een werkgroep ad hoc wordt opgericht met als opdracht een |
overzicht te maken van alle functies uit de sector en deze te schikken | overzicht te maken van alle functies uit de sector en deze te schikken |
overeenkomstig het hier volgende nieuwe classificatieschema in vijf | overeenkomstig het hier volgende nieuwe classificatieschema in vijf |
categorieën. Zij zal het resultaat van haar werkzaamheden voorleggen | categorieën. Zij zal het resultaat van haar werkzaamheden voorleggen |
aan het paritair comité die hieromtrent een collectieve | aan het paritair comité die hieromtrent een collectieve |
arbeidsovereenkomst zal sluiten tegen uiterlijk 1 oktober 2001. | arbeidsovereenkomst zal sluiten tegen uiterlijk 1 oktober 2001. |
Vanaf 1 oktober 2001 zullen de hieruit volgende nieuwe loonschalen in | Vanaf 1 oktober 2001 zullen de hieruit volgende nieuwe loonschalen in |
voege treden. | voege treden. |
Tot deze datum blijven de loonschalen en de classificaties gelden | Tot deze datum blijven de loonschalen en de classificaties gelden |
zoals vastgelegd in de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 maart | zoals vastgelegd in de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 maart |
1999 betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden, geregistreerd onder | 1999 betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden, geregistreerd onder |
het nummer 51489/CO/314. | het nummer 51489/CO/314. |
Art. 3.Classificatieschema van toepassing vanaf 1 oktober 2001. |
Art. 3.Classificatieschema van toepassing vanaf 1 oktober 2001. |
I.a. Ingroeibanen : personeel met onvolledige opleiding. | I.a. Ingroeibanen : personeel met onvolledige opleiding. |
I.b. Ingroeibanen : personeel met onvolledige opleiding na zes maand | I.b. Ingroeibanen : personeel met onvolledige opleiding na zes maand |
anciënniteit, of personeel zonder opleiding vanaf 22 jaar. | anciënniteit, of personeel zonder opleiding vanaf 22 jaar. |
II. Taken uitgevoerd onder toezicht. | II. Taken uitgevoerd onder toezicht. |
III. Taken uitgevoerd zonder toezicht. | III. Taken uitgevoerd zonder toezicht. |
IV. Operationeel leidinggevende functies : leidinggevende functies op | IV. Operationeel leidinggevende functies : leidinggevende functies op |
de werkvloer. | de werkvloer. |
V. Functioneel leidinggevende functies : leidinggevende functies met | V. Functioneel leidinggevende functies : leidinggevende functies met |
beslissingsrecht. | beslissingsrecht. |
Art. 4.Loonschalen van toepassing vanaf 1 oktober 2001. |
Art. 4.Loonschalen van toepassing vanaf 1 oktober 2001. |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
D. Fitness- en/of bodybuildingcentra, sauna en/of zonnecentra | D. Fitness- en/of bodybuildingcentra, sauna en/of zonnecentra |
Nieuwe loon- en weddeschalen zullen in overeenstemming tot | Nieuwe loon- en weddeschalen zullen in overeenstemming tot |
bovengenoemd classificatieschema door de werkgroep ad hoc worden | bovengenoemd classificatieschema door de werkgroep ad hoc worden |
voorgelegd aan het paritair comité dat deze zal bevestigen bij | voorgelegd aan het paritair comité dat deze zal bevestigen bij |
collectieve arbeidsovereenkomst uitvoerbaar op uiterlijk 1 oktober | collectieve arbeidsovereenkomst uitvoerbaar op uiterlijk 1 oktober |
2001. | 2001. |
Art. 5.De minimumlonen aan 100 pct. zoals vastgelegd in artikel 3, |
Art. 5.De minimumlonen aan 100 pct. zoals vastgelegd in artikel 3, |
worden op 1 januari 2001 gekoppeld aan het spilindexcijfer 104,9 voor | worden op 1 januari 2001 gekoppeld aan het spilindexcijfer 104,9 voor |
een wekelijkse arbeidsduur van 39 uur. | een wekelijkse arbeidsduur van 39 uur. |
Art. 6.De invoering van de nieuwe loonschalen per 1 oktober 2001 kan |
Art. 6.De invoering van de nieuwe loonschalen per 1 oktober 2001 kan |
in geen geval aanleiding geven tot verlies van verworven lonen en/of | in geen geval aanleiding geven tot verlies van verworven lonen en/of |
wedden die hoger zouden liggen, evenzo voor wat betreft de verworven | wedden die hoger zouden liggen, evenzo voor wat betreft de verworven |
anciënniteitsvergoedingen. | anciënniteitsvergoedingen. |
Art. 7.Tijdens de overgangsperiode van 1 januari 2001 tot 31 december |
Art. 7.Tijdens de overgangsperiode van 1 januari 2001 tot 31 december |
2001 worden de bedragen vermeld in het artikel 4 uitbetaald in | 2001 worden de bedragen vermeld in het artikel 4 uitbetaald in |
Belgische franken. | Belgische franken. |
HOOFDSTUK III. - Eindejaarspremie | HOOFDSTUK III. - Eindejaarspremie |
Art. 8.Aan de werknemers wordt een eindejaarspremie toegekend onder |
Art. 8.Aan de werknemers wordt een eindejaarspremie toegekend onder |
de volgende voorwaarden : | de volgende voorwaarden : |
§ 1. Arbeiders | § 1. Arbeiders |
De eindejaarspremie wordt toegekend aan de arbeiders en arbeidsters | De eindejaarspremie wordt toegekend aan de arbeiders en arbeidsters |
die tijdens de referteperiode, in het stelsel van de vijfdaagse | die tijdens de referteperiode, in het stelsel van de vijfdaagse |
werkweek, ten minste 65 gepresteerde of gelijkgestelde dagen tellen | werkweek, ten minste 65 gepresteerde of gelijkgestelde dagen tellen |
die in aanmerking komen voor de onderwerping aan de sociale zekerheid, | die in aanmerking komen voor de onderwerping aan de sociale zekerheid, |
of ten minste 78 gepresteerde of gelijkgestelde dagen in het stelsel | of ten minste 78 gepresteerde of gelijkgestelde dagen in het stelsel |
van de zesdaagse werkweek, of ten minste 32 gepresteerde of | van de zesdaagse werkweek, of ten minste 32 gepresteerde of |
gelijkgestelde dagen in een stelsel van deeltijdse arbeid. | gelijkgestelde dagen in een stelsel van deeltijdse arbeid. |
Het bedrag van de eindejaarspremie wordt verhoogd met de | Het bedrag van de eindejaarspremie wordt verhoogd met de |
werkgeversbijdrage voor de Rijksdienst van Sociale Zekerheid. | werkgeversbijdrage voor de Rijksdienst van Sociale Zekerheid. |
De bijdragen zullen worden geïnd door de Rijksdienst voor Sociale | De bijdragen zullen worden geïnd door de Rijksdienst voor Sociale |
Zekerheid die ze zal terugstorten aan het Fonds voor bestaanszekerheid | Zekerheid die ze zal terugstorten aan het Fonds voor bestaanszekerheid |
van het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen. | van het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen. |
De praktische modaliteiten betreffende de uitbetaling van de premie | De praktische modaliteiten betreffende de uitbetaling van de premie |
aan de werknemers worden door de raad van bestuur van het sectoraal | aan de werknemers worden door de raad van bestuur van het sectoraal |
sociaal fonds bepaald. | sociaal fonds bepaald. |
§ 2. Bedienden | § 2. Bedienden |
Art. 9.De eindejaarspremie wordt toegekend aan de bedienden die |
Art. 9.De eindejaarspremie wordt toegekend aan de bedienden die |
tijdens de referteperiode, in het stelsel van de vijfdaagse werkweek, | tijdens de referteperiode, in het stelsel van de vijfdaagse werkweek, |
ten minste 65 gepresteerde of gelijkgestelde dagen tellen die in | ten minste 65 gepresteerde of gelijkgestelde dagen tellen die in |
aanmerking komen voor de onderwerping aan de sociale zekerheid, of ten | aanmerking komen voor de onderwerping aan de sociale zekerheid, of ten |
minste 78 gepresteerde of gelijkgestelde dagen in het stelsel van de | minste 78 gepresteerde of gelijkgestelde dagen in het stelsel van de |
zesdaagse werkweek of ten minste 32 gepresteerde of gelijkgestelde | zesdaagse werkweek of ten minste 32 gepresteerde of gelijkgestelde |
dagen in een stelsel van deeltijdse arbeid. | dagen in een stelsel van deeltijdse arbeid. |
Art. 10.Het bedrag van de eindejaarspremie wordt verhoogd met de |
Art. 10.Het bedrag van de eindejaarspremie wordt verhoogd met de |
werkgeversbijdrage voor de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. | werkgeversbijdrage voor de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. |
De bijdragen zullen worden geïnd door de Rijksdienst voor Sociale | De bijdragen zullen worden geïnd door de Rijksdienst voor Sociale |
Zekerheid die ze zal terugstorten aan het Fonds voor bestaanszekerheid | Zekerheid die ze zal terugstorten aan het Fonds voor bestaanszekerheid |
van het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen. | van het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen. |
De praktische modaliteiten betreffende de uitbetaling van de premie | De praktische modaliteiten betreffende de uitbetaling van de premie |
aan de werknemers worden door de raad van bestuur van het sectoraal | aan de werknemers worden door de raad van bestuur van het sectoraal |
sociaal fonds bepaald. | sociaal fonds bepaald. |
HOOFDSTUK IV. - Afwijking 39/38 uren week | HOOFDSTUK IV. - Afwijking 39/38 uren week |
Art. 11.De bedrijven die wensen af te wijken van de toepassing van de |
Art. 11.De bedrijven die wensen af te wijken van de toepassing van de |
39 uren werkweek kunnen dit enkel mits het afsluiten van een | 39 uren werkweek kunnen dit enkel mits het afsluiten van een |
collectieve arbeidsovereenkomst op bedrijfsniveau, mits neerlegging | collectieve arbeidsovereenkomst op bedrijfsniveau, mits neerlegging |
bij de Administratie van de Collectieve Arbeidsbetrekkingen en ter | bij de Administratie van de Collectieve Arbeidsbetrekkingen en ter |
kennisstelling van het paritair comité. Deze collectieve | kennisstelling van het paritair comité. Deze collectieve |
arbeidsovereenkomst dient door minstens één van de sociale partners | arbeidsovereenkomst dient door minstens één van de sociale partners |
van werknemerszijde zetelend in het Paritair Comité voor het | van werknemerszijde zetelend in het Paritair Comité voor het |
kappersbedrijf en de schoonheidszorgen te zijn mede ondertekend. | kappersbedrijf en de schoonheidszorgen te zijn mede ondertekend. |
Art. 12.De afwijkingen zoals voorzien in artikel 11, blijven van |
Art. 12.De afwijkingen zoals voorzien in artikel 11, blijven van |
toepassing voor bedrijven die wensen af te wijken van de achtendertig | toepassing voor bedrijven die wensen af te wijken van de achtendertig |
uren werkweek vanaf de invoering ervan per 1 juli 2002. | uren werkweek vanaf de invoering ervan per 1 juli 2002. |
HOOFDSTUK V. - Tussenkomst van de werkgever in de vervoerskosten | HOOFDSTUK V. - Tussenkomst van de werkgever in de vervoerskosten |
Art. 13.Wat betreft het vervoer georganiseerd door de Nationale |
Art. 13.Wat betreft het vervoer georganiseerd door de Nationale |
Maatschappij der Belgische Spoorwegen (afgekort NMBS) wordt de | Maatschappij der Belgische Spoorwegen (afgekort NMBS) wordt de |
tegemoetkoming van de onderneming in de kosten van het gebruikte | tegemoetkoming van de onderneming in de kosten van het gebruikte |
vervoerbewijs berekend op basis van het barema dat is opgenomen in | vervoerbewijs berekend op basis van het barema dat is opgenomen in |
bijlage van het koninklijk besluit van 25 januari 1995 houdende | bijlage van het koninklijk besluit van 25 januari 1995 houdende |
vaststelling van het bedrag van de werkgeversbijdrage in het verlies | vaststelling van het bedrag van de werkgeversbijdrage in het verlies |
geleden door de NMBS ingevolge uitgifte van abonnementen voor | geleden door de NMBS ingevolge uitgifte van abonnementen voor |
werklieden en bedienden. | werklieden en bedienden. |
Art. 14.Wanneer de werknemer beroep doet op een ander vervoermiddel |
Art. 14.Wanneer de werknemer beroep doet op een ander vervoermiddel |
dan de NMBS of gebruik maakt van meerdere vervoermiddelen, wordt de | dan de NMBS of gebruik maakt van meerdere vervoermiddelen, wordt de |
tegemoetkoming van de onderneming eveneens berekend op basis van het | tegemoetkoming van de onderneming eveneens berekend op basis van het |
barema dat is opgenomen in bijlage van het koninklijk besluit van 25 | barema dat is opgenomen in bijlage van het koninklijk besluit van 25 |
januari 1995 houdende vaststelling van het bedrag van de | januari 1995 houdende vaststelling van het bedrag van de |
werkgeversbijdrage in het verlies geleden door de NMBS ingevolge | werkgeversbijdrage in het verlies geleden door de NMBS ingevolge |
uitgifte van abonnementen voor werklieden en bedienden, voor het | uitgifte van abonnementen voor werklieden en bedienden, voor het |
aantal kilometers dat overeenkomt met de afstand tussen de | aantal kilometers dat overeenkomt met de afstand tussen de |
verblijfplaats van de werknemer en de onderneming. | verblijfplaats van de werknemer en de onderneming. |
Art. 15.Voor de toepassing van artikel 14 wordt de berekening van de |
Art. 15.Voor de toepassing van artikel 14 wordt de berekening van de |
afstand in gemeenschappelijk overleg bepaald in elke onderneming om | afstand in gemeenschappelijk overleg bepaald in elke onderneming om |
rekening te houden met de geografische bijzonderheden. | rekening te houden met de geografische bijzonderheden. |
Art. 16.Wanneer de werknemer gebruik maakt van het openbaar vervoer |
Art. 16.Wanneer de werknemer gebruik maakt van het openbaar vervoer |
en de prijs van het vervoer een eenheidsprijs is, wordt de bijdrage | en de prijs van het vervoer een eenheidsprijs is, wordt de bijdrage |
van de ondernemingen, ongeacht de afstand, forfaitair vastgesteld op | van de ondernemingen, ongeacht de afstand, forfaitair vastgesteld op |
54 pct. van de werkelijke prijs betaald door de werknemer. | 54 pct. van de werkelijke prijs betaald door de werknemer. |
Per 1 april 2001 wordt dit percentage vastgesteld op 60 pct. | Per 1 april 2001 wordt dit percentage vastgesteld op 60 pct. |
Art. 17.De gunstiger toestanden die voordien reeds bestonden in |
Art. 17.De gunstiger toestanden die voordien reeds bestonden in |
bepaalde ondernemingen blijven in hun huidige vorm behouden voor de | bepaalde ondernemingen blijven in hun huidige vorm behouden voor de |
betrokken werknemers. | betrokken werknemers. |
Art. 18.Betalingsmodaliteiten van de tussenkomst : de tegemoetkoming |
Art. 18.Betalingsmodaliteiten van de tussenkomst : de tegemoetkoming |
van de onderneming wordt slechts toegekend voor de dagen van | van de onderneming wordt slechts toegekend voor de dagen van |
aanwezigheid op het werk. | aanwezigheid op het werk. |
Indien de werknemer houder is van een abonnement, kan hij ook de | Indien de werknemer houder is van een abonnement, kan hij ook de |
tegemoetkoming genieten voor de afwezigheidsdagen voor zover deze | tegemoetkoming genieten voor de afwezigheidsdagen voor zover deze |
dagen vallen in de geldigheidsperiode van het abonnement en hij de | dagen vallen in de geldigheidsperiode van het abonnement en hij de |
terugbetaling ervan niet kan bekomen. | terugbetaling ervan niet kan bekomen. |
Art. 19.De directie van de onderneming kan overgaan tot de |
Art. 19.De directie van de onderneming kan overgaan tot de |
verificaties die zij noodzakelijk acht om haar tegemoetkoming te | verificaties die zij noodzakelijk acht om haar tegemoetkoming te |
rechtvaardigen en kan van de werknemer alle documenten bekomen die | rechtvaardigen en kan van de werknemer alle documenten bekomen die |
hiervoor nuttig zijn. | hiervoor nuttig zijn. |
Art. 20.De tegemoetkoming van de ondernemingen wordt minstens eens |
Art. 20.De tegemoetkoming van de ondernemingen wordt minstens eens |
per maand vereffend. | per maand vereffend. |
HOOFDSTUK VI. - Werkkledij | HOOFDSTUK VI. - Werkkledij |
Art. 21.De werkgevers dienen de wetgeving inzake de levering en het |
Art. 21.De werkgevers dienen de wetgeving inzake de levering en het |
onderhoud van de werkkledij na te leven. | onderhoud van de werkkledij na te leven. |
Eventuele toepassingsproblemen worden aanhangig gemaakt bij het | Eventuele toepassingsproblemen worden aanhangig gemaakt bij het |
paritair comité. | paritair comité. |
HOOFDSTUK VII. - Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de | HOOFDSTUK VII. - Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de |
consumptieprijzen | consumptieprijzen |
Art. 22.De minimumlonen zoals bepaald in artikel 4, alsook de |
Art. 22.De minimumlonen zoals bepaald in artikel 4, alsook de |
werkelijke uitbetaalde lonen worden gekoppeld aan het indexcijfer van | werkelijke uitbetaalde lonen worden gekoppeld aan het indexcijfer van |
de consumptieprijzen, iedere maand vastgesteld door het Ministerie van | de consumptieprijzen, iedere maand vastgesteld door het Ministerie van |
Economische Zaken en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. | Economische Zaken en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. |
Art. 23.De minimumlonen en de werkelijk uitbetaalde lonen worden |
Art. 23.De minimumlonen en de werkelijk uitbetaalde lonen worden |
verhoogd of verlaagd met 2 pct. telkens de spilindex bereikt is, | verhoogd of verlaagd met 2 pct. telkens de spilindex bereikt is, |
hetzij bij stijging of bij daling. De berekening gebeurt op basis van | hetzij bij stijging of bij daling. De berekening gebeurt op basis van |
het minimumloon aan 100 pct. uit de categorie twee. | het minimumloon aan 100 pct. uit de categorie twee. |
Bij stijging worden de minimumlonen en de werkelijk uitbetaalde lonen | Bij stijging worden de minimumlonen en de werkelijk uitbetaalde lonen |
verhoogd met 2 pct. | verhoogd met 2 pct. |
Bij daling worden de minimumlonen en de werkelijk uitbetaalde lonen | Bij daling worden de minimumlonen en de werkelijk uitbetaalde lonen |
die van toepassing waren bij de overeenkomstige lagere spilindex terug | die van toepassing waren bij de overeenkomstige lagere spilindex terug |
van kracht. | van kracht. |
Art. 24.De verhogingen en verlagingen van de lonen tengevolge van de |
Art. 24.De verhogingen en verlagingen van de lonen tengevolge van de |
schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen treden in | schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen treden in |
werking op de eerste dag van de maand die volgt op deze waarin het | werking op de eerste dag van de maand die volgt op deze waarin het |
indexcijfer de verhoging of verlaging van de lonen teweegbrengt. | indexcijfer de verhoging of verlaging van de lonen teweegbrengt. |
Art. 25.De aangepaste lonen in Belgische franken worden zo nodig tot |
Art. 25.De aangepaste lonen in Belgische franken worden zo nodig tot |
de hogere halve decimaal afgerond. | de hogere halve decimaal afgerond. |
De aangepaste lonen worden behouden als de laatste decimaal gelijk is | De aangepaste lonen worden behouden als de laatste decimaal gelijk is |
aan 5 of 0 en afgerond naar de hogere decimaal bij ieder ander bekomen | aan 5 of 0 en afgerond naar de hogere decimaal bij ieder ander bekomen |
cijfer. | cijfer. |
Vanaf 1 januari 2002 zullen de afrondingen gebeuren op basis van de | Vanaf 1 januari 2002 zullen de afrondingen gebeuren op basis van de |
door de Nationale Arbeidsraad vastgelegde normen voor het afronden van | door de Nationale Arbeidsraad vastgelegde normen voor het afronden van |
de lonen en wedden na de invoering van de euro. | de lonen en wedden na de invoering van de euro. |
HOOFDSTUK VIII. - Geldigheid en bijzondere beschikking | HOOFDSTUK VIII. - Geldigheid en bijzondere beschikking |
Art. 26.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wijzigt de artikelen 2, |
Art. 26.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wijzigt de artikelen 2, |
3, 4, 27, 28, 31, 33, 35, 36, 37, 38, 39, 40, 41, 42, 43, 44, 45, 46 | 3, 4, 27, 28, 31, 33, 35, 36, 37, 38, 39, 40, 41, 42, 43, 44, 45, 46 |
en 47 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 maart 1999 | en 47 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 maart 1999 |
betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden, geregistreerd onder het | betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden, geregistreerd onder het |
nummer 51489/CO/314. | nummer 51489/CO/314. |
Art. 27.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor |
Art. 27.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor |
onbepaalde tijd. | onbepaalde tijd. |
Zij heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001 en kan door een van | Zij heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001 en kan door een van |
de partijen met drie maanden vooropzeg worden opgezegd. | de partijen met drie maanden vooropzeg worden opgezegd. |
De opzegging wordt gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité | De opzegging wordt gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité |
voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen bij een ter post | voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen bij een ter post |
aangetekende brief. | aangetekende brief. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 februari | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 februari |
2002. | 2002. |
De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |