Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 03/03/2011
← Terug naar "Koninklijk besluit betreffende de evolutie van de toezichtsarchitectuur voor de financiële sector. - Addendum "
Koninklijk besluit betreffende de evolutie van de toezichtsarchitectuur voor de financiële sector. - Addendum Koninklijk besluit betreffende de evolutie van de toezichtsarchitectuur voor de financiële sector. - Addendum
FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN, FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE, FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN, FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE,
FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN, FEDERALE OVERHEIDSDIENST FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN, FEDERALE OVERHEIDSDIENST
ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST
WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG
3 MAART 2011. - Koninklijk besluit betreffende de evolutie van de 3 MAART 2011. - Koninklijk besluit betreffende de evolutie van de
toezichtsarchitectuur voor de financiële sector. - Addendum toezichtsarchitectuur voor de financiële sector. - Addendum
ADVIES 49.120/2 VAN 20 JANUARI 2011 VAN DE AFDELING WETGEVING VAN DE ADVIES 49.120/2 VAN 20 JANUARI 2011 VAN DE AFDELING WETGEVING VAN DE
RAAD VAN STATE RAAD VAN STATE
De Raad van State, afdeling Wetgeving, tweede kamer, op 23 december De Raad van State, afdeling Wetgeving, tweede kamer, op 23 december
2010 door de Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën verzocht 2010 door de Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën verzocht
hem, binnen een termijn van dertig dagen, van advies te dienen over hem, binnen een termijn van dertig dagen, van advies te dienen over
een ontwerp van koninklijk besluit "betreffende de evolutie van de een ontwerp van koninklijk besluit "betreffende de evolutie van de
toezichtsarchitectuur voor de financiële sector", heeft het volgende toezichtsarchitectuur voor de financiële sector", heeft het volgende
advies gegeven : advies gegeven :
Rekening houdend met het tijdstip waarop dit advies gegeven wordt, Rekening houdend met het tijdstip waarop dit advies gegeven wordt,
vestigt de Raad van State de aandacht op het feit dat, wegens het vestigt de Raad van State de aandacht op het feit dat, wegens het
ontslag van de regering, de bevoegdheid van deze laatste beperkt is ontslag van de regering, de bevoegdheid van deze laatste beperkt is
tot het afhandelen van de lopende zaken. Dit advies wordt evenwel tot het afhandelen van de lopende zaken. Dit advies wordt evenwel
gegeven zonder dat wordt nagegaan of dit ontwerp in die beperkte gegeven zonder dat wordt nagegaan of dit ontwerp in die beperkte
bevoegdheid kan worden ingepast, aangezien de afdeling Wetgeving geen bevoegdheid kan worden ingepast, aangezien de afdeling Wetgeving geen
kennis heeft van het geheel van de feitelijke gegevens welke de kennis heeft van het geheel van de feitelijke gegevens welke de
regering in aanmerking kan nemen als zij te oordelen heeft of het regering in aanmerking kan nemen als zij te oordelen heeft of het
vaststellen of wijzigen van een verordening noodzakelijk is. vaststellen of wijzigen van een verordening noodzakelijk is.
Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1,
eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State,
zoals het is vervangen bij de wet van 2 april 2003, beperkt de zoals het is vervangen bij de wet van 2 april 2003, beperkt de
afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde
gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het
ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te
vervullen voorafgaande vormvereisten. vervullen voorafgaande vormvereisten.
Wat deze drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de Wat deze drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de
volgende opmerkingen. volgende opmerkingen.
Voorafgaande opmerking Voorafgaande opmerking
Tal van bepalingen van het ontwerp brengen geen enkele inhoudelijke Tal van bepalingen van het ontwerp brengen geen enkele inhoudelijke
wijziging aan in de wetten welke het ontwerp beoogt te wijzigen, maar wijziging aan in de wetten welke het ontwerp beoogt te wijzigen, maar
beperken zich ertoe er de wijzigingen in aan te brengen die nodig zijn beperken zich ertoe er de wijzigingen in aan te brengen die nodig zijn
door de overdracht van bevoegdheden van de Commissie voor het Bank-, door de overdracht van bevoegdheden van de Commissie voor het Bank-,
Financie- en Assurantiewezen aan de Nationale Bank van België, die Financie- en Assurantiewezen aan de Nationale Bank van België, die
voortvloeit uit de wet van 2 juli 2010 tot wijziging van de wet van 2 voortvloeit uit de wet van 2 juli 2010 tot wijziging van de wet van 2
augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en
financiële diensten en van de wet van 22 februari 1998 tot bepaling financiële diensten en van de wet van 22 februari 1998 tot bepaling
van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, en houdende van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, en houdende
diverse bepalingen. diverse bepalingen.
Een groot deel van de ontworpen bepalingen is identiek, of Een groot deel van de ontworpen bepalingen is identiek, of
quasi-identiek, aan bepalingen die reeds in andere wetten bestaan. Uit quasi-identiek, aan bepalingen die reeds in andere wetten bestaan. Uit
de door de gemachtigde van de Minister verstrekte antwoorden en uit de door de gemachtigde van de Minister verstrekte antwoorden en uit
het verslag aan de Koning blijkt dat tal van bepalingen de omzetting het verslag aan de Koning blijkt dat tal van bepalingen de omzetting
regelen van Europese richtlijnen waarover de Raad van State ook advies regelen van Europese richtlijnen waarover de Raad van State ook advies
heeft gegeven. heeft gegeven.
Er wordt dan ook, mutatis mutandis, verwezen naar de adviezen die Er wordt dan ook, mutatis mutandis, verwezen naar de adviezen die
verstrekt zijn over de verschillende wetten die het ontworpen besluit verstrekt zijn over de verschillende wetten die het ontworpen besluit
beoogt te wijzigen (1). beoogt te wijzigen (1).
Rekening houdend met deze bijzonderheid van het voorliggende ontwerp, Rekening houdend met deze bijzonderheid van het voorliggende ontwerp,
met het grote aantal artikelen dat dit bevat, en met de korte termijn met het grote aantal artikelen dat dit bevat, en met de korte termijn
waarin het advies wordt gevraagd (2), formuleert de afdeling Wetgeving waarin het advies wordt gevraagd (2), formuleert de afdeling Wetgeving
geen enkele opmerking over de eerste twintig hoofdstukken. geen enkele opmerking over de eerste twintig hoofdstukken.
Algemene opmerkingen Algemene opmerkingen
I. Informatie ten behoeve van de adressaten van de regel I. Informatie ten behoeve van de adressaten van de regel
1. De voornoemde wet van 2 juli 2010 heeft een bipolair systeem van 1. De voornoemde wet van 2 juli 2010 heeft een bipolair systeem van
controle van de financiële sector ingesteld, waarin de Nationale Bank controle van de financiële sector ingesteld, waarin de Nationale Bank
van België (hierna genoemd de Bank) de prudentiële en systeemcontrole van België (hierna genoemd de Bank) de prudentiële en systeemcontrole
van de verschillende soorten financiële instellingen moet uitoefenen, van de verschillende soorten financiële instellingen moet uitoefenen,
om zodoende de macro- en micro-economische stabiliteit van het om zodoende de macro- en micro-economische stabiliteit van het
financieel stelsel te verzekeren, terwijl de Commissie voor het Bank-, financieel stelsel te verzekeren, terwijl de Commissie voor het Bank-,
Financie- en Assurantiewezen (CBFA) op transversale wijze bij de Financie- en Assurantiewezen (CBFA) op transversale wijze bij de
financiële instellingen de naleving van de gedragsregels zal financiële instellingen de naleving van de gedragsregels zal
controleren die op deze instellingen van toepassing zijn (3). controleren die op deze instellingen van toepassing zijn (3).
Artikel 26, § 1, van de voornoemde wet van 2 juli 2010 dat het Artikel 26, § 1, van de voornoemde wet van 2 juli 2010 dat het
ontworpen besluit beoogt uit te voeren, machtigt de Koning, bij een ontworpen besluit beoogt uit te voeren, machtigt de Koning, bij een
besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, alle nuttige besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, alle nuttige
maatregelen te nemen, teneinde met name : maatregelen te nemen, teneinde met name :
- de opdrachten van de Bank uit te breiden door daarin de bevoegdheden - de opdrachten van de Bank uit te breiden door daarin de bevoegdheden
en opdrachten op te nemen die uitgeoefend worden door de CBFA inzake en opdrachten op te nemen die uitgeoefend worden door de CBFA inzake
prudentieel toezicht (4); prudentieel toezicht (4);
- de personeelsleden van de CBFA die tot dusver belast waren met aan - de personeelsleden van de CBFA die tot dusver belast waren met aan
de Bank toebedeelde opdrachten, over te dragen aan de Bank (5); de Bank toebedeelde opdrachten, over te dragen aan de Bank (5);
- een reeks andere maatregelen te nemen zoals de overdracht aan de - een reeks andere maatregelen te nemen zoals de overdracht aan de
Bank van de rechten en verplichtingen van de CBFA die verband houden Bank van de rechten en verplichtingen van de CBFA die verband houden
met de naar de Bank overgehevelde opdrachten en bevoegdheden (6), de met de naar de Bank overgehevelde opdrachten en bevoegdheden (6), de
structuur en de samenstelling van de organen van de CBFA en van de structuur en de samenstelling van de organen van de CBFA en van de
Bank aan te passen (7), de bepalingen die betrekking hebben op het Bank aan te passen (7), de bepalingen die betrekking hebben op het
CSRSFI op te heffen (8) en de nadere regels inzake de samenwerking CSRSFI op te heffen (8) en de nadere regels inzake de samenwerking
tussen de Bank en de CBFA vast te leggen (9). tussen de Bank en de CBFA vast te leggen (9).
2. Het ontworpen besluit herschikt aldus wezenlijk de bestaande 2. Het ontworpen besluit herschikt aldus wezenlijk de bestaande
regelgeving door de opdrachten van de Bank, het CSRSFI en de CBFA te regelgeving door de opdrachten van de Bank, het CSRSFI en de CBFA te
regelen. Teneinde te zorgen voor zo systematisch mogelijke informatie regelen. Teneinde te zorgen voor zo systematisch mogelijke informatie
ten behoeve van de adressaten van de regel en dus voor ten behoeve van de adressaten van de regel en dus voor
rechtszekerheid, dient het verslag aan de Koning, dat soms onvolledig rechtszekerheid, dient het verslag aan de Koning, dat soms onvolledig
is wat betreft de nieuwe verdeling van deze opdrachten, dan ook is wat betreft de nieuwe verdeling van deze opdrachten, dan ook
aangevuld te worden met een tabel met, in een eerste kolom, de aangevuld te worden met een tabel met, in een eerste kolom, de
bepalingen die de huidige opdrachten van de Bank, het CSRSFI en de bepalingen die de huidige opdrachten van de Bank, het CSRSFI en de
CBFA regelen, en, in een tweede kolom, de nieuwe verdeling van CBFA regelen, en, in een tweede kolom, de nieuwe verdeling van
diezelfde opdrachten, uitgesplitst naargelang ze voortaan uitgeoefend diezelfde opdrachten, uitgesplitst naargelang ze voortaan uitgeoefend
zullen worden door de Bank en de CBFA. In deze tweede kolom dienen zullen worden door de Bank en de CBFA. In deze tweede kolom dienen
daarenboven de artikelen van het ontworpen besluit die de overdrachten daarenboven de artikelen van het ontworpen besluit die de overdrachten
regelen vermeld te worden, evenals de artikelen die nieuwe bepalingen regelen vermeld te worden, evenals de artikelen die nieuwe bepalingen
inhouden. inhouden.
II. Bekrachtiging bij wet II. Bekrachtiging bij wet
De bevoegdheden aan de Koning verleend in artikel 26, § 1, van de De bevoegdheden aan de Koning verleend in artikel 26, § 1, van de
voornoemde wet van 2 juli 2010 vervallen op 31 maart 2011 (10). De voornoemde wet van 2 juli 2010 vervallen op 31 maart 2011 (10). De
besluiten, genomen ter uitvoering van artikel 26, § 1, eerste lid, besluiten, genomen ter uitvoering van artikel 26, § 1, eerste lid,
verliezen alle uitwerking zo ze uiterlijk twee jaar na de datum van verliezen alle uitwerking zo ze uiterlijk twee jaar na de datum van
hun inwerkingtreding niet bij wet zijn bekrachtigd (11). hun inwerkingtreding niet bij wet zijn bekrachtigd (11).
Sommige bepalingen van het ontwerp betreffen de bevoegdheid van de Sommige bepalingen van het ontwerp betreffen de bevoegdheid van de
Raad van State (12), van het hof van beroep te Brussel (13), van de Raad van State (12), van het hof van beroep te Brussel (13), van de
rechtbank van koophandel of de voorzitter ervan (14), of ze betreffen rechtbank van koophandel of de voorzitter ervan (14), of ze betreffen
de procedureregels die van toepassing zijn voor deze rechtscolleges, de procedureregels die van toepassing zijn voor deze rechtscolleges,
en die bezwaarlijk kunnen worden losgekoppeld van de en die bezwaarlijk kunnen worden losgekoppeld van de
bevoegdheidsregels die op hen van toepassing zijn. De bevoegdheidsregels die op hen van toepassing zijn. De
bekrachtigingswet bedoeld in artikel 26, § 1, tweede lid, van de bekrachtigingswet bedoeld in artikel 26, § 1, tweede lid, van de
voornoemde wet van 2 juli 2010 dient derhalve te worden goedgekeurd voornoemde wet van 2 juli 2010 dient derhalve te worden goedgekeurd
volgens de volledige bicamerale procedure, bepaald in artikel 77 van volgens de volledige bicamerale procedure, bepaald in artikel 77 van
de Grondwet (15). de Grondwet (15).
III. Wijziging van de gecoördineerde wetten op de Raad van State en III. Wijziging van de gecoördineerde wetten op de Raad van State en
van het Gerechtelijk Wetboek van het Gerechtelijk Wetboek
De wet van 2 augustus 2002 tot aanvulling, inzake de verhaalmiddelen De wet van 2 augustus 2002 tot aanvulling, inzake de verhaalmiddelen
tegen de beslissingen van de minister, de CBF, de CDV en de tegen de beslissingen van de minister, de CBF, de CDV en de
marktondernemingen, alsook inzake de tussenkomst van de CBF en van de marktondernemingen, alsook inzake de tussenkomst van de CBF en van de
CDV voor de strafgerechten, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende CDV voor de strafgerechten, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende
het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en tot het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en tot
wijziging van verschillende andere wetsbepalingen, vult, in artikel 4 wijziging van verschillende andere wetsbepalingen, vult, in artikel 4
ervan, artikel 30 aan van de gecoördineerde wetten op de Raad van ervan, artikel 30 aan van de gecoördineerde wetten op de Raad van
State door de Koning te machtigen de regels van de versnelde procedure State door de Koning te machtigen de regels van de versnelde procedure
te bepalen, vastgelegd in de wet van 2 augustus 2002 betreffende het te bepalen, vastgelegd in de wet van 2 augustus 2002 betreffende het
toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. De toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. De
artikelen 6 tot 10 van diezelfde wet vullen het Gerechtelijk Wetboek artikelen 6 tot 10 van diezelfde wet vullen het Gerechtelijk Wetboek
aan betreffende de nieuwe bevoegdheden toegekend aan het hof van aan betreffende de nieuwe bevoegdheden toegekend aan het hof van
beroep te Brussel. beroep te Brussel.
Het ontworpen besluit, dat de bevoegdheden van de Raad van State, van Het ontworpen besluit, dat de bevoegdheden van de Raad van State, van
het hof van beroep te Brussel en van de rechtbank van koophandel het hof van beroep te Brussel en van de rechtbank van koophandel
wijzigt, dient de noodzakelijke wijzigingen aan te brengen in de wijzigt, dient de noodzakelijke wijzigingen aan te brengen in de
gecoördineerde wetten op de Raad van State en in het Gerechtelijk gecoördineerde wetten op de Raad van State en in het Gerechtelijk
Wetboek. Wetboek.
IV. Wijziging van de "besluiten, reglementen, circulaires en andere IV. Wijziging van de "besluiten, reglementen, circulaires en andere
mededelingen" waarin de CBFA vermeld wordt mededelingen" waarin de CBFA vermeld wordt
Artikel 331, tweede lid, van het ontwerp luidt : Artikel 331, tweede lid, van het ontwerp luidt :
"In de besluiten, reglementen, circulaires en mededelingen waarin de "In de besluiten, reglementen, circulaires en mededelingen waarin de
CBFA vermeld wordt uit hoofde van haar bevoegdheden zoals die uit het CBFA vermeld wordt uit hoofde van haar bevoegdheden zoals die uit het
onderhavige besluit voortvloeien, worden de woorden 'Commissie voor onderhavige besluit voortvloeien, worden de woorden 'Commissie voor
het Bank-, Financie- en Assurantiewezen' en het woord 'CBFA' het Bank-, Financie- en Assurantiewezen' en het woord 'CBFA'
respectievelijk vervangen door de woorden 'Autoriteit voor Financiële respectievelijk vervangen door de woorden 'Autoriteit voor Financiële
Diensten en Markten' en het woord 'FSMA'". Diensten en Markten' en het woord 'FSMA'".
Hierdoor zijn de adressaten van de "besluiten, reglementen, Hierdoor zijn de adressaten van de "besluiten, reglementen,
circulaires en mededelingen" waarvan in deze bepaling sprake is en die circulaires en mededelingen" waarvan in deze bepaling sprake is en die
de door het ontwerp gewijzigde of ingevoegde rechtsbepalingen de door het ontwerp gewijzigde of ingevoegde rechtsbepalingen
implementeren, bevoegd om zelf de bepalingen of tekstpassages vast te implementeren, bevoegd om zelf de bepalingen of tekstpassages vast te
stellen waarin de Commissie voor het Bank-, Financie- en stellen waarin de Commissie voor het Bank-, Financie- en
Assurantiewezen wordt vermeld, al dan niet met haar acroniem CBFA, Assurantiewezen wordt vermeld, al dan niet met haar acroniem CBFA,
"uit hoofde van haar bevoegdheden zoals die uit het (ontworpen) "uit hoofde van haar bevoegdheden zoals die uit het (ontworpen)
besluit voortvloeien." besluit voortvloeien."
De rechtszekerheid kan slechts gewaarborgd worden door een De rechtszekerheid kan slechts gewaarborgd worden door een
uitdrukkelijk ingrijpen van de overheden die bevoegd zijn voor de uitdrukkelijk ingrijpen van de overheden die bevoegd zijn voor de
goedkeuring van deze "besluiten, reglementen, circulaires en goedkeuring van deze "besluiten, reglementen, circulaires en
mededelingen". Er is hiervoor geen enkele andere machtiging vereist mededelingen". Er is hiervoor geen enkele andere machtiging vereist
dan de machtigingsbepalingen die, in voorkomend geval, nodig waren dan de machtigingsbepalingen die, in voorkomend geval, nodig waren
voor hun goedkeuring en die reeds vermeld worden in het wetgevend of voor hun goedkeuring en die reeds vermeld worden in het wetgevend of
regelgevend instrumentarium of die voortvloeien uit de algemene regelgevend instrumentarium of die voortvloeien uit de algemene
bevoegdheid tot uitvoering van de wetten, aan de Koning verleend in bevoegdheid tot uitvoering van de wetten, aan de Koning verleend in
artikel 108 van de Grondwet (16). De moeilijkheid is in casu nog artikel 108 van de Grondwet (16). De moeilijkheid is in casu nog
groter omdat het onderscheid tussen de aangelegenheden waarvoor de groter omdat het onderscheid tussen de aangelegenheden waarvoor de
CBFA (later de FSMA) bevoegd blijft en die waarvoor de Bank de CBFA (later de FSMA) bevoegd blijft en die waarvoor de Bank de
bevoegdheid overneemt, niet altijd duidelijk is. bevoegdheid overneemt, niet altijd duidelijk is.
Aangezien bovendien de wijzigingen beoogd in artikel 331, tweede lid, Aangezien bovendien de wijzigingen beoogd in artikel 331, tweede lid,
het resultaat zullen zijn van een bijzonderemachtenbesluit dat bij wet het resultaat zullen zijn van een bijzonderemachtenbesluit dat bij wet
moet bekrachtigd worden (17), zal hun invoeging als gevolg hebben dat, moet bekrachtigd worden (17), zal hun invoeging als gevolg hebben dat,
hoewel ze geschiedt in teksten van regelgevende aard, de nieuwe hoewel ze geschiedt in teksten van regelgevende aard, de nieuwe
vermeldingen in de toekomst in principe niet gewijzigd zouden kunnen vermeldingen in de toekomst in principe niet gewijzigd zouden kunnen
worden dan door een wet, behoudens een nieuwe machtigingsbepaling, worden dan door een wet, behoudens een nieuwe machtigingsbepaling,
zeker wat de besluiten en reglementen betreft. Dit kan niet de zeker wat de besluiten en reglementen betreft. Dit kan niet de
bedoeling zijn. bedoeling zijn.
Artikel 331, tweede lid, dient derhalve te worden weggelaten. Artikel 331, tweede lid, dient derhalve te worden weggelaten.
Voorafgaande vormvereisten Voorafgaande vormvereisten
Advies van de Europese Centrale Bank Advies van de Europese Centrale Bank
Volgens de inlichtingen die aan de Raad van State werden meegedeeld, Volgens de inlichtingen die aan de Raad van State werden meegedeeld,
wordt de Europese Centrale Bank thans geraadpleegd over het ontworpen wordt de Europese Centrale Bank thans geraadpleegd over het ontworpen
besluit. besluit.
Het voorliggende advies wordt verstrekt onder voorbehoud van dat Het voorliggende advies wordt verstrekt onder voorbehoud van dat
laatste advies. laatste advies.
Voor een goede informatieverstrekking aan het Parlement dient het Voor een goede informatieverstrekking aan het Parlement dient het
advies van de Europese Centrale Bank gevoegd te worden bij de tekst advies van de Europese Centrale Bank gevoegd te worden bij de tekst
die ontstaan zal geven aan de bekrachtigingswet. die ontstaan zal geven aan de bekrachtigingswet.
Overleg met de vakbonden Overleg met de vakbonden
De artikelen 336 en 337 van het ontwerp regelen de overdracht aan de De artikelen 336 en 337 van het ontwerp regelen de overdracht aan de
Bank van de personeelsleden van de CBFA die thans in hoofdzaak belast Bank van de personeelsleden van de CBFA die thans in hoofdzaak belast
zijn met de opdrachten die door de voornoemde wet van 2 juli 2010 aan zijn met de opdrachten die door de voornoemde wet van 2 juli 2010 aan
de Bank zijn toebedeeld. Uit de wet van 2 augustus 2002 betreffende de Bank zijn toebedeeld. Uit de wet van 2 augustus 2002 betreffende
het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten blijkt het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten blijkt
dat de personeelsleden van de CBFA worden aangeworven hetzij met dat de personeelsleden van de CBFA worden aangeworven hetzij met
ambtenarenstatus (de artikelen 49 e.v. van deze wet), hetzij krachtens ambtenarenstatus (de artikelen 49 e.v. van deze wet), hetzij krachtens
arbeidsovereenkomsten (artikel 55 van dezelfde wet). arbeidsovereenkomsten (artikel 55 van dezelfde wet).
Over het ontworpen besluit dient vooraf overleg gepleegd te worden met Over het ontworpen besluit dient vooraf overleg gepleegd te worden met
de vakbonden overeenkomstig de wet van 19 december 1974 tot regeling de vakbonden overeenkomstig de wet van 19 december 1974 tot regeling
van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar
personeel, omwille van de beoogde overdracht van een deel van het personeel, omwille van de beoogde overdracht van een deel van het
statutaire personeel van de CBFA aan de Bank (18), en omwille van het statutaire personeel van de CBFA aan de Bank (18), en omwille van het
feit dat het ontwerp de regeling van de burgerlijke aansprakelijkheid feit dat het ontwerp de regeling van de burgerlijke aansprakelijkheid
vaststelt van bepaalde personeelsleden van de Bank en andere vaststelt van bepaalde personeelsleden van de Bank en andere
instellingen (19). instellingen (19).
Bijzondere opmerkingen Bijzondere opmerkingen
Aanhef Aanhef
Eerste lid Eerste lid
Het eerste lid dient te worden aangevuld met de woorden : ", gewijzigd Het eerste lid dient te worden aangevuld met de woorden : ", gewijzigd
bij het koninklijk besluit van 25 maart 2003" (20). bij het koninklijk besluit van 25 maart 2003" (20).
Derde lid (nieuw) Derde lid (nieuw)
Artikel 2 van de wet van 6 januari 2011 (21) vult artikel 26, § 1, aan Artikel 2 van de wet van 6 januari 2011 (21) vult artikel 26, § 1, aan
van de wet van 2 juli 2010 tot wijziging van de wet van 2 augustus van de wet van 2 juli 2010 tot wijziging van de wet van 2 augustus
2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële
diensten, en van de wet van 22 februari 1998 (22) : deze bepaling diensten, en van de wet van 22 februari 1998 (22) : deze bepaling
dient dan ook te worden vermeld in een nieuw derde lid. dient dan ook te worden vermeld in een nieuw derde lid.
Vierendertigste lid (nieuw) (in te voegen) Vierendertigste lid (nieuw) (in te voegen)
In een nieuw vierendertigste lid (in te voegen) dient vermeld te In een nieuw vierendertigste lid (in te voegen) dient vermeld te
worden dat aan het vormvereiste van het overleg met de vakbonden, dat worden dat aan het vormvereiste van het overleg met de vakbonden, dat
hierboven werd vermeld, werd voldaan (23). hierboven werd vermeld, werd voldaan (23).
Vierendertigste lid Vierendertigste lid
Het vierendertigste lid ("Gelet op de dringende noodzakelijkheid") Het vierendertigste lid ("Gelet op de dringende noodzakelijkheid")
dient te worden weggelaten, aangezien de adviesaanvraag gericht aan de dient te worden weggelaten, aangezien de adviesaanvraag gericht aan de
Raad van State niet steunt op artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de Raad van State niet steunt op artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de
wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.
Ministers die het ontwerp voordragen - handtekeningen Ministers die het ontwerp voordragen - handtekeningen
Een koninklijk besluit dient te worden voorgedragen en ondertekend Een koninklijk besluit dient te worden voorgedragen en ondertekend
door alle ministers en staatssecretarissen die bevoegd zijn voor de door alle ministers en staatssecretarissen die bevoegd zijn voor de
aangelegenheden die het besluit behandelt (24). aangelegenheden die het besluit behandelt (24).
Vermits het ontworpen besluit de bevoegdheid van de Raad van State Vermits het ontworpen besluit de bevoegdheid van de Raad van State
wijzigt, dient het mede te worden voorgedragen en ondertekend door de wijzigt, dient het mede te worden voorgedragen en ondertekend door de
Minister van Binnenlandse Zaken (25). Minister van Binnenlandse Zaken (25).
Dispositief Dispositief
Artikel 333 Artikel 333
Het is de vraag hoe uit de leden van de sanctiecommissie de leden Het is de vraag hoe uit de leden van de sanctiecommissie de leden
zullen worden aangewezen waarvan het mandaat tot drie jaar beperkt zullen worden aangewezen waarvan het mandaat tot drie jaar beperkt
wordt. wordt.
Op deze vraag heeft de gemachtigde van de minister geantwoord dat de Op deze vraag heeft de gemachtigde van de minister geantwoord dat de
voornoemde wet van 2 juli 2010 de Koning machtigt de nadere regels voornoemde wet van 2 juli 2010 de Koning machtigt de nadere regels
voor de herbenoeming van de commissieleden vast te stellen. voor de herbenoeming van de commissieleden vast te stellen.
Het ontwerp laat na in dat opzicht uitvoering te geven aan deze Het ontwerp laat na in dat opzicht uitvoering te geven aan deze
machtiging. machtiging.
Artikel 336 Artikel 336
In artikel 336 dient een onderscheid gemaakt te worden al naargelang In artikel 336 dient een onderscheid gemaakt te worden al naargelang
de personeelsleden van de CBFA die aan de Bank worden overgedragen de de personeelsleden van de CBFA die aan de Bank worden overgedragen de
hoedanigheid van statutair ambtenaar hebben dan wel met een hoedanigheid van statutair ambtenaar hebben dan wel met een
arbeidsovereenkomst zijn aangeworven. arbeidsovereenkomst zijn aangeworven.
Zoals hierboven werd uiteengezet onder de titel "Voorafgaande Zoals hierboven werd uiteengezet onder de titel "Voorafgaande
vormvereisten", dient over de overdracht van de statutaire vormvereisten", dient over de overdracht van de statutaire
personeelsleden van de CBFA vooraf overleg gepleegd te worden met de personeelsleden van de CBFA vooraf overleg gepleegd te worden met de
vakbonden. vakbonden.
Wat betreft de personeelsleden die krachtens een arbeidsovereenkomst Wat betreft de personeelsleden die krachtens een arbeidsovereenkomst
werden aangeworven en waarvan de overdracht wordt beoogd, dient een werden aangeworven en waarvan de overdracht wordt beoogd, dient een
aanvulling van de arbeidsovereenkomst van elk betrokken personeelslid aanvulling van de arbeidsovereenkomst van elk betrokken personeelslid
te worden opgemaakt ten bewijze van de instemming van de partijen met te worden opgemaakt ten bewijze van de instemming van de partijen met
de wijzigingen van de wezenlijke bestanddelen van de de wijzigingen van de wezenlijke bestanddelen van de
arbeidsovereenkomst ingevolge de overdracht (26) (de verandering van arbeidsovereenkomst ingevolge de overdracht (26) (de verandering van
werkgever is een wezenlijk bestanddeel, evenals de verandering van werkgever is een wezenlijk bestanddeel, evenals de verandering van
arbeidsplaats). arbeidsplaats).
Artikel 339 Artikel 339
Deze bepaling zou duidelijker worden door in het eerste lid, na de Deze bepaling zou duidelijker worden door in het eerste lid, na de
woorden "De statutaire personeelsleden van de CBFA", de woorden "die woorden "De statutaire personeelsleden van de CBFA", de woorden "die
niet worden overgedragen aan de Bank" in te voegen (27). niet worden overgedragen aan de Bank" in te voegen (27).
Artikel 348 Artikel 348
Het is wenselijk een uiterste datum te bepalen waarop de Koning de Het is wenselijk een uiterste datum te bepalen waarop de Koning de
datum moet vaststellen van de inwerkingtreding van de bepalingen datum moet vaststellen van de inwerkingtreding van de bepalingen
bedoeld in artikel 348, tweede lid (28). bedoeld in artikel 348, tweede lid (28).
Artikel 349 en handtekeningen Artikel 349 en handtekeningen
In artikel 349 dient duidelijk aangegeven te worden welke ministers In artikel 349 dient duidelijk aangegeven te worden welke ministers
belast zijn met de uitvoering van het ontworpen besluit (29). belast zijn met de uitvoering van het ontworpen besluit (29).
De Minister van Binnenlandse Zaken dient onder deze ministers vermeld De Minister van Binnenlandse Zaken dient onder deze ministers vermeld
te worden omwille van de redenen die hierboven zijn uiteengezet. Deze te worden omwille van de redenen die hierboven zijn uiteengezet. Deze
dient het ontwerp eveneens te ondertekenen. dient het ontwerp eveneens te ondertekenen.
De kamer was samengesteld uit De kamer was samengesteld uit
De heren : De heren :
Y. Kreins, kamervoorzitter, Y. Kreins, kamervoorzitter,
P. Vandernoot, P. Vandernoot,
De dames : De dames :
M. Baguet, staatsraden, M. Baguet, staatsraden,
B. Vigneron, griffier. B. Vigneron, griffier.
Het verslag werd uitgebracht door Mevr. W. Vogel, eerste auditeur. Het verslag werd uitgebracht door Mevr. W. Vogel, eerste auditeur.
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd
nagezien onder toezicht van de Heer P. Vandernoot. nagezien onder toezicht van de Heer P. Vandernoot.
De griffier De griffier
B. Vigneron B. Vigneron
De voorzitter De voorzitter
Y. Kreins Y. Kreins
_______ _______
Nota's Nota's
(1) Er wordt, mutatis mutandis, met name verwezen naar : (1) Er wordt, mutatis mutandis, met name verwezen naar :
- Advies 33.182/2, gegeven op 29 april 2002 over een voorontwerp dat - Advies 33.182/2, gegeven op 29 april 2002 over een voorontwerp dat
ontstaan heeft gegeven aan de wet van 2 augustus 2002 betreffende het ontstaan heeft gegeven aan de wet van 2 augustus 2002 betreffende het
toezicht op de financiële sector en de financiële diensten; toezicht op de financiële sector en de financiële diensten;
- Advies 33.239/2, gegeven op 2 mei 2002 over een voorontwerp dat - Advies 33.239/2, gegeven op 2 mei 2002 over een voorontwerp dat
ontstaan heeft gegeven aan de wet van 2 augustus 2002 tot aanvulling, ontstaan heeft gegeven aan de wet van 2 augustus 2002 tot aanvulling,
inzake de verhaalmiddelen tegen de beslissingen van de minister, de inzake de verhaalmiddelen tegen de beslissingen van de minister, de
CBF, de CDV en de marktondernemingen, alsook inzake de tussenkomst van CBF, de CDV en de marktondernemingen, alsook inzake de tussenkomst van
de CBF en van de CDV voor de strafgerechten, van de wet van 2 augustus de CBF en van de CDV voor de strafgerechten, van de wet van 2 augustus
2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële
diensten en tot wijziging van verschillende andere wetsbepalingen; diensten en tot wijziging van verschillende andere wetsbepalingen;
- Advies 42.055/2, gegeven op 31 januari 2007 over een voorontwerp dat - Advies 42.055/2, gegeven op 31 januari 2007 over een voorontwerp dat
ontstaan heeft gegeven aan de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking ontstaan heeft gegeven aan de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking
van belangrijke deelnemingen in emittenten waarvan aandelen zijn van belangrijke deelnemingen in emittenten waarvan aandelen zijn
toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt en toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt en
houdende diverse bepalingen; houdende diverse bepalingen;
- Advies 47.442/2, gegeven op 14 december 2009 over een voorontwerp - Advies 47.442/2, gegeven op 14 december 2009 over een voorontwerp
dat ontstaan heeft gegeven aan de voornoemde wet van 2 juli 2010, dat ontstaan heeft gegeven aan de voornoemde wet van 2 juli 2010,
opmerking betreffende de artikelen 17 tot 21. opmerking betreffende de artikelen 17 tot 21.
(2) De Raad van State heeft een termijnverlenging aangevraagd die haar (2) De Raad van State heeft een termijnverlenging aangevraagd die haar
niet is kunnen worden toegestaan. niet is kunnen worden toegestaan.
(3) Zie de parlementaire voorbereiding van de voornoemde wet van 2 (3) Zie de parlementaire voorbereiding van de voornoemde wet van 2
juli 2010, Parl. St. Kamer 2009-2010, nr. 52-2408/1. Zie eveneens het juli 2010, Parl. St. Kamer 2009-2010, nr. 52-2408/1. Zie eveneens het
verslag aan de Koning dat bij het ontworpen besluit is gevoegd, verslag aan de Koning dat bij het ontworpen besluit is gevoegd,
inzonderheid blz. 2 en 11. inzonderheid blz. 2 en 11.
(4) Artikel 26, § 1, eerste lid, 1°, van de voornoemde wet van 2 juli (4) Artikel 26, § 1, eerste lid, 1°, van de voornoemde wet van 2 juli
2010. 2010.
(5) Artikel 26, § 1, eerste lid, 3°, van de voornoemde wet van 2 juli (5) Artikel 26, § 1, eerste lid, 3°, van de voornoemde wet van 2 juli
2010. 2010.
(6) Artikel 26, § 1, eerste lid, 4°, van de voornoemde wet van 2 juli (6) Artikel 26, § 1, eerste lid, 4°, van de voornoemde wet van 2 juli
2010. 2010.
(7) Artikel 26, § 1, eerste lid, 5°, van de voornoemde wet van 2 juli (7) Artikel 26, § 1, eerste lid, 5°, van de voornoemde wet van 2 juli
2010. 2010.
(8) Artikel 26, § 1, eerste lid, 5°, van de voornoemde wet van 2 juli (8) Artikel 26, § 1, eerste lid, 5°, van de voornoemde wet van 2 juli
2010. Betreffende het Comité voor systeemrisico's en systeemrelevante 2010. Betreffende het Comité voor systeemrisico's en systeemrelevante
financiële instellingen (CSRSFI) : zie hoofdstuk IV (de artikelen 88 financiële instellingen (CSRSFI) : zie hoofdstuk IV (de artikelen 88
e.v.) van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de e.v.) van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de
financiële sector en de financiële diensten, ingevoegd door artikel 22 financiële sector en de financiële diensten, ingevoegd door artikel 22
van de voornoemde wet van 2 juli 2010. van de voornoemde wet van 2 juli 2010.
(9) Artikel 26, § 1, eerste lid, 6°, van de voornoemde wet van 2 juli (9) Artikel 26, § 1, eerste lid, 6°, van de voornoemde wet van 2 juli
2010. 2010.
(10) Artikel 26, § 1, vierde lid, van de voornoemde wet van 2 juli (10) Artikel 26, § 1, vierde lid, van de voornoemde wet van 2 juli
2010 zoals gewijzigd bij artikel 2 van de wet van 6 januari 2011 tot 2010 zoals gewijzigd bij artikel 2 van de wet van 6 januari 2011 tot
wijziging van de wet van 2 juli 2010 tot wijziging van de wet van 2 wijziging van de wet van 2 juli 2010 tot wijziging van de wet van 2
augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de
financiële diensten en van de wet van 22 februari 1998 tot financiële diensten en van de wet van 22 februari 1998 tot
vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van
België, en houdende diverse bepalingen. België, en houdende diverse bepalingen.
(11) Artikel 26, § 1, tweede lid, van de voornoemde wet van 2 juli (11) Artikel 26, § 1, tweede lid, van de voornoemde wet van 2 juli
2010. 2010.
(12) Artikel 195 van het ontwerp (ontworpen artikel 60); artikelen (12) Artikel 195 van het ontwerp (ontworpen artikel 60); artikelen
245, 301 en 303 van het ontwerp. 245, 301 en 303 van het ontwerp.
(13) Artikel 195 van het ontwerp (ontworpen artikel 59); artikel 244 (13) Artikel 195 van het ontwerp (ontworpen artikel 59); artikel 244
van het ontwerp. van het ontwerp.
(14) Artikel 92 van het ontwerp; artikel 196 van het ontwerp (14) Artikel 92 van het ontwerp; artikel 196 van het ontwerp
(ontworpen artikel 64, § 6). (ontworpen artikel 64, § 6).
(15) Zie dienovereenkomstig het voornoemde advies 33.239/2, eerste (15) Zie dienovereenkomstig het voornoemde advies 33.239/2, eerste
voorafgaande opmerking. voorafgaande opmerking.
(16) Indien bij het onderzoek zou blijken dat machtigingsbepalingen (16) Indien bij het onderzoek zou blijken dat machtigingsbepalingen
vereist zijn om het de bevoegde ministers mogelijk te maken de beoogde vereist zijn om het de bevoegde ministers mogelijk te maken de beoogde
wijzigingen door te voeren, dient de Koning de ministers daartoe te wijzigingen door te voeren, dient de Koning de ministers daartoe te
machtigen, op basis van de algemene uitvoeringsbevoegdheid die artikel machtigen, op basis van de algemene uitvoeringsbevoegdheid die artikel
108 van de Grondwet Hem verleent of van de uitdrukkelijke 108 van de Grondwet Hem verleent of van de uitdrukkelijke
machtigingsbepalingen die reeds in de vigerende wetgevingen staan. machtigingsbepalingen die reeds in de vigerende wetgevingen staan.
(17) Artikel 26, § 1, tweede en derde lid, van de voornoemde wet van 2 (17) Artikel 26, § 1, tweede en derde lid, van de voornoemde wet van 2
juli 2010. juli 2010.
(18) Zie advies 22.286/9, gegeven op 31 maart 1993 over een (18) Zie advies 22.286/9, gegeven op 31 maart 1993 over een
voorontwerp dat ontstaan heeft gegeven aan het decreet van 24 november voorontwerp dat ontstaan heeft gegeven aan het decreet van 24 november
1994 houdende ontbinding van de "Office de la navigation" (Dienst voor 1994 houdende ontbinding van de "Office de la navigation" (Dienst voor
de scheepvaart) en oprichting van de "Office de promotion des voies de scheepvaart) en oprichting van de "Office de promotion des voies
navigables" (Dienst voor de bevordering van de scheepvaartwegen); navigables" (Dienst voor de bevordering van de scheepvaartwegen);
advies 24.060/2, gegeven op 23 januari 1995 over een voorontwerp dat advies 24.060/2, gegeven op 23 januari 1995 over een voorontwerp dat
ontstaan heeft gegeven aan de ordonnantie van 17 april 1997 ontstaan heeft gegeven aan de ordonnantie van 17 april 1997
betreffende de terbeschikkingstelling van de Brusselse Hoofdstedelijke betreffende de terbeschikkingstelling van de Brusselse Hoofdstedelijke
Regering van de naar het Gewest overgehevelde personeelsleden van de Regering van de naar het Gewest overgehevelde personeelsleden van de
ex-provincie Brabant; advies 26.933/1, gegeven op 18 december 1997 ex-provincie Brabant; advies 26.933/1, gegeven op 18 december 1997
over een ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het over een ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het
koninklijk besluit van 21 april 1965 tot vaststelling van het statuut koninklijk besluit van 21 april 1965 tot vaststelling van het statuut
van het wetenschappelijk personeel der wetenschappelijke inrichtingen van het wetenschappelijk personeel der wetenschappelijke inrichtingen
van de Staat en tot opheffing van het koninklijk besluit van 23 juli van de Staat en tot opheffing van het koninklijk besluit van 23 juli
1973 houdende tijdelijke maatregelen ten gunste van sommige leden van 1973 houdende tijdelijke maatregelen ten gunste van sommige leden van
het wetenschappelijk personeel van de wetenschappelijke inrichtingen het wetenschappelijk personeel van de wetenschappelijke inrichtingen
van de Staat. van de Staat.
(19) Artikel 187 van het ontwerp; artikel 196 van het ontwerp (19) Artikel 187 van het ontwerp; artikel 196 van het ontwerp
(ontworpen artikel 65, § 5). Zie dienovereenkomstig het voornoemde (ontworpen artikel 65, § 5). Zie dienovereenkomstig het voornoemde
advies 33.182/2. advies 33.182/2.
(20) Beginselen van de wetgevingstechniek B Handleiding voor het (20) Beginselen van de wetgevingstechniek B Handleiding voor het
opstellen van wetgevende en reglementaire teksten, opstellen van wetgevende en reglementaire teksten,
www.raadvst-consetat.be, tab "Wetgevingstechniek", aanbeveling nr. 27, www.raadvst-consetat.be, tab "Wetgevingstechniek", aanbeveling nr. 27,
c. c.
(21) tot wijziging van de wet van 2 juli 2010 tot wijziging van de wet (21) tot wijziging van de wet van 2 juli 2010 tot wijziging van de wet
van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector
en de financiële diensten en van de wet van 22 februari 1998 tot en de financiële diensten en van de wet van 22 februari 1998 tot
vaststelling van het organiek statuut van Nationale Bank van België, vaststelling van het organiek statuut van Nationale Bank van België,
en houdende diverse bepalingen. en houdende diverse bepalingen.
(22) wet van 2 juli 2010, tot wijziging van de wet van 2 augustus 2002 (22) wet van 2 juli 2010, tot wijziging van de wet van 2 augustus 2002
betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële
diensten en van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het diensten en van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het
organiek statuut van de Nationale Bank van België, en houdende diverse organiek statuut van de Nationale Bank van België, en houdende diverse
bepalingen. bepalingen.
(23) Ibid., formule F 3-4-4. (23) Ibid., formule F 3-4-4.
(24) Ibid., aanbeveling nr. 41. (24) Ibid., aanbeveling nr. 41.
(25) Zie, dienovereenkomstig, het voornoemde advies 33.239/2. (25) Zie, dienovereenkomstig, het voornoemde advies 33.239/2.
(26) Zie bijvoorbeeld advies 35.009/2, gegeven op 19 maart 2003, over (26) Zie bijvoorbeeld advies 35.009/2, gegeven op 19 maart 2003, over
het ontwerp dat ontstaan heeft gegeven aan een besluit van de Regering het ontwerp dat ontstaan heeft gegeven aan een besluit van de Regering
van de Franse Gemeenschap van 17 april 2003 tot bepaling van de nadere van de Franse Gemeenschap van 17 april 2003 tot bepaling van de nadere
regels voor de overdracht van het personeel van de Dienst voor Inning regels voor de overdracht van het personeel van de Dienst voor Inning
van het Kijk- en Luistergeld naar de Regering van het Waalse Gewest, van het Kijk- en Luistergeld naar de Regering van het Waalse Gewest,
tweede algemene opmerking. tweede algemene opmerking.
(27) Zie het verslag aan de Koning, blz. 70. (27) Zie het verslag aan de Koning, blz. 70.
(28) Beginselen van de wetgevingstechniek B Handleiding voor het (28) Beginselen van de wetgevingstechniek B Handleiding voor het
opstellen van wetgevende en reglementaire teksten, opstellen van wetgevende en reglementaire teksten,
www.raadvst-consetat.be, tab "Wetgevingstechniek", aanbeveling www.raadvst-consetat.be, tab "Wetgevingstechniek", aanbeveling
www.raadvst-consetat.be, tab "Wetgevingstechniek", aanbeveling nr. 27, www.raadvst-consetat.be, tab "Wetgevingstechniek", aanbeveling nr. 27,
c. c.
(29) Ibid., aanbeveling nr. 167 en formule F 4-7-2. (29) Ibid., aanbeveling nr. 167 en formule F 4-7-2.
^