Koninklijk besluit houdende het organiek reglement van het Ministerie van Buitenlandse Zaken Buitenlandse Handel en Internationale Samenwerking | Koninklijk besluit houdende het organiek reglement van het Ministerie van Buitenlandse Zaken Buitenlandse Handel en Internationale Samenwerking |
---|---|
MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN, BUITENLANDSE HANDEL EN | MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN, BUITENLANDSE HANDEL EN |
ONTWIKKELINGSSAMENWERKING | ONTWIKKELINGSSAMENWERKING |
3 JUNI 1999. - Koninklijk besluit houdende het organiek reglement van | 3 JUNI 1999. - Koninklijk besluit houdende het organiek reglement van |
het Ministerie van Buitenlandse Zaken Buitenlandse Handel en | het Ministerie van Buitenlandse Zaken Buitenlandse Handel en |
Internationale Samenwerking | Internationale Samenwerking |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op artikel 107, lid 2, van de Grondwet; | Gelet op artikel 107, lid 2, van de Grondwet; |
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 1954 houdende organiek | Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 1954 houdende organiek |
reglement van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse | reglement van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse |
Handel gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 11 oktober 1965, 18 | Handel gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 11 oktober 1965, 18 |
april 1967, 24 augustus 1971, 1 maart 1984, 15 maart 1985, 18 februari | april 1967, 24 augustus 1971, 1 maart 1984, 15 maart 1985, 18 februari |
1986, 29 april 1996, 8 september 1997, 27 oktober 1998, 4 februari | 1986, 29 april 1996, 8 september 1997, 27 oktober 1998, 4 februari |
1999 en 28 februari 1999; | 1999 en 28 februari 1999; |
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 28 januari | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 28 januari |
1999; | 1999; |
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting van 4 februari | Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting van 4 februari |
1999; | 1999; |
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken van 4 | Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken van 4 |
februari 1999; | februari 1999; |
Gelet op de protocollen nrs. 86/4 van 9 maart 1999 en 91/2 van 27 mei | Gelet op de protocollen nrs. 86/4 van 9 maart 1999 en 91/2 van 27 mei |
1999 waarin de conclusies van de onderhandelingen binnen het | 1999 waarin de conclusies van de onderhandelingen binnen het |
Sectorcomité I worden vermeld; | Sectorcomité I worden vermeld; |
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling gemotiveerd door, enerzijds, | Gelet op het verzoek om spoedbehandeling gemotiveerd door, enerzijds, |
de wet tot oprichting van de Belgische Technische Coöperatie die aan | de wet tot oprichting van de Belgische Technische Coöperatie die aan |
deze exclusief de uitvoering van bepaalde taken van openbare dienst op | deze exclusief de uitvoering van bepaalde taken van openbare dienst op |
het vlak van de directe bilaterale samenwerking toekent en, | het vlak van de directe bilaterale samenwerking toekent en, |
anderzijds, de Algemene Samenwerkingsakkoorden en de Bijzondere | anderzijds, de Algemene Samenwerkingsakkoorden en de Bijzondere |
Vergelijken tussen de Belgische Staat en de partnerlanden, partners | Vergelijken tussen de Belgische Staat en de partnerlanden, partners |
van Belgische Directe Bilaterale Samenwerking, die bepalen dat de | van Belgische Directe Bilaterale Samenwerking, die bepalen dat de |
uitvoering van deze taken wordt toevertrouwd aan het Algemeen Bestuur | uitvoering van deze taken wordt toevertrouwd aan het Algemeen Bestuur |
van de Ontwikkelingssamenwerking, en dat het dus past dat deze | van de Ontwikkelingssamenwerking, en dat het dus past dat deze |
partnerlanden binnen de kortst mogelijke termijn op de hoogte kunnen | partnerlanden binnen de kortst mogelijke termijn op de hoogte kunnen |
worden gebracht van de modaliteiten dewelke de continuïteit van de | worden gebracht van de modaliteiten dewelke de continuïteit van de |
verwezenlijking van de prestaties inzake de ontwikkelingssamenwerking | verwezenlijking van de prestaties inzake de ontwikkelingssamenwerking |
dienen te garanderen, alsmede de omstandigheid dat elk verder uitstel | dienen te garanderen, alsmede de omstandigheid dat elk verder uitstel |
met betrekking tot de tenuitvoerlegging van de wetten en besluiten tot | met betrekking tot de tenuitvoerlegging van de wetten en besluiten tot |
herinrichting van de Belgische Internationale Samenwerking middels, | herinrichting van de Belgische Internationale Samenwerking middels, |
aanleiding kan geven tot verwarring bij de partners van de Belgische | aanleiding kan geven tot verwarring bij de partners van de Belgische |
Internationale Samenwerking; | Internationale Samenwerking; |
Gelet op het advies van de Raad van State gegeven op 26 maart 1999,met | Gelet op het advies van de Raad van State gegeven op 26 maart 1999,met |
toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde | toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde |
wetten op de Raad van State; | wetten op de Raad van State; |
Op de voordracht van Onze Minister van Buitenlandse Zaken, Onze | Op de voordracht van Onze Minister van Buitenlandse Zaken, Onze |
Minister belast met Buitenlandse Handel en Onze Staatssecretaris voor | Minister belast met Buitenlandse Handel en Onze Staatssecretaris voor |
Ontwikkelingssamenwerking; | Ontwikkelingssamenwerking; |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse |
Artikel 1.Het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse |
Handel en Ontwikkelingssamenwerking wordt voortaan genoemd « | Handel en Ontwikkelingssamenwerking wordt voortaan genoemd « |
Ministerie van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en | Ministerie van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en |
Internationale Samenwerking ». | Internationale Samenwerking ». |
Art. 2.Het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en |
Art. 2.Het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en |
Internationale Samenwerking omvat het hoofdbestuur en de diplomatieke | Internationale Samenwerking omvat het hoofdbestuur en de diplomatieke |
zendingen en consulaire posten. | zendingen en consulaire posten. |
TITEL I. - Inrichting, | TITEL I. - Inrichting, |
bevoegheid en werking van de diensten van het hoofdbestuur | bevoegheid en werking van de diensten van het hoofdbestuur |
Art. 3.Het hoofdbestuur bestaat uit : |
Art. 3.Het hoofdbestuur bestaat uit : |
1° het Secretariaat-generaal; | 1° het Secretariaat-generaal; |
2° de Directie-generaal Administratie; | 2° de Directie-generaal Administratie; |
3° de Directie-generaal van de Bilaterale Betrekkingen en de | 3° de Directie-generaal van de Bilaterale Betrekkingen en de |
Internationale Economische Aangelegenheden; | Internationale Economische Aangelegenheden; |
4° de Directie-generaal Consulaire Zaken; | 4° de Directie-generaal Consulaire Zaken; |
5° de Directie-generaal Juridische Zaken; | 5° de Directie-generaal Juridische Zaken; |
6° de Directie-generaal van de Multilaterale Politieke Betrekkingen en | 6° de Directie-generaal van de Multilaterale Politieke Betrekkingen en |
Thematische Aangelegenheden; | Thematische Aangelegenheden; |
7° de Directie-generaal Internationale Samenwerking. | 7° de Directie-generaal Internationale Samenwerking. |
Art. 4.De Minister van Buitenlandse Zaken bepaalt de structuur van |
Art. 4.De Minister van Buitenlandse Zaken bepaalt de structuur van |
het Secretariaat-generaal en van elke directie-generaal. | het Secretariaat-generaal en van elke directie-generaal. |
Hij doet dit in overleg met de Minister tot wiens bevoegdheid de | Hij doet dit in overleg met de Minister tot wiens bevoegdheid de |
Buitenlandse Handel behoort voor de Directie-generaal van de | Buitenlandse Handel behoort voor de Directie-generaal van de |
Bilaterale Betrekkingen en de Internationale Economische | Bilaterale Betrekkingen en de Internationale Economische |
Aangelegenheden en in overleg met de Minister tot wiens bevoegdheid de | Aangelegenheden en in overleg met de Minister tot wiens bevoegdheid de |
Internationale Samenwerking behoort voor de Directie-generaal | Internationale Samenwerking behoort voor de Directie-generaal |
Internationale Samenwerking. | Internationale Samenwerking. |
Art. 5.De Secretaris-generaal is het hiërarchisch hoofd van al de |
Art. 5.De Secretaris-generaal is het hiërarchisch hoofd van al de |
personeelsleden van het departement. Hij oefent de functies uit die | personeelsleden van het departement. Hij oefent de functies uit die |
hem door de reglementaire bepalingen zijn toegekend, inzonderheid door | hem door de reglementaire bepalingen zijn toegekend, inzonderheid door |
het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het | het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het |
Rijkspersoneel en door het koninklijk besluit van 6 september 1993 | Rijkspersoneel en door het koninklijk besluit van 6 september 1993 |
betreffende de bevoegdheden van de ambtenaren-generaal van de | betreffende de bevoegdheden van de ambtenaren-generaal van de |
ministeries. | ministeries. |
De Secretaris-generaal mag al de door het departement behandelde zaken | De Secretaris-generaal mag al de door het departement behandelde zaken |
aan zich trekken. Hij licht tegelijkertijd de bevoegde Minister | aan zich trekken. Hij licht tegelijkertijd de bevoegde Minister |
hierover in. Hij behandelt de zaken die hem speciaal door de Minister | hierover in. Hij behandelt de zaken die hem speciaal door de Minister |
toevertrouwd zijn. | toevertrouwd zijn. |
Hij beslecht de bevoegdheidsgeschillen tussen de Directies-generaal. | Hij beslecht de bevoegdheidsgeschillen tussen de Directies-generaal. |
Ingeval de Minister afwezig of verhinderd is mag de | Ingeval de Minister afwezig of verhinderd is mag de |
Secretaris-generaal voor de Minister al de stukken ondertekenen met | Secretaris-generaal voor de Minister al de stukken ondertekenen met |
uitzondering van die waarvoor de medeondertekening van de Minister | uitzondering van die waarvoor de medeondertekening van de Minister |
vereist is. Hij neemt de beslissingen waarvoor de Minister hem | vereist is. Hij neemt de beslissingen waarvoor de Minister hem |
volmacht heeft gegeven. | volmacht heeft gegeven. |
Art. 6.De Directeurs-generaal oefenen de bevoegdheden en |
Art. 6.De Directeurs-generaal oefenen de bevoegdheden en |
verantwoordelijkheden uit die het bovenvermeld koninklijk besluit van | verantwoordelijkheden uit die het bovenvermeld koninklijk besluit van |
6 september 1993 hen toekent. Zij mogen al de door hun | 6 september 1993 hen toekent. Zij mogen al de door hun |
Directie-generaal behandelde zaken aan zich trekken. Zij beslechten de | Directie-generaal behandelde zaken aan zich trekken. Zij beslechten de |
bevoegdheidsgeschillen binnen hun Directie-generaal. | bevoegdheidsgeschillen binnen hun Directie-generaal. |
Art. 7.§ 1. Tot de bevoegdheid van het Secretariaat-generaal behoren |
Art. 7.§ 1. Tot de bevoegdheid van het Secretariaat-generaal behoren |
de betrekkingen met de Gemeenschappen en de Gewesten, het | de betrekkingen met de Gemeenschappen en de Gewesten, het |
crisiscentrum, de interne controle van het hoofdbestuur en de | crisiscentrum, de interne controle van het hoofdbestuur en de |
inspectie van de diplomatieke en consulaire posten, de persdienst, | inspectie van de diplomatieke en consulaire posten, de persdienst, |
relaties met het publiek en de evaluatiedienst voor alle Belgische | relaties met het publiek en de evaluatiedienst voor alle Belgische |
Officiële Ontwikkelingshulp (ODA) aanrekenbare uitgaven. | Officiële Ontwikkelingshulp (ODA) aanrekenbare uitgaven. |
§ 2. Tot de bevoegdheid van de Directie-generaal Administratie behoren | § 2. Tot de bevoegdheid van de Directie-generaal Administratie behoren |
alle aangelegen-heden betreffende personeel, vorming en onthaal, | alle aangelegen-heden betreffende personeel, vorming en onthaal, |
veiligheid, medisch centrum, sociale dienst, overzeese sociale | veiligheid, medisch centrum, sociale dienst, overzeese sociale |
zekerheid, begroting en boekhouding, betalingen aan derden in het | zekerheid, begroting en boekhouding, betalingen aan derden in het |
kader van de internationale samenwerking, logistiek, communicatie en | kader van de internationale samenwerking, logistiek, communicatie en |
documentatie, bibliotheek, archief en geschiedkundige dienst, | documentatie, bibliotheek, archief en geschiedkundige dienst, |
vertaaldienst, informatica en telecommunicatie, protocol, ridderorden | vertaaldienst, informatica en telecommunicatie, protocol, ridderorden |
en de adel. | en de adel. |
§ 3. Tot de bevoegdheid van de Directie-generaal van de Bilaterale | § 3. Tot de bevoegdheid van de Directie-generaal van de Bilaterale |
Betrekkingen en Internationale Economische Aangelegenheden behoren de | Betrekkingen en Internationale Economische Aangelegenheden behoren de |
aangelegenheden die betrekking hebben op het buitenlands beleid op het | aangelegenheden die betrekking hebben op het buitenlands beleid op het |
vlak van economie, handel en financiën en de bilaterale betrekkingen | vlak van economie, handel en financiën en de bilaterale betrekkingen |
van België uitgezonderd de politieke betrekkingen zowel bilateraal als | van België uitgezonderd de politieke betrekkingen zowel bilateraal als |
multilateraal met betrekking tot de Democratische Republiek Congo, | multilateraal met betrekking tot de Democratische Republiek Congo, |
Burundi en Rwanda. | Burundi en Rwanda. |
§ 4. Tot de bevoegdheid van de Directie-generaal Consulaire zaken | § 4. Tot de bevoegdheid van de Directie-generaal Consulaire zaken |
behoren met uitsluiting van economische en handelsbelangen, de | behoren met uitsluiting van economische en handelsbelangen, de |
aangelegenheden betreffende de bijstand zowel noodhulp als | aangelegenheden betreffende de bijstand zowel noodhulp als |
administratieve en consulaire bijstand aan Belgen in het buitenland en | administratieve en consulaire bijstand aan Belgen in het buitenland en |
aan burgers van de Europese Unie buiten deze Unie, het statuut van | aan burgers van de Europese Unie buiten deze Unie, het statuut van |
personen en goederen van Belgen en gelijkgestelden in het buitenland, | personen en goederen van Belgen en gelijkgestelden in het buitenland, |
het verkeer en de vestiging van personen over de grenzen heen, de | het verkeer en de vestiging van personen over de grenzen heen, de |
consulaire en rechterlijke internationale samenwerking, zowel | consulaire en rechterlijke internationale samenwerking, zowel |
bilateraal als multilateraal. | bilateraal als multilateraal. |
§ 5. Tot de bevoegdheid van de Directie-generaal Juridische Zaken | § 5. Tot de bevoegdheid van de Directie-generaal Juridische Zaken |
behoren het verstrekken van advies over de rechtsvragen gesteld door | behoren het verstrekken van advies over de rechtsvragen gesteld door |
de Minister of een dienst van het departement inzake nationaal en | de Minister of een dienst van het departement inzake nationaal en |
internationaal recht, het verdedigen van de belangen van het | internationaal recht, het verdedigen van de belangen van het |
departement voor de nationale hoven, rechtbanken en de Raad van State, | departement voor de nationale hoven, rechtbanken en de Raad van State, |
evenals het verdedigen van de belangen van de Belgische Staat voor de | evenals het verdedigen van de belangen van de Belgische Staat voor de |
internationale hoven en rechtbanken en het behandelen van alle | internationale hoven en rechtbanken en het behandelen van alle |
vraagstukken inzake internationaal publiekrecht en verdragsrecht en | vraagstukken inzake internationaal publiekrecht en verdragsrecht en |
het verstrekken van advies bij het opstellen en wijzingen van algemene | het verstrekken van advies bij het opstellen en wijzingen van algemene |
en bijzondere overeenkomsten met partnerlanden en van overeenkomsten | en bijzondere overeenkomsten met partnerlanden en van overeenkomsten |
met derden die belast worden met de uitvoering van de internationale | met derden die belast worden met de uitvoering van de internationale |
samenwerking. | samenwerking. |
§ 6. Tot de bevoegdheid van de Directie-generaal van de Multilaterale | § 6. Tot de bevoegdheid van de Directie-generaal van de Multilaterale |
Politieke Betrekkingen en Thematische Aangelegenheden behoren de | Politieke Betrekkingen en Thematische Aangelegenheden behoren de |
kwesties die betrekking hebben op de multilaterale buitenlandse | kwesties die betrekking hebben op de multilaterale buitenlandse |
politiek van België, het veiligheidsbeleid, het europees beleid, het | politiek van België, het veiligheidsbeleid, het europees beleid, het |
Afrikabeleid met uitzondering van de materies vermeld onder § 3, de | Afrikabeleid met uitzondering van de materies vermeld onder § 3, de |
nucleaire en wetenschappelijke vraagstukken, de bescherming van de | nucleaire en wetenschappelijke vraagstukken, de bescherming van de |
mensenrechten en de wapenbeheersing alsook de problematiek betreffende | mensenrechten en de wapenbeheersing alsook de problematiek betreffende |
het leefmilieu. | het leefmilieu. |
§ 7. Tot de bevoegdheid van de Directie-generaal Internationale | § 7. Tot de bevoegdheid van de Directie-generaal Internationale |
Samenwerking behoren de werking van alle beleidsinstrumenten voor de | Samenwerking behoren de werking van alle beleidsinstrumenten voor de |
internationale samenwerking, de coördinatie in het Ministerie inzake | internationale samenwerking, de coördinatie in het Ministerie inzake |
onderwerpen, thema's, projecten en programma's die de internationale | onderwerpen, thema's, projecten en programma's die de internationale |
samenwerking betreffen, het beheer van de nood- en rehabilitatiehulp, | samenwerking betreffen, het beheer van de nood- en rehabilitatiehulp, |
de samenwerking met indirecte actoren, het beheer, in coördinatie met | de samenwerking met indirecte actoren, het beheer, in coördinatie met |
andere betrokken diensten van het Ministerie, van de internationale | andere betrokken diensten van het Ministerie, van de internationale |
samenwerking via de Europese Unie en via de organisaties van de | samenwerking via de Europese Unie en via de organisaties van de |
Verenigde Naties, alsmede de informatie, de sensibilisering en de | Verenigde Naties, alsmede de informatie, de sensibilisering en de |
educatie inzake internationale samenwerking. | educatie inzake internationale samenwerking. |
Art. 8.De directie- en diensthoofden staan in voor de goede werking |
Art. 8.De directie- en diensthoofden staan in voor de goede werking |
van hun dienst. Te dien einde, zorgen zij voor de tenuitvoerlegging | van hun dienst. Te dien einde, zorgen zij voor de tenuitvoerlegging |
van de algemene en particuliere onderrichtingen, verdelen zij de taken | van de algemene en particuliere onderrichtingen, verdelen zij de taken |
onder hun medewerkers, houden zij persoonlijk toezicht op hun | onder hun medewerkers, houden zij persoonlijk toezicht op hun |
activiteit en hun rendement. | activiteit en hun rendement. |
Art. 9.De Minister kan aan de Secretaris-generaal, de |
Art. 9.De Minister kan aan de Secretaris-generaal, de |
Directeurs-generaal en andere ambtenaren, een deel van zijn | Directeurs-generaal en andere ambtenaren, een deel van zijn |
bevoegdheid overdragen en in dit verband de ondertekening van bepaalde | bevoegdheid overdragen en in dit verband de ondertekening van bepaalde |
stukken. | stukken. |
Art. 10.De hiërarchische rang volgt de orde zoals vermeld in de bij |
Art. 10.De hiërarchische rang volgt de orde zoals vermeld in de bij |
dit besluit gevoegde tabel en rekening houdend met de gelijkgestelde | dit besluit gevoegde tabel en rekening houdend met de gelijkgestelde |
functies die er in voorkomen. | functies die er in voorkomen. |
Bij gelijkwaardigheid van functies, hebben de ambtenaren in dienst bij | Bij gelijkwaardigheid van functies, hebben de ambtenaren in dienst bij |
het Hoofdbestuur de voorrang boven de ambtenaren in de buitenlandse | het Hoofdbestuur de voorrang boven de ambtenaren in de buitenlandse |
posten. De ambtenaren die officiële functies in een vreemd land | posten. De ambtenaren die officiële functies in een vreemd land |
uitoefenen hebben echter op het grondgebied van dit land de voorrang | uitoefenen hebben echter op het grondgebied van dit land de voorrang |
boven andere ambtenaren met dezelfde rang. | boven andere ambtenaren met dezelfde rang. |
Bij gelijkwaardigheid van functies, wordt de hiërarchische rang | Bij gelijkwaardigheid van functies, wordt de hiërarchische rang |
bepaald door de klasse of de graad, en indien de ambtenaren tot | bepaald door de klasse of de graad, en indien de ambtenaren tot |
dezelfde klasse behoren of dezelfde graad bezitten, door de rangorde, | dezelfde klasse behoren of dezelfde graad bezitten, door de rangorde, |
of bij gebrek aan rangorde door anciënniteit in graad. | of bij gebrek aan rangorde door anciënniteit in graad. |
Protocollair neemt de kabinetschef rang in onmiddellijk na de | Protocollair neemt de kabinetschef rang in onmiddellijk na de |
Directeurs-generaal. Voor het overige worden de protocollaire voorrang | Directeurs-generaal. Voor het overige worden de protocollaire voorrang |
en de orde voor een tijdelijke plaatsvervanging bepaald op grond van | en de orde voor een tijdelijke plaatsvervanging bepaald op grond van |
bedoelde hiërarchische rang. Deze rang is zonder uitwerking op de | bedoelde hiërarchische rang. Deze rang is zonder uitwerking op de |
bevorderingen. | bevorderingen. |
Art. 11.Ingeval een leidend ambtenaar tijdelijk moet worden |
Art. 11.Ingeval een leidend ambtenaar tijdelijk moet worden |
vervangen, worden de hem toegewezen functies van rechtswege | vervangen, worden de hem toegewezen functies van rechtswege |
waargenomen door een ambtenaar van de lagere administratieve rang in | waargenomen door een ambtenaar van de lagere administratieve rang in |
de orde van het bepaalde in artikel 10, tenzij de Minister anders | de orde van het bepaalde in artikel 10, tenzij de Minister anders |
beslist. | beslist. |
TITEL II. - Inrichting, | TITEL II. - Inrichting, |
bevoegdheid en werking van de diplomatieke zendingen en consulaire | bevoegdheid en werking van de diplomatieke zendingen en consulaire |
posten | posten |
Art. 12.De diplomatieke zendingen en consulaire posten worden |
Art. 12.De diplomatieke zendingen en consulaire posten worden |
ingedeeld in : | ingedeeld in : |
1. diplomatieke zendingen : ambassades, gezantschappen en permanente | 1. diplomatieke zendingen : ambassades, gezantschappen en permanente |
vertegenwoordigingen; | vertegenwoordigingen; |
2. consulaire posten : consulaten-generaal, consulaten, | 2. consulaire posten : consulaten-generaal, consulaten, |
vice-consulaten. | vice-consulaten. |
Art. 13.Onverminderd artikel 23, eerste lid, voert het hoofd van een |
Art. 13.Onverminderd artikel 23, eerste lid, voert het hoofd van een |
diplomatieke zending het gezag over zijn zending en de consulaire | diplomatieke zending het gezag over zijn zending en de consulaire |
posten binnen zijn rechtsgebied. Hij is belast met de algemene leiding | posten binnen zijn rechtsgebied. Hij is belast met de algemene leiding |
en coördinatie. | en coördinatie. |
Hij heeft het recht op informatie en op evocatie voor alle dossiers. | Hij heeft het recht op informatie en op evocatie voor alle dossiers. |
In gevallen van hoogdringendheid of absolute noodzaak heeft hij ook | In gevallen van hoogdringendheid of absolute noodzaak heeft hij ook |
het recht om schriftelijke instructies te geven. | het recht om schriftelijke instructies te geven. |
Wanneer hij zijn evocatierecht en zijn recht om schriftelijke | Wanneer hij zijn evocatierecht en zijn recht om schriftelijke |
instructies uitoefent, licht hij tegelijkertijd de bevoegde Minister | instructies uitoefent, licht hij tegelijkertijd de bevoegde Minister |
in. | in. |
Voor materies die tot de bevoegdheden van de Minister van Buitenlandse | Voor materies die tot de bevoegdheden van de Minister van Buitenlandse |
Zaken behoren kan hij alle instructies geven die hij nuttig acht of de | Zaken behoren kan hij alle instructies geven die hij nuttig acht of de |
alzo geëvoceerde dossiers zelf behandelen onder zijn volledige | alzo geëvoceerde dossiers zelf behandelen onder zijn volledige |
verantwoordelijkheid. | verantwoordelijkheid. |
Art. 14.De voorschriften betreffende het materieel, het archief en de |
Art. 14.De voorschriften betreffende het materieel, het archief en de |
briefwisseling van de diplomatieke en consulaire posten evenals van de | briefwisseling van de diplomatieke en consulaire posten evenals van de |
bijzondere zendingen maken het voorwerp uit van een besluit van de | bijzondere zendingen maken het voorwerp uit van een besluit van de |
Minister van Buitenlandse Zaken. | Minister van Buitenlandse Zaken. |
Sectie 1. - Diplomatieke zendingen | Sectie 1. - Diplomatieke zendingen |
Art. 15.De diplomatieke zendingen kunnen worden samengesteld uit |
Art. 15.De diplomatieke zendingen kunnen worden samengesteld uit |
ambtenaren die worden aangewezen voor de volgende ambten : hoofd van | ambtenaren die worden aangewezen voor de volgende ambten : hoofd van |
de zending, minister-raad, minister-raad voor internationale | de zending, minister-raad, minister-raad voor internationale |
samenwerking, raad, raad voor internationale samenwerking, eerste | samenwerking, raad, raad voor internationale samenwerking, eerste |
secretaris, eerste secretaris voor internationale samenwerking, | secretaris, eerste secretaris voor internationale samenwerking, |
secretaris, secretaris voor internationale samenwerking, attaché, | secretaris, secretaris voor internationale samenwerking, attaché, |
attaché voor internationale samenwerking. | attaché voor internationale samenwerking. |
Met het oog op het uitoefenen door diplomatieke zendingen van | Met het oog op het uitoefenen door diplomatieke zendingen van |
consulaire functies kunnen bij deze zendingen consulaire posten worden | consulaire functies kunnen bij deze zendingen consulaire posten worden |
opgericht. Bij deze posten kunnen ambtenaren van de canselarijcarrière | opgericht. Bij deze posten kunnen ambtenaren van de canselarijcarrière |
worden aangewezen voor de volgende ambten : hoofd van de consulaire | worden aangewezen voor de volgende ambten : hoofd van de consulaire |
post, consul, adjunct-consul, vice-consul. | post, consul, adjunct-consul, vice-consul. |
Art. 16.Onverminderd de bevoegdheid van de Gewesten terzake en de |
Art. 16.Onverminderd de bevoegdheid van de Gewesten terzake en de |
bepalingen van het « Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, | bepalingen van het « Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, |
het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk | het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk |
Gewest betreffende de gewestelijke economische en handelsattachés en | Gewest betreffende de gewestelijke economische en handelsattachés en |
de modaliteiten op het vlak van de handelspromotie » van 17 juni 1994 | de modaliteiten op het vlak van de handelspromotie » van 17 juni 1994 |
kan de Minister van Buitenlandse Zaken één of meer van de ambtenaren | kan de Minister van Buitenlandse Zaken één of meer van de ambtenaren |
die aan een diplomatieke zending zijn toegevoegd aanstellen om, onder | die aan een diplomatieke zending zijn toegevoegd aanstellen om, onder |
de leiding en de verantwoordelijkheid van het posthoofd, de taken van | de leiding en de verantwoordelijkheid van het posthoofd, de taken van |
commerciële aard te vervullen. | commerciële aard te vervullen. |
Art. 17.De Minister van Buitenlandse Zaken kan, op voorstel van een |
Art. 17.De Minister van Buitenlandse Zaken kan, op voorstel van een |
ander Minister, aan de diplomatieke zendingen, ambtenaren toevoegen | ander Minister, aan de diplomatieke zendingen, ambtenaren toevoegen |
die belast zijn met bijzondere bevoegdheden onder meer op militair en | die belast zijn met bijzondere bevoegdheden onder meer op militair en |
landbouwkundig gebied. Deze ambtenaren dragen de titel die | landbouwkundig gebied. Deze ambtenaren dragen de titel die |
overeenstemt met de functies welke zij uitoefenen. | overeenstemt met de functies welke zij uitoefenen. |
Zij zijn aan de discipline van de zending en aan het gezag van het | Zij zijn aan de discipline van de zending en aan het gezag van het |
hoofd van de zending onderworpen. Zij mogen evenwel rechtstreeks in | hoofd van de zending onderworpen. Zij mogen evenwel rechtstreeks in |
briefwisseling staan met het hoofd van het Ministerie waarvan zij | briefwisseling staan met het hoofd van het Ministerie waarvan zij |
afhangen, mits het hoofd van de zending over heel hun | afhangen, mits het hoofd van de zending over heel hun |
beroepsbedrijvigheid en inzonderheid over heel hun | beroepsbedrijvigheid en inzonderheid over heel hun |
dienstcorrespondentie in te lichten. | dienstcorrespondentie in te lichten. |
Art. 18.De titel van ambassadeur kan bij koninklijk besluit toegekend |
Art. 18.De titel van ambassadeur kan bij koninklijk besluit toegekend |
worden aan de ambtenaar eerste of tweede administratieve klasse van de | worden aan de ambtenaar eerste of tweede administratieve klasse van de |
carrière Buitenlandse Dienst die met de leiding van een bijzondere | carrière Buitenlandse Dienst die met de leiding van een bijzondere |
zending belast wordt. | zending belast wordt. |
Wanneer personen die niet tot de loopbaan van de Buitenlandse Dienst | Wanneer personen die niet tot de loopbaan van de Buitenlandse Dienst |
behoren, door de Koning tot ambassadeur of buitengewoon gezant | behoren, door de Koning tot ambassadeur of buitengewoon gezant |
aangesteld worden of, in enige andere hoedanigheid, met een bijzondere | aangesteld worden of, in enige andere hoedanigheid, met een bijzondere |
zending in het buitenland belast worden, zullen de individuele | zending in het buitenland belast worden, zullen de individuele |
benoemingsbesluiten bepalen met welke titels zij tijdens de duur van | benoemingsbesluiten bepalen met welke titels zij tijdens de duur van |
hun zending zullen bekleed worden. | hun zending zullen bekleed worden. |
Art. 19.Tenzij door de Minister van Buitenlandse Zaken anders wordt |
Art. 19.Tenzij door de Minister van Buitenlandse Zaken anders wordt |
beslist, wordt de functie van tijdelijk zaakgelastigde uitgeoefend | beslist, wordt de functie van tijdelijk zaakgelastigde uitgeoefend |
door de ambtenaar die de hoogste graad heeft, ongeacht de carrière | door de ambtenaar die de hoogste graad heeft, ongeacht de carrière |
waartoe hij behoort; bij gelijkheid van graad door de ambtenaar met de | waartoe hij behoort; bij gelijkheid van graad door de ambtenaar met de |
grootste graadanciënniteit; bij gelijke graadanciënniteit door de | grootste graadanciënniteit; bij gelijke graadanciënniteit door de |
ambtenaar die het langst werkzaam is bij de zending. | ambtenaar die het langst werkzaam is bij de zending. |
De graden van respectievelijk de carrière Buitenlandse Dienst, de | De graden van respectievelijk de carrière Buitenlandse Dienst, de |
Kanselarijcarrière en de carrière van de Attachés voor Internationale | Kanselarijcarrière en de carrière van de Attachés voor Internationale |
Samenwerking worden onderling vergeleken aan de hand van de bij dit | Samenwerking worden onderling vergeleken aan de hand van de bij dit |
besluit gevoegde tabel. | besluit gevoegde tabel. |
Bij zendingen waar een Minister-Raad van de carrière Buitenlandse | Bij zendingen waar een Minister-Raad van de carrière Buitenlandse |
Dienst is aangesteld, wordt de functie van tijdelijk zaakgelastigde | Dienst is aangesteld, wordt de functie van tijdelijk zaakgelastigde |
door deze ambtenaar uitgeoefend. In geval er twee Minister-Raden van | door deze ambtenaar uitgeoefend. In geval er twee Minister-Raden van |
de carrière Buitenlandse Dienst zijn, gelden de voorrangsregels | de carrière Buitenlandse Dienst zijn, gelden de voorrangsregels |
bepaald in het eerste lid. | bepaald in het eerste lid. |
Art. 20.De Minister van Buitenlandse Zaken kan, op verzoek van de |
Art. 20.De Minister van Buitenlandse Zaken kan, op verzoek van de |
Regering van een Derde Staat, een Belgisch ambtenaar van de carrière | Regering van een Derde Staat, een Belgisch ambtenaar van de carrière |
Buitenlandse Dienst of van de Kanselarijcarrière belasten met het | Buitenlandse Dienst of van de Kanselarijcarrière belasten met het |
beheer van een diplomatieke of consulaire zending van deze Staat. | beheer van een diplomatieke of consulaire zending van deze Staat. |
Hij kan een van onze ambtenaren van de carrière Buitenlandse Dienst of | Hij kan een van onze ambtenaren van de carrière Buitenlandse Dienst of |
van de Kanselarijcarrière in een vreemd land belasten met de | van de Kanselarijcarrière in een vreemd land belasten met de |
vertegenwoordiging van de belangen van een derde Staat, indien deze | vertegenwoordiging van de belangen van een derde Staat, indien deze |
geen geaccrediteerde zending in dat land heeft. | geen geaccrediteerde zending in dat land heeft. |
Hij kan aan een Derde Staat vragen te zorgen voor de | Hij kan aan een Derde Staat vragen te zorgen voor de |
vertegenwoordiging van onze belangen of voor het beheer van een onze | vertegenwoordiging van onze belangen of voor het beheer van een onze |
diplomatieke of consulaire posten. |
diplomatieke of consulaire posten. |
Sectie 2. - De consulaire posten | Sectie 2. - De consulaire posten |
Art. 21.De consulaire posten kunnen worden samengesteld uit |
Art. 21.De consulaire posten kunnen worden samengesteld uit |
ambtenaren die worden aangewezen voor de volgende ambten : hoofd van | ambtenaren die worden aangewezen voor de volgende ambten : hoofd van |
de consulaire post, consul, adjunct-consul, vice-consul. | de consulaire post, consul, adjunct-consul, vice-consul. |
Art. 22.De besluiten tot benoeming van de hoofden der consulaire |
Art. 22.De besluiten tot benoeming van de hoofden der consulaire |
posten bepalen de uitgestrektheid van hun rechtsgebied. | posten bepalen de uitgestrektheid van hun rechtsgebied. |
Het grondgebied van de vreemde Staat moet in zijn geheel binnen het | Het grondgebied van de vreemde Staat moet in zijn geheel binnen het |
consulaire rechtsgebied van beroepsambtenaren liggen, hetzij binnen | consulaire rechtsgebied van beroepsambtenaren liggen, hetzij binnen |
dat van het hoofd der diplomatieke zending, hetzij binnen dat van de | dat van het hoofd der diplomatieke zending, hetzij binnen dat van de |
consuls-generaal of van de consuls. | consuls-generaal of van de consuls. |
Art. 23.Alle in een vreemde Staat gevestigde consulaire posten staan |
Art. 23.Alle in een vreemde Staat gevestigde consulaire posten staan |
onder het gezag van het bij deze Staat geaccrediteerde hoofd van de | onder het gezag van het bij deze Staat geaccrediteerde hoofd van de |
diplomatieke zending. | diplomatieke zending. |
De ereconsulaten gevestigd in het rechtsgebied van een beroepsconsul | De ereconsulaten gevestigd in het rechtsgebied van een beroepsconsul |
staan onder diens gezag. | staan onder diens gezag. |
Het hoofd van de diplomatieke zending of, indien deze er niet is, de | Het hoofd van de diplomatieke zending of, indien deze er niet is, de |
beroepsconsul, kan om gewichtige redenen, elke onder zijn gezag | beroepsconsul, kan om gewichtige redenen, elke onder zijn gezag |
staande ere-ambtenaar in de uitoefening van zijn ambt voorlopig | staande ere-ambtenaar in de uitoefening van zijn ambt voorlopig |
schorsen, na hem vooraf gehoord te hebben. | schorsen, na hem vooraf gehoord te hebben. |
Art. 24.De beroepsambtenaar controleert en leidt de werkzaamheden van |
Art. 24.De beroepsambtenaar controleert en leidt de werkzaamheden van |
de ereconsuls die in zijn rechtsgebied gevestigd zijn : deze moeten de | de ereconsuls die in zijn rechtsgebied gevestigd zijn : deze moeten de |
door hem gevraagde inlichtingen overmaken en zijn onderrichtingen | door hem gevraagde inlichtingen overmaken en zijn onderrichtingen |
uitvoeren. | uitvoeren. |
Art. 25.De beroepsambtenaar van het consulaire corps kan binnen de |
Art. 25.De beroepsambtenaar van het consulaire corps kan binnen de |
grenzen van zijn rechtsgebied alle consulaire functies uitoefenen, | grenzen van zijn rechtsgebied alle consulaire functies uitoefenen, |
zelfs indien dit gebied door de rechtstreekse jurisdictie van | zelfs indien dit gebied door de rechtstreekse jurisdictie van |
ereconsuls gedekt is. | ereconsuls gedekt is. |
Art. 26.De hoofden der consulaire posten zorgen voor de bescherming |
Art. 26.De hoofden der consulaire posten zorgen voor de bescherming |
van de tot hun rechtsgebied behorende Belgische personen en belangen. | van de tot hun rechtsgebied behorende Belgische personen en belangen. |
Zij houden de Minister van Buitenlandse Zaken op de hoogte van alles | Zij houden de Minister van Buitenlandse Zaken op de hoogte van alles |
wat betrekking heeft op de werking van de post en op de belangen van | wat betrekking heeft op de werking van de post en op de belangen van |
de Belgische handel, scheepvaart en nijverheid, alsmede van de | de Belgische handel, scheepvaart en nijverheid, alsmede van de |
maatregelen die het persoonlijk statuut en het regime der goederen van | maatregelen die het persoonlijk statuut en het regime der goederen van |
de Belgen in hun rechtsgebied zouden kunnen beïnvloeden. | de Belgen in hun rechtsgebied zouden kunnen beïnvloeden. |
De vice-consuls hebben dezelfde bevoegdheid als de consuls, indien ze | De vice-consuls hebben dezelfde bevoegdheid als de consuls, indien ze |
hun standplaats in een verschillende lokaliteit hebben. Indien de | hun standplaats in een verschillende lokaliteit hebben. Indien de |
standplaats gemeenschappelijk is, vervult de vice-consul de functies | standplaats gemeenschappelijk is, vervult de vice-consul de functies |
welke de consul hem opdraagt. | welke de consul hem opdraagt. |
Art. 27.Wanneer het hoofd van een consulaire beroepspost afwezig of |
Art. 27.Wanneer het hoofd van een consulaire beroepspost afwezig of |
verhinderd is, wordt het beheer van het consulaat overeenkomstig | verhinderd is, wordt het beheer van het consulaat overeenkomstig |
artikel 19, eerste lid, waargenomen. | artikel 19, eerste lid, waargenomen. |
Art. 28.De ereconsuls worden bij voorkeur gekozen onder de Belgen die |
Art. 28.De ereconsuls worden bij voorkeur gekozen onder de Belgen die |
ter plaatse van het Consulaat gevestigd zijn en die er een belangrijke | ter plaatse van het Consulaat gevestigd zijn en die er een belangrijke |
sociale rang bekleden. Bij ontstentenis van geschikte Belgen, kunnen | sociale rang bekleden. Bij ontstentenis van geschikte Belgen, kunnen |
vreemdelingen tot ereconsuls worden benoemd. | vreemdelingen tot ereconsuls worden benoemd. |
Personen die krachtens voornoemde criteria gekozen worden kunnen aan | Personen die krachtens voornoemde criteria gekozen worden kunnen aan |
de ereconsuls als ere-vice-consuls toegevoegd worden. De betrokkenen | de ereconsuls als ere-vice-consuls toegevoegd worden. De betrokkenen |
worden bij koninklijk besluit benoemd. | worden bij koninklijk besluit benoemd. |
De persoonlijke titel van consul-generaal kan bij koninklijk besluit | De persoonlijke titel van consul-generaal kan bij koninklijk besluit |
verleend worden aan de ereconsuls die buitengewone diensten hebben | verleend worden aan de ereconsuls die buitengewone diensten hebben |
bewezen. | bewezen. |
De consulaire agenten worden benoemd door de consuls en door de | De consulaire agenten worden benoemd door de consuls en door de |
vice-consuls die posthoofd zijn; vooraf moet langs hiërarchische weg, | vice-consuls die posthoofd zijn; vooraf moet langs hiërarchische weg, |
de toelating van de Minister van Buitenlandse Zaken gevraagd en | de toelating van de Minister van Buitenlandse Zaken gevraagd en |
bekomen worden. | bekomen worden. |
Alvorens in dienst te treden zal elke ere-consulaire ambtenaar, indien | Alvorens in dienst te treden zal elke ere-consulaire ambtenaar, indien |
hij Belg is, de eed afleggen voorgeschreven bij artikel 3 van de wet | hij Belg is, de eed afleggen voorgeschreven bij artikel 3 van de wet |
van 31 december 1851 betreffende de consuls en de consulaire | van 31 december 1851 betreffende de consuls en de consulaire |
rechtsmacht, of indien hij vreemdeling is, de eed voorgeschreven bij | rechtsmacht, of indien hij vreemdeling is, de eed voorgeschreven bij |
artikel 4 van gezegde wet. Deze eed zal eigenhandig door de ambtenaar | artikel 4 van gezegde wet. Deze eed zal eigenhandig door de ambtenaar |
worden neergeschreven, gedagtekend en ondertekend en onverwijld naar | worden neergeschreven, gedagtekend en ondertekend en onverwijld naar |
de Minister van Buitenlandse Zaken worden gezonden. | de Minister van Buitenlandse Zaken worden gezonden. |
De ereconsuls en ere-vice-consuls welke twintig jaren dienst tellen, | De ereconsuls en ere-vice-consuls welke twintig jaren dienst tellen, |
kunnen bij het besluit waardoor hun ontslag uit hun ambt wordt | kunnen bij het besluit waardoor hun ontslag uit hun ambt wordt |
verleend, gemachtigd worden de eretitel er van te behouden. | verleend, gemachtigd worden de eretitel er van te behouden. |
Art. 29.Geen enkel door de Koning benoemde ereconsul of |
Art. 29.Geen enkel door de Koning benoemde ereconsul of |
ere-vice-consul kan, zonder de uitdrukkelijke toelating van de Koning, | ere-vice-consul kan, zonder de uitdrukkelijke toelating van de Koning, |
het consulaat van een derde staat aanvaarden. De door de consul | het consulaat van een derde staat aanvaarden. De door de consul |
benoemde consulaire agenten, kunnen de titel van ambtenaar van een | benoemde consulaire agenten, kunnen de titel van ambtenaar van een |
andere Staat slechts aanvaarden indien het hiërarchisch hoofd waarvan | andere Staat slechts aanvaarden indien het hiërarchisch hoofd waarvan |
zij afhangen de toelating van de Minister van Buitenlandse Zaken voor | zij afhangen de toelating van de Minister van Buitenlandse Zaken voor |
hen bekomen heeft. | hen bekomen heeft. |
TITEL III. - Directieraden | TITEL III. - Directieraden |
Art. 30.§ 1. In het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse |
Art. 30.§ 1. In het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse |
Handel en Internationale Samenwerking zijn er twee directieraden. | Handel en Internationale Samenwerking zijn er twee directieraden. |
§ 2. Een van de raden oefent ten aanzien van de ambtenaren van de | § 2. Een van de raden oefent ten aanzien van de ambtenaren van de |
carrière Buitenlandse Dienst, de Kanselarijcarrière en de carrière van | carrière Buitenlandse Dienst, de Kanselarijcarrière en de carrière van |
de Attachés voor Internationale Samenwerking de ambtsbevoegdheden uit, | de Attachés voor Internationale Samenwerking de ambtsbevoegdheden uit, |
die hem zijn toegewezen in de hoofdstukken I, III en VI van het | die hem zijn toegewezen in de hoofdstukken I, III en VI van het |
koninklijk besluit van 25 april 1956 tot vaststelling van het statuut | koninklijk besluit van 25 april 1956 tot vaststelling van het statuut |
der personeelsleden van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en | der personeelsleden van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en |
Buitenlandse Handel. | Buitenlandse Handel. |
De Minister of de Secretaris-generaal verzoekt hem voorstellen te doen | De Minister of de Secretaris-generaal verzoekt hem voorstellen te doen |
inzake oprichting en afschaffing van posten in het buitenland en | inzake oprichting en afschaffing van posten in het buitenland en |
inzake toekenning aan de personeelsleden van de carrière Buitenlandse | inzake toekenning aan de personeelsleden van de carrière Buitenlandse |
Dienst, de Kanselarijcarrière en de carrière van de Attachés voor | Dienst, de Kanselarijcarrière en de carrière van de Attachés voor |
Internationale Samenwerking van openstaande betrekkingen bij het | Internationale Samenwerking van openstaande betrekkingen bij het |
Hoofdbestuur en bij de zendingen en posten in het buitenland. | Hoofdbestuur en bij de zendingen en posten in het buitenland. |
§ 3. De andere raad oefent ten aanzien van de ambtenaren van de | § 3. De andere raad oefent ten aanzien van de ambtenaren van de |
carrière hoofdbestuur de ambtsbevoegdheden uit, die hem zijn | carrière hoofdbestuur de ambtsbevoegdheden uit, die hem zijn |
toegewezen in het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende | toegewezen in het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende |
statuut van het Rijkspersoneel en het koninklijk besluit van 8 | statuut van het Rijkspersoneel en het koninklijk besluit van 8 |
augustus 1983 betreffende de uitoefening van een hoger ambt in de | augustus 1983 betreffende de uitoefening van een hoger ambt in de |
rijksbesturen. | rijksbesturen. |
§ 4. Wanneer het erom gaat, de ambten van rang 16, voorzien bij | § 4. Wanneer het erom gaat, de ambten van rang 16, voorzien bij |
artikel 34 § 4, die bij het hoofdbestuur vacant zijn toe te wijzen | artikel 34 § 4, die bij het hoofdbestuur vacant zijn toe te wijzen |
beraadslagen de twee directieraden afzonderlijk en leggen zij hun | beraadslagen de twee directieraden afzonderlijk en leggen zij hun |
voorstellen voor aan de Minister van Buitenlandse Zaken. | voorstellen voor aan de Minister van Buitenlandse Zaken. |
Art. 31.§ 1. De Directieraad die bevoegd is voor de ambtenaren van de |
Art. 31.§ 1. De Directieraad die bevoegd is voor de ambtenaren van de |
carrière Buitenlandse Dienst, de Kanselarijcarrière en de carrière van | carrière Buitenlandse Dienst, de Kanselarijcarrière en de carrière van |
de Attachés voor Internationale Samenwerking omvat : | de Attachés voor Internationale Samenwerking omvat : |
- de ambtenaren die in vast verband benoemd zijn tot het ambt van | - de ambtenaren die in vast verband benoemd zijn tot het ambt van |
Secretaris-generaal of Directeur-generaal, of die er werkelijk mee | Secretaris-generaal of Directeur-generaal, of die er werkelijk mee |
belast zijn of die als waarnemer zijn aangewezen om het uit te | belast zijn of die als waarnemer zijn aangewezen om het uit te |
oefenen; | oefenen; |
- een door de Minister tot wiens bevoegdheid de internationale | - een door de Minister tot wiens bevoegdheid de internationale |
samenwerking behoort aangewezen ambtenaar met een graad die ten minste | samenwerking behoort aangewezen ambtenaar met een graad die ten minste |
bij rang 15 van de carrière Hoofdbestuur is ingedeeld of die tenminste | bij rang 15 van de carrière Hoofdbestuur is ingedeeld of die tenminste |
tot de eerste administratieve klasse van de carrière van de Attachés | tot de eerste administratieve klasse van de carrière van de Attachés |
voor Internationale Samenwerking behoort. | voor Internationale Samenwerking behoort. |
Maken eveneens deel uit van de Directieraad maar met raadgevende stem | Maken eveneens deel uit van de Directieraad maar met raadgevende stem |
: | : |
- de chef van het buitenlands personeel; | - de chef van het buitenlands personeel; |
- een door de Minister van Buitenlandse Zaken aangewezen | - een door de Minister van Buitenlandse Zaken aangewezen |
postinspecteur met een graad die tenminste in rang 15 van de carrière | postinspecteur met een graad die tenminste in rang 15 van de carrière |
Hoofdbestuur is ingedeeld of die tenminste tot de tweede | Hoofdbestuur is ingedeeld of die tenminste tot de tweede |
administratieve klasse van de carrière Buitenlandse Dienst behoort. | administratieve klasse van de carrière Buitenlandse Dienst behoort. |
Behalve wanneer hun ambt door een waarnemer wordt uitgeoefend, worden | Behalve wanneer hun ambt door een waarnemer wordt uitgeoefend, worden |
de afwezige directeurs-generaal vervangen door hun plaatsvervangers, | de afwezige directeurs-generaal vervangen door hun plaatsvervangers, |
die door de Minister van Buitenlandse Zaken worden aangewezen; | die door de Minister van Buitenlandse Zaken worden aangewezen; |
uitgezonderd de plaatsvervanger van de directeur-generaal van | uitgezonderd de plaatsvervanger van de directeur-generaal van |
Internationale Samenwerking die door de Minister die de Internationale | Internationale Samenwerking die door de Minister die de Internationale |
samenwerking in zijn bevoegdheid heeft wordt aangewezen. | samenwerking in zijn bevoegdheid heeft wordt aangewezen. |
§ 2. Een ambtenaar van niveau 1 van de dienst van het buitenlands | § 2. Een ambtenaar van niveau 1 van de dienst van het buitenlands |
personeel wordt door de Raad aangewezen om het ambt van secretaris uit | personeel wordt door de Raad aangewezen om het ambt van secretaris uit |
te oefenen. | te oefenen. |
Art. 32.§ 1. De Directieraad die bevoegd is voor de ambtenaren van de |
Art. 32.§ 1. De Directieraad die bevoegd is voor de ambtenaren van de |
carrière Hoofdbestuur omvat : | carrière Hoofdbestuur omvat : |
- de ambtenaren die in vast verband benoemd zijn tot het ambt van | - de ambtenaren die in vast verband benoemd zijn tot het ambt van |
secretaris-generaal of directeur-generaal, of die er werkelijk mee | secretaris-generaal of directeur-generaal, of die er werkelijk mee |
belast zijn of die als waarnemer zijn aangewezen om het uit te | belast zijn of die als waarnemer zijn aangewezen om het uit te |
oefenen; | oefenen; |
- de ambtenaren van de carrière Hoofdbestuur die een graad van ten | - de ambtenaren van de carrière Hoofdbestuur die een graad van ten |
minste rang 15 hebben. | minste rang 15 hebben. |
Behalve wanneer hun ambt door een waarnemer wordt uitgeoefend, worden | Behalve wanneer hun ambt door een waarnemer wordt uitgeoefend, worden |
de afwezige directeurs-generaal vervangen door hun plaatsvervangers, | de afwezige directeurs-generaal vervangen door hun plaatsvervangers, |
die door de Minister van Buitenlandse Zaken worden aangewezen; | die door de Minister van Buitenlandse Zaken worden aangewezen; |
uitgezonderd de plaatsvervanger van de directeur-generaal van | uitgezonderd de plaatsvervanger van de directeur-generaal van |
Internationale Samenwerking die door de Minister die de Internationale | Internationale Samenwerking die door de Minister die de Internationale |
Samenwerking in zijn bevoegdheid heeft wordt aangewezen. | Samenwerking in zijn bevoegdheid heeft wordt aangewezen. |
§ 2. De chef van de directie die bevoegd is voor het beheer van het | § 2. De chef van de directie die bevoegd is voor het beheer van het |
personeel van de carrière hoofdbestuur of, bij diens ontstentenis, een | personeel van de carrière hoofdbestuur of, bij diens ontstentenis, een |
door de raad aangewezen ambtenaar van de directie die tot niveau 1 | door de raad aangewezen ambtenaar van de directie die tot niveau 1 |
behoort, wordt met de functie van secretaris van de directieraad | behoort, wordt met de functie van secretaris van de directieraad |
belast. | belast. |
Art. 33.Elke raad wordt voorgezeten door de secretaris-generaal of, |
Art. 33.Elke raad wordt voorgezeten door de secretaris-generaal of, |
bij diens ontstentenis, door een door hem aan te wijzen lid van de | bij diens ontstentenis, door een door hem aan te wijzen lid van de |
directieraad. | directieraad. |
TITEL IV. - Toekenning van ambten | TITEL IV. - Toekenning van ambten |
Art. 34.§ 1. De Minister van Buitenlandse Zaken stelt het kader vast |
Art. 34.§ 1. De Minister van Buitenlandse Zaken stelt het kader vast |
van de individuele ambten in elke dienst van het Hoofdbestuur van het | van de individuele ambten in elke dienst van het Hoofdbestuur van het |
Ministerie. Hij bepaalt de graad waarvan het personeelslid titularis | Ministerie. Hij bepaalt de graad waarvan het personeelslid titularis |
moet zijn of de klasse waartoe hij moet behoren om ieder van die | moet zijn of de klasse waartoe hij moet behoren om ieder van die |
ambten te vervullen. | ambten te vervullen. |
Overeenkomstig deze regelen worden, binnen de grenzen van de daartoe | Overeenkomstig deze regelen worden, binnen de grenzen van de daartoe |
bij koninklijk besluit vastgestelde personeelsformatie, de individuele | bij koninklijk besluit vastgestelde personeelsformatie, de individuele |
ambten in het Hoofdbestuur toegekend aan de ambtenaren van de carrière | ambten in het Hoofdbestuur toegekend aan de ambtenaren van de carrière |
Hoofdbestuur, aan de ambtenaren van de carrière Buitenlandse dienst, | Hoofdbestuur, aan de ambtenaren van de carrière Buitenlandse dienst, |
de Kanselarijcarrière en de carrière van de Attachés voor | de Kanselarijcarrière en de carrière van de Attachés voor |
Internationale Samenwerking. | Internationale Samenwerking. |
§ 2. De Minister van Buitenlandse zaken doet hetgeen voorzien is in § | § 2. De Minister van Buitenlandse zaken doet hetgeen voorzien is in § |
1 in overleg met de Minister tot wiens bevoegdheid de Buitenlandse | 1 in overleg met de Minister tot wiens bevoegdheid de Buitenlandse |
Handel behoort voor de Directie-generaal van de Bilaterale | Handel behoort voor de Directie-generaal van de Bilaterale |
Betrekkingen en de Internationale Economische Aangelegenheden en in | Betrekkingen en de Internationale Economische Aangelegenheden en in |
overleg met de Minister tot wiens bevoegdheid de Internationale | overleg met de Minister tot wiens bevoegdheid de Internationale |
Samenwerking behoort voor de Directie-generaal Internationale | Samenwerking behoort voor de Directie-generaal Internationale |
Samenwerking. | Samenwerking. |
§ 3. De overeenstemming tussen de administratieve klassen van de | § 3. De overeenstemming tussen de administratieve klassen van de |
carrière Buitenlandse Dienst, van de Kanselarijcarrière, van de | carrière Buitenlandse Dienst, van de Kanselarijcarrière, van de |
carrière van de Attachés voor Internationale Samenwerking en de rangen | carrière van de Attachés voor Internationale Samenwerking en de rangen |
van het Rijkspersoneel van niveau 1 en van niveau 2 is vastgesteld in | van het Rijkspersoneel van niveau 1 en van niveau 2 is vastgesteld in |
de bij dit besluit gevoegde tabel. | de bij dit besluit gevoegde tabel. |
§ 4. De ambten van secretaris-generaal en van directeur-generaal | § 4. De ambten van secretaris-generaal en van directeur-generaal |
worden toegekend hetzij aan ambtenaren van de carrière Buitenlandse | worden toegekend hetzij aan ambtenaren van de carrière Buitenlandse |
dienst van eerste en van tweede administratieve klasse, hetzij aan | dienst van eerste en van tweede administratieve klasse, hetzij aan |
rijksambtenaren van tenminste rang 15, hetzij aan de ambtenaren van de | rijksambtenaren van tenminste rang 15, hetzij aan de ambtenaren van de |
eerste administratieve klasse van de carrière van de Attachés voor | eerste administratieve klasse van de carrière van de Attachés voor |
Internationale Samenwerking, volgens de geschiktheid waarvan deze | Internationale Samenwerking, volgens de geschiktheid waarvan deze |
ambtenaren blijk hebben gegeven. | ambtenaren blijk hebben gegeven. |
Art. 35.De Koning stelt het maximum aantal betrekkingen vast voor |
Art. 35.De Koning stelt het maximum aantal betrekkingen vast voor |
elke administratieve klasse van de carrière Buitenlandse Dienst, van | elke administratieve klasse van de carrière Buitenlandse Dienst, van |
de Kanselarijcarrière en de carrière van de Attachés voor | de Kanselarijcarrière en de carrière van de Attachés voor |
Internationale Samenwerking. | Internationale Samenwerking. |
De Minister van Buitenlandse Zaken bepaalt voor elk semester en per | De Minister van Buitenlandse Zaken bepaalt voor elk semester en per |
taalrol het maximum aantal der vacante betrekkingen dat in elk van de | taalrol het maximum aantal der vacante betrekkingen dat in elk van de |
administratieve klassen van de carrière Buitenlandse Dienst en de | administratieve klassen van de carrière Buitenlandse Dienst en de |
Kanselarijcarrière, verleend kan worden en stelt de data vast waarop | Kanselarijcarrière, verleend kan worden en stelt de data vast waarop |
deze betrekkingen vacant worden. | deze betrekkingen vacant worden. |
De Minister van Buitenlandse Zaken bepaalt eveneens per taalrol het | De Minister van Buitenlandse Zaken bepaalt eveneens per taalrol het |
aantal betrekkingen dat vacant wordt voor een bevordering door | aantal betrekkingen dat vacant wordt voor een bevordering door |
verhoging in weddeschaal en stelt de data van de vacature vast. | verhoging in weddeschaal en stelt de data van de vacature vast. |
De Minister tot wiens bevoegdheid de Internationale Samenwerking | De Minister tot wiens bevoegdheid de Internationale Samenwerking |
behoort bepaalt voor elk semester en per taalrol het maximum aantal | behoort bepaalt voor elk semester en per taalrol het maximum aantal |
der vacante betrekkingen dat in elk van de administratieve klassen van | der vacante betrekkingen dat in elk van de administratieve klassen van |
de carrière van de Attachés voor Internationale Samenwerking kan | de carrière van de Attachés voor Internationale Samenwerking kan |
begeven worden en stelt de data vast waarop deze betrekkingen vacant | begeven worden en stelt de data vast waarop deze betrekkingen vacant |
worden. | worden. |
De Minister tot wiens bevoegdheid de Internationale Samenwerking | De Minister tot wiens bevoegdheid de Internationale Samenwerking |
behoort bepaalt eveneens per taalrol het aantal betrekkingen van de | behoort bepaalt eveneens per taalrol het aantal betrekkingen van de |
carrière van de Attachés voor Internationale Samenwerking dat vacant | carrière van de Attachés voor Internationale Samenwerking dat vacant |
wordt voor een bevordering door verhoging in weddeschaal en stelt de | wordt voor een bevordering door verhoging in weddeschaal en stelt de |
data van de vacature vast. | data van de vacature vast. |
B. De ambtenaren worden benoemd en bevorderd binnen de perken van elk | B. De ambtenaren worden benoemd en bevorderd binnen de perken van elk |
dezer kaders, volgens de bepalingen van het Statuut en van het | dezer kaders, volgens de bepalingen van het Statuut en van het |
Organiek Reglement. | Organiek Reglement. |
C. Zij worden, overeenkomstig artikel 37 van dit Reglement, aangesteld | C. Zij worden, overeenkomstig artikel 37 van dit Reglement, aangesteld |
voor de ambten die hen worden toegekend. | voor de ambten die hen worden toegekend. |
D. § 1. Ambten bij diplomatieke zendingen. | D. § 1. Ambten bij diplomatieke zendingen. |
Het ambt van hoofd van een zending wordt uitgeoefend door ambtenaren | Het ambt van hoofd van een zending wordt uitgeoefend door ambtenaren |
van de eerste of de tweede administratieve klasse van de carrière | van de eerste of de tweede administratieve klasse van de carrière |
Buitenlandse Dienst, overeenkomstig de klassificatie van de zendingen | Buitenlandse Dienst, overeenkomstig de klassificatie van de zendingen |
vastgesteld door de Minister van Buitenlandse Zaken. | vastgesteld door de Minister van Buitenlandse Zaken. |
Het ambt van minister-raad wordt uitgeoefend door ambtenaren van de | Het ambt van minister-raad wordt uitgeoefend door ambtenaren van de |
tweede administratieve klasse van de Buitenlandse Dienst in de door de | tweede administratieve klasse van de Buitenlandse Dienst in de door de |
Minister van Buitenlandse Zaken bepaalde zendingen. | Minister van Buitenlandse Zaken bepaalde zendingen. |
Het ambt van raad wordt uitgeoefend door ambtenaren van de derde | Het ambt van raad wordt uitgeoefend door ambtenaren van de derde |
administratieve klasse van de Buitenlandse Dienst. | administratieve klasse van de Buitenlandse Dienst. |
Het ambt van eerste secretaris wordt uitgeoefend door ambtenaren van | Het ambt van eerste secretaris wordt uitgeoefend door ambtenaren van |
de vierde administratieve klasse van de carrière Buitenlandse Dienst | de vierde administratieve klasse van de carrière Buitenlandse Dienst |
die een graadanciënniteit hebben van ten minste zes jaar; de ambten | die een graadanciënniteit hebben van ten minste zes jaar; de ambten |
van secretaris en attaché door ambtenaren van die klasse naargelang | van secretaris en attaché door ambtenaren van die klasse naargelang |
zij een graadanciënniteit hebben respectievelijk van ten minste drie | zij een graadanciënniteit hebben respectievelijk van ten minste drie |
jaar of minder dan drie jaar. | jaar of minder dan drie jaar. |
Het ambt van minister-raad voor Internationale Samenwerking wordt | Het ambt van minister-raad voor Internationale Samenwerking wordt |
uitgeoefend door ambtenaren van de eerste administratieve klasse van | uitgeoefend door ambtenaren van de eerste administratieve klasse van |
de carrière van de attachés voor Internationale Samenwerking in de | de carrière van de attachés voor Internationale Samenwerking in de |
door de Minister tot wiens bevoegdheid de Internationale Samenwerking | door de Minister tot wiens bevoegdheid de Internationale Samenwerking |
behoort bepaalde zendingen. | behoort bepaalde zendingen. |
Het ambt van raad voor Internationale Samenwerking wordt uitgeoefend | Het ambt van raad voor Internationale Samenwerking wordt uitgeoefend |
door ambtenaren van de tweede klasse van de carrière van de attachés | door ambtenaren van de tweede klasse van de carrière van de attachés |
voor Internationale Samenwerking. | voor Internationale Samenwerking. |
Het ambt van eerste secretaris voor Internationale Samenwerking wordt | Het ambt van eerste secretaris voor Internationale Samenwerking wordt |
uitgeoefend door ambtenaren van de derde administratieve klasse van de | uitgeoefend door ambtenaren van de derde administratieve klasse van de |
carrière van de attachés voor Internationale Samenwerking die een | carrière van de attachés voor Internationale Samenwerking die een |
graadanciënniteit hebben van ten minste zes jaar; de ambten van | graadanciënniteit hebben van ten minste zes jaar; de ambten van |
secretaris voor Internationale Samenwerking en attaché voor | secretaris voor Internationale Samenwerking en attaché voor |
Internationale Samenwerking door ambtenaren van die klasse naargelang | Internationale Samenwerking door ambtenaren van die klasse naargelang |
zij een graadanciënniteit hebben respectievelijk van ten minste drie | zij een graadanciënniteit hebben respectievelijk van ten minste drie |
jaar of minder dan drie jaar. | jaar of minder dan drie jaar. |
Bij de diplomatieke zendingen waaraan slechts één ambtenaar van de | Bij de diplomatieke zendingen waaraan slechts één ambtenaar van de |
carrière van de attachés voor Internationale Samenwerking is | carrière van de attachés voor Internationale Samenwerking is |
toegevoegd, moet deze van de eerste of tweede administratieve klasse | toegevoegd, moet deze van de eerste of tweede administratieve klasse |
zijn. | zijn. |
Bij de diplomatieke zendingen waaraan twee of meer ambtenaren van de | Bij de diplomatieke zendingen waaraan twee of meer ambtenaren van de |
carrière van de attachés voor Internationale Samenwerking zijn | carrière van de attachés voor Internationale Samenwerking zijn |
toegevoegd, zal tenminste één van hen behoren tot de eerste of tweede | toegevoegd, zal tenminste één van hen behoren tot de eerste of tweede |
klasse | klasse |
§ 2. Ambten bij consulaire posten. | § 2. Ambten bij consulaire posten. |
Het ambt van hoofd van een post wordt uitgeoefend door de volgende | Het ambt van hoofd van een post wordt uitgeoefend door de volgende |
ambtenaren, overeenkomstig een classificatie van de posten vastgesteld | ambtenaren, overeenkomstig een classificatie van de posten vastgesteld |
door de Minister van Buitenlandse Zaken : | door de Minister van Buitenlandse Zaken : |
consul-generaal : bij voorkeur ambtenaren van de tweede of van de | consul-generaal : bij voorkeur ambtenaren van de tweede of van de |
derde administratieve klasse van de carrière Buitenlandse Dienst, of | derde administratieve klasse van de carrière Buitenlandse Dienst, of |
ambtenaren van de eerste of van de tweede administratieve klasse van | ambtenaren van de eerste of van de tweede administratieve klasse van |
de kanselarijcarrière; | de kanselarijcarrière; |
consul en vice-consul : ambtenaren van de kanselarijcarrière, ongeacht | consul en vice-consul : ambtenaren van de kanselarijcarrière, ongeacht |
hun administratieve klasse. | hun administratieve klasse. |
De overige ambten in een consulaire post worden uitgeoefend door de | De overige ambten in een consulaire post worden uitgeoefend door de |
volgende ambtenaren : | volgende ambtenaren : |
consul : hetzij ambtenaren van de vierde administratieve klasse van de | consul : hetzij ambtenaren van de vierde administratieve klasse van de |
carrière Buitenlandse Dienst, die minstens zes jaar graadanciënniteit | carrière Buitenlandse Dienst, die minstens zes jaar graadanciënniteit |
tellen, hetzij ambtenaren van de eerste of van de tweede | tellen, hetzij ambtenaren van de eerste of van de tweede |
administratieve klasse van de Kanselarijcarrière; | administratieve klasse van de Kanselarijcarrière; |
adjunct-consul : hetzij ambtenaren van de vierde administratieve | adjunct-consul : hetzij ambtenaren van de vierde administratieve |
klasse van de carrière Buitenlandse Dienst, die minder dan zes jaar | klasse van de carrière Buitenlandse Dienst, die minder dan zes jaar |
graadanciënniteit tellen, hetzij ambtenaren van de eerste of van de | graadanciënniteit tellen, hetzij ambtenaren van de eerste of van de |
tweede administratieve klasse van de Kanselarijcarrière; | tweede administratieve klasse van de Kanselarijcarrière; |
vice-consul : ambtenaren van de derde of de vierde administratieve | vice-consul : ambtenaren van de derde of de vierde administratieve |
klasse van de Kanselarijcarrière | klasse van de Kanselarijcarrière |
E. De Minister van Buitenlandse Zaken kan een ambtenaar met een hoger | E. De Minister van Buitenlandse Zaken kan een ambtenaar met een hoger |
ambt belasten dan hem zou toegekend worden met toepassing van punt D, | ambt belasten dan hem zou toegekend worden met toepassing van punt D, |
in het bijzonder met het oog op de uitvoering van de wet van 2 | in het bijzonder met het oog op de uitvoering van de wet van 2 |
augustus 1963 op het gebruik der talen in bestuurszaken. | augustus 1963 op het gebruik der talen in bestuurszaken. |
Bij uitzonderingsmaatregel kunnen de ambtenaren van de carrière | Bij uitzonderingsmaatregel kunnen de ambtenaren van de carrière |
Hoofdbestuur, mits zij er in toestemmen, belast worden met het | Hoofdbestuur, mits zij er in toestemmen, belast worden met het |
tijdelijk uitoefenen van functies in een diplomatieke zending of | tijdelijk uitoefenen van functies in een diplomatieke zending of |
consulaire post of bij een internationale organisatie. | consulaire post of bij een internationale organisatie. |
Tijdens de periode dat de ambtenaren deze functies uitoefenen, worden | Tijdens de periode dat de ambtenaren deze functies uitoefenen, worden |
ze op verlof gesteld; dit verlof wordt gelijkgesteld met een periode | ze op verlof gesteld; dit verlof wordt gelijkgesteld met een periode |
van dienstactiviteit. | van dienstactiviteit. |
Tijdens de duur van hun opdracht, behouden de ambtenaren hun wedde, | Tijdens de duur van hun opdracht, behouden de ambtenaren hun wedde, |
hun rechten op bevordering in wedde en hun aanspraken op een | hun rechten op bevordering in wedde en hun aanspraken op een |
bevordering; ze worden voor het overige gelijkgesteld, rekening | bevordering; ze worden voor het overige gelijkgesteld, rekening |
houdend met de hun toevertrouwde functies, met de ambtenaren van de | houdend met de hun toevertrouwde functies, met de ambtenaren van de |
carrière Buitenlandse Dienst of de Kanselarijcarrière. | carrière Buitenlandse Dienst of de Kanselarijcarrière. |
De Minister van Buitenlandse Zaken kan, na een gemotiveerd advies van | De Minister van Buitenlandse Zaken kan, na een gemotiveerd advies van |
de directieraad van het Hoofdbestuur, twee betrekkingen van de met een | de directieraad van het Hoofdbestuur, twee betrekkingen van de met een |
opdracht van ten minste twee jaar belaste ambtenaren van de rangen 16 | opdracht van ten minste twee jaar belaste ambtenaren van de rangen 16 |
en 17 vacant verklaren. | en 17 vacant verklaren. |
De ambtenaren die in hun betrekking niet definitief werden vervangen, | De ambtenaren die in hun betrekking niet definitief werden vervangen, |
bezetten deze betrekking wanneer zij hun activiteiten bij het | bezetten deze betrekking wanneer zij hun activiteiten bij het |
Hoofdbestuur hervatten. | Hoofdbestuur hervatten. |
De ambtenaren die definitief in hun betrekking werden vervangen, | De ambtenaren die definitief in hun betrekking werden vervangen, |
kunnen slechts bij het Hoofdbestuur worden teruggeroepen, op | kunnen slechts bij het Hoofdbestuur worden teruggeroepen, op |
voorwaarde dat zij door de Minister van Buitenlandse Zaken aangewezen | voorwaarde dat zij door de Minister van Buitenlandse Zaken aangewezen |
worden voor een vacant geworden betrekking van hun rang. | worden voor een vacant geworden betrekking van hun rang. |
G. De Minister van Buitenlandse Zaken kan het nodige contractueel | G. De Minister van Buitenlandse Zaken kan het nodige contractueel |
personeel in dienst nemen voor de diplomatieke zendingen en consulaire | personeel in dienst nemen voor de diplomatieke zendingen en consulaire |
posten. | posten. |
H. De Minister tot wiens bevoegdheid de Internationale Samenwerking | H. De Minister tot wiens bevoegdheid de Internationale Samenwerking |
behoort kan het nodige gespecialiseerd contractueel personeel in | behoort kan het nodige gespecialiseerd contractueel personeel in |
dienst nemen die de Attachés voor Internationale Samenwerking moeten | dienst nemen die de Attachés voor Internationale Samenwerking moeten |
bijstaan voor de uitvoering van hun specifieke opdrachten. | bijstaan voor de uitvoering van hun specifieke opdrachten. |
Art. 36.Geen benoeming of bevordering kan worden gedaan als er geen |
Art. 36.Geen benoeming of bevordering kan worden gedaan als er geen |
vacature is in de personeelsformatie van de carrière waartoe de | vacature is in de personeelsformatie van de carrière waartoe de |
ambtenaar behoort. | ambtenaar behoort. |
Art. 37.De aanstellingen in de ambten van Secretaris-generaal, van |
Art. 37.De aanstellingen in de ambten van Secretaris-generaal, van |
Directeur-generaal en van Hoofd der diplomatieke en consulaire posten | Directeur-generaal en van Hoofd der diplomatieke en consulaire posten |
maken het voorwerp uit van een koninklijk besluit; de andere | maken het voorwerp uit van een koninklijk besluit; de andere |
aanstellingen worden gedaan bij ministerieel besluit. | aanstellingen worden gedaan bij ministerieel besluit. |
Art. 38.Indien het voor de dienst vereist is, kan een ambtenaar |
Art. 38.Indien het voor de dienst vereist is, kan een ambtenaar |
tijdelijk aangesteld worden tot een hoger ambt dat hem bij toepassing | tijdelijk aangesteld worden tot een hoger ambt dat hem bij toepassing |
van artikel 34 zou zijn toegekend. | van artikel 34 zou zijn toegekend. |
TITEL V. - Diverse en slotbepalingen | TITEL V. - Diverse en slotbepalingen |
Art. 39.De Minister van Buitenlandse Zaken brengt elk jaar bij de |
Art. 39.De Minister van Buitenlandse Zaken brengt elk jaar bij de |
Voorzitter van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht verslag uit over | Voorzitter van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht verslag uit over |
de maatregelen die tijdens de afgelopen twaalf maanden werden genomen, | de maatregelen die tijdens de afgelopen twaalf maanden werden genomen, |
alsook over het programma der voorgenomen verwezenlijkingen voor de | alsook over het programma der voorgenomen verwezenlijkingen voor de |
komende twaalf maanden, met het oog op de toepassing van artikel 36 § | komende twaalf maanden, met het oog op de toepassing van artikel 36 § |
5, lid 2 en lid 3, van de wet van 2 augustus 1963 op het gebruik der | 5, lid 2 en lid 3, van de wet van 2 augustus 1963 op het gebruik der |
talen in bestuurszaken : dit verslag wordt bekendgemaakt in het | talen in bestuurszaken : dit verslag wordt bekendgemaakt in het |
Belgisch Staatsblad binnen de maand na zijn verzending. | Belgisch Staatsblad binnen de maand na zijn verzending. |
Art. 40.De dienst evaluatie toegevoegd aan het Secretariaat-generaal |
Art. 40.De dienst evaluatie toegevoegd aan het Secretariaat-generaal |
gaat, voor alle Belgische Officiële Ontwikkelingshulp (ODA) | gaat, voor alle Belgische Officiële Ontwikkelingshulp (ODA) |
aanrekenbare uitgaven, na of de doelstellingen van de Belgische | aanrekenbare uitgaven, na of de doelstellingen van de Belgische |
Internationale Samenwerking worden gerealiseerd en ze doet op grond | Internationale Samenwerking worden gerealiseerd en ze doet op grond |
daarvan aanbevelingen voor toekomstige acties. De aanbevelingen worden | daarvan aanbevelingen voor toekomstige acties. De aanbevelingen worden |
overgemaakt aan het Parlement via het regeringslid dat de | overgemaakt aan het Parlement via het regeringslid dat de |
Internationale Samenwerking onder zijn bevoegdheid heeft. | Internationale Samenwerking onder zijn bevoegdheid heeft. |
Art. 41.Het koninklijk besluit van 14 januari 1954 houdende organiek |
Art. 41.Het koninklijk besluit van 14 januari 1954 houdende organiek |
reglement van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse | reglement van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse |
Handel gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 11 oktober 1965, 18 | Handel gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 11 oktober 1965, 18 |
april 1967, 24 augustus 1971, 1 maart 1984, 15 maart 1985, 18 februari | april 1967, 24 augustus 1971, 1 maart 1984, 15 maart 1985, 18 februari |
1986, 29 april 1992, 27 oktober 1998, 4 februari 1999 en 28 februari | 1986, 29 april 1992, 27 oktober 1998, 4 februari 1999 en 28 februari |
1999 wordt opgeheven. | 1999 wordt opgeheven. |
Art. 42.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
Art. 42.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. | Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. |
Art. 43.Onze Minister van Buitenlandse Zaken Onze Vice-Eerste |
Art. 43.Onze Minister van Buitenlandse Zaken Onze Vice-Eerste |
Minister en Minister van Economie en Telecommunicatie, belast met | Minister en Minister van Economie en Telecommunicatie, belast met |
Buitenlandse Handel en Onze Staatssecretaris voor | Buitenlandse Handel en Onze Staatssecretaris voor |
Ontwikkelingssamenwerking zijn, ieder wat hem betreft, belast met de | Ontwikkelingssamenwerking zijn, ieder wat hem betreft, belast met de |
uitvoering van onderhavig besluit. | uitvoering van onderhavig besluit. |
Gegeven te Brussel, 3 juni 1999. | Gegeven te Brussel, 3 juni 1999. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Buitenlandse Zaken, | De Minister van Buitenlandse Zaken, |
E. DERYCKE | E. DERYCKE |
De Minister belast met Buitenlandse Handel, | De Minister belast met Buitenlandse Handel, |
E. DI RUPO | E. DI RUPO |
De Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking, | De Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking, |
MOREELS | MOREELS |
Bijlage | Bijlage |
Overeenstemming tussen de administratieve klassen van de carrière | Overeenstemming tussen de administratieve klassen van de carrière |
Buitenlandse Dienst, van de Kanselarijcarrière, van de carrière van de | Buitenlandse Dienst, van de Kanselarijcarrière, van de carrière van de |
Attachés voor Internationale Samenwerking en de rangen van het | Attachés voor Internationale Samenwerking en de rangen van het |
Rijkspersoneel van niveau 1 en niveau 2. | Rijkspersoneel van niveau 1 en niveau 2. |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 3 Juni 1999 houdende | Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 3 Juni 1999 houdende |
organiek reglement van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, | organiek reglement van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, |
Buitenlandse Handel en Internationale Samenwerking. | Buitenlandse Handel en Internationale Samenwerking. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Buitenlandse Zaken, | De Minister van Buitenlandse Zaken, |
E. DERYCKE | E. DERYCKE |
Minister belast met Buitenlandse Handel, | Minister belast met Buitenlandse Handel, |
E. DI RUPO | E. DI RUPO |
Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking, | Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking, |
R. MOREELS | R. MOREELS |