Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 november 2002, gesloten in het Paritair Subcomité voor de industriële en ambachtelijke fabricage van bontwerk, betreffende de vermindering van de arbeidsduur | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 november 2002, gesloten in het Paritair Subcomité voor de industriële en ambachtelijke fabricage van bontwerk, betreffende de vermindering van de arbeidsduur |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
3 JULI 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 3 JULI 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 november 2002, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 november 2002, |
gesloten in het Paritair Subcomité voor de industriële en | gesloten in het Paritair Subcomité voor de industriële en |
ambachtelijke fabricage van bontwerk, betreffende de vermindering van | ambachtelijke fabricage van bontwerk, betreffende de vermindering van |
de arbeidsduur (1) | de arbeidsduur (1) |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de industriële en | Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de industriële en |
ambachtelijke fabricage van bontwerk; | ambachtelijke fabricage van bontwerk; |
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, | Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 22 november 2002, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 22 november 2002, |
gesloten in het Paritair Subcomité voor de industriële en | gesloten in het Paritair Subcomité voor de industriële en |
ambachtelijke fabricage van bontwerk, betreffende de vermindering van | ambachtelijke fabricage van bontwerk, betreffende de vermindering van |
de arbeidsduur. | de arbeidsduur. |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
van dit besluit. | van dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 3 juli 2003. | Gegeven te Brussel, 3 juli 2003. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Subcomité voor de industriële en ambachtelijke fabricage van | Paritair Subcomité voor de industriële en ambachtelijke fabricage van |
bontwerk | bontwerk |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 november 2002 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 november 2002 |
Vermindering van de arbeidsduur (Overeenkomst geregistreerd op 20 | Vermindering van de arbeidsduur (Overeenkomst geregistreerd op 20 |
februari 2003 onder het nummer 65519/CO/148.03) | februari 2003 onder het nummer 65519/CO/148.03) |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen welke onder het | de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen welke onder het |
Paritair Subcomité voor de industriële en ambachtelijke fabricage van | Paritair Subcomité voor de industriële en ambachtelijke fabricage van |
bontwerk ressorteren. | bontwerk ressorteren. |
Onder "werknemers" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke | Onder "werknemers" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke |
arbeiders. | arbeiders. |
Art. 2.De wekelijkse arbeidsgrens van de arbeidsduur voorzien in de |
Art. 2.De wekelijkse arbeidsgrens van de arbeidsduur voorzien in de |
arbeidswet van 16 maart 1971 (Belgisch Staatsblad van 30 maart 1971), | arbeidswet van 16 maart 1971 (Belgisch Staatsblad van 30 maart 1971), |
wordt verminderd tot 38 uren per week. | wordt verminderd tot 38 uren per week. |
Art. 3.De verkorting van de arbeidsduur voorzien bij artikel 2 van |
Art. 3.De verkorting van de arbeidsduur voorzien bij artikel 2 van |
deze overeenkomst mag in geen geval een loonsverlaging tot gevolg | deze overeenkomst mag in geen geval een loonsverlaging tot gevolg |
hebben. | hebben. |
Bijgevolg worden de uurlonen verhoogd met 2,63 pct. | Bijgevolg worden de uurlonen verhoogd met 2,63 pct. |
Art. 4.Onverminderd de bepalingen van artikel 29 van de arbeidswet |
Art. 4.Onverminderd de bepalingen van artikel 29 van de arbeidswet |
van 16 maart 1971 betreffende het overwerk dient het overloon voor | van 16 maart 1971 betreffende het overwerk dient het overloon voor |
overwerk betaald te worden vanaf het overschrijden van het 38e uur. | overwerk betaald te worden vanaf het overschrijden van het 38e uur. |
Art. 5.De rustdagen bepaald bij de wet van 4 januari 1974 betreffende |
Art. 5.De rustdagen bepaald bij de wet van 4 januari 1974 betreffende |
de feestdagen (Belgisch Staatsblad van 31 januari 1974) of krachtens | de feestdagen (Belgisch Staatsblad van 31 januari 1974) of krachtens |
een collectieve arbeidsovereenkomst met inbegrip van de | een collectieve arbeidsovereenkomst met inbegrip van de |
compensatiedagen die voortvloeien uit een regeling inzake arbeidsduur, | compensatiedagen die voortvloeien uit een regeling inzake arbeidsduur, |
alsmede de periodes van schorsing van de uitvoering van de | alsmede de periodes van schorsing van de uitvoering van de |
arbeidsovereenkomst bepaald bij wet van 3 juli 1978 betreffende de | arbeidsovereenkomst bepaald bij wet van 3 juli 1978 betreffende de |
arbeidsovereenkomsten (Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978) en de | arbeidsovereenkomsten (Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978) en de |
rustdagen die toegekend worden in toepassing van artikel 29, § 4, van | rustdagen die toegekend worden in toepassing van artikel 29, § 4, van |
de arbeidswet van 16 maart 1971, gelden als arbeidsduur voor de | de arbeidswet van 16 maart 1971, gelden als arbeidsduur voor de |
berekening van de wekelijkse arbeidsduur. | berekening van de wekelijkse arbeidsduur. |
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
december 2002 en is gesloten voor onbepaalde tijd. | december 2002 en is gesloten voor onbepaalde tijd. |
Zij kan worden opgezegd op verzoek van de meest gerede partij, mits | Zij kan worden opgezegd op verzoek van de meest gerede partij, mits |
een opzegging van drie maanden, gericht bij een ter post aangetekende | een opzegging van drie maanden, gericht bij een ter post aangetekende |
brief aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de industriële | brief aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de industriële |
en ambachtelijke fabricage van bontwerk. | en ambachtelijke fabricage van bontwerk. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 juli | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 juli |
2003. | 2003. |
De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |