Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 02/05/2002
← Terug naar "Koninklijk besluit inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme "
Koninklijk besluit inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme Koninklijk besluit inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme
MINISTERIE VAN FINANCIEN MINISTERIE VAN FINANCIEN
2 MEI 2002. - Koninklijk besluit inzake specifieke beperkende 2 MEI 2002. - Koninklijk besluit inzake specifieke beperkende
maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de
strijd tegen het terrorisme strijd tegen het terrorisme
VERSLAG AAN DE KONING VERSLAG AAN DE KONING
Sire, Sire,
Het besluit dat wij de eer hebben aan Uwe Majesteit ter ondertekening Het besluit dat wij de eer hebben aan Uwe Majesteit ter ondertekening
voor te leggen, heeft tot doel de maatregelen inzake het financiële voor te leggen, heeft tot doel de maatregelen inzake het financiële
embargo die genomen werden door de Veiligheidsraad van de Verenigde embargo die genomen werden door de Veiligheidsraad van de Verenigde
Naties in haar Resolutie 1373 van 28 september 2001, hernomen door de Naties in haar Resolutie 1373 van 28 september 2001, hernomen door de
Raad van de Europese Unie in Verordening (EG) nr. 2580/2001 van 28 Raad van de Europese Unie in Verordening (EG) nr. 2580/2001 van 28
december 2001 inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde december 2001 inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde
personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme, personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme,
in België toe te passen. in België toe te passen.
Uwe Majesteit kan, bij een in Ministerraad overlegd koninklijk Uwe Majesteit kan, bij een in Ministerraad overlegd koninklijk
besluit, de maatregelen treffen die nodig zijn voor het blokkeren van besluit, de maatregelen treffen die nodig zijn voor het blokkeren van
financiële tegoeden, krachtens artikel 1 van de wet van 11 mei 1995 financiële tegoeden, krachtens artikel 1 van de wet van 11 mei 1995
inzake de tenuitvoerlegging van de besluiten van de Veiligheidsraad inzake de tenuitvoerlegging van de besluiten van de Veiligheidsraad
van de Organisatie van de Verenigde Naties. van de Organisatie van de Verenigde Naties.
Dit ontwerp past de paragraaf 1, c, van de resolutie 1373 toe, die Dit ontwerp past de paragraaf 1, c, van de resolutie 1373 toe, die
aandringt op het bevriezen van tegoeden en andere financiële of aandringt op het bevriezen van tegoeden en andere financiële of
economische middelen van personen die terroristische daden plegen of economische middelen van personen die terroristische daden plegen of
pogen te plegen, de uitvoering ervan vergemakkelijken of eraan pogen te plegen, de uitvoering ervan vergemakkelijken of eraan
deelnemen, van entiteiten toebehorend aan deze personen of deelnemen, van entiteiten toebehorend aan deze personen of
rechtstreeks of onrechtstreeks door hen gecontroleerd worden, en van rechtstreeks of onrechtstreeks door hen gecontroleerd worden, en van
personen en entiteiten optredende in naam of ingevolge onderrichting personen en entiteiten optredende in naam of ingevolge onderrichting
van deze personen en entiteiten, met inbegrip van de tegoeden van deze personen en entiteiten, met inbegrip van de tegoeden
afkomstig van de goederen toebehorend aan deze personen, en aan afkomstig van de goederen toebehorend aan deze personen, en aan
personen en entiteiten met wie ze verenigd zijn of die ze rechtstreeks personen en entiteiten met wie ze verenigd zijn of die ze rechtstreeks
of onrechtstreeks controleren. of onrechtstreeks controleren.
Verder heeft de Veiligheidsraad in paragraaf 1, d , besloten dat Verder heeft de Veiligheidsraad in paragraaf 1, d , besloten dat
maatregelen moeten worden genomen om te verbieden dat tegoeden en maatregelen moeten worden genomen om te verbieden dat tegoeden en
andere financiële of economische middelen aan deze personen ter andere financiële of economische middelen aan deze personen ter
beschikking worden gesteld en dat financiële of andere verwante beschikking worden gesteld en dat financiële of andere verwante
diensten worden verleend aan deze personen. diensten worden verleend aan deze personen.
Met het oog op een uniforme omzetting van voornoemde resolutie werd op Met het oog op een uniforme omzetting van voornoemde resolutie werd op
communautair vlak de Verordening (EG) nr. 2580/2001 van de Raad van 27 communautair vlak de Verordening (EG) nr. 2580/2001 van de Raad van 27
december 2001 inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde december 2001 inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde
personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme, personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme,
vastgesteld als een noodzakelijke en aanvullende maatregel bij de vastgesteld als een noodzakelijke en aanvullende maatregel bij de
administratieve en gerechtelijke maatregelen. administratieve en gerechtelijke maatregelen.
Het is trouwens de Raad, overeenkomstig artikel 2, § 3, die de lijst Het is trouwens de Raad, overeenkomstig artikel 2, § 3, die de lijst
van de geviseerde personen, groepen en entiteiten, met eenparigheid van de geviseerde personen, groepen en entiteiten, met eenparigheid
van stemmen vaststelt. van stemmen vaststelt.
Artikel 9 van deze Verordening stelt dat elke Lidstaat bepaalt welke Artikel 9 van deze Verordening stelt dat elke Lidstaat bepaalt welke
sancties van toepassing zijn indien de bepalingen ervan worden sancties van toepassing zijn indien de bepalingen ervan worden
overtreden. overtreden.
Gezien de resolutie 1373 (2001) van de Veiligheidsraad van de Gezien de resolutie 1373 (2001) van de Veiligheidsraad van de
Verenigde Naties van 28 september 2001 die bepaald dat alle Staten Verenigde Naties van 28 september 2001 die bepaald dat alle Staten
dienen over te gaan tot het bevriezen van tegoeden en van andere dienen over te gaan tot het bevriezen van tegoeden en van andere
financiële of economische middelen van personen die terroristische financiële of economische middelen van personen die terroristische
daden plegen of pogen te plegen, deze vergemakkelijken of eraan daden plegen of pogen te plegen, deze vergemakkelijken of eraan
deelnemen, het vertrekpunt is, volstaat het voor de uitvoering van deelnemen, het vertrekpunt is, volstaat het voor de uitvoering van
bovengenoemde verordening zich te steunen op de wetgeving aangaande de bovengenoemde verordening zich te steunen op de wetgeving aangaande de
tenuitvoerlegging van de beslissingen van de Veiligheidsraad van de tenuitvoerlegging van de beslissingen van de Veiligheidsraad van de
Organisatie van de Verenigde Naties. De keuze van deze redenering is Organisatie van de Verenigde Naties. De keuze van deze redenering is
onder andere gerechtvaardigd, door het feit, enerzijds, dat de wet die onder andere gerechtvaardigd, door het feit, enerzijds, dat de wet die
de uitvoerende macht bevoegdheid geeft voor de tenuitvoerlegging van de uitvoerende macht bevoegdheid geeft voor de tenuitvoerlegging van
de maatregelen beslist door de Raad van de Europese Unie - thans de maatregelen beslist door de Raad van de Europese Unie - thans
voorgelegd aan de Raad van State - ons steeds ontbreekt, en, voorgelegd aan de Raad van State - ons steeds ontbreekt, en,
anderzijds, dat de besluitwet van 6 oktober 1944 betreffende de anderzijds, dat de besluitwet van 6 oktober 1944 betreffende de
controle op den wissel slechts de wisselverrichtingen, het controle op den wissel slechts de wisselverrichtingen, het
kapitaalverkeer en de financiële overdrachten aan de goedkeuring van kapitaalverkeer en de financiële overdrachten aan de goedkeuring van
de Minister van Financiën onderwerpt. de Minister van Financiën onderwerpt.
De tegoeden, de andere financiële of economische middelen van personen De tegoeden, de andere financiële of economische middelen van personen
en entiteiten die terroristische daden stellen of pogen te stellen, ze en entiteiten die terroristische daden stellen of pogen te stellen, ze
vergemakkelijken of eraan deelnemen, opgenomen in de lijsten vergemakkelijken of eraan deelnemen, opgenomen in de lijsten
vastgesteld bij besluit van de Raad overeenkomstig de Europese vastgesteld bij besluit van de Raad overeenkomstig de Europese
Verordening genomen op grond van de resolutie 1373 (2001) van 28 Verordening genomen op grond van de resolutie 1373 (2001) van 28
september 2001 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, alsook september 2001 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, alsook
de financiële diensten of andere verwante diensten ten voordele van de financiële diensten of andere verwante diensten ten voordele van
deze personen en entiteiten, worden geregeld overeenkomstig de deze personen en entiteiten, worden geregeld overeenkomstig de
bepalingen van de Europese Verordening (EG) nr. 2580/2001 van de Raad bepalingen van de Europese Verordening (EG) nr. 2580/2001 van de Raad
van 27 december 2001 inzake specifieke beperkende maatregelen tegen van 27 december 2001 inzake specifieke beperkende maatregelen tegen
bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het
terrorisme, vastgesteld op grond van de resolutie nr. 1373 (2001) terrorisme, vastgesteld op grond van de resolutie nr. 1373 (2001)
aangenomen door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties op 28 aangenomen door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties op 28
september 2001. september 2001.
De Minister van Financiën is bevoegd om elke maatregel om de De Minister van Financiën is bevoegd om elke maatregel om de
tenuitvoerlegging te verzekeren van dit besluit, te organiseren en te tenuitvoerlegging te verzekeren van dit besluit, te organiseren en te
nemen. nemen.
De inwerkingtreding van het besluit is voorzien met terugwerkende De inwerkingtreding van het besluit is voorzien met terugwerkende
kracht om het tijdperk na de inwerkingtreding van de Verordening (EG) kracht om het tijdperk na de inwerkingtreding van de Verordening (EG)
nr. 2580/2001 zijnde 28 december 2001, te bestrijken. nr. 2580/2001 zijnde 28 december 2001, te bestrijken.
De dringende noodzakelijkheid van het besluit werd verantwoord. De dringende noodzakelijkheid van het besluit werd verantwoord.
Wij hebben de eer te zijn, Wij hebben de eer te zijn,
Sire, Sire,
van Uwe Majesteit van Uwe Majesteit
de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars,
De Minister van Buitenlandse Zaken, De Minister van Buitenlandse Zaken,
L. MICHEL L. MICHEL
De Minister van Financiën, De Minister van Financiën,
D. REYNDERS D. REYNDERS
2 MEI 2002. - Koninklijk besluit inzake specifieke beperkende 2 MEI 2002. - Koninklijk besluit inzake specifieke beperkende
maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de
strijd tegen het terrorisme strijd tegen het terrorisme
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de resolutie 1373 (2001) aangenomen door de Veiligheidsraad Gelet op de resolutie 1373 (2001) aangenomen door de Veiligheidsraad
van de Verenigde Naties op 28 september 2001; van de Verenigde Naties op 28 september 2001;
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap
waarmee ingestemd werd bij wetten van 2 december 1957, 26 november waarmee ingestemd werd bij wetten van 2 december 1957, 26 november
1992 en 10 augustus 1998; 1992 en 10 augustus 1998;
Gelet op de Verordening (EG) nr. 2580/2001 van de Raad van 27 december Gelet op de Verordening (EG) nr. 2580/2001 van de Raad van 27 december
2001 inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen 2001 inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen
en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme; en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme;
Gelet op de wet van 11 mei 1995 inzake de tenuitvoerlegging van de Gelet op de wet van 11 mei 1995 inzake de tenuitvoerlegging van de
besluiten van de Veiligheidsraad van de Organisatie van de Verenigde besluiten van de Veiligheidsraad van de Organisatie van de Verenigde
Naties, inzonderheid op de artikelen 1 en 4; Naties, inzonderheid op de artikelen 1 en 4;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 25 Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 25
maart 2002; maart 2002;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari
1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4
juli 1989 en 4 augustus 1996; juli 1989 en 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid; Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de Verordening (EG) nr. 2580/2001 van de Raad van 27 Overwegende dat de Verordening (EG) nr. 2580/2001 van de Raad van 27
december 2001 verbindend is in al haar onderdelen en rechtstreeks van december 2001 verbindend is in al haar onderdelen en rechtstreeks van
toepassing is in elke Lidstaat; dat zij in werking is getreden op 28 toepassing is in elke Lidstaat; dat zij in werking is getreden op 28
december 2001, de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van december 2001, de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van
de Europese Gemeenschappen (nr. L 344/70); dat het niet-naleven van de Europese Gemeenschappen (nr. L 344/70); dat het niet-naleven van
haar bepalingen vanaf haar inwerkingtreding moet kunnen worden haar bepalingen vanaf haar inwerkingtreding moet kunnen worden
bestraft; dat deze strafmaatregelen dus onverwijld toepasselijk dienen bestraft; dat deze strafmaatregelen dus onverwijld toepasselijk dienen
te worden gemaakt; te worden gemaakt;
Overwegende dat voornoemde resolutie 1373 (2001) de Lidstaten van de Overwegende dat voornoemde resolutie 1373 (2001) de Lidstaten van de
Europese Unie inzonderheid verplicht te verbieden dat de tegoeden en Europese Unie inzonderheid verplicht te verbieden dat de tegoeden en
andere financiële of economische middelen ter beschikking worden andere financiële of economische middelen ter beschikking worden
gesteld van personen en entiteiten die terroristische daden stellen of gesteld van personen en entiteiten die terroristische daden stellen of
pogen te stellen, ze vergemakkelijken of eraan deelnemen, en dat pogen te stellen, ze vergemakkelijken of eraan deelnemen, en dat
financiële of andere verwante diensten aan hen worden verleend; financiële of andere verwante diensten aan hen worden verleend;
Overwegende dat, overeenkomstig de resolutie 1373 (2001), de Overwegende dat, overeenkomstig de resolutie 1373 (2001), de
voornoemde Verordening (EG) nr. 2580/2001 vastgesteld op grond van de voornoemde Verordening (EG) nr. 2580/2001 vastgesteld op grond van de
genoemde resolutie, inzonderheid de tegoeden, de financiële en genoemde resolutie, inzonderheid de tegoeden, de financiële en
economische middelen toebehorende aan personen die terroristische economische middelen toebehorende aan personen die terroristische
daden stellen of pogen te stellen, ze vergemakkelijken of eraan daden stellen of pogen te stellen, ze vergemakkelijken of eraan
deelnemen, op het vlak van de Europese Unie en dus van haar Lidstaten, deelnemen, op het vlak van de Europese Unie en dus van haar Lidstaten,
bevriest; bevriest;
Overwegende bijgevolg dat eveneens in België, de tegoeden, de andere Overwegende bijgevolg dat eveneens in België, de tegoeden, de andere
financiële en economische middelen van personen die terroristische financiële en economische middelen van personen die terroristische
daden stellen of pogen te stellen, ze vergemakkelijken of eraan daden stellen of pogen te stellen, ze vergemakkelijken of eraan
deelnemen, onderworpen zijn aan de bepalingen van de voornoemde deelnemen, onderworpen zijn aan de bepalingen van de voornoemde
Verordening (EG) nr. 2580/2001 vastgesteld op basis van de voornoemde Verordening (EG) nr. 2580/2001 vastgesteld op basis van de voornoemde
resolutie 1373 (2001), inzonderheid ten opzichte van de personen resolutie 1373 (2001), inzonderheid ten opzichte van de personen
opgenomen op een lijst in Europese besluiten op grond van voornoemde opgenomen op een lijst in Europese besluiten op grond van voornoemde
Verordening (EG) nr. 2580/2201; Verordening (EG) nr. 2580/2201;
Overwegende dat de bekendmaking van de lijst van de geviseerde Overwegende dat de bekendmaking van de lijst van de geviseerde
personen, groepen en entiteiten overeenkomstig de voornoemde personen, groepen en entiteiten overeenkomstig de voornoemde
Verordening (EG) nr. 2580/2001, met eenparigheid van stemmen bepaald Verordening (EG) nr. 2580/2001, met eenparigheid van stemmen bepaald
is bij besluit van de Raad; is bij besluit van de Raad;
Overwegende dat de Staten, waaronder België, gehouden zijn alle Overwegende dat de Staten, waaronder België, gehouden zijn alle
internationale overeenkomsten en bepalingen aangaande de strijd tegen internationale overeenkomsten en bepalingen aangaande de strijd tegen
het terrorisme in zijn geheel toe te passen; het terrorisme in zijn geheel toe te passen;
Overwegende dat de Staten, waaronder België, gehouden zijn krachtens Overwegende dat de Staten, waaronder België, gehouden zijn krachtens
de voornoemde Europese Verordening nr. 2580/2001, vastgesteld op grond de voornoemde Europese Verordening nr. 2580/2001, vastgesteld op grond
van voornoemde resolutie 1373 (2001), passende sancties te voorzien; van voornoemde resolutie 1373 (2001), passende sancties te voorzien;
Op de voordracht van Onze Minister van Buitenlandse Zaken en Onze Op de voordracht van Onze Minister van Buitenlandse Zaken en Onze
Minister van Financiën en op het advies van Onze in Raad vergaderde Minister van Financiën en op het advies van Onze in Raad vergaderde
Ministers, Ministers,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De tegoeden, de andere financiële of economische middelen

Artikel 1.De tegoeden, de andere financiële of economische middelen

van personen en entiteiten die terroristische daden stellen of pogen van personen en entiteiten die terroristische daden stellen of pogen
te stellen, ze vergemakkelijken of eraan deelnemen, opgenomen in de te stellen, ze vergemakkelijken of eraan deelnemen, opgenomen in de
lijsten opgesteld door besluit overeenkomstig de Europese Verordening lijsten opgesteld door besluit overeenkomstig de Europese Verordening
genomen op grond van de resolutie 1373 (2001) van 28 september 2001 genomen op grond van de resolutie 1373 (2001) van 28 september 2001
van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, alsook de financiële van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, alsook de financiële
diensten of andere verwante diensten ten voordele van deze personen en diensten of andere verwante diensten ten voordele van deze personen en
entiteiten, worden geregeld volgens de bepalingen van de Europese entiteiten, worden geregeld volgens de bepalingen van de Europese
Verordening (EG) nr. 2580/2001 van de Raad van 27 december 2001 inzake Verordening (EG) nr. 2580/2001 van de Raad van 27 december 2001 inzake
specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en
entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme, vastgesteld entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme, vastgesteld
op grond van de resolutie nr. 1373 (2001) aangenomen door de op grond van de resolutie nr. 1373 (2001) aangenomen door de
Veiligheidsraad van de Verenigde Naties op 28 september 2001. Veiligheidsraad van de Verenigde Naties op 28 september 2001.

Art. 2.De sancties bepaald bij de wet van 11 mei 1995 zijn van

Art. 2.De sancties bepaald bij de wet van 11 mei 1995 zijn van

toepassing. toepassing.

Art. 3.Onze Minister van Buitenlandse Zaken en Onze Minister van

Art. 3.Onze Minister van Buitenlandse Zaken en Onze Minister van

Financiën zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van Financiën zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van
dit besluit. dit besluit.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking met ingang van 28 december 2001.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking met ingang van 28 december 2001.

Gegeven te Brussel, 2 mei 2002. Gegeven te Brussel, 2 mei 2002.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Buitenlandse Zaken, De Minister van Buitenlandse Zaken,
L. MICHEL L. MICHEL
De Minister van Financiën, De Minister van Financiën,
D. REYNDERS D. REYNDERS
^