Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 02/04/2014
← Terug naar "Koninklijk besluit tot erkenning en betoelaging van de koepels en tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 februari 2007 voor de erkenning en betoelaging van de Federaties van de niet gouvernementele ontwikkelingsorganisaties "
Koninklijk besluit tot erkenning en betoelaging van de koepels en tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 februari 2007 voor de erkenning en betoelaging van de Federaties van de niet gouvernementele ontwikkelingsorganisaties Koninklijk besluit tot erkenning en betoelaging van de koepels en tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 februari 2007 voor de erkenning en betoelaging van de Federaties van de niet gouvernementele ontwikkelingsorganisaties
FEDERALE OVERHEIDSDIENST BUITENLANDSE ZAKEN, BUITENLANDSE HANDEL EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST BUITENLANDSE ZAKEN, BUITENLANDSE HANDEL EN
ONTWIKKELINGSSAMENWERKING ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
2 APRIL 2014. - Koninklijk besluit tot erkenning en betoelaging van de 2 APRIL 2014. - Koninklijk besluit tot erkenning en betoelaging van de
koepels en tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 februari koepels en tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 februari
2007 voor de erkenning en betoelaging van de Federaties van de niet 2007 voor de erkenning en betoelaging van de Federaties van de niet
gouvernementele ontwikkelingsorganisaties gouvernementele ontwikkelingsorganisaties
FILIP, Koning der Belgen, FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 19 maart 2013 betreffende de Belgische Gelet op de wet van 19 maart 2013 betreffende de Belgische
ontwikkelingssamenwerking, de artikelen 26, § 3 en 27, § 6, gewijzigd ontwikkelingssamenwerking, de artikelen 26, § 3 en 27, § 6, gewijzigd
bij de artikelen 13 en 14 van de wet van 9 januari 2014; bij de artikelen 13 en 14 van de wet van 9 januari 2014;
Gelet op het koninklijk besluit van 7 februari 2007 voor de erkenning Gelet op het koninklijk besluit van 7 februari 2007 voor de erkenning
en betoelaging van de federaties van de niet-gouvernementele en betoelaging van de federaties van de niet-gouvernementele
ontwikkelingsorganisaties; ontwikkelingsorganisaties;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10
december 2013; december 2013;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 17 Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 17
december 2013; december 2013;
Gelet op het advies 54.924/4 van de Raad van State, gegeven op 19 Gelet op het advies 54.924/4 van de Raad van State, gegeven op 19
februari 2014; februari 2014;
Op de voordracht van de Minister van Ontwikkelingssamenwerking en op Op de voordracht van de Minister van Ontwikkelingssamenwerking en op
het advies van de in Raad vergaderde Ministers, het advies van de in Raad vergaderde Ministers,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
HOOFDSTUK 1. - Erkenning en betoelaging van de koepels HOOFDSTUK 1. - Erkenning en betoelaging van de koepels

Artikel 1.Om erkend te worden als koepel, dient de organisatie per

Artikel 1.Om erkend te worden als koepel, dient de organisatie per

aangetekend schrijven een erkenningsaanvraag in bij de Minister. aangetekend schrijven een erkenningsaanvraag in bij de Minister.
De erkenningsaanvraag wordt vergezeld door het register van de leden De erkenningsaanvraag wordt vergezeld door het register van de leden
van de organisatie van de organisatie

Art. 2.De erkenning als koepel wordt toegekend door de Minister.

Art. 2.De erkenning als koepel wordt toegekend door de Minister.

Zijn beslissing wordt de organisatie per aangetekend schrijven binnen Zijn beslissing wordt de organisatie per aangetekend schrijven binnen
een termijn van drie maanden volgend op de datum van de ontvangst van een termijn van drie maanden volgend op de datum van de ontvangst van
de erkenningsaanvraag meegedeeld. de erkenningsaanvraag meegedeeld.

Art. 3.De Minister maakt zijn voornemen om de erkenning in te trekken

Art. 3.De Minister maakt zijn voornemen om de erkenning in te trekken

per aangetekend schrijven kenbaar aan de koepel. per aangetekend schrijven kenbaar aan de koepel.
De koepel beschikt over een termijn van twee maanden vanaf de De koepel beschikt over een termijn van twee maanden vanaf de
ontvangst van het in het eerste lid vermelde aangetekend schrijven om ontvangst van het in het eerste lid vermelde aangetekend schrijven om
haar opmerkingen op de intrekking over te maken. haar opmerkingen op de intrekking over te maken.
De Minister deelt de beslissing over de intrekking per aangetekend De Minister deelt de beslissing over de intrekking per aangetekend
schrijven mee aan de organisatie. schrijven mee aan de organisatie.

Art. 4.De taken van de koepels zijn :

Art. 4.De taken van de koepels zijn :

1° deelnemen aan het strategisch overlegcomité voorzien in artikel 10 1° deelnemen aan het strategisch overlegcomité voorzien in artikel 10
van het koninklijk besluit van 7 februari 2007 voor de erkenning en van het koninklijk besluit van 7 februari 2007 voor de erkenning en
betoelaging van de Federaties van de niet-gouvernementele betoelaging van de Federaties van de niet-gouvernementele
ontwikkelingsorganisaties; ontwikkelingsorganisaties;
2° bijdragen aan de versterking van de capaciteiten van de NGO's op 2° bijdragen aan de versterking van de capaciteiten van de NGO's op
institutioneel vlak, meer bepaald door het analyseren en documenteren institutioneel vlak, meer bepaald door het analyseren en documenteren
van de evolutie van de paradigma's en praktijken inzake de van de evolutie van de paradigma's en praktijken inzake de
gouvernementele en niet-gouvernementele ontwikkelingssamenwerking; gouvernementele en niet-gouvernementele ontwikkelingssamenwerking;
3° identificeren van de comparatieve voordelen van de verschillende 3° identificeren van de comparatieve voordelen van de verschillende
actoren van de gouvernementele en niet-gouvernementele actoren van de gouvernementele en niet-gouvernementele
ontwikkelingssamenwerking met het oog op het verkrijgen van een ontwikkelingssamenwerking met het oog op het verkrijgen van een
optimale taakverdeling en het identificeren van complementariteiten; optimale taakverdeling en het identificeren van complementariteiten;
4° installeren en coördineren van de platformen betreffende gender en 4° installeren en coördineren van de platformen betreffende gender en
ontwikkeling en beleidscoherentie ten gunste van ontwikkeling, die in ontwikkeling en beleidscoherentie ten gunste van ontwikkeling, die in
staat moeten zijn : staat moeten zijn :
a) studies op te maken, adviezen en aanbevelingen te leveren op de a) studies op te maken, adviezen en aanbevelingen te leveren op de
thematieken gender en ontwikkeling en beleidscoherentie ten gunste van thematieken gender en ontwikkeling en beleidscoherentie ten gunste van
ontwikkeling; ontwikkeling;
b) opzoekingen en impactanalyses uit te voeren in al de domeinen die b) opzoekingen en impactanalyses uit te voeren in al de domeinen die
betrekking hebben op gender en ontwikkeling en de beleidscoherentie betrekking hebben op gender en ontwikkeling en de beleidscoherentie
ten gunste van ontwikkeling; ten gunste van ontwikkeling;
c) een technische steun te verlenen inzake de integratie van c) een technische steun te verlenen inzake de integratie van
thematieken betreffende gender en beleidscoherentie ten gunste van thematieken betreffende gender en beleidscoherentie ten gunste van
ontwikkeling in de strategische nota's van de Belgische ontwikkeling in de strategische nota's van de Belgische
Ontwikkelingssamenwerking; Ontwikkelingssamenwerking;
d) evenementen en uitwisselingen op nationaal en internationaal niveau d) evenementen en uitwisselingen op nationaal en internationaal niveau
te organiseren betreffende de gender en ontwikkeling gender en de te organiseren betreffende de gender en ontwikkeling gender en de
beleidscoherentie ten gunste van ontwikkeling; beleidscoherentie ten gunste van ontwikkeling;
5° coördineren van de opvolging door de NGO's van de strategische 5° coördineren van de opvolging door de NGO's van de strategische
nota's van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking; nota's van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking;
6° coördineren van een verbindingsgroep tussen NGO's met het oog op de 6° coördineren van een verbindingsgroep tussen NGO's met het oog op de
reflectie die moet voorafgaan aan de opstelling van de reflectie die moet voorafgaan aan de opstelling van de
gemeenschappelijke contextanalyses voorzien in artikel 27, § 7 van de gemeenschappelijke contextanalyses voorzien in artikel 27, § 7 van de
wet van 19 maart 2013 betreffende de Belgische wet van 19 maart 2013 betreffende de Belgische
ontwikkelingssamenwerking en het bevorderen van de permanente ontwikkelingssamenwerking en het bevorderen van de permanente
communicatie tussen deze groep en de verschillende ANGS. communicatie tussen deze groep en de verschillende ANGS.

Art. 5.§ 1. Een koepel heeft, ten laste van het budget van

Art. 5.§ 1. Een koepel heeft, ten laste van het budget van

Ontwikkelingssamenwerking, recht op een jaarlijkse subsidie ten Ontwikkelingssamenwerking, recht op een jaarlijkse subsidie ten
bedrage van maximum drie voltijdse personeelsleden of het equivalent bedrage van maximum drie voltijdse personeelsleden of het equivalent
van drie voltijdse personeelsleden. van drie voltijdse personeelsleden.
Deze jaarlijkse subsidie dekt zowel de personeelskosten als de Deze jaarlijkse subsidie dekt zowel de personeelskosten als de
werkingskosten van de koepel die nodig zijn voor de uitvoering van de werkingskosten van de koepel die nodig zijn voor de uitvoering van de
taken voorzien in artikel 4. taken voorzien in artikel 4.
§ 2. De in aanmerking te nemen kosten mogen per personeelslid en per § 2. De in aanmerking te nemen kosten mogen per personeelslid en per
jaar niet hoger zijn dan zeventig duizend euro vastgesteld op grond jaar niet hoger zijn dan zeventig duizend euro vastgesteld op grond
van de gezondheidsindex van de maand december 2006, om zijn/haar loon van de gezondheidsindex van de maand december 2006, om zijn/haar loon
en werkingskosten te dekken. Dit bedrag wordt jaarlijks aangepast op en werkingskosten te dekken. Dit bedrag wordt jaarlijks aangepast op
grond van de gezondheidsindex van de maand september van het jaar dat grond van de gezondheidsindex van de maand september van het jaar dat
voorafgaat aan een nieuwe subsidietoekenning. voorafgaat aan een nieuwe subsidietoekenning.
§ 3. Als subsidieerbare loonkost voor een personeelslid, wordt het § 3. Als subsidieerbare loonkost voor een personeelslid, wordt het
brutoloon, het vakantiegeld en de eindejaarspremie vermeerderd met brutoloon, het vakantiegeld en de eindejaarspremie vermeerderd met
alle bijdragen die de werkgever moet betalen in toepassing van het alle bijdragen die de werkgever moet betalen in toepassing van het
voorziene sociaal systeem en de collectieve arbeidsovereenkomsten, in voorziene sociaal systeem en de collectieve arbeidsovereenkomsten, in
aanmerking genomen. aanmerking genomen.
Als maximum subsidieerbaar bruto salaris wordt gebruik gemaakt van de Als maximum subsidieerbaar bruto salaris wordt gebruik gemaakt van de
loonschalen van het Rijkspersoneel, rekening houdend met de diploma's loonschalen van het Rijkspersoneel, rekening houdend met de diploma's
of de beroepservaring met als maximum de loonschaal van Attaché (A1) of de beroepservaring met als maximum de loonschaal van Attaché (A1)
van het Rijkspersoneel. van het Rijkspersoneel.
Al het gesubsidieerde personeel moet beschikken over een diploma Al het gesubsidieerde personeel moet beschikken over een diploma
overeenstemmend met de vereisten van de functie of moet tenminste vijf overeenstemmend met de vereisten van de functie of moet tenminste vijf
jaar werkervaring kunnen voorleggen vergelijkbaar met deze functie. jaar werkervaring kunnen voorleggen vergelijkbaar met deze functie.
§ 4. Voor 1ste oktober leggen de koepels aan de Minister het § 4. Voor 1ste oktober leggen de koepels aan de Minister het
activiteitenprogramma en de begroting van het volgende jaar voor. activiteitenprogramma en de begroting van het volgende jaar voor.

Art. 6.De jaarlijkse subsidie bedoeld in artikel 5 wordt vrijgegeven

Art. 6.De jaarlijkse subsidie bedoeld in artikel 5 wordt vrijgegeven

in twee schijven van vijftig procent. in twee schijven van vijftig procent.
De eerst schijf wordt vrijgegeven na de voorlegging van een De eerst schijf wordt vrijgegeven na de voorlegging van een
schuldvordering ingevolge de notificatie van het ministerieel schuldvordering ingevolge de notificatie van het ministerieel
toekenningsbesluit dat voor 31 maart van elk jaar wordt genomen. toekenningsbesluit dat voor 31 maart van elk jaar wordt genomen.
De tweede schijf wordt vrijgegeven na de voorlegging van een De tweede schijf wordt vrijgegeven na de voorlegging van een
schuldvordering, het activiteitenverslag en de jaarrekening van het schuldvordering, het activiteitenverslag en de jaarrekening van het
afgelopen boekjaar van de koepel. afgelopen boekjaar van de koepel.
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 7 februari HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 7 februari
2007 voor de erkenning en betoelaging van de Federaties van de 2007 voor de erkenning en betoelaging van de Federaties van de
niet-gouvernementele ontwikkelingsorganisaties niet-gouvernementele ontwikkelingsorganisaties

Art. 7.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 7 februari 2007 voor

Art. 7.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 7 februari 2007 voor

de erkenning en betoelaging van de Federaties van de de erkenning en betoelaging van de Federaties van de
niet-gouvernementele ontwikkelingsorganisaties wordt opgeheven. niet-gouvernementele ontwikkelingsorganisaties wordt opgeheven.

Art. 8.In artikel 5 van hetzelfde besluit wordt de bepaling onder 3°

Art. 8.In artikel 5 van hetzelfde besluit wordt de bepaling onder 3°

vervangen als volgt : vervangen als volgt :
"3° de dialoog organiseren tussen de Directie-Generaal "3° de dialoog organiseren tussen de Directie-Generaal
Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp en de ANG's zoals Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp en de ANG's zoals
voorzien in art. 9.". voorzien in art. 9.".

Art. 9.In hetzelfde besluit wordt een artikel 5/1 ingevoegd, luidende

Art. 9.In hetzelfde besluit wordt een artikel 5/1 ingevoegd, luidende

: :
"

Art. 5/1.In overleg met de koepels vervullen de Federaties tevens

"

Art. 5/1.In overleg met de koepels vervullen de Federaties tevens

volgende taken : volgende taken :
1° het organiseren van opleidingen voor de NGO's; 1° het organiseren van opleidingen voor de NGO's;
2° de uitwisseling van informatie en goede praktijken door middel van 2° de uitwisseling van informatie en goede praktijken door middel van
de organisatie van werkgroepen en het begeleiden van de organisatie van werkgroepen en het begeleiden van
verbeteringsprocessen; verbeteringsprocessen;
3° de organisatie van werkgroepen van NGO's over de toepassing en de 3° de organisatie van werkgroepen van NGO's over de toepassing en de
interpretatie van de regelgeving en het opstellen van analyses en interpretatie van de regelgeving en het opstellen van analyses en
aanbevelingen in dit verband; aanbevelingen in dit verband;
4° het deelnemen aan het technisch overlegcomité zoals bedoeld in 4° het deelnemen aan het technisch overlegcomité zoals bedoeld in
artikel 9.". artikel 9.".

Art. 10.In artikel 6 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 1

Art. 10.In artikel 6 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 1

vervangen als volgt : vervangen als volgt :
" § 1. Onverminderd de mogelijkheid voorzien in artikel 7, heeft een " § 1. Onverminderd de mogelijkheid voorzien in artikel 7, heeft een
Federatie, ten laste van het budget van Ontwikkelingssamenwerking, Federatie, ten laste van het budget van Ontwikkelingssamenwerking,
recht op een jaarlijkse subsidie ten bedrage van maximum zeven recht op een jaarlijkse subsidie ten bedrage van maximum zeven
voltijdse personeelsleden of het equivalent van zeven voltijdse voltijdse personeelsleden of het equivalent van zeven voltijdse
personeelsleden. personeelsleden.
Deze jaarlijkse subsidie dekt zowel de personeelskosten als de Deze jaarlijkse subsidie dekt zowel de personeelskosten als de
werkingskosten die nodig zijn voor de uitvoering van de taken voorzien werkingskosten die nodig zijn voor de uitvoering van de taken voorzien
in artikel 5 en artikel 5/1.". in artikel 5 en artikel 5/1.".

Art. 11.Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :

Art. 11.Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :

"

Art. 9.§ 1. Er wordt een technisch overlegcomité opgericht. Het

"

Art. 9.§ 1. Er wordt een technisch overlegcomité opgericht. Het

technisch overlegcomité beraadslaagt over de toepassing en de technisch overlegcomité beraadslaagt over de toepassing en de
interpretatie van de regelgeving die van toepassing is op de actoren interpretatie van de regelgeving die van toepassing is op de actoren
van de niet-gouvernementele samenwerking. van de niet-gouvernementele samenwerking.
§ 2. Het technisch overlegcomité vergadert minstens drie maal per jaar § 2. Het technisch overlegcomité vergadert minstens drie maal per jaar
en wordt voorgezeten door de Directeur van de niet-gouvernementele en wordt voorgezeten door de Directeur van de niet-gouvernementele
samenwerking van de Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking en samenwerking van de Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking en
Humanitaire Hulp. Humanitaire Hulp.
Het technisch overlegcomité bestaat minstens uit : Het technisch overlegcomité bestaat minstens uit :
1° twee personeelsleden van de Directie-Generaal 1° twee personeelsleden van de Directie-Generaal
Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp; Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp;
2° één vertegenwoordiger van elke Federatie. 2° één vertegenwoordiger van elke Federatie.
§ 3. Het technisch overlegcomité doet voorstellen aan de Minister met § 3. Het technisch overlegcomité doet voorstellen aan de Minister met
betrekking tot de toepassing en de interpretatie van de regelgeving betrekking tot de toepassing en de interpretatie van de regelgeving
die van toepassing is op de actoren van de niet-gouvernementele die van toepassing is op de actoren van de niet-gouvernementele
samenwerking. samenwerking.
§ 4. Het technisch overlegcomité analyseert jaarlijks het § 4. Het technisch overlegcomité analyseert jaarlijks het
geconsolideerd verslag van de verschillende jaarlijkse boekhoudkundige geconsolideerd verslag van de verschillende jaarlijkse boekhoudkundige
controles et doet voorstellen om aan de vastgestelde tekortkomingen controles et doet voorstellen om aan de vastgestelde tekortkomingen
tegemoet te komen.". tegemoet te komen.".

Art. 12.Artikel 10 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :

Art. 12.Artikel 10 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :

"

Art. 10.§ 1. Er wordt een strategisch overlegcomité opgericht. Dit

"

Art. 10.§ 1. Er wordt een strategisch overlegcomité opgericht. Dit

comité doet aan reflectie betreffende de doelstellingen van de comité doet aan reflectie betreffende de doelstellingen van de
Belgische Ontwikkelingssamenwerking. Belgische Ontwikkelingssamenwerking.
§ 2. Het strategisch overlegcomité vergadert minstens twee keer per § 2. Het strategisch overlegcomité vergadert minstens twee keer per
jaar en wordt voorgezeten door de Directeur-Generaal van de jaar en wordt voorgezeten door de Directeur-Generaal van de
Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp. Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp.
Het strategisch overlegcomité bestaat minstens uit : Het strategisch overlegcomité bestaat minstens uit :
1° één personeelsleden van de Directie-Generaal 1° één personeelsleden van de Directie-Generaal
Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp; Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp;
2° één vertegenwoordigers van elke koepel; 2° één vertegenwoordigers van elke koepel;
3° één lid van de beleidscel van de Minister. 3° één lid van de beleidscel van de Minister.
§ 3. Het strategisch overlegcomité legt voor aan de Minister : § 3. Het strategisch overlegcomité legt voor aan de Minister :
- adviezen over de rol van de actoren van de niet-gouvernementele - adviezen over de rol van de actoren van de niet-gouvernementele
samenwerking in de Belgische Ontwikkelingssamenwerking; samenwerking in de Belgische Ontwikkelingssamenwerking;
- nieuwe doelstellingen van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking. - nieuwe doelstellingen van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking.
Bovendien zorgt het strategisch overlegcomité voor : Bovendien zorgt het strategisch overlegcomité voor :
- de opvolging van de complementariteiten en synergieën van de actoren - de opvolging van de complementariteiten en synergieën van de actoren
van de niet-gouvernementele samenwerking; van de niet-gouvernementele samenwerking;
- de opvolging en de evaluatie van de partnerschappen met de - de opvolging en de evaluatie van de partnerschappen met de
gouvernementele samenwerking; gouvernementele samenwerking;
- het formuleren van gemeenschappelijke adviezen over de conclusies - het formuleren van gemeenschappelijke adviezen over de conclusies
van studies en evaluaties betreffende de sector van de van studies en evaluaties betreffende de sector van de
niet-gouvernementele samenwerking of de Belgische niet-gouvernementele samenwerking of de Belgische
ontwikkelingssamenwerking.". ontwikkelingssamenwerking.".

Art. 13.Artikel 11 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :

Art. 13.Artikel 11 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :

"

Art. 11.De overlegcomités bedoeld in de artikelen 9 en 10 stellen

"

Art. 11.De overlegcomités bedoeld in de artikelen 9 en 10 stellen

hun huishoudelijk reglement op. Deze worden overgemaakt aan de hun huishoudelijk reglement op. Deze worden overgemaakt aan de
Minister.". Minister.".

Art. 14.In hetzelfde besluit wordt een artikel 12/1 ingevoegd,

Art. 14.In hetzelfde besluit wordt een artikel 12/1 ingevoegd,

luidende : luidende :
"

Art. 12/1.Dit besluit treedt buiten werking op 1 januari 2017.".

"

Art. 12/1.Dit besluit treedt buiten werking op 1 januari 2017.".

HOOFDSTUK 3. - Overgangsbepalingen HOOFDSTUK 3. - Overgangsbepalingen

Art. 15.In afwijking op art. 5 § 4, kan het activiteitenprogramma

Art. 15.In afwijking op art. 5 § 4, kan het activiteitenprogramma

2014 ingediend worden tot 15 februari 2014. 2014 ingediend worden tot 15 februari 2014.
HOOFDSTUK 4. - Uitvoeringsbepaling HOOFDSTUK 4. - Uitvoeringsbepaling

Art. 16.De minister bevoegd voor Ontwikkelingssamenwerking is belast

Art. 16.De minister bevoegd voor Ontwikkelingssamenwerking is belast

met de uitvoering van dit besluit. met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 2 april 2014. Gegeven te Brussel, 2 april 2014.
FILIP FILIP
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Ontwikkelingssamenwerking, De Minister van Ontwikkelingssamenwerking,
J.-P. LABILLE J.-P. LABILLE
^