| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 april 1968 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van de statuten | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 april 1968 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van de statuten |
|---|---|
| MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID |
| 2 APRIL 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 2 APRIL 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
| verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 mei 1997, gesloten | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 mei 1997, gesloten |
| in het Paritair Comité voor de schoonmaak- en | in het Paritair Comité voor de schoonmaak- en |
| ontsmettingsondernemingen, tot wijziging van de collectieve | ontsmettingsondernemingen, tot wijziging van de collectieve |
| arbeidsovereenkomst van 18 april 1968 tot oprichting van een fonds | arbeidsovereenkomst van 18 april 1968 tot oprichting van een fonds |
| voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van de statuten (1) | voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van de statuten (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de schoonmaak- en | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de schoonmaak- en |
| ontsmettingsondernemingen; | ontsmettingsondernemingen; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, | Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 mei 1997, gesloten | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 mei 1997, gesloten |
| in het Paritair Comité voor de schoonmaak- en | in het Paritair Comité voor de schoonmaak- en |
| ontsmettingsondernemingen, tot wijziging van de collectieve | ontsmettingsondernemingen, tot wijziging van de collectieve |
| arbeidsovereenkomst van 18 april 1968 tot oprichting van een fonds | arbeidsovereenkomst van 18 april 1968 tot oprichting van een fonds |
| voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van de statuten. | voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van de statuten. |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
| van dit besluit. | van dit besluit. |
| Gegeven te Nice, 2 april 2002. | Gegeven te Nice, 2 april 2002. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
| Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Comité | Paritair Comité |
| voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen | voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 mei 1997 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 mei 1997 |
| Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 april 1968 tot | Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 april 1968 tot |
| oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling | oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling |
| van de statuten (Overeenkomst geregistreerd op 15 september 1997 onder | van de statuten (Overeenkomst geregistreerd op 15 september 1997 onder |
| het nummer 44888/CO/121) | het nummer 44888/CO/121) |
Artikel 1.Artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 |
Artikel 1.Artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 |
| april 1968 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot | april 1968 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot |
| vaststelling van de statuten, algemeen verbindend verklaard bij | vaststelling van de statuten, algemeen verbindend verklaard bij |
| koninklijk besluit van 5 juli 1968, laatst gewijzigd bij collectieve | koninklijk besluit van 5 juli 1968, laatst gewijzigd bij collectieve |
| arbeidsovereenkomst van 5 december 1996, geregistreerd op 17 januari | arbeidsovereenkomst van 5 december 1996, geregistreerd op 17 januari |
| 1997 onder het nummer 43244/CO/121 wordt aangevuld met de volgende | 1997 onder het nummer 43244/CO/121 wordt aangevuld met de volgende |
| leden : | leden : |
| « 3° op de werknemers interimarissen, tewerkgesteld in de sector | « 3° op de werknemers interimarissen, tewerkgesteld in de sector |
| schoonmaak, voorzover de voordelen niet verleend worden door het Fonds | schoonmaak, voorzover de voordelen niet verleend worden door het Fonds |
| voor bestaanszekerheid voor de uitzendarbeid; | voor bestaanszekerheid voor de uitzendarbeid; |
| 4° op de werklieden en werksters tewerkgesteld door de schoonmaak- en | 4° op de werklieden en werksters tewerkgesteld door de schoonmaak- en |
| ontsmettingsondernemingen, waarvoor geen verplichting tot bijdragen | ontsmettingsondernemingen, waarvoor geen verplichting tot bijdragen |
| aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid bestaat, (bijvoorbeeld, naar | aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid bestaat, (bijvoorbeeld, naar |
| ons land gedetacheerde werknemers, vallend onder artikel 14 van de | ons land gedetacheerde werknemers, vallend onder artikel 14 van de |
| Verordering (EEG) 1408/71 van 14 juni 1971 of ter uitvoering van een | Verordering (EEG) 1408/71 van 14 juni 1971 of ter uitvoering van een |
| bilateraal akkoord tussen België en een derde land), met uitsluiting | bilateraal akkoord tussen België en een derde land), met uitsluiting |
| van de studenten die tijdens de zomermaanden gedurende maximum één | van de studenten die tijdens de zomermaanden gedurende maximum één |
| maand tewerkgesteld worden. » | maand tewerkgesteld worden. » |
Art. 2.Artikel 6 van dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst wordt |
Art. 2.Artikel 6 van dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst wordt |
| aangevuld met de volgende leden : | aangevuld met de volgende leden : |
| « De bij artikel 5, 3°, bedoelde werknemers hebben recht op de | « De bij artikel 5, 3°, bedoelde werknemers hebben recht op de |
| aanvullende voordelen die niet verleend worden door het fonds voor | aanvullende voordelen die niet verleend worden door het fonds voor |
| bestaanszekerheid waaronder het uitzendbureau ressorteert, op | bestaanszekerheid waaronder het uitzendbureau ressorteert, op |
| voorwaarde dat de bij artikel 13 bedoelde werkgeversbijdragen | voorwaarde dat de bij artikel 13 bedoelde werkgeversbijdragen |
| daadwerkelijk werden geïnd. | daadwerkelijk werden geïnd. |
| De bij artikel 5, 4°, bedoelde werknemers hebben recht op de | De bij artikel 5, 4°, bedoelde werknemers hebben recht op de |
| aanvullende voordelen, op voorwaarde dat de bij artikel 13 bedoelde | aanvullende voordelen, op voorwaarde dat de bij artikel 13 bedoelde |
| werkgeversbijdragen daadwerkelijk werden geïnd. » | werkgeversbijdragen daadwerkelijk werden geïnd. » |
Art. 3.In artikel 13 van dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst, |
Art. 3.In artikel 13 van dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst, |
| wordt tussen het lid één en het lid twee, het volgende lid ingevoegd : | wordt tussen het lid één en het lid twee, het volgende lid ingevoegd : |
| « Voor de werknemers interimarissen, tewerkgesteld in de sector | « Voor de werknemers interimarissen, tewerkgesteld in de sector |
| schoonmaak, wordt de werkgeversbijdrage van de interimkantoren | schoonmaak, wordt de werkgeversbijdrage van de interimkantoren |
| vastgesteld op 2,5 pct. op de lonen aan 108 pct. aangegeven aan de | vastgesteld op 2,5 pct. op de lonen aan 108 pct. aangegeven aan de |
| Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. » | Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. » |
Art. 4.Artikel 14 van dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst wordt |
Art. 4.Artikel 14 van dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst wordt |
| aangevuld met de volgende leden : | aangevuld met de volgende leden : |
| « Wat de werknemer tewerkgesteld door de schoonmaak- en | « Wat de werknemer tewerkgesteld door de schoonmaak- en |
| ontsmettingsondernemingen, waarvoor geen verplichting tot bijdragen | ontsmettingsondernemingen, waarvoor geen verplichting tot bijdragen |
| aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid bestaat, (bijvoorbeeld naar | aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid bestaat, (bijvoorbeeld naar |
| ons land gedetacheerde werknemers, vallend onder artikel 14 van de | ons land gedetacheerde werknemers, vallend onder artikel 14 van de |
| Verordening (EEG) 1408/71 van 14 juni 1971 of ter uitvoering van een | Verordening (EEG) 1408/71 van 14 juni 1971 of ter uitvoering van een |
| bilateraal akkoord tussen België en een derde land), met uitsluiting | bilateraal akkoord tussen België en een derde land), met uitsluiting |
| van de studenten die tijdens de zomermaanden gedurende maximum een | van de studenten die tijdens de zomermaanden gedurende maximum een |
| maand tewerkgesteld worden, betreft, wordt de bijdrage bedoeld bij | maand tewerkgesteld worden, betreft, wordt de bijdrage bedoeld bij |
| artikel 13 rechtstreeks door het fonds geïnd, volgens modaliteiten | artikel 13 rechtstreeks door het fonds geïnd, volgens modaliteiten |
| welke door de raad van beheer worden bepaald. | welke door de raad van beheer worden bepaald. |
| Hiertoe dient de schoonmaakonderneming, wanneer het gaat om werknemers | Hiertoe dient de schoonmaakonderneming, wanneer het gaat om werknemers |
| die naar ons land gedetacheerd zijn en die vallen onder artikel 14 van | die naar ons land gedetacheerd zijn en die vallen onder artikel 14 van |
| de Verordening (EEG) 1408/71 van 14 juni 1971 of ter uitvoering van | de Verordening (EEG) 1408/71 van 14 juni 1971 of ter uitvoering van |
| een bilateraal akkoord tussen België en een derde land, met | een bilateraal akkoord tussen België en een derde land, met |
| uitsluiting van de studenten die tijdens de zomermaanden gedurende | uitsluiting van de studenten die tijdens de zomermaanden gedurende |
| maximum één maand tewerkgesteld worden, uiterlijk vóór de aanvang van | maximum één maand tewerkgesteld worden, uiterlijk vóór de aanvang van |
| de detachering het fonds schriftelijk in kennis te stellen van de | de detachering het fonds schriftelijk in kennis te stellen van de |
| namen van de gedetacheerde werknemers en van de duur van de | namen van de gedetacheerde werknemers en van de duur van de |
| detachering. Zij zal bovendien, wanneer dit is vereist ingevolge de | detachering. Zij zal bovendien, wanneer dit is vereist ingevolge de |
| wetgeving en/of het bilateraal akkoord tussen België en het derde | wetgeving en/of het bilateraal akkoord tussen België en het derde |
| land, bij die informatie aan afschrift voegen van het | land, bij die informatie aan afschrift voegen van het |
| detacheringsformulier, zoals het formulier E 101 dat geldt voor de | detacheringsformulier, zoals het formulier E 101 dat geldt voor de |
| werknemers die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen. » | werknemers die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen. » |
Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met |
Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met |
| ingang van 1 mei 1997 en heeft dezelfde geldigheidsduur als deze | ingang van 1 mei 1997 en heeft dezelfde geldigheidsduur als deze |
| dewelke zij wijzigt. | dewelke zij wijzigt. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 april | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 april |
| 2002. | 2002. |
| De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
| Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |