Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 01/02/2018
← Terug naar "Koninklijk besluit tot aanwijzing van instanties conform de wet van 18 juli 2017 inzake elektronische identificatie "
Koninklijk besluit tot aanwijzing van instanties conform de wet van 18 juli 2017 inzake elektronische identificatie Koninklijk besluit tot aanwijzing van instanties conform de wet van 18 juli 2017 inzake elektronische identificatie
FEDERALE OVERHEIDSDIENST BELEID EN ONDERSTEUNING FEDERALE OVERHEIDSDIENST BELEID EN ONDERSTEUNING
1 FEBRUARI 2018. - Koninklijk besluit tot aanwijzing van instanties 1 FEBRUARI 2018. - Koninklijk besluit tot aanwijzing van instanties
conform de wet van 18 juli 2017 inzake elektronische identificatie conform de wet van 18 juli 2017 inzake elektronische identificatie
VERSLAG AAN DE KONING VERSLAG AAN DE KONING
Sire, Sire,
De wet van 18 juli 2017 inzake elektronische identificatie strekt er De wet van 18 juli 2017 inzake elektronische identificatie strekt er
onder meer toe om bepalingen te voorzien die moeten toelaten onder meer toe om bepalingen te voorzien die moeten toelaten
verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad
van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en
vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt
en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG (hierna verordening en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG (hierna verordening
910/2014) toe te passen voor wat hoofdstuk II aangaande elektronische 910/2014) toe te passen voor wat hoofdstuk II aangaande elektronische
identificatie betreft. identificatie betreft.
Hoofdstuk II van verordening 910/2014 over de "elektronische Hoofdstuk II van verordening 910/2014 over de "elektronische
identificatie" is van directe toepassing in Belgisch recht maar identificatie" is van directe toepassing in Belgisch recht maar
vereiste op Belgisch niveau een aantal wetsbepalingen, teneinde door vereiste op Belgisch niveau een aantal wetsbepalingen, teneinde door
de overheid aangemelde stelsels voor elektronische identificatie, en de overheid aangemelde stelsels voor elektronische identificatie, en
het beheer daarvan, in lijn te brengen met de verplichtingen van het beheer daarvan, in lijn te brengen met de verplichtingen van
verordening 910/2014. Deze wetsbepalingen zijn terug te vinden in de verordening 910/2014. Deze wetsbepalingen zijn terug te vinden in de
wet van 18 juli 2017 inzake elektronische identificatie. wet van 18 juli 2017 inzake elektronische identificatie.
Deze wet heeft nood aan een aantal uitvoeringsbepalingen. Dit Deze wet heeft nood aan een aantal uitvoeringsbepalingen. Dit
ontwerpbesluit bevat deze bepalingen. ontwerpbesluit bevat deze bepalingen.
Overeenkomstig artikel 4 van de hierboven vermelde wet wordt de Overeenkomstig artikel 4 van de hierboven vermelde wet wordt de
Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning, directoraat-generaal Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning, directoraat-generaal
Digitale Transformatie, in artikel 1 aangewezen als instantie die de Digitale Transformatie, in artikel 1 aangewezen als instantie die de
betrouwbaarheidsniveaus bepaalt voor de bij de Europese Commissie aan betrouwbaarheidsniveaus bepaalt voor de bij de Europese Commissie aan
te melden elektronische identificatiemiddelen en zorgt voor de te melden elektronische identificatiemiddelen en zorgt voor de
aanmelding van deze middelen bij de Europese Commissie. Als aanmelding van deze middelen bij de Europese Commissie. Als
verantwoordelijke aanbieder van de Federale Authenticatiedienst is de verantwoordelijke aanbieder van de Federale Authenticatiedienst is de
Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning, directoraat-generaal Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning, directoraat-generaal
Digitale Transformatie, al verplicht om de betrouwbaarheidsniveaus Digitale Transformatie, al verplicht om de betrouwbaarheidsniveaus
conform de verordening te bepalen. De Federale Overheidsdienst Beleid conform de verordening te bepalen. De Federale Overheidsdienst Beleid
en Ondersteuning, directoraat-generaal Digitale Transformatie, heeft en Ondersteuning, directoraat-generaal Digitale Transformatie, heeft
dus de expertise en de kennis om de bepaling en de aanmelding van dus de expertise en de kennis om de bepaling en de aanmelding van
elektronische identificatiemiddelen te doen. elektronische identificatiemiddelen te doen.
Overeenkomstig artikel 5 van de hierboven vermelde wet wordt de Overeenkomstig artikel 5 van de hierboven vermelde wet wordt de
Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning, directoraat-generaal Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning, directoraat-generaal
Digitale Transformatie, in artikel 2 aangewezen als instantie die het Digitale Transformatie, in artikel 2 aangewezen als instantie die het
minimale pakket persoonsidentificatiegegevens van de houder van een minimale pakket persoonsidentificatiegegevens van de houder van een
door België aangemeld elektronisch identificatiemiddel, die zich wenst door België aangemeld elektronisch identificatiemiddel, die zich wenst
te identificeren voor toegang tot een onlinedienst aangeboden in een te identificeren voor toegang tot een onlinedienst aangeboden in een
andere lidstaat, doorgeeft aan het knooppunt van die lidstaat. andere lidstaat, doorgeeft aan het knooppunt van die lidstaat.
Artikel 6 van de hierboven vermelde wet voorziet dat een Artikel 6 van de hierboven vermelde wet voorziet dat een
toezichthoudend orgaan bestaat uit vertegenwoordigers met de nodige toezichthoudend orgaan bestaat uit vertegenwoordigers met de nodige
deskundigheid en kwalificaties inzake elektronische identificatie, deskundigheid en kwalificaties inzake elektronische identificatie,
aangewezen door ten minste drie verschillende overheidsdiensten, en is aangewezen door ten minste drie verschillende overheidsdiensten, en is
belast met het toezicht op de door de overheid aangemelde stelsels belast met het toezicht op de door de overheid aangemelde stelsels
voor elektronische identificatie en met het treffen van de maatregelen voor elektronische identificatie en met het treffen van de maatregelen
zoals bedoeld in artikel 10 van Verordening 910/2014. Volgens artikel zoals bedoeld in artikel 10 van Verordening 910/2014. Volgens artikel
3 van dit ontwerpbesluit wijzen de Federale Overheidsdienst Beleid en 3 van dit ontwerpbesluit wijzen de Federale Overheidsdienst Beleid en
Ondersteuning, de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken en de Ondersteuning, de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken en de
Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie de
vertegenwoordigers aan voor het toezichthoudend orgaan. vertegenwoordigers aan voor het toezichthoudend orgaan.
De Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning, De Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning,
directoraat-generaal Digitale Transformatie, fungeert nu reeds als directoraat-generaal Digitale Transformatie, fungeert nu reeds als
knooppunt en als uniek loket en overeenkomstig de artikelen 7 en 8 van knooppunt en als uniek loket en overeenkomstig de artikelen 7 en 8 van
de hierboven vermelde wet wordt deze rol in artikel 4 van het de hierboven vermelde wet wordt deze rol in artikel 4 van het
ontwerpbesluit bestendigd. ontwerpbesluit bestendigd.
Volgens uitvoeringsverordening (EU) 2015/1501 van de Commissie van 8 Volgens uitvoeringsverordening (EU) 2015/1501 van de Commissie van 8
september 2015 betreffende het interoperabiliteitskader bedoeld in september 2015 betreffende het interoperabiliteitskader bedoeld in
artikel 12, lid 8, van Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees artikel 12, lid 8, van Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees
Parlement en de Raad betreffende elektronische identificatie en Parlement en de Raad betreffende elektronische identificatie en
vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt
is een knooppunt "een aansluitpunt dat onderdeel is van de is een knooppunt "een aansluitpunt dat onderdeel is van de
interoperabiliteitsarchitectuur voor elektronische identificatie en interoperabiliteitsarchitectuur voor elektronische identificatie en
betrokken is bij de grensoverschrijdende authenticatie van personen, betrokken is bij de grensoverschrijdende authenticatie van personen,
en dat in staat is berichten te herkennen en te verwerken of door te en dat in staat is berichten te herkennen en te verwerken of door te
sturen naar andere knooppunten door mogelijk te maken dat de nationale sturen naar andere knooppunten door mogelijk te maken dat de nationale
elektronische identificatie-infrastructuur van een lidstaat gekoppeld elektronische identificatie-infrastructuur van een lidstaat gekoppeld
wordt aan de nationale elektronische identificatie-infrastructuren van wordt aan de nationale elektronische identificatie-infrastructuren van
andere lidstaten" en een exploitant van een knooppunt "de entiteit die andere lidstaten" en een exploitant van een knooppunt "de entiteit die
tot taak heeft ervoor te zorgen dat het knooppunt correct en tot taak heeft ervoor te zorgen dat het knooppunt correct en
betrouwbaar als aansluitpunt functioneert". betrouwbaar als aansluitpunt functioneert".
Volgens uitvoeringsverordening (EU) 2015/296 van de Commissie van 24 Volgens uitvoeringsverordening (EU) 2015/296 van de Commissie van 24
februari 2015 tot vaststelling van procedurele voorschriften februari 2015 tot vaststelling van procedurele voorschriften
betreffende de samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van betreffende de samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van
elektronische identificatie overeenkomstig artikel 12, lid 7, van elektronische identificatie overeenkomstig artikel 12, lid 7, van
Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad
betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor
elektronische transacties in de interne markt worden er via het uniek elektronische transacties in de interne markt worden er via het uniek
loket informatie, ervaring en goede werkwijzen inzake stelsels voor loket informatie, ervaring en goede werkwijzen inzake stelsels voor
elektronische identificatie uitgewisseld. elektronische identificatie uitgewisseld.
De informatie kan onder meer gerelateerd zijn aan de De informatie kan onder meer gerelateerd zijn aan de
interoperabiliteit, de betrouwbaarheidsniveaus van het stelsel of de interoperabiliteit, de betrouwbaarheidsniveaus van het stelsel of de
veiligheid. veiligheid.
Als verantwoordelijke aanbieder van de Federale Authenticatiedienst Als verantwoordelijke aanbieder van de Federale Authenticatiedienst
heeft de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning, heeft de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning,
directoraat-generaal Digitale Transformatie, de expertise en de kennis directoraat-generaal Digitale Transformatie, de expertise en de kennis
terzake en is best geplaatst voor deze taken. terzake en is best geplaatst voor deze taken.
Artikel 5 van het ontwerpbesluit bepaalt de inwerkingtreding van Artikel 5 van het ontwerpbesluit bepaalt de inwerkingtreding van
hoofdstuk 3 van de wet van 18 juli 2017 houdende elektronische hoofdstuk 3 van de wet van 18 juli 2017 houdende elektronische
identificatie. identificatie.
Ik heb de eer te zijn, Ik heb de eer te zijn,
Sire, Sire,
Van Uwe Majesteit, Van Uwe Majesteit,
de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar,
De Vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, De Vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking,
Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post,
A. DE CROO A. DE CROO
ADVIES 62.688/4 VAN 15 JANUARI 2018 VAN DE RAAD VAN STATE, AFDELING ADVIES 62.688/4 VAN 15 JANUARI 2018 VAN DE RAAD VAN STATE, AFDELING
WETGEVING, OVER EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT `TOT AANWIJZING VAN WETGEVING, OVER EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT `TOT AANWIJZING VAN
INSTANTIES CONFORM DE WET VAN 18 JULI 2017 INZAKE ELEKTRONISCHE INSTANTIES CONFORM DE WET VAN 18 JULI 2017 INZAKE ELEKTRONISCHE
IDENTIFICATIE' IDENTIFICATIE'
Op 15 december 2017 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Op 15 december 2017 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de
Vice Eersteminister en Minister van Ontwikkelingssamenwerking, Vice Eersteminister en Minister van Ontwikkelingssamenwerking,
Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post verzocht binnen een termijn Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post verzocht binnen een termijn
van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van
koninklijk besluit `tot aanwijzing van instanties conform de wet van koninklijk besluit `tot aanwijzing van instanties conform de wet van
18 juli 2017 inzake elektronische identificatie'. 18 juli 2017 inzake elektronische identificatie'.
Het ontwerp is door de vierde kamer onderzocht op 15 januari 2018. Het ontwerp is door de vierde kamer onderzocht op 15 januari 2018.
De kamer was samengesteld uit Jacques JAUMOTTE, voorzitter van de Raad De kamer was samengesteld uit Jacques JAUMOTTE, voorzitter van de Raad
van State, Martine BAGUET, kamervoorzitter, Bernard BLERO, staatsraad, van State, Martine BAGUET, kamervoorzitter, Bernard BLERO, staatsraad,
Marianne DONY, assessor, en Charles Henri VAN HOVE, toegevoegd Marianne DONY, assessor, en Charles Henri VAN HOVE, toegevoegd
griffier. griffier.
Het verslag is uitgebracht door Anne VAGMAN, eerste auditeur. Het verslag is uitgebracht door Anne VAGMAN, eerste auditeur.
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het
advies is nagezien onder toezicht van Martine BAGUET. advies is nagezien onder toezicht van Martine BAGUET.
Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 15 januari Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 15 januari
2018. 2018.
Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1,
eerste lid, 2°, van de wetten `op de Raad van State', gecoördineerd op eerste lid, 2°, van de wetten `op de Raad van State', gecoördineerd op
12 januari 1973, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 12 januari 1973, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel
84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de
rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de
handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten. handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.
Wat die drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de Wat die drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de
volgende opmerkingen. volgende opmerkingen.
Gedeeltelijke niet-ontvankelijkheid van de adviesaanvraag Gedeeltelijke niet-ontvankelijkheid van de adviesaanvraag
1. De artikelen 1, 2 en 4 van het ontwerp dat om advies aan de 1. De artikelen 1, 2 en 4 van het ontwerp dat om advies aan de
afdeling Wetgeving van de Raad van State voorgelegd is, beperken zich afdeling Wetgeving van de Raad van State voorgelegd is, beperken zich
ertoe uitvoering te geven aan de machtigingen die aan de Koning ertoe uitvoering te geven aan de machtigingen die aan de Koning
verleend worden bij artikel 4, § 1, artikel 5, § 1, en de artikelen 7 verleend worden bij artikel 4, § 1, artikel 5, § 1, en de artikelen 7
en 8 van de wet van 18 juli 2017 `inzake elektronische identificatie'. en 8 van de wet van 18 juli 2017 `inzake elektronische identificatie'.
Bij al die bepalingen wordt de Koning gemachtigd om voor het uitvoeren Bij al die bepalingen wordt de Koning gemachtigd om voor het uitvoeren
van bepaalde taken een instantie aan te wijzen, zoals vereist is van bepaalde taken een instantie aan te wijzen, zoals vereist is
krachtens of met het oog op de toepassing van Europese verordeningen krachtens of met het oog op de toepassing van Europese verordeningen
of besluiten. of besluiten.
Doordat bij de artikelen 1, 2 en 4 van het voorliggende ontwerp alleen Doordat bij de artikelen 1, 2 en 4 van het voorliggende ontwerp alleen
een dergelijke instantie aangewezen wordt, zijn die artikelen niet een dergelijke instantie aangewezen wordt, zijn die artikelen niet
reglementair van aard in de zin van artikel 3, § 1, eerste lid, van de reglementair van aard in de zin van artikel 3, § 1, eerste lid, van de
gecoördineerde wetten op de Raad van State. gecoördineerde wetten op de Raad van State.
Er is derhalve geen grond om die bepalingen om advies aan de afdeling Er is derhalve geen grond om die bepalingen om advies aan de afdeling
Wetgeving voor te leggen en de adviesaanvraag is dan ook Wetgeving voor te leggen en de adviesaanvraag is dan ook
niet-ontvankelijk wat die bepalingen betreft (1). niet-ontvankelijk wat die bepalingen betreft (1).
2. Artikel 3 van het ontwerp, zijnerzijds, geeft uitvoering aan 2. Artikel 3 van het ontwerp, zijnerzijds, geeft uitvoering aan
artikel 6, § 1, van de wet van 18 juli 2017, dat als volgt luidt:"Het artikel 6, § 1, van de wet van 18 juli 2017, dat als volgt luidt:"Het
toezichthoudend orgaan bestaat uit vertegenwoordigers met de nodige toezichthoudend orgaan bestaat uit vertegenwoordigers met de nodige
deskundigheid en kwalificaties inzake elektronische identificatie, deskundigheid en kwalificaties inzake elektronische identificatie,
aangewezen door ten minste drie verschillende overheidsdiensten, en is aangewezen door ten minste drie verschillende overheidsdiensten, en is
belast met het toezicht op de door de overheid aangemelde stelsels belast met het toezicht op de door de overheid aangemelde stelsels
voor elektronische identificatie en met het treffen van de maatregelen voor elektronische identificatie en met het treffen van de maatregelen
zoals bedoeld in artikel 10 van Verordening (EU) 910/2014." zoals bedoeld in artikel 10 van Verordening (EU) 910/2014."
Doordat in de voorliggende bepaling de "drie verschillende Doordat in de voorliggende bepaling de "drie verschillende
overheidsdiensten" aangewezen worden die in dat artikel 6, § 1, overheidsdiensten" aangewezen worden die in dat artikel 6, § 1,
bedoeld worden, wordt daarbij geen uitvoering gegeven aan de bedoeld worden, wordt daarbij geen uitvoering gegeven aan de
uitdrukkelijke machtiging die in het voornoemde artikel 6, § 1, vervat uitdrukkelijke machtiging die in het voornoemde artikel 6, § 1, vervat
is, maar vormt die bepaling een maatregel tot organisatie van de is, maar vormt die bepaling een maatregel tot organisatie van de
diensten, die evenmin reglementair van aard is in de zin van artikel diensten, die evenmin reglementair van aard is in de zin van artikel
3, § 1, eerste lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State. 3, § 1, eerste lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State.
De adviesaanvraag is dus eveneens niet-ontvankelijk voor zover ze op De adviesaanvraag is dus eveneens niet-ontvankelijk voor zover ze op
artikel 3 van het ontwerp betrekking heeft. artikel 3 van het ontwerp betrekking heeft.
3. Kortom, de adviesaanvraag is slechts ontvankelijk wat de artikelen 3. Kortom, de adviesaanvraag is slechts ontvankelijk wat de artikelen
5, 6 en 7 van het ontwerp betreft, zodat alleen die bepalingen 5, 6 en 7 van het ontwerp betreft, zodat alleen die bepalingen
onderzocht zullen worden. onderzocht zullen worden.
Onderzoek van het ontwerp Onderzoek van het ontwerp
Aanhef Aanhef
1. In het eerste lid dient melding gemaakt te worden van alle 1. In het eerste lid dient melding gemaakt te worden van alle
bepalingen van de wet van 18 juli 2017 `inzake elektronische bepalingen van de wet van 18 juli 2017 `inzake elektronische
identificatie' die rechtsgrond opleveren voor het ontworpen besluit, identificatie' die rechtsgrond opleveren voor het ontworpen besluit,
te weten artikel 4, § 1, artikel 5, § 2, artikel 6, § 1, juncto te weten artikel 4, § 1, artikel 5, § 2, artikel 6, § 1, juncto
artikel 108 van de Grondwet, de artikelen 7 en 8 en artikel 12. artikel 108 van de Grondwet, de artikelen 7 en 8 en artikel 12.
2. Uit het advies van de inspecteur van Financiën blijkt dat het 2. Uit het advies van de inspecteur van Financiën blijkt dat het
ontworpen besluit geen budgettaire weerslag zal hebben. ontworpen besluit geen budgettaire weerslag zal hebben.
Naar aanleiding van een vraag in dat verband heeft de gemachtigde van Naar aanleiding van een vraag in dat verband heeft de gemachtigde van
de minister uitgelegd dat de ontworpen tekst niet overeenstemt met een de minister uitgelegd dat de ontworpen tekst niet overeenstemt met een
van de gevallen vermeld in artikel 5 van het koninklijk besluit van 16 van de gevallen vermeld in artikel 5 van het koninklijk besluit van 16
november 1994 `betreffende de administratieve en begrotingscontrole'. november 1994 `betreffende de administratieve en begrotingscontrole'.
Bijgevolg is overeenkomstig dat artikel 5 de akkoordbevinding van de Bijgevolg is overeenkomstig dat artikel 5 de akkoordbevinding van de
minister van Begroting niet vereist voordat het ontworpen besluit minister van Begroting niet vereist voordat het ontworpen besluit
vastgesteld kan worden. Hetzelfde geldt voor het advies van de vastgesteld kan worden. Hetzelfde geldt voor het advies van de
inspecteur van Financiën krachtens artikel 14 van hetzelfde besluit. inspecteur van Financiën krachtens artikel 14 van hetzelfde besluit.
De gemachtigde van de minister heeft bovendien uitgelegd dat om die De gemachtigde van de minister heeft bovendien uitgelegd dat om die
reden uiteindelijk niet om de akkoordbevinding van de minister van reden uiteindelijk niet om de akkoordbevinding van de minister van
Begroting verzocht is, in tegenstelling tot de indruk die in de aanhef Begroting verzocht is, in tegenstelling tot de indruk die in de aanhef
van het ontwerp gewekt wordt. van het ontwerp gewekt wordt.
Kortom, dat advies en die akkoordbevinding behoren niet in de vorm van Kortom, dat advies en die akkoordbevinding behoren niet in de vorm van
een verwijzing in de aanhef vermeld te worden, maar de instemming van een verwijzing in de aanhef vermeld te worden, maar de instemming van
de inspecteur van Financiën kan in de vorm van een overweging vermeld de inspecteur van Financiën kan in de vorm van een overweging vermeld
worden. worden.
3. Het lid met betrekking tot het advies van de Raad van State moet 3. Het lid met betrekking tot het advies van de Raad van State moet
als volgt gesteld worden: als volgt gesteld worden:
"Gelet op advies 62.688/4 van de Raad van State, gegeven op 15 januari "Gelet op advies 62.688/4 van de Raad van State, gegeven op 15 januari
2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de
wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;". wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;".
Dispositief Dispositief
Artikel 5 Artikel 5
1. De woorden "van de wet van 18 juli 2017 houdende elektronische 1. De woorden "van de wet van 18 juli 2017 houdende elektronische
identificatie" moeten vervangen worden door de woorden "van dezelfde identificatie" moeten vervangen worden door de woorden "van dezelfde
wet". wet".
2. Op het einde van de voorliggende bepaling moeten de woorden "op de 2. Op het einde van de voorliggende bepaling moeten de woorden "op de
dag van de inwerkingtreding van dit besluit" toegevoegd worden. dag van de inwerkingtreding van dit besluit" toegevoegd worden.
Slotopmerking Slotopmerking
Doordat in het dispositief van het ontworpen besluit, in de wet en in Doordat in het dispositief van het ontworpen besluit, in de wet en in
de relevante Europese regelgeving consequent met de term "aanwijzing" de relevante Europese regelgeving consequent met de term "aanwijzing"
gewerkt wordt, verdient het aanbeveling om die term ook in het gewerkt wordt, verdient het aanbeveling om die term ook in het
Nederlandse opschrift van de tekst te gebruiken. Nederlandse opschrift van de tekst te gebruiken.
(1) Zie mutatis mutandis advies 47.911/4, dat op 1 maart 2010 gegeven (1) Zie mutatis mutandis advies 47.911/4, dat op 1 maart 2010 gegeven
is over een ontwerp dat geleid heeft tot het koninklijk besluit van 7 is over een ontwerp dat geleid heeft tot het koninklijk besluit van 7
mei 2010 `tot aanwijzing van de overheidsinstantie belast met de mei 2010 `tot aanwijzing van de overheidsinstantie belast met de
handhaving van Verordening (EG) nr. 1371/2007 van het Europees handhaving van Verordening (EG) nr. 1371/2007 van het Europees
Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende de rechten en de Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende de rechten en de
verplichtingen van reizigers in het treinverkeer'. verplichtingen van reizigers in het treinverkeer'.
De griffier, De griffier,
Ch. H. VAN HOVE Ch. H. VAN HOVE
De voorzitter, De voorzitter,
J. JAUMOTTE J. JAUMOTTE
1 FEBRUARI 2018. - Koninklijk besluit tot aanwijzing van instanties 1 FEBRUARI 2018. - Koninklijk besluit tot aanwijzing van instanties
conform de wet van 18 juli 2017 inzake elektronische identificatie conform de wet van 18 juli 2017 inzake elektronische identificatie
FILIP, Koning der Belgen, FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 18 juli 2017 inzake elektronische identificatie, Gelet op de wet van 18 juli 2017 inzake elektronische identificatie,
artikel 4, § 1, 5, § 2, 6, § 1 in combinatie met artikel 108 van de artikel 4, § 1, 5, § 2, 6, § 1 in combinatie met artikel 108 van de
Grondwet, 7 en 8; Grondwet, 7 en 8;
Overwegende het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 30 Overwegende het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 30
mei 2017; mei 2017;
Gelet op advies 62.688/4 van de Raad van State, gegeven op 15 januari Gelet op advies 62.688/4 van de Raad van State, gegeven op 15 januari
2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de
wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Vice-eersteminister en minister van Op de voordracht van de Vice-eersteminister en minister van
Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post, Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
HOOFDSTUK I. - Definities en inleidende bepalingen HOOFDSTUK I. - Definities en inleidende bepalingen

Artikel 1.Overeenkomstig artikel 4 van de wet van 18 juli 2017

Artikel 1.Overeenkomstig artikel 4 van de wet van 18 juli 2017

houdende elektronische identificatie wordt de Federale Overheidsdienst houdende elektronische identificatie wordt de Federale Overheidsdienst
Beleid en Ondersteuning, directoraat-generaal digitale transformatie, Beleid en Ondersteuning, directoraat-generaal digitale transformatie,
aangewezen als instantie die de betrouwbaarheidsniveaus bepaalt voor aangewezen als instantie die de betrouwbaarheidsniveaus bepaalt voor
de bij de Europese Commissie aan te melden elektronische de bij de Europese Commissie aan te melden elektronische
identificatiemiddelen en zorgt voor de aanmelding van deze middelen identificatiemiddelen en zorgt voor de aanmelding van deze middelen
bij de Europese Commissie. bij de Europese Commissie.

Art. 2.Overeenkomstig artikel 5 van de wet van 18 juli 2017 houdende

Art. 2.Overeenkomstig artikel 5 van de wet van 18 juli 2017 houdende

elektronische identificatie wordt de Federale Overheidsdienst Beleid elektronische identificatie wordt de Federale Overheidsdienst Beleid
en Ondersteuning, directoraat-generaal digitale transformatie, en Ondersteuning, directoraat-generaal digitale transformatie,
aangewezen als instantie die het minimale pakket aangewezen als instantie die het minimale pakket
persoonsidentificatiegegevens van de houder van een door België persoonsidentificatiegegevens van de houder van een door België
aangemeld elektronisch identificatiemiddel, die zich wenst te aangemeld elektronisch identificatiemiddel, die zich wenst te
identificeren voor toegang tot een onlinedienst aangeboden in een identificeren voor toegang tot een onlinedienst aangeboden in een
andere lidstaat, doorgeeft aan het knooppunt van die lidstaat. andere lidstaat, doorgeeft aan het knooppunt van die lidstaat.

Art. 3.Overeenkomstig artikel 6 van de wet van 18 juli 2017 houdende

Art. 3.Overeenkomstig artikel 6 van de wet van 18 juli 2017 houdende

elektronische identificatie wijzen de Federale Overheidsdienst Beleid elektronische identificatie wijzen de Federale Overheidsdienst Beleid
en Ondersteuning, de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken en de en Ondersteuning, de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken en de
Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie de
vertegenwoordigers aan voor het toezichthoudend orgaan. vertegenwoordigers aan voor het toezichthoudend orgaan.

Art. 4.Overeenkomstig artikel 7 en 8 van de wet van 18 juli 2017

Art. 4.Overeenkomstig artikel 7 en 8 van de wet van 18 juli 2017

houdende elektronische identificatie wordt de Federale Overheidsdienst houdende elektronische identificatie wordt de Federale Overheidsdienst
Beleid en Ondersteuning, directoraat-generaal digitale transformatie, Beleid en Ondersteuning, directoraat-generaal digitale transformatie,
aangewezen als één loket en als exploitant van een knooppunt. aangewezen als één loket en als exploitant van een knooppunt.

Art. 5.Hoofdstuk 3 van dezelfde wet treedt in werking op de dag van

Art. 5.Hoofdstuk 3 van dezelfde wet treedt in werking op de dag van

de inwerkingtreding van dit besluit. de inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het

Art. 6.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het

Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 7.De minister bevoegd voor Digitale Agenda is belast met de

Art. 7.De minister bevoegd voor Digitale Agenda is belast met de

uitvoering van dit besluit. uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 1 februari 2018. Gegeven te Brussel, 1 februari 2018.
FILIP FILIP
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, De Vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking,
Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post,
A. DE CROO A. DE CROO
^