gepubliceerd op 09 februari 2018
Koninklijk besluit tot aanwijzing van instanties conform de wet van 18 juli 2017 inzake elektronische identificatie
1 FEBRUARI 2018. - Koninklijk besluit tot aanwijzing van instanties conform de wet van 18 juli 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/07/2017 pub. 09/08/2017 numac 2017020539 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet inzake elektronische identificatie sluiten inzake elektronische identificatie
VERSLAG AAN DE KONING Sire, De
wet van 18 juli 2017Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
18/07/2017
pub.
09/08/2017
numac
2017020539
bron
federale overheidsdienst beleid en ondersteuning
Wet inzake elektronische identificatie
sluiten inzake elektronische identificatie strekt er onder meer toe om bepalingen te voorzien die moeten toelaten verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG (hierna verordening 910/2014) toe te passen voor wat hoofdstuk II aangaande elektronische identificatie betreft.
Hoofdstuk II van verordening 910/2014 over de "elektronische identificatie" is van directe toepassing in Belgisch recht maar vereiste op Belgisch niveau een aantal wetsbepalingen, teneinde door de overheid aangemelde stelsels voor elektronische identificatie, en het beheer daarvan, in lijn te brengen met de verplichtingen van verordening 910/2014. Deze wetsbepalingen zijn terug te vinden in de wet van 18 juli 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/07/2017 pub. 09/08/2017 numac 2017020539 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet inzake elektronische identificatie sluiten inzake elektronische identificatie.
Deze wet heeft nood aan een aantal uitvoeringsbepalingen. Dit ontwerpbesluit bevat deze bepalingen.
Overeenkomstig artikel 4 van de hierboven vermelde wet wordt de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning, directoraat-generaal Digitale Transformatie, in artikel 1 aangewezen als instantie die de betrouwbaarheidsniveaus bepaalt voor de bij de Europese Commissie aan te melden elektronische identificatiemiddelen en zorgt voor de aanmelding van deze middelen bij de Europese Commissie. Als verantwoordelijke aanbieder van de Federale Authenticatiedienst is de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning, directoraat-generaal Digitale Transformatie, al verplicht om de betrouwbaarheidsniveaus conform de verordening te bepalen. De Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning, directoraat-generaal Digitale Transformatie, heeft dus de expertise en de kennis om de bepaling en de aanmelding van elektronische identificatiemiddelen te doen.
Overeenkomstig artikel 5 van de hierboven vermelde wet wordt de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning, directoraat-generaal Digitale Transformatie, in artikel 2 aangewezen als instantie die het minimale pakket persoonsidentificatiegegevens van de houder van een door België aangemeld elektronisch identificatiemiddel, die zich wenst te identificeren voor toegang tot een onlinedienst aangeboden in een andere lidstaat, doorgeeft aan het knooppunt van die lidstaat.
Artikel 6 van de hierboven vermelde wet voorziet dat een toezichthoudend orgaan bestaat uit vertegenwoordigers met de nodige deskundigheid en kwalificaties inzake elektronische identificatie, aangewezen door ten minste drie verschillende overheidsdiensten, en is belast met het toezicht op de door de overheid aangemelde stelsels voor elektronische identificatie en met het treffen van de maatregelen zoals bedoeld in artikel 10 van Verordening 910/2014. Volgens artikel 3 van dit ontwerpbesluit wijzen de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning, de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken en de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie de vertegenwoordigers aan voor het toezichthoudend orgaan.
De Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning, directoraat-generaal Digitale Transformatie, fungeert nu reeds als knooppunt en als uniek loket en overeenkomstig de artikelen 7 en 8 van de hierboven vermelde wet wordt deze rol in artikel 4 van het ontwerpbesluit bestendigd.
Volgens uitvoeringsverordening (EU) 2015/1501 van de Commissie van 8 september 2015 betreffende het interoperabiliteitskader bedoeld in artikel 12, lid 8, van Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt is een knooppunt "een aansluitpunt dat onderdeel is van de interoperabiliteitsarchitectuur voor elektronische identificatie en betrokken is bij de grensoverschrijdende authenticatie van personen, en dat in staat is berichten te herkennen en te verwerken of door te sturen naar andere knooppunten door mogelijk te maken dat de nationale elektronische identificatie-infrastructuur van een lidstaat gekoppeld wordt aan de nationale elektronische identificatie-infrastructuren van andere lidstaten" en een exploitant van een knooppunt "de entiteit die tot taak heeft ervoor te zorgen dat het knooppunt correct en betrouwbaar als aansluitpunt functioneert".
Volgens uitvoeringsverordening (EU) 2015/296 van de Commissie van 24 februari 2015 tot vaststelling van procedurele voorschriften betreffende de samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van elektronische identificatie overeenkomstig artikel 12, lid 7, van Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt worden er via het uniek loket informatie, ervaring en goede werkwijzen inzake stelsels voor elektronische identificatie uitgewisseld.
De informatie kan onder meer gerelateerd zijn aan de interoperabiliteit, de betrouwbaarheidsniveaus van het stelsel of de veiligheid.
Als verantwoordelijke aanbieder van de Federale Authenticatiedienst heeft de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning, directoraat-generaal Digitale Transformatie, de expertise en de kennis terzake en is best geplaatst voor deze taken.
Artikel 5 van het ontwerpbesluit bepaalt de inwerkingtreding van hoofdstuk 3 van de wet van 18 juli 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/07/2017 pub. 09/08/2017 numac 2017020539 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet inzake elektronische identificatie sluiten houdende elektronische identificatie.
Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post, A. DE CROO
ADVIES 62.688/4 VAN 15 JANUARI 2018 VAN DE RAAD VAN STATE, AFDELING WETGEVING, OVER EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT `TOT AANWIJZING VAN INSTANTIES CONFORM DE WET VAN 18 JULI 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/07/2017 pub. 09/08/2017 numac 2017020539 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet inzake elektronische identificatie sluiten INZAKE ELEKTRONISCHE IDENTIFICATIE' Op 15 december 2017 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Vice Eersteminister en Minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot aanwijzing van instanties conform de wet van 18 juli 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/07/2017 pub. 09/08/2017 numac 2017020539 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet inzake elektronische identificatie sluiten inzake elektronische identificatie'.
Het ontwerp is door de vierde kamer onderzocht op 15 januari 2018.
De kamer was samengesteld uit Jacques JAUMOTTE, voorzitter van de Raad van State, Martine BAGUET, kamervoorzitter, Bernard BLERO, staatsraad, Marianne DONY, assessor, en Charles Henri VAN HOVE, toegevoegd griffier.
Het verslag is uitgebracht door Anne VAGMAN, eerste auditeur.
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Martine BAGUET. Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 15 januari 2018.
Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten `op de Raad van State', gecoördineerd op 12 januari 1973, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.
Wat die drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen.
Gedeeltelijke niet-ontvankelijkheid van de adviesaanvraag 1. De artikelen 1, 2 en 4 van het ontwerp dat om advies aan de afdeling Wetgeving van de Raad van State voorgelegd is, beperken zich ertoe uitvoering te geven aan de machtigingen die aan de Koning verleend worden bij artikel 4, § 1, artikel 5, § 1, en de artikelen 7 en 8 van de wet van 18 juli 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/07/2017 pub. 09/08/2017 numac 2017020539 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet inzake elektronische identificatie sluiten `inzake elektronische identificatie'. Bij al die bepalingen wordt de Koning gemachtigd om voor het uitvoeren van bepaalde taken een instantie aan te wijzen, zoals vereist is krachtens of met het oog op de toepassing van Europese verordeningen of besluiten.
Doordat bij de artikelen 1, 2 en 4 van het voorliggende ontwerp alleen een dergelijke instantie aangewezen wordt, zijn die artikelen niet reglementair van aard in de zin van artikel 3, § 1, eerste lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State.
Er is derhalve geen grond om die bepalingen om advies aan de afdeling Wetgeving voor te leggen en de adviesaanvraag is dan ook niet-ontvankelijk wat die bepalingen betreft (1). 2. Artikel 3 van het ontwerp, zijnerzijds, geeft uitvoering aan artikel 6, § 1, van de wet van 18 juli 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/07/2017 pub. 09/08/2017 numac 2017020539 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet inzake elektronische identificatie sluiten, dat als volgt luidt:"Het toezichthoudend orgaan bestaat uit vertegenwoordigers met de nodige deskundigheid en kwalificaties inzake elektronische identificatie, aangewezen door ten minste drie verschillende overheidsdiensten, en is belast met het toezicht op de door de overheid aangemelde stelsels voor elektronische identificatie en met het treffen van de maatregelen zoals bedoeld in artikel 10 van Verordening (EU) 910/2014." Doordat in de voorliggende bepaling de "drie verschillende overheidsdiensten" aangewezen worden die in dat artikel 6, § 1, bedoeld worden, wordt daarbij geen uitvoering gegeven aan de uitdrukkelijke machtiging die in het voornoemde artikel 6, § 1, vervat is, maar vormt die bepaling een maatregel tot organisatie van de diensten, die evenmin reglementair van aard is in de zin van artikel 3, § 1, eerste lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State.
De adviesaanvraag is dus eveneens niet-ontvankelijk voor zover ze op artikel 3 van het ontwerp betrekking heeft. 3. Kortom, de adviesaanvraag is slechts ontvankelijk wat de artikelen 5, 6 en 7 van het ontwerp betreft, zodat alleen die bepalingen onderzocht zullen worden. Onderzoek van het ontwerp Aanhef 1. In het eerste lid dient melding gemaakt te worden van alle bepalingen van de wet van 18 juli 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/07/2017 pub. 09/08/2017 numac 2017020539 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet inzake elektronische identificatie sluiten `inzake elektronische identificatie' die rechtsgrond opleveren voor het ontworpen besluit, te weten artikel 4, § 1, artikel 5, § 2, artikel 6, § 1, juncto artikel 108 van de Grondwet, de artikelen 7 en 8 en artikel 12.2. Uit het advies van de inspecteur van Financiën blijkt dat het ontworpen besluit geen budgettaire weerslag zal hebben. Naar aanleiding van een vraag in dat verband heeft de gemachtigde van de minister uitgelegd dat de ontworpen tekst niet overeenstemt met een van de gevallen vermeld in artikel 5 van het koninklijk besluit van 16 november 1994 `betreffende de administratieve en begrotingscontrole'.
Bijgevolg is overeenkomstig dat artikel 5 de akkoordbevinding van de minister van Begroting niet vereist voordat het ontworpen besluit vastgesteld kan worden. Hetzelfde geldt voor het advies van de inspecteur van Financiën krachtens artikel 14 van hetzelfde besluit.
De gemachtigde van de minister heeft bovendien uitgelegd dat om die reden uiteindelijk niet om de akkoordbevinding van de minister van Begroting verzocht is, in tegenstelling tot de indruk die in de aanhef van het ontwerp gewekt wordt.
Kortom, dat advies en die akkoordbevinding behoren niet in de vorm van een verwijzing in de aanhef vermeld te worden, maar de instemming van de inspecteur van Financiën kan in de vorm van een overweging vermeld worden. 3. Het lid met betrekking tot het advies van de Raad van State moet als volgt gesteld worden: "Gelet op advies 62.688/4 van de Raad van State, gegeven op 15 januari 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;".
Dispositief Artikel 5 1. De woorden "van de wet van 18 juli 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/07/2017 pub. 09/08/2017 numac 2017020539 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet inzake elektronische identificatie sluiten houdende elektronische identificatie" moeten vervangen worden door de woorden "van dezelfde wet".2. Op het einde van de voorliggende bepaling moeten de woorden "op de dag van de inwerkingtreding van dit besluit" toegevoegd worden. Slotopmerking Doordat in het dispositief van het ontworpen besluit, in de wet en in de relevante Europese regelgeving consequent met de term "aanwijzing" gewerkt wordt, verdient het aanbeveling om die term ook in het Nederlandse opschrift van de tekst te gebruiken. (1) Zie mutatis mutandis advies 47.911/4, dat op 1 maart 2010 gegeven is over een ontwerp dat geleid heeft tot het koninklijk besluit van 7 mei 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 07/05/2010 pub. 04/06/2010 numac 2010014117 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot aanwijzing van de overheidsinstantie belast met de handhaving van Verordening nr. 1371/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende de rechten en de verplichtingen van reizigers in het treinverkeer sluiten `tot aanwijzing van de overheidsinstantie belast met de handhaving van Verordening (EG) nr. 1371/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende de rechten en de verplichtingen van reizigers in het treinverkeer'.
De griffier, Ch. H. VAN HOVE De voorzitter, J. JAUMOTTE
1 FEBRUARI 2018. - Koninklijk besluit tot aanwijzing van instanties conform de wet van 18 juli 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/07/2017 pub. 09/08/2017 numac 2017020539 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet inzake elektronische identificatie sluiten inzake elektronische identificatie FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 18 juli 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/07/2017 pub. 09/08/2017 numac 2017020539 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet inzake elektronische identificatie sluiten inzake elektronische identificatie, artikel 4, § 1, 5, § 2, 6, § 1 in combinatie met artikel 108 van de Grondwet, 7 en 8;
Overwegende het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 30 mei 2017;
Gelet op advies 62.688/4 van de Raad van State, gegeven op 15 januari 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Definities en inleidende bepalingen
Artikel 1.Overeenkomstig artikel 4 van de wet van 18 juli 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/07/2017 pub. 09/08/2017 numac 2017020539 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet inzake elektronische identificatie sluiten houdende elektronische identificatie wordt de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning, directoraat-generaal digitale transformatie, aangewezen als instantie die de betrouwbaarheidsniveaus bepaalt voor de bij de Europese Commissie aan te melden elektronische identificatiemiddelen en zorgt voor de aanmelding van deze middelen bij de Europese Commissie.
Art. 2.Overeenkomstig artikel 5 van de wet van 18 juli 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/07/2017 pub. 09/08/2017 numac 2017020539 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet inzake elektronische identificatie sluiten houdende elektronische identificatie wordt de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning, directoraat-generaal digitale transformatie, aangewezen als instantie die het minimale pakket persoonsidentificatiegegevens van de houder van een door België aangemeld elektronisch identificatiemiddel, die zich wenst te identificeren voor toegang tot een onlinedienst aangeboden in een andere lidstaat, doorgeeft aan het knooppunt van die lidstaat.
Art. 3.Overeenkomstig artikel 6 van de wet van 18 juli 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/07/2017 pub. 09/08/2017 numac 2017020539 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet inzake elektronische identificatie sluiten houdende elektronische identificatie wijzen de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning, de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken en de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie de vertegenwoordigers aan voor het toezichthoudend orgaan.
Art. 4.Overeenkomstig artikel 7 en 8 van de wet van 18 juli 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/07/2017 pub. 09/08/2017 numac 2017020539 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet inzake elektronische identificatie sluiten houdende elektronische identificatie wordt de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning, directoraat-generaal digitale transformatie, aangewezen als één loket en als exploitant van een knooppunt.
Art. 5.Hoofdstuk 3 van dezelfde wet treedt in werking op de dag van de inwerkingtreding van dit besluit.
Art. 6.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 7.De minister bevoegd voor Digitale Agenda is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 1 februari 2018.
FILIP Van Koningswege : De Vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post, A. DE CROO