Koninklijk besluit houdende maatregelen van diergeneeskundige politie met betrekking tot de virale encefalitiden bij de paardachtigen | Koninklijk besluit houdende maatregelen van diergeneeskundige politie met betrekking tot de virale encefalitiden bij de paardachtigen |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE | FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE |
VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU | VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU |
1 FEBRUARI 2012. - Koninklijk besluit houdende maatregelen van | 1 FEBRUARI 2012. - Koninklijk besluit houdende maatregelen van |
diergeneeskundige politie met betrekking tot de virale encefalitiden | diergeneeskundige politie met betrekking tot de virale encefalitiden |
bij de paardachtigen | bij de paardachtigen |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op artikel 108 van de Grondwet; | Gelet op artikel 108 van de Grondwet; |
Gelet op de dierengezondheidswet van 24 maart 1987, artikelen 6 en 7, | Gelet op de dierengezondheidswet van 24 maart 1987, artikelen 6 en 7, |
artikel 8, gewijzigd bij het arrest van het arbitragehof van 31 | artikel 8, gewijzigd bij het arrest van het arbitragehof van 31 |
januari 1989 en artikel 9, gewijzigd bij de wet van 28 maart 2003; | januari 1989 en artikel 9, gewijzigd bij de wet van 28 maart 2003; |
Gelet op de wet van 4 februari 2000 houdende oprichting van het | Gelet op de wet van 4 februari 2000 houdende oprichting van het |
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, artikel 4, | Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, artikel 4, |
§ 2, § 3, gewijzigd bij de wet van 22 december 2003, en § 6, ingevoegd | § 2, § 3, gewijzigd bij de wet van 22 december 2003, en § 6, ingevoegd |
door de wet van 13 juli 2001 en gewijzigd bij de wet van 9 juli 2004, | door de wet van 13 juli 2001 en gewijzigd bij de wet van 9 juli 2004, |
en artikel 5, lid 2, 13° ; | en artikel 5, lid 2, 13° ; |
Gelet op het koninklijk besluit van 16 november 2001 houdende het | Gelet op het koninklijk besluit van 16 november 2001 houdende het |
toevertrouwen van bijkomende opdrachten aan het Federaal Agentschap | toevertrouwen van bijkomende opdrachten aan het Federaal Agentschap |
voor de Veiligheid van de Voedselketen, artikel 2, d); | voor de Veiligheid van de Voedselketen, artikel 2, d); |
Gelet op het koninklijk besluit van 3 juni 1960 houdende maatregelen | Gelet op het koninklijk besluit van 3 juni 1960 houdende maatregelen |
van diergeneeskundige politie inzake besmettelijke bloedarmoede en | van diergeneeskundige politie inzake besmettelijke bloedarmoede en |
encephalomyelitis der eenhoevigen; | encephalomyelitis der eenhoevigen; |
Gelet op het advies nr. 13-2009 van het Wetenschappelijk Comité | Gelet op het advies nr. 13-2009 van het Wetenschappelijk Comité |
ingesteld bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de | ingesteld bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de |
Voedselketen, gegeven op 10 april 2009 en het advies nr. 22-2010, | Voedselketen, gegeven op 10 april 2009 en het advies nr. 22-2010, |
gegeven op 18 juni 2010; | gegeven op 18 juni 2010; |
Gelet op het overleg tussen de Gewestregeringen en de Federale | Gelet op het overleg tussen de Gewestregeringen en de Federale |
Overheid van 12 mei 2011; | Overheid van 12 mei 2011; |
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 21 | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 21 |
juni 2011; | juni 2011; |
Gelet op advies 50.232/3 van de Raad van State, gegeven op 20 | Gelet op advies 50.232/3 van de Raad van State, gegeven op 20 |
september 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, | september 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, |
van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
Overwegende het koninklijk besluit van 25 april 1988 tot aanwijzing | Overwegende het koninklijk besluit van 25 april 1988 tot aanwijzing |
van de dierenziekten die vallen onder de toepassing van hoofdstuk III | van de dierenziekten die vallen onder de toepassing van hoofdstuk III |
van de dierengezondheidswet van 24 maart 1987; | van de dierengezondheidswet van 24 maart 1987; |
Op de voordracht van de Minister van Landbouw, | Op de voordracht van de Minister van Landbouw, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
HOOFDSTUK I. - Onderwerp, toepassingsgebied en definities | HOOFDSTUK I. - Onderwerp, toepassingsgebied en definities |
Artikel 1.Dit besluit bepaalt de controlemaatregelen om het opduiken |
Artikel 1.Dit besluit bepaalt de controlemaatregelen om het opduiken |
van de virale paardenencefalitis te voorkomen en de | van de virale paardenencefalitis te voorkomen en de |
bestrijdingsmaatregelen die toegepast dienen te worden bij verdenking | bestrijdingsmaatregelen die toegepast dienen te worden bij verdenking |
of bevestiging van de ziekte. | of bevestiging van de ziekte. |
Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : |
Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : |
1° Paardachtige (Paard) : eenhoevig zoogdier van alle soorten binnen | 1° Paardachtige (Paard) : eenhoevig zoogdier van alle soorten binnen |
het geslacht Equus van de familie der paardachtigen alsook hun | het geslacht Equus van de familie der paardachtigen alsook hun |
kruisingen; | kruisingen; |
2° Gevoelig dier : elk huisdier anders dan een paardachtige, dat kan | 2° Gevoelig dier : elk huisdier anders dan een paardachtige, dat kan |
worden besmet met virale paardenencefalitis en waarvan de viremie | worden besmet met virale paardenencefalitis en waarvan de viremie |
aantoont dat de herbesmetting van de vectoren mogelijk is; | aantoont dat de herbesmetting van de vectoren mogelijk is; |
3° Virale encefalitis : de Westnijlkoorts, Japanse encefalitis, | 3° Virale encefalitis : de Westnijlkoorts, Japanse encefalitis, |
Oosterse paardenencefalomyelitis, Westerse paardenencefalomyelitis, | Oosterse paardenencefalomyelitis, Westerse paardenencefalomyelitis, |
Venezolaanse paardenencefalomyelitis alsook elke andere virale | Venezolaanse paardenencefalomyelitis alsook elke andere virale |
paardenencefalitis met zoönotisch potentieel; | paardenencefalitis met zoönotisch potentieel; |
4° Vector : elke stekende geleedpotige die het encefalitisvirus kan | 4° Vector : elke stekende geleedpotige die het encefalitisvirus kan |
overdragen; | overdragen; |
5° Bedrijf : landbouwbedrijf of trainingscentrum, stal of, in het | 5° Bedrijf : landbouwbedrijf of trainingscentrum, stal of, in het |
algemeen, elk lokaal of elke installatie waar paardachtigen worden | algemeen, elk lokaal of elke installatie waar paardachtigen worden |
gehouden of gefokt, ongeacht hun gebruik, met inbegrip van de weiden, | gehouden of gefokt, ongeacht hun gebruik, met inbegrip van de weiden, |
de circussen en de natuurreservaten; | de circussen en de natuurreservaten; |
6° Houder : elke natuurlijke of rechtspersoon die het eigendomsrecht | 6° Houder : elke natuurlijke of rechtspersoon die het eigendomsrecht |
heeft over of in het bezit is van een paardachtige of belast is met | heeft over of in het bezit is van een paardachtige of belast is met |
het onderhouden ervan, al dan niet tegen financiële vergoeding, zowel | het onderhouden ervan, al dan niet tegen financiële vergoeding, zowel |
permanent als tijdelijk, ook tijdens het vervoer, op markten of | permanent als tijdelijk, ook tijdens het vervoer, op markten of |
tijdens wedstrijden, races of culturele evenementen; | tijdens wedstrijden, races of culturele evenementen; |
7° Paardachtige verdacht van virale encefalitis : | 7° Paardachtige verdacht van virale encefalitis : |
a) elke paardachtige die klinische symptomen van centraal nerveuze | a) elke paardachtige die klinische symptomen van centraal nerveuze |
aard vertoont, die niet met zekerheid met een andere etiologie in | aard vertoont, die niet met zekerheid met een andere etiologie in |
verband gebracht kunnen worden; | verband gebracht kunnen worden; |
b) elke paardachtige die mogelijkerwijs in contact geweest is met | b) elke paardachtige die mogelijkerwijs in contact geweest is met |
besmet bloed of besmette bloedderivaten of; | besmet bloed of besmette bloedderivaten of; |
c) elke paardachtige waarvoor bij het epidemiologische onderzoek werd | c) elke paardachtige waarvoor bij het epidemiologische onderzoek werd |
vastgesteld dat het paard besmet kan zijn door rechtstreeks contact | vastgesteld dat het paard besmet kan zijn door rechtstreeks contact |
met een besmette paardachtige of via vectoren; | met een besmette paardachtige of via vectoren; |
d) elk kadaver van een paardachtige dat postmortale pathologische | d) elk kadaver van een paardachtige dat postmortale pathologische |
letsels vertoont die een virale encefalitis kunnen doen vermoeden; | letsels vertoont die een virale encefalitis kunnen doen vermoeden; |
8° Paardachtige besmet met virale encefalitis : elke paardachtige of | 8° Paardachtige besmet met virale encefalitis : elke paardachtige of |
zijn karkas, bij wie virale encefalitis officieel werd vastgesteld | zijn karkas, bij wie virale encefalitis officieel werd vastgesteld |
naar aanleiding van een laboratoriumtest uitgevoerd overeenkomstig | naar aanleiding van een laboratoriumtest uitgevoerd overeenkomstig |
hoofdstuk VII van dit besluit; | hoofdstuk VII van dit besluit; |
9° Agentschap : het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de | 9° Agentschap : het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de |
Voedselketen opgericht bij de wet van 4 februari 2000; | Voedselketen opgericht bij de wet van 4 februari 2000; |
10° Officiële dierenarts : de dierenarts van het Agentschap; | 10° Officiële dierenarts : de dierenarts van het Agentschap; |
11° Erkende dierenarts : de dierenarts erkend in uitvoering van | 11° Erkende dierenarts : de dierenarts erkend in uitvoering van |
artikel 4 van de wet van 28 augustus 1991 op de uitoefening van de | artikel 4 van de wet van 28 augustus 1991 op de uitoefening van de |
diergeneeskunde, aangeduid door de eigenaar in uitvoering van artikel | diergeneeskunde, aangeduid door de eigenaar in uitvoering van artikel |
3 van dit besluit; | 3 van dit besluit; |
12° Tijdelijke verzameling : verzameling van paardachtigen met het oog | 12° Tijdelijke verzameling : verzameling van paardachtigen met het oog |
onder andere op deelneming aan een wedstrijd, een culturele | onder andere op deelneming aan een wedstrijd, een culturele |
manifestatie of sportmanifestatie, een tentoonstelling, een keuring of | manifestatie of sportmanifestatie, een tentoonstelling, een keuring of |
een markt. | een markt. |
HOOFDSTUK II. - Aangifte en verdenking | HOOFDSTUK II. - Aangifte en verdenking |
Art. 3.§ 1. In geval van verdenking doet de houder beroep op een |
Art. 3.§ 1. In geval van verdenking doet de houder beroep op een |
erkende dierenarts die de paardachtige, verdacht van virale | erkende dierenarts die de paardachtige, verdacht van virale |
encefalitis, binnen de vierentwintig uren onderzoekt. | encefalitis, binnen de vierentwintig uren onderzoekt. |
§ 2. De erkende dierenarts is verplicht om de vermoedelijke | § 2. De erkende dierenarts is verplicht om de vermoedelijke |
aanwezigheid van de ziekte aan het Agentschap te melden en de | aanwezigheid van de ziekte aan het Agentschap te melden en de |
paardachtigen verdacht van virale encefalitis weg te laten houden van | paardachtigen verdacht van virale encefalitis weg te laten houden van |
plaatsen waar andere paardachtigen of gevoelige dieren het risico | plaatsen waar andere paardachtigen of gevoelige dieren het risico |
lopen te worden geïnfecteerd of te worden besmet met het | lopen te worden geïnfecteerd of te worden besmet met het |
encefalitisvirus. | encefalitisvirus. |
Art. 4.§ 1. Op een bedrijf waar zich paardachtigen bevinden verdacht |
Art. 4.§ 1. Op een bedrijf waar zich paardachtigen bevinden verdacht |
van virale encefalitis zijn de volgende maatregelen van kracht : | van virale encefalitis zijn de volgende maatregelen van kracht : |
1° de erkende dierenarts controleert de identificatie van de | 1° de erkende dierenarts controleert de identificatie van de |
paardachtigen op het bedrijf en gaat over tot het klinisch onderzoek | paardachtigen op het bedrijf en gaat over tot het klinisch onderzoek |
van alle paardachtigen verdacht van virale encefalitis; | van alle paardachtigen verdacht van virale encefalitis; |
2° de officiële dierenarts neemt zelf de passende monsters voor het | 2° de officiële dierenarts neemt zelf de passende monsters voor het |
uitvoeren van de diagnostische testen, vereist voor het bevestigen van | uitvoeren van de diagnostische testen, vereist voor het bevestigen van |
de aanwezigheid van virale encefalitis, of laat dit doen onder zijn | de aanwezigheid van virale encefalitis, of laat dit doen onder zijn |
toezicht; | toezicht; |
3° iedere verplaatsing van levende paardachtigen verdacht van virale | 3° iedere verplaatsing van levende paardachtigen verdacht van virale |
encefalitis is verboden. | encefalitis is verboden. |
4° de houder maakt een lijst op van alle bloedproducten, afkomstig van | 4° de houder maakt een lijst op van alle bloedproducten, afkomstig van |
de paardachtigen die aanwezig zijn op het bedrijf of die er tijdens de | de paardachtigen die aanwezig zijn op het bedrijf of die er tijdens de |
vijftien dagen voorafgaand aan de verdenking werden gehouden en houdt | vijftien dagen voorafgaand aan de verdenking werden gehouden en houdt |
de lijst actueel. | de lijst actueel. |
De voorraden van de producten bedoeld in de eerste alinea mogen het | De voorraden van de producten bedoeld in de eerste alinea mogen het |
bedrijf niet verlaten, noch worden gebruikt op het bedrijf. | bedrijf niet verlaten, noch worden gebruikt op het bedrijf. |
§ 2. In afwijking van paragraaf 1, 3°, kan de officiële dierenarts | § 2. In afwijking van paragraaf 1, 3°, kan de officiële dierenarts |
onder zijn controle, de afvoer van paardachtigen toestaan naar het | onder zijn controle, de afvoer van paardachtigen toestaan naar het |
slachthuis of een inrichting waar veterinaire zorgen worden | slachthuis of een inrichting waar veterinaire zorgen worden |
toegediend. | toegediend. |
Verplaatsing van een paardachtige naar de in het eerste lid bedoelde | Verplaatsing van een paardachtige naar de in het eerste lid bedoelde |
inrichting is alleen toegestaan onder de volgende voorwaarden : | inrichting is alleen toegestaan onder de volgende voorwaarden : |
1) de verantwoordelijke dierenarts van de inrichting werd vooraf in | 1) de verantwoordelijke dierenarts van de inrichting werd vooraf in |
kennis gesteld en verleende schriftelijk toestemming; | kennis gesteld en verleende schriftelijk toestemming; |
2) in de inrichting, wordt het dier van de andere paardachtigen | 2) in de inrichting, wordt het dier van de andere paardachtigen |
afgezonderd en het wordt afgeschermd gehouden van de vectoren; | afgezonderd en het wordt afgeschermd gehouden van de vectoren; |
3) afdoende maatregelen worden in de inrichting toegepast om | 3) afdoende maatregelen worden in de inrichting toegepast om |
verspreiding van de ziekte te vermijden; | verspreiding van de ziekte te vermijden; |
4) installaties, uitrustingen en materieel die met bloed van de | 4) installaties, uitrustingen en materieel die met bloed van de |
paardachtige in contact zijn geweest, moeten worden gereinigd en | paardachtige in contact zijn geweest, moeten worden gereinigd en |
ontsmet vooraleer zij opnieuw worden gebruikt; | ontsmet vooraleer zij opnieuw worden gebruikt; |
5) de verantwoordelijke dierenarts houdt een inventaris bij van al de | 5) de verantwoordelijke dierenarts houdt een inventaris bij van al de |
andere paardachtigen die in de inrichting aanwezig zijn tijdens het | andere paardachtigen die in de inrichting aanwezig zijn tijdens het |
verblijf van het dier en na het vertrek ervan tot wanneer er voldaan | verblijf van het dier en na het vertrek ervan tot wanneer er voldaan |
is aan de in artikel 7 vastgelegde voorwaarden; | is aan de in artikel 7 vastgelegde voorwaarden; |
6) de lokalen waar het paard werd gehouden, worden meteen nadat het is | 6) de lokalen waar het paard werd gehouden, worden meteen nadat het is |
afgevoerd, gereinigd, ontsmet en insectenvrij gemaakt. | afgevoerd, gereinigd, ontsmet en insectenvrij gemaakt. |
Art. 5.Ter aanvulling van de maatregelen voorzien in artikel 4, kan |
Art. 5.Ter aanvulling van de maatregelen voorzien in artikel 4, kan |
het Agentschap volgende maatregelen nemen : | het Agentschap volgende maatregelen nemen : |
1° de burgemeester van de gemeente waar het bedrijf gelegen is wordt | 1° de burgemeester van de gemeente waar het bedrijf gelegen is wordt |
verwittigd van de verdenking; | verwittigd van de verdenking; |
2° elke verplaatsing van gevoelige dieren is onderworpen aan een | 2° elke verplaatsing van gevoelige dieren is onderworpen aan een |
voorafgaande toelating van het Agentschap; | voorafgaande toelating van het Agentschap; |
3° alle paardachtigen en gevoelige dieren worden op stal gehouden of | 3° alle paardachtigen en gevoelige dieren worden op stal gehouden of |
worden ondergebracht op andere plaatsen waar zij kunnen worden | worden ondergebracht op andere plaatsen waar zij kunnen worden |
geïsoleerd; | geïsoleerd; |
4° de houder maakt een inventaris op van alle paardachtigen aanwezig | 4° de houder maakt een inventaris op van alle paardachtigen aanwezig |
op het bedrijf. Deze inventaris wordt actueel gehouden om rekening te | op het bedrijf. Deze inventaris wordt actueel gehouden om rekening te |
houden met de paardachtigen die geboren worden of sterven in de | houden met de paardachtigen die geboren worden of sterven in de |
periode van verdenking. Hij maakt eveneens een inventaris op van alle | periode van verdenking. Hij maakt eveneens een inventaris op van alle |
gevoelige dieren aanwezig op het bedrijf. | gevoelige dieren aanwezig op het bedrijf. |
De gegevens van de inventaris moeten op eenvoudig verzoek aan het | De gegevens van de inventaris moeten op eenvoudig verzoek aan het |
Agentschap worden voorgelegd. | Agentschap worden voorgelegd. |
Art. 6.Wanneer de paardachtigen verdacht van virale encefalitis |
Art. 6.Wanneer de paardachtigen verdacht van virale encefalitis |
worden gehouden op een tijdelijke verzamelplaats kan de officiële | worden gehouden op een tijdelijke verzamelplaats kan de officiële |
dierenarts hun terugkeer naar het bedrijf van herkomst toestaan of een | dierenarts hun terugkeer naar het bedrijf van herkomst toestaan of een |
ander bedrijf aanwijzen waar zij moeten worden gehouden. | ander bedrijf aanwijzen waar zij moeten worden gehouden. |
De verantwoordelijke voor de tijdelijke verzameling stelt aan de | De verantwoordelijke voor de tijdelijke verzameling stelt aan de |
officiële dierenarts een inventaris ter beschikking van alle op de | officiële dierenarts een inventaris ter beschikking van alle op de |
verzameling aanwezige paardachtigen. | verzameling aanwezige paardachtigen. |
De in artikel 4 vermelde maatregelen worden in het eerste lid bedoelde | De in artikel 4 vermelde maatregelen worden in het eerste lid bedoelde |
bedrijf toegepast. | bedrijf toegepast. |
Art. 7.De officiële dierenarts heft de in artikelen 4 en 5 bedoelde |
Art. 7.De officiële dierenarts heft de in artikelen 4 en 5 bedoelde |
maatregelen pas op wanneer uit de diagnostische testen blijkt dat de | maatregelen pas op wanneer uit de diagnostische testen blijkt dat de |
verdenking weerlegd is. | verdenking weerlegd is. |
HOOFDSTUK III. - Toe te passen maatregelen | HOOFDSTUK III. - Toe te passen maatregelen |
in geval van bevestiging van de aanwezigheid van virale encefalitis | in geval van bevestiging van de aanwezigheid van virale encefalitis |
Art. 8.Van zodra de aanwezigheid van virale encefalitis bevestigd |
Art. 8.Van zodra de aanwezigheid van virale encefalitis bevestigd |
wordt door een laboratoriumonderzoek, uitgevoerd overeenkomstig | wordt door een laboratoriumonderzoek, uitgevoerd overeenkomstig |
hoofdstuk VII, zijn de volgende maatregelen van toepassing : | hoofdstuk VII, zijn de volgende maatregelen van toepassing : |
1° de officiële dierenarts verklaart het bedrijf onverwijld als zijnde | 1° de officiële dierenarts verklaart het bedrijf onverwijld als zijnde |
besmet. Hij betekent de verklaring van de besmetting aan de houder, de | besmet. Hij betekent de verklaring van de besmetting aan de houder, de |
erkende dierenarts en aan de burgemeester; | erkende dierenarts en aan de burgemeester; |
2° de officiële dierenarts voert een epidemiologisch onderzoek uit | 2° de officiële dierenarts voert een epidemiologisch onderzoek uit |
conform artikel 11; | conform artikel 11; |
3° de houder van het besmet bedrijf maakt een inventaris op van alle | 3° de houder van het besmet bedrijf maakt een inventaris op van alle |
paardachtigen en gevoelige dieren, met vermelding van, voor elke | paardachtigen en gevoelige dieren, met vermelding van, voor elke |
soort, het aantal dode of van besmetting met virale encefalitis | soort, het aantal dode of van besmetting met virale encefalitis |
verdachte dieren. De gegevens van de inventaris worden op eenvoudig | verdachte dieren. De gegevens van de inventaris worden op eenvoudig |
verzoek aan het Agentschap voorgelegd; | verzoek aan het Agentschap voorgelegd; |
4° de bloedproducten afkomstig van een besmette paardachtige aanwezig | 4° de bloedproducten afkomstig van een besmette paardachtige aanwezig |
op het bedrijf of er tijdens de vijftien dagen voorafgaand aan de | op het bedrijf of er tijdens de vijftien dagen voorafgaand aan de |
verdenking gehouden, zijn vernietigd; | verdenking gehouden, zijn vernietigd; |
5° wanneer het bestaan van virale encefalitis bevestigd wordt in een | 5° wanneer het bestaan van virale encefalitis bevestigd wordt in een |
inrichting die diergeneeskundige zorgen verstrekt, zijn de onder | inrichting die diergeneeskundige zorgen verstrekt, zijn de onder |
punten 1° tot 5° bedoelde maatregelen van toepassing in het bedrijf | punten 1° tot 5° bedoelde maatregelen van toepassing in het bedrijf |
van herkomst van de besmette paardachtige. | van herkomst van de besmette paardachtige. |
Art. 9.Als de betrokken virale encefalitis een geval is van |
Art. 9.Als de betrokken virale encefalitis een geval is van |
Venezolaanse paardenencefalomyelitis, zijn de volgende bijkomende | Venezolaanse paardenencefalomyelitis, zijn de volgende bijkomende |
maatregelen van kracht : | maatregelen van kracht : |
1° alle paardachtigen van het bedrijf worden op stal gehouden of | 1° alle paardachtigen van het bedrijf worden op stal gehouden of |
geïsoleerd volgens de instructies van het Agentschap; | geïsoleerd volgens de instructies van het Agentschap; |
2° op bevel van het Agentschap worden de paardachtigen op het besmet | 2° op bevel van het Agentschap worden de paardachtigen op het besmet |
bedrijf afgemaakt en onder officieel toezicht vernietigd. | bedrijf afgemaakt en onder officieel toezicht vernietigd. |
Het afmakingsbevel wordt aan de houder betekend en een afschrift ervan | Het afmakingsbevel wordt aan de houder betekend en een afschrift ervan |
wordt aan de burgemeester toegezonden; | wordt aan de burgemeester toegezonden; |
3° elk vervoer van paardachtigen van of naar het besmette bedrijf is | 3° elk vervoer van paardachtigen van of naar het besmette bedrijf is |
verboden. | verboden. |
Art. 10.§ 1. In afwijking van artikel 9, punt 1°, kan de afmaking van |
Art. 10.§ 1. In afwijking van artikel 9, punt 1°, kan de afmaking van |
de paardachtigen op het besmette bedrijf beperkt blijven tot de | de paardachtigen op het besmette bedrijf beperkt blijven tot de |
paardachtigen, aangetast door virale Venezolaanse encefalomyelitis. | paardachtigen, aangetast door virale Venezolaanse encefalomyelitis. |
Vijftien dagen na de opruiming van de besmette paardachtigen worden de | Vijftien dagen na de opruiming van de besmette paardachtigen worden de |
overige paardachtigen onderworpen aan een diagnostische test voor | overige paardachtigen onderworpen aan een diagnostische test voor |
virale Venezolaanse encefalomyelitis die toelaat het uitblijven van de | virale Venezolaanse encefalomyelitis die toelaat het uitblijven van de |
verspreiding van de ziekte binnen het bedrijf te verzekeren. | verspreiding van de ziekte binnen het bedrijf te verzekeren. |
§ 2. In afwijking van artikel 9, 2°, kan de officiële dierenarts onder | § 2. In afwijking van artikel 9, 2°, kan de officiële dierenarts onder |
zijn controle, de afvoer van paardachtigen toestaan naar het | zijn controle, de afvoer van paardachtigen toestaan naar het |
slachthuis of een inrichting waar veterinaire zorgen worden | slachthuis of een inrichting waar veterinaire zorgen worden |
toegediend. | toegediend. |
Verplaatsing van een paardachtige naar de in het eerste lid bedoelde | Verplaatsing van een paardachtige naar de in het eerste lid bedoelde |
inrichting is alleen toegestaan onder de volgende voorwaarden : | inrichting is alleen toegestaan onder de volgende voorwaarden : |
1° de verantwoordelijke dierenarts van de inrichting werd vooraf in | 1° de verantwoordelijke dierenarts van de inrichting werd vooraf in |
kennis gesteld en verleende schriftelijk toestemming; | kennis gesteld en verleende schriftelijk toestemming; |
2° in de inrichting, wordt het dier van de andere paardachtigen | 2° in de inrichting, wordt het dier van de andere paardachtigen |
afgezonderd en het wordt afgeschermd gehouden van de vectoren; | afgezonderd en het wordt afgeschermd gehouden van de vectoren; |
3° afdoende maatregelen worden in de inrichting toegepast om | 3° afdoende maatregelen worden in de inrichting toegepast om |
verspreiding van de ziekte te vermijden; | verspreiding van de ziekte te vermijden; |
4° installaties, uitrustingen en materieel die met bloed van de | 4° installaties, uitrustingen en materieel die met bloed van de |
paardachtige in contact zijn geweest, moeten worden gereinigd en | paardachtige in contact zijn geweest, moeten worden gereinigd en |
ontsmet vooraleer zij opnieuw worden gebruikt; | ontsmet vooraleer zij opnieuw worden gebruikt; |
5° de verantwoordelijke dierenarts houdt een inventaris bij van al de | 5° de verantwoordelijke dierenarts houdt een inventaris bij van al de |
andere paardachtigen die in de inrichting aanwezig zijn tijdens het | andere paardachtigen die in de inrichting aanwezig zijn tijdens het |
verblijf van de paardachtige en na het vertrek ervan tot wanneer er | verblijf van de paardachtige en na het vertrek ervan tot wanneer er |
voldaan is aan de in artikel 14 vastgelegde voorwaarden; | voldaan is aan de in artikel 14 vastgelegde voorwaarden; |
6° de lokalen waar het paard werd gehouden, worden meteen nadat het is | 6° de lokalen waar het paard werd gehouden, worden meteen nadat het is |
afgevoerd, gereinigd, ontsmet en insectenvrij gemaakt. | afgevoerd, gereinigd, ontsmet en insectenvrij gemaakt. |
HOOFDSTUK IV. - Epidemiologisch onderzoek | HOOFDSTUK IV. - Epidemiologisch onderzoek |
Art. 11.Het epidemiologisch onderzoek heeft ten minste betrekking op |
Art. 11.Het epidemiologisch onderzoek heeft ten minste betrekking op |
: | : |
1° de duur van de periode waarin de ziekte op het bedrijf aanwezig kan | 1° de duur van de periode waarin de ziekte op het bedrijf aanwezig kan |
zijn geweest vooraleer de ziekte werd vermoed of gemeld; | zijn geweest vooraleer de ziekte werd vermoed of gemeld; |
2° de mogelijke herkomst van de ziekte bij de door virale encefalitis | 2° de mogelijke herkomst van de ziekte bij de door virale encefalitis |
besmette paardachtigen op het bedrijf en de identificatie van andere | besmette paardachtigen op het bedrijf en de identificatie van andere |
bedrijven waar paardachtigen of gevoelige dieren aanwezig zijn die | bedrijven waar paardachtigen of gevoelige dieren aanwezig zijn die |
door dezelfde bron kunnen besmet zijn. | door dezelfde bron kunnen besmet zijn. |
HOOFDSTUK V. - Maatregelen in een geval van virale encefalitis in of | HOOFDSTUK V. - Maatregelen in een geval van virale encefalitis in of |
in de nabijheid van bijzondere plaatsen waar paardachtigen of vatbare | in de nabijheid van bijzondere plaatsen waar paardachtigen of vatbare |
dieren op tijdelijke of permanente basis worden gehouden | dieren op tijdelijke of permanente basis worden gehouden |
Art. 12.Wanneer virale encefalitis dreigt paardachtigen of gevoelige |
Art. 12.Wanneer virale encefalitis dreigt paardachtigen of gevoelige |
dieren te infecteren die verblijven in een laboratorium, een | dieren te infecteren die verblijven in een laboratorium, een |
dierentuin, een natuurreservaat of in instellingen, instituten of | dierentuin, een natuurreservaat of in instellingen, instituten of |
centra erkend overeenkomstig artikel 15, § 2, van het ministerieel | centra erkend overeenkomstig artikel 15, § 2, van het ministerieel |
besluit van 31 augustus 1993 tot vaststelling van de | besluit van 31 augustus 1993 tot vaststelling van de |
veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer en de | veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer en de |
invoer van dieren, sperma, eicellen en embryo's, van soorten waarvoor | invoer van dieren, sperma, eicellen en embryo's, van soorten waarvoor |
ten aanzien van de veterinairrechtelijke voorschriften geen specifieke | ten aanzien van de veterinairrechtelijke voorschriften geen specifieke |
reglementering is opgesteld, als bedoeld in bijlage III, A, van het | reglementering is opgesteld, als bedoeld in bijlage III, A, van het |
koninklijk besluit van 31 december 1992 betreffende de veterinaire en | koninklijk besluit van 31 december 1992 betreffende de veterinaire en |
zoötechnische controles, die van toepassing zijn op het | zoötechnische controles, die van toepassing zijn op het |
intracommunautaire handelsverkeer van sommige levende dieren en | intracommunautaire handelsverkeer van sommige levende dieren en |
producten, en ze er voor wetenschappelijke doeleinden, voor de | producten, en ze er voor wetenschappelijke doeleinden, voor de |
instandhouding van de soort of als genetische reserve voor de fokkerij | instandhouding van de soort of als genetische reserve voor de fokkerij |
worden gehouden, waakt het Agentschap erover dat alle nodige | worden gehouden, waakt het Agentschap erover dat alle nodige |
maatregelen voor de bioveiligheid worden genomen om deze dieren tegen | maatregelen voor de bioveiligheid worden genomen om deze dieren tegen |
infectie te beschermen. | infectie te beschermen. |
Bovendien kan het Agentschap de toegang tot publieke instellingen | Bovendien kan het Agentschap de toegang tot publieke instellingen |
beperken of ze aan bijzondere voorwaarden onderwerpen. | beperken of ze aan bijzondere voorwaarden onderwerpen. |
Art. 13.Van zodra het Agentschap in kennis is gesteld van de |
Art. 13.Van zodra het Agentschap in kennis is gesteld van de |
bevestiging dat wilde dieren met virale encefalitis zijn geïnfecteerd, | bevestiging dat wilde dieren met virale encefalitis zijn geïnfecteerd, |
brengt het de bevoegde betrokken gewestelijke autoriteiten en de | brengt het de bevoegde betrokken gewestelijke autoriteiten en de |
eigenaars van vatbare dieren hiervan op de hoogte. | eigenaars van vatbare dieren hiervan op de hoogte. |
HOOFDSTUK VI. - Opheffing van de maatregelen | HOOFDSTUK VI. - Opheffing van de maatregelen |
Art. 14.§ 1. De maatregelen voorzien in artikel 9, 2°, worden |
Art. 14.§ 1. De maatregelen voorzien in artikel 9, 2°, worden |
gehandhaafd totdat aan de volgende voorwaarden is voldaan : | gehandhaafd totdat aan de volgende voorwaarden is voldaan : |
1° een periode van ten minste dertig dagen is verstreken na de | 1° een periode van ten minste dertig dagen is verstreken na de |
opruiming van alle paardachtigen van het besmette bedrijf, de | opruiming van alle paardachtigen van het besmette bedrijf, de |
schoonmaak, de ontsmetting en de desinsectisatie van de lokalen, het | schoonmaak, de ontsmetting en de desinsectisatie van de lokalen, het |
materiaal en de voertuigen; | materiaal en de voertuigen; |
2° in geval van gebruik van de afwijking voorzien in artikel 10, § 1, | 2° in geval van gebruik van de afwijking voorzien in artikel 10, § 1, |
dienen alle nog levende paardachtigen van het besmette bedrijf een | dienen alle nog levende paardachtigen van het besmette bedrijf een |
diagnostische test voor virale Venezolaanse encefalomyelitis met | diagnostische test voor virale Venezolaanse encefalomyelitis met |
negatief resultaat te ondergaan, en er dient een periode van zes | negatief resultaat te ondergaan, en er dient een periode van zes |
maanden verstreken te zijn na de afmaking van de laatst besmette | maanden verstreken te zijn na de afmaking van de laatst besmette |
paardachtige. | paardachtige. |
§ 2. Voor de virale encefalitiden, andere dan deze bedoeld in | § 2. Voor de virale encefalitiden, andere dan deze bedoeld in |
paragraaf 1, is het verkeer van paardachtigen herkomstig van het | paragraaf 1, is het verkeer van paardachtigen herkomstig van het |
besmette bedrijf verboden gedurende zes maanden vanaf de | besmette bedrijf verboden gedurende zes maanden vanaf de |
afmakingsdatum van de paardachtigen, behalve in het geval van | afmakingsdatum van de paardachtigen, behalve in het geval van |
besmetting met West-Nijlvirus, in welk geval de periode van zes | besmetting met West-Nijlvirus, in welk geval de periode van zes |
maanden begint op de datum waarop de besmette paardachtigen gestorven, | maanden begint op de datum waarop de besmette paardachtigen gestorven, |
van het bedrijf afgevoerd of volledig hersteld zijn. | van het bedrijf afgevoerd of volledig hersteld zijn. |
HOOFDSTUK VII. - Diagnostische tests | HOOFDSTUK VII. - Diagnostische tests |
Art. 15.De officiële diagnostische testen, alsook de te volgen |
Art. 15.De officiële diagnostische testen, alsook de te volgen |
diagnostische procedure, voor de toepassing van dit besluit worden | diagnostische procedure, voor de toepassing van dit besluit worden |
uitgevoerd volgens het desbetreffende hoofdstuk van de zesde uitgave | uitgevoerd volgens het desbetreffende hoofdstuk van de zesde uitgave |
van het handboek (2008) voor diagnostische tests en vaccins voor | van het handboek (2008) voor diagnostische tests en vaccins voor |
landdieren (« Manual of Diagnostic Tests and Vaccines for Terrestrial | landdieren (« Manual of Diagnostic Tests and Vaccines for Terrestrial |
Animals ») van de Wereldorganisatie voor Dierengezondheid (OIE). | Animals ») van de Wereldorganisatie voor Dierengezondheid (OIE). |
Dit handboek is te raadplegen op de volgende website van de | Dit handboek is te raadplegen op de volgende website van de |
Wereldorganisatie voor Dierengezondheid : http | Wereldorganisatie voor Dierengezondheid : http |
://www.oie.int/en/manual-of-diagnostic-tests-and-vaccines-for-terrestrial-animals | ://www.oie.int/en/manual-of-diagnostic-tests-and-vaccines-for-terrestrial-animals |
. | . |
De Minister kan evenwel toestemming verlenen om andere diagnostische | De Minister kan evenwel toestemming verlenen om andere diagnostische |
tests uit te voeren. | tests uit te voeren. |
Art. 16.Conform de bepalingen van de artikelen 2, 3 en 10 van het |
Art. 16.Conform de bepalingen van de artikelen 2, 3 en 10 van het |
koninklijk besluit van 15 april 2005 betreffende de aanduiding van de | koninklijk besluit van 15 april 2005 betreffende de aanduiding van de |
officiële laboratoria, tot bepaling van de procedure en de | officiële laboratoria, tot bepaling van de procedure en de |
erkenningsvoorwaarden van laboratoria die analyses uitvoeren in het | erkenningsvoorwaarden van laboratoria die analyses uitvoeren in het |
kader van de controleopdracht van het Federaal Agentschap voor de | kader van de controleopdracht van het Federaal Agentschap voor de |
Veiligheid van de Voedselketen en tot uitvoering van de wet van 15 | Veiligheid van de Voedselketen en tot uitvoering van de wet van 15 |
juli 1985 betreffende het gebruik bij dieren van stoffen met | juli 1985 betreffende het gebruik bij dieren van stoffen met |
hormonale, antihormonale, beta-adrenergische of productiestimulerende | hormonale, antihormonale, beta-adrenergische of productiestimulerende |
werking, worden de testen uitgevoerd hetzij door het nationaal | werking, worden de testen uitgevoerd hetzij door het nationaal |
referentielaboratorium hetzij door laboratoria erkend door het | referentielaboratorium hetzij door laboratoria erkend door het |
Agentschap. | Agentschap. |
HOOFDSTUK VIII. - Vaccinatie | HOOFDSTUK VIII. - Vaccinatie |
Art. 17.De Minister kan de vaccinatie van de paardachtigen tegen één |
Art. 17.De Minister kan de vaccinatie van de paardachtigen tegen één |
of meerdere van door dit besluit bedoelde ziekten verplichten of ze | of meerdere van door dit besluit bedoelde ziekten verplichten of ze |
onder bepaalde voorwaarden toestaan en er de uitvoeringsmodaliteiten | onder bepaalde voorwaarden toestaan en er de uitvoeringsmodaliteiten |
voor bepalen. | voor bepalen. |
HOOFDSTUK IX. - Groep van deskundigen | HOOFDSTUK IX. - Groep van deskundigen |
Art. 18.§ 1. Het Agentschap stelt binnen het Wetenschappelijk Comité |
Art. 18.§ 1. Het Agentschap stelt binnen het Wetenschappelijk Comité |
een expertengroep van tijdelijke aard samen, bestaande uit deskundigen | een expertengroep van tijdelijke aard samen, bestaande uit deskundigen |
met competentie inzake volksgezondheid, ornithologie, entomologie, | met competentie inzake volksgezondheid, ornithologie, entomologie, |
epidemiologie, virologie, genetische diversiteit en diergeneeskunde. | epidemiologie, virologie, genetische diversiteit en diergeneeskunde. |
§ 2. In geval van bevestiging van virale encefalitis, kan het | § 2. In geval van bevestiging van virale encefalitis, kan het |
Agentschap deze expertengroep samenroepen teneinde bijkomende te nemen | Agentschap deze expertengroep samenroepen teneinde bijkomende te nemen |
maatregelen, complementair aan deze voorzien door dit besluit, te | maatregelen, complementair aan deze voorzien door dit besluit, te |
evalueren om de bescherming van de bedrijven en de volksgezondheid | evalueren om de bescherming van de bedrijven en de volksgezondheid |
tegen de virale encefalitis te verhogen. | tegen de virale encefalitis te verhogen. |
Het kan met name gaan om : | Het kan met name gaan om : |
1° de afbakening van een bewakingsgebied rond het besmet bedrijf om de | 1° de afbakening van een bewakingsgebied rond het besmet bedrijf om de |
epidemiologische onderzoeken uit te voeren; | epidemiologische onderzoeken uit te voeren; |
2° het evalueren van de maatregelen, genomen naar aanleiding van de | 2° het evalueren van de maatregelen, genomen naar aanleiding van de |
bevestiging van de aanwezigheid van de virale encefalitis en ze | bevestiging van de aanwezigheid van de virale encefalitis en ze |
eventueel aanpassen; | eventueel aanpassen; |
3° het uitbrengen van advies betreffende de opsporing, de | 3° het uitbrengen van advies betreffende de opsporing, de |
bemonstering, de testprocedures en de te volgen strategie in de | bemonstering, de testprocedures en de te volgen strategie in de |
besmette bedrijven. | besmette bedrijven. |
HOOFDSTUK X. - Ambtshalve toegepaste maatregelen | HOOFDSTUK X. - Ambtshalve toegepaste maatregelen |
Art. 19.Indien een houder van paardachtigen of gevoelige dieren één |
Art. 19.Indien een houder van paardachtigen of gevoelige dieren één |
of meerdere maatregelen voorzien door onderhavig besluit of bevolen | of meerdere maatregelen voorzien door onderhavig besluit of bevolen |
door de officiële dierenarts niet toepast, laat het Agentschap de | door de officiële dierenarts niet toepast, laat het Agentschap de |
maatregelen ambtshalve uitvoeren op kosten van de betrokken houder. | maatregelen ambtshalve uitvoeren op kosten van de betrokken houder. |
Art. 20.Elke paardachtige of elk gevoelig dier dat in overtreding met |
Art. 20.Elke paardachtige of elk gevoelig dier dat in overtreding met |
de bepalingen van dit besluit wordt aangetroffen op de openbare weg, | de bepalingen van dit besluit wordt aangetroffen op de openbare weg, |
in een openbare plaats of op andermans eigendom, kan op bevel van de | in een openbare plaats of op andermans eigendom, kan op bevel van de |
officiële dierenarts onmiddellijk afgemaakt worden op kosten van de | officiële dierenarts onmiddellijk afgemaakt worden op kosten van de |
betrokken houder. | betrokken houder. |
HOOFDSTUK XI. - Controle en sancties | HOOFDSTUK XI. - Controle en sancties |
Art. 21.Inbreuken op de bepalingen van dit besluit worden opgespoord, |
Art. 21.Inbreuken op de bepalingen van dit besluit worden opgespoord, |
vastgesteld en vervolgd overeenkomstig het koninklijk besluit van 22 | vastgesteld en vervolgd overeenkomstig het koninklijk besluit van 22 |
februari 2001 houdende organisatie van de controles die worden | februari 2001 houdende organisatie van de controles die worden |
verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de | verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de |
Voedselketen, en gestraft overeenkomstig de hoofdstukken V en VI van | Voedselketen, en gestraft overeenkomstig de hoofdstukken V en VI van |
de dierengezondheidswet van 24 maart 1987. | de dierengezondheidswet van 24 maart 1987. |
HOOFDSTUK XII. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK XII. - Slotbepalingen |
Art. 22.Het koninklijk besluit van 3 juni 1960 houdende maatregelen |
Art. 22.Het koninklijk besluit van 3 juni 1960 houdende maatregelen |
van diergeneeskundige politie inzake besmettelijke bloedarmoede en | van diergeneeskundige politie inzake besmettelijke bloedarmoede en |
encephalomyelitis der eenhoevigen wordt opgeheven, voor wat de | encephalomyelitis der eenhoevigen wordt opgeheven, voor wat de |
encephalomyelitis der éénhoevigen betreft. | encephalomyelitis der éénhoevigen betreft. |
Art. 23.De Minister bevoegd voor Landbouw is belast met de uitvoering |
Art. 23.De Minister bevoegd voor Landbouw is belast met de uitvoering |
van dit besluit. | van dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 1 februari 2012. | Gegeven te Brussel, 1 februari 2012. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Landbouw, | De Minister van Landbouw, |
Mevr. S. LARUELLE | Mevr. S. LARUELLE |