Ministerieel besluit houdende de planning van verblijfseenheden in het kader van de bijkomende erkenning voor de opvang van zorgafhankelijke personen voor de dagverzorgingscentra niet-conform artikel 51 van bijlage IX bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers | Ministerieel besluit houdende de planning van verblijfseenheden in het kader van de bijkomende erkenning voor de opvang van zorgafhankelijke personen voor de dagverzorgingscentra niet-conform artikel 51 van bijlage IX bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers |
---|---|
VLAAMSE OVERHEID | VLAAMSE OVERHEID |
Welzijn, Volksgezondheid en Gezin | Welzijn, Volksgezondheid en Gezin |
25 APRIL 2019. - Ministerieel besluit houdende de planning van | 25 APRIL 2019. - Ministerieel besluit houdende de planning van |
verblijfseenheden in het kader van de bijkomende erkenning voor de | verblijfseenheden in het kader van de bijkomende erkenning voor de |
opvang van zorgafhankelijke personen voor de dagverzorgingscentra | opvang van zorgafhankelijke personen voor de dagverzorgingscentra |
niet-conform artikel 51 van bijlage IX bij het besluit van de Vlaamse | niet-conform artikel 51 van bijlage IX bij het besluit van de Vlaamse |
Regering van 24 juli 2009 betreffende de programmatie, de | Regering van 24 juli 2009 betreffende de programmatie, de |
erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor | erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor |
woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers | woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers |
DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN, | DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN, |
Gelet op het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009, artikel 58, § 1, | Gelet op het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009, artikel 58, § 1, |
gewijzigd bij de decreten van 21 juni 2013 en 21 december 2018; | gewijzigd bij de decreten van 21 juni 2013 en 21 december 2018; |
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23 juni 2000 tot | Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23 juni 2000 tot |
vaststelling van de procedure voor de bijkomende erkenning van een | vaststelling van de procedure voor de bijkomende erkenning van een |
dagverzorgingscentrum, artikel 2, 2°, vervangen bij het besluit van de | dagverzorgingscentrum, artikel 2, 2°, vervangen bij het besluit van de |
Vlaamse Regering van 7 december 2012; | Vlaamse Regering van 7 december 2012; |
Gelet op het ministerieel besluit van 19 april 2018 houdende de | Gelet op het ministerieel besluit van 19 april 2018 houdende de |
planning van verblijfseenheden in het kader van de bijzondere | planning van verblijfseenheden in het kader van de bijzondere |
erkenning als centrum voor dagverzorging voor zorgafhankelijke ouderen | erkenning als centrum voor dagverzorging voor zorgafhankelijke ouderen |
voor de dagverzorgingscentra niet-conform artikel 51 van bijlage IX | voor de dagverzorgingscentra niet-conform artikel 51 van bijlage IX |
bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 betreffende | bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 betreffende |
de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor | de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor |
woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers; | woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers; |
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 15 | Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 15 |
maart 2019; | maart 2019; |
Gelet op de adviesaanvraag binnen 30 dagen, die op 22 maart 2019 bij | Gelet op de adviesaanvraag binnen 30 dagen, die op 22 maart 2019 bij |
de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, | de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, |
eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad Van State, gecoördineerd op | eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad Van State, gecoördineerd op |
12 januari 1973; | 12 januari 1973; |
Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn; | Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn; |
Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van | Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van |
State, gecoördineerd op 12 januari 1973, | State, gecoördineerd op 12 januari 1973, |
Besluit : | Besluit : |
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: |
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: |
1° agentschap: het intern verzelfstandigd agentschap Zorg en | 1° agentschap: het intern verzelfstandigd agentschap Zorg en |
Gezondheid, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 | Gezondheid, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 |
mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap | mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap |
"Zorg en Gezondheid"; | "Zorg en Gezondheid"; |
2° besluit van 24 juli 2009: het besluit van de Vlaamse Regering van | 2° besluit van 24 juli 2009: het besluit van de Vlaamse Regering van |
24 juli 2009 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en | 24 juli 2009 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en |
de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van | de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van |
gebruikers en mantelzorgers; | gebruikers en mantelzorgers; |
3° verblijfseenheden: de verblijfseenheden bijkomende erkenning voor | 3° verblijfseenheden: de verblijfseenheden bijkomende erkenning voor |
de opvang van zorgafhankelijke personen van een dagverzorgingscentrum | de opvang van zorgafhankelijke personen van een dagverzorgingscentrum |
als vermeld in hoofdstuk III/1 van bijlage IX bij het besluit van 24 | als vermeld in hoofdstuk III/1 van bijlage IX bij het besluit van 24 |
juli 2009; | juli 2009; |
4° dekkingsgraad voor zware zorgprofielen: het aantal | 4° dekkingsgraad voor zware zorgprofielen: het aantal |
verblijfseenheden op 1 januari 2019, gedeeld door het gemiddelde | verblijfseenheden op 1 januari 2019, gedeeld door het gemiddelde |
aantal gerechtigden in de referentieperiode; | aantal gerechtigden in de referentieperiode; |
5° dagverzorgingscentrum: een dagverzorgingscentrum niet-conform | 5° dagverzorgingscentrum: een dagverzorgingscentrum niet-conform |
artikel 51 van bijlage IX bij het besluit van 24 juli 2009; | artikel 51 van bijlage IX bij het besluit van 24 juli 2009; |
6° gemiddeld aantal gerechtigden: het totale aantal gefactureerde | 6° gemiddeld aantal gerechtigden: het totale aantal gefactureerde |
aanwezigheidsdagen van de gebruikers in zorgafhankelijkheidscategorie | aanwezigheidsdagen van de gebruikers in zorgafhankelijkheidscategorie |
F, Fd en D tijdens de referentieperiode, zoals ingediend bij het | F, Fd en D tijdens de referentieperiode, zoals ingediend bij het |
agentschap voor het werkingsjaar 2017 conform artikel 2 van het | agentschap voor het werkingsjaar 2017 conform artikel 2 van het |
ministerieel besluit van 22 april 2015 tot vaststelling van de | ministerieel besluit van 22 april 2015 tot vaststelling van de |
subsidiëringswijze van de dagverzorgingscentra, gedeeld door 250; | subsidiëringswijze van de dagverzorgingscentra, gedeeld door 250; |
7° referentieperiode: de periode die loopt van 1 januari 2017 tot en | 7° referentieperiode: de periode die loopt van 1 januari 2017 tot en |
met 31 december 2017; | met 31 december 2017; |
8° werkdag: een dag in de week die niet valt op een zaterdag, een | 8° werkdag: een dag in de week die niet valt op een zaterdag, een |
zondag, een wettelijke feestdag of in de periode van 25 december tot | zondag, een wettelijke feestdag of in de periode van 25 december tot |
en met 1 januari. | en met 1 januari. |
Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt een verzending met de |
Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt een verzending met de |
post geacht ontvangen te zijn op de eerste werkdag na de verzending. | post geacht ontvangen te zijn op de eerste werkdag na de verzending. |
Een elektronische verzending wordt geacht ontvangen te zijn op de dag | Een elektronische verzending wordt geacht ontvangen te zijn op de dag |
van de verzending. | van de verzending. |
Art. 3.Aan de dagverzorgingscentra met een bijkomende erkenning voor |
Art. 3.Aan de dagverzorgingscentra met een bijkomende erkenning voor |
minder dan vijf verblijfseenheden kan, binnen de beschikbare | minder dan vijf verblijfseenheden kan, binnen de beschikbare |
begrotingskredieten, een bijkomende erkenning toegekend worden voor | begrotingskredieten, een bijkomende erkenning toegekend worden voor |
maximaal vijf verblijfseenheden per dagverzorgingscentrum. | maximaal vijf verblijfseenheden per dagverzorgingscentrum. |
In afwijking van het eerste lid kan aan de dagverzorgingscentra in | In afwijking van het eerste lid kan aan de dagverzorgingscentra in |
gemeenten die deel uitmaken van het tweetalige gebied | gemeenten die deel uitmaken van het tweetalige gebied |
Brussel-Hoofdstad, met een bijkomende erkenning voor minder dan zeven | Brussel-Hoofdstad, met een bijkomende erkenning voor minder dan zeven |
verblijfseenheden, binnen de beschikbare begrotingskredieten, een | verblijfseenheden, binnen de beschikbare begrotingskredieten, een |
bijkomende erkenning toegekend worden voor maximaal zeven | bijkomende erkenning toegekend worden voor maximaal zeven |
verblijfseenheden per dagverzorgingscentrum. | verblijfseenheden per dagverzorgingscentrum. |
Art. 4.De dagverzorgingscentra met een bijkomende erkenning op 1 |
Art. 4.De dagverzorgingscentra met een bijkomende erkenning op 1 |
januari 2017 hebben de mogelijkheid om hun bijkomende erkenning uit te | januari 2017 hebben de mogelijkheid om hun bijkomende erkenning uit te |
breiden als ze voldoen aan de voorwaarden vermeld in artikel 5 en 6. | breiden als ze voldoen aan de voorwaarden vermeld in artikel 5 en 6. |
Art. 5.Om in aanmerking te komen voor de verdeling, vermeld in |
Art. 5.Om in aanmerking te komen voor de verdeling, vermeld in |
artikel 6, moet het dagverzorgingscentrum in de referentieperiode: | artikel 6, moet het dagverzorgingscentrum in de referentieperiode: |
1° over het maximale aantal verblijfseenheden beschikken dat toegekend | 1° over het maximale aantal verblijfseenheden beschikken dat toegekend |
kan worden conform artikel 3, eerste en tweede lid; | kan worden conform artikel 3, eerste en tweede lid; |
2° een dekkingsgraad voor zware zorgprofielen van 35 % tot en met 99 % | 2° een dekkingsgraad voor zware zorgprofielen van 35 % tot en met 99 % |
realiseren. | realiseren. |
Art. 6.De verblijfseenheden die opgenomen zijn in de verdeling, |
Art. 6.De verblijfseenheden die opgenomen zijn in de verdeling, |
worden toegekend op de wijze vermeld in het tweede tot en met het | worden toegekend op de wijze vermeld in het tweede tot en met het |
vijfde lid. | vijfde lid. |
De dagverzorgingscentra die een dekkingsgraad voor zware zorgprofielen | De dagverzorgingscentra die een dekkingsgraad voor zware zorgprofielen |
van 35 % tot en met 64 % realiseren, hebben de mogelijkheid om uit te | van 35 % tot en met 64 % realiseren, hebben de mogelijkheid om uit te |
breiden met maximaal vier verblijfseenheden. | breiden met maximaal vier verblijfseenheden. |
De dagverzorgingscentra die een dekkingsgraad voor zware zorgprofielen | De dagverzorgingscentra die een dekkingsgraad voor zware zorgprofielen |
van 65 % tot en met 74 % realiseren, hebben de mogelijkheid om uit te | van 65 % tot en met 74 % realiseren, hebben de mogelijkheid om uit te |
breiden met maximaal drie verblijfseenheden. | breiden met maximaal drie verblijfseenheden. |
De dagverzorgingscentra die een dekkingsgraad voor zware zorgprofielen | De dagverzorgingscentra die een dekkingsgraad voor zware zorgprofielen |
van 75 % tot en met 85 % realiseren, hebben de mogelijkheid om uit te | van 75 % tot en met 85 % realiseren, hebben de mogelijkheid om uit te |
breiden met maximaal twee verblijfseenheden. | breiden met maximaal twee verblijfseenheden. |
De dagverzorgingscentra die een dekkingsgraad voor zware zorgprofielen | De dagverzorgingscentra die een dekkingsgraad voor zware zorgprofielen |
van 86 % tot en met 99 % realiseren, hebben de mogelijkheid om uit te | van 86 % tot en met 99 % realiseren, hebben de mogelijkheid om uit te |
breiden met één verblijfseenheid. | breiden met één verblijfseenheid. |
Art. 7.Binnen alle intervallen, vermeld in artikel 6 van dit besluit, |
Art. 7.Binnen alle intervallen, vermeld in artikel 6 van dit besluit, |
wordt er prioriteit verleend aan dagverzorgingscentra die deel | wordt er prioriteit verleend aan dagverzorgingscentra die deel |
uitmaken van de proefprojecten woonzorg die geselecteerd zijn met | uitmaken van de proefprojecten woonzorg die geselecteerd zijn met |
toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 september | toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 september |
2012 betreffende pilootprojecten over nieuwe ruimtelijke concepten in | 2012 betreffende pilootprojecten over nieuwe ruimtelijke concepten in |
de woonzorg ten opzichte van dagverzorgingscentra die geen deel | de woonzorg ten opzichte van dagverzorgingscentra die geen deel |
uitmaken van die projecten. | uitmaken van die projecten. |
Art. 8.Als de beschikbare middelen onvoldoende zijn om aan elk |
Art. 8.Als de beschikbare middelen onvoldoende zijn om aan elk |
dagverzorgingscentrum dat in aanmerking komt, het aantal | dagverzorgingscentrum dat in aanmerking komt, het aantal |
verblijfseenheden toe te kennen conform artikel 6, wordt voorrang | verblijfseenheden toe te kennen conform artikel 6, wordt voorrang |
gegeven aan de dagverzorgingscentra met de laagste dekkingsgraad voor | gegeven aan de dagverzorgingscentra met de laagste dekkingsgraad voor |
zware zorgprofielen tijdens de referentieperiode. | zware zorgprofielen tijdens de referentieperiode. |
Art. 9.De volgende dagverzorgingscentra komen niet in aanmerking voor |
Art. 9.De volgende dagverzorgingscentra komen niet in aanmerking voor |
de toekenning conform artikel 6: | de toekenning conform artikel 6: |
1° dagverzorgingscentra waarvan de bijkomende erkenning of de | 1° dagverzorgingscentra waarvan de bijkomende erkenning of de |
erkenning als dagverzorgingscentrum na de referentieperiode geheel of | erkenning als dagverzorgingscentrum na de referentieperiode geheel of |
gedeeltelijk is ingetrokken; | gedeeltelijk is ingetrokken; |
2° dagverzorgingscentra waarvan de bijkomende erkenning of de | 2° dagverzorgingscentra waarvan de bijkomende erkenning of de |
erkenning als dagverzorgingscentrum na de referentieperiode geheel of | erkenning als dagverzorgingscentrum na de referentieperiode geheel of |
gedeeltelijk is geschorst; | gedeeltelijk is geschorst; |
3° dagverzorgingscentra waarvan de uitbating vrijwillig is stopgezet | 3° dagverzorgingscentra waarvan de uitbating vrijwillig is stopgezet |
na de referentieperiode; | na de referentieperiode; |
4° dagverzorgingscentra waarvoor een procedure tot weigering, | 4° dagverzorgingscentra waarvoor een procedure tot weigering, |
schorsing of intrekking van de erkenning loopt. | schorsing of intrekking van de erkenning loopt. |
Art. 10.Het agentschap mailt het voorstel dat is berekend conform |
Art. 10.Het agentschap mailt het voorstel dat is berekend conform |
artikel 6 naar de initiatiefnemer. De initiatiefnemer dient de | artikel 6 naar de initiatiefnemer. De initiatiefnemer dient de |
erkenningsaanvraag in binnen veertien werkdagen na de dag waarop hij | erkenningsaanvraag in binnen veertien werkdagen na de dag waarop hij |
het voorstel heeft ontvangen. Door de erkenningsaanvraag in te dienen, | het voorstel heeft ontvangen. Door de erkenningsaanvraag in te dienen, |
bevestigt de initiatiefnemer dat hij het voorstel aanvaardt. | bevestigt de initiatiefnemer dat hij het voorstel aanvaardt. |
Art. 11.De aanvragen voor een bijkomende erkenning als vermeld in |
Art. 11.De aanvragen voor een bijkomende erkenning als vermeld in |
artikel 3 en 4 van dit besluit, worden behandeld conform artikel 5 tot | artikel 3 en 4 van dit besluit, worden behandeld conform artikel 5 tot |
en met 8 van het besluit van de Vlaamse Regering van 23 juni 2000 tot | en met 8 van het besluit van de Vlaamse Regering van 23 juni 2000 tot |
vaststelling van de procedure voor de bijkomende erkenning van een | vaststelling van de procedure voor de bijkomende erkenning van een |
dagverzorgingscentrum. | dagverzorgingscentrum. |
Art. 12.In afwijking van het artikel 3 hebben de dagverzorgingscentra |
Art. 12.In afwijking van het artikel 3 hebben de dagverzorgingscentra |
met een bijkomende erkenning op 1 januari 2017 de keuze om de | met een bijkomende erkenning op 1 januari 2017 de keuze om de |
erkenning aan te vragen met ingang van 1 juli 2019, 1 oktober 2019 of | erkenning aan te vragen met ingang van 1 juli 2019, 1 oktober 2019 of |
1 januari 2020. | 1 januari 2020. |
Verblijfseenheden die niet zijn toegekend omdat niet is voldaan aan de | Verblijfseenheden die niet zijn toegekend omdat niet is voldaan aan de |
bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 23 juni 2000 | bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 23 juni 2000 |
tot vaststelling van de procedure voor de bijkomende erkenning van een | tot vaststelling van de procedure voor de bijkomende erkenning van een |
dagverzorgingscentrum, worden niet verdeeld in het jaar 2019. | dagverzorgingscentrum, worden niet verdeeld in het jaar 2019. |
Art. 13.Voor de toepassing van dit besluit gelden de volgende |
Art. 13.Voor de toepassing van dit besluit gelden de volgende |
afrondingsregels, waarbij met het cijfer dat volgt op de af te ronden | afrondingsregels, waarbij met het cijfer dat volgt op de af te ronden |
decimaal geen rekening wordt gehouden als het lager is dan vijf en de | decimaal geen rekening wordt gehouden als het lager is dan vijf en de |
af te ronden decimaal met een eenheid wordt verhoogd als dat cijfer | af te ronden decimaal met een eenheid wordt verhoogd als dat cijfer |
gelijk is aan of hoger is dan vijf: | gelijk is aan of hoger is dan vijf: |
1° voor de berekening van het gemiddelde aantal gerechtigden, vermeld | 1° voor de berekening van het gemiddelde aantal gerechtigden, vermeld |
in artikel 1, 6° : de berekeningen worden afgerond tot twee cijfers na | in artikel 1, 6° : de berekeningen worden afgerond tot twee cijfers na |
de komma; | de komma; |
2° voor de berekening van de dekkingsgraad voor zware zorgprofielen, | 2° voor de berekening van de dekkingsgraad voor zware zorgprofielen, |
vermeld in artikel 1, 4° : de berekeningen worden afgerond tot twee | vermeld in artikel 1, 4° : de berekeningen worden afgerond tot twee |
cijfers na de komma; | cijfers na de komma; |
3° voor de toewijzing van het aantal verblijfseenheden, vermeld in | 3° voor de toewijzing van het aantal verblijfseenheden, vermeld in |
artikel 6: de berekening wordt afgerond op het bovenliggende gehele | artikel 6: de berekening wordt afgerond op het bovenliggende gehele |
getal. | getal. |
Art. 14.Het ministerieel besluit van 19 april 2018 houdende de |
Art. 14.Het ministerieel besluit van 19 april 2018 houdende de |
planning van verblijfseenheden in het kader van de bijzondere | planning van verblijfseenheden in het kader van de bijzondere |
erkenning als centrum voor dagverzorging voor zorgafhankelijke ouderen | erkenning als centrum voor dagverzorging voor zorgafhankelijke ouderen |
voor de dagverzorgingscentra niet-conform artikel 51 van bijlage IX | voor de dagverzorgingscentra niet-conform artikel 51 van bijlage IX |
bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 betreffende | bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 betreffende |
de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor | de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor |
woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers | woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers |
wordt opgeheven. | wordt opgeheven. |
Brussel, 25 april 2019. | Brussel, 25 april 2019. |
De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, | De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, |
J. VANDEURZEN | J. VANDEURZEN |