Ministerieel besluit houdende toekenning van een toelage voor onregelmatige prestaties aan de personeelsleden van het Ministerie van Justitie | Ministerieel besluit houdende toekenning van een toelage voor onregelmatige prestaties aan de personeelsleden van het Ministerie van Justitie |
---|---|
MINISTERIE VAN JUSTITIE | MINISTERIE VAN JUSTITIE |
24 SEPTEMBER 1998. - Ministerieel besluit houdende toekenning van een | 24 SEPTEMBER 1998. - Ministerieel besluit houdende toekenning van een |
toelage voor onregelmatige prestaties aan de personeelsleden van het | toelage voor onregelmatige prestaties aan de personeelsleden van het |
Ministerie van Justitie | Ministerie van Justitie |
De Minister van Justitie, | De Minister van Justitie, |
Gelet op het koninklijk besluit van 26 maart 1965 houdende de algemene | Gelet op het koninklijk besluit van 26 maart 1965 houdende de algemene |
regeling van de vergoedingen en toelagen van alle aard toegekend aan | regeling van de vergoedingen en toelagen van alle aard toegekend aan |
het personeel der ministeries, gewijzigd bij de koninklijke besluiten | het personeel der ministeries, gewijzigd bij de koninklijke besluiten |
van 6 februari 1967 en 2 maart 1989; | van 6 februari 1967 en 2 maart 1989; |
Gelet op het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende | Gelet op het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende |
bezoldigingsregeling van het personeel der ministeries, laatst | bezoldigingsregeling van het personeel der ministeries, laatst |
gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 oktober 1996; | gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 oktober 1996; |
Gelet op de adviezen van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 | Gelet op de adviezen van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 |
maart 1998 en op 25 maart 1998; | maart 1998 en op 25 maart 1998; |
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 28 mei | Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 28 mei |
1998; | 1998; |
Gelet op het akkoord van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op | Gelet op het akkoord van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op |
28 mei 1998; | 28 mei 1998; |
Gelet op het protocol nr. 172 van het Sectorcomité III - Justitie, van | Gelet op het protocol nr. 172 van het Sectorcomité III - Justitie, van |
3 juni 1998; | 3 juni 1998; |
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari | Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari |
1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 juli | 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 juli |
1989; | 1989; |
Gelet op de dringende noodzakelijkheid; | Gelet op de dringende noodzakelijkheid; |
Overwegende dat het noodzakelijk is het bedrag van de toelage voor | Overwegende dat het noodzakelijk is het bedrag van de toelage voor |
onregelmatige prestaties uitgevoerd door personeelsleden van het | onregelmatige prestaties uitgevoerd door personeelsleden van het |
Ministerie van Justitie vanaf 1 april 1998 aan te passen waarbij | Ministerie van Justitie vanaf 1 april 1998 aan te passen waarbij |
zaterdagprestaties eveneens in aanmerking moeten genomen worden, | zaterdagprestaties eveneens in aanmerking moeten genomen worden, |
Besluit : | Besluit : |
Artikel 1.De toelage voor onregelmatige prestaties wordt toegekend |
Artikel 1.De toelage voor onregelmatige prestaties wordt toegekend |
aan de personeelsleden van het Ministerie van Justitie die genoopt | aan de personeelsleden van het Ministerie van Justitie die genoopt |
zijn tot zaterdag-, zondag- of nachtprestaties. | zijn tot zaterdag-, zondag- of nachtprestaties. |
Art. 2.Zondagprestaties zijn die welke op een zondag of wettelijke |
Art. 2.Zondagprestaties zijn die welke op een zondag of wettelijke |
feestdag tussen 0 en 24 uur verricht worden. | feestdag tussen 0 en 24 uur verricht worden. |
Art. 3.Zaterdagprestaties zijn die welke op een zaterdag tussen 0 en |
Art. 3.Zaterdagprestaties zijn die welke op een zaterdag tussen 0 en |
24 uur verricht worden. | 24 uur verricht worden. |
Art. 4.Nachtprestaties zijn die welke tussen 22 en 4 uur verricht |
Art. 4.Nachtprestaties zijn die welke tussen 22 en 4 uur verricht |
worden. Met nachtprestaties worden gelijkgesteld de prestaties | worden. Met nachtprestaties worden gelijkgesteld de prestaties |
verricht tussen 18 en 8 uur voor zover zij eindigen te of na 22 uur of | verricht tussen 18 en 8 uur voor zover zij eindigen te of na 22 uur of |
beginnen te of vóór 4 uur. | beginnen te of vóór 4 uur. |
Art. 5.De bedragen van de toelage vermeld in artikel 1 worden |
Art. 5.De bedragen van de toelage vermeld in artikel 1 worden |
vastgesteld als volgt : | vastgesteld als volgt : |
a) voor de zondagprestaties : per uur prestatie 1/1976 van de | a) voor de zondagprestaties : per uur prestatie 1/1976 van de |
jaarlijkse wedde, alleen vermeerderd indien het geval zich voordoet | jaarlijkse wedde, alleen vermeerderd indien het geval zich voordoet |
met de toelage voor de uitoefening van hogere functies; | met de toelage voor de uitoefening van hogere functies; |
b) voor de nachtprestaties : per uur prestatie : F 40. | b) voor de nachtprestaties : per uur prestatie : F 40. |
Het bedrag per uur van 40 frank wordt gebracht op F 60 vanaf 1 oktober | Het bedrag per uur van 40 frank wordt gebracht op F 60 vanaf 1 oktober |
1998 en F 80 vanaf 1 oktober 1999 voor de leden van het personeel | 1998 en F 80 vanaf 1 oktober 1999 voor de leden van het personeel |
verbonden aan een continudienst van de buitendiensten van het | verbonden aan een continudienst van de buitendiensten van het |
Directoraat-generaal Strafinrichtingen; | Directoraat-generaal Strafinrichtingen; |
c) voor de zaterdagprestaties : alleen voor de personeelsleden | c) voor de zaterdagprestaties : alleen voor de personeelsleden |
verbonden aan een continudienst van de buitendiensten van het | verbonden aan een continudienst van de buitendiensten van het |
Directoraat-generaal Strafinrichtingen : F 40 per uur prestatie vanaf | Directoraat-generaal Strafinrichtingen : F 40 per uur prestatie vanaf |
1 april 1998, F 60 vanaf 1 oktober 1998, F 100 vanaf 1 oktober 1999. | 1 april 1998, F 60 vanaf 1 oktober 1998, F 100 vanaf 1 oktober 1999. |
Art. 6.§ 1er. Voor de nachtprestaties verricht op de zondagen, de |
Art. 6.§ 1er. Voor de nachtprestaties verricht op de zondagen, de |
zaterdagen en wettelijk erkende feestdagen mogen de toelagen vermeld | zaterdagen en wettelijk erkende feestdagen mogen de toelagen vermeld |
in artikel 5, litt. a, b en c samengevoegd worden. | in artikel 5, litt. a, b en c samengevoegd worden. |
§ 2. De toelagen vermeld in artikel 5 mogen niet samengevoegd worden | § 2. De toelagen vermeld in artikel 5 mogen niet samengevoegd worden |
met de toelagen van de vergoeding wegens buitengewone prestatie | met de toelagen van de vergoeding wegens buitengewone prestatie |
vermeld in artikel 3 van het besluit van de Regent van 30 maart 1950; | vermeld in artikel 3 van het besluit van de Regent van 30 maart 1950; |
de betrokken personeelsleden genieten ter zake van het gunstigste | de betrokken personeelsleden genieten ter zake van het gunstigste |
stelsel. | stelsel. |
Voor de toepassing van het voorgaande lid worden globaal in aanmerking | Voor de toepassing van het voorgaande lid worden globaal in aanmerking |
genomen de sommen verschuldigd voor eenzelfde doorlopende prestatie. | genomen de sommen verschuldigd voor eenzelfde doorlopende prestatie. |
Art. 7.De toelage wordt maandelijks en na vervallen termijn betaald. |
Art. 7.De toelage wordt maandelijks en na vervallen termijn betaald. |
Het gedeelte van een uur dat een prestatie eventueel omvat wordt | Het gedeelte van een uur dat een prestatie eventueel omvat wordt |
afgerond tot het volle uur indien het gelijk is aan of meer beloopt | afgerond tot het volle uur indien het gelijk is aan of meer beloopt |
dan dertig minuten; het valt weg indien het deze duur niet bereikt. | dan dertig minuten; het valt weg indien het deze duur niet bereikt. |
Art. 8.Kunnen geen aanspraak doen gelden op het voordeel van de |
Art. 8.Kunnen geen aanspraak doen gelden op het voordeel van de |
toelage bedoeld in artikel 1, de personeelsleden die functies | toelage bedoeld in artikel 1, de personeelsleden die functies |
uitoefenen die verbonden zijn aan een graad van niveau 1. | uitoefenen die verbonden zijn aan een graad van niveau 1. |
Art. 9.Het ministerieel besluit van 6 januari 1967 houdende |
Art. 9.Het ministerieel besluit van 6 januari 1967 houdende |
toekenning van een toelage voor onregelmatige prestaties aan het | toekenning van een toelage voor onregelmatige prestaties aan het |
personeel van het Ministerie van Justitie, zoals het gewijzigd werd | personeel van het Ministerie van Justitie, zoals het gewijzigd werd |
door latere besluiten, wordt opgeheven. | door latere besluiten, wordt opgeheven. |
Art. 10.Dit besluit treedt in werking op 1 april 1998. |
Art. 10.Dit besluit treedt in werking op 1 april 1998. |
Brussel, 24 september 1998. | Brussel, 24 september 1998. |
T. VAN PARYS | T. VAN PARYS |