Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Ministerieel Besluit van 19/04/2001
← Terug naar "Ministerieel besluit tot bepaling van de wijze van uitoefening van controle op de aanwending van de subsidie bedoeld in artikel 17 van het koninklijk besluit van 20 december 1999 tot bepaling van de nadere regels inzake erkenning van de organisaties voor juridische bijstand, alsook betreffende de samenstelling en de werking van de commissie voor juridische bijstand en tot vaststelling van de objectieve criteria van subsidiëring van de commissies voor juridische bijstand, overeenkomstig de artikelen 508/2, § 3, tweede lid, en 508/4, van het Gerechtelijk Wetboek "
Ministerieel besluit tot bepaling van de wijze van uitoefening van controle op de aanwending van de subsidie bedoeld in artikel 17 van het koninklijk besluit van 20 december 1999 tot bepaling van de nadere regels inzake erkenning van de organisaties voor juridische bijstand, alsook betreffende de samenstelling en de werking van de commissie voor juridische bijstand en tot vaststelling van de objectieve criteria van subsidiëring van de commissies voor juridische bijstand, overeenkomstig de artikelen 508/2, § 3, tweede lid, en 508/4, van het Gerechtelijk Wetboek Ministerieel besluit tot bepaling van de wijze van uitoefening van controle op de aanwending van de subsidie bedoeld in artikel 17 van het koninklijk besluit van 20 december 1999 tot bepaling van de nadere regels inzake erkenning van de organisaties voor juridische bijstand, alsook betreffende de samenstelling en de werking van de commissie voor juridische bijstand en tot vaststelling van de objectieve criteria van subsidiëring van de commissies voor juridische bijstand, overeenkomstig de artikelen 508/2, § 3, tweede lid, en 508/4, van het Gerechtelijk Wetboek
MINISTERIE VAN JUSTITIE MINISTERIE VAN JUSTITIE
19 APRIL 2001. - Ministerieel besluit tot bepaling van de wijze van 19 APRIL 2001. - Ministerieel besluit tot bepaling van de wijze van
uitoefening van controle op de aanwending van de subsidie bedoeld in uitoefening van controle op de aanwending van de subsidie bedoeld in
artikel 17 van het koninklijk besluit van 20 december 1999 tot artikel 17 van het koninklijk besluit van 20 december 1999 tot
bepaling van de nadere regels inzake erkenning van de organisaties bepaling van de nadere regels inzake erkenning van de organisaties
voor juridische bijstand, alsook betreffende de samenstelling en de voor juridische bijstand, alsook betreffende de samenstelling en de
werking van de commissie voor juridische bijstand en tot vaststelling werking van de commissie voor juridische bijstand en tot vaststelling
van de objectieve criteria van subsidiëring van de commissies voor van de objectieve criteria van subsidiëring van de commissies voor
juridische bijstand, overeenkomstig de artikelen 508/2, § 3, tweede juridische bijstand, overeenkomstig de artikelen 508/2, § 3, tweede
lid, en 508/4, van het Gerechtelijk Wetboek lid, en 508/4, van het Gerechtelijk Wetboek
De Minister van Justitie, De Minister van Justitie,
Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, inzonderheid op artikel 508/4, Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, inzonderheid op artikel 508/4,
ingevoegd bij de wet van 23 november 1998 betreffende de juridische ingevoegd bij de wet van 23 november 1998 betreffende de juridische
bijstand; bijstand;
Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd in het Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd in het
koninklijk besluit van 17 juli 1991, inzonderheid op de artikelen 55 koninklijk besluit van 17 juli 1991, inzonderheid op de artikelen 55
tot 58; tot 58;
Gelet op het koninklijk besluit van 20 december 1999 tot bepaling van Gelet op het koninklijk besluit van 20 december 1999 tot bepaling van
de nadere regels inzake erkenning van de organisaties voor juridische de nadere regels inzake erkenning van de organisaties voor juridische
bijstand, alsook betreffende de samenstelling en de werking van de bijstand, alsook betreffende de samenstelling en de werking van de
commissie voor juridische bijstand en tot vaststelling van de commissie voor juridische bijstand en tot vaststelling van de
objectieve criteria van subsidiëring van de commissies voor juridische objectieve criteria van subsidiëring van de commissies voor juridische
bijstand, overeenkomstig de artikelen 508/2, § 3, tweede lid, en bijstand, overeenkomstig de artikelen 508/2, § 3, tweede lid, en
508/4, van het Gerechtelijk Wetboek, inzonderheid op de artikelen 17, 508/4, van het Gerechtelijk Wetboek, inzonderheid op de artikelen 17,
18 en 19; 18 en 19;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari
1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli
1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid; Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat artikel 19, derde lid, van voornoemd koninklijk Overwegende dat artikel 19, derde lid, van voornoemd koninklijk
besluit van 20 december 1999 dringend moet worden toegepast opdat het besluit van 20 december 1999 dringend moet worden toegepast opdat het
saldo van de subsidie kan worden gestort aan de commissies voor saldo van de subsidie kan worden gestort aan de commissies voor
juridische bijstand, zodat zij het hoofd kunnen bieden aan de kosten juridische bijstand, zodat zij het hoofd kunnen bieden aan de kosten
die zij dragen in het kader van hun opdrachten bedoeld in artikel die zij dragen in het kader van hun opdrachten bedoeld in artikel
508/3, 1° tot 4° van het Gerechtelijk Wetboek en inzonderheid de 508/3, 1° tot 4° van het Gerechtelijk Wetboek en inzonderheid de
advocaten die juridische eerstelijnsbijstand hebben verleend, volledig advocaten die juridische eerstelijnsbijstand hebben verleend, volledig
en binnen een redelijke termijn kunnen vergoeden; en binnen een redelijke termijn kunnen vergoeden;
Overwegende dat dit besluit bijgevolg zeer spoedig moet worden Overwegende dat dit besluit bijgevolg zeer spoedig moet worden
genomen, genomen,
Besluit : Besluit :

Artikel 1.De documenten tot staving van de vergoeding van de

Artikel 1.De documenten tot staving van de vergoeding van de

advocaten die juridische eerstelijnsbijstand hebben verleend omvatten advocaten die juridische eerstelijnsbijstand hebben verleend omvatten
: :
1° de lijst met de namen van de advocaten die juridische 1° de lijst met de namen van de advocaten die juridische
eerstelijnsbijstand hebben verleend; eerstelijnsbijstand hebben verleend;
2° de data waarop en het aantal uren die door iedere betrokkene is 2° de data waarop en het aantal uren die door iedere betrokkene is
gepresteerd; gepresteerd;
3° het bedrag dat aan ieder van hen wordt uitgekeerd; 3° het bedrag dat aan ieder van hen wordt uitgekeerd;
4° de betalingsbewijzen. 4° de betalingsbewijzen.

Art. 2.De documenten tot staving van de andere kosten van juridische

Art. 2.De documenten tot staving van de andere kosten van juridische

eerstelijnsbijstand gedragen door de commissie voor juridische eerstelijnsbijstand gedragen door de commissie voor juridische
bijstand in het kader van artikel 508/3, 1° of 508/3, 2°, 3° en 4°, bijstand in het kader van artikel 508/3, 1° of 508/3, 2°, 3° en 4°,
omvatten : omvatten :
1° de facturen; 1° de facturen;
2° de betalingsbewijzen. 2° de betalingsbewijzen.

Art. 3.De kosten betreffende het presentiegeld van de commissieleden

Art. 3.De kosten betreffende het presentiegeld van de commissieleden

worden niet gesubsidieerd. worden niet gesubsidieerd.

Art. 4.Bovenvermelde documenten ter staving moeten uiterlijk 31

Art. 4.Bovenvermelde documenten ter staving moeten uiterlijk 31

december van het jaar na het betrokken gerechtelijk jaar worden december van het jaar na het betrokken gerechtelijk jaar worden
toegezonden. Documenten met betrekking tot het gerechtelijk jaar toegezonden. Documenten met betrekking tot het gerechtelijk jaar
1999-2000 moeten uiterlijk 1 juni 2001 worden toegezonden. 1999-2000 moeten uiterlijk 1 juni 2001 worden toegezonden.

Art. 5.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het

Art. 5.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het

Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Brussel, 19 april 2001. Brussel, 19 april 2001.
M. VERWILGHEN M. VERWILGHEN
^