Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Ministerieel Besluit van 18/02/2008
← Terug naar "Ministerieel besluit houdende sommige uitvoeringsbepalingen betreffende de technieken voor de meting van potentieel uitspoelbare stikstof en de "survey surfaces agricoles" overeenkomstig hoofdstuk IV van het regelgevend deel van het Waterwetboek "
Ministerieel besluit houdende sommige uitvoeringsbepalingen betreffende de technieken voor de meting van potentieel uitspoelbare stikstof en de "survey surfaces agricoles" overeenkomstig hoofdstuk IV van het regelgevend deel van het Waterwetboek Ministerieel besluit houdende sommige uitvoeringsbepalingen betreffende de technieken voor de meting van potentieel uitspoelbare stikstof en de "survey surfaces agricoles" overeenkomstig hoofdstuk IV van het regelgevend deel van het Waterwetboek
MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST
18 FEBRUARI 2008. - Ministerieel besluit houdende sommige 18 FEBRUARI 2008. - Ministerieel besluit houdende sommige
uitvoeringsbepalingen betreffende de technieken voor de meting van uitvoeringsbepalingen betreffende de technieken voor de meting van
potentieel uitspoelbare stikstof en de "survey surfaces agricoles" potentieel uitspoelbare stikstof en de "survey surfaces agricoles"
(survey landbouwoppervlakten) overeenkomstig hoofdstuk IV van het (survey landbouwoppervlakten) overeenkomstig hoofdstuk IV van het
regelgevend deel van het Waterwetboek regelgevend deel van het Waterwetboek
De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en
Toerisme, Toerisme,
Gelet op de Richtlijn 91/676/EEG van de Raad van 12 december 1991 Gelet op de Richtlijn 91/676/EEG van de Raad van 12 december 1991
inzake de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten inzake de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten
uit agrarische bronnen; uit agrarische bronnen;
Gelet op hoofdstuk IV van Boek II van het regelgevend deel van het Gelet op hoofdstuk IV van Boek II van het regelgevend deel van het
Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, voor wat betreft het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, voor wat betreft het
duurzame beheer van stikstof in de landbouw, zoals gewijzigd op 15 duurzame beheer van stikstof in de landbouw, zoals gewijzigd op 15
februari 2007, en meer bepaald op de artikelen R.220 en R.228; februari 2007, en meer bepaald op de artikelen R.220 en R.228;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 14 februari 2008 Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 14 februari 2008
betreffende de opvolging door metingen van de potentieel uitspoelbare betreffende de opvolging door metingen van de potentieel uitspoelbare
stikstof van de conformiteit van de landbouwbedrijven in kwetsbare stikstof van de conformiteit van de landbouwbedrijven in kwetsbare
gebieden met de goede praktijken nodig voor de bescherming van water gebieden met de goede praktijken nodig voor de bescherming van water
tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen; tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 14 februari 2008 tot Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 14 februari 2008 tot
vaststelling van de erkenningsvoorwaarden van de laboratoria belast vaststelling van de erkenningsvoorwaarden van de laboratoria belast
met de bodemanalyses voor de kwantificatie van de potentieel met de bodemanalyses voor de kwantificatie van de potentieel
uitspoelbare stikstof in het kader van de uitvoering van artikel R.220 uitspoelbare stikstof in het kader van de uitvoering van artikel R.220
van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, voor van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, voor
wat betreft het duurzame beheer van stikstof in de landbouw., zoals wat betreft het duurzame beheer van stikstof in de landbouw., zoals
gewijzigd op 15 februari 2007, en in het kader van de uitvoering van gewijzigd op 15 februari 2007, en in het kader van de uitvoering van
het besluit van de Waalse Regering van 14 februari 2008 betreffende de het besluit van de Waalse Regering van 14 februari 2008 betreffende de
opvolging, door metingen van de potentieel uitspoelbare stikstof, van opvolging, door metingen van de potentieel uitspoelbare stikstof, van
de conformiteit van de landbouwbedrijven in kwetsbare gebieden met de de conformiteit van de landbouwbedrijven in kwetsbare gebieden met de
goede praktijken nodig voor de bescherming van water tegen goede praktijken nodig voor de bescherming van water tegen
verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen, en meer bepaald verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen, en meer bepaald
op artikel 8 ervan; op artikel 8 ervan;
Overwegende dat het noodzakelijk is een nauwkeurige methode vast te Overwegende dat het noodzakelijk is een nauwkeurige methode vast te
leggen om de potentieel uitspoelbare stikstof in de bodems op een leggen om de potentieel uitspoelbare stikstof in de bodems op een
betrouwbare wijze te kunnen meten; betrouwbare wijze te kunnen meten;
Overwegende dat het noodzakelijk is jaarlijks de referentiewaarden Overwegende dat het noodzakelijk is jaarlijks de referentiewaarden
vast te leggen van de potentieel uitspoelbare stikstof, die een vast te leggen van de potentieel uitspoelbare stikstof, die een
afspiegeling zijn van de op elke teelt- of weideklasse uitgevoerde afspiegeling zijn van de op elke teelt- of weideklasse uitgevoerde
goede landbouwpraktijken nodig voor de bescherming van water tegen de goede landbouwpraktijken nodig voor de bescherming van water tegen de
verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen; verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen;
Overwegende dat het noodzakelijk is de potentieel uitspoelbare Overwegende dat het noodzakelijk is de potentieel uitspoelbare
stikstof, gemeten in de bodems, objectief te kunnen vergelijken met stikstof, gemeten in de bodems, objectief te kunnen vergelijken met
die referentiewaarden, die referentiewaarden,
Besluit : Besluit :
HOOFDSTUK I. - Begripsomschrijvingen HOOFDSTUK I. - Begripsomschrijvingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder :

1° "centiel" : percentage van individuen van een staal, afgerond naar 1° "centiel" : percentage van individuen van een staal, afgerond naar
de dichtstbije eenheid, die een score vertonen die lager is dan de de dichtstbije eenheid, die een score vertonen die lager is dan de
gegeven brutoscore; gegeven brutoscore;
2° "perceel" of "landbouwperceel" : elk akker- of weideland bestaande 2° "perceel" of "landbouwperceel" : elk akker- of weideland bestaande
uit één aaneengesloten deel dat homogeen beheerd wordt tijdens één uit één aaneengesloten deel dat homogeen beheerd wordt tijdens één
teeltcyclus; teeltcyclus;
3° "begeleidingsstructuur" : de organismen waaraan bij overeenkomst 3° "begeleidingsstructuur" : de organismen waaraan bij overeenkomst
coördinatie- en begeleidingsopdrachten worden toevertrouwd coördinatie- en begeleidingsopdrachten worden toevertrouwd
overeenkomstig artikel R.224, § 2, van het Waterwetboek; overeenkomstig artikel R.224, § 2, van het Waterwetboek;
4° "akkerland" : de gezamenlijke bebouwbare oppervlakten, weideland 4° "akkerland" : de gezamenlijke bebouwbare oppervlakten, weideland
uitgesloten; uitgesloten;
5° "survey surfaces agricoles" (survey landbouwoppervlakten) : netwerk 5° "survey surfaces agricoles" (survey landbouwoppervlakten) : netwerk
van representatieve punten waarmee jaarlijkse referentiewaarden worden van representatieve punten waarmee jaarlijkse referentiewaarden worden
vastgesteld voor potentieel uitspoelbare stikstof. vastgesteld voor potentieel uitspoelbare stikstof.
HOOFDSTUK II. - Onderverdeling van de percelen, monsterneming, HOOFDSTUK II. - Onderverdeling van de percelen, monsterneming,
verpakking en analyse van de monsters verpakking en analyse van de monsters

Art. 2.§ 1. De percelen van elk landbouwbedrijf waarin bodemmonsters

Art. 2.§ 1. De percelen van elk landbouwbedrijf waarin bodemmonsters

worden genomen met het oog op een dosering van potentieel uitspoelbare worden genomen met het oog op een dosering van potentieel uitspoelbare
stikstof krachtens de artikelen R.220 en R.228 van het Waterwetboek en stikstof krachtens de artikelen R.220 en R.228 van het Waterwetboek en
krachtens het besluit van de Waalse Regering van 14 februari 2008 krachtens het besluit van de Waalse Regering van 14 februari 2008
betreffende de opvolging door metingen van de potentieel uitspoelbare betreffende de opvolging door metingen van de potentieel uitspoelbare
stikstof van de conformiteit van de landbouwbedrijven in kwetsbare stikstof van de conformiteit van de landbouwbedrijven in kwetsbare
gebieden met de goede praktijken nodig voor de bescherming van water gebieden met de goede praktijken nodig voor de bescherming van water
tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen, worden in tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen, worden in
klassen opgedeeld overeenkomstig artikel 3. klassen opgedeeld overeenkomstig artikel 3.
§ 2. De bodemmonsters worden genomen en verpakt overeenkomstig artikel § 2. De bodemmonsters worden genomen en verpakt overeenkomstig artikel
4 door het landbouwbestuur, door een erkend laboratorium of door een 4 door het landbouwbestuur, door een erkend laboratorium of door een
derde in opdracht van een erkend laboratorium of door het bestuur. Hoe derde in opdracht van een erkend laboratorium of door het bestuur. Hoe
dan ook mag een persoon in opdracht van het landbouwbestuur de dan ook mag een persoon in opdracht van het landbouwbestuur de
monsterneming bijwonen met als doel de verificatie van de procedure. monsterneming bijwonen met als doel de verificatie van de procedure.
§ 3. Enkel de laboratoria die voldoen aan de vereisten van het besluit § 3. Enkel de laboratoria die voldoen aan de vereisten van het besluit
van de Waalse Regering van 14 februari 2008 tot vaststelling van de van de Waalse Regering van 14 februari 2008 tot vaststelling van de
erkenningsvoorwaarden van de laboratoria belast met de bodemanalyses erkenningsvoorwaarden van de laboratoria belast met de bodemanalyses
voor de kwantificatie van de potentieel uitspoelbare stikstof in het voor de kwantificatie van de potentieel uitspoelbare stikstof in het
kader van de uitvoering van artikel R.220 van Boek II van het kader van de uitvoering van artikel R.220 van Boek II van het
Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, voor wat betreft het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, voor wat betreft het
duurzame beheer van stikstof in de landbouw, zoals gewijzigd op 15 duurzame beheer van stikstof in de landbouw, zoals gewijzigd op 15
februari 2007, en in het kader van de uitvoering van het besluit van februari 2007, en in het kader van de uitvoering van het besluit van
de Waalse Regering van 14 februari 2008 betreffende de opvolging, door de Waalse Regering van 14 februari 2008 betreffende de opvolging, door
metingen van de potentieel uitspoelbare stikstof, van de conformiteit metingen van de potentieel uitspoelbare stikstof, van de conformiteit
van de landbouwbedrijven in kwetsbare gebieden met de goede praktijken van de landbouwbedrijven in kwetsbare gebieden met de goede praktijken
nodig voor de bescherming van water tegen verontreiniging door nodig voor de bescherming van water tegen verontreiniging door
nitraten uit agrarische bronnen worden ertoe gemachtigd de dosering nitraten uit agrarische bronnen worden ertoe gemachtigd de dosering
van de potentieel uitspoelbare stikstof te verrichten. van de potentieel uitspoelbare stikstof te verrichten.
§ 4. De beoordeling van de conformiteit van de potentieel uitspoelbare § 4. De beoordeling van de conformiteit van de potentieel uitspoelbare
stikstof met de goede landbouwpraktijken nodig voor de bescherming van stikstof met de goede landbouwpraktijken nodig voor de bescherming van
water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen
voor een gegeven perceel wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 8 voor een gegeven perceel wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 8
door de gemeten potentieel uitspoelbare stikstof te vergelijken met de door de gemeten potentieel uitspoelbare stikstof te vergelijken met de
referentiewaarden voor de potentieel uitspoelbare stikstof vastgesteld referentiewaarden voor de potentieel uitspoelbare stikstof vastgesteld
overeenkomstig hetzelfde artikel. overeenkomstig hetzelfde artikel.

Art. 3.De percelen van elk landbouwbedrijf waarin bodemmonsters zijn

Art. 3.De percelen van elk landbouwbedrijf waarin bodemmonsters zijn

genomen met het oog op een dosering van de potentieel uitspoelbare genomen met het oog op een dosering van de potentieel uitspoelbare
stikstof worden onderverdeeld in acht klassen. De verschillen tussen stikstof worden onderverdeeld in acht klassen. De verschillen tussen
die klassen worden opgemaakt overeenkomstig bijlage I. die klassen worden opgemaakt overeenkomstig bijlage I.

Art. 4.§ 1. Van elk perceel akkerland waarin bodemmonsters zijn

Art. 4.§ 1. Van elk perceel akkerland waarin bodemmonsters zijn

genomen met het oog op een dosering van de potentieel uitspoelbare genomen met het oog op een dosering van de potentieel uitspoelbare
stikstof worden minstens vijftien keer monsters genomen. stikstof worden minstens vijftien keer monsters genomen.
Van elk perceel weideland waarin bodemmonsters zijn genomen met het Van elk perceel weideland waarin bodemmonsters zijn genomen met het
oog op een dosering van de potentieel uitspoelbare stikstof worden oog op een dosering van de potentieel uitspoelbare stikstof worden
minstens dertig keer monsters genomen. minstens dertig keer monsters genomen.
De monsterneming op een perceel geldt homogeen voor het gehele De monsterneming op een perceel geldt homogeen voor het gehele
perceel, met uitzondering van de onmiddellijke nabijheid van de rand perceel, met uitzondering van de onmiddellijke nabijheid van de rand
ervan, de drenkplaatsen, de voederplaatsen, de opslaglocaties of elk ervan, de drenkplaatsen, de voederplaatsen, de opslaglocaties of elk
ander deel van de oppervlakte dat op een significant andere wijze ander deel van de oppervlakte dat op een significant andere wijze
behandeld wordt dan de rest van het perceel. behandeld wordt dan de rest van het perceel.
Als er op een geselecteerd perceel twee of meerdere beheerssystemen Als er op een geselecteerd perceel twee of meerdere beheerssystemen
gelden, wordt enkel een monster genomen van het gebied waarvan het gelden, wordt enkel een monster genomen van het gebied waarvan het
beheer het best overeenstemt met het beheer dat overwogen wordt bij de beheer het best overeenstemt met het beheer dat overwogen wordt bij de
vooraf gemaakte keuze van de percelen. vooraf gemaakte keuze van de percelen.
§ 2. Elke monsterneming op een perceel akkerland wordt onderverdeeld § 2. Elke monsterneming op een perceel akkerland wordt onderverdeeld
in drie lagen, een eerste laag die 0 tot 30 cm diep is, een tweede in drie lagen, een eerste laag die 0 tot 30 cm diep is, een tweede
laag die 30 tot 60 cm diep is en een derde laag die 60 tot 90 cm diep laag die 30 tot 60 cm diep is en een derde laag die 60 tot 90 cm diep
is voor zover de bodemdiepte dat mogelijk maakt. is voor zover de bodemdiepte dat mogelijk maakt.
De monsternemingen gebeuren met een sonde waarvan de diameter zodanig De monsternemingen gebeuren met een sonde waarvan de diameter zodanig
is dat de massa van de afgenomen aarde minstens 300 gr per laag en per is dat de massa van de afgenomen aarde minstens 300 gr per laag en per
bemonsterd perceel bedraagt. bemonsterd perceel bedraagt.
Indien het onmogelijk is een laag op representatieve wijze te peilen Indien het onmogelijk is een laag op representatieve wijze te peilen
(monsterneming van minstens twee derde van de voor de laag voorziene (monsterneming van minstens twee derde van de voor de laag voorziene
aarde) op een gegeven perceel, wordt met die laag geen rekening aarde) op een gegeven perceel, wordt met die laag geen rekening
gehouden bij de interpretatie van de uitslagen. gehouden bij de interpretatie van de uitslagen.
§ 3. Elke monsterneming op een perceel weideland gebeurt op één enkele § 3. Elke monsterneming op een perceel weideland gebeurt op één enkele
laag die 30 cm diep is of minder, maar waarvan de diepte overeenstemt laag die 30 cm diep is of minder, maar waarvan de diepte overeenstemt
met de dikte van de losse grond als een diepte van 30 cm niet bereikt met de dikte van de losse grond als een diepte van 30 cm niet bereikt
kan worden. kan worden.
De monsternemingen gebeuren met een sonde waarvan de diameter zodanig De monsternemingen gebeuren met een sonde waarvan de diameter zodanig
is dat de massa van de afgenomen aarde minstens 300 gr per laag en per is dat de massa van de afgenomen aarde minstens 300 gr per laag en per
bemonsterd perceel bedraagt. bemonsterd perceel bedraagt.
§ 4. Voor elke monsterneming moet de sonde gelijkmatig met aarde § 4. Voor elke monsterneming moet de sonde gelijkmatig met aarde
gevuld zijn. gevuld zijn.
§ 5. Op het ogenblik van de monsterneming moet de droogtegraad van de § 5. Op het ogenblik van de monsterneming moet de droogtegraad van de
bodem voldoende zijn om te voorkomen dat een laag door een andere bodem voldoende zijn om te voorkomen dat een laag door een andere
aangetast wordt ("bezinking") en om ervoor te zorgen dat de latere aangetast wordt ("bezinking") en om ervoor te zorgen dat de latere
behandelingen in goede omstandigheden kunnen doorgaan (zeven, behandelingen in goede omstandigheden kunnen doorgaan (zeven,
homogeneïsering van het monster). homogeneïsering van het monster).
§ 6. Indien de monsters niet genomen kunnen worden overeenkomstig de § 6. Indien de monsters niet genomen kunnen worden overeenkomstig de
§§ 1 tot 5 op een gegeven perceel, wordt een monster genomen van het §§ 1 tot 5 op een gegeven perceel, wordt een monster genomen van het
vervangingsperceel. vervangingsperceel.
§ 7. De bodemmonsters genomen overeenkomstig artikel R.220 van het § 7. De bodemmonsters genomen overeenkomstig artikel R.220 van het
Waterwetboek worden uitgevoerd tussen 15 oktober en 30 november Waterwetboek worden uitgevoerd tussen 15 oktober en 30 november
waarbij rekening gehouden wordt met het gewassenbeheer. waarbij rekening gehouden wordt met het gewassenbeheer.
De bodemonsters uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Waalse De bodemonsters uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Waalse
Regering van 14 februari 2008 betreffende de opvolging door metingen Regering van 14 februari 2008 betreffende de opvolging door metingen
van de potentieel uitspoelbare stikstof van de conformiteit van de van de potentieel uitspoelbare stikstof van de conformiteit van de
landbouwbedrijven in kwetsbare gebieden met de goede praktijken nodig landbouwbedrijven in kwetsbare gebieden met de goede praktijken nodig
voor de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit voor de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit
agrarische bronnen vinden plaats tussen 15 oktober en 30 november agrarische bronnen vinden plaats tussen 15 oktober en 30 november
waarbij rekening wordt gehouden met het gewassenbeheer. waarbij rekening wordt gehouden met het gewassenbeheer.
Die periode wordt tot 20 december verlengd voor de noden van de Die periode wordt tot 20 december verlengd voor de noden van de
"survey landbouwoppervlakten" ingevoerd overeenkomstig artikel 228 van "survey landbouwoppervlakten" ingevoerd overeenkomstig artikel 228 van
het Waterwetboek. het Waterwetboek.
De monsters worden genomen met behulp van een machine of met de hand. De monsters worden genomen met behulp van een machine of met de hand.
De machinale monsterneming is verboden als dat objectieve schade De machinale monsterneming is verboden als dat objectieve schade
inhoudt voor het aanwezige gewas of voor de bodem. inhoudt voor het aanwezige gewas of voor de bodem.
Het monsternemingsmateriaal vertoont kenmerken die ervoor zorgen dat Het monsternemingsmateriaal vertoont kenmerken die ervoor zorgen dat
de bodemlagen niet vermengd worden of dat de monsters niet verrijkt de bodemlagen niet vermengd worden of dat de monsters niet verrijkt
worden met minerale stikstof. Het betreft ofwel een buisvormige sonde worden met minerale stikstof. Het betreft ofwel een buisvormige sonde
van het type gesloten of gebogen holbeitel ofwel een schroefvormige van het type gesloten of gebogen holbeitel ofwel een schroefvormige
spiraalboor. spiraalboor.
De landbouwer of diens vertegenwoordiger wijst de plaats en de diepte De landbouwer of diens vertegenwoordiger wijst de plaats en de diepte
aan van eventuele draineerbuizen in het perceel waar het monster wordt aan van eventuele draineerbuizen in het perceel waar het monster wordt
genomen of van elk ander bestanddeel dat bij de monsterneming genomen of van elk ander bestanddeel dat bij de monsterneming
beschadigd zou kunnen worden. beschadigd zou kunnen worden.
§ 8. Voor elk bemonsterd perceel wordt de afgenomen aarde verpakt in § 8. Voor elk bemonsterd perceel wordt de afgenomen aarde verpakt in
evenveel aparte zakjes als er lagen zijn. Na afloop van de evenveel aparte zakjes als er lagen zijn. Na afloop van de
monsterneming van elk perceel worden de zakjes hermetisch gesloten en monsterneming van elk perceel worden de zakjes hermetisch gesloten en
op onuitwisbare en onbetwistbare wijze genummerd. Vervolgens worden ze op onuitwisbare en onbetwistbare wijze genummerd. Vervolgens worden ze
in een warmtegeïsoleerde en hermetisch gesloten houder geplaatst. in een warmtegeïsoleerde en hermetisch gesloten houder geplaatst.
§ 9. De monsters worden in hun warmtgeïsoleerde en hermetisch gesloten § 9. De monsters worden in hun warmtgeïsoleerde en hermetisch gesloten
houder op de dag zelf van de monsterneming naar het erkende houder op de dag zelf van de monsterneming naar het erkende
laboratorium die de analyse moet uitvoeren, gebracht. laboratorium die de analyse moet uitvoeren, gebracht.
§ 10. Het erkende laboratorium belast met de analyse of het § 10. Het erkende laboratorium belast met de analyse of het
Landbouwbestuur, als laatstgenoemde de monsterneming uitvoert, licht Landbouwbestuur, als laatstgenoemde de monsterneming uitvoert, licht
de landbouwer minstens zeven dagen vóór de datum van de monsterneming de landbouwer minstens zeven dagen vóór de datum van de monsterneming
daarover in. Na afloop van de monsterneming wordt een proces-verbaal daarover in. Na afloop van de monsterneming wordt een proces-verbaal
van monsterneming behoorlijk ingevuld, gedagtekend en ter goedkeuring van monsterneming behoorlijk ingevuld, gedagtekend en ter goedkeuring
ondertekend door de monsternemer, de landbouwer of diens ondertekend door de monsternemer, de landbouwer of diens
vertegenwoordiger. In het geval waarin het proces-verbaal niet vertegenwoordiger. In het geval waarin het proces-verbaal niet
ondertekend wordt door de landbouwer of diens vertegenwoordiger, ondertekend wordt door de landbouwer of diens vertegenwoordiger,
worden de redenen daarvoor omstandig in het proces-verbaal vermeld, worden de redenen daarvoor omstandig in het proces-verbaal vermeld,
dat bewijskracht heeft met de handtekening van de monsternemer en de dat bewijskracht heeft met de handtekening van de monsternemer en de
vertegenwoordiger van het Landbouwbestuur, indien aanwezig, alleen. vertegenwoordiger van het Landbouwbestuur, indien aanwezig, alleen.
Dat proces-verbaal wordt opgesteld in twee exemplaren, één voor de Dat proces-verbaal wordt opgesteld in twee exemplaren, één voor de
landbouwer en één voor de instelling die de monsterneming doet. Het landbouwer en één voor de instelling die de monsterneming doet. Het
bevat minstens volgende gegevens : bevat minstens volgende gegevens :
- de adresgegevens van de landbouwer; - de adresgegevens van de landbouwer;
- de adresgegevens van het erkende laboratorium belast met de - de adresgegevens van het erkende laboratorium belast met de
monsterneming en de analyse; monsterneming en de analyse;
- de naam van de monsternemer; - de naam van de monsternemer;
- de administratieve verwijzingen naar de bemonsterde percelen, het - de administratieve verwijzingen naar de bemonsterde percelen, het
laatst geoogste gewas, het gewas of het aangeplante of ingezaaide laatst geoogste gewas, het gewas of het aangeplante of ingezaaide
plantendek en de toevoer (soort, hoeveelheid, datum) van de organische plantendek en de toevoer (soort, hoeveelheid, datum) van de organische
stof verwezenlijkt na het oogsten van het laatste gewas; stof verwezenlijkt na het oogsten van het laatste gewas;
- de administratieve verwijzingen naar de eventueel niet-bemonsterde - de administratieve verwijzingen naar de eventueel niet-bemonsterde
percelen en de redenen voor het uitblijven van de monsterneming; percelen en de redenen voor het uitblijven van de monsterneming;
- de referenties van de zakjes aarde die zijn samengesteld; - de referenties van de zakjes aarde die zijn samengesteld;
- de gegevens die nuttig zijn voor de monsterneming (datum, soort - de gegevens die nuttig zijn voor de monsterneming (datum, soort
sonde, wijze van monsterneming, aantal monsternemingen, diepten van de sonde, wijze van monsterneming, aantal monsternemingen, diepten van de
monsterneming, moeilijkheden die rezen meer bepaald bij de uitvoering monsterneming, moeilijkheden die rezen meer bepaald bij de uitvoering
van dit artikel, eventuele commentaar). van dit artikel, eventuele commentaar).
Wordt de monsterneming uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van Wordt de monsterneming uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van
een erkend laboratorium en als ze wordt bijgewoond door een een erkend laboratorium en als ze wordt bijgewoond door een
vertegenwoordiger van het Landbouwbestuur, moet het proces-verbaal vertegenwoordiger van het Landbouwbestuur, moet het proces-verbaal
daarnaast medeondertekend worden door die vertegenwoordiger. Bij daarnaast medeondertekend worden door die vertegenwoordiger. Bij
ontstentenis moet de monsterneming opnieuw gedaan worden op kosten van ontstentenis moet de monsterneming opnieuw gedaan worden op kosten van
het erkende laboratorium. het erkende laboratorium.
§ 11. Als de monsterneming onder de verantwoordelijkheid van een § 11. Als de monsterneming onder de verantwoordelijkheid van een
erkend laboratorium plaatsvindt, bewaart laatstgenoemde de erkend laboratorium plaatsvindt, bewaart laatstgenoemde de
processen-verbaal van monsterneming tijdens minstens vier jaar en processen-verbaal van monsterneming tijdens minstens vier jaar en
houdt ze meer bepaald ter beschikking van de begeleidingsstructuur. houdt ze meer bepaald ter beschikking van de begeleidingsstructuur.
Rijzen er aanzienlijke moeilijkheden wat betreft de naleving van dit Rijzen er aanzienlijke moeilijkheden wat betreft de naleving van dit
artikel, brengt het erkende laboratorium het bestuur daar onverwijld artikel, brengt het erkende laboratorium het bestuur daar onverwijld
van op de hoogte. van op de hoogte.

Art. 5.§ 1. De monsters worden door het erkende laboratorium

Art. 5.§ 1. De monsters worden door het erkende laboratorium

geanalyseerd onmiddellijk na ontvangst ervan of, bij ontstentenis, geanalyseerd onmiddellijk na ontvangst ervan of, bij ontstentenis,
opgeslagen in een koelkamer bij een temperatuur tussen 1 °C en 4 °C opgeslagen in een koelkamer bij een temperatuur tussen 1 °C en 4 °C
tijdens een maximumduur van vijf dagen voor de analyse. tijdens een maximumduur van vijf dagen voor de analyse.
§ 2. Het erkende laboratorium voert een nitraatanalyse (NO3-) uit per § 2. Het erkende laboratorium voert een nitraatanalyse (NO3-) uit per
ontvangen zakje. ontvangen zakje.
§ 3. Voor de analyse wordt de gehele inhoud van elk zakje zorgvuldig § 3. Voor de analyse wordt de gehele inhoud van elk zakje zorgvuldig
gehomogeniseerd door zeving doorheen een maaszeef met mazen van 8 mm. gehomogeniseerd door zeving doorheen een maaszeef met mazen van 8 mm.
Indien er na zeving stukjes in het zeef overblijven, worden ze gewogen Indien er na zeving stukjes in het zeef overblijven, worden ze gewogen
en daarvan wordt het steengehalte afgetrokken. en daarvan wordt het steengehalte afgetrokken.
Als het steengehalte lager is dan 10 %, worden de berekeningen Als het steengehalte lager is dan 10 %, worden de berekeningen
dienovereenkomstig aangepast. Als het steengehalte hoger is dan 10 %, dienovereenkomstig aangepast. Als het steengehalte hoger is dan 10 %,
wordt het afgetrokken van de numerieke kaart van de bodems van wordt het afgetrokken van de numerieke kaart van de bodems van
Wallonië. Wallonië.
§ 4. Onmiddellijk na de zeving wordt de nitraationextractie uitgevoerd § 4. Onmiddellijk na de zeving wordt de nitraationextractie uitgevoerd
op de niet-gedroogde brutostof van een aliquot van minstens 30 gram op de niet-gedroogde brutostof van een aliquot van minstens 30 gram
monster per oplossing KCl 0,1N. De extractieverhouding monster per oplossing KCl 0,1N. De extractieverhouding
(aardegewicht/volume van extractieoplossing) bedraagt 1/5. (aardegewicht/volume van extractieoplossing) bedraagt 1/5.
§ 5. De flesjes bestemd voor de extractie worden gekurkt en § 5. De flesjes bestemd voor de extractie worden gekurkt en
onderworpen aan de actie van een roterend schudapparaat tijdens 30 onderworpen aan de actie van een roterend schudapparaat tijdens 30
minuten. De oplossing wordt daarna tijdens 30 minuten voor de minuten. De oplossing wordt daarna tijdens 30 minuten voor de
bezinking stilgelegd. bezinking stilgelegd.
§ 6. Het doseren van nitraation wordt uitgevoerd op het supernatant § 6. Het doseren van nitraation wordt uitgevoerd op het supernatant
dat, volgens de doseringsmethode, vooraf wordt gefiltreerd of dat, volgens de doseringsmethode, vooraf wordt gefiltreerd of
gecentrifugeerd. gecentrifugeerd.
§ 7. Indien het doseren niet binnen drie uur na de extractie wordt § 7. Indien het doseren niet binnen drie uur na de extractie wordt
verricht, worden de extracten opgeslagen in een koelkamer op een verricht, worden de extracten opgeslagen in een koelkamer op een
maximumtemperatuur van 4 °C, beschut tegen het licht tijdens een maximumtemperatuur van 4 °C, beschut tegen het licht tijdens een
maximumduur van 48 uur of worden bevroren. maximumduur van 48 uur of worden bevroren.
§ 8. Het doseren van nitraat wordt uitgevoerd door het erkende § 8. Het doseren van nitraat wordt uitgevoerd door het erkende
laboratorium volgens een standaardmethode, zoals : laboratorium volgens een standaardmethode, zoals :
- de colorimetrische methode van rechtstreekse dosering van nitraat - de colorimetrische methode van rechtstreekse dosering van nitraat
door chromotropisch zuur (West & Lyles, 1960); door chromotropisch zuur (West & Lyles, 1960);
- de colorimetrische methode van rechtstreekse dosering van nitraat - de colorimetrische methode van rechtstreekse dosering van nitraat
door brucine (Baker, 1967); door brucine (Baker, 1967);
- de titrimetrische methode van vermindering van nitraat in ammonium - de titrimetrische methode van vermindering van nitraat in ammonium
door het Devarda-mengsel, na distillatie en hydrodistillatie; door het Devarda-mengsel, na distillatie en hydrodistillatie;
- de colorimetrische methode van vermindering van nitraat in nitriet - de colorimetrische methode van vermindering van nitraat in nitriet
(met name d.m.v. - cadmium of hydrazine) met dosering van het (met name d.m.v. - cadmium of hydrazine) met dosering van het
nitrietion door de gewijzigde reactie van Griess-Ilosvay (Bremner, nitrietion door de gewijzigde reactie van Griess-Ilosvay (Bremner,
1965; Guiot 1975). 1965; Guiot 1975).
§ 9. Het verkregen resultaat wordt uitgedrukt in kg N-NO3/ha. Deze § 9. Het verkregen resultaat wordt uitgedrukt in kg N-NO3/ha. Deze
eenheid is afgeleid van een werkelijk gedoseerde concentratie in mg eenheid is afgeleid van een werkelijk gedoseerde concentratie in mg
N-NO3/l ter uitvoering van § 8. N-NO3/l ter uitvoering van § 8.
De overgang van een eenheid naar de andere gebeurt door opname van De overgang van een eenheid naar de andere gebeurt door opname van
parameters zoals de dikte van de grondlaag, het percentage droge stof, parameters zoals de dikte van de grondlaag, het percentage droge stof,
de verhouding kiezel/aarde en de zichtbare dichtheid in droge de verhouding kiezel/aarde en de zichtbare dichtheid in droge
toestand. toestand.
De volgende standaardwaarden van zichtbaar specifiek gewicht op droge De volgende standaardwaarden van zichtbaar specifiek gewicht op droge
grond per laag worden daartoe toegepast : 1,35 t/m3 voor de bovenlaag grond per laag worden daartoe toegepast : 1,35 t/m3 voor de bovenlaag
(0-30 cm), 1,5 t/m3 voor de andere lagen (30-60 cm en 60-90 cm) in (0-30 cm), 1,5 t/m3 voor de andere lagen (30-60 cm en 60-90 cm) in
akkerland en 1,3 t/m3 in weide. akkerland en 1,3 t/m3 in weide.
§ 10. Rijzen er aanzienlijke moeilijkheden wat betreft de naleving van § 10. Rijzen er aanzienlijke moeilijkheden wat betreft de naleving van
dit artikel, dan brengt het erkende laboratorium het bestuur daar dit artikel, dan brengt het erkende laboratorium het bestuur daar
onverwijld van op de hoogte. onverwijld van op de hoogte.

Art. 6.§ 1. Binnen de zeven werkdagen na de monsterneming op een

Art. 6.§ 1. Binnen de zeven werkdagen na de monsterneming op een

perceel kan het landbouwbestuur andere monsters (laten) nemen op perceel kan het landbouwbestuur andere monsters (laten) nemen op
datzelfde perceel overeenkomstig artikel 4, voor controledoeleinden. datzelfde perceel overeenkomstig artikel 4, voor controledoeleinden.
De monsters worden voor analyse verstuurd naar twee andere erkende De monsters worden voor analyse verstuurd naar twee andere erkende
laboratoria gekozen door het landbouwbestuur. laboratoria gekozen door het landbouwbestuur.
§ 2. Als de uitslagen verkregen voor drie controles, uitgevoerd § 2. Als de uitslagen verkregen voor drie controles, uitgevoerd
overeenkomstig § 1 tijdens hetzelfde seizoen, door de twee andere overeenkomstig § 1 tijdens hetzelfde seizoen, door de twee andere
erkende laboratoria niet onderling met meer dan 20 percent verschillen erkende laboratoria niet onderling met meer dan 20 percent verschillen
en hun gemiddelde met meer dan 25 percent afwijkt van de uitslagen van en hun gemiddelde met meer dan 25 percent afwijkt van de uitslagen van
het eerste laboratorium gelden artikel 14 of artikel 16, § 2, al naar het eerste laboratorium gelden artikel 14 of artikel 16, § 2, al naar
gelang, van het besluit van de Waalse Regering van 14 februari 2008 gelang, van het besluit van de Waalse Regering van 14 februari 2008
tot vaststelling van de erkenningsvoorwaarden van de laboratoria tot vaststelling van de erkenningsvoorwaarden van de laboratoria
belast met de bodemanalyses voor de kwantificatie van de potentieel belast met de bodemanalyses voor de kwantificatie van de potentieel
uitspoelbare stikstof in het kader van de uitvoering van artikel R.220 uitspoelbare stikstof in het kader van de uitvoering van artikel R.220
van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, voor van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, voor
wat betreft het duurzame beheer van stikstof in de landbouw, zoals wat betreft het duurzame beheer van stikstof in de landbouw, zoals
gewijzigd op 25 februari 2007, en in het kader van de uitvoering van gewijzigd op 25 februari 2007, en in het kader van de uitvoering van
het besluit van de Waalse Regering van 16 februari 2008 betreffende de het besluit van de Waalse Regering van 16 februari 2008 betreffende de
opvolging, door metingen van de potentieel uitspoelbare stikstof, van opvolging, door metingen van de potentieel uitspoelbare stikstof, van
de conformiteit van de landbouwbedrijven in kwetsbare gebieden met de de conformiteit van de landbouwbedrijven in kwetsbare gebieden met de
goede praktijken nodig voor de bescherming van water tegen goede praktijken nodig voor de bescherming van water tegen
verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen. De uitslagen van verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen. De uitslagen van
de voor de landbouwer gunstigste analyses worden door het bestuur in de voor de landbouwer gunstigste analyses worden door het bestuur in
overweging genomen. overweging genomen.
HOOFDSTUK III. - "Survey landbouwoppervlakten" en beoordeling van de HOOFDSTUK III. - "Survey landbouwoppervlakten" en beoordeling van de
conformiteit met de goede landbouwpraktijken conformiteit met de goede landbouwpraktijken
nodig voor de bescherming van water tegen verontreniging door nitraten nodig voor de bescherming van water tegen verontreniging door nitraten
uit agrarische bronnen uit agrarische bronnen

Art. 7.§ 1. Bij elke ingrijpende wijziging en minstens één keer om de

Art. 7.§ 1. Bij elke ingrijpende wijziging en minstens één keer om de

vier jaar legt de begeleidingsstructuur het protocol voor de vier jaar legt de begeleidingsstructuur het protocol voor de
uitvoering van het door haar opgestelde "survey landbouwoppervlaktes" uitvoering van het door haar opgestelde "survey landbouwoppervlaktes"
ter goedkeuring aan de Minister voor overeenkomstig artikel 228 van ter goedkeuring aan de Minister voor overeenkomstig artikel 228 van
het Waterwetboek. het Waterwetboek.
Een protocol voor de uitvoering van de "survey landbouwoppervlakte" Een protocol voor de uitvoering van de "survey landbouwoppervlakte"
geldt enkel als het door de minister wordt goedgekeurd. geldt enkel als het door de minister wordt goedgekeurd.
De eventuele wijzigingen van het protocol voor de uitvoering van de De eventuele wijzigingen van het protocol voor de uitvoering van de
"survey landbouwoppervlaktes" zijn meer bepaald gegrond op de "survey landbouwoppervlaktes" zijn meer bepaald gegrond op de
weersomstandigheden die tijdens het jaar overheersten, het soort weersomstandigheden die tijdens het jaar overheersten, het soort
gewas, de geografische ligging en de pedologische voorwaarden. gewas, de geografische ligging en de pedologische voorwaarden.
In de eventuele wijzigingen van dat protocol streeft de In de eventuele wijzigingen van dat protocol streeft de
begeleidingsstructuur naar de optimale uitvoering van dit besluit en begeleidingsstructuur naar de optimale uitvoering van dit besluit en
van hoofdstuk IV van het Waterwetboek met zorg voor nauwkeurigheid en van hoofdstuk IV van het Waterwetboek met zorg voor nauwkeurigheid en
haalbaarheid, waarbij rekening wordt gehouden met de kennis die onder haalbaarheid, waarbij rekening wordt gehouden met de kennis die onder
andere verworven is met de voorgaande "nitraat surveys", en met de andere verworven is met de voorgaande "nitraat surveys", en met de
landbouwkundige, technische en wetenschappelijke ontwikkelingen. landbouwkundige, technische en wetenschappelijke ontwikkelingen.
§ 2. De begeleidingsstructuur voert de "survey landbouwoppervlaktes" § 2. De begeleidingsstructuur voert de "survey landbouwoppervlaktes"
uit overeenkomstig § 1. Die uitvoering maakt het meer bepaald mogelijk uit overeenkomstig § 1. Die uitvoering maakt het meer bepaald mogelijk
de waarden referentiewaarden voor de potentieel uitspoelbare de waarden referentiewaarden voor de potentieel uitspoelbare
stikstoffen die onontbeerlijk zijn voor de beoordeling van de stikstoffen die onontbeerlijk zijn voor de beoordeling van de
conformiteit met de goede landbouwpraktijken nodig voor de bescherming conformiteit met de goede landbouwpraktijken nodig voor de bescherming
van water tegen verontreniging door nitraten uit agrarische bronnen, van water tegen verontreniging door nitraten uit agrarische bronnen,
jaarlijks te berekenen. jaarlijks te berekenen.
Jaarlijks worden de referentiewaarden voor de potentieel uitspoelbare Jaarlijks worden de referentiewaarden voor de potentieel uitspoelbare
stikstoffen, uitgedrukt in kg N-NO3/ha, door de begeleidingsstructuur stikstoffen, uitgedrukt in kg N-NO3/ha, door de begeleidingsstructuur
vastgesteld en ter goedkeuring overgemaakt aan de minister uiterlijk vastgesteld en ter goedkeuring overgemaakt aan de minister uiterlijk
31 januari op grond van de "survey landbouwoppervlakten" van de 31 januari op grond van de "survey landbouwoppervlakten" van de
laatste herfst. laatste herfst.
De referentiewaarden voor de potentieel uitspoelbare stikstoffen De referentiewaarden voor de potentieel uitspoelbare stikstoffen
gelden enkel als ze door de minister zijn goedgekeurd. gelden enkel als ze door de minister zijn goedgekeurd.
De referentiewaarden voor de potentieel uitspoelbare stikstoffen De referentiewaarden voor de potentieel uitspoelbare stikstoffen
worden zodanig vastgesteld dat ze een optimaal stikstofbeheer worden zodanig vastgesteld dat ze een optimaal stikstofbeheer
weergeven met het oog op de bescherming van het water voor het weergeven met het oog op de bescherming van het water voor het
betrokken jaar en voor elke klasse van bijlage I. betrokken jaar en voor elke klasse van bijlage I.
§ 3. In het kader van de "survey landbouwoppervlakten" worden de § 3. In het kader van de "survey landbouwoppervlakten" worden de
bodemmonsters genomen en verpakt overeenkomstig artikel 3 onder bodemmonsters genomen en verpakt overeenkomstig artikel 3 onder
verantwoordelijkheid van een erkend laboratorium, door laatstgenoemde verantwoordelijkheid van een erkend laboratorium, door laatstgenoemde
of door een derde in opdracht van laatstgenoemde. of door een derde in opdracht van laatstgenoemde.
De stikstofprofielen opgesteld in het kader van de "survey De stikstofprofielen opgesteld in het kader van de "survey
landbouwoppervlaktes" worden door het erkende laboratorium vastgesteld landbouwoppervlaktes" worden door het erkende laboratorium vastgesteld
overeenkomstig de vereisten bepaald in de artikelen 5 en 6. overeenkomstig de vereisten bepaald in de artikelen 5 en 6.

Art. 8.Jaarlijks beoordeelt het bestuur voor elk perceel waarop een

Art. 8.Jaarlijks beoordeelt het bestuur voor elk perceel waarop een

monsterneming plaatsvindt overeenkomstig het besluit van de Waalse monsterneming plaatsvindt overeenkomstig het besluit van de Waalse
Regering van 14 februari 2008 betreffende de opvolging door metingen Regering van 14 februari 2008 betreffende de opvolging door metingen
van de potentieel uitspoelbare stikstof van de conformiteit van de van de potentieel uitspoelbare stikstof van de conformiteit van de
landbouwbedrijven in kwetsbare gebieden met de goede praktijken nodig landbouwbedrijven in kwetsbare gebieden met de goede praktijken nodig
voor de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit voor de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit
agrarische bronnen, de conformiteit met de goede landbouwpraktijken agrarische bronnen, de conformiteit met de goede landbouwpraktijken
nodig voor de bescherming van het water tegen de nitraten uit nodig voor de bescherming van het water tegen de nitraten uit
agrarische bronnen volgens de procedure bepaald in bijlage II. Voor de agrarische bronnen volgens de procedure bepaald in bijlage II. Voor de
percelen waarop een monsterneming plaatsvond krachtens artikel 220 van percelen waarop een monsterneming plaatsvond krachtens artikel 220 van
het Waterwetboek gebeurt de beoordeling door de begeleidingsstructuur. het Waterwetboek gebeurt de beoordeling door de begeleidingsstructuur.
HOOFDSTUK IV. - Andere algemene bepalingen HOOFDSTUK IV. - Andere algemene bepalingen

Art. 9.De landbouwer, de begeleidingsstructuur, het erkende

Art. 9.De landbouwer, de begeleidingsstructuur, het erkende

laboratorium en elke andere actor betrokken bij dit besluit ijveren laboratorium en elke andere actor betrokken bij dit besluit ijveren
ervoor dat de verrichtingen omschreven in dit besluit in de beste ervoor dat de verrichtingen omschreven in dit besluit in de beste
omstandigheden worden uitgevoerd. Ze zien er meer bepaald toe op een omstandigheden worden uitgevoerd. Ze zien er meer bepaald toe op een
vlotte informatiedoorstroming en op de naleving van de termijnen. Ze vlotte informatiedoorstroming en op de naleving van de termijnen. Ze
treden in alle onafhankelijkheid op, zonder andere samenlopende treden in alle onafhankelijkheid op, zonder andere samenlopende
belangen dan de zorgvuldige uitvoering van dit besluit. belangen dan de zorgvuldige uitvoering van dit besluit.

Art. 10.Het ministerieel besluit van 6 april 2004 houdende sommige

Art. 10.Het ministerieel besluit van 6 april 2004 houdende sommige

uitvoeringsbepalingen betreffende de "kwaliteitszorg" en de "survey uitvoeringsbepalingen betreffende de "kwaliteitszorg" en de "survey
surfaces agricoles" van het besluit van de Waalse Regering van 10 surfaces agricoles" van het besluit van de Waalse Regering van 10
oktober 2002 betreffende het duurzame beheer van stikstof in de oktober 2002 betreffende het duurzame beheer van stikstof in de
landbouw wordt opgeheven. landbouw wordt opgeheven.
Namen, 18 februari 2008. Namen, 18 februari 2008.
B. LUTGEN B. LUTGEN
Bijlage I Bijlage I
Tabel onderverdeling van het weide- en akkerland in klassen Tabel onderverdeling van het weide- en akkerland in klassen
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
De teeltroutes, niet opgenomen in bovenstaande tabel, kunnen door de De teeltroutes, niet opgenomen in bovenstaande tabel, kunnen door de
begeleidingsstructuur gelijkgesteld worden met de bestaande klassen. begeleidingsstructuur gelijkgesteld worden met de bestaande klassen.
Bijlage II Bijlage II
Beoordeling van de conformiteit met de goede landbouwpraktijken nodig Beoordeling van de conformiteit met de goede landbouwpraktijken nodig
voor de bescherming van water tegen verontreniging door nitraten uit voor de bescherming van water tegen verontreniging door nitraten uit
agrarische bronnen, van de potentieel uitspoelbare stikstof gemeten in agrarische bronnen, van de potentieel uitspoelbare stikstof gemeten in
de percelen akker- en weideland de percelen akker- en weideland
1. Akkerland 1. Akkerland
De potentieel uitspoelbare stikstof, gemeten in de percelen akkerland, De potentieel uitspoelbare stikstof, gemeten in de percelen akkerland,
wordt conform verklaard met de goede landbouwpraktijken nodig voor de wordt conform verklaard met de goede landbouwpraktijken nodig voor de
bescherming van water tegen verontreniging door nitraten uit bescherming van water tegen verontreniging door nitraten uit
agrarische bronnen, als : agrarische bronnen, als :
De waarde R van de potentieel uitspoelbare stikstof, gemeten in het De waarde R van de potentieel uitspoelbare stikstof, gemeten in het
perceel (kg N-NO3/ha), lager is dan of gelijk is aan A + D. perceel (kg N-NO3/ha), lager is dan of gelijk is aan A + D.
Waarbij : Waarbij :
A voor de datum waarop de monsterneming op het perceel plaatsvond, A voor de datum waarop de monsterneming op het perceel plaatsvond,
afgetrokken wordt van het centiel 75 van de waarnemingen van de survey afgetrokken wordt van het centiel 75 van de waarnemingen van de survey
landbouwoppervlaktes opgesteld overeenkomstig artikel R. 228 van het landbouwoppervlaktes opgesteld overeenkomstig artikel R. 228 van het
Waterwetboek voor de klasse omschreven in bijlage I en wordt Waterwetboek voor de klasse omschreven in bijlage I en wordt
uitgedrukt in kg N-NO3/ha; uitgedrukt in kg N-NO3/ha;
D een coëfficiënt is dat de onzekerheid vertegenwoordig in verband met D een coëfficiënt is dat de onzekerheid vertegenwoordig in verband met
de raming van de gemiddeld potentieel uitspoelbare stikstof in een de raming van de gemiddeld potentieel uitspoelbare stikstof in een
perceel en gelijk is aan 0,198 van de mediaan van de waarnemingen van perceel en gelijk is aan 0,198 van de mediaan van de waarnemingen van
de survey landbouwoppervlaktes vastgesteld overeenkomstig artikel de survey landbouwoppervlaktes vastgesteld overeenkomstig artikel
R.228 van het Waterwetboek, voor de klasse bepaald in bijlage I. D R.228 van het Waterwetboek, voor de klasse bepaald in bijlage I. D
wordt uitgedrukt in N-NO3/ha. wordt uitgedrukt in N-NO3/ha.
In het tegenovergestelde geval wordt de gemeten potentieel In het tegenovergestelde geval wordt de gemeten potentieel
uitspoelbare stikstof conform verklaard met de goede uitspoelbare stikstof conform verklaard met de goede
landbouwpraktijken nodig voor de bescherming van water tegen landbouwpraktijken nodig voor de bescherming van water tegen
verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen. verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen.
2. Weideland 2. Weideland
De potentieel uitspoelbare stikstof, gemeten in de percelen weideland, De potentieel uitspoelbare stikstof, gemeten in de percelen weideland,
wordt conform verklaard met de goede landbouwpraktijken nodig voor de wordt conform verklaard met de goede landbouwpraktijken nodig voor de
bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit
agrarische bronnen, als : agrarische bronnen, als :
De waarde R van de potentieel uitspoelbare stikstof, gemeten in het De waarde R van de potentieel uitspoelbare stikstof, gemeten in het
perceel (kg N-NO3/ha), lager is dan of gelijk is aan A + D. perceel (kg N-NO3/ha), lager is dan of gelijk is aan A + D.
Waarbij : Waarbij :
A voor de datum waarop de monsterneming op het perceel plaatsvond, A voor de datum waarop de monsterneming op het perceel plaatsvond,
afgetrokken wordt van het centiel 75 van de waarnemingen van de survey afgetrokken wordt van het centiel 75 van de waarnemingen van de survey
landbouwoppervlaktes opgesteld overeenkomstig artikel R.228 van het landbouwoppervlaktes opgesteld overeenkomstig artikel R.228 van het
Waterwetboek voor de weiden, uitgedrukt in kg N-NO3/ha; Waterwetboek voor de weiden, uitgedrukt in kg N-NO3/ha;
D een waarde is die de onzekerheid vertegenwoordigt in verband met de D een waarde is die de onzekerheid vertegenwoordigt in verband met de
potentieel uitspoelbare stikstof van een perceel en gelijk is aan 23,8 potentieel uitspoelbare stikstof van een perceel en gelijk is aan 23,8
kg N-NO3/ha. kg N-NO3/ha.
In het tegenovergestelde geval wordt de gemeten potentieel In het tegenovergestelde geval wordt de gemeten potentieel
uitspoelbare stikstof conform verklaard met de goede uitspoelbare stikstof conform verklaard met de goede
landbouwpraktijken nodig voor de bescherming van water tegen landbouwpraktijken nodig voor de bescherming van water tegen
verontreniging door nitraten uit agrarische bronnen. verontreniging door nitraten uit agrarische bronnen.
3. Raming van de verbetering 3. Raming van de verbetering
Het relatief verschil tegenover het jaargemiddelde van de waarnemingen Het relatief verschil tegenover het jaargemiddelde van de waarnemingen
van de survey landbouwoppervlaktes vastgesteld overeenkomstig artikel van de survey landbouwoppervlaktes vastgesteld overeenkomstig artikel
R.228 van het Waterwetboek voor de betrokken klasse wordt eveneens R.228 van het Waterwetboek voor de betrokken klasse wordt eveneens
berekend volgens volgende formule : berekend volgens volgende formule :
Relatief verschil = [gemeten PUS (kg N-NO3/ha)- gemiddelde van de Relatief verschil = [gemeten PUS (kg N-NO3/ha)- gemiddelde van de
waarnemingen van de survey landbouwoppervlaktes voor de klasse en het waarnemingen van de survey landbouwoppervlaktes voor de klasse en het
betrokken jaar (kg N-NO3/ha)] / gemiddelde van de waarnemingen van de betrokken jaar (kg N-NO3/ha)] / gemiddelde van de waarnemingen van de
survey landbouwoppervlaktes voor de klasse en het betrokken jaar (kg survey landbouwoppervlaktes voor de klasse en het betrokken jaar (kg
N-NO3/ha) N-NO3/ha)
De som van die relatieve verschillen voor alle percelen van een De som van die relatieve verschillen voor alle percelen van een
landbouwbedrijf en voor een gegeven jaar vormt een raming van de landbouwbedrijf en voor een gegeven jaar vormt een raming van de
afwijking van de potentieel uitspoelbare stikstoffen van dat bedrijf afwijking van de potentieel uitspoelbare stikstoffen van dat bedrijf
ten opzichte van de goede landbouwpraktijken nodig voor de bescherming ten opzichte van de goede landbouwpraktijken nodig voor de bescherming
van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische
bronnen. bronnen.
De potentieel uitspoelbare stikstoffen van een niet conform De potentieel uitspoelbare stikstoffen van een niet conform
landbouwbedrijf worden geacht erop vooruit te gaan als die afwijking landbouwbedrijf worden geacht erop vooruit te gaan als die afwijking
vermindert tegenover een gegeven voorafgaand referentiejaar. vermindert tegenover een gegeven voorafgaand referentiejaar.
^