Ministerieel besluit tot vaststelling van het huishoudelijk reglement van de Commissie opgericht in artikel 1.7.3-4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de boeken 1 en 2 van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs, en tot instelling van de gemeenschappelijke kern | Ministerieel besluit tot vaststelling van het huishoudelijk reglement van de Commissie opgericht in artikel 1.7.3-4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de boeken 1 en 2 van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs, en tot instelling van de gemeenschappelijke kern |
---|---|
MINISTERIE VAN DE FRANSE GEMEENSCHAP | MINISTERIE VAN DE FRANSE GEMEENSCHAP |
17 SEPTEMBER 2021. - Ministerieel besluit tot vaststelling van het | 17 SEPTEMBER 2021. - Ministerieel besluit tot vaststelling van het |
huishoudelijk reglement van de Commissie opgericht in artikel 1.7.3-4 | huishoudelijk reglement van de Commissie opgericht in artikel 1.7.3-4 |
van het decreet van 3 mei 2019 houdende de boeken 1 en 2 van het | van het decreet van 3 mei 2019 houdende de boeken 1 en 2 van het |
Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs, en tot instelling van | Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs, en tot instelling van |
de gemeenschappelijke kern | de gemeenschappelijke kern |
De Minister van Onderwijs, | De Minister van Onderwijs, |
Gelet op het decreet van 3 mei 2019 houdende de boeken 1 en 2 van het | Gelet op het decreet van 3 mei 2019 houdende de boeken 1 en 2 van het |
Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs, en tot instelling van | Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs, en tot instelling van |
de gemeenschappelijke kern, inzonderheid op artikel 1.7.3-4 ; | de gemeenschappelijke kern, inzonderheid op artikel 1.7.3-4 ; |
Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 20 | Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 20 |
september 2019 houdende regeling van haar werking, inzonderheid op | september 2019 houdende regeling van haar werking, inzonderheid op |
artikel 13, § 1, 6° ; | artikel 13, § 1, 6° ; |
Besluit : | Besluit : |
HOOFDSTUK I. - Installatie van de Commissie | HOOFDSTUK I. - Installatie van de Commissie |
Artikel 1.De Commissie die opgericht en samengesteld wordt |
Artikel 1.De Commissie die opgericht en samengesteld wordt |
overeenkomstig artikel 1.7.3-4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende | overeenkomstig artikel 1.7.3-4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende |
de boeken 1 en 2 van het Wetboek voor het basis- en secundair | de boeken 1 en 2 van het Wetboek voor het basis- en secundair |
onderwijs, en tot instelling van de gemeenschappelijke kern, hierna « | onderwijs, en tot instelling van de gemeenschappelijke kern, hierna « |
de Commissie » genoemd, wordt ingesteld bij het Algemeen Bestuur | de Commissie » genoemd, wordt ingesteld bij het Algemeen Bestuur |
Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek, Algemene Directie | Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek, Algemene Directie |
Leerplichtonderwijs, A. Lavalléestraat 1, te 1080 Sint-Jans-Molenbeek. | Leerplichtonderwijs, A. Lavalléestraat 1, te 1080 Sint-Jans-Molenbeek. |
Art. 2.De Commissie is een niet-permanent orgaan. Ze wordt |
Art. 2.De Commissie is een niet-permanent orgaan. Ze wordt |
bijeengeroepen overeenkomstig 1.7.3-4, § 1, tweede lid ten gevolge van | bijeengeroepen overeenkomstig 1.7.3-4, § 1, tweede lid ten gevolge van |
een verzoek met betrekking tot enige aanvraag in verband met de | een verzoek met betrekking tot enige aanvraag in verband met de |
overtredingen bepaald in artikel 1.7.3-3 wat betreft het | overtredingen bepaald in artikel 1.7.3-3 wat betreft het |
leerplichtonderwijs krachtens de wetten, decreten en reglementen die | leerplichtonderwijs krachtens de wetten, decreten en reglementen die |
deze begrippen bepalen en die het belang van het onderwijs behartigen. | deze begrippen bepalen en die het belang van het onderwijs behartigen. |
Overeenkomstig dat artikel kan ze ook adviezen uitbrengen op aanvraag | Overeenkomstig dat artikel kan ze ook adviezen uitbrengen op aanvraag |
van de Regering, of op eigen initiatief feiten aanhangig maken die | van de Regering, of op eigen initiatief feiten aanhangig maken die |
tegenstrijdig lijken te zijn met de bepalingen van artikel 1.7.3-3 en | tegenstrijdig lijken te zijn met de bepalingen van artikel 1.7.3-3 en |
waarvan ze kennis zou hebben gehad langs enige rechtsweg, zoals | waarvan ze kennis zou hebben gehad langs enige rechtsweg, zoals |
uitgestippeld in artikel 1.7.3-5, § 2, van het decreet. | uitgestippeld in artikel 1.7.3-5, § 2, van het decreet. |
Een zaak wordt bij de Commissie van ambtswege aanhangig gemaakt als | Een zaak wordt bij de Commissie van ambtswege aanhangig gemaakt als |
minstens één vertegenwoordiger van haar leden vermeld in artikel | minstens één vertegenwoordiger van haar leden vermeld in artikel |
1.7.3-4, § 2, van het decreet haar een verzoek overzendt. | 1.7.3-4, § 2, van het decreet haar een verzoek overzendt. |
Art. 3.Overeenkomstig artikel 1.7.3-4, § 2, vierde lid, kan de |
Art. 3.Overeenkomstig artikel 1.7.3-4, § 2, vierde lid, kan de |
aanwezigheid van niet-stemgerechtigde technici kan toegestaan worden. | aanwezigheid van niet-stemgerechtigde technici kan toegestaan worden. |
Voor de dossiers betreffende de commerciële praktijk, neemt een | Voor de dossiers betreffende de commerciële praktijk, neemt een |
vertegenwoordiger van de verbruikers die zetelt binnen de | vertegenwoordiger van de verbruikers die zetelt binnen de |
Consumentenraad deel aan de werkzaamheden van de Commissie. | Consumentenraad deel aan de werkzaamheden van de Commissie. |
Er wordt toegestaan dat deze personen ook hun belichting op het | Er wordt toegestaan dat deze personen ook hun belichting op het |
ogenblik waarop de ontvankelijkheid van het verzoek onderzocht wordt, | ogenblik waarop de ontvankelijkheid van het verzoek onderzocht wordt, |
brengen. | brengen. |
Ieder lid van de Commissie wordt door een technicus begeleid. | Ieder lid van de Commissie wordt door een technicus begeleid. |
Art. 4.De Commissie vergadert enkel in de voorgenoemde |
Art. 4.De Commissie vergadert enkel in de voorgenoemde |
omstandigheden. | omstandigheden. |
Daartoe kan de Commissie bijeenkomen in elk lokaal van het ministerie | Daartoe kan de Commissie bijeenkomen in elk lokaal van het ministerie |
dat het toelaat haar werkzaamheden en beraadslagingen uit te voeren. | dat het toelaat haar werkzaamheden en beraadslagingen uit te voeren. |
Indien de omstandigheden dit vereisen, kan een virtuele vergadering | Indien de omstandigheden dit vereisen, kan een virtuele vergadering |
worden georganiseerd. | worden georganiseerd. |
HOODSTUK II. - Indiening en toelichting van het verzoek | HOODSTUK II. - Indiening en toelichting van het verzoek |
Art. 5.De Commissie kan een onderzoek uitvoeren ten gevolge van een |
Art. 5.De Commissie kan een onderzoek uitvoeren ten gevolge van een |
verzoek ingediend door elke persoon bedoeld in artikel 1.7.3-5, § 1, | verzoek ingediend door elke persoon bedoeld in artikel 1.7.3-5, § 1, |
eerste lid, van het decreet, of op eigen initiatief zoals bedoeld in | eerste lid, van het decreet, of op eigen initiatief zoals bedoeld in |
artikel 1.7.3-5, § 2. | artikel 1.7.3-5, § 2. |
Art. 6.In ieder van de gevallen bedoeld in artikel 1.7.3-5, § 1, |
Art. 6.In ieder van de gevallen bedoeld in artikel 1.7.3-5, § 1, |
eerste lid, van het decreet, wanneer een dossier bij de Commissie | eerste lid, van het decreet, wanneer een dossier bij de Commissie |
aanhangig gemaakt wordt, vraagt de voorzitter, met inachtneming van | aanhangig gemaakt wordt, vraagt de voorzitter, met inachtneming van |
artikel 1.7.3-5, § 1, tweede lid, van het decreet, ofwel het (de) | artikel 1.7.3-5, § 1, tweede lid, van het decreet, ofwel het (de) |
inrichtingshoofd(en) van het door Wallonie-Bruxelles Enseignement | inrichtingshoofd(en) van het door Wallonie-Bruxelles Enseignement |
ingerichte onderwijs uit, ofwel de inrichtende macht(en), of de | ingerichte onderwijs uit, ofwel de inrichtende macht(en), of de |
afgevaardigde ervan, hem het verslag over te zenden van het debat | afgevaardigde ervan, hem het verslag over te zenden van het debat |
georganiseerd omtrent het verzoek, binnen de Participatieraad. Bij | georganiseerd omtrent het verzoek, binnen de Participatieraad. Bij |
gebrek aan dit verslag binnen een termijn van één maand vanaf de | gebrek aan dit verslag binnen een termijn van één maand vanaf de |
aanvraagdatum, behandelt de Commissie het verzoek zonder verwijl. | aanvraagdatum, behandelt de Commissie het verzoek zonder verwijl. |
De termijn van één maand bedoeld in het vorige lid wordt opgeschort | De termijn van één maand bedoeld in het vorige lid wordt opgeschort |
gedurende de verlofdagen en schoolvakanties. | gedurende de verlofdagen en schoolvakanties. |
De voorzitter beschikt over 10 werkdagen vanaf de ontvangst van het | De voorzitter beschikt over 10 werkdagen vanaf de ontvangst van het |
verzoek om het mede te delen aan het (de) hoofden) van de inrichting | verzoek om het mede te delen aan het (de) hoofden) van de inrichting |
georganiseerd door Wallonie-Bruxelles Enseignement, of aan de | georganiseerd door Wallonie-Bruxelles Enseignement, of aan de |
inrichtende macht(en), of de afgevaardigde ervan. | inrichtende macht(en), of de afgevaardigde ervan. |
Art. 7.Het verzoek bevat een beknopte toelichting van de aanvraag met |
Art. 7.Het verzoek bevat een beknopte toelichting van de aanvraag met |
bewijsstukken. | bewijsstukken. |
De aanvraag en de bewijsstukken maken samen een dossier. | De aanvraag en de bewijsstukken maken samen een dossier. |
De verzoeker is ertoe gehouden zijn dossier te versturen, samen met | De verzoeker is ertoe gehouden zijn dossier te versturen, samen met |
een inventaris van de bewijsstukken, aan het secretariaat van de | een inventaris van de bewijsstukken, aan het secretariaat van de |
Commissie. | Commissie. |
Het verzoek met de bewijsstukken en het verslag van de | Het verzoek met de bewijsstukken en het verslag van de |
Participatieraad worden toegezonden aan de leden van de Commissie | Participatieraad worden toegezonden aan de leden van de Commissie |
binnen een termijn van 10 werkdagen vanaf de ontvangst van het | binnen een termijn van 10 werkdagen vanaf de ontvangst van het |
volledige dossier. | volledige dossier. |
HOOFDSTUK III. - Oproepingen | HOOFDSTUK III. - Oproepingen |
Art. 8.De oproepingen voor de vergaderingen worden aan de leden door |
Art. 8.De oproepingen voor de vergaderingen worden aan de leden door |
de secretaris (resse) gericht, minstens tien werkdagen voor de datum | de secretaris (resse) gericht, minstens tien werkdagen voor de datum |
van de zitting. De oproepingen kunnen via elektronische post of | van de zitting. De oproepingen kunnen via elektronische post of |
telefax gezonden worden en per post bevestigd. De Voorzitter(ster) kan | telefax gezonden worden en per post bevestigd. De Voorzitter(ster) kan |
de termijn van de oproeping terugbrengen tot vijf dagen in met redenen | de termijn van de oproeping terugbrengen tot vijf dagen in met redenen |
omklede dringende gevallen. | omklede dringende gevallen. |
Gedurende de verlofdagen en de schoolvakantie kan de gewone | Gedurende de verlofdagen en de schoolvakantie kan de gewone |
oproepingstermijn verlengd worden tot twintig werkdagen. | oproepingstermijn verlengd worden tot twintig werkdagen. |
De opgeroepen leden wonen de zitting bij, behoudens verhindering, in | De opgeroepen leden wonen de zitting bij, behoudens verhindering, in |
welk geval zij de secretaris ervan moeten verwittigen. | welk geval zij de secretaris ervan moeten verwittigen. |
Bovendien zendt het verhinderde werkend lid zelf de oproeping over aan | Bovendien zendt het verhinderde werkend lid zelf de oproeping over aan |
zijn plaatsvervanger. Wanneer een plaatsvervangend lid een werkend lid | zijn plaatsvervanger. Wanneer een plaatsvervangend lid een werkend lid |
vervangt, verwittigt hij ook de voorzitter ervan zodra de zitting | vervangt, verwittigt hij ook de voorzitter ervan zodra de zitting |
geopend wordt. | geopend wordt. |
Art. 9.De oproeping vermeldt de dag, het uur en de plaats van de |
Art. 9.De oproeping vermeldt de dag, het uur en de plaats van de |
vergadering alsook de agenda. | vergadering alsook de agenda. |
De agenda wordt vastgesteld door de Voorzitter(ster). De agenda kan | De agenda wordt vastgesteld door de Voorzitter(ster). De agenda kan |
verrijkt worden met de mogelijke aanvragen gesteld door minstens één | verrijkt worden met de mogelijke aanvragen gesteld door minstens één |
van de vertegenwoordigers, zoals opgesomd in artikel 1.7.3-4, § 2 van | van de vertegenwoordigers, zoals opgesomd in artikel 1.7.3-4, § 2 van |
het decreet van 3 mei 2019. | het decreet van 3 mei 2019. |
Het mandaat van de leden van de Commissie wordt niet bezoldigd; er kan | Het mandaat van de leden van de Commissie wordt niet bezoldigd; er kan |
nochtans vergoedingen uitgekeerd worden ter compensatie van de reis- | nochtans vergoedingen uitgekeerd worden ter compensatie van de reis- |
en verblijfkosten aan de leden, alsook aan de deskundigen, volgens de | en verblijfkosten aan de leden, alsook aan de deskundigen, volgens de |
ter zake geldende bepalingen. | ter zake geldende bepalingen. |
HOOFDSTUK IV. - De wijze van beraadslaging | HOOFDSTUK IV. - De wijze van beraadslaging |
Art. 10.Overeenkomstig artikel 1.7.3-4, § 3, van het decreet van 3 |
Art. 10.Overeenkomstig artikel 1.7.3-4, § 3, van het decreet van 3 |
mei 2019 beraadslaagt de Commissie geldig indien minstens zes leden | mei 2019 beraadslaagt de Commissie geldig indien minstens zes leden |
aanwezig zijn. | aanwezig zijn. |
De beslissingen worden bij de volstrekte meerderheid der aanwezige | De beslissingen worden bij de volstrekte meerderheid der aanwezige |
leden genomen. | leden genomen. |
De volstrekte meerderheid vertegenwoordigt de samenroeping van | De volstrekte meerderheid vertegenwoordigt de samenroeping van |
minstens de helft van de stemmen plus een. | minstens de helft van de stemmen plus een. |
Art. 11.De stemming gebeurt bij handopsteking of op de meest |
Art. 11.De stemming gebeurt bij handopsteking of op de meest |
aangepaste manier gekozen door de Voorzitter(ster). | aangepaste manier gekozen door de Voorzitter(ster). |
Art. 12.Mogelijke diverse punten kunnen onderzocht worden op aanvraag |
Art. 12.Mogelijke diverse punten kunnen onderzocht worden op aanvraag |
van minstens één van de afvaardigingen. Er zal nochtans enkel | van minstens één van de afvaardigingen. Er zal nochtans enkel |
beraadslaagd worden over een punt als iedereen akkoord gaat. Is het | beraadslaagd worden over een punt als iedereen akkoord gaat. Is het |
niet het geval, dan wordt het punt op de agenda van de volgende | niet het geval, dan wordt het punt op de agenda van de volgende |
vergadering geplaatst. | vergadering geplaatst. |
HOOFDSTUK V. - Onderzoek van de aanvraag | HOOFDSTUK V. - Onderzoek van de aanvraag |
Art. 13.Het verzoek dient betrekking te hebben op een oneerlijke |
Art. 13.Het verzoek dient betrekking te hebben op een oneerlijke |
praktijk bedoeld in artikel 1.7.3-3 van het decreet. | praktijk bedoeld in artikel 1.7.3-3 van het decreet. |
Art. 14.De Commissie onderzoekt of de verzoeker de hoedanigheid |
Art. 14.De Commissie onderzoekt of de verzoeker de hoedanigheid |
vereist in artikel 1.7.3-5, § 1, van het decreet heeft. | vereist in artikel 1.7.3-5, § 1, van het decreet heeft. |
Art. 15.Wanneer de Commissie besluit dat het verzoek verworpen dient |
Art. 15.Wanneer de Commissie besluit dat het verzoek verworpen dient |
te worden, bekleedt ze haar beslissing met redenen waarbij ze nagaat | te worden, bekleedt ze haar beslissing met redenen waarbij ze nagaat |
dat er wel degelijk één of meerdere elementen uit voornoemd artikel | dat er wel degelijk één of meerdere elementen uit voornoemd artikel |
1.7.3-3 en/of uit voornoemd artikel 1.7.3-5 niet voorhanden is(zijn). | 1.7.3-3 en/of uit voornoemd artikel 1.7.3-5 niet voorhanden is(zijn). |
Art. 16.Overeenkomstig artikel 1.7.3-4, § 1, tweede lid, van het |
Art. 16.Overeenkomstig artikel 1.7.3-4, § 1, tweede lid, van het |
decreet van 3 mei 2019, beschikt de Commissie, om haar opdrachten te | decreet van 3 mei 2019, beschikt de Commissie, om haar opdrachten te |
verwezenlijken, over een onderzoeksmacht die namelijk uitgeoefend zal | verwezenlijken, over een onderzoeksmacht die namelijk uitgeoefend zal |
worden via de Diensten van de Regering en de Algemene | worden via de Diensten van de Regering en de Algemene |
Inspectiediensten met inachtneming van principes van het debat op | Inspectiediensten met inachtneming van principes van het debat op |
tegenspraak en de rechten van de verdediging. | tegenspraak en de rechten van de verdediging. |
Art. 17.De Commissie kan getuigen à charge of à decharge horen. De |
Art. 17.De Commissie kan getuigen à charge of à decharge horen. De |
keuze van de getuigen gebeurt via een beraadslaging overeenkomstig | keuze van de getuigen gebeurt via een beraadslaging overeenkomstig |
artikel 10 van dit huishoudelijk reglement. De leden beslissen over de | artikel 10 van dit huishoudelijk reglement. De leden beslissen over de |
nadere regels voor het horen van de getuigen. | nadere regels voor het horen van de getuigen. |
Art. 18.Het onderzoek wordt beëindigd wanneer de leden van de |
Art. 18.Het onderzoek wordt beëindigd wanneer de leden van de |
Commissie achten dat ze voldoend ingelicht zijn om een degelijk advies | Commissie achten dat ze voldoend ingelicht zijn om een degelijk advies |
uit te brengen. Deze beslissing wordt genomen via een beraadslaging | uit te brengen. Deze beslissing wordt genomen via een beraadslaging |
overeenkomstig artikel 10 van dit huishoudelijk reglement. | overeenkomstig artikel 10 van dit huishoudelijk reglement. |
Art. 19.De Commissie is ertoe gehouden een advies uit te brengen |
Art. 19.De Commissie is ertoe gehouden een advies uit te brengen |
gedurende de maand die volgt op de beëindiging van het onderzoek van | gedurende de maand die volgt op de beëindiging van het onderzoek van |
het dossier. Daarbij neemt ze artikel 1.7.3-5, § 3, eerste lid, van | het dossier. Daarbij neemt ze artikel 1.7.3-5, § 3, eerste lid, van |
het decreet in acht. | het decreet in acht. |
Art. 20.De Commissie brengt een met redenen omkleed advies uit. Dit |
Art. 20.De Commissie brengt een met redenen omkleed advies uit. Dit |
advies wordt overgezonden aan de Regering. In voorkomend geval, wordt | advies wordt overgezonden aan de Regering. In voorkomend geval, wordt |
het advies uitgebracht met een minoriteitsnota. | het advies uitgebracht met een minoriteitsnota. |
HOOFDSTUK VI. - Plicht tot terughoudendheid | HOOFDSTUK VI. - Plicht tot terughoudendheid |
Art. 21.De leden van de Commissie, alsook de technici, worden |
Art. 21.De leden van de Commissie, alsook de technici, worden |
gehouden tot een strikte plicht tot terughoudendheid betreffende de | gehouden tot een strikte plicht tot terughoudendheid betreffende de |
informatie verzonden in het kader van de werkzaamheden van de | informatie verzonden in het kader van de werkzaamheden van de |
Commissie. Hetzelfde geldt voor de genomen beslissingen alsook voor de | Commissie. Hetzelfde geldt voor de genomen beslissingen alsook voor de |
inhoud van de beraadslagingen. | inhoud van de beraadslagingen. |
HOOFDSTUK VII. - Jaarlijks verslag | HOOFDSTUK VII. - Jaarlijks verslag |
Art. 22.Overeenkomstig artikel 1.7.3-4, § 3, stelt de Commissie een |
Art. 22.Overeenkomstig artikel 1.7.3-4, § 3, stelt de Commissie een |
jaarlijks activiteitenverslag op dat ze aan de Regering overzendt die | jaarlijks activiteitenverslag op dat ze aan de Regering overzendt die |
er het Parlement erover inlicht. Dit verslag maakt het voorwerp van | er het Parlement erover inlicht. Dit verslag maakt het voorwerp van |
een beraadslaging uit overeenkomstig artikel 10 van dit huishoudelijk | een beraadslaging uit overeenkomstig artikel 10 van dit huishoudelijk |
reglement. | reglement. |
Art. 23.De Commissie zorgt ervoor dat het verslag geen vermelding |
Art. 23.De Commissie zorgt ervoor dat het verslag geen vermelding |
bevat die ertoe zou leiden dat de betrokken schoolinrichtingen | bevat die ertoe zou leiden dat de betrokken schoolinrichtingen |
geïdentificeerd zouden kunnen worden, overeenkomstig artikel 1.7.3-4, | geïdentificeerd zouden kunnen worden, overeenkomstig artikel 1.7.3-4, |
§ 3. | § 3. |
HOOFDSTUK VIII. - Secretariaat | HOOFDSTUK VIII. - Secretariaat |
Art. 24.Het secretariaat wordt waargenomen door een ambtenaar, |
Art. 24.Het secretariaat wordt waargenomen door een ambtenaar, |
daartoe aangewezen door de Regering. | daartoe aangewezen door de Regering. |
De secretaris(resse) stelt de notulen op van iedere vergadering waarin | De secretaris(resse) stelt de notulen op van iedere vergadering waarin |
vermeld worden : | vermeld worden : |
1° de aanwezige, afwezige en verontschuldigde leden; | 1° de aanwezige, afwezige en verontschuldigde leden; |
2° de goedkeuring of de op- en aanmerkingen van de leden betreffende | 2° de goedkeuring of de op- en aanmerkingen van de leden betreffende |
de notulen van de vorige vergadering; | de notulen van de vorige vergadering; |
3° een trouw en voldoend verslag over de zitting. | 3° een trouw en voldoend verslag over de zitting. |
De notulen van de vergadering worden verzonden, indien mogelijk, | De notulen van de vergadering worden verzonden, indien mogelijk, |
binnen de tien werkdagen die volgen op de datum van deze vergadering. | binnen de tien werkdagen die volgen op de datum van deze vergadering. |
De secretaris(resse) zorgt voor de bewaring van al het archief van de | De secretaris(resse) zorgt voor de bewaring van al het archief van de |
Commissie. | Commissie. |
Art. 25.Elke briefwisseling dient gestuurd te worden aan het |
Art. 25.Elke briefwisseling dient gestuurd te worden aan het |
secretariaat van de Commissie, dat haar overzendt aan de | secretariaat van de Commissie, dat haar overzendt aan de |
Voorzitter(ster) van de Commissie. | Voorzitter(ster) van de Commissie. |
De brieven dienen gericht te worden aan de Algemene Directie | De brieven dienen gericht te worden aan de Algemene Directie |
Leerplichtonderwijs, A. Lavalléestraat 1, te 1080 Sint-Jans-Molenbeek, | Leerplichtonderwijs, A. Lavalléestraat 1, te 1080 Sint-Jans-Molenbeek, |
of elke andere plaats die de voorzitter(ster) nodig acht. | of elke andere plaats die de voorzitter(ster) nodig acht. |
HOOFDSTUK IX. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK IX. - Slotbepalingen |
Art. 26.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het ondertekend |
Art. 26.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het ondertekend |
wordt. | wordt. |
Brussel, 17 september 2021. | Brussel, 17 september 2021. |
De Minister van Onderwijs, | De Minister van Onderwijs, |
C. DESIR | C. DESIR |