Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 17 september 2021
gepubliceerd op 06 oktober 2021

Ministerieel besluit tot vaststelling van het huishoudelijk reglement van de Commissie opgericht in artikel 1.7.3-4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de boeken 1 en 2 van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs, en tot instelling van de gemeenschappelijke kern

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2021021986
pub.
06/10/2021
prom.
17/09/2021
ELI
eli/besluit/2021/09/17/2021021986/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 SEPTEMBER 2021. - Ministerieel besluit tot vaststelling van het huishoudelijk reglement van de Commissie opgericht in artikel 1.7.3-4 van het decreet van 3 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/05/2019 pub. 19/09/2019 numac 2019030854 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende de boeken 1 en 2 van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs, en tot instelling van de gemeenschappelijke kern sluiten houdende de boeken 1 en 2 van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs, en tot instelling van de gemeenschappelijke kern


De Minister van Onderwijs, Gelet op het decreet van 3 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/05/2019 pub. 19/09/2019 numac 2019030854 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende de boeken 1 en 2 van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs, en tot instelling van de gemeenschappelijke kern sluiten houdende de boeken 1 en 2 van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs, en tot instelling van de gemeenschappelijke kern, inzonderheid op artikel 1.7.3-4 ;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 20 september 2019Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 20/09/2019 pub. 03/10/2019 numac 2019042038 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende regeling van de werking van de regering sluiten houdende regeling van haar werking, inzonderheid op artikel 13, § 1, 6° ;

Besluit : HOOFDSTUK I. - Installatie van de Commissie

Artikel 1.De Commissie die opgericht en samengesteld wordt overeenkomstig artikel 1.7.3-4 van het decreet van 3 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/05/2019 pub. 19/09/2019 numac 2019030854 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende de boeken 1 en 2 van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs, en tot instelling van de gemeenschappelijke kern sluiten houdende de boeken 1 en 2 van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs, en tot instelling van de gemeenschappelijke kern, hierna « de Commissie » genoemd, wordt ingesteld bij het Algemeen Bestuur Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek, Algemene Directie Leerplichtonderwijs, A. Lavalléestraat 1, te 1080 Sint-Jans-Molenbeek.

Art. 2.De Commissie is een niet-permanent orgaan. Ze wordt bijeengeroepen overeenkomstig 1.7.3-4, § 1, tweede lid ten gevolge van een verzoek met betrekking tot enige aanvraag in verband met de overtredingen bepaald in artikel 1.7.3-3 wat betreft het leerplichtonderwijs krachtens de wetten, decreten en reglementen die deze begrippen bepalen en die het belang van het onderwijs behartigen.

Overeenkomstig dat artikel kan ze ook adviezen uitbrengen op aanvraag van de Regering, of op eigen initiatief feiten aanhangig maken die tegenstrijdig lijken te zijn met de bepalingen van artikel 1.7.3-3 en waarvan ze kennis zou hebben gehad langs enige rechtsweg, zoals uitgestippeld in artikel 1.7.3-5, § 2, van het decreet.

Een zaak wordt bij de Commissie van ambtswege aanhangig gemaakt als minstens één vertegenwoordiger van haar leden vermeld in artikel 1.7.3-4, § 2, van het decreet haar een verzoek overzendt.

Art. 3.Overeenkomstig artikel 1.7.3-4, § 2, vierde lid, kan de aanwezigheid van niet-stemgerechtigde technici kan toegestaan worden.

Voor de dossiers betreffende de commerciële praktijk, neemt een vertegenwoordiger van de verbruikers die zetelt binnen de Consumentenraad deel aan de werkzaamheden van de Commissie.

Er wordt toegestaan dat deze personen ook hun belichting op het ogenblik waarop de ontvankelijkheid van het verzoek onderzocht wordt, brengen.

Ieder lid van de Commissie wordt door een technicus begeleid.

Art. 4.De Commissie vergadert enkel in de voorgenoemde omstandigheden.

Daartoe kan de Commissie bijeenkomen in elk lokaal van het ministerie dat het toelaat haar werkzaamheden en beraadslagingen uit te voeren.

Indien de omstandigheden dit vereisen, kan een virtuele vergadering worden georganiseerd.

HOODSTUK II. - Indiening en toelichting van het verzoek

Art. 5.De Commissie kan een onderzoek uitvoeren ten gevolge van een verzoek ingediend door elke persoon bedoeld in artikel 1.7.3-5, § 1, eerste lid, van het decreet, of op eigen initiatief zoals bedoeld in artikel 1.7.3-5, § 2.

Art. 6.In ieder van de gevallen bedoeld in artikel 1.7.3-5, § 1, eerste lid, van het decreet, wanneer een dossier bij de Commissie aanhangig gemaakt wordt, vraagt de voorzitter, met inachtneming van artikel 1.7.3-5, § 1, tweede lid, van het decreet, ofwel het (de) inrichtingshoofd(en) van het door Wallonie-Bruxelles Enseignement ingerichte onderwijs uit, ofwel de inrichtende macht(en), of de afgevaardigde ervan, hem het verslag over te zenden van het debat georganiseerd omtrent het verzoek, binnen de Participatieraad. Bij gebrek aan dit verslag binnen een termijn van één maand vanaf de aanvraagdatum, behandelt de Commissie het verzoek zonder verwijl.

De termijn van één maand bedoeld in het vorige lid wordt opgeschort gedurende de verlofdagen en schoolvakanties.

De voorzitter beschikt over 10 werkdagen vanaf de ontvangst van het verzoek om het mede te delen aan het (de) hoofden) van de inrichting georganiseerd door Wallonie-Bruxelles Enseignement, of aan de inrichtende macht(en), of de afgevaardigde ervan.

Art. 7.Het verzoek bevat een beknopte toelichting van de aanvraag met bewijsstukken.

De aanvraag en de bewijsstukken maken samen een dossier.

De verzoeker is ertoe gehouden zijn dossier te versturen, samen met een inventaris van de bewijsstukken, aan het secretariaat van de Commissie.

Het verzoek met de bewijsstukken en het verslag van de Participatieraad worden toegezonden aan de leden van de Commissie binnen een termijn van 10 werkdagen vanaf de ontvangst van het volledige dossier. HOOFDSTUK III. - Oproepingen

Art. 8.De oproepingen voor de vergaderingen worden aan de leden door de secretaris (resse) gericht, minstens tien werkdagen voor de datum van de zitting. De oproepingen kunnen via elektronische post of telefax gezonden worden en per post bevestigd. De Voorzitter(ster) kan de termijn van de oproeping terugbrengen tot vijf dagen in met redenen omklede dringende gevallen.

Gedurende de verlofdagen en de schoolvakantie kan de gewone oproepingstermijn verlengd worden tot twintig werkdagen.

De opgeroepen leden wonen de zitting bij, behoudens verhindering, in welk geval zij de secretaris ervan moeten verwittigen.

Bovendien zendt het verhinderde werkend lid zelf de oproeping over aan zijn plaatsvervanger. Wanneer een plaatsvervangend lid een werkend lid vervangt, verwittigt hij ook de voorzitter ervan zodra de zitting geopend wordt.

Art. 9.De oproeping vermeldt de dag, het uur en de plaats van de vergadering alsook de agenda.

De agenda wordt vastgesteld door de Voorzitter(ster). De agenda kan verrijkt worden met de mogelijke aanvragen gesteld door minstens één van de vertegenwoordigers, zoals opgesomd in artikel 1.7.3-4, § 2 van het decreet van 3 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/05/2019 pub. 19/09/2019 numac 2019030854 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende de boeken 1 en 2 van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs, en tot instelling van de gemeenschappelijke kern sluiten.

Het mandaat van de leden van de Commissie wordt niet bezoldigd; er kan nochtans vergoedingen uitgekeerd worden ter compensatie van de reis- en verblijfkosten aan de leden, alsook aan de deskundigen, volgens de ter zake geldende bepalingen. HOOFDSTUK IV. - De wijze van beraadslaging

Art. 10.Overeenkomstig artikel 1.7.3-4, § 3, van het decreet van 3 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/05/2019 pub. 19/09/2019 numac 2019030854 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende de boeken 1 en 2 van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs, en tot instelling van de gemeenschappelijke kern sluiten beraadslaagt de Commissie geldig indien minstens zes leden aanwezig zijn.

De beslissingen worden bij de volstrekte meerderheid der aanwezige leden genomen.

De volstrekte meerderheid vertegenwoordigt de samenroeping van minstens de helft van de stemmen plus een.

Art. 11.De stemming gebeurt bij handopsteking of op de meest aangepaste manier gekozen door de Voorzitter(ster).

Art. 12.Mogelijke diverse punten kunnen onderzocht worden op aanvraag van minstens één van de afvaardigingen. Er zal nochtans enkel beraadslaagd worden over een punt als iedereen akkoord gaat. Is het niet het geval, dan wordt het punt op de agenda van de volgende vergadering geplaatst. HOOFDSTUK V. - Onderzoek van de aanvraag

Art. 13.Het verzoek dient betrekking te hebben op een oneerlijke praktijk bedoeld in artikel 1.7.3-3 van het decreet.

Art. 14.De Commissie onderzoekt of de verzoeker de hoedanigheid vereist in artikel 1.7.3-5, § 1, van het decreet heeft.

Art. 15.Wanneer de Commissie besluit dat het verzoek verworpen dient te worden, bekleedt ze haar beslissing met redenen waarbij ze nagaat dat er wel degelijk één of meerdere elementen uit voornoemd artikel 1.7.3-3 en/of uit voornoemd artikel 1.7.3-5 niet voorhanden is(zijn).

Art. 16.Overeenkomstig artikel 1.7.3-4, § 1, tweede lid, van het decreet van 3 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/05/2019 pub. 19/09/2019 numac 2019030854 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende de boeken 1 en 2 van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs, en tot instelling van de gemeenschappelijke kern sluiten, beschikt de Commissie, om haar opdrachten te verwezenlijken, over een onderzoeksmacht die namelijk uitgeoefend zal worden via de Diensten van de Regering en de Algemene Inspectiediensten met inachtneming van principes van het debat op tegenspraak en de rechten van de verdediging.

Art. 17.De Commissie kan getuigen à charge of à decharge horen. De keuze van de getuigen gebeurt via een beraadslaging overeenkomstig artikel 10 van dit huishoudelijk reglement. De leden beslissen over de nadere regels voor het horen van de getuigen.

Art. 18.Het onderzoek wordt beëindigd wanneer de leden van de Commissie achten dat ze voldoend ingelicht zijn om een degelijk advies uit te brengen. Deze beslissing wordt genomen via een beraadslaging overeenkomstig artikel 10 van dit huishoudelijk reglement.

Art. 19.De Commissie is ertoe gehouden een advies uit te brengen gedurende de maand die volgt op de beëindiging van het onderzoek van het dossier. Daarbij neemt ze artikel 1.7.3-5, § 3, eerste lid, van het decreet in acht.

Art. 20.De Commissie brengt een met redenen omkleed advies uit. Dit advies wordt overgezonden aan de Regering. In voorkomend geval, wordt het advies uitgebracht met een minoriteitsnota. HOOFDSTUK VI. - Plicht tot terughoudendheid

Art. 21.De leden van de Commissie, alsook de technici, worden gehouden tot een strikte plicht tot terughoudendheid betreffende de informatie verzonden in het kader van de werkzaamheden van de Commissie. Hetzelfde geldt voor de genomen beslissingen alsook voor de inhoud van de beraadslagingen. HOOFDSTUK VII. - Jaarlijks verslag

Art. 22.Overeenkomstig artikel 1.7.3-4, § 3, stelt de Commissie een jaarlijks activiteitenverslag op dat ze aan de Regering overzendt die er het Parlement erover inlicht. Dit verslag maakt het voorwerp van een beraadslaging uit overeenkomstig artikel 10 van dit huishoudelijk reglement.

Art. 23.De Commissie zorgt ervoor dat het verslag geen vermelding bevat die ertoe zou leiden dat de betrokken schoolinrichtingen geïdentificeerd zouden kunnen worden, overeenkomstig artikel 1.7.3-4, § 3. HOOFDSTUK VIII. - Secretariaat

Art. 24.Het secretariaat wordt waargenomen door een ambtenaar, daartoe aangewezen door de Regering.

De secretaris(resse) stelt de notulen op van iedere vergadering waarin vermeld worden : 1° de aanwezige, afwezige en verontschuldigde leden;2° de goedkeuring of de op- en aanmerkingen van de leden betreffende de notulen van de vorige vergadering;3° een trouw en voldoend verslag over de zitting. De notulen van de vergadering worden verzonden, indien mogelijk, binnen de tien werkdagen die volgen op de datum van deze vergadering.

De secretaris(resse) zorgt voor de bewaring van al het archief van de Commissie.

Art. 25.Elke briefwisseling dient gestuurd te worden aan het secretariaat van de Commissie, dat haar overzendt aan de Voorzitter(ster) van de Commissie.

De brieven dienen gericht te worden aan de Algemene Directie Leerplichtonderwijs, A. Lavalléestraat 1, te 1080 Sint-Jans-Molenbeek, of elke andere plaats die de voorzitter(ster) nodig acht. HOOFDSTUK IX. - Slotbepalingen

Art. 26.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het ondertekend wordt.

Brussel, 17 september 2021.

De Minister van Onderwijs, C. DESIR

^