Ministerieel besluit houdende uitvoering van het koninklijk besluit van 14 december 2000 tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen | Ministerieel besluit houdende uitvoering van het koninklijk besluit van 14 december 2000 tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen |
---|---|
MINISTERIE VAN MIDDENSTAND EN LANDBOUW | MINISTERIE VAN MIDDENSTAND EN LANDBOUW |
15 DECEMBER 2000. - Ministerieel besluit houdende uitvoering van het | 15 DECEMBER 2000. - Ministerieel besluit houdende uitvoering van het |
koninklijk besluit van 14 december 2000 tot instelling van een | koninklijk besluit van 14 december 2000 tot instelling van een |
steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen | steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen |
De Minister van Landbouw en Middenstand, | De Minister van Landbouw en Middenstand, |
Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, | Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, |
tuinbouw- en zeevisserijproducten, met name artikel 3, § 1, 1°, laatst | tuinbouw- en zeevisserijproducten, met name artikel 3, § 1, 1°, laatst |
gewijzigd door de wet van 5 februari 1999; | gewijzigd door de wet van 5 februari 1999; |
Gelet op de verordening (EG) nr. 1251/1999 van de Raad van 17 mei 1999 | Gelet op de verordening (EG) nr. 1251/1999 van de Raad van 17 mei 1999 |
tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde | tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde |
akkerbouwgewassen, gewijzigd door de verordening (EG) nr. 2704/1999 | akkerbouwgewassen, gewijzigd door de verordening (EG) nr. 2704/1999 |
van de Raad van 14 december 1999; | van de Raad van 14 december 1999; |
Gelet op de verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 | Gelet op de verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 |
inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie | inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie |
- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en | - en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en |
instelling van een aantal verordeningen, met name de artikelen 22, 23, | instelling van een aantal verordeningen, met name de artikelen 22, 23, |
24 en 31; | 24 en 31; |
Gelet op de verordening (EEG) nr. 3508/92 van de Raad van 27 november | Gelet op de verordening (EEG) nr. 3508/92 van de Raad van 27 november |
1992 tot instelling van een geïntegreerd beheers- en controlesysteem | 1992 tot instelling van een geïntegreerd beheers- en controlesysteem |
voor bepaalde communautaire steunregelingen, laatstelijk gewijzigd bij | voor bepaalde communautaire steunregelingen, laatstelijk gewijzigd bij |
verordening (EG) nr. 1036/1999 van de Raad van 17 mei 1999; | verordening (EG) nr. 1036/1999 van de Raad van 17 mei 1999; |
Gelet op de verordening (EG) nr. 2714/1999 van de Raad houdende | Gelet op de verordening (EG) nr. 2714/1999 van de Raad houdende |
overgangsmaatregelen inzake het beheer en de controle in de sectoren | overgangsmaatregelen inzake het beheer en de controle in de sectoren |
akkerbouwgewassen en rundvlees; | akkerbouwgewassen en rundvlees; |
Gelet op de verordening (EEG) nr. 3887/92 van de Commissie van 23 | Gelet op de verordening (EEG) nr. 3887/92 van de Commissie van 23 |
december 1992 houdende uit- voeringsbepalingen inzake het | december 1992 houdende uit- voeringsbepalingen inzake het |
geïntegreerde beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire | geïntegreerde beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire |
steunregelingen, laatstelijk gewijzigd bij verordening (EG) nr. | steunregelingen, laatstelijk gewijzigd bij verordening (EG) nr. |
2801/1999 van de Commissie van 31 december 1999; | 2801/1999 van de Commissie van 31 december 1999; |
Gelet op de verordening (EG) nr. 2316/1999 van de Commissie van 22 | Gelet op de verordening (EG) nr. 2316/1999 van de Commissie van 22 |
oktober 1999 houdende uitvoeringsbepalingen van verordening (EG) nr. | oktober 1999 houdende uitvoeringsbepalingen van verordening (EG) nr. |
1251/1999 van de Raad tot instelling van een steunregeling voor | 1251/1999 van de Raad tot instelling van een steunregeling voor |
producenten van bepaalde akkerbouwgewassen; | producenten van bepaalde akkerbouwgewassen; |
Gelet op het koninklijk besluit van 14 december 2000 tot instelling | Gelet op het koninklijk besluit van 14 december 2000 tot instelling |
van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen; | van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen; |
Gelet op het ministerieel besluit van 17 oktober 1995 houdende | Gelet op het ministerieel besluit van 17 oktober 1995 houdende |
invoering van een premie ter compensatie van inkomensverliezen ten | invoering van een premie ter compensatie van inkomensverliezen ten |
gevolge van bebossing van landbouwgrond in uitvoering van de | gevolge van bebossing van landbouwgrond in uitvoering van de |
verordening (EEG) nr. 2080/92 van de Raad van 30 juni 1992 tot | verordening (EEG) nr. 2080/92 van de Raad van 30 juni 1992 tot |
instelling van een communautaire steunregeling voor bosbouwmaatregelen | instelling van een communautaire steunregeling voor bosbouwmaatregelen |
in de landbouw; | in de landbouw; |
Gelet op het overleg met de gewestelijke Regeringen; | Gelet op het overleg met de gewestelijke Regeringen; |
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari | Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari |
1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli | 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli |
1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; | 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; |
Gelet op de dringende noodzakelijkheid om zonder uitstel de | Gelet op de dringende noodzakelijkheid om zonder uitstel de |
maatregelen te treffen inzake de steunregeling voor producenten van | maatregelen te treffen inzake de steunregeling voor producenten van |
bepaalde akkerbouwgewassen teneinde zich te schikken naar de | bepaalde akkerbouwgewassen teneinde zich te schikken naar de |
bepalingen van de in 1999 getroffen verordeningen, zoals vermeld in de | bepalingen van de in 1999 getroffen verordeningen, zoals vermeld in de |
aanhef, | aanhef, |
Besluit : | Besluit : |
Artikel 1.§ 1. Om in het kader van het koninklijk besluit van 14 |
Artikel 1.§ 1. Om in het kader van het koninklijk besluit van 14 |
december 2000 tot instelling van een steunregeling voor producenten | december 2000 tot instelling van een steunregeling voor producenten |
van bepaalde akkerbouwgewassen in aanmerking te komen voor de | van bepaalde akkerbouwgewassen in aanmerking te komen voor de |
areaalbetaling toegekend aan de uit productie genomen oppervlakte, | areaalbetaling toegekend aan de uit productie genomen oppervlakte, |
moeten de oppervlakten voldoen aan de hierna vermelde voorwaarden. | moeten de oppervlakten voldoen aan de hierna vermelde voorwaarden. |
1. Deze oppervlakten dienen aan de productie onttrokken te worden | 1. Deze oppervlakten dienen aan de productie onttrokken te worden |
gedurende een periode die uiterlijk op 15 januari ingaat en ten | gedurende een periode die uiterlijk op 15 januari ingaat en ten |
vroegste op 31 augustus van hetzelfde jaar eindigt. Deze periode | vroegste op 31 augustus van hetzelfde jaar eindigt. Deze periode |
bedraagt bij meerjarige braak minimaal twee jaren en maximaal vijf | bedraagt bij meerjarige braak minimaal twee jaren en maximaal vijf |
opeenvolgende jaren. | opeenvolgende jaren. |
De betrokken producenten kunnen evenwel, maar uitsluitend met het oog | De betrokken producenten kunnen evenwel, maar uitsluitend met het oog |
op de inzaai of aanplant van kool- en raapzaad, van wintergranen of | op de inzaai of aanplant van kool- en raapzaad, van wintergranen of |
enig ander gewas dat pas het jaar nadien geoogst wordt : | enig ander gewas dat pas het jaar nadien geoogst wordt : |
- vanaf 1 augustus de noodzakelijke werkzaamheden vóór inzaai of | - vanaf 1 augustus de noodzakelijke werkzaamheden vóór inzaai of |
aanplant uitvoeren; | aanplant uitvoeren; |
- vanaf 15 augustus overgaan tot inzaai of aanplant van hogervermelde | - vanaf 15 augustus overgaan tot inzaai of aanplant van hogervermelde |
teelten. | teelten. |
2. De oppervlakten mogen niet worden gebruikt voor andere | 2. De oppervlakten mogen niet worden gebruikt voor andere |
landbouwproducties dan bedoeld in artikel 7 van het koninklijk besluit | landbouwproducties dan bedoeld in artikel 7 van het koninklijk besluit |
van 14 december 2000, en ook niet voor een ander winstgevend doel dat | van 14 december 2000, en ook niet voor een ander winstgevend doel dat |
onverenigbaar is met de akkerbouw. | onverenigbaar is met de akkerbouw. |
Deze bepalingen gelden evenwel niet voor bouwland bebost in het kader | Deze bepalingen gelden evenwel niet voor bouwland bebost in het kader |
van artikel 31 van de verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad en | van artikel 31 van de verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad en |
afgeboekt uit hoofde van de braakleggingsverplichting voor zover deze | afgeboekt uit hoofde van de braakleggingsverplichting voor zover deze |
bepalingen onverenigbaar zijn met de in de betrokken verordening | bepalingen onverenigbaar zijn met de in de betrokken verordening |
vastgestelde eisen inzake bebossing. | vastgestelde eisen inzake bebossing. |
§ 2. Indien de voor de areaalbetaling in aanmerking komende | § 2. Indien de voor de areaalbetaling in aanmerking komende |
oppervlakten gelegen zijn in meerdere landbouwstreken kan : | oppervlakten gelegen zijn in meerdere landbouwstreken kan : |
- de braakverplichting geheel of gedeeltelijk in een andere | - de braakverplichting geheel of gedeeltelijk in een andere |
landbouwstreek gerealiseerd worden op voorwaarde dat de braak te | landbouwstreek gerealiseerd worden op voorwaarde dat de braak te |
leggen oppervlakten zich situeren in aan elkaar grenzende | leggen oppervlakten zich situeren in aan elkaar grenzende |
landbouwstreken en de braak te leggen oppervlakte aangepast wordt met | landbouwstreken en de braak te leggen oppervlakte aangepast wordt met |
een factor die de rendementsverhouding weergeeft van de betrokken | een factor die de rendementsverhouding weergeeft van de betrokken |
landbouwstreken. De overdracht van de braakverplichting en de | landbouwstreken. De overdracht van de braakverplichting en de |
aanpassing van de oppervlakte met een factor die de | aanpassing van de oppervlakte met een factor die de |
rendementsverhouding aangeeft van de betrokken landbouwstreken mag | rendementsverhouding aangeeft van de betrokken landbouwstreken mag |
echter niet leiden tot een onderschrijding van de braakverplichting in | echter niet leiden tot een onderschrijding van de braakverplichting in |
hectare; | hectare; |
- de braakverplichting geheel of gedeeltelijk gerealiseerd worden in | - de braakverplichting geheel of gedeeltelijk gerealiseerd worden in |
een andere landbouwstreek op voorwaarde dat de braakverplichting in | een andere landbouwstreek op voorwaarde dat de braakverplichting in |
een bepaalde landbouwstreek kleiner is dan 2 ha en de braak te leggen | een bepaalde landbouwstreek kleiner is dan 2 ha en de braak te leggen |
oppervlakte wordt aangepast met een factor om rekening te houden met | oppervlakte wordt aangepast met een factor om rekening te houden met |
de opbrengstverschillen tussen de betrokken landbouwstreken. De | de opbrengstverschillen tussen de betrokken landbouwstreken. De |
overdracht van de braakverplichting en de aanpassing van de | overdracht van de braakverplichting en de aanpassing van de |
oppervlakte met een factor die de rendementsverhouding aangeeft van de | oppervlakte met een factor die de rendementsverhouding aangeeft van de |
betrokken landbouwstreken mag echter niet leiden tot een | betrokken landbouwstreken mag echter niet leiden tot een |
onderschrijding van de braakverplichting in hectare. | onderschrijding van de braakverplichting in hectare. |
§ 3. Het bedrag van de toegekende areaalbetaling voor de uit productie | § 3. Het bedrag van de toegekende areaalbetaling voor de uit productie |
genomen oppervlakten wordt bepaald door de effectieve ligging van elk | genomen oppervlakten wordt bepaald door de effectieve ligging van elk |
uit productie genomen perceel bouwland. | uit productie genomen perceel bouwland. |
Art. 2.§ 1. De producent die voor meerjarige braak koos kan onder de |
Art. 2.§ 1. De producent die voor meerjarige braak koos kan onder de |
hierna vermelde voorwaarden zijn verbintenis wijzigen : | hierna vermelde voorwaarden zijn verbintenis wijzigen : |
1. Ingeval de producent in zijn steunaanvraag « oppervlakte » | 1. Ingeval de producent in zijn steunaanvraag « oppervlakte » |
uitdrukkelijk op zijn verbintenis terugkomt vóór het verstrijken van | uitdrukkelijk op zijn verbintenis terugkomt vóór het verstrijken van |
de in de verbintenis vastgestelde periode, moet hij een bedrag | de in de verbintenis vastgestelde periode, moet hij een bedrag |
terugbetalen, gelijk aan 5 % van het compensatiebedrag uitgekeerd voor | terugbetalen, gelijk aan 5 % van het compensatiebedrag uitgekeerd voor |
de in het voorafgaande jaar braakgelegde grond, vermenigvuldigd met | de in het voorafgaande jaar braakgelegde grond, vermenigvuldigd met |
het aantal jaren dat hij zijn oorspronkelijke verbintenis niet | het aantal jaren dat hij zijn oorspronkelijke verbintenis niet |
naleeft. | naleeft. |
2. De producent kan evenwel zonder bestraffing afzien van zijn | 2. De producent kan evenwel zonder bestraffing afzien van zijn |
verbintenis : | verbintenis : |
- indien hij beslist de braakgelegde arealen op te nemen in de | - indien hij beslist de braakgelegde arealen op te nemen in de |
regeling die wordt voorzien in het kader van het artikel 31 van de | regeling die wordt voorzien in het kader van het artikel 31 van de |
verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad; | verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad; |
- ingeval van ruilverkaveling uitgevoerd door tussenkomst van de | - ingeval van ruilverkaveling uitgevoerd door tussenkomst van de |
bevoegde overheid, van opzeg van de pacht door de verpachter, van | bevoegde overheid, van opzeg van de pacht door de verpachter, van |
onteigening of ingeval van overmacht. | onteigening of ingeval van overmacht. |
Art. 3.§ 1. De producent is verplicht de braakgelegde gronden te |
Art. 3.§ 1. De producent is verplicht de braakgelegde gronden te |
onderhouden zodat deze uit landbouwkundig oogpunt in goede staat | onderhouden zodat deze uit landbouwkundig oogpunt in goede staat |
blijven. | blijven. |
Enkel spontane bodembedekking of inzaai van gewassen is toegelaten | Enkel spontane bodembedekking of inzaai van gewassen is toegelaten |
evenals de overgang van spontane bedekking naar inzaai. | evenals de overgang van spontane bedekking naar inzaai. |
Inzaai dient plaats te hebben ten laatste op 31 mei terwijl na 15 | Inzaai dient plaats te hebben ten laatste op 31 mei terwijl na 15 |
januari de grond niet langer naakt mag blijven dan strikt noodzakelijk | januari de grond niet langer naakt mag blijven dan strikt noodzakelijk |
voor de werkzaamheden verbonden aan inzaai. | voor de werkzaamheden verbonden aan inzaai. |
Bij het behoud van een spontane bodembedekking tot op het einde van de | Bij het behoud van een spontane bodembedekking tot op het einde van de |
braakverplichting mag evenwel niet meer omgeploegd worden na 15 | braakverplichting mag evenwel niet meer omgeploegd worden na 15 |
januari. | januari. |
Bij meerjarige braak is spontane bodembedekking uitgesloten. De | Bij meerjarige braak is spontane bodembedekking uitgesloten. De |
tijdens het eerste campagne van de verbintenis ingezaaide | tijdens het eerste campagne van de verbintenis ingezaaide |
bodembedekking dient behouden te worden tot op het einde ervan. | bodembedekking dient behouden te worden tot op het einde ervan. |
In geval van inzaai zijn de gewassen, toegelaten op braakgelegde | In geval van inzaai zijn de gewassen, toegelaten op braakgelegde |
gronden met verplichting van maaien vóór de zaadvorming, opgenomen in | gronden met verplichting van maaien vóór de zaadvorming, opgenomen in |
bijlage I van dit besluit, deze zonder verplichting tot maaien in | bijlage I van dit besluit, deze zonder verplichting tot maaien in |
bijlage II. | bijlage II. |
Een vrijstelling van de maaiverplichting vóór de zaadvorming van de | Een vrijstelling van de maaiverplichting vóór de zaadvorming van de |
soorten opgenomen in bijlage I wordt toegekend voor zover voor deze | soorten opgenomen in bijlage I wordt toegekend voor zover voor deze |
soorten een gecertificeerd zaaizaadmengsel van soorten van minstens 2 | soorten een gecertificeerd zaaizaadmengsel van soorten van minstens 2 |
verschillende families, voorkomend in bijlage I en/of bijlage II van | verschillende families, voorkomend in bijlage I en/of bijlage II van |
dit besluit gebruikt werd. Dit mengsel moet tenminste 20 % van elke | dit besluit gebruikt werd. Dit mengsel moet tenminste 20 % van elke |
familie bevatten. In dit geval moeten de producenten met het oog op | familie bevatten. In dit geval moeten de producenten met het oog op |
eventuele controle de aankoopbewijzen en de certificeringsetiketten | eventuele controle de aankoopbewijzen en de certificeringsetiketten |
van dit gezaaide mengsel bijhouden. | van dit gezaaide mengsel bijhouden. |
De bodembedekking moet tijdig vernietigd worden t.t.z. hetzij door te | De bodembedekking moet tijdig vernietigd worden t.t.z. hetzij door te |
maaien, hetzij door fijn te malen hetzij op enige andere geschikte | maaien, hetzij door fijn te malen hetzij op enige andere geschikte |
wijze, en dit om de verspreiding van onkruid te voorkomen zowel in | wijze, en dit om de verspreiding van onkruid te voorkomen zowel in |
geval van spontane groei als in geval van inzaai. | geval van spontane groei als in geval van inzaai. |
In overeenstemming met het Verdrag van Bern, bijlage 2 betreffende de | In overeenstemming met het Verdrag van Bern, bijlage 2 betreffende de |
bescherming van bedreigde soorten of met de richtlijn 79/409/EEG | bescherming van bedreigde soorten of met de richtlijn 79/409/EEG |
betreffende de bescherming van de vogels in het wild, kan een | betreffende de bescherming van de vogels in het wild, kan een |
afwijking op de maaiverplichting voor zaadvorming voor de soorten | afwijking op de maaiverplichting voor zaadvorming voor de soorten |
vermeld in bijlage I toegekend worden op basis van een attest | vermeld in bijlage I toegekend worden op basis van een attest |
opgesteld door de bevoegde gewestelijke autoriteit bij aanwezigheid op | opgesteld door de bevoegde gewestelijke autoriteit bij aanwezigheid op |
de braakgelegde gronden van beschermde soorten. | de braakgelegde gronden van beschermde soorten. |
§ 2. De bodembedekking mag niet bestemd zijn voor zaadwinning en mag | § 2. De bodembedekking mag niet bestemd zijn voor zaadwinning en mag |
in geen geval gebruikt worden voor landbouwdoeleinden vóór het einde | in geen geval gebruikt worden voor landbouwdoeleinden vóór het einde |
van de braakleggingsperiode, noch voor een voor commercialisering | van de braakleggingsperiode, noch voor een voor commercialisering |
bestemde plantaardige productie tot 15 januari volgend op het einde | bestemde plantaardige productie tot 15 januari volgend op het einde |
van de braakleggingsperiode. | van de braakleggingsperiode. |
§ 3. De bodembedekking van welke aard ook dient : | § 3. De bodembedekking van welke aard ook dient : |
- ingeval van maaien, fijnmalen of van iedere andere vorm van | - ingeval van maaien, fijnmalen of van iedere andere vorm van |
vernietiging tijdens de braak, ter plaatse te blijven; | vernietiging tijdens de braak, ter plaatse te blijven; |
- op het einde van de braakperiode tussen 15 en 31 augustus gemaaid, | - op het einde van de braakperiode tussen 15 en 31 augustus gemaaid, |
fijngemalen of vernietigd te worden door toediening van | fijngemalen of vernietigd te worden door toediening van |
fytofarmaceutische producten zoals voorzien in § 4, of op gelijk welke | fytofarmaceutische producten zoals voorzien in § 4, of op gelijk welke |
andere geschikte manier. | andere geschikte manier. |
Het afgemaaide, fijngemalen of op enige andere wijze vernietigd | Het afgemaaide, fijngemalen of op enige andere wijze vernietigd |
product dient ter plaatse te blijven en mag nooit gebruikt worden voor | product dient ter plaatse te blijven en mag nooit gebruikt worden voor |
commercialisering of enig ander doeleinde. Enkel de hergroei na 31 | commercialisering of enig ander doeleinde. Enkel de hergroei na 31 |
augustus van de vegetatie mag eventueel gebruikt worden voor eigen | augustus van de vegetatie mag eventueel gebruikt worden voor eigen |
noodwendigheid van het bedrijf. | noodwendigheid van het bedrijf. |
Een afwijking op de verplichting tot vernietiging van de | Een afwijking op de verplichting tot vernietiging van de |
bodembedekking tussen 15 en 31 augustus bedoeld in § 3, 2e streepje, | bodembedekking tussen 15 en 31 augustus bedoeld in § 3, 2e streepje, |
kan toegekend worden op basis van een attest opgesteld door de | kan toegekend worden op basis van een attest opgesteld door de |
bevoegde gewestelijke autoriteit bij aanwezigheid op de braakgelegde | bevoegde gewestelijke autoriteit bij aanwezigheid op de braakgelegde |
gronden van beschermde soorten vermeld in het Verdrag van Bern, | gronden van beschermde soorten vermeld in het Verdrag van Bern, |
bijlage 2 of in voornoemde richtlijn 79/409/EEG. | bijlage 2 of in voornoemde richtlijn 79/409/EEG. |
§ 4. Alleen de fytofarmaceutische producten die voorkomen in bijlage | § 4. Alleen de fytofarmaceutische producten die voorkomen in bijlage |
III van dit besluit mogen worden gebruikt op de uit productie genomen | III van dit besluit mogen worden gebruikt op de uit productie genomen |
gronden. | gronden. |
Art. 4.Artikel 3 van dit besluit, met uitzondering van het eerste lid |
Art. 4.Artikel 3 van dit besluit, met uitzondering van het eerste lid |
van zijn § 1, is niet van toepassing op braakgelegde gronden gebruikt | van zijn § 1, is niet van toepassing op braakgelegde gronden gebruikt |
in overeenstemming met artikel 7 van het koninklijk besluit van 14 | in overeenstemming met artikel 7 van het koninklijk besluit van 14 |
december 2000. | december 2000. |
Art. 5.§ 1. De producent kan, op één of meerdere braakgelegde |
Art. 5.§ 1. De producent kan, op één of meerdere braakgelegde |
percelen op zijn bedrijf kiezen om een verbintenis voor faunabraak aan | percelen op zijn bedrijf kiezen om een verbintenis voor faunabraak aan |
te gaan met het doel de fauna te beschermen en de ontwikkeling ervan | te gaan met het doel de fauna te beschermen en de ontwikkeling ervan |
te bevorderen, door middel van het sluiten van een overeenkomst met | te bevorderen, door middel van het sluiten van een overeenkomst met |
een jachtrechthouder of met een vertegenwoordiger van een vereniging | een jachtrechthouder of met een vertegenwoordiger van een vereniging |
voor natuurbehoud of met een vertegenwoordiger van een erkende | voor natuurbehoud of met een vertegenwoordiger van een erkende |
wildbeheerséénheid. Deze overeenkomst moet goedgekeurd en geviseerd | wildbeheerséénheid. Deze overeenkomst moet goedgekeurd en geviseerd |
worden door de gewestelijke bevoegde autoriteit en met name de | worden door de gewestelijke bevoegde autoriteit en met name de |
volgende elementen bevatten : | volgende elementen bevatten : |
- namen en adressen van de partijen die de overeenkomst tekenen; | - namen en adressen van de partijen die de overeenkomst tekenen; |
- een inventaris van de betrokken percelen; | - een inventaris van de betrokken percelen; |
- de algemene verbintenissen met betrekking tot de braakgelegde | - de algemene verbintenissen met betrekking tot de braakgelegde |
gronden, onverminderd de afwijkingen voorzien in § 2, evenals de | gronden, onverminderd de afwijkingen voorzien in § 2, evenals de |
specifieke verbintenissen voor de faunabraak vermeld in § 3. | specifieke verbintenissen voor de faunabraak vermeld in § 3. |
Wanneer de producent houder is van het jachtrecht kan de overeenkomst | Wanneer de producent houder is van het jachtrecht kan de overeenkomst |
vervangen worden door een verklaring op eer houdende de verbintenissen | vervangen worden door een verklaring op eer houdende de verbintenissen |
die ook van toepassing zijn voor de overeenkomst. | die ook van toepassing zijn voor de overeenkomst. |
§ 2. Voor de percelen bouwland die onder deze regeling vallen zijn de | § 2. Voor de percelen bouwland die onder deze regeling vallen zijn de |
voorwaarden van artikel 3 van dit besluit van toepassing. Niettemin | voorwaarden van artikel 3 van dit besluit van toepassing. Niettemin |
wordt een afwijking toegestaan voor : | wordt een afwijking toegestaan voor : |
- de verplichting tot maaien voor vruchtvorming van de bodembedekking | - de verplichting tot maaien voor vruchtvorming van de bodembedekking |
van de soorten behorend tot bijlage I van dit besluit onverminderd de | van de soorten behorend tot bijlage I van dit besluit onverminderd de |
bepalingen bedoeld in artikel 3, § 1, eerste en achtste alinea van dit | bepalingen bedoeld in artikel 3, § 1, eerste en achtste alinea van dit |
besluit; | besluit; |
- de verplichting tot maaien van de bodembedekking tussen 15 en 31 | - de verplichting tot maaien van de bodembedekking tussen 15 en 31 |
augustus volgens artikel 3, § 3, van dit besluit. | augustus volgens artikel 3, § 3, van dit besluit. |
§ 3. Om in aanmerking te komen voor de faunabraak zal de producent er | § 3. Om in aanmerking te komen voor de faunabraak zal de producent er |
zich toe verbinden : | zich toe verbinden : |
- voor 31 mei een bodembedekker in te zaaien volgens de bepalingen van | - voor 31 mei een bodembedekker in te zaaien volgens de bepalingen van |
artikel 3, § 1, eerste en 7e alinea, van dit besluit; | artikel 3, § 1, eerste en 7e alinea, van dit besluit; |
- gedurende de gehele periode van de verbintenis het Provinciaal | - gedurende de gehele periode van de verbintenis het Provinciaal |
Bureau, vermeld in artikel 7, §1 van dit besluit, te verwittigen van | Bureau, vermeld in artikel 7, §1 van dit besluit, te verwittigen van |
de datum van de totale vernietiging van de bodembedekking en ten | de datum van de totale vernietiging van de bodembedekking en ten |
minste twee dagen voor de start van de uitvoering van de | minste twee dagen voor de start van de uitvoering van de |
werkzaamheden; | werkzaamheden; |
- de percelen braak te leggen ten minste tot 1 november en ten laatste | - de percelen braak te leggen ten minste tot 1 november en ten laatste |
tot 15 december; | tot 15 december; |
- de bodembedekking vernietigen op het einde van de periode van de | - de bodembedekking vernietigen op het einde van de periode van de |
verbintenis. | verbintenis. |
§ 4. De producent die wenst deel te nemen aan de regeling faunabraak | § 4. De producent die wenst deel te nemen aan de regeling faunabraak |
moet op het zelfde moment van de indiening van de aanvraag voor steun | moet op het zelfde moment van de indiening van de aanvraag voor steun |
vermeld in artikel 7 van dit besluit, een oppervlakteaangifte dienstig | vermeld in artikel 7 van dit besluit, een oppervlakteaangifte dienstig |
voor het bekomen van premies voor braakgelegde gronden onder het | voor het bekomen van premies voor braakgelegde gronden onder het |
stelsel « Faunabraak » indienen door middel van een formulier waarvan | stelsel « Faunabraak » indienen door middel van een formulier waarvan |
het model bepaald is door het Bestuur voor het Landbouwproductiebeheer | het model bepaald is door het Bestuur voor het Landbouwproductiebeheer |
van het ministerie van Middenstand en Landbouw. | van het ministerie van Middenstand en Landbouw. |
Deze oppervlakteaangifte moet vergezeld zijn van een kopij van de | Deze oppervlakteaangifte moet vergezeld zijn van een kopij van de |
overeenkomst of de verklaring van eer zoals vermeld in § 1. In dit | overeenkomst of de verklaring van eer zoals vermeld in § 1. In dit |
laatste geval, zal de producent bij de verklaring van eer een document | laatste geval, zal de producent bij de verklaring van eer een document |
voegen dat bewijst dat hij beschikt over een geldige jachtvergunning | voegen dat bewijst dat hij beschikt over een geldige jachtvergunning |
evenals een document dat aantoont dat hij houder is van het jachtrecht | evenals een document dat aantoont dat hij houder is van het jachtrecht |
op de betrokken percelen. | op de betrokken percelen. |
Art. 6.De areaalbetaling wordt toegekend : |
Art. 6.De areaalbetaling wordt toegekend : |
- wat betreft de oliehoudende zaden : | - wat betreft de oliehoudende zaden : |
a) voor gecertificeerd zaaizaad van de « dubbel nul » kool- en | a) voor gecertificeerd zaaizaad van de « dubbel nul » kool- en |
raapzaadvariëteiten of associaties van deze variëteiten die met de | raapzaadvariëteiten of associaties van deze variëteiten die met de |
vermelding « OO » in de bij richtlijn 70/457/EEG vastgestelde | vermelding « OO » in de bij richtlijn 70/457/EEG vastgestelde |
gemeenschappelijke lijst voor landbouwgewassen zijn gemeld en daarin | gemeenschappelijke lijst voor landbouwgewassen zijn gemeld en daarin |
zijn opgenomen; | zijn opgenomen; |
b) voor kool- en raapzaad dat verkregen is uit gecertificeerd zaaizaad | b) voor kool- en raapzaad dat verkregen is uit gecertificeerd zaaizaad |
van één van de in bijlage II van verordening (EG) nr. 658/96 opgesomde | van één van de in bijlage II van verordening (EG) nr. 658/96 opgesomde |
variëteiten voor de campagne 2000/2001 (oogst 2000); | variëteiten voor de campagne 2000/2001 (oogst 2000); |
c) in toepassing van artikel 4, punt 2, c) van verordening (EG) nr. | c) in toepassing van artikel 4, punt 2, c) van verordening (EG) nr. |
2316/1999, voor koolzaad en raapzaad afkomstig van zaaizaden van | 2316/1999, voor koolzaad en raapzaad afkomstig van zaaizaden van |
teeltmateriaal die voor de inzaai voor inspectie en controle zijn | teeltmateriaal die voor de inzaai voor inspectie en controle zijn |
geregistreerd voor het voortbrengen van een gewas waarvan het zaad | geregistreerd voor het voortbrengen van een gewas waarvan het zaad |
bestemd is om te worden gebruikt als kwekerszaad, pre-basiszaad, | bestemd is om te worden gebruikt als kwekerszaad, pre-basiszaad, |
basiszaad of gecertificeerd zaaizaad, dan wel voor onderzoek of voor | basiszaad of gecertificeerd zaaizaad, dan wel voor onderzoek of voor |
proefdoeleinden om te bepalen of het teeltmateriaal aan de | proefdoeleinden om te bepalen of het teeltmateriaal aan de |
gemeenschappelijke rassencatalogus voor landbouwgewassen als « 00 | gemeenschappelijke rassencatalogus voor landbouwgewassen als « 00 |
»-variëteit kan toegevoegd worden; | »-variëteit kan toegevoegd worden; |
- wat betreft ander vlas dan vezelvlas, indien het lijnzaad wordt | - wat betreft ander vlas dan vezelvlas, indien het lijnzaad wordt |
geteeld uit zaad van vlasrassen die worden beschouwd als andere rassen | geteeld uit zaad van vlasrassen die worden beschouwd als andere rassen |
dan die welke hoofdzakelijk zijn bestemd voor de vezels als bedoeld in | dan die welke hoofdzakelijk zijn bestemd voor de vezels als bedoeld in |
artikel 1 van verordening (EEG) nr. 1308/70 van de Raad en vastgesteld | artikel 1 van verordening (EEG) nr. 1308/70 van de Raad en vastgesteld |
in verordening (EEG) nr. 1164/89 van de Commissie. | in verordening (EEG) nr. 1164/89 van de Commissie. |
Art. 7.§ 1. Om in aanmerking te komen voor de steunregeling voor |
Art. 7.§ 1. Om in aanmerking te komen voor de steunregeling voor |
bepaalde akkerbouwgewassen moet elke producent één steunaanvraag | bepaalde akkerbouwgewassen moet elke producent één steunaanvraag |
indienen waarin alle percelen landbouwgrond van het bedrijf worden | indienen waarin alle percelen landbouwgrond van het bedrijf worden |
vermeld. | vermeld. |
Deze aanvraag moet opgesteld worden bij middel van een formulier | Deze aanvraag moet opgesteld worden bij middel van een formulier |
waarvan het model door de Minister wordt vastgelegd en wordt vergezeld | waarvan het model door de Minister wordt vastgelegd en wordt vergezeld |
van de documenten ter staving zoals voorzien in vermeld formulier. | van de documenten ter staving zoals voorzien in vermeld formulier. |
De aanvraag moet jaarlijks ingediend worden bij het Provinciaal Bureau | De aanvraag moet jaarlijks ingediend worden bij het Provinciaal Bureau |
van het Bestuur voor het Landbouwproductiebeheer van het ministerie | van het Bestuur voor het Landbouwproductiebeheer van het ministerie |
van Middenstand en Landbouw zoals vermeld in bijlage IV van dit | van Middenstand en Landbouw zoals vermeld in bijlage IV van dit |
besluit. | besluit. |
§ 2. Voor de campagne 2000/2001 (oogst 2000) moet de aanvraag : | § 2. Voor de campagne 2000/2001 (oogst 2000) moet de aanvraag : |
a) opgesteld worden bij middel van een formulier dat overeenkomt met | a) opgesteld worden bij middel van een formulier dat overeenkomt met |
dit opgenomen in bijlage V van dit besluit voor wat betreft de | dit opgenomen in bijlage V van dit besluit voor wat betreft de |
indiening op papier of in overeenstemming met de instructies opgenomen | indiening op papier of in overeenstemming met de instructies opgenomen |
in bijlage VI voor wat betreft de indiening van de gegevens onder | in bijlage VI voor wat betreft de indiening van de gegevens onder |
geïnformatiseerde vorm; | geïnformatiseerde vorm; |
b) behoorlijk ingevuld en : | b) behoorlijk ingevuld en : |
- voor wat betreft de indiening op papier, op uiterlijk 2 mei 2000 om | - voor wat betreft de indiening op papier, op uiterlijk 2 mei 2000 om |
17 uur ingediend worden en per aangetekend schrijven opgestuurd worden | 17 uur ingediend worden en per aangetekend schrijven opgestuurd worden |
met de poststempel als kracht van bewijs, of afgegeven worden tegen | met de poststempel als kracht van bewijs, of afgegeven worden tegen |
aflevering van een ontvangstbewijs; | aflevering van een ontvangstbewijs; |
- voor wat betreft de indiening van de gegevens onder | - voor wat betreft de indiening van de gegevens onder |
geïnformatiseerde vorm op uiterlijk 15 mei 2000 ingediend worden. | geïnformatiseerde vorm op uiterlijk 15 mei 2000 ingediend worden. |
§ 3. Elke eventuele wijziging van de benuttiging van percelen moet | § 3. Elke eventuele wijziging van de benuttiging van percelen moet |
uiterlijk op 31 mei schriftelijk gemeld worden bij het in § 1 vermelde | uiterlijk op 31 mei schriftelijk gemeld worden bij het in § 1 vermelde |
Bureau, onverminderd de bepalingen voorzien in artikel 8, § 1, van | Bureau, onverminderd de bepalingen voorzien in artikel 8, § 1, van |
verordening (EEG) nr. 3887/92. | verordening (EEG) nr. 3887/92. |
Toevoegingen van landbouwpercelen en oppervlakten kunnen niet | Toevoegingen van landbouwpercelen en oppervlakten kunnen niet |
aangebracht worden behalve in de gevallen dat de producent, na de | aangebracht worden behalve in de gevallen dat de producent, na de |
einddatum voor indiening van de aanvragen het recht op gebruik van die | einddatum voor indiening van de aanvragen het recht op gebruik van die |
percelen heeft verkregen ten gevolge van : | percelen heeft verkregen ten gevolge van : |
a) een ruilverkaveling uitgevoerd door tussenkomst van de bevoegde | a) een ruilverkaveling uitgevoerd door tussenkomst van de bevoegde |
overheid; | overheid; |
b) een uitbreiding van bedrijf door : | b) een uitbreiding van bedrijf door : |
- overdracht van eigendom van gronden; | - overdracht van eigendom van gronden; |
- overdracht van genot van gronden in toepassing van de artikelen 31, | - overdracht van genot van gronden in toepassing van de artikelen 31, |
34 en 38 van de pachtwet of wanneer een pacht die normaal beëindigd is | 34 en 38 van de pachtwet of wanneer een pacht die normaal beëindigd is |
door het verstrijken van de pachtperiode onmiddellijk gevolgd wordt | door het verstrijken van de pachtperiode onmiddellijk gevolgd wordt |
door het afsluiten van een nieuwe pacht. | door het afsluiten van een nieuwe pacht. |
Deze toevoegingen moeten ook schriftelijk meegedeeld worden ten | Deze toevoegingen moeten ook schriftelijk meegedeeld worden ten |
laatste op 31 mei bij het in § 1 vermelde Provinciaal Bureau. | laatste op 31 mei bij het in § 1 vermelde Provinciaal Bureau. |
Art. 8.Voor de toepassing van dit besluit kan, mits hun toelating, |
Art. 8.Voor de toepassing van dit besluit kan, mits hun toelating, |
rekening gehouden worden met de gegevens geleverd door de producenten, | rekening gehouden worden met de gegevens geleverd door de producenten, |
in overeenstemming met de bepalingen van het koninklijk besluit van 1 | in overeenstemming met de bepalingen van het koninklijk besluit van 1 |
juni 1992 waarbij een jaarlijks land- en tuinbouwtelling per 15 mei | juni 1992 waarbij een jaarlijks land- en tuinbouwtelling per 15 mei |
wordt voorgeschreven. | wordt voorgeschreven. |
Art. 9.§ 1. Onverminderd de bepalingen van titel II, hoofdstuk III, |
Art. 9.§ 1. Onverminderd de bepalingen van titel II, hoofdstuk III, |
sectie 3 van het koninklijk besluit van 17 juli 1991 houdende | sectie 3 van het koninklijk besluit van 17 juli 1991 houdende |
coördinatie van de wetten op de Rijkscompatibiliteit verliest de | coördinatie van de wetten op de Rijkscompatibiliteit verliest de |
producent elk recht op het gebruik van de areaalbetaling indien hij | producent elk recht op het gebruik van de areaalbetaling indien hij |
nalaat gevolg te geven aan de verzoeken om bijkomende inlichtingen of | nalaat gevolg te geven aan de verzoeken om bijkomende inlichtingen of |
bewijsstukken vanwege het Ministerie van Middenstand en Landbouw. | bewijsstukken vanwege het Ministerie van Middenstand en Landbouw. |
§ 2. De percelen die niet beantwoorden aan de verplichtingen bedoeld | § 2. De percelen die niet beantwoorden aan de verplichtingen bedoeld |
in artikel 3, § 2 en 3, van dit besluit worden niet beschouwd als | in artikel 3, § 2 en 3, van dit besluit worden niet beschouwd als |
braakgelegde gronden. | braakgelegde gronden. |
§ 3. Indien de verplichtingen bedoeld in artikel 3, § 1 en 4, en | § 3. Indien de verplichtingen bedoeld in artikel 3, § 1 en 4, en |
artikel 5, § 3, tweede streepje, van dit besluit niet worden nageleefd | artikel 5, § 3, tweede streepje, van dit besluit niet worden nageleefd |
wordt de areaalbetaling verminderd met een bedrag gelijk aan het | wordt de areaalbetaling verminderd met een bedrag gelijk aan het |
resultaat van de oppervlakte van de percelen in overtreding | resultaat van de oppervlakte van de percelen in overtreding |
vermenigvuldigd met het van toepassing zijnde areaalbetaling per | vermenigvuldigd met het van toepassing zijnde areaalbetaling per |
hectare vermenigvuldigd met een percentage. | hectare vermenigvuldigd met een percentage. |
Het in het vorige lid bedoelde percentage is vastgesteld op : | Het in het vorige lid bedoelde percentage is vastgesteld op : |
- 20 % ingeval van inzaai van een bodembedekking welke andere gewassen | - 20 % ingeval van inzaai van een bodembedekking welke andere gewassen |
bevat dan deze bedoeld in bijlage I en II van dit besluit; | bevat dan deze bedoeld in bijlage I en II van dit besluit; |
- 30 % ingeval van niet vernietiging van de bodembedekking bestaande | - 30 % ingeval van niet vernietiging van de bodembedekking bestaande |
uit gewassen bedoeld in bijlage I van dit besluit, waarbij geen | uit gewassen bedoeld in bijlage I van dit besluit, waarbij geen |
gebruik gemaakt werd van een gecertificeerd zaaizaadmengsel van | gebruik gemaakt werd van een gecertificeerd zaaizaadmengsel van |
minstens twee verschillende families en bestaande uit minstens 20 % | minstens twee verschillende families en bestaande uit minstens 20 % |
van ieder van hen; de vernietiging van de bodembedekking kan ofwel | van ieder van hen; de vernietiging van de bodembedekking kan ofwel |
gebeuren door te maaien, door fijn te malen of op iedere andere | gebeuren door te maaien, door fijn te malen of op iedere andere |
geschikte wijze; | geschikte wijze; |
- 30 % ingeval van aanwezigheid van onkruiden in het stadium van | - 30 % ingeval van aanwezigheid van onkruiden in het stadium van |
vruchtzetting zowel bij spontane bodembedekking als bij inzaai; | vruchtzetting zowel bij spontane bodembedekking als bij inzaai; |
- 50 % ingeval van het gebruik van andere fytofarmaceutische producten | - 50 % ingeval van het gebruik van andere fytofarmaceutische producten |
dan deze vermeld in bijlage III van dit besluit; | dan deze vermeld in bijlage III van dit besluit; |
- 50 % ingeval van afwezigheid van een bodembedekking; | - 50 % ingeval van afwezigheid van een bodembedekking; |
- 100 % bij niet verwittiging van het Provinciaal Bureau van de | - 100 % bij niet verwittiging van het Provinciaal Bureau van de |
voorziene datum van iedere vernietiging van de bodembedekking | voorziene datum van iedere vernietiging van de bodembedekking |
ingeplant voor een faunabraak en dit ten minste twee dagen voor de | ingeplant voor een faunabraak en dit ten minste twee dagen voor de |
datum van de start van de uitvoering van deze werkzaamheden. | datum van de start van de uitvoering van deze werkzaamheden. |
§ 4. De steun vermeerderd met de intrest berekend aan de wettelijke | § 4. De steun vermeerderd met de intrest berekend aan de wettelijke |
koers wordt teruggevorderd vanaf de betalingsdatum. | koers wordt teruggevorderd vanaf de betalingsdatum. |
Art. 10.Het ministerieel besluit van 4 november 1997 houdende de |
Art. 10.Het ministerieel besluit van 4 november 1997 houdende de |
toepassingsbepalingen van het koninklijk besluit van 30 oktober 1997 | toepassingsbepalingen van het koninklijk besluit van 30 oktober 1997 |
tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde | tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde |
akkerbouwgewassen wordt ingetrokken. | akkerbouwgewassen wordt ingetrokken. |
Art. 11.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van het |
Art. 11.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van het |
verkoopseizoen 2000/2001 (oogst 2000). | verkoopseizoen 2000/2001 (oogst 2000). |
Brussel, 15 december 2000. | Brussel, 15 december 2000. |
J. GABRIELS | J. GABRIELS |
Bijlagen | Bijlagen |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 15 december 2000. | Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 15 december 2000. |
De Minister van Landbouw en Middenstand, | De Minister van Landbouw en Middenstand, |
J. GABRIELS | J. GABRIELS |