Ministerieel besluit tot vaststelling van de verzamelaanvraag en de nadere regels voor de gemeenschappelijke identificatie van percelen, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid | Ministerieel besluit tot vaststelling van de verzamelaanvraag en de nadere regels voor de gemeenschappelijke identificatie van percelen, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid |
---|---|
VLAAMSE OVERHEID | VLAAMSE OVERHEID |
Landbouw en Visserij | Landbouw en Visserij |
11 MEI 2023. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de | 11 MEI 2023. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de |
verzamelaanvraag en de nadere regels voor de gemeenschappelijke | verzamelaanvraag en de nadere regels voor de gemeenschappelijke |
identificatie van percelen, exploitaties en landbouwgrond in het kader | identificatie van percelen, exploitaties en landbouwgrond in het kader |
van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid | van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid |
Rechtsgronden | Rechtsgronden |
Dit besluit is gebaseerd op: | Dit besluit is gebaseerd op: |
- het decreet van 22 december 2006 houdende inrichting van een | - het decreet van 22 december 2006 houdende inrichting van een |
gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, exploitaties en | gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, exploitaties en |
landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het | landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het |
landbouwbeleid, artikel 3, § 3; | landbouwbeleid, artikel 3, § 3; |
- het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en | - het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en |
visserijbeleid, artikel 4, 1°, vervangen bij het decreet van 26 april | visserijbeleid, artikel 4, 1°, vervangen bij het decreet van 26 april |
2019; | 2019; |
- het besluit van de Vlaamse Regering van 9 februari 2007 houdende | - het besluit van de Vlaamse Regering van 9 februari 2007 houdende |
bepalingen tot inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van | bepalingen tot inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van |
landbouwers, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het | landbouwers, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het |
meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid, artikel 4, gewijzigd bij | meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid, artikel 4, gewijzigd bij |
het besluit van de Vlaamse Regering van 14 september 2018; | het besluit van de Vlaamse Regering van 14 september 2018; |
- het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2023 tot | - het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2023 tot |
vaststelling van de voorschriften voor de rechtstreekse betalingen aan | vaststelling van de voorschriften voor de rechtstreekse betalingen aan |
landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, | landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, |
artikel 8, 11, 12, § 2 en § 3, artikel 21, 73 en 75, tweede lid. | artikel 8, 11, 12, § 2 en § 3, artikel 21, 73 en 75, tweede lid. |
Vormvereisten | Vormvereisten |
De volgende vormvereisten zijn vervuld: | De volgende vormvereisten zijn vervuld: |
- De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 4 april 2023. | - De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 4 april 2023. |
- Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari | - Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari |
1973, artikel 3, § 1; Gelet op de dringende noodzakelijkheid; | 1973, artikel 3, § 1; Gelet op de dringende noodzakelijkheid; |
Overwegende dat conform de verordening (EU) 2021/2115 van het Europees | Overwegende dat conform de verordening (EU) 2021/2115 van het Europees |
Parlement en de Raad van 2 december 2021 tot vaststelling van | Parlement en de Raad van 2 december 2021 tot vaststelling van |
voorschriften inzake steun voor de strategische plannen die de | voorschriften inzake steun voor de strategische plannen die de |
lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid | lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid |
opstellen en die uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het | opstellen en die uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het |
Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) worden | Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) worden |
gefinancierd, en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1305/2013 | gefinancierd, en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1305/2013 |
en (EU) nr. 1307/2013, het strategisch GLB-plan de periode van 1 | en (EU) nr. 1307/2013, het strategisch GLB-plan de periode van 1 |
januari 2023 tot en met 31 december 2027 bestrijkt. Overwegende dat | januari 2023 tot en met 31 december 2027 bestrijkt. Overwegende dat |
conform de verordening (EU) 2021/2116 van het Europees Parlement en de | conform de verordening (EU) 2021/2116 van het Europees Parlement en de |
Raad van 2 december 2021 inzake de financiering, het beheer en de | Raad van 2 december 2021 inzake de financiering, het beheer en de |
monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking | monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking |
van Verordening (EU) nr. 1306/2013 elke lidstaat een geïntegreerd | van Verordening (EU) nr. 1306/2013 elke lidstaat een geïntegreerd |
beheers- en controlesysteem dient op te zetten dat een geospatiaal en | beheers- en controlesysteem dient op te zetten dat een geospatiaal en |
diergebonden aanvraagsysteem omvat, de verzamelaanvraag. Overwegende | diergebonden aanvraagsysteem omvat, de verzamelaanvraag. Overwegende |
dat de tijdige indiening van de verzamelaanvraag een belangrijke basis | dat de tijdige indiening van de verzamelaanvraag een belangrijke basis |
vormt voor de steunaanvragen in het kader van het Gemeenschappelijk | vormt voor de steunaanvragen in het kader van het Gemeenschappelijk |
Landbouwbeleid en een essentieel onderdeel uitmaakt van de | Landbouwbeleid en een essentieel onderdeel uitmaakt van de |
mestwetgeving. Overwegende dat conform artikel 11 van huidig besluit | mestwetgeving. Overwegende dat conform artikel 11 van huidig besluit |
30 april geldt als uiterste indieningsdatum van de verzamelaanvraag. | 30 april geldt als uiterste indieningsdatum van de verzamelaanvraag. |
Overwegende dat het besluit met de nieuwe regelgeving er tijdig moet | Overwegende dat het besluit met de nieuwe regelgeving er tijdig moet |
zijn om de indiening van de verzamelaanvraag mogelijk te maken. | zijn om de indiening van de verzamelaanvraag mogelijk te maken. |
Overwegende dat het aanvragen van het advies van de Raad van State het | Overwegende dat het aanvragen van het advies van de Raad van State het |
onmogelijk zou maken deze timing te halen, wordt gebruik gemaakt van | onmogelijk zou maken deze timing te halen, wordt gebruik gemaakt van |
de mogelijkheid van vrijstelling van het aanvragen van het advies van | de mogelijkheid van vrijstelling van het aanvragen van het advies van |
de Raad van State wegens dringende noodzakelijkheid. | de Raad van State wegens dringende noodzakelijkheid. |
Motivering | Motivering |
Dit besluit is gebaseerd op het volgende motief/de volgende motieven: | Dit besluit is gebaseerd op het volgende motief/de volgende motieven: |
- het GLB Strategisch Plan 2023-2027 werd goedgekeurd door de Vlaamse | - het GLB Strategisch Plan 2023-2027 werd goedgekeurd door de Vlaamse |
Regering op 17 maart 2023 en door de Europese Commissie op 5 december | Regering op 17 maart 2023 en door de Europese Commissie op 5 december |
2022. | 2022. |
Juridisch kader | Juridisch kader |
Dit besluit sluit aan bij de volgende regelgeving: | Dit besluit sluit aan bij de volgende regelgeving: |
- het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014 tot | - het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014 tot |
vaststelling van de voorschriften voor de rechtstreekse betalingen aan | vaststelling van de voorschriften voor de rechtstreekse betalingen aan |
landbouwers in het kader van de steunregelingen van het | landbouwers in het kader van de steunregelingen van het |
gemeenschappelijk landbouwbeleid. | gemeenschappelijk landbouwbeleid. |
DE VLAAMSE MINISTER VAN JUSTITIE EN HANDHAVING, OMGEVING, ENERGIE EN | DE VLAAMSE MINISTER VAN JUSTITIE EN HANDHAVING, OMGEVING, ENERGIE EN |
TOERISME EN DE VLAAMSE MINISTER VAN ECONOMIE, INNOVATIE, WERK, SOCIALE | TOERISME EN DE VLAAMSE MINISTER VAN ECONOMIE, INNOVATIE, WERK, SOCIALE |
ECONOMIE EN LANDBOUW BESLUITEN: | ECONOMIE EN LANDBOUW BESLUITEN: |
HOOFDSTUK 1. - Definities | HOOFDSTUK 1. - Definities |
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: |
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: |
1° besluit van 21 april 2023: het besluit van de Vlaamse Regering van | 1° besluit van 21 april 2023: het besluit van de Vlaamse Regering van |
21 april 2023 tot vaststelling van de voorschriften voor de | 21 april 2023 tot vaststelling van de voorschriften voor de |
rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van het | rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van het |
gemeenschappelijk landbouwbeleid; | gemeenschappelijk landbouwbeleid; |
2° bevoegde entiteit: de bevoegde entiteit, vermeld in artikel 1, 6°, | 2° bevoegde entiteit: de bevoegde entiteit, vermeld in artikel 1, 6°, |
van het besluit van21 april 2023; | van het besluit van21 april 2023; |
3° bevoegde instantie: de bevoegde entiteit of de Vlaamse | 3° bevoegde instantie: de bevoegde entiteit of de Vlaamse |
Landmaatschappij, het Agentschap voor Natuur en Bos en de afdeling | Landmaatschappij, het Agentschap voor Natuur en Bos en de afdeling |
Dierenwelzijn van het Departement Omgeving, vermeld in artikel 29, § | Dierenwelzijn van het Departement Omgeving, vermeld in artikel 29, § |
1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met | 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met |
betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie; | betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie; |
4° e-loket: het e-loket, vermeld in artikel 2, 22°, van het besluit | 4° e-loket: het e-loket, vermeld in artikel 2, 22°, van het besluit |
van 21 april 2023; | van 21 april 2023; |
5° landbouwer: een landbouwer als vermeld in artikel 3, 1), van | 5° landbouwer: een landbouwer als vermeld in artikel 3, 1), van |
verordening (EU) 2021/2115; | verordening (EU) 2021/2115; |
6° landbouwperceel: een landbouwperceel als vermeld in artikel 1, 34°, | 6° landbouwperceel: een landbouwperceel als vermeld in artikel 1, 34°, |
van het besluit van 21 april 2023; | van het besluit van 21 april 2023; |
7° LPIS: het landbouwpercelenidentificatiesysteem, vermeld in artikel | 7° LPIS: het landbouwpercelenidentificatiesysteem, vermeld in artikel |
66, lid 1, a), van verordening (EU) 2021/2116 van het Europees | 66, lid 1, a), van verordening (EU) 2021/2116 van het Europees |
Parlement en de Raad van 2 december 2021 inzake de financiering, het | Parlement en de Raad van 2 december 2021 inzake de financiering, het |
beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en | beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en |
tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1306/2013; | tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1306/2013; |
8° nateelt: een nateelt als vermeld in artikel 1, 40°, van het besluit | 8° nateelt: een nateelt als vermeld in artikel 1, 40°, van het besluit |
van 21 april 2023; | van 21 april 2023; |
9° verzamelaanvraag: het aanvraagsysteem dat het geospatiale en | 9° verzamelaanvraag: het aanvraagsysteem dat het geospatiale en |
diergebonden aanvraagsysteem, vermeld in artikel 65, lid 4, a), van | diergebonden aanvraagsysteem, vermeld in artikel 65, lid 4, a), van |
verordening (EU) 2021/2116, omvat; | verordening (EU) 2021/2116, omvat; |
10° voorteelt: de teelt die in het betreffende jaar wordt geoogst of | 10° voorteelt: de teelt die in het betreffende jaar wordt geoogst of |
ingewerkt voor de hoofdteelt van dat jaar wordt ingezaaid. | ingewerkt voor de hoofdteelt van dat jaar wordt ingezaaid. |
HOOFDSTUK 2. - Algemene bepalingen over de aangiften en aanvragen via | HOOFDSTUK 2. - Algemene bepalingen over de aangiften en aanvragen via |
de verzamelaanvraag | de verzamelaanvraag |
Art. 2.Een landbouwer die een handeling als vermeld in artikel 4, § |
Art. 2.Een landbouwer die een handeling als vermeld in artikel 4, § |
1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 februari 2007 | 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 februari 2007 |
houdende bepalingen tot inrichting van een gemeenschappelijke | houdende bepalingen tot inrichting van een gemeenschappelijke |
identificatie van landbouwers, exploitaties en landbouwgrond in het | identificatie van landbouwers, exploitaties en landbouwgrond in het |
kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid, wil | kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid, wil |
stellen, vult daarvoor jaarlijks het elektronische formulier van de | stellen, vult daarvoor jaarlijks het elektronische formulier van de |
verzamelaanvraag naar behoren in met alle informatie die daarvoor | verzamelaanvraag naar behoren in met alle informatie die daarvoor |
vereist is, en dient de verzamelaanvraag in via het e-loket. Hij | vereist is, en dient de verzamelaanvraag in via het e-loket. Hij |
ondertekent de verzamelaanvraag op de wijze, vermeld in artikel 78 van | ondertekent de verzamelaanvraag op de wijze, vermeld in artikel 78 van |
het besluit van21 april 2023. De landbouwers kunnen voor de voormelde | het besluit van21 april 2023. De landbouwers kunnen voor de voormelde |
elektronische aangifte mandaat geven aan derden of een beroep doen op | elektronische aangifte mandaat geven aan derden of een beroep doen op |
de infrastructuur die de bevoegde entiteit ter beschikking stelt. | de infrastructuur die de bevoegde entiteit ter beschikking stelt. |
De bevoegde entiteit kan aan de landbouwer, ter voorbereiding van zijn | De bevoegde entiteit kan aan de landbouwer, ter voorbereiding van zijn |
jaarlijkse aangifte, een voorbereidingsblad bezorgen dat | jaarlijkse aangifte, een voorbereidingsblad bezorgen dat |
gepersonaliseerd is op basis van de gegevens waarover de bevoegde | gepersonaliseerd is op basis van de gegevens waarover de bevoegde |
entiteit beschikt. | entiteit beschikt. |
De personen die niet beschikken over een e-ID of die niet de | De personen die niet beschikken over een e-ID of die niet de |
mogelijkheid hebben om te beschikken over een andere aanmeldings- en | mogelijkheid hebben om te beschikken over een andere aanmeldings- en |
authenticatiemogelijkheid die ondersteund wordt door Fedict, mogen in | authenticatiemogelijkheid die ondersteund wordt door Fedict, mogen in |
afwijking van het eerste lid de aanvraag indienen met het formulier | afwijking van het eerste lid de aanvraag indienen met het formulier |
dat de bevoegde entiteit ter beschikking stelt. Dat formulier wordt | dat de bevoegde entiteit ter beschikking stelt. Dat formulier wordt |
volledig ingevuld en ondertekend ingediend bij de bevoegde entiteit. | volledig ingevuld en ondertekend ingediend bij de bevoegde entiteit. |
Art. 3.De landbouwer voegt bij de verzamelaanvraag de bewijsstukken |
Art. 3.De landbouwer voegt bij de verzamelaanvraag de bewijsstukken |
die aantonen dat aan de voorwaarden voldaan is voor de aanvragen, | die aantonen dat aan de voorwaarden voldaan is voor de aanvragen, |
aangiftes en meldingen, vermeld in artikel 4, § 1, van het besluit van | aangiftes en meldingen, vermeld in artikel 4, § 1, van het besluit van |
de Vlaamse Regering van 9 februari 2007 houdende bepalingen tot | de Vlaamse Regering van 9 februari 2007 houdende bepalingen tot |
inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, | inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, |
exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid | exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid |
en van het landbouwbeleid. | en van het landbouwbeleid. |
De bevoegde instantie bepaalt welke stukken bewijsstukken zijn als | De bevoegde instantie bepaalt welke stukken bewijsstukken zijn als |
vermeld in het eerste lid. | vermeld in het eerste lid. |
Die bewijsstukken, vermeld in het eerste lid, worden ingediend via het | Die bewijsstukken, vermeld in het eerste lid, worden ingediend via het |
e-loket of opgestuurd binnen de termijn die de bevoegde instantie | e-loket of opgestuurd binnen de termijn die de bevoegde instantie |
bepaalt. | bepaalt. |
De bevoegde instantie beoordeelt de bewijsstukken die de landbouwer | De bevoegde instantie beoordeelt de bewijsstukken die de landbouwer |
heeft bezorgd, uiterlijk op de uiterste termijn die daarvoor bepaald | heeft bezorgd, uiterlijk op de uiterste termijn die daarvoor bepaald |
is. De bevoegde instantie kan op elk moment aanvullende informatie | is. De bevoegde instantie kan op elk moment aanvullende informatie |
opvragen als de stukken die de landbouwer meestuurt, niet voldoende | opvragen als de stukken die de landbouwer meestuurt, niet voldoende |
zijn om het bewijs, vermeld in het eerste lid, te leveren. | zijn om het bewijs, vermeld in het eerste lid, te leveren. |
Als de landbouwer nalaat de nodige bewijsstukken te bezorgen, of als | Als de landbouwer nalaat de nodige bewijsstukken te bezorgen, of als |
hij, bij een verzoek van de bevoegde instantie conform het vierde lid, | hij, bij een verzoek van de bevoegde instantie conform het vierde lid, |
nalaat aanvullende informatie of bewijsstukken te bezorgen die | nalaat aanvullende informatie of bewijsstukken te bezorgen die |
aantonen dat aan alle voorwaarden, vermeld in het eerste lid, is | aantonen dat aan alle voorwaarden, vermeld in het eerste lid, is |
voldaan, binnen de termijn die de bevoegde instantie bepaalt, kan de | voldaan, binnen de termijn die de bevoegde instantie bepaalt, kan de |
steunaanvraag volledig of gedeeltelijk als niet steunwaardig beschouwd | steunaanvraag volledig of gedeeltelijk als niet steunwaardig beschouwd |
worden door de bevoegde instantie. | worden door de bevoegde instantie. |
Art. 4.Het tijdstip van verzending en ontvangst van het formulier van |
Art. 4.Het tijdstip van verzending en ontvangst van het formulier van |
de verzamelaanvraag dat ingediend wordt via het e-loket, wordt bepaald | de verzamelaanvraag dat ingediend wordt via het e-loket, wordt bepaald |
conform artikel II.23 van het Bestuursdecreet van 7 december 2018. | conform artikel II.23 van het Bestuursdecreet van 7 december 2018. |
Als een papieren aangifte toegelaten is en met de post verstuurd is, | Als een papieren aangifte toegelaten is en met de post verstuurd is, |
geldt de postdatum als indieningsdatum. Als de papieren aangifte | geldt de postdatum als indieningsdatum. Als de papieren aangifte |
afgegeven is bij de bevoegde entiteit, geldt de ontvangstdatum als | afgegeven is bij de bevoegde entiteit, geldt de ontvangstdatum als |
indieningsdatum. | indieningsdatum. |
HOOFDSTUK 3. - Specifieke aangiftebepalingen voor de verzamelaanvraag | HOOFDSTUK 3. - Specifieke aangiftebepalingen voor de verzamelaanvraag |
Afdeling 1. - Aangifte van landbouwpercelen | Afdeling 1. - Aangifte van landbouwpercelen |
Art. 5.Het referentieperceel, vermeld in artikel 2, lid 2, van |
Art. 5.Het referentieperceel, vermeld in artikel 2, lid 2, van |
gedelegeerde verordening (EU) 2022/1172 van de Commissie van 4 mei | gedelegeerde verordening (EU) 2022/1172 van de Commissie van 4 mei |
2022 tot aanvulling van Verordening (EU) 2021/2116 van het Europees | 2022 tot aanvulling van Verordening (EU) 2021/2116 van het Europees |
Parlement en de Raad wat betreft het geïntegreerd beheers- en | Parlement en de Raad wat betreft het geïntegreerd beheers- en |
controlesysteem van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en de | controlesysteem van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en de |
toepassing en berekening van administratieve | toepassing en berekening van administratieve |
conditionaliteitssancties, wordt met een referentienummer uniek | conditionaliteitssancties, wordt met een referentienummer uniek |
gedefinieerd in het GBCS op basis van de geconsolideerde grafische | gedefinieerd in het GBCS op basis van de geconsolideerde grafische |
intekening van het landbouwperceel met als basis het jaar 2004. | intekening van het landbouwperceel met als basis het jaar 2004. |
In het eerste lid wordt verstaan onder GBCS: het geïntegreerd beheers- | In het eerste lid wordt verstaan onder GBCS: het geïntegreerd beheers- |
en controlesysteem als vermeld in titel IV, hoofdstuk II, van | en controlesysteem als vermeld in titel IV, hoofdstuk II, van |
verordening (EU) nr. 2021/2116. | verordening (EU) nr. 2021/2116. |
Aan elk referentieperceel is een referentieoppervlakte gekoppeld die | Aan elk referentieperceel is een referentieoppervlakte gekoppeld die |
de maximale oppervlakte is die aan het referentieperceel toegekend kan | de maximale oppervlakte is die aan het referentieperceel toegekend kan |
worden. De referentieoppervlakte wordt gelijkgesteld aan de grafische | worden. De referentieoppervlakte wordt gelijkgesteld aan de grafische |
oppervlakte van het landbouwperceel in het LPIS, afgerond op 0,01 | oppervlakte van het landbouwperceel in het LPIS, afgerond op 0,01 |
hectare. | hectare. |
Art. 6.De intekening van een landbouwperceel in het LPIS bepaalt de |
Art. 6.De intekening van een landbouwperceel in het LPIS bepaalt de |
grafische oppervlakte van dat landbouwperceel. | grafische oppervlakte van dat landbouwperceel. |
De grafische oppervlakte, vermeld in het eerste lid, wordt beschouwd | De grafische oppervlakte, vermeld in het eerste lid, wordt beschouwd |
als de aangegeven oppervlakte, behalve als de landbouwer een | als de aangegeven oppervlakte, behalve als de landbouwer een |
alfanumerieke aanpassing doet van de aangegeven oppervlakte. De | alfanumerieke aanpassing doet van de aangegeven oppervlakte. De |
voormelde alfanumerieke aanpassing van de aangegeven oppervlakte is | voormelde alfanumerieke aanpassing van de aangegeven oppervlakte is |
mogelijk als op basis van orthofoto's niet vast te stellen is wat de | mogelijk als op basis van orthofoto's niet vast te stellen is wat de |
beteelbare oppervlakte is, waardoor die oppervlakte niet apart | beteelbare oppervlakte is, waardoor die oppervlakte niet apart |
ingetekend kan worden. In dat geval is de aangegeven oppervlakte | ingetekend kan worden. In dat geval is de aangegeven oppervlakte |
gelijk aan de volledig beteelbare oppervlakte, met inbegrip van de | gelijk aan de volledig beteelbare oppervlakte, met inbegrip van de |
onverharde oppervlakte die noodzakelijk is voor de reguliere | onverharde oppervlakte die noodzakelijk is voor de reguliere |
teeltwerkzaamheden. | teeltwerkzaamheden. |
Als de aangegeven oppervlakte niet alfanumeriek aanpasbaar is als | Als de aangegeven oppervlakte niet alfanumeriek aanpasbaar is als |
vermeld in het tweede lid, kan die alleen gewijzigd worden door een | vermeld in het tweede lid, kan die alleen gewijzigd worden door een |
wijziging van de grafische intekening. | wijziging van de grafische intekening. |
Als niet-subsidiabele elementen, afzonderlijk of samen, binnen een | Als niet-subsidiabele elementen, afzonderlijk of samen, binnen een |
landbouwperceel meer dan 0,01 hectare innemen, mogen die elementen | landbouwperceel meer dan 0,01 hectare innemen, mogen die elementen |
geen deel uitmaken van het referentieperceel. | geen deel uitmaken van het referentieperceel. |
Art. 7.In dit artikel wordt verstaan onder landbouwareaal: het |
Art. 7.In dit artikel wordt verstaan onder landbouwareaal: het |
landbouwareaal, vermeld in artikel 1, 32°, van het besluit van21 april | landbouwareaal, vermeld in artikel 1, 32°, van het besluit van21 april |
2023. | 2023. |
Een landbouwer geeft elk landbouwperceel van zijn landbouwareaal aan | Een landbouwer geeft elk landbouwperceel van zijn landbouwareaal aan |
in zijn verzamelaanvraag als het een minimumoppervlakte van 0,01 | in zijn verzamelaanvraag als het een minimumoppervlakte van 0,01 |
hectare heeft. | hectare heeft. |
De volgende elementen die niet behoren tot het landbouwareaal, worden | De volgende elementen die niet behoren tot het landbouwareaal, worden |
ook aangegeven in de verzamelaanvraag: | ook aangegeven in de verzamelaanvraag: |
1° stal; | 1° stal; |
2° loods; | 2° loods; |
3° woonhuis; | 3° woonhuis; |
4° gebouw in het kader van verbreding; | 4° gebouw in het kader van verbreding; |
5° ander gebouw; | 5° ander gebouw; |
6° biologische niet-landbouwgrond; | 6° biologische niet-landbouwgrond; |
7° niet-landbouwareaal dat begraasd wordt; | 7° niet-landbouwareaal dat begraasd wordt; |
8° heide als dat areaal begraasd wordt. | 8° heide als dat areaal begraasd wordt. |
In het derde lid wordt verstaan onder: | In het derde lid wordt verstaan onder: |
1° ander gebouw: gebouwen die geen element als vermeld in punt 3°, 5°, | 1° ander gebouw: gebouwen die geen element als vermeld in punt 3°, 5°, |
6° of 7°, zijn; | 6° of 7°, zijn; |
2° biologische niet-landbouwgrond: de grond die voor de biologische | 2° biologische niet-landbouwgrond: de grond die voor de biologische |
productie aangemeld is en die geen landbouwareaal is; | productie aangemeld is en die geen landbouwareaal is; |
3° gebouw in het kader van verbreding: een bedrijfsgebouw dat dienst | 3° gebouw in het kader van verbreding: een bedrijfsgebouw dat dienst |
doet voor activiteiten met betrekking tot landbouwverbreding; | doet voor activiteiten met betrekking tot landbouwverbreding; |
4° heide: de gronden met dwergstruikenformatie, gedomineerd door | 4° heide: de gronden met dwergstruikenformatie, gedomineerd door |
struikheide of dopheide, zonder bomen en struiken of met weinig bomen | struikheide of dopheide, zonder bomen en struiken of met weinig bomen |
en struiken en met een doorgaans goed ontwikkelde moslaag; | en struiken en met een doorgaans goed ontwikkelde moslaag; |
5° loods: een bedrijfsgebouw voor de opslag van materiaal of oogst of | 5° loods: een bedrijfsgebouw voor de opslag van materiaal of oogst of |
voor de sortering van de oogst; | voor de sortering van de oogst; |
6° stal: een bedrijfsgebouw voor het houden van dieren; | 6° stal: een bedrijfsgebouw voor het houden van dieren; |
7° woonhuis: een gebouw voor bewoning. | 7° woonhuis: een gebouw voor bewoning. |
De landbouwer gebruikt voor de aangifte de codes die de bevoegde | De landbouwer gebruikt voor de aangifte de codes die de bevoegde |
entiteit ter beschikking stelt. | entiteit ter beschikking stelt. |
Art. 8.De landbouwer geeft in de verzamelaanvraag voor elk |
Art. 8.De landbouwer geeft in de verzamelaanvraag voor elk |
landbouwperceel als vermeld in artikel 7, tweede lid, de hoofdteelt | landbouwperceel als vermeld in artikel 7, tweede lid, de hoofdteelt |
aan en, in voorkomend geval, de voor- of nateelt. Voor de voormelde | aan en, in voorkomend geval, de voor- of nateelt. Voor de voormelde |
aangifte gebruikt de landbouwer de teeltcodes die de bevoegde entiteit | aangifte gebruikt de landbouwer de teeltcodes die de bevoegde entiteit |
ter beschikking stelt. | ter beschikking stelt. |
Als de teelt die overwegend op het landbouwperceel aanwezig is, niet | Als de teelt die overwegend op het landbouwperceel aanwezig is, niet |
overeenstemt met de primaire gebruiksdoelstelling van het | overeenstemt met de primaire gebruiksdoelstelling van het |
landbouwperceel, wordt in afwijking van artikel 1, 25°, van het | landbouwperceel, wordt in afwijking van artikel 1, 25°, van het |
besluit van 21 april 2023de teelt die overeenkomt met de primaire | besluit van 21 april 2023de teelt die overeenkomt met de primaire |
gebruiksdoelstelling, als hoofdteelt aangegeven in de | gebruiksdoelstelling, als hoofdteelt aangegeven in de |
verzamelaanvraag. | verzamelaanvraag. |
De landbouwer geeft onderzaai aan als nateelt. | De landbouwer geeft onderzaai aan als nateelt. |
In het derde lid wordt verstaan onder onderzaai: de inzaai van een | In het derde lid wordt verstaan onder onderzaai: de inzaai van een |
gewas in dezelfde periode als de inzaai of aanplant van de hoofdteelt, | gewas in dezelfde periode als de inzaai of aanplant van de hoofdteelt, |
waarbij de onderzaai niet het primaire teeltdoel is van het perceel en | waarbij de onderzaai niet het primaire teeltdoel is van het perceel en |
pas na de oogst van de hoofdteelt ten volle tot ontwikkeling komt. | pas na de oogst van de hoofdteelt ten volle tot ontwikkeling komt. |
Art. 9.§ 1. De landbouwer beschikt over het genotrecht, vermeld in |
Art. 9.§ 1. De landbouwer beschikt over het genotrecht, vermeld in |
artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 februari 2007 | artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 februari 2007 |
houdende bepalingen tot inrichting van een gemeenschappelijke | houdende bepalingen tot inrichting van een gemeenschappelijke |
identificatie van landbouwers, exploitaties en landbouwgrond in het | identificatie van landbouwers, exploitaties en landbouwgrond in het |
kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid, voor de | kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid, voor de |
landbouwpercelen die hij aangeeft in de verzamelaanvraag. | landbouwpercelen die hij aangeeft in de verzamelaanvraag. |
Als de bevoegde instantie verzoekt om aan te tonen dat de vereiste, | Als de bevoegde instantie verzoekt om aan te tonen dat de vereiste, |
vermeld in het eerst lid, is vervuld, legt de landbouwer een geldige | vermeld in het eerst lid, is vervuld, legt de landbouwer een geldige |
rechtstitel voor als vermeld in artikel 5 van het besluit van de | rechtstitel voor als vermeld in artikel 5 van het besluit van de |
Vlaamse Regering van 9 februari 2007 houdende bepalingen tot | Vlaamse Regering van 9 februari 2007 houdende bepalingen tot |
inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, | inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, |
exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid | exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid |
en van het landbouwbeleid. | en van het landbouwbeleid. |
§ 2. De landbouwer heeft de landbouwpercelen die hij aangeeft in de | § 2. De landbouwer heeft de landbouwpercelen die hij aangeeft in de |
verzamelaanvraag, in eigen gebruik gedurende de periode die | verzamelaanvraag, in eigen gebruik gedurende de periode die |
overeenstemt met het gebruiksdoel dat hij aangeeft in de | overeenstemt met het gebruiksdoel dat hij aangeeft in de |
verzamelaanvraag. | verzamelaanvraag. |
Als de bevoegde instantie verzoekt om aan te tonen dat de vereiste, | Als de bevoegde instantie verzoekt om aan te tonen dat de vereiste, |
vermeld in het eerst lid, is vervuld, toont de landbouwer al de | vermeld in het eerst lid, is vervuld, toont de landbouwer al de |
volgende elementen aan: | volgende elementen aan: |
1° hij gebruikt de percelen tijdens de periode, vermeld in het eerste | 1° hij gebruikt de percelen tijdens de periode, vermeld in het eerste |
lid; | lid; |
2° hij draagt tijdens de periode, vermeld in het eerste lid, de | 2° hij draagt tijdens de periode, vermeld in het eerste lid, de |
voordelen en de risico's van de teelt, waaronder het financiële risico | voordelen en de risico's van de teelt, waaronder het financiële risico |
als dat aanwezig is; | als dat aanwezig is; |
3° hij heeft autonomie over het perceel in kwestie in die zin dat hij | 3° hij heeft autonomie over het perceel in kwestie in die zin dat hij |
beslissingsrecht heeft. | beslissingsrecht heeft. |
Afdeling 2. - De teelttoestemming voor hennep | Afdeling 2. - De teelttoestemming voor hennep |
Art. 10.§ 1. In dit artikel wordt verstaan onder THC-gehalte: gehalte |
Art. 10.§ 1. In dit artikel wordt verstaan onder THC-gehalte: gehalte |
aan delta-9-tetrahydrocannabinol, uitgedrukt in g/100 g | aan delta-9-tetrahydrocannabinol, uitgedrukt in g/100 g |
analysemonster. | analysemonster. |
§ 2. Een landbouwer die een teelttoestemming voor de teelt van een | § 2. Een landbouwer die een teelttoestemming voor de teelt van een |
hennepras, als vermeld in artikel 12, § 1, van het besluit van 21 | hennepras, als vermeld in artikel 12, § 1, van het besluit van 21 |
april 2023, wil krijgen, dient bij de bevoegde entiteit een aanvraag | april 2023, wil krijgen, dient bij de bevoegde entiteit een aanvraag |
in via bijlage in de verzamelaanvraag. | in via bijlage in de verzamelaanvraag. |
De aanvraag tot teelttoestemming voor de teelt van een hennepras, | De aanvraag tot teelttoestemming voor de teelt van een hennepras, |
vermeld in het eerste lid, bevat al de volgende gegevens: | vermeld in het eerste lid, bevat al de volgende gegevens: |
1° het identificatienummer van de aanvrager dat is toegekend door de | 1° het identificatienummer van de aanvrager dat is toegekend door de |
bevoegde entiteit; | bevoegde entiteit; |
2° de voor- en achternaam, het adres, het telefoonnummer en het | 2° de voor- en achternaam, het adres, het telefoonnummer en het |
e-mailadres van de aanvrager; | e-mailadres van de aanvrager; |
3° het teeltjaar waarvoor de teelttoestemming wordt gevraagd; | 3° het teeltjaar waarvoor de teelttoestemming wordt gevraagd; |
4° het hennepras dat wordt ingezaaid; | 4° het hennepras dat wordt ingezaaid; |
5° de oppervlakte die ingezaaid wordt en de hoeveelheid | 5° de oppervlakte die ingezaaid wordt en de hoeveelheid |
hennepzaaizaad, uitgedrukt in kilogram per hectare; | hennepzaaizaad, uitgedrukt in kilogram per hectare; |
6° de naam van de gemeente waar het perceel ligt en het | 6° de naam van de gemeente waar het perceel ligt en het |
identificatienummer van het perceel. Als verschillende rassen per | identificatienummer van het perceel. Als verschillende rassen per |
perceel worden ingezaaid, voegt de landbouwer een schets met de | perceel worden ingezaaid, voegt de landbouwer een schets met de |
ligging van ieder ras bij de aanvraag; | ligging van ieder ras bij de aanvraag; |
7° de vermelding dat de bevoegde entiteit de gegevens van de aanvraag | 7° de vermelding dat de bevoegde entiteit de gegevens van de aanvraag |
doorgeeft aan de bevoegde politiediensten. | doorgeeft aan de bevoegde politiediensten. |
De aanvraag tot teelttoestemming, vermeld in het eerste lid, wordt op | De aanvraag tot teelttoestemming, vermeld in het eerste lid, wordt op |
de uiterste wijzigingsdatum van de verzamelaanvraag van het jaar in | de uiterste wijzigingsdatum van de verzamelaanvraag van het jaar in |
kwestie ingediend. De bevoegde entiteit geeft de teelttoestemming. | kwestie ingediend. De bevoegde entiteit geeft de teelttoestemming. |
De landbouwer start pas met de inzaai nadat hij de teelttoestemming | De landbouwer start pas met de inzaai nadat hij de teelttoestemming |
van de bevoegde entiteit heeft ontvangen De landbouwer bezorgt | van de bevoegde entiteit heeft ontvangen De landbouwer bezorgt |
onmiddellijk na de inzaai en uiterlijk op 30 juni van het kalenderjaar | onmiddellijk na de inzaai en uiterlijk op 30 juni van het kalenderjaar |
in kwestie aan de bevoegde entiteit de officiële etiketten van de | in kwestie aan de bevoegde entiteit de officiële etiketten van de |
zaaizaden die gebruikt zijn voor de uitgezaaide percelen. De voormelde | zaaizaden die gebruikt zijn voor de uitgezaaide percelen. De voormelde |
etiketten maken integraal deel uit van de verzamelaanvraag. | etiketten maken integraal deel uit van de verzamelaanvraag. |
De landbouwer die met toestemming hennep teelt, brengt de bevoegde | De landbouwer die met toestemming hennep teelt, brengt de bevoegde |
entiteit onverwijld op de hoogte van het begin van de bloei. | entiteit onverwijld op de hoogte van het begin van de bloei. |
Ter uitvoering van artikel 5 van gedelegeerde verordening (EU) | Ter uitvoering van artikel 5 van gedelegeerde verordening (EU) |
2022/126, moet de landbouwer die hennep teelt, het gewas tot tien | 2022/126, moet de landbouwer die hennep teelt, het gewas tot tien |
dagen na het einde van de bloei in normale groeiomstandigheden verder | dagen na het einde van de bloei in normale groeiomstandigheden verder |
telen opdat de bevoegde entiteit de controles op het THC-gehalte kan | telen opdat de bevoegde entiteit de controles op het THC-gehalte kan |
uitvoeren. De bevoegde entiteit kan toestemming geven om hennep te | uitvoeren. De bevoegde entiteit kan toestemming geven om hennep te |
oogsten na het begin van de bloei maar voor het einde van de periode | oogsten na het begin van de bloei maar voor het einde van de periode |
van tien dagen na het einde van de bloei, op voorwaarde dat de | van tien dagen na het einde van de bloei, op voorwaarde dat de |
controleurs van de bevoegde entiteit aangeven op welke representatieve | controleurs van de bevoegde entiteit aangeven op welke representatieve |
delen van elk perceel in kwestie het gewas gedurende ten minste tien | delen van elk perceel in kwestie het gewas gedurende ten minste tien |
dagen na het einde van de bloei verder moet worden geteeld opdat het | dagen na het einde van de bloei verder moet worden geteeld opdat het |
THC-gehalte gecontroleerd kan worden. De voormelde toestemming om | THC-gehalte gecontroleerd kan worden. De voormelde toestemming om |
hennep vroeger te oogsten kan alleen gegeven worden als hennep niet | hennep vroeger te oogsten kan alleen gegeven worden als hennep niet |
geteeld wordt als vanggewas conform artikel 4 en 5 van gedelegeerde | geteeld wordt als vanggewas conform artikel 4 en 5 van gedelegeerde |
verordening (EU) 2022/126. | verordening (EU) 2022/126. |
Als de landbouwer een hennepras inzaait als nateelt conform artikel 4 | Als de landbouwer een hennepras inzaait als nateelt conform artikel 4 |
en 5 van gedelegeerde verordening (EU) 2022/126, bezorgt hij in | en 5 van gedelegeerde verordening (EU) 2022/126, bezorgt hij in |
afwijking van het vierde lid onmiddellijk na inzaai en uiterlijk op 31 | afwijking van het vierde lid onmiddellijk na inzaai en uiterlijk op 31 |
augustus van het kalenderjaar in kwestie aan de bevoegde entiteit de | augustus van het kalenderjaar in kwestie aan de bevoegde entiteit de |
officiële etiketten van de zaaizaden die gebruikt zijn voor de | officiële etiketten van de zaaizaden die gebruikt zijn voor de |
uitgezaaide percelen. De voormelde etiketten maken integraal deel uit | uitgezaaide percelen. De voormelde etiketten maken integraal deel uit |
van de verzamelaanvraag. | van de verzamelaanvraag. |
HOOFDSTUK 4. - Indiening, wijzigingen en intrekking van de | HOOFDSTUK 4. - Indiening, wijzigingen en intrekking van de |
verzamelaanvraag | verzamelaanvraag |
Art. 11.§ 1. De volgende data gelden als uiterste data om de |
Art. 11.§ 1. De volgende data gelden als uiterste data om de |
verzamelaanvraag in te dienen en te wijzigen, ook als de data op | verzamelaanvraag in te dienen en te wijzigen, ook als de data op |
zaterdag, zondag of een wettelijke of Vlaamse decretale feestdag | zaterdag, zondag of een wettelijke of Vlaamse decretale feestdag |
vallen: | vallen: |
1° 30 april is de uiterste indieningsdatum; | 1° 30 april is de uiterste indieningsdatum; |
2° 31 mei is de uiterste wijzigingsdatum. | 2° 31 mei is de uiterste wijzigingsdatum. |
In afwijking van het eerste lid, 1°, geldt voor het kalenderjaar 2023 | In afwijking van het eerste lid, 1°, geldt voor het kalenderjaar 2023 |
7 mei als uiterste indieningsdatum. | 7 mei als uiterste indieningsdatum. |
§ 2. In afwijking van paragraaf 1 kan de bevoegde entiteit voor | § 2. In afwijking van paragraaf 1 kan de bevoegde entiteit voor |
bepaalde interventies of maatregelen een later tijdstip vastleggen | bepaalde interventies of maatregelen een later tijdstip vastleggen |
voor indiening of wijziging. | voor indiening of wijziging. |
§ 3. Met behoud van de toepassing van paragraaf 1 en paragraaf 2 zorgt | § 3. Met behoud van de toepassing van paragraaf 1 en paragraaf 2 zorgt |
de landbouwer ervoor dat de informatie in de verzamelaanvraag tijdens | de landbouwer ervoor dat de informatie in de verzamelaanvraag tijdens |
het jaar correct is en in overeenstemming met de reële situatie op | het jaar correct is en in overeenstemming met de reële situatie op |
zijn bedrijf. Correcties kunnen niet later worden doorgevoerd dan 31 | zijn bedrijf. Correcties kunnen niet later worden doorgevoerd dan 31 |
mei van het jaar dat volgt op het jaar waarin de verzamelaanvraag is | mei van het jaar dat volgt op het jaar waarin de verzamelaanvraag is |
ingediend. | ingediend. |
§ 4. Als de landbouwer aantoont dat zijn aangifte door overmacht of | § 4. Als de landbouwer aantoont dat zijn aangifte door overmacht of |
door een administratieve vergissing, zonder nalatigheid of fout van de | door een administratieve vergissing, zonder nalatigheid of fout van de |
landbouwer, niet overeenstemt met een aantoonbare realiteit, kunnen in | landbouwer, niet overeenstemt met een aantoonbare realiteit, kunnen in |
afwijking van paragraaf 1 toch nog wijzigingen in de teelt of | afwijking van paragraaf 1 toch nog wijzigingen in de teelt of |
ingebruikname worden aangebracht in de verzamelaanvraag. De landbouwer | ingebruikname worden aangebracht in de verzamelaanvraag. De landbouwer |
dient daarvoor een gemotiveerd verzoekschrift in via het e-loket of | dient daarvoor een gemotiveerd verzoekschrift in via het e-loket of |
schriftelijk bij de buitendienst van de bevoegde entiteit. | schriftelijk bij de buitendienst van de bevoegde entiteit. |
§ 5. De bevoegde entiteit kan conform artikel 7 van | § 5. De bevoegde entiteit kan conform artikel 7 van |
uitvoeringsverordening (EU) 2022/1173 van de Commissie van 31 mei 2022 | uitvoeringsverordening (EU) 2022/1173 van de Commissie van 31 mei 2022 |
tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) | tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) |
2021/2116 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het | 2021/2116 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het |
geïntegreerd beheers- en controlesysteem in het kader van het | geïntegreerd beheers- en controlesysteem in het kader van het |
gemeenschappelijk landbouwbeleid de modaliteiten voor de intrekking | gemeenschappelijk landbouwbeleid de modaliteiten voor de intrekking |
van steunaanvragen bepalen. | van steunaanvragen bepalen. |
HOOFDSTUK 5. - Slotbepaling | HOOFDSTUK 5. - Slotbepaling |
Art. 12.Het ministerieel besluit van 23 juni 2015 houdende |
Art. 12.Het ministerieel besluit van 23 juni 2015 houdende |
vaststelling van de verzamelaanvraag en de nadere regels voor de | vaststelling van de verzamelaanvraag en de nadere regels voor de |
gemeenschappelijke identificatie van percelen, exploitaties en | gemeenschappelijke identificatie van percelen, exploitaties en |
landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het | landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het |
landbouwbeleid, het laatst gewijzigd bij het ministerieel besluit van | landbouwbeleid, het laatst gewijzigd bij het ministerieel besluit van |
24 maart 2022, wordt opgeheven. | 24 maart 2022, wordt opgeheven. |
Art. 13.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2023. |
Art. 13.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2023. |
Brussel, 11 mei 2023. | Brussel, 11 mei 2023. |
De Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en | De Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en |
Toerisme, | Toerisme, |
Z. DEMIR | Z. DEMIR |
De Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale Economie en | De Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale Economie en |
Landbouw, | Landbouw, |
J. BROUNS | J. BROUNS |