Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Ministerieel Besluit van 10/03/2014
← Terug naar "Ministerieel besluit tot bepaling van de wapens en de munitie die behoren tot de voorgeschreven uitrusting van de personeelsleden van de Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid van de Krijgsmacht en tot vaststelling van de bijzondere bepalingen betreffende het voorhanden hebben, het bewaren, het dragen, het vervoeren en het gebruiken van de bewapening "
Ministerieel besluit tot bepaling van de wapens en de munitie die behoren tot de voorgeschreven uitrusting van de personeelsleden van de Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid van de Krijgsmacht en tot vaststelling van de bijzondere bepalingen betreffende het voorhanden hebben, het bewaren, het dragen, het vervoeren en het gebruiken van de bewapening Ministerieel besluit tot bepaling van de wapens en de munitie die behoren tot de voorgeschreven uitrusting van de personeelsleden van de Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid van de Krijgsmacht en tot vaststelling van de bijzondere bepalingen betreffende het voorhanden hebben, het bewaren, het dragen, het vervoeren en het gebruiken van de bewapening
MINISTERIE VAN LANDSVERDEDIGING MINISTERIE VAN LANDSVERDEDIGING
10 MAART 2014. - Ministerieel besluit tot bepaling van de wapens en de 10 MAART 2014. - Ministerieel besluit tot bepaling van de wapens en de
munitie die behoren tot de voorgeschreven uitrusting van de munitie die behoren tot de voorgeschreven uitrusting van de
personeelsleden van de Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid van de personeelsleden van de Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid van de
Krijgsmacht en tot vaststelling van de bijzondere bepalingen Krijgsmacht en tot vaststelling van de bijzondere bepalingen
betreffende het voorhanden hebben, het bewaren, het dragen, het betreffende het voorhanden hebben, het bewaren, het dragen, het
vervoeren en het gebruiken van de bewapening vervoeren en het gebruiken van de bewapening
De Minister van Landsverdediging De Minister van Landsverdediging
Gelet op de wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en Gelet op de wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en
individuele activiteiten met wapens, artikel 27, § 1; individuele activiteiten met wapens, artikel 27, § 1;
Gelet op het koninklijk besluit van 26 juni 2002 betreffende het Gelet op het koninklijk besluit van 26 juni 2002 betreffende het
voorhanden hebben, en het dragen van wapens door de diensten van het voorhanden hebben, en het dragen van wapens door de diensten van het
openbaar gezag of van de openbare macht, artikel 2, gewijzigd door de openbaar gezag of van de openbare macht, artikel 2, gewijzigd door de
koninklijke besluiten van 11 juli 2003, 20 juli 2006 en 3 juni 2007; koninklijke besluiten van 11 juli 2003, 20 juli 2006 en 3 juni 2007;
Overwegende de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de Overwegende de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de
inlichtingen- en veiligheidsdienst; inlichtingen- en veiligheidsdienst;
Overwegende de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie Overwegende de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie
en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en
veiligheidsadviezen; veiligheidsadviezen;
Overwegende dat het om veiligheidsredenen niet gepast is om artikel 2 Overwegende dat het om veiligheidsredenen niet gepast is om artikel 2
van dit ministerieel besluit bekend te maken; van dit ministerieel besluit bekend te maken;
Gelet op het advies n° 55.098/4 van de Raad van State, gegeven op 12 Gelet op het advies n° 55.098/4 van de Raad van State, gegeven op 12
februari 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van februari 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van
de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973,
Besluit : Besluit :
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan

door: door:
1° "personeelslid": iedere militair of burger behorend tot de Algemene 1° "personeelslid": iedere militair of burger behorend tot de Algemene
Dienst Inlichting en Veiligheid van de Krijgsmacht; Dienst Inlichting en Veiligheid van de Krijgsmacht;
2° "bewapening": alle wapens, deze bedoeld in 3° inbegrepen, met welke 2° "bewapening": alle wapens, deze bedoeld in 3° inbegrepen, met welke
de personeelsleden uitgerust zijn, alsook hun munitie en het de personeelsleden uitgerust zijn, alsook hun munitie en het
samengaand materiaal (optiek, affuit, steun en onderhoudsmateriaal); samengaand materiaal (optiek, affuit, steun en onderhoudsmateriaal);
3° "niet-letaal wapen": de bewapening die expliciet ontworpen is en in 3° "niet-letaal wapen": de bewapening die expliciet ontworpen is en in
de eerste plaats wordt gebruikt om personeel of materieel uit te de eerste plaats wordt gebruikt om personeel of materieel uit te
schakelen of af te weren, terwijl dodelijke ongevallen, blijvende schakelen of af te weren, terwijl dodelijke ongevallen, blijvende
letsels en schade aan eigendom en aan het milieu tot een minimum letsels en schade aan eigendom en aan het milieu tot een minimum
worden beperkt; worden beperkt;
4° "munitie" : elk type munitie, explosieven en mijnen waarvan het 4° "munitie" : elk type munitie, explosieven en mijnen waarvan het
gebruik wettelijk is toegelaten; gebruik wettelijk is toegelaten;
5° "wapenwet" : de wet van 8 juni 2006 houdende de regeling van 5° "wapenwet" : de wet van 8 juni 2006 houdende de regeling van
economische en individuele activiteiten met wapens; economische en individuele activiteiten met wapens;
6° "dienstorder" : het document met hetwelke de korpsoverste, of de 6° "dienstorder" : het document met hetwelke de korpsoverste, of de
autoriteit die er de bevoegdheden van uitoefent, het personeelslid autoriteit die er de bevoegdheden van uitoefent, het personeelslid
beveelt een bepaalde opdracht uit te voeren en er de modaliteiten van beveelt een bepaalde opdracht uit te voeren en er de modaliteiten van
vastlegt; vastlegt;
7° "marsbevel" : het document met hetwelke de korpsoverste, of de 7° "marsbevel" : het document met hetwelke de korpsoverste, of de
autoriteit die er de bevoegdheden van uitoefent, het personeelslid autoriteit die er de bevoegdheden van uitoefent, het personeelslid
toelaat een dienstverplaatsing uit te voeren. toelaat een dienstverplaatsing uit te voeren.
HOOFDSTUK 2. - Voorgeschreven uitrusting HOOFDSTUK 2. - Voorgeschreven uitrusting
Art. 2. Art. 2.
HOOFDSTUK 3. - Voorhanden hebben, bewaren, dragen, vervoer en gebruik HOOFDSTUK 3. - Voorhanden hebben, bewaren, dragen, vervoer en gebruik
van de bewapening van de bewapening

Art. 3.§ 1. Een personeelslid kan de bewapening bedoeld in artikel 2

Art. 3.§ 1. Een personeelslid kan de bewapening bedoeld in artikel 2

slechts voorhanden hebben, dragen en gebruiken indien uitdrukkelijk slechts voorhanden hebben, dragen en gebruiken indien uitdrukkelijk
toegestaan in een dienstorder of marsbevel en enkel tijdens de toegestaan in een dienstorder of marsbevel en enkel tijdens de
uitvoering van de opdracht, de training of de duur van de uitvoering van de opdracht, de training of de duur van de
verplaatsing. verplaatsing.
Het dienstorder of het marsbevel preciseert het type van de toegelaten Het dienstorder of het marsbevel preciseert het type van de toegelaten
bewapening en de duur van de opdracht, training of verplaatsing. bewapening en de duur van de opdracht, training of verplaatsing.
§ 2. In afwijking van § 1. zijn, in het kader van een operationele § 2. In afwijking van § 1. zijn, in het kader van een operationele
inzet, het voorhanden hebben, het dragen en het gebruik van een inzet, het voorhanden hebben, het dragen en het gebruik van een
bewapening toegelaten in geval van overmacht zonder voorafgaande bewapening toegelaten in geval van overmacht zonder voorafgaande
geschreven machtiging binnen de grenzen van het internationaal geschreven machtiging binnen de grenzen van het internationaal
humanitair recht en/of de toepasselijke inzetregels. humanitair recht en/of de toepasselijke inzetregels.
§ 3. De bewapening wordt na het einde van de opdracht of van de § 3. De bewapening wordt na het einde van de opdracht of van de
verplaatsing zo snel mogelijk teruggeplaatst in het wapenmagazijn. verplaatsing zo snel mogelijk teruggeplaatst in het wapenmagazijn.

Art. 4.§ 1. Het is ieder personeelslid verboden, de bewapening en de

Art. 4.§ 1. Het is ieder personeelslid verboden, de bewapening en de

munitie die deel uitmaken van de voorgeschreven uitrusting voorhanden munitie die deel uitmaken van de voorgeschreven uitrusting voorhanden
te hebben, te dragen of te gebruiken buiten de dienst. te hebben, te dragen of te gebruiken buiten de dienst.
In uitzonderlijke omstandigheden, kan de korpsoverste of de autoriteit In uitzonderlijke omstandigheden, kan de korpsoverste of de autoriteit
die er de bevoegdheden van uitoefent, een personeelslid waarop hij de die er de bevoegdheden van uitoefent, een personeelslid waarop hij de
functionele autoriteit uitoefent de geschreven en tijdelijke functionele autoriteit uitoefent de geschreven en tijdelijke
toestemming geven de bewapening buiten de dienst te dragen. Deze toestemming geven de bewapening buiten de dienst te dragen. Deze
toestemming vermeldt de geldigheidsperiode en de praktische toestemming vermeldt de geldigheidsperiode en de praktische
modaliteiten. modaliteiten.
§ 2. Het is ieder personeelslid verboden bewapening en munitie die § 2. Het is ieder personeelslid verboden bewapening en munitie die
niet behoren tot de voorgeschreven uitrusting voorhanden te hebben, te niet behoren tot de voorgeschreven uitrusting voorhanden te hebben, te
dragen of te gebruiken tijdens de dienst. dragen of te gebruiken tijdens de dienst.

Art. 5.De bewapening mag slechts voorhanden zijn, gedragen en

Art. 5.De bewapening mag slechts voorhanden zijn, gedragen en

gebruikt worden door de personeelsleden die met succes de passende gebruikt worden door de personeelsleden die met succes de passende
vorming hebben gevolgd, de nodige vaardigheden via een regelmatige vorming hebben gevolgd, de nodige vaardigheden via een regelmatige
training onderhouden en die een praktische en volledige kennis hebben training onderhouden en die een praktische en volledige kennis hebben
van de regels voor het gebruik van een wapen. van de regels voor het gebruik van een wapen.

Art. 6.Het personeelslid dat de bewapening voorhanden heeft, draagt

Art. 6.Het personeelslid dat de bewapening voorhanden heeft, draagt

of vervoert heeft er het toezicht op. Hij is er persoonlijk of vervoert heeft er het toezicht op. Hij is er persoonlijk
verantwoordelijk voor. verantwoordelijk voor.
Het personeelslid dat de bewapening op zich houdt, is gehouden deze te Het personeelslid dat de bewapening op zich houdt, is gehouden deze te
bewaren op een veilige plaats, buiten het bereik van derden. bewaren op een veilige plaats, buiten het bereik van derden.
Het personeelslid is gehouden het regelmatig onderhoud van de Het personeelslid is gehouden het regelmatig onderhoud van de
bewapening uit te voeren en iedere maatregel te nemen om er de goede bewapening uit te voeren en iedere maatregel te nemen om er de goede
bewaring en werking van te verzekeren. bewaring en werking van te verzekeren.

Art. 7.Ieder gebruik van de bewapening op Belgisch grondgebied buiten

Art. 7.Ieder gebruik van de bewapening op Belgisch grondgebied buiten

de oefeningen, ieder schietincident, alsook iedere diefstal, verlies de oefeningen, ieder schietincident, alsook iedere diefstal, verlies
of beschadiging van de bewapening moet het voorwerp uitmaken van een of beschadiging van de bewapening moet het voorwerp uitmaken van een
geschreven verslag dat onmiddellijk aan de Divisie geschreven verslag dat onmiddellijk aan de Divisie
Veiligheidsinlichting en de veiligheidsofficier van de Algemene Dienst Veiligheidsinlichting en de veiligheidsofficier van de Algemene Dienst
Inlichtingen en Veiligheid wordt overgemaakt. Inlichtingen en Veiligheid wordt overgemaakt.

Art. 8.Buiten het toegestane voorhanden hebben van wapens, wordt de

Art. 8.Buiten het toegestane voorhanden hebben van wapens, wordt de

bewapening bewaard in het wapenmagazijn dat gehouden wordt door de bewapening bewaard in het wapenmagazijn dat gehouden wordt door de
verantwoordelijke beheerder van dit magazijn binnen de Algemene Dienst verantwoordelijke beheerder van dit magazijn binnen de Algemene Dienst
Inlichting en Veiligheid. Inlichting en Veiligheid.
De beheerder houdt een wapenregister waarin hij alle uitgaande en De beheerder houdt een wapenregister waarin hij alle uitgaande en
binnenkomende wapens inschrijft. binnenkomende wapens inschrijft.
Brussel, 10 maart 2014. Brussel, 10 maart 2014.
P. DE CREM P. DE CREM
^