Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Ministerieel Besluit van 05/05/1999
← Terug naar "Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 23 december 1993 betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop "
Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 23 december 1993 betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 23 december 1993 betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop
MINISTERIE VAN FINANCIEN MINISTERIE VAN FINANCIEN
5 MEI 1999. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel 5 MEI 1999. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel
besluit van 23 december 1993 betreffende de algemene regeling voor besluit van 23 december 1993 betreffende de algemene regeling voor
accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de
controles daarop controles daarop
De Minister van Financiën, De Minister van Financiën,
Gelet op de algemene wet inzake douane en accijnzen, gecoördineerd op Gelet op de algemene wet inzake douane en accijnzen, gecoördineerd op
18 juli 1977 (1), inzonderheid op artikel 286; 18 juli 1977 (1), inzonderheid op artikel 286;
Gelet op de Richtlijn 92/12/EEG van de Raad van 25 februari 1992 Gelet op de Richtlijn 92/12/EEG van de Raad van 25 februari 1992
betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden
hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop (2), inzonderheid hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop (2), inzonderheid
op artikel 13, gewijzigd bij de Richtlijn 94/74/EG van de Raad van 22 op artikel 13, gewijzigd bij de Richtlijn 94/74/EG van de Raad van 22
december 1994 (3) en artikel 19, § 1; december 1994 (3) en artikel 19, § 1;
Gelet op de wet van 10 juni 1997 betreffende de algemene regeling voor Gelet op de wet van 10 juni 1997 betreffende de algemene regeling voor
accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de
controles daarop (4), inzonderheid op artikel 13, gewijzigd bij de wet controles daarop (4), inzonderheid op artikel 13, gewijzigd bij de wet
van 4 mei 1999 (5) en artikel 24, § 1; van 4 mei 1999 (5) en artikel 24, § 1;
Gelet op het koninklijk besluit van 4 mei 1999 tot uitvoering van Gelet op het koninklijk besluit van 4 mei 1999 tot uitvoering van
artikel 13 van de wet van 10 juni 1997 betreffende de algemene artikel 13 van de wet van 10 juni 1997 betreffende de algemene
regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer
daarvan en de controles daarop (6); daarvan en de controles daarop (6);
Gelet op het ministerieel besluit van 23 december 1993 betreffende de Gelet op het ministerieel besluit van 23 december 1993 betreffende de
algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het
verkeer daarvan en de controles daarop (7), gewijzigd bij het verkeer daarvan en de controles daarop (7), gewijzigd bij het
ministerieel besluit van 27 november 1998 (8), inzonderheid op ministerieel besluit van 27 november 1998 (8), inzonderheid op
artikels 4, 6, 15 en 22; artikels 4, 6, 15 en 22;
Gelet op het advies van de Douaneraad van de Belgisch-Luxemburgse Gelet op het advies van de Douaneraad van de Belgisch-Luxemburgse
Economische Unie; Economische Unie;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari
1973 (9), inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 1973 (9), inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van
9 augustus 1980 (10), van 16 juni 1989 (11), van 4 juli 1989 (12) en 9 augustus 1980 (10), van 16 juni 1989 (11), van 4 juli 1989 (12) en
van 4 augustus 1996 (13); van 4 augustus 1996 (13);
Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door het feit dat Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door het feit dat
artikel 13 van de wet van 10 juni 1997 betreffende de algemene artikel 13 van de wet van 10 juni 1997 betreffende de algemene
regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer
daarvan en de controles daarop, die werd gewijzigd door de wet van 4 daarvan en de controles daarop, die werd gewijzigd door de wet van 4
mei 1999 houdende accijnsbepalingen, aan de Koning de toelating mei 1999 houdende accijnsbepalingen, aan de Koning de toelating
verleent om, in de door hem bepaalde situaties en onder de door hem verleent om, in de door hem bepaalde situaties en onder de door hem
gestelde voorwaarden, het bedrag van de zekerheid verbonden aan de gestelde voorwaarden, het bedrag van de zekerheid verbonden aan de
belastingentrepots voor de productie, de verwerking en het voorhanden belastingentrepots voor de productie, de verwerking en het voorhanden
hebben, te verhogen; dat, rekening houdend met de snelle evolutie van hebben, te verhogen; dat, rekening houdend met de snelle evolutie van
de fraudesystemen, de voorwaarden die door de Koning werden de fraudesystemen, de voorwaarden die door de Koning werden
vastgesteld eveneens mogen evolueren; dat de Koning bijgevolg vastgesteld eveneens mogen evolueren; dat de Koning bijgevolg
delegatie heeft verleend aan de Minister van Financiën om het bedrag delegatie heeft verleend aan de Minister van Financiën om het bedrag
van de zekerheid te verhogen voor de vergunningen die, overeenkomstig van de zekerheid te verhogen voor de vergunningen die, overeenkomstig
artikel 22, § 1, van dezelfde wet, werden gewijzigd; dat, in die artikel 22, § 1, van dezelfde wet, werden gewijzigd; dat, in die
omstandigheden dit besluit zonder uitstel moet worden genomen en dat omstandigheden dit besluit zonder uitstel moet worden genomen en dat
het gelijktijdig in werking moet treden met het koninklijk besluit van het gelijktijdig in werking moet treden met het koninklijk besluit van
4 mei 1999 tot uitvoering van artikel 13 van de wet van 10 juni 1997 4 mei 1999 tot uitvoering van artikel 13 van de wet van 10 juni 1997
betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden
hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop, hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop,
Besluit : Besluit :

Artikel 1.In het ministerieel besluit van 23 december 1993

Artikel 1.In het ministerieel besluit van 23 december 1993

betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden
hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop werd een hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop werd een
hoofdstuk IIIbis ingevoegd, luidend als volgt : hoofdstuk IIIbis ingevoegd, luidend als volgt :
« HOOFDSTUK IIIbis. - Vaststelling van de zekerheid « HOOFDSTUK IIIbis. - Vaststelling van de zekerheid

Art. 5bis.§ 1. Indien de erkend entrepothouder of de persoon die deze

Art. 5bis.§ 1. Indien de erkend entrepothouder of de persoon die deze

vergunning heeft aangevraagd voor het verwerven van de hoedanigheid vergunning heeft aangevraagd voor het verwerven van de hoedanigheid
van erkend entrepothouder zich in de situatie bevindt omschreven in van erkend entrepothouder zich in de situatie bevindt omschreven in
artikel 1 van het koninklijk besluit van 4 mei 1999 tot uitvoering van artikel 1 van het koninklijk besluit van 4 mei 1999 tot uitvoering van
de wet van 10 juni 1997 betreffende de algemene regeling voor de wet van 10 juni 1997 betreffende de algemene regeling voor
accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de
controles daarop, mag de directeur de zekerheid, voorzien in artikel controles daarop, mag de directeur de zekerheid, voorzien in artikel
13, 1°, van dezelfde wet, op 50 pct. brengen of vaststellen van de 13, 1°, van dezelfde wet, op 50 pct. brengen of vaststellen van de
accijns met betrekking tot de producten die worden geproduceerd, accijns met betrekking tot de producten die worden geproduceerd,
verwerkt of voorhanden zijn in het belastingentrepot. verwerkt of voorhanden zijn in het belastingentrepot.
§ 2. Het bedrag van 50 pct. bedoeld in paragraaf 1 wordt behouden voor § 2. Het bedrag van 50 pct. bedoeld in paragraaf 1 wordt behouden voor
een proefperiode van één jaar te rekenen vanaf de dag van aanvaarding een proefperiode van één jaar te rekenen vanaf de dag van aanvaarding
van deze zekerheid door de ontvanger. van deze zekerheid door de ontvanger.
§ 3. Indien tijdens deze proefperiode geen onregelmatigheden of § 3. Indien tijdens deze proefperiode geen onregelmatigheden of
overtredingen van dezelfde aard als deze voorzien in paragraaf 1 meer overtredingen van dezelfde aard als deze voorzien in paragraaf 1 meer
worden vastgesteld, mag de directeur het bedrag van de zekerheid worden vastgesteld, mag de directeur het bedrag van de zekerheid
terugbrengen tot het niveau voorzien bij artikel 13, 1°, van de wet. terugbrengen tot het niveau voorzien bij artikel 13, 1°, van de wet.
§ 4. Indien tijdens deze proefperiode een onregelmatigheid of § 4. Indien tijdens deze proefperiode een onregelmatigheid of
overtreding van dezelfde aard als deze voorzien in paragraaf 1 wordt overtreding van dezelfde aard als deze voorzien in paragraaf 1 wordt
vastgesteld, kan de directeur het bedrag van de zekerheid verhogen tot vastgesteld, kan de directeur het bedrag van de zekerheid verhogen tot
100 pct. van de in het spel zijnde accijnzen. 100 pct. van de in het spel zijnde accijnzen.
In dit geval kan het terugbrengen door de directeur van het bedrag van In dit geval kan het terugbrengen door de directeur van het bedrag van
de zekerheid tot het niveau voorzien bij artikel 13, § 1, van de wet, de zekerheid tot het niveau voorzien bij artikel 13, § 1, van de wet,
slechts plaatsvinden na een proefperiode van twee jaar met ingang van slechts plaatsvinden na een proefperiode van twee jaar met ingang van
de datum van aanvaarding van de zekerheid door de ontvanger zoals die de datum van aanvaarding van de zekerheid door de ontvanger zoals die
werd vastgesteld in de eerste alinea, en voor zover er geen werd vastgesteld in de eerste alinea, en voor zover er geen
overtredingen of onregelmatigheden van dezelfde aard als deze voorzien overtredingen of onregelmatigheden van dezelfde aard als deze voorzien
in paragraaf 1 werden vastgesteld. in paragraaf 1 werden vastgesteld.
§ 5. Elk supplement van zekerheid moet binnen de tien dagen van de § 5. Elk supplement van zekerheid moet binnen de tien dagen van de
kennisgeving aan de erkend entrepothouder van de beslissing van de kennisgeving aan de erkend entrepothouder van de beslissing van de
directeur, worden gedeponeerd. » directeur, worden gedeponeerd. »

Art. 2.In artikel 6, § 1, van hetzelfde ministerieel besluit, worden

Art. 2.In artikel 6, § 1, van hetzelfde ministerieel besluit, worden

de woorden « 11 februari 1991 » vervangen door de woorden « 22 juli de woorden « 11 februari 1991 » vervangen door de woorden « 22 juli
1998 ». 1998 ».

Art. 3.In artikel 15, § 1, van hetzelfde ministerieel besluit, worden

Art. 3.In artikel 15, § 1, van hetzelfde ministerieel besluit, worden

de woorden « bijlage XVII » en « 11 februari 1991 » vervangen door de woorden « bijlage XVII » en « 11 februari 1991 » vervangen door
respectievelijk « bijlage XI » en « 22 juli 1998 ». respectievelijk « bijlage XI » en « 22 juli 1998 ».

Art. 4.Artikel 22, § 1, van hetzelfde ministerieel besluit, wordt

Art. 4.Artikel 22, § 1, van hetzelfde ministerieel besluit, wordt

aangevuld als volgt : aangevuld als volgt :
« Bovendien kan de directeur-generaal voorzien dat, voor de « Bovendien kan de directeur-generaal voorzien dat, voor de
accijnsproducten die hij aanduidt, een kopie van het exemplaar A, per accijnsproducten die hij aanduidt, een kopie van het exemplaar A, per
communicatiemiddel of communicatiemiddelen die hij bepaalt, moet communicatiemiddel of communicatiemiddelen die hij bepaalt, moet
worden toegezonden aan het door hem aangeduide kantoor, ten laatste worden toegezonden aan het door hem aangeduide kantoor, ten laatste
een uur vóór de verzending. » een uur vóór de verzending. »

Art. 5.In datzelfde artikel 22 van hetzelfde ministerieel besluit,

Art. 5.In datzelfde artikel 22 van hetzelfde ministerieel besluit,

wordt een paragraaf 4 toegevoegd die luidt als volgt : wordt een paragraaf 4 toegevoegd die luidt als volgt :
« § 4. Bij ontvangst hier te lande van producten onderworpen aan « § 4. Bij ontvangst hier te lande van producten onderworpen aan
accijns, die verzonden werden onder dekking van een geleidedocument, accijns, die verzonden werden onder dekking van een geleidedocument,
kan de directeur-generaal voorzien dat, voor de accijnsproducten die kan de directeur-generaal voorzien dat, voor de accijnsproducten die
hij aanduidt, op het ogenblik van hun ontvangst, een kopie van het hij aanduidt, op het ogenblik van hun ontvangst, een kopie van het
exemplaar 4 van genoemd geleidedocument, per communicatiemiddel of exemplaar 4 van genoemd geleidedocument, per communicatiemiddel of
communicatiemiddelen die hij bepaalt, moet worden toegezonden aan het communicatiemiddelen die hij bepaalt, moet worden toegezonden aan het
door hem aangeduide kantoor. In dit geval moeten de ontvangen door hem aangeduide kantoor. In dit geval moeten de ontvangen
producten, een uur te rekenen vanaf het versturen van genoemd producten, een uur te rekenen vanaf het versturen van genoemd
exemplaar 4, ter beschikking blijven van de ambtenaren. » exemplaar 4, ter beschikking blijven van de ambtenaren. »

Art. 6.Dit besluit treedt in werking tien dagen na zijn publicatie in

Art. 6.Dit besluit treedt in werking tien dagen na zijn publicatie in

het Belgisch Staatsblad. het Belgisch Staatsblad.
Brussel, 5 mei 1999. Brussel, 5 mei 1999.
J.-J. VISEUR J.-J. VISEUR
_______ _______
Nota's Nota's
(1) Belgisch Staatsblad van 21 september 1977; (1) Belgisch Staatsblad van 21 september 1977;
(2) Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen nr. L76 van 23 maart (2) Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen nr. L76 van 23 maart
1992; 1992;
(3) Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen nr. L365 van 31 (3) Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen nr. L365 van 31
december 1994; december 1994;
(4) Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1997; (4) Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1997;
(5) Belgisch Staatsblad van 29 mei 1999; (5) Belgisch Staatsblad van 29 mei 1999;
(6) Belgisch Staatsblad van 29 mei 1999; (6) Belgisch Staatsblad van 29 mei 1999;
(7) Belgisch Staatsblad van 7 januari 1994; (7) Belgisch Staatsblad van 7 januari 1994;
(8) Belgisch Staatsblad van 1 december 1998; (8) Belgisch Staatsblad van 1 december 1998;
(9) Belgisch Staatsblad van 21 maart 1973; (9) Belgisch Staatsblad van 21 maart 1973;
(10) Belgisch Staatsblad van 15 augustus 1980; (10) Belgisch Staatsblad van 15 augustus 1980;
(11) Belgisch Staatsblad van 17 juni 1989; (11) Belgisch Staatsblad van 17 juni 1989;
(12) Belgisch Staatsblad van 25 juli 1989; (12) Belgisch Staatsblad van 25 juli 1989;
(13) Belgisch Staatsblad van 20 augustus 1996. (13) Belgisch Staatsblad van 20 augustus 1996.
^