Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Besluit Van De Waalse Regering van 28/01/2016
← Terug naar "Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van hoofdstuk II van Titel IV van het Waalse Landbouwwetboek betreffende beroepsopleiding in de landbouw "
Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van hoofdstuk II van Titel IV van het Waalse Landbouwwetboek betreffende beroepsopleiding in de landbouw Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van hoofdstuk II van Titel IV van het Waalse Landbouwwetboek betreffende beroepsopleiding in de landbouw
WAALSE OVERHEIDSDIENST WAALSE OVERHEIDSDIENST
28 JANUARI 2016. - Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van 28 JANUARI 2016. - Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van
hoofdstuk II van Titel IV van het Waalse Landbouwwetboek betreffende hoofdstuk II van Titel IV van het Waalse Landbouwwetboek betreffende
beroepsopleiding in de landbouw beroepsopleiding in de landbouw
De Waalse Regering, De Waalse Regering,
Gelet op Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en Gelet op Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en
de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen
inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees
Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor
plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en
visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor
regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds
en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot
intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad; intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad;
Gelet op Verordening (EU) nr.1305/2013 van het Europees Parlement en Gelet op Verordening (EU) nr.1305/2013 van het Europees Parlement en
van de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor van de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor
plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor
plattelandsontwikkeling (ELFPO) en tot intrekking van Verordening (EG) plattelandsontwikkeling (ELFPO) en tot intrekking van Verordening (EG)
nr. 1698/2005 van de Raad; nr. 1698/2005 van de Raad;
Gelet op Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en Gelet op Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en
de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de
monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking
van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98,
(EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1200/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1200/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de
Raad; Raad;
Gelet op Verordening (EG) nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni Gelet op Verordening (EG) nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni
2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de
bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107
en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met
de interne markt verenigbaar worden verklaard; de interne markt verenigbaar worden verklaard;
Gelet op het Waalse Landbouwwetboek, artikelen D.4, D.11, D.13, D.14, Gelet op het Waalse Landbouwwetboek, artikelen D.4, D.11, D.13, D.14,
D.101 tot D.104, D.107, D. 108, D.109, § 3, D.110, D.113, D.114, D.101 tot D.104, D.107, D. 108, D.109, § 3, D.110, D.113, D.114,
D.241, D. 242 en D.243; D.241, D. 242 en D.243;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 18 september 2008 ter Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 18 september 2008 ter
uitvoering van het decreet van 12 juli 2001 betreffende de uitvoering van het decreet van 12 juli 2001 betreffende de
beroepsopleiding in de landbouw; beroepsopleiding in de landbouw;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 13 Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 13
juli 2015; juli 2015;
Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 16 Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 16
juli 2015; juli 2015;
Gelet op het rapport van 24 september 2015, opgemaakt overeenkomstig Gelet op het rapport van 24 september 2015, opgemaakt overeenkomstig
artikel 3, 2°, van het decreet van 11 april 2014 houdende uitvoering artikel 3, 2°, van het decreet van 11 april 2014 houdende uitvoering
van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties
die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie
van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen; van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen;
Gelet op het overleg tussen de gewestelijke regeringen en de federale Gelet op het overleg tussen de gewestelijke regeringen en de federale
overheid op 16 juli 2015; overheid op 16 juli 2015;
Gelet op het advies 58.230/4 van de Raad van State, gegeven op 21 Gelet op het advies 58.230/4 van de Raad van State, gegeven op 21
oktober 2015, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de oktober 2015, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de
wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op het koninklijk besluit van 19 maart 2013 ter verwezenlijking Gelet op het koninklijk besluit van 19 maart 2013 ter verwezenlijking
van een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en van een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en
toevoegingsstoffen; toevoegingsstoffen;
Gelet op het ministerieel besluit van 24 juli 2013 houdende validatie Gelet op het ministerieel besluit van 24 juli 2013 houdende validatie
van de programma's van de basisopleiding die toegang geeft tot de van de programma's van de basisopleiding die toegang geeft tot de
fytolicenties "Assistent professioneel gebruik", "Professioneel fytolicenties "Assistent professioneel gebruik", "Professioneel
gebruik", "Distributie/Voorlichting" en "Distributie/voorlichting gebruik", "Distributie/Voorlichting" en "Distributie/voorlichting
producten voor niet-professioneel gebruik - NP"; producten voor niet-professioneel gebruik - NP";
Gelet op het advies van de Commissie voor de Landbouwopleiding nr. 5, Gelet op het advies van de Commissie voor de Landbouwopleiding nr. 5,
gegeven op 27 augustus 2015, gegeven op 27 augustus 2015,
Besluit : Besluit :
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Overeenkomstig artikel 4, 3°, van het decreet van 11 april

Artikel 1.Overeenkomstig artikel 4, 3°, van het decreet van 11 april

2014 betreffende de bevoegdheden van de Franse Gemeenschap waarvan de 2014 betreffende de bevoegdheden van de Franse Gemeenschap waarvan de
uitoefening aan het Waalse Gewest en aan de Franse uitoefening aan het Waalse Gewest en aan de Franse
Gemeenschapscommissie overgedragen wordt, regelt dit besluit Gemeenschapscommissie overgedragen wordt, regelt dit besluit
overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet een materie bedoeld in overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet een materie bedoeld in
artikel 127 van de Grondwet. artikel 127 van de Grondwet.
In afwijking van het eerste lid zijn de bepalingen betreffende de In afwijking van het eerste lid zijn de bepalingen betreffende de
organisatie en de subsidiëring van de cursussen fytolicenties van organisatie en de subsidiëring van de cursussen fytolicenties van
toepassing op het hele grondgebied van het Waalse Gewest. toepassing op het hele grondgebied van het Waalse Gewest.

Art. 2.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder :

Art. 2.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder :

1° het opleidingscentrum: het beroepsopleidingscentrum dat de 1° het opleidingscentrum: het beroepsopleidingscentrum dat de
opleidingen bedoeld in de artikelen 4 en 7 organiseert; opleidingen bedoeld in de artikelen 4 en 7 organiseert;
2° het Wetboek : het Waals landbouwwetboek; 2° het Wetboek : het Waals landbouwwetboek;
3° de sociale inspectie : de Directie Sociale Inspectie van het 3° de sociale inspectie : de Directie Sociale Inspectie van het
Departement Inspectie van het Operationeel Directoraat-generaal Departement Inspectie van het Operationeel Directoraat-generaal
Economie, Werk en Onderzoek van de Waalse Overheidsdienst; Economie, Werk en Onderzoek van de Waalse Overheidsdienst;
4° de Minister : de Minister bevoegd voor Landbouw; 4° de Minister : de Minister bevoegd voor Landbouw;
5° de deelnemer : de persoon bedoeld in artikel D.98 van het Wetboek; 5° de deelnemer : de persoon bedoeld in artikel D.98 van het Wetboek;
6° het Waals programma voor plattelandsontwikkeling : het programma 6° het Waals programma voor plattelandsontwikkeling : het programma
voor plattelandsontwikkeling in de zin van artikel 6 van Verordening voor plattelandsontwikkeling in de zin van artikel 6 van Verordening
(EU) nr. 1305/2013; (EU) nr. 1305/2013;
7° de Dienst : de Directie Beroepsopleiding van het Departement Werk 7° de Dienst : de Directie Beroepsopleiding van het Departement Werk
en Beroepsopleiding van het Operationeel Directoraat-generaal en Beroepsopleiding van het Operationeel Directoraat-generaal
Economie, Werk en Onderzoek van de Waalse Overheidsdienst, zoals Economie, Werk en Onderzoek van de Waalse Overheidsdienst, zoals
bedoeld in artikel D.96 van het Wetboek; bedoeld in artikel D.96 van het Wetboek;
8° de vervangdienst voor de landbouwer : de vervangdienst bedoeld in 8° de vervangdienst voor de landbouwer : de vervangdienst bedoeld in
artikel D.3, 33°, van het Wetboek; artikel D.3, 33°, van het Wetboek;
9° Verordening nr. 1305/2013 : Verordening (EU) nr.1305/2013 van het 9° Verordening nr. 1305/2013 : Verordening (EU) nr.1305/2013 van het
Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor
plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor
plattelandsontwikkeling (ELFPO) en tot intrekking van verordening (EG) plattelandsontwikkeling (ELFPO) en tot intrekking van verordening (EG)
nr. 1698/2005 van de Raad; nr. 1698/2005 van de Raad;
10° Verordening nr. 1306/2013 : Verordening (EU) nr. 1306/20013 van 10° Verordening nr. 1306/2013 : Verordening (EU) nr. 1306/20013 van
het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de
financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk
landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. n°352/78, landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. n°352/78,
(EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr.
1290/2005 en (EG) nr.485/2008 van de Raad. 1290/2005 en (EG) nr.485/2008 van de Raad.
De in het eerste lid bedoelde begripsomschrijvingen kunnen door de De in het eerste lid bedoelde begripsomschrijvingen kunnen door de
Minister bepaald worden. Minister bepaald worden.
HOOFDSTUK II. - Inhoud en einde van de opleidingen HOOFDSTUK II. - Inhoud en einde van de opleidingen
Afdeling 1. - Inhoud van de opleidingen Afdeling 1. - Inhoud van de opleidingen

Art. 3.Overeenkomstig de artikelen D.99, §§ 1 en 2, en D.102 van het

Art. 3.Overeenkomstig de artikelen D.99, §§ 1 en 2, en D.102 van het

Wetboek organiseert het opleidingscentrum opleidingen inzake landbouw Wetboek organiseert het opleidingscentrum opleidingen inzake landbouw
en bosbouw met uitzondering van de bijeenteelt. en bosbouw met uitzondering van de bijeenteelt.

Art. 4.§ 1. De cursussen landbouwtechnieken die bedoeld zijn in

Art. 4.§ 1. De cursussen landbouwtechnieken die bedoeld zijn in

artikel D.99, § 1, eerste lid, 1°, van het Wetboek beogen het artikel D.99, § 1, eerste lid, 1°, van het Wetboek beogen het
vergaren, door de organisatie van theoretische en praktische vergaren, door de organisatie van theoretische en praktische
cursussen, van kennis en vaardigheden inzake landbouwtechnieken, die cursussen, van kennis en vaardigheden inzake landbouwtechnieken, die
een sokkel van basiskennis voor de uitoefening van een een sokkel van basiskennis voor de uitoefening van een
landbouwactiviteit vormen. landbouwactiviteit vormen.
De Minister bepaalt de opleidingsgebieden die nodig zijn voor het De Minister bepaalt de opleidingsgebieden die nodig zijn voor het
vergaren van de in het eerste lid bedoelde kennis en vaardigheden. vergaren van de in het eerste lid bedoelde kennis en vaardigheden.
§ 2.De cursussen beheer en landbouweconomie bedoeld in artikel D.99, § § 2.De cursussen beheer en landbouweconomie bedoeld in artikel D.99, §
1, eerste lid, 2°, van het Wetboek beogen het vergaren, door de 1, eerste lid, 2°, van het Wetboek beogen het vergaren, door de
organisatie van theoretische cursussen en, in voorkomend geval, van organisatie van theoretische cursussen en, in voorkomend geval, van
praktische cursussen, van kennis en vaardigheden inzake recht, beheer praktische cursussen, van kennis en vaardigheden inzake recht, beheer
en landbouweconomie. en landbouweconomie.
§ 3. De in artikel D. 102 van het Wetboek bedoelde § 3. De in artikel D. 102 van het Wetboek bedoelde
bijscholingscursussen beogen de ontwikkeling en de diepere kennis, bijscholingscursussen beogen de ontwikkeling en de diepere kennis,
door de organisatie van theoretische of praktische cursussen, van door de organisatie van theoretische of praktische cursussen, van
kennis en vaardigheden opgedaan in het kader van de basislandbouw- of kennis en vaardigheden opgedaan in het kader van de basislandbouw- of
beheercursussen. beheercursussen.
§ 4. De in de §§ 1 en 2 bedoelde cursussen alsook de in artikel 9 § 4. De in de §§ 1 en 2 bedoelde cursussen alsook de in artikel 9
bedoelde stages worden door elk centrum dat de door de Minister bedoelde stages worden door elk centrum dat de door de Minister
bepaalde bijzondere voorwaarden vervult, georganiseerd. bepaalde bijzondere voorwaarden vervult, georganiseerd.
De Minister bepaalt het doel van de in de §§ 2 en 3 bedoelde cursussen De Minister bepaalt het doel van de in de §§ 2 en 3 bedoelde cursussen
met inachtneming van het Waals programma voor plattelandsontwikkeling met inachtneming van het Waals programma voor plattelandsontwikkeling
zoals aangenomen op 20 juli 2015 door de Europese Commissie en op 23 zoals aangenomen op 20 juli 2015 door de Europese Commissie en op 23
juli 2015 door de Waalse Regering. juli 2015 door de Waalse Regering.
§ 5.De Minister bepaalt de minimale en de maximale duur van de in de § 5.De Minister bepaalt de minimale en de maximale duur van de in de
§§ 1 tot 3 bedoelde opleidingsprogramma's als ook het minimaal aantal §§ 1 tot 3 bedoelde opleidingsprogramma's als ook het minimaal aantal
gepresteerde uren per dag. gepresteerde uren per dag.

Art. 5.Om tot de cursussen beheer en landbouweconomie toegelaten te

Art. 5.Om tot de cursussen beheer en landbouweconomie toegelaten te

worden, moet de deelnemer ofwel : worden, moet de deelnemer ofwel :
1° de cursussen landbouwtechnieken of gelijkwaardige cursussen gevolgd 1° de cursussen landbouwtechnieken of gelijkwaardige cursussen gevolgd
hebben en daarvoor geslaagd zijn; hebben en daarvoor geslaagd zijn;
2° minstens over een titel, een getuigschrift of een diploma met 2° minstens over een titel, een getuigschrift of een diploma met
landbouwdoeleinden afgeleverd in het kader van het gewoon onderwijs of landbouwdoeleinden afgeleverd in het kader van het gewoon onderwijs of
het alternerend onderwijs of een gelijkwaardig onderwijs beschikken; het alternerend onderwijs of een gelijkwaardig onderwijs beschikken;
3° één of meerdere gecumuleerde afdoende ervaringen van drie jaar 3° één of meerdere gecumuleerde afdoende ervaringen van drie jaar
hebben in de landbouw vóór de opleiding ofwel als : hebben in de landbouw vóór de opleiding ofwel als :
a) landbouwbedrijfshoofd in hoofd- of bijkomend beroep voor een a) landbouwbedrijfshoofd in hoofd- of bijkomend beroep voor een
minimale duur van negenhonderd uur over twaalf maanden; minimale duur van negenhonderd uur over twaalf maanden;
b) als helper of als meewerkende echtegeno(o)t(e) van de in a) b) als helper of als meewerkende echtegeno(o)t(e) van de in a)
bedoelde exploitant voor zover de helper of de meewerkende bedoelde exploitant voor zover de helper of de meewerkende
echtegeno(o)t(e) over dit statuut beschikt; echtegeno(o)t(e) over dit statuut beschikt;
c) als werknemer of bediende als voltijds equivalent. c) als werknemer of bediende als voltijds equivalent.
De Minister of zijn afgevaardigde spreekt zich over de in het eerste De Minister of zijn afgevaardigde spreekt zich over de in het eerste
lid, 1° en 2° bedoelde gelijkwaardigheden ten opzichte van de inhoud lid, 1° en 2° bedoelde gelijkwaardigheden ten opzichte van de inhoud
van de opleiding en de vaardigheden opgedaan aan het einde van van de opleiding en de vaardigheden opgedaan aan het einde van
betrokken opleiding uit. betrokken opleiding uit.
De Minister bepaalt de in het eerste lid, 2°, bedoelde diploma's en de De Minister bepaalt de in het eerste lid, 2°, bedoelde diploma's en de
documenten waarin de afdoende ervaring bedoeld in het eerste lid, 3°, documenten waarin de afdoende ervaring bedoeld in het eerste lid, 3°,
wordt bewezen. wordt bewezen.

Art. 6.De Minister bepaalt een minimaal aantaal ingeschrevenen voor

Art. 6.De Minister bepaalt een minimaal aantaal ingeschrevenen voor

de in artikel 4, §§ 1 tot 3, bedoelde opleidingen alsook een minimaal de in artikel 4, §§ 1 tot 3, bedoelde opleidingen alsook een minimaal
aantal deelnemers aan de examens. aantal deelnemers aan de examens.
De Minister kan voor de in het eerste lid bedoelde opleidingen een De Minister kan voor de in het eerste lid bedoelde opleidingen een
minimaal aantal deelnemers per opleiding bepalen, die in aanmerking minimaal aantal deelnemers per opleiding bepalen, die in aanmerking
komen voor de cofinanciering FEADER. komen voor de cofinanciering FEADER.
Een vermindering van het bedrag van de krachtens dit besluit Een vermindering van het bedrag van de krachtens dit besluit
toegekende steun wordt door de dienst toegepast naar rata van het toegekende steun wordt door de dienst toegepast naar rata van het
aantal ontbrekende deelnemers ten opzichte van het minimaal aantaal aantal ontbrekende deelnemers ten opzichte van het minimaal aantaal
ingeschrevenen voor de opleidingen dat krachtens het eerste lid door ingeschrevenen voor de opleidingen dat krachtens het eerste lid door
de Minister is bepaald. de Minister is bepaald.

Art. 7.Met het oog op het verzekeren van de goede organisatie van de

Art. 7.Met het oog op het verzekeren van de goede organisatie van de

in artikel D.99, § 2, 1°, van het Wetboek bedoelde afstandscursussen in artikel D.99, § 2, 1°, van het Wetboek bedoelde afstandscursussen
kan de Minister in organisationele modaliteiten en bijkomende kan de Minister in organisationele modaliteiten en bijkomende
verplichtingen uit hoofde van de opleidingscentra voorzien. Hij kan verplichtingen uit hoofde van de opleidingscentra voorzien. Hij kan
het percentage opleidingsuren die de deelnemer in de vorm van een het percentage opleidingsuren die de deelnemer in de vorm van een
contactopleiding volgt, de verplichting om een register van de werken contactopleiding volgt, de verplichting om een register van de werken
verricht door de deelnemers te houden alsook de opvolgingstermijnen verricht door de deelnemers te houden alsook de opvolgingstermijnen
voor de werken van de deelnemers bepalen. voor de werken van de deelnemers bepalen.
De inhoud van de afstandcursussen wordt onderworpen aan de goedkeuring De inhoud van de afstandcursussen wordt onderworpen aan de goedkeuring
van de dienst. van de dienst.
Afdeling 2. - Examen, evaluatie, attest en getuigschrift Afdeling 2. - Examen, evaluatie, attest en getuigschrift

Art. 8.§ 1. De cursussen landbouwtechnieken en de cursussenbeheer en

Art. 8.§ 1. De cursussen landbouwtechnieken en de cursussenbeheer en

landbouweconomie worden door het slagen voor een aan het einde van de landbouweconomie worden door het slagen voor een aan het einde van de
opleiding georganiseerd examen afgesloten. opleiding georganiseerd examen afgesloten.
Om de resultaten van het examen te valideren volgt de deelnemer de Om de resultaten van het examen te valideren volgt de deelnemer de
cursussen tegen een ratio van minstens 80 % van de uren van de cursussen tegen een ratio van minstens 80 % van de uren van de
volledige cyclus. volledige cyclus.
De Minister kan van dit percentage afwijken in de gevallen van De Minister kan van dit percentage afwijken in de gevallen van
overmacht of buitengewone omstandigheid. overmacht of buitengewone omstandigheid.
Indien de deelnemer voor het examen slaagt, krijgt hij een Indien de deelnemer voor het examen slaagt, krijgt hij een
getuigschrift getekend door Minister of zijn afgevaardigde. getuigschrift getekend door Minister of zijn afgevaardigde.
De bijscholingscursussen worden in verhouding tot de duur van de De bijscholingscursussen worden in verhouding tot de duur van de
cursussen zoals voorgesteld door het opleidingscentrum in het kader cursussen zoals voorgesteld door het opleidingscentrum in het kader
van de projectenoproep geëvalueerd. De evaluatie leeft het vergaren van de projectenoproep geëvalueerd. De evaluatie leeft het vergaren
van de kennis en vaardigheden van de deelnemer na. Bij welslagen van de kennis en vaardigheden van de deelnemer na. Bij welslagen
krijgt de deelnemer een attest m.b.t. het vergaren van kennis en krijgt de deelnemer een attest m.b.t. het vergaren van kennis en
vaardigheden dat door het opleidingscentrum getekend wordt. vaardigheden dat door het opleidingscentrum getekend wordt.
§ 2. Om zijn opdracht in het kader van dit besluit uit te oefenen kan § 2. Om zijn opdracht in het kader van dit besluit uit te oefenen kan
de verantwoordelijke van de dienst de examens bijwonen. de verantwoordelijke van de dienst de examens bijwonen.
De Minister bepaalt het model van het attest en van het getuigschrift. De Minister bepaalt het model van het attest en van het getuigschrift.
HOOFDSTUK III. - Stage HOOFDSTUK III. - Stage

Art. 9.In het kader van de basisopleiding bedoeld in artikel D.99, §

Art. 9.In het kader van de basisopleiding bedoeld in artikel D.99, §

1, van het Wetboek organiseert het opleidingscentrum dat de in artikel 1, van het Wetboek organiseert het opleidingscentrum dat de in artikel
4, § 4, bedoelde voorwaarden vervult, de stage. 4, § 4, bedoelde voorwaarden vervult, de stage.
Dankzij de stage : Dankzij de stage :
1° wordt de stagiair blootgesteld aan sociale en culturele contexten 1° wordt de stagiair blootgesteld aan sociale en culturele contexten
die verschillend zijn van zijn omgeving; die verschillend zijn van zijn omgeving;
2° beschikt de stagiair over een globale aanpak van een 2° beschikt de stagiair over een globale aanpak van een
landbouwbedrijf; landbouwbedrijf;
3°kan de stagiair via een reële werksituatie beroepskennis en 3°kan de stagiair via een reële werksituatie beroepskennis en
-vaardigheden gebonden aan de uitoefening van het beroep landbouwer -vaardigheden gebonden aan de uitoefening van het beroep landbouwer
vergaren en ontwikkelen; vergaren en ontwikkelen;
4° kan de stagiair die zich als landbouwer wil vestigen : 4° kan de stagiair die zich als landbouwer wil vestigen :
a) vaardigheden gebonden aan het beroep van verantwoordelijke van een a) vaardigheden gebonden aan het beroep van verantwoordelijke van een
landbouwbedrijf vergaren; landbouwbedrijf vergaren;
b) zijn vestigingsproject voorbereiden en de opmaking van zijn b) zijn vestigingsproject voorbereiden en de opmaking van zijn
ondernemingsplan bedoeld in artikel 19, § 4, van Verordening (EU) ondernemingsplan bedoeld in artikel 19, § 4, van Verordening (EU)
nr.1305/2013 vergemakkelijken. nr.1305/2013 vergemakkelijken.

Art. 10.De volgende personen worden tot de stage toegelaten :

Art. 10.De volgende personen worden tot de stage toegelaten :

1° de houder van een titel, een getuigschrift of een diploma met 1° de houder van een titel, een getuigschrift of een diploma met
landbouwdoeleinden bedoeld in artikel 5, eerste lid, 2°, of de landbouwdoeleinden bedoeld in artikel 5, eerste lid, 2°, of de
gelijkwaardige documenten; gelijkwaardige documenten;
2° de houder van het attest afgegeven aan het einde van de cursussen 2° de houder van het attest afgegeven aan het einde van de cursussen
beheer en landbouweconomie of de houder die uiterlijk voor het einde beheer en landbouweconomie of de houder die uiterlijk voor het einde
van de stage erover of over het gelijkwaardige attest zal beschikken; van de stage erover of over het gelijkwaardige attest zal beschikken;
3° de persoon die beschikt over een afdoende ervaring bedoeld in 3° de persoon die beschikt over een afdoende ervaring bedoeld in
artikel 5, eerste lid, 3°, of de persoon die uiterlijk voor het einde artikel 5, eerste lid, 3°, of de persoon die uiterlijk voor het einde
van de stage erover zal beschikken. van de stage erover zal beschikken.
De Minister of zijn afgevaardigde spreekt zich over de in het eerste De Minister of zijn afgevaardigde spreekt zich over de in het eerste
lid, 1°en 2° bedoelde gelijkwaardigheden ten opzichte van de inhoud lid, 1°en 2° bedoelde gelijkwaardigheden ten opzichte van de inhoud
van de opleiding en de vaardigheden opgedaan aan het einde van van de opleiding en de vaardigheden opgedaan aan het einde van
betrokken opleiding uit. betrokken opleiding uit.

Art. 11.§ 1. De Minister bepaalt de duur van de stage alsook het

Art. 11.§ 1. De Minister bepaalt de duur van de stage alsook het

minimaal aantal uren die de stagiair per dag presteert. minimaal aantal uren die de stagiair per dag presteert.
De stage kan gedeeltelijk in een erkend vervangdienst en in het kader De stage kan gedeeltelijk in een erkend vervangdienst en in het kader
van een erkende schoolopleiding verricht worden. Bedoelde stage kan van een erkende schoolopleiding verricht worden. Bedoelde stage kan
gedeeltelijk in een onderneming of een instelling in contact met de gedeeltelijk in een onderneming of een instelling in contact met de
landbouwsector alsook geheel of gedeeltelijk in het buitenland worden landbouwsector alsook geheel of gedeeltelijk in het buitenland worden
verricht. verricht.
§ 2. De Minister bepaalt de modaliteiten betreffende de valorisatie § 2. De Minister bepaalt de modaliteiten betreffende de valorisatie
van de in § 1 bedoelde prestaties en kan een maximale van de in § 1 bedoelde prestaties en kan een maximale
valorisatieperiode voor de prestaties in eenzelfde stageplaats valorisatieperiode voor de prestaties in eenzelfde stageplaats
bepalen. bepalen.
De valorisatie van de prestaties wordt door elk bewijsstuk, met De valorisatie van de prestaties wordt door elk bewijsstuk, met
inbegrip van een verklaring op erewoord, dat door zijn uitgever wordt inbegrip van een verklaring op erewoord, dat door zijn uitgever wordt
gedateerd en getekend, bewezen. gedateerd en getekend, bewezen.

Art. 12.Overeenkomstig artikel D.101, eerste lid, 5°, van het Wetboek

Art. 12.Overeenkomstig artikel D.101, eerste lid, 5°, van het Wetboek

vervult het opleidingscentrum de volgende taken : vervult het opleidingscentrum de volgende taken :
2° het verzekert het zoeken naar of de hulp voor het zoeken naar een 2° het verzekert het zoeken naar of de hulp voor het zoeken naar een
stagebegeleider in een landbouwbedrijf, een onderneming of een stagebegeleider in een landbouwbedrijf, een onderneming of een
instelling in contact met de landbouwsector; instelling in contact met de landbouwsector;
2° het informeert en adviseert de stagiairs om individuele 2° het informeert en adviseert de stagiairs om individuele
doestellingen in samenhang met de in artikel 9 bedoelde doelstellingen doestellingen in samenhang met de in artikel 9 bedoelde doelstellingen
vast te stellen; vast te stellen;
3° het stelt een overeenkomst, waarvan het model door de Minister 3° het stelt een overeenkomst, waarvan het model door de Minister
wordt bepaald, tussen de stagiair, de stagebegeleider, de onderneming wordt bepaald, tussen de stagiair, de stagebegeleider, de onderneming
of de instelling in contact met de landbouwsector en het of de instelling in contact met de landbouwsector en het
opleidingscentrum vast; opleidingscentrum vast;
4° het leeft het bestaan van een verzekeringscontract tegen ongevallen 4° het leeft het bestaan van een verzekeringscontract tegen ongevallen
na, die gedurende de stage en op de weg naar de stageplaats voorkomen, na, die gedurende de stage en op de weg naar de stageplaats voorkomen,
dat met name elk ongeval veroorzaakt of gedragen door de stagiair dekt dat met name elk ongeval veroorzaakt of gedragen door de stagiair dekt
en dat bij ongevallen dezelfde voordelen biedt als die bedoeld in de en dat bij ongevallen dezelfde voordelen biedt als die bedoeld in de
wet van 10 april 1971 op de arbeidsongevallen en; wet van 10 april 1971 op de arbeidsongevallen en;
5° het verzekert de individuele opvolging van de stagiair en de 5° het verzekert de individuele opvolging van de stagiair en de
evaluatie van de stage. evaluatie van de stage.
De in het eerste lid, 3°, bedoelde overeenkomst bepaalt minstens de De in het eerste lid, 3°, bedoelde overeenkomst bepaalt minstens de
rechten en verplichtingen van elke van de partijen bij de rechten en verplichtingen van elke van de partijen bij de
overeenkomst, de doelstellingen van de stage, de duur en de wekelijkse overeenkomst, de doelstellingen van de stage, de duur en de wekelijkse
tempo van de stage, de beschrijving van elke functie uitgeoefend door tempo van de stage, de beschrijving van elke functie uitgeoefend door
de stagiair, de plaats(en) van de prestaties en de modaliteiten voor de stagiair, de plaats(en) van de prestaties en de modaliteiten voor
de evaluatie van de stage. de evaluatie van de stage.

Art. 13.Het rapport van de stagiair en het evaluatierapport van de

Art. 13.Het rapport van de stagiair en het evaluatierapport van de

stagebegeleider, waarvan de modellen door de Minister worden bepaald, stagebegeleider, waarvan de modellen door de Minister worden bepaald,
bekrachtigen het einde van de stage. bekrachtigen het einde van de stage.
Wanneer de stage bij meerdere stagebegeleiders wordt uitgeoefend, Wanneer de stage bij meerdere stagebegeleiders wordt uitgeoefend,
maakt ieder onder hen een evaluatierapport op. maakt ieder onder hen een evaluatierapport op.
Het evaluatierapport heeft minstens betrekking op het al dan niet Het evaluatierapport heeft minstens betrekking op het al dan niet
bereiken van de doelstellingen van de stagiair die in de bereiken van de doelstellingen van de stagiair die in de
stageovereenkomst worden bepaald. stageovereenkomst worden bepaald.
Volgens de door de Minister bepaalde modellen maakt het Volgens de door de Minister bepaalde modellen maakt het
opleidingscentrum de volgende documenten aan de stagiair : opleidingscentrum de volgende documenten aan de stagiair :
1° een evaluatierapport over het verloop van de stage; 1° een evaluatierapport over het verloop van de stage;
2° een attest over de uitvoering van de stage mits voorafgaandelijke 2° een attest over de uitvoering van de stage mits voorafgaandelijke
goedkeuring van de dienst. goedkeuring van de dienst.
Het opleidingscentrum maakt het stageattest in twee exemplaren op, Het opleidingscentrum maakt het stageattest in twee exemplaren op,
waarvan één aan de stagiair wordt overgemaakt. waarvan één aan de stagiair wordt overgemaakt.
Een stagebegeleider neemt niet meerdere stagiairs op dezelfde dag Een stagebegeleider neemt niet meerdere stagiairs op dezelfde dag
tegelijk ten laste. tegelijk ten laste.
HOOFDSTUK IV. - Financiering HOOFDSTUK IV. - Financiering
Afdeling 1. - Voorwaarden voor de toekenning van toelagen Afdeling 1. - Voorwaarden voor de toekenning van toelagen

Art. 14.§ 1. Binnen de beschikbare begrotingskredieten dient de

Art. 14.§ 1. Binnen de beschikbare begrotingskredieten dient de

Minister minstens één projectenoproep per jaar in met inachtneming van Minister minstens één projectenoproep per jaar in met inachtneming van
het Waals programma voor plattelandsontwikkeling om de het Waals programma voor plattelandsontwikkeling om de
opleidingsactiviteiten te kiezen, waarbij de in artikel D.97 van het opleidingsactiviteiten te kiezen, waarbij de in artikel D.97 van het
Wetboek bedoelde doelstellingen kunnen worden vervuld. Wetboek bedoelde doelstellingen kunnen worden vervuld.
In geval van specifieke en dringende behoefte aan opleidingen na het In geval van specifieke en dringende behoefte aan opleidingen na het
in het eerste lid bedoelde lanceren van de projectenoproep in verband in het eerste lid bedoelde lanceren van de projectenoproep in verband
met de in artikel D.97 van het Wetboek bedoelde doestellingen van de met de in artikel D.97 van het Wetboek bedoelde doestellingen van de
opleiding kan de Minister een specifieke projectenoproep binnen de opleiding kan de Minister een specifieke projectenoproep binnen de
perken van de beschikbare begrotingskredieten lanceren. perken van de beschikbare begrotingskredieten lanceren.
§ 2. Wanneer het project op grond van het Waals programma voor § 2. Wanneer het project op grond van het Waals programma voor
plattelandsontwikkeling wordt gecofinancierd, wordt de selectie van de plattelandsontwikkeling wordt gecofinancierd, wordt de selectie van de
projecten verricht als volgt: projecten verricht als volgt:
1° door de verificatie van de naleving van de 1° door de verificatie van de naleving van de
toelaatbaarheidsvoorwaarden m.b.t. de materiële, menselijke en toelaatbaarheidsvoorwaarden m.b.t. de materiële, menselijke en
financiële middelen waarover het opleidingscentrum beschikt en die financiële middelen waarover het opleidingscentrum beschikt en die
nodig zijn voor zijn leefbaarheid en de goede werking van de nodig zijn voor zijn leefbaarheid en de goede werking van de
opleidingen alsook het administratieve, financiële beheer en het opleidingen alsook het administratieve, financiële beheer en het
beheer van human resources van het opleidingscentrum. beheer van human resources van het opleidingscentrum.
2° door de verificatie van de relevantie van de opleidingen ten 2° door de verificatie van de relevantie van de opleidingen ten
opzichte van de in artikel D.97 van het Wetboek bedoelde opzichte van de in artikel D.97 van het Wetboek bedoelde
doelstellingen en van de op het grondgebied geïdentificeerde behoeften doelstellingen en van de op het grondgebied geïdentificeerde behoeften
aan opleiding alsook van de pedagogische kwaliteit van de opleidingen, aan opleiding alsook van de pedagogische kwaliteit van de opleidingen,
met inbegrip van de inhoud van de opleidingen, de pedagogische met inbegrip van de inhoud van de opleidingen, de pedagogische
methoden en de vaardigheid van de opleiders en stagebegeleiders. methoden en de vaardigheid van de opleiders en stagebegeleiders.
§ 3. Wanneer de financiering van het project volledig ten laste is van § 3. Wanneer de financiering van het project volledig ten laste is van
de begroting van het Waalse Gewest : de begroting van het Waalse Gewest :
1° bepaalt de Minister de toelaatbaarheidsvoorwaarden en de 1° bepaalt de Minister de toelaatbaarheidsvoorwaarden en de
selectiecriteria bedoeld in § 2, 1° en 2°; selectiecriteria bedoeld in § 2, 1° en 2°;
2° bestaat het selectiecomité belast met de selectie van de projecten 2° bestaat het selectiecomité belast met de selectie van de projecten
uit vertegenwoordigers van de Minister, van de betrokken uit vertegenwoordigers van de Minister, van de betrokken
administraties, het "Centre wallon de Recherches agronomiques" (Waals administraties, het "Centre wallon de Recherches agronomiques" (Waals
Centrum Landbouwkundig Onderzoek) en van het College van Producenten Centrum Landbouwkundig Onderzoek) en van het College van Producenten
bedoeld in de artikelen D.70 tot D.75 van het Wetboek. bedoeld in de artikelen D.70 tot D.75 van het Wetboek.
Geen enkel lid zetelt binnen het selectiecomité indien zijn Geen enkel lid zetelt binnen het selectiecomité indien zijn
persoonlijke belangen of die van de instelling die het persoonlijke belangen of die van de instelling die het
vertegenwoordigt, in concurrentie zouden staan met de opdracht van het vertegenwoordigt, in concurrentie zouden staan met de opdracht van het
selectiecomité. selectiecomité.
Het in het eerste lid bedoelde selectiecomité kan deskundigen van zijn Het in het eerste lid bedoelde selectiecomité kan deskundigen van zijn
keuze uitnodigen om als adviseur deel te nemen aan zijn werkzaamheden keuze uitnodigen om als adviseur deel te nemen aan zijn werkzaamheden
en kan het advies van elke andere onafhankelijke natuurlijke of en kan het advies van elke andere onafhankelijke natuurlijke of
rechtspersoon inwinnen. rechtspersoon inwinnen.
Wanneer de projecten het voorwerp uitmaken van een Europese Wanneer de projecten het voorwerp uitmaken van een Europese
cofinanciering: cofinanciering:
1° bepaalt de Minister de toelaatbaarheidsvoorwaarden en de 1° bepaalt de Minister de toelaatbaarheidsvoorwaarden en de
selectiecriteria na advies van het opvolgingscomité overeenkomstig het selectiecriteria na advies van het opvolgingscomité overeenkomstig het
Waals programma voor plattelandsontwikkeling en artikel D.243 van het Waals programma voor plattelandsontwikkeling en artikel D.243 van het
Wetboek; Wetboek;
2° is het selectiecomité belast met de selectie van de projecten het 2° is het selectiecomité belast met de selectie van de projecten het
comité ingesteld in het kader van het Waals programma voor comité ingesteld in het kader van het Waals programma voor
plattelandsontwikkeling. plattelandsontwikkeling.
§ 4. Naast de naleving van de toelaatbaarheidsvoorwaarden vervult het § 4. Naast de naleving van de toelaatbaarheidsvoorwaarden vervult het
in artikel D.106 van het Wetboek bedoelde opleidingscentrum de in artikel D.106 van het Wetboek bedoelde opleidingscentrum de
volgende voorwaarden: volgende voorwaarden:
1° het bewijst dat het volgens het geval, ofwel in zijn taalgebied, 1° het bewijst dat het volgens het geval, ofwel in zijn taalgebied,
ofwel in zijn land, voorwaarden vervult die gelijkwaardig zijn aan die ofwel in zijn land, voorwaarden vervult die gelijkwaardig zijn aan die
bedoeld in § 2; bedoeld in § 2;
2° het heeft minstens een exploitatiezetel gelegen op het grondgebied 2° het heeft minstens een exploitatiezetel gelegen op het grondgebied
van het Franse taalgebied die opleidingsactiviteiten beschreven in dit van het Franse taalgebied die opleidingsactiviteiten beschreven in dit
besluit organiseert. besluit organiseert.
§ 5. In het kader van de selectie van projecten voldoen de opleiders § 5. In het kader van de selectie van projecten voldoen de opleiders
aan de voorwaarden van diploma's of gelijkwaardige titels, in aan de voorwaarden van diploma's of gelijkwaardige titels, in
voorkomend geval, van afdoende ervaring, zoals bepaald door de voorkomend geval, van afdoende ervaring, zoals bepaald door de
Minister en gebonden aan het voorwerp van de opleiding. De Minister Minister en gebonden aan het voorwerp van de opleiding. De Minister
bepaalt de afdoende ervaring. bepaalt de afdoende ervaring.
De stagebegeleiders voldoen aan de voorwaarden die door de Minister De stagebegeleiders voldoen aan de voorwaarden die door de Minister
zijn bepaald en die minstens verzekeren dat de stagebegeleider bevoegd zijn bepaald en die minstens verzekeren dat de stagebegeleider bevoegd
is voor de technische opleiding van het beroep. In geval van stage is voor de technische opleiding van het beroep. In geval van stage
geheel of gedeeltelijk in het buitenland zijn de voorwaarden waaraan geheel of gedeeltelijk in het buitenland zijn de voorwaarden waaraan
de stagebegeleider voldoet, minstens gelijkwaardig aan bovenvermelde de stagebegeleider voldoet, minstens gelijkwaardig aan bovenvermelde
voorwaarden. voorwaarden.
In geval van onvoldoende kandidaturen om te voldoen aan de behoeften In geval van onvoldoende kandidaturen om te voldoen aan de behoeften
aan opleiding kan de Minister, op behoorlijk met redenen omkleed aan opleiding kan de Minister, op behoorlijk met redenen omkleed
verzoek van het opleidingscentrum, afwijken van de in het eerste lid verzoek van het opleidingscentrum, afwijken van de in het eerste lid
bedoelde voorwaarden. In dit geval verzoekt het opleidingscentrum het bedoelde voorwaarden. In dit geval verzoekt het opleidingscentrum het
betrokken personeelslid om binnen het jaar volgend op zijn betrokken personeelslid om binnen het jaar volgend op zijn
indiensttreding de opleidingen te volgen die nodig zijn voor het indiensttreding de opleidingen te volgen die nodig zijn voor het
vergaren van kennis en vaardigheden vereist om de opleiding te vergaren van kennis en vaardigheden vereist om de opleiding te
verzekeren. verzekeren.
Het centrum zorgt ervoor om over opleiders en stagebegeleiders te Het centrum zorgt ervoor om over opleiders en stagebegeleiders te
beschikken die voldoen aan de voorwaarden bepaald in het kader van de beschikken die voldoen aan de voorwaarden bepaald in het kader van de
projectenoproep om het verloop van de opleidingen en van de stages projectenoproep om het verloop van de opleidingen en van de stages
tijdens de projectenoproep waarvoor het gekozen is, te verzekeren. tijdens de projectenoproep waarvoor het gekozen is, te verzekeren.
§ 6. Alleen de dossiers van de opleidingscentra die gunstig hebben § 6. Alleen de dossiers van de opleidingscentra die gunstig hebben
voldaan aan de toelaatbaarheidsvoorwaarden worden onderzocht voor de voldaan aan de toelaatbaarheidsvoorwaarden worden onderzocht voor de
naleving van de in § 2, 2°, bedoelde voorwaarden. naleving van de in § 2, 2°, bedoelde voorwaarden.
Het toelaatbare centrum kan dossiers in het kader van projectoproepen Het toelaatbare centrum kan dossiers in het kader van projectoproepen
die binnen twee kalenderjaar volgend op de beslissing gelanceerd zijn, die binnen twee kalenderjaar volgend op de beslissing gelanceerd zijn,
volgens een door de Minister bepaalde vereenvoudigde procedure volgens een door de Minister bepaalde vereenvoudigde procedure
indienen. Deze vereenvoudigde procedure verzekert jaarlijks dat het indienen. Deze vereenvoudigde procedure verzekert jaarlijks dat het
opleidingscentrum de toelaatbaarheidsvoorwaarden naleeft. opleidingscentrum de toelaatbaarheidsvoorwaarden naleeft.
De dienst gaat na of de selectiecriteria worden nageleefd en voert een De dienst gaat na of de selectiecriteria worden nageleefd en voert een
indeling van de projecten gekozen op basis van het advies van het indeling van de projecten gekozen op basis van het advies van het
selectiecomité uit. selectiecomité uit.
De Minister bepaalt de selectieprocedure en de lijst van de De Minister bepaalt de selectieprocedure en de lijst van de
begunstigden van de toelagen met inachtneming van het Waals programma begunstigden van de toelagen met inachtneming van het Waals programma
voor plattelandsontwikkeling en op basis van de door de dienst voor plattelandsontwikkeling en op basis van de door de dienst
bepaalde indeling. bepaalde indeling.

Art. 15.De Minister bepaalt de modaliteiten van de organisatie van de

Art. 15.De Minister bepaalt de modaliteiten van de organisatie van de

projectenoproepen. projectenoproepen.
De Minister bepaalt de data voor het lanceren van de projectenoproepen De Minister bepaalt de data voor het lanceren van de projectenoproepen
met inachtneming van de beschikbare begrotingen. met inachtneming van de beschikbare begrotingen.
De projectenoproep wordt bekendgemaakt op het portaal van de website De projectenoproep wordt bekendgemaakt op het portaal van de website
van de dienst. van de dienst.
De Minister bepaalt de data voor de indiening van de dossiers na het De Minister bepaalt de data voor de indiening van de dossiers na het
lanceren van de projectenoproepen. lanceren van de projectenoproepen.
Hij kiest de in artikel 14 bedoelde projecten binnen vier maanden na Hij kiest de in artikel 14 bedoelde projecten binnen vier maanden na
het lanceren van de projectenoproep. het lanceren van de projectenoproep.
De Minister kan de in artikel 14, § 2, bedoelde selectieprocedures De Minister kan de in artikel 14, § 2, bedoelde selectieprocedures
aanvullen en louter procedurele bijkomende voorwaarden bij de aanvullen en louter procedurele bijkomende voorwaarden bij de
projectenoproep toevoegen. Hij is ook bevoegd om de lijst van de bij projectenoproep toevoegen. Hij is ook bevoegd om de lijst van de bij
die aanvragen te voegen documenten met inachtneming van de Europese die aanvragen te voegen documenten met inachtneming van de Europese
wetgeving aan te vullen. wetgeving aan te vullen.
De Minister kan voorzien in specifieke bepalingen voor de tijdens het De Minister kan voorzien in specifieke bepalingen voor de tijdens het
kalenderjaar 2016 georganiseerde opleidingen. kalenderjaar 2016 georganiseerde opleidingen.

Art. 16.§ 1. Komt niet in aanmerking voor de toelagen :

Art. 16.§ 1. Komt niet in aanmerking voor de toelagen :

1° de natuurlijke of rechtspersoon die via zijn 1° de natuurlijke of rechtspersoon die via zijn
beroepsopleidingsactiviteit publicitaire of commerciële doeleinden beroepsopleidingsactiviteit publicitaire of commerciële doeleinden
heeft; heeft;
2° de opleidingsactiviteit die reeds door een openbare overheid 2° de opleidingsactiviteit die reeds door een openbare overheid
gesubsidieerd wordt. gesubsidieerd wordt.
Wat betreft het eerste lid, 2°, kan het opleidingscentrum waarvan het Wat betreft het eerste lid, 2°, kan het opleidingscentrum waarvan het
project gekozen is, toelagen genieten voor het saldo van de project gekozen is, toelagen genieten voor het saldo van de
financiering van zijn project, indien andere openbare toelagen de financiering van zijn project, indien andere openbare toelagen de
financiering van de activiteit gedeeltelijk dekken. financiering van de activiteit gedeeltelijk dekken.
§ 2.Het opleidingscentrum kan een deelname in de kosten ten laste van § 2.Het opleidingscentrum kan een deelname in de kosten ten laste van
de deelnemers verlangen voor zover de organisatie van de opleiding de deelnemers verlangen voor zover de organisatie van de opleiding
geen aanleiding geeft tot winsten uit hoofde van het geen aanleiding geeft tot winsten uit hoofde van het
opleidingscentrum. De deelname aan de kosten dekt een redelijk en opleidingscentrum. De deelname aan de kosten dekt een redelijk en
evenredig gedeelte van de algemene kosten die voortvloeien uit zijn evenredig gedeelte van de algemene kosten die voortvloeien uit zijn
opleidingsactiviteit en die niet gedekt zijn door toelagen. opleidingsactiviteit en die niet gedekt zijn door toelagen.
Afdeling 2. - Toekenningsmodaliteiten van de toelagen Afdeling 2. - Toekenningsmodaliteiten van de toelagen

Art. 17.Het in het kader van de projectenoproep gekozen

Art. 17.Het in het kader van de projectenoproep gekozen

opleidingscentrum geniet toelagen waarvan de bedragen binnen de perken opleidingscentrum geniet toelagen waarvan de bedragen binnen de perken
bedoeld in deze afdeling vastgesteld worden. bedoeld in deze afdeling vastgesteld worden.

Art. 18.Overeenkomstig artikel D.256 van het Wetboek zorgt de dienst

Art. 18.Overeenkomstig artikel D.256 van het Wetboek zorgt de dienst

voor het beheer en de administratieve en financiële controle van de voor het beheer en de administratieve en financiële controle van de
dossiers met inbegrip van de vaststelling van de onrechtmatige dossiers met inbegrip van de vaststelling van de onrechtmatige
betalingen. betalingen.
De Dienst wordt belast met de betaling van de toelagen met De Dienst wordt belast met de betaling van de toelagen met
uitzondering van het gedeelte gecofinancierd door de FEADER waarvan uitzondering van het gedeelte gecofinancierd door de FEADER waarvan
het betaalorgaan voor de betaling zorgt. het betaalorgaan voor de betaling zorgt.

Art. 19.De aan de beroepsopleidingscentra toegekende toelagen worden

Art. 19.De aan de beroepsopleidingscentra toegekende toelagen worden

beperkt als volgt : beperkt als volgt :
1° voor elk centrum dat aan de in artikel 4, § 4, eerste lid, bedoelde 1° voor elk centrum dat aan de in artikel 4, § 4, eerste lid, bedoelde
voorwaarden voldoet : voorwaarden voldoet :
a) 90,00 euro per uur theoretische cursus; a) 90,00 euro per uur theoretische cursus;
a) 110,00 euro per uur praktische cursus; a) 110,00 euro per uur praktische cursus;
2° voor elk centrum dat aan de in artikel 4, § 4, eerste lid, bedoelde 2° voor elk centrum dat aan de in artikel 4, § 4, eerste lid, bedoelde
voorwaarden voldoet : voorwaarden voldoet :
a) 75,00 euro per uur theoretische cursus; a) 75,00 euro per uur theoretische cursus;
a) 100,00 euro per uur praktische cursus. a) 100,00 euro per uur praktische cursus.
De in het eerste lid bedoelde toelagen dekken alle kosten gebonden aan De in het eerste lid bedoelde toelagen dekken alle kosten gebonden aan
de activiteiten met inbegrip, in voorkomend geval, van de de activiteiten met inbegrip, in voorkomend geval, van de
bezoldigingen, ereloon en vergoedingen van de opleider, de bezoldigingen, ereloon en vergoedingen van de opleider, de
organisatiekosten ten laste van het opleidingscentrum en de organisatiekosten ten laste van het opleidingscentrum en de
werkingkosten met inbegrip van de uren bestemd voor het examen. werkingkosten met inbegrip van de uren bestemd voor het examen.
De in het eerste lid bedoelde toelagen dekken de uren bestemd voor het De in het eerste lid bedoelde toelagen dekken de uren bestemd voor het
examen van de cursussen fytolicentie niet. examen van de cursussen fytolicentie niet.

Art. 20.§ 1. De toelagen toegekend aan de opleidingscentra voor de

Art. 20.§ 1. De toelagen toegekend aan de opleidingscentra voor de

organisatie van stages overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk 4 organisatie van stages overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk 4
worden bepaald op 500,00 euro per stagiair voor een minimale stageduur worden bepaald op 500,00 euro per stagiair voor een minimale stageduur
van twintig dagen en een maximale stageduur van zestig dagen. van twintig dagen en een maximale stageduur van zestig dagen.
§ 2.De stagiair krijgt een forfaitaire vergoeding van 8,00 euro voor § 2.De stagiair krijgt een forfaitaire vergoeding van 8,00 euro voor
een minimale stageduur van twintig dagen en een maximale stageduur van een minimale stageduur van twintig dagen en een maximale stageduur van
zestig dagen. zestig dagen.
De stagebegeleider krijgt een forfaitaire vergoeding van 8 euro per De stagebegeleider krijgt een forfaitaire vergoeding van 8 euro per
gepresteerde dag. Indien de stage bij meerdere stagebegeleiders wordt gepresteerde dag. Indien de stage bij meerdere stagebegeleiders wordt
uitgeoefend wordt de vergoeding verdeeld tussen de stagebegeleiders uitgeoefend wordt de vergoeding verdeeld tussen de stagebegeleiders
naar verhouding tot de duur van de periode waarin de stagiair stage naar verhouding tot de duur van de periode waarin de stagiair stage
loopt. loopt.
§ 3. Naar gelang van de beschikbare begrotingen kan de Minister in § 3. Naar gelang van de beschikbare begrotingen kan de Minister in
januari van elk jaar het bedrag van de plafonds van de toelagen en januari van elk jaar het bedrag van de plafonds van de toelagen en
vergoedingen op grond van de gezondheidsindex 2013 indexeren door de vergoedingen op grond van de gezondheidsindex 2013 indexeren door de
in de §§ 1 en 2 en in artikel 19 bedoelde bedragen te vermenigvuldigen in de §§ 1 en 2 en in artikel 19 bedoelde bedragen te vermenigvuldigen
met de gezondheidsindex van december van het vorige jaar gedeeld door met de gezondheidsindex van december van het vorige jaar gedeeld door
de gezondheidsindex van december van het jaar 2015. de gezondheidsindex van december van het jaar 2015.
Afdeling 3. - Betaling van de toelagen Afdeling 3. - Betaling van de toelagen

Art. 21.De bezoldigingen, ereloon, toelagen en vergoedingen die

Art. 21.De bezoldigingen, ereloon, toelagen en vergoedingen die

krachtens hoofdstuk 4 worden toegekend, worden volledig aan de krachtens hoofdstuk 4 worden toegekend, worden volledig aan de
opleidingscentra gestort. opleidingscentra gestort.
De opleidingscentra zijn verantwoordelijk voor de verdeling tussen de De opleidingscentra zijn verantwoordelijk voor de verdeling tussen de
verschillende rechthebbenden en begunstigden. verschillende rechthebbenden en begunstigden.
Der Minister bepaalt de uitgaven die als kosten bedoeld in artikel 19, Der Minister bepaalt de uitgaven die als kosten bedoeld in artikel 19,
tweede lid, in aanmerking komen, de modaliteiten voor de toekenning en tweede lid, in aanmerking komen, de modaliteiten voor de toekenning en
de uitbetaling van de toelagen aan de opleidingscentra alsook de de uitbetaling van de toelagen aan de opleidingscentra alsook de
modaliteiten voor de indiening van de schuldvorderingsverklaringen. modaliteiten voor de indiening van de schuldvorderingsverklaringen.

Art. 22.Het beroepsopleidingscentrum maakt uiterlijk op 31 maart van

Art. 22.Het beroepsopleidingscentrum maakt uiterlijk op 31 maart van

elk jaar een verslag, waarvan het model door de Minister wordt elk jaar een verslag, waarvan het model door de Minister wordt
bepaald, over de opleidingsprogramma's die gedurende het afgelopen bepaald, over de opleidingsprogramma's die gedurende het afgelopen
schooljaar zijn gegeven, aan de dienst over. schooljaar zijn gegeven, aan de dienst over.
De Minister kan bijkomende inlichtingen aan de opleidingscentra vragen De Minister kan bijkomende inlichtingen aan de opleidingscentra vragen
om de behoefte aan opleiding op het grondgebied te identificeren. om de behoefte aan opleiding op het grondgebied te identificeren.
HOOFDSTUK V. - Controle HOOFDSTUK V. - Controle

Art. 23.Overeenkomstig artikel D.393 van het Wetboek worden de

Art. 23.Overeenkomstig artikel D.393 van het Wetboek worden de

controle en het toezicht van titel 4, hoofdstuk 2, van het Wetboek en controle en het toezicht van titel 4, hoofdstuk 2, van het Wetboek en
van dit besluit, uitgeoefend overeenkomstig het decreet van 5 februari van dit besluit, uitgeoefend overeenkomstig het decreet van 5 februari
1998 houdende toezicht en controle op de naleving van de wetgeving 1998 houdende toezicht en controle op de naleving van de wetgeving
betreffende de omscholing en de bijscholing en van andere decreten met betreffende de omscholing en de bijscholing en van andere decreten met
een gelijksoortig doel, gewijzigd bij het decreet van 22 november een gelijksoortig doel, gewijzigd bij het decreet van 22 november
2007. 2007.
De sociale inspectie gaat minstens na of het opleidingscentrum over de De sociale inspectie gaat minstens na of het opleidingscentrum over de
aangepaste capaciteiten in termen van kwalificaties van het personeel aangepaste capaciteiten in termen van kwalificaties van het personeel
en van regelmatige opleiding beschikt om zijn opdracht tot een goede en van regelmatige opleiding beschikt om zijn opdracht tot een goede
einde te brengen. einde te brengen.

Art. 24.Overeenkomstig de artikelen 48 tot 51 en 53 van

Art. 24.Overeenkomstig de artikelen 48 tot 51 en 53 van

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 809/2014 van de Commissie van 17 juli Uitvoeringsverordening (EU) nr. 809/2014 van de Commissie van 17 juli
2014 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) 2014 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU)
nr.1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het nr.1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het
geïntegreerd beheers- en controlesysteem, geïntegreerd beheers- en controlesysteem,
plattelandsontwikkelingsmaatregelen en de randvoorwaarden gaat het plattelandsontwikkelingsmaatregelen en de randvoorwaarden gaat het
betaalorgaan of de instelling waaraan het zijn controleopdrachten betaalorgaan of de instelling waaraan het zijn controleopdrachten
geheel of gedeeltelijk overdraagt, via een administratieve geheel of gedeeltelijk overdraagt, via een administratieve
steekproefcontrole ter plaatse na of de in dit besluit bedoelde steekproefcontrole ter plaatse na of de in dit besluit bedoelde
bepalingen nageleefd worden. bepalingen nageleefd worden.
HOOFDSTUK VI. - Sancties HOOFDSTUK VI. - Sancties

Art. 25.Overeenkomstig artikel 60 van Verordening (EU) nr.1306/2013

Art. 25.Overeenkomstig artikel 60 van Verordening (EU) nr.1306/2013

komt een opleidingscentrum van wie is komen vast te staan dat het de komt een opleidingscentrum van wie is komen vast te staan dat het de
voorwaarden vereist voor zijn selectie in het kader van de in artikel voorwaarden vereist voor zijn selectie in het kader van de in artikel
4 bedoelde projectoproep kunstmatig heeft gecreëerd, niet in 4 bedoelde projectoproep kunstmatig heeft gecreëerd, niet in
aanmerking voor de toelagen bedoeld in hoofdstuk 4, afdeling 2. aanmerking voor de toelagen bedoeld in hoofdstuk 4, afdeling 2.

Art. 26.Voor de niet-gecofinancierde steun en wanneer het

Art. 26.Voor de niet-gecofinancierde steun en wanneer het

opleidingscentrum, de stagiair of de stagebegeleider zijn opleidingscentrum, de stagiair of de stagebegeleider zijn
verplichtingen bedoeld in het Wetboek of in dit besluit niet naleeft, verplichtingen bedoeld in het Wetboek of in dit besluit niet naleeft,
wordt het deel van de hem verschuldigde toelage verminderd naar wordt het deel van de hem verschuldigde toelage verminderd naar
verhouding van de ernst van de niet-naleving van die verplichtingen en verhouding van de ernst van de niet-naleving van die verplichtingen en
van de financiële gevolgen van de onregelmatigheid. van de financiële gevolgen van de onregelmatigheid.
Voor de overeenkomstig artikel 35 van verordening nr. 640/2014 van de Voor de overeenkomstig artikel 35 van verordening nr. 640/2014 van de
Commissie tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1306/2013 Commissie tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1306/2013
gecofinancierde steun wordt de bijstand geweigerd of volledig gecofinancierde steun wordt de bijstand geweigerd of volledig
ingetrokken in geval van ernstige niet-conformiteit of wanneer vast ingetrokken in geval van ernstige niet-conformiteit of wanneer vast
komt te staan dat de landbouwer valse informatie heeft verstrekt om komt te staan dat de landbouwer valse informatie heeft verstrekt om
bijstand te ontvangen, of verzuimd heeft de nodige informatie te bijstand te ontvangen, of verzuimd heeft de nodige informatie te
verstrekken. Overigens wordt de begunstigde voor het kalenderjaar van verstrekken. Overigens wordt de begunstigde voor het kalenderjaar van
de bevinding en het daaropvolgende kalenderjaar uit een gelijke de bevinding en het daaropvolgende kalenderjaar uit een gelijke
maatregel of een gelijk soort verrichtingen uitgesloten. maatregel of een gelijk soort verrichtingen uitgesloten.
De Minister bepaalt de berekeningswijze van de vermindering. De Minister bepaalt de berekeningswijze van de vermindering.

Art. 27.De invordering van de toelagen wordt overeenkomstig de

Art. 27.De invordering van de toelagen wordt overeenkomstig de

artikelen D.258 tot D.260 van het Wetboek uitgevoerd. artikelen D.258 tot D.260 van het Wetboek uitgevoerd.
Overeenkomstig artikel D.17 van het Wetboek beschikt de landbouwer Overeenkomstig artikel D.17 van het Wetboek beschikt de landbouwer
over 45 werkdagen om een beroep bij de dienst in te dienen voor de over 45 werkdagen om een beroep bij de dienst in te dienen voor de
toelagen die volledig ten laste zijn van het Waalse Gewest. toelagen die volledig ten laste zijn van het Waalse Gewest.
HOOFDSTUK VII. - Gevallen van overmacht en uitzonderlijke HOOFDSTUK VII. - Gevallen van overmacht en uitzonderlijke
omstandigheden omstandigheden

Art. 28.Overeenkomstig artikel 2, § 2, van Verordening (EU) nr.

Art. 28.Overeenkomstig artikel 2, § 2, van Verordening (EU) nr.

1306/2013 van 17 december 2013 worden erkend als geval van overmacht 1306/2013 van 17 december 2013 worden erkend als geval van overmacht
of uitzonderlijke omstandigheden : of uitzonderlijke omstandigheden :
1° het overlijden van de verantwoordelijke van het opleidingscentrum, 1° het overlijden van de verantwoordelijke van het opleidingscentrum,
van de opleider of van de stagebegeleider; van de opleider of van de stagebegeleider;
2° de langdurige arbeidsongeschiktheid van de opleider en van de 2° de langdurige arbeidsongeschiktheid van de opleider en van de
stagebegeleider; stagebegeleider;
3° de kortdurende ongeschiktheid voor de deelnemer of de stagiair om 3° de kortdurende ongeschiktheid voor de deelnemer of de stagiair om
de opleidingscursussen of de stage bij te wonen; die ongeschiktheid de opleidingscursussen of de stage bij te wonen; die ongeschiktheid
wordt door een medisch getuigschrift afgeleverd door een wordt door een medisch getuigschrift afgeleverd door een
geneesheer-specialist bevestigd; geneesheer-specialist bevestigd;
4° een ernstige natuurramp die het bedrijf van de stagebegeleider of 4° een ernstige natuurramp die het bedrijf van de stagebegeleider of
de organisatie van de opleidingen zwaar treft; de organisatie van de opleidingen zwaar treft;
5° de vernietiging door een ongeluk van de gebouwen van het bedrijf 5° de vernietiging door een ongeluk van de gebouwen van het bedrijf
van de stagebegeleider of van de plaats waarin de opleiding van de stagebegeleider of van de plaats waarin de opleiding
plaatsvindt; plaatsvindt;
6° de onteigening van het volledige bedrijf of een groot deel van het 6° de onteigening van het volledige bedrijf of een groot deel van het
bedrijf van de stagebegeleider of van de plaats waarin de opleidingen bedrijf van de stagebegeleider of van de plaats waarin de opleidingen
plaatsvinden, voor zover deze onteigening op de dag van begin van de plaatsvinden, voor zover deze onteigening op de dag van begin van de
stage niet was te voorzien. stage niet was te voorzien.
De Minister kan andere gevallen van overmacht of buitengewone De Minister kan andere gevallen van overmacht of buitengewone
omstandigheid bepalen. omstandigheid bepalen.
Indien een opleiding niet georganiseerd is wegens een geval van Indien een opleiding niet georganiseerd is wegens een geval van
overmacht of van buitengewone omstandigheden behouden het overmacht of van buitengewone omstandigheden behouden het
opleidingscentrum, de stagiair en de stagebegeleider respectievelijk opleidingscentrum, de stagiair en de stagebegeleider respectievelijk
de toelage of de forfaitaire vergoeding gebonden aan die opleiding de toelage of de forfaitaire vergoeding gebonden aan die opleiding
voor zover ze de desbetreffende bewijzen leveren binnen de termijn voor zover ze de desbetreffende bewijzen leveren binnen de termijn
bedoeld in artikel 4, 2., van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. bedoeld in artikel 4, 2., van Gedelegeerde Verordening (EU) nr.
640/2014 van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van 640/2014 van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van
Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad
wat betreft het geïntegreerd beheers- en controlesysteem en de wat betreft het geïntegreerd beheers- en controlesysteem en de
voorwaarden voor weigering of intrekking van betalingen en voor voorwaarden voor weigering of intrekking van betalingen en voor
administratieve sancties in het kader van rechtstreekse betalingen, administratieve sancties in het kader van rechtstreekse betalingen,
plattelandsontwikkelingsbijstand en de randvoorwaarden. plattelandsontwikkelingsbijstand en de randvoorwaarden.
HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen

Art. 29.In het besluit van de Waalse Regering van 18 september 2008

Art. 29.In het besluit van de Waalse Regering van 18 september 2008

ter uitvoering van het decreet van 12 juli 2001 betreffende de ter uitvoering van het decreet van 12 juli 2001 betreffende de
beroepsopleiding in de landbouw, gewijzigd bij de besluiten van de beroepsopleiding in de landbouw, gewijzigd bij de besluiten van de
Waalse Regering van 27 maart 2009, 24 maart 2010, 9 juli 2015 en 8 Waalse Regering van 27 maart 2009, 24 maart 2010, 9 juli 2015 en 8
oktober 2015 wordt een artikel 1/1 ingevoegd, luidend als volgt : oktober 2015 wordt een artikel 1/1 ingevoegd, luidend als volgt :
«

Art. 1/1.Dit besluit is uitsluitend van toepassing op de

«

Art. 1/1.Dit besluit is uitsluitend van toepassing op de

bijenopleiding. » bijenopleiding. »

Art. 30.In afwijking van artikel 29 blijven de activiteiten

Art. 30.In afwijking van artikel 29 blijven de activiteiten

georganiseerd door de opleidingscentra en de verenigingen van erkende georganiseerd door de opleidingscentra en de verenigingen van erkende
liefhebbers krachtens het besluit van de Waalse Regering van 18 liefhebbers krachtens het besluit van de Waalse Regering van 18
september 2008 ter uitvoering van het decreet van 12 juli 2001 september 2008 ter uitvoering van het decreet van 12 juli 2001
betreffende de beroepsopleiding in de landbouw, en goedgekeurd door de betreffende de beroepsopleiding in de landbouw, en goedgekeurd door de
Minister vóór 31 december 2015, onderworpen aan de bepalingen van het Minister vóór 31 december 2015, onderworpen aan de bepalingen van het
besluit van de Waalse Regering van 18 september 2008 ter uitvoering besluit van de Waalse Regering van 18 september 2008 ter uitvoering
van het decreet van 12 juli 2001 betreffende de beroepsopleiding in de van het decreet van 12 juli 2001 betreffende de beroepsopleiding in de
landbouw. landbouw.
In afwijking van artikel 29 blijven de opleidingen georganiseerd in In afwijking van artikel 29 blijven de opleidingen georganiseerd in
het kader van de bijenteelt krachtens het besluit van de Waalse het kader van de bijenteelt krachtens het besluit van de Waalse
Regering van 18 september 2008 ter uitvoering van het decreet van 12 Regering van 18 september 2008 ter uitvoering van het decreet van 12
juli 2001 betreffende de beroepsopleiding in de landbouw en juli 2001 betreffende de beroepsopleiding in de landbouw en
goedgekeurd door de Minister vóór 31 december 2015 onderworpen aan de goedgekeurd door de Minister vóór 31 december 2015 onderworpen aan de
bepalingen van het besluit van de Waalse Regering van 18 september bepalingen van het besluit van de Waalse Regering van 18 september
2008 ter uitvoering van het decreet van 12 juli 2001 betreffende de 2008 ter uitvoering van het decreet van 12 juli 2001 betreffende de
beroepsopleiding in de landbouw. beroepsopleiding in de landbouw.
De stages die overeenkomstig het besluit van de Waalse Regering van 18 De stages die overeenkomstig het besluit van de Waalse Regering van 18
september 2008 ter uitvoering van het decreet van 12 juli 2001 september 2008 ter uitvoering van het decreet van 12 juli 2001
betreffende de beroepsopleiding in de landbouw voor de betreffende de beroepsopleiding in de landbouw voor de
inwerkingtreding van dit besluit worden verricht, worden in het kader inwerkingtreding van dit besluit worden verricht, worden in het kader
van dit besluit gevaloriseerd voor een maximale duur van zestig dagen van dit besluit gevaloriseerd voor een maximale duur van zestig dagen
per stagiair. per stagiair.

Art. 31.Dit besluit waarborgt de naleving van de bepalingen van de

Art. 31.Dit besluit waarborgt de naleving van de bepalingen van de

artikelen 1, 3 tot 10, 12, 13 en 21 van Verordening (EG) nr. 702/2014 artikelen 1, 3 tot 10, 12, 13 en 21 van Verordening (EG) nr. 702/2014
van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun
in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond
van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard. de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard.

Art. 32.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het

Art. 32.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het

Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt. Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt.

Art. 33.De Minister van Landbouw is belast met de uitvoering van dit

Art. 33.De Minister van Landbouw is belast met de uitvoering van dit

besluit. besluit.
Namen, 28 januari 2016. Namen, 28 januari 2016.
De Minister-President, De Minister-President,
P. MAGNETTE P. MAGNETTE
De Minister van Landbouw, Natuur, Landelijke Aangelegenheden, Toerisme De Minister van Landbouw, Natuur, Landelijke Aangelegenheden, Toerisme
en Sportinfrastructuren, afgevaardigde voor de Vertegenwoordiging bij en Sportinfrastructuren, afgevaardigde voor de Vertegenwoordiging bij
de Grote Regio, de Grote Regio,
R. COLLIN R. COLLIN
^