| Besluit van de Waalse Regering betreffende de basisopleiding aanvankelijke en de aanvullende voortgezette opleiding, en de evaluatie van de nodige kennis voor het verkrijgen van een fytolicentie | Besluit van de Waalse Regering betreffende de basisopleiding aanvankelijke en de aanvullende voortgezette opleiding, en de evaluatie van de nodige kennis voor het verkrijgen van een fytolicentie |
|---|---|
| WAALSE OVERHEIDSDIENST | WAALSE OVERHEIDSDIENST |
| 28 APRIL 2016. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de | 28 APRIL 2016. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de |
| basisopleiding aanvankelijke en de aanvullende voortgezette opleiding, | basisopleiding aanvankelijke en de aanvullende voortgezette opleiding, |
| en de evaluatie van de nodige kennis voor het verkrijgen van een | en de evaluatie van de nodige kennis voor het verkrijgen van een |
| fytolicentie | fytolicentie |
| De Waalse Regering, | De Waalse Regering, |
| Gelet op het Waalse Landbouwwetboek, de artikelen D.5, D.6, D. 17, § | Gelet op het Waalse Landbouwwetboek, de artikelen D.5, D.6, D. 17, § |
| 1, tweede lid 2, D.95, D.102, D.105, D.113 en D.114; | 1, tweede lid 2, D.95, D.102, D.105, D.113 en D.114; |
| Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 29 | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 29 |
| januari 2016; | januari 2016; |
| Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 29 | Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 29 |
| februari 2016; | februari 2016; |
| Gelet op het overleg gepleegd tussen de Gewestregeringen en de | Gelet op het overleg gepleegd tussen de Gewestregeringen en de |
| Federale overheid op 19 februari 2016; | Federale overheid op 19 februari 2016; |
| Gelet op advies nr. 59.063/4 van de Raad van State, gegeven op 30 | Gelet op advies nr. 59.063/4 van de Raad van State, gegeven op 30 |
| maart 2016, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de | maart 2016, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de |
| wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
| Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 28 januari 2016 | Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 28 januari 2016 |
| houdende uitvoering van hoofdstuk II van Titel IV van het Waalse | houdende uitvoering van hoofdstuk II van Titel IV van het Waalse |
| Landbouwwetboek betreffende de beroepsopleiding in de landbouw; | Landbouwwetboek betreffende de beroepsopleiding in de landbouw; |
| Gelet op het ministerieel besluit van 24 juli 2013 houdende validatie | Gelet op het ministerieel besluit van 24 juli 2013 houdende validatie |
| van de programma's van de basisopleiding die toegang geeft tot de | van de programma's van de basisopleiding die toegang geeft tot de |
| fytolicenties "Assistent professioneel gebruik", "Professioneel | fytolicenties "Assistent professioneel gebruik", "Professioneel |
| gebruik", "Distributie/Voorlichting" en "Distributie/voorlichting | gebruik", "Distributie/Voorlichting" en "Distributie/voorlichting |
| producten voor niet-professioneel gebruik - NP"; | producten voor niet-professioneel gebruik - NP"; |
| Gelet op het advies van de "Commission formation agricole" (Commissie | Gelet op het advies van de "Commission formation agricole" (Commissie |
| landbouwopleiding) nr. 7, gegeven op 4 april 2016; | landbouwopleiding) nr. 7, gegeven op 4 april 2016; |
| Op de voordracht van de Minister van Landbouw en de Minister van | Op de voordracht van de Minister van Landbouw en de Minister van |
| Leefmilieu; | Leefmilieu; |
| Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
| Besluit : | Besluit : |
| HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen | HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen |
| Afdeling 1. - Toepassingsgebied en begripsomschrijving | Afdeling 1. - Toepassingsgebied en begripsomschrijving |
Artikel 1.Dit besluit regelt overeenkomstig artikel 138 van de |
Artikel 1.Dit besluit regelt overeenkomstig artikel 138 van de |
| Grondwet een materie bedoeld in artikel 127 ervan. | Grondwet een materie bedoeld in artikel 127 ervan. |
| In afwijking van het eerste lid, overeenkomstig artikel D.95 van het | In afwijking van het eerste lid, overeenkomstig artikel D.95 van het |
| Wetboek, zijn de bepalingen betreffende de organisatie van de | Wetboek, zijn de bepalingen betreffende de organisatie van de |
| opleidingen en evaluaties van fytolicentie van toepassing op het | opleidingen en evaluaties van fytolicentie van toepassing op het |
| geheel van het grondgebied van het Waalse Gewest. | geheel van het grondgebied van het Waalse Gewest. |
Art. 2.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder : |
Art. 2.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder : |
| 1° het Wetboek : het Waals landbouwwetboek; | 1° het Wetboek : het Waals landbouwwetboek; |
| 2°. de basisopleiding : de opleiding die de voorwaarden vaststellen | 2°. de basisopleiding : de opleiding die de voorwaarden vaststellen |
| voor het verkrijgen van een fytolicentie en bedoeld in artikel 33 van | voor het verkrijgen van een fytolicentie en bedoeld in artikel 33 van |
| het koninklijk besluit van 19 maart 2013; | het koninklijk besluit van 19 maart 2013; |
| 3° de aanvullende opleiding: de opleiding die de voorwaarden | 3° de aanvullende opleiding: de opleiding die de voorwaarden |
| vaststellen voor de hernieuwing van een fytolicentie en bedoeld in | vaststellen voor de hernieuwing van een fytolicentie en bedoeld in |
| artikel 38 van het koninklijk besluit van 19 maart 2013; | artikel 38 van het koninklijk besluit van 19 maart 2013; |
| 4° de Minister : de Minister bevoegd voor Leefmilieu; | 4° de Minister : de Minister bevoegd voor Leefmilieu; |
| 5° de deelnemer : de persoon bedoeld in artikel D.98, 4° van het | 5° de deelnemer : de persoon bedoeld in artikel D.98, 4° van het |
| Wetboek; | Wetboek; |
| 6° de Administratie : de administratie in de zin van artikel D.3, 3°, | 6° de Administratie : de administratie in de zin van artikel D.3, 3°, |
| van het Wetboek of de instelling afgevaardigd door de administratie; | van het Wetboek of de instelling afgevaardigd door de administratie; |
| 7° de fytolicentie: het certificaat voor professioneel gebruik, | 7° de fytolicentie: het certificaat voor professioneel gebruik, |
| distributie of voorlichting van producten in de zin van artikel 2, | distributie of voorlichting van producten in de zin van artikel 2, |
| 11°, van het koninklijk besluit van 19 maart 2013; | 11°, van het koninklijk besluit van 19 maart 2013; |
| 8° het koninklijk besluit van 19 maart 2013: het koninklijk besluit | 8° het koninklijk besluit van 19 maart 2013: het koninklijk besluit |
| van 19 maart 2013 ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van | van 19 maart 2013 ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van |
| gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen; | gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen; |
| 9° het ministerieel besluit van 24 juli 2013: het ministerieel besluit | 9° het ministerieel besluit van 24 juli 2013: het ministerieel besluit |
| van 24 juli 2013 houdende validatie van de programma's van de | van 24 juli 2013 houdende validatie van de programma's van de |
| basisopleiding die toegang geeft tot de fytolicenties "Assistent | basisopleiding die toegang geeft tot de fytolicenties "Assistent |
| professioneel gebruik", "Professioneel gebruik", | professioneel gebruik", "Professioneel gebruik", |
| "Distributie/Voorlichting" en "Distributie/voorlichting producten voor | "Distributie/Voorlichting" en "Distributie/voorlichting producten voor |
| niet-professioneel gebruik - NP"; | niet-professioneel gebruik - NP"; |
| 10° het besluit van de Waalse Regering van 28 januari 2016: het | 10° het besluit van de Waalse Regering van 28 januari 2016: het |
| besluit van de Waalse Regering van 28 januari 2016 houdende uitvoering | besluit van de Waalse Regering van 28 januari 2016 houdende uitvoering |
| van hoofdstuk II van Titel IV van het Waalse Landbouwwetboek | van hoofdstuk II van Titel IV van het Waalse Landbouwwetboek |
| betreffende de beroepsopleiding in de landbouw; | betreffende de beroepsopleiding in de landbouw; |
| 11° de evaluatie: de verificatie van de grondige kennis van de | 11° de evaluatie: de verificatie van de grondige kennis van de |
| onderwerpen bedoeld in bijlage 3 bij het koninklijk besluit van 19 | onderwerpen bedoeld in bijlage 3 bij het koninklijk besluit van 19 |
| maart 2013. | maart 2013. |
| De in het eerste lid bedoelde begripsomschrijvingen kunnen door de | De in het eerste lid bedoelde begripsomschrijvingen kunnen door de |
| Minister bepaald worden. | Minister bepaald worden. |
| Afdeling 2. - Erkenning van de opleidingscentra en evaluatiecentra | Afdeling 2. - Erkenning van de opleidingscentra en evaluatiecentra |
Art. 3.De Minister erkent de centra die basisopleidingen en |
Art. 3.De Minister erkent de centra die basisopleidingen en |
| aanvullende opleidingen organiseren alsook de centra die evaluaties | aanvullende opleidingen organiseren alsook de centra die evaluaties |
| uitvoeren. | uitvoeren. |
| Voorzover zij een aanvraag indienen bij de Administratie, zijn de | Voorzover zij een aanvraag indienen bij de Administratie, zijn de |
| centra die erkend kunnen worden de volgende: | centra die erkend kunnen worden de volgende: |
| 1° de opleidingscentra in de zin van artikel 2, 1°, van het besluit | 1° de opleidingscentra in de zin van artikel 2, 1°, van het besluit |
| van de Waalse Regering van 28 januari 2016 houdende uitvoering van | van de Waalse Regering van 28 januari 2016 houdende uitvoering van |
| hoofdstuk II van Titel IV van het Waalse Landbouwwetboek betreffende | hoofdstuk II van Titel IV van het Waalse Landbouwwetboek betreffende |
| de beroepsopleiding in de landbouw; | de beroepsopleiding in de landbouw; |
| 2° de "Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi" | 2° de "Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi" |
| (Waalse dienst voor beroepsopleiding en arbeidsbemiddeling) ingesteld | (Waalse dienst voor beroepsopleiding en arbeidsbemiddeling) ingesteld |
| bij artikel 2 van het decreet van 6 mei 1999 betreffende de "Office | bij artikel 2 van het decreet van 6 mei 1999 betreffende de "Office |
| wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi" (Waalse Dienst | wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi" (Waalse Dienst |
| voor Beroepsopleiding en Arbeidsbemiddeling) | voor Beroepsopleiding en Arbeidsbemiddeling) |
| 3° de operatoren bedoeld in artikel 2, 7°, van het decreet van 12 | 3° de operatoren bedoeld in artikel 2, 7°, van het decreet van 12 |
| januari 2012 betreffende de geïndividualiseerde begeleiding van de | januari 2012 betreffende de geïndividualiseerde begeleiding van de |
| werkzoekenden en betreffende de samenwerkingsregeling voor | werkzoekenden en betreffende de samenwerkingsregeling voor |
| inschakeling; | inschakeling; |
| 4° de centra bedoeld in artikel 2, 1°, van het decreet van 10 juli | 4° de centra bedoeld in artikel 2, 1°, van het decreet van 10 juli |
| 2013 betreffende de centra voor socioprofessionele inschakeling; | 2013 betreffende de centra voor socioprofessionele inschakeling; |
| 5° de verenigingen gesubsidieerd door het Waalse Gewest waarvan | 5° de verenigingen gesubsidieerd door het Waalse Gewest waarvan |
| sommige opdrachten in de lijn liggen van het Waals reductieprogramma | sommige opdrachten in de lijn liggen van het Waals reductieprogramma |
| voor pesticiden; | voor pesticiden; |
| 6° elk centrum die een opleiding of evaluatie wenst te organiseren, | 6° elk centrum die een opleiding of evaluatie wenst te organiseren, |
| toont voldoende bevoegdheden aan bepaald door de Minister en leeft de | toont voldoende bevoegdheden aan bepaald door de Minister en leeft de |
| voorwaarden na bedoeld in en krachtens dit besluit. | voorwaarden na bedoeld in en krachtens dit besluit. |
| De Minister bepaalt de modaliteiten voor de indiening van de | De Minister bepaalt de modaliteiten voor de indiening van de |
| erkenningsaanvraag bedoeld in het tweede lid, alsook de procedure voor | erkenningsaanvraag bedoeld in het tweede lid, alsook de procedure voor |
| het onderzoek van deze aanvraag. | het onderzoek van deze aanvraag. |
Art. 4.De Minister geeft de aanvrager kennis van zijn erkenning of |
Art. 4.De Minister geeft de aanvrager kennis van zijn erkenning of |
| van zijn weigering tot erkenning door elk middel dat een vaste datum | van zijn weigering tot erkenning door elk middel dat een vaste datum |
| aan de verzending verleent in de zin van de artikelen D.15 en D.16 van | aan de verzending verleent in de zin van de artikelen D.15 en D.16 van |
| het Wetboek, binnen zestig dagen na ontvangst van het volledige | het Wetboek, binnen zestig dagen na ontvangst van het volledige |
| aanvraagdossier. | aanvraagdossier. |
| In het geval van weigering van erkenning, kan de aanvrager een beroep | In het geval van weigering van erkenning, kan de aanvrager een beroep |
| indienen tegen deze beslissing volgens de modaliteiten bepaald door de | indienen tegen deze beslissing volgens de modaliteiten bepaald door de |
| Minister, met inachtneming van de artikelen D.17 en D.18 van het | Minister, met inachtneming van de artikelen D.17 en D.18 van het |
| Wetboek, binnen een termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum | Wetboek, binnen een termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum |
| van ontvangst van de kennisgeving van de beslissing. | van ontvangst van de kennisgeving van de beslissing. |
Art. 5.De Minister bepaalt de procedure voor de aanvraag tot |
Art. 5.De Minister bepaalt de procedure voor de aanvraag tot |
| verlenging van de erkenning, alsook de beroepsprocedure in geval van | verlenging van de erkenning, alsook de beroepsprocedure in geval van |
| weigering tot verlenging. | weigering tot verlenging. |
| Ten vroegste honderdtwintig dagen en ten laatste zestig dagen vóór de | Ten vroegste honderdtwintig dagen en ten laatste zestig dagen vóór de |
| einddatum van de geldigheidsduur van zijn erkenning bepaald bij | einddatum van de geldigheidsduur van zijn erkenning bepaald bij |
| artikel D.6, § 5, van het Wetboek, kan het centrum een aanvraag tot | artikel D.6, § 5, van het Wetboek, kan het centrum een aanvraag tot |
| verlenging van zijn erkenning indienen bij de Minister of zijn | verlenging van zijn erkenning indienen bij de Minister of zijn |
| afgevaardigde, volgens het model bepaald door de Minister. | afgevaardigde, volgens het model bepaald door de Minister. |
Art. 6.De lijst van de centra erkend krachtens dit besluit wordt |
Art. 6.De lijst van de centra erkend krachtens dit besluit wordt |
| bekendgemaakt op de website van de Waalse Overheidsdienst. | bekendgemaakt op de website van de Waalse Overheidsdienst. |
| HOOFDSTUK II. - Basisopleidingen en aanvullende opleidingen | HOOFDSTUK II. - Basisopleidingen en aanvullende opleidingen |
| Afdeling I. - Algemene bepalingen | Afdeling I. - Algemene bepalingen |
Art. 7.De centra erkend door de Minister overeenkomstig dit besluit |
Art. 7.De centra erkend door de Minister overeenkomstig dit besluit |
| kunnen basisopleidingen en aanvullende opleidingen organiseren | kunnen basisopleidingen en aanvullende opleidingen organiseren |
| overeenkomstig de artikelen 33 en 38 en bijlage 3 bij het koninklijk | overeenkomstig de artikelen 33 en 38 en bijlage 3 bij het koninklijk |
| besluit van 19 maart 2013. | besluit van 19 maart 2013. |
| De Minister bepaalt : | De Minister bepaalt : |
| 1° de minimale inhoud van het programma van de basisopleiding en de | 1° de minimale inhoud van het programma van de basisopleiding en de |
| aanvullende opleiding; | aanvullende opleiding; |
| 2° de voorwaarden waaraan de opleiders voldoen; | 2° de voorwaarden waaraan de opleiders voldoen; |
| 3° de toegangsvoorwaarden tot de opleidingen; | 3° de toegangsvoorwaarden tot de opleidingen; |
| 4° de manier waarop de aanwezigheid van de deelnemers op de | 4° de manier waarop de aanwezigheid van de deelnemers op de |
| opleidingen wordt gecontroleerd door het opleidingscentrum. | opleidingen wordt gecontroleerd door het opleidingscentrum. |
Art. 8.Elk opleidingscentrum kan aan de deelnemers deelnemingskosten |
Art. 8.Elk opleidingscentrum kan aan de deelnemers deelnemingskosten |
| vragen die de maximale bedragen bepaald door de Minister niet | vragen die de maximale bedragen bepaald door de Minister niet |
| overschrijden. | overschrijden. |
| Afdeling 2. - Basisopleidingen | Afdeling 2. - Basisopleidingen |
Art. 9.De Minister bepaalt de modaliteiten inzake de organisatie van |
Art. 9.De Minister bepaalt de modaliteiten inzake de organisatie van |
| basisopleidingen. | basisopleidingen. |
| Afdeling 3. - Aanvullende opleidingen | Afdeling 3. - Aanvullende opleidingen |
Art. 10.De Minister bepaalt de modaliteiten inzake de organisatie van |
Art. 10.De Minister bepaalt de modaliteiten inzake de organisatie van |
| aanvullende opleidingen. | aanvullende opleidingen. |
Art. 11.De Minister of zijn afgevaardigde erkent de opleidingsmodules |
Art. 11.De Minister of zijn afgevaardigde erkent de opleidingsmodules |
| van de centra voor aanvullende opleiding ten opzichte van de eisen | van de centra voor aanvullende opleiding ten opzichte van de eisen |
| bepaald bij artikel 7, rekening houdend met de taken en | bepaald bij artikel 7, rekening houdend met de taken en |
| verantwoordelijkheden van de houder van de fytolicentie. | verantwoordelijkheden van de houder van de fytolicentie. |
Art. 12.De Minister of zijn afgevaardigde maken de gegevens |
Art. 12.De Minister of zijn afgevaardigde maken de gegevens |
| betreffende de deelname aan de aanvullende opleidingen die nodig zijn | betreffende de deelname aan de aanvullende opleidingen die nodig zijn |
| voor de vernieuwing van de fytolicentie over aan de Federale | voor de vernieuwing van de fytolicentie over aan de Federale |
| Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en | Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en |
| Leefmilieu. | Leefmilieu. |
| HOOFDSTUK III. - Evaluatie | HOOFDSTUK III. - Evaluatie |
Art. 13.De Administratie of de centra erkend door de Minister |
Art. 13.De Administratie of de centra erkend door de Minister |
| overeenkomstig dit besluit kunnen de evaluaties organiseren die nodig | overeenkomstig dit besluit kunnen de evaluaties organiseren die nodig |
| zijn voor het verkrijgen of voor de vernieuwing van een fytolicentie | zijn voor het verkrijgen of voor de vernieuwing van een fytolicentie |
| overeenkomstig hoofdstuk 5 van het koninklijk besluit van 19 maart | overeenkomstig hoofdstuk 5 van het koninklijk besluit van 19 maart |
| 2013. | 2013. |
| De Minister bepaalt : | De Minister bepaalt : |
| 1° de toegangsvoorwaarden tot de evaluaties; | 1° de toegangsvoorwaarden tot de evaluaties; |
| 2° de modaliteiten en de methodes inzake evaluatie bedoeld in het | 2° de modaliteiten en de methodes inzake evaluatie bedoeld in het |
| eerste lid om de grondige kennis van de onderwerpen te controleren die | eerste lid om de grondige kennis van de onderwerpen te controleren die |
| vermeld zijn in bijlage 3 van het koninklijk besluit van 19 maart | vermeld zijn in bijlage 3 van het koninklijk besluit van 19 maart |
| 2013; | 2013; |
| 3° de minimale inhoud van de evaluaties; | 3° de minimale inhoud van de evaluaties; |
| 4° de modaliteiten voor het verkrijgen en het verlenen van een attest | 4° de modaliteiten voor het verkrijgen en het verlenen van een attest |
| van grondige kennis van deze onderwerpen; | van grondige kennis van deze onderwerpen; |
| 5° de beroepsmodaliteiten van de deelnemers. | 5° de beroepsmodaliteiten van de deelnemers. |
| De evaluatie van de kennissen vermeld in het koninklijk besluit van 19 | De evaluatie van de kennissen vermeld in het koninklijk besluit van 19 |
| maart 2013 is toegankelijk voor elke kandidaat voor de fytolicentie | maart 2013 is toegankelijk voor elke kandidaat voor de fytolicentie |
| die fytofarmaceutische producten wenst te gebruiken, verkopen of | die fytofarmaceutische producten wenst te gebruiken, verkopen of |
| aanbevelen in een beroepskader. | aanbevelen in een beroepskader. |
Art. 14.De deelnemer die de basisopleiding niet heeft gevolgd kan |
Art. 14.De deelnemer die de basisopleiding niet heeft gevolgd kan |
| slechts één keer toegang hebben tot de evaluatie betreffende de | slechts één keer toegang hebben tot de evaluatie betreffende de |
| fytolicentie die hij wenst te verkrijgen. | fytolicentie die hij wenst te verkrijgen. |
Art. 15.Elk evaluatiecentrum kan aan de deelnemers deelnemingskosten |
Art. 15.Elk evaluatiecentrum kan aan de deelnemers deelnemingskosten |
| vragen die de maximale bedragen bepaald door de Minister niet | vragen die de maximale bedragen bepaald door de Minister niet |
| overschrijden. | overschrijden. |
| HOOFDSTUK IV. - Controles en sancties | HOOFDSTUK IV. - Controles en sancties |
Art. 16.De Minister kan de erkenning van een centrum geheel of |
Art. 16.De Minister kan de erkenning van een centrum geheel of |
| gedeeltelijk intrekken wanneer : | gedeeltelijk intrekken wanneer : |
| 1° de erkenningsvoorwaarden niet meer vervuld zijn; | 1° de erkenningsvoorwaarden niet meer vervuld zijn; |
| 2° het centrum binnen de termijnen de nodige inlichtingen of | 2° het centrum binnen de termijnen de nodige inlichtingen of |
| bewijsstukken gevraagd door de Administratie niet verstrekt; | bewijsstukken gevraagd door de Administratie niet verstrekt; |
| 3° de verstrekte opleidingen de bepalingen bedoeld bij of krachtens | 3° de verstrekte opleidingen de bepalingen bedoeld bij of krachtens |
| dit besluit niet naleven; | dit besluit niet naleven; |
| 4° onregelmatigheden in de evaluaties of hun organisatie worden | 4° onregelmatigheden in de evaluaties of hun organisatie worden |
| vastgesteld; | vastgesteld; |
| 5° de controles belemmerd of belet worden door het centrum. | 5° de controles belemmerd of belet worden door het centrum. |
| De onregelmatigheden vastgesteld krachtens het eerste lid, 4°, sluiten | De onregelmatigheden vastgesteld krachtens het eerste lid, 4°, sluiten |
| geen andere gevolgen uit op de evaluaties die de Minister bepaalt. | geen andere gevolgen uit op de evaluaties die de Minister bepaalt. |
Art. 17.De Waalse Overheidsdienst kan ter plaatse de organisatie van |
Art. 17.De Waalse Overheidsdienst kan ter plaatse de organisatie van |
| de basisopleidingen of de aanvullende opleidingen controleren, alsook | de basisopleidingen of de aanvullende opleidingen controleren, alsook |
| de organisatie van de evaluaties, zonder het centrum te verwittigen. | de organisatie van de evaluaties, zonder het centrum te verwittigen. |
Art. 18.Als de Administratie een reden voor de intrekking van de |
Art. 18.Als de Administratie een reden voor de intrekking van de |
| erkenning vaststelt, deelt ze die mee aan het betrokken centrum binnen | erkenning vaststelt, deelt ze die mee aan het betrokken centrum binnen |
| dertig dagen van haar vaststelling door elk middel dat een vaste datum | dertig dagen van haar vaststelling door elk middel dat een vaste datum |
| aan de verzending verleent in de zin van de artikelen D.15 en D.16 van | aan de verzending verleent in de zin van de artikelen D.15 en D.16 van |
| het Wetboek. | het Wetboek. |
| Het centrum beschikt, op straffe van onontvankelijkheid, over dertig | Het centrum beschikt, op straffe van onontvankelijkheid, over dertig |
| dagen na de verzending bedoeld in het eerste lid om zijn bezwaren aan | dagen na de verzending bedoeld in het eerste lid om zijn bezwaren aan |
| de Administratie mee te delen door elk middel dat een vaste datum aan | de Administratie mee te delen door elk middel dat een vaste datum aan |
| de verzending verleent overeenkomstig de artikelen D.15 en D.16 van | de verzending verleent overeenkomstig de artikelen D.15 en D.16 van |
| het Wetboek. | het Wetboek. |
| Binnen vijftien dagen te rekenen vanaf de ontvangst van de bezwaren | Binnen vijftien dagen te rekenen vanaf de ontvangst van de bezwaren |
| van het centrum of van de vervaldatum bedoeld in het tweede lid, deelt | van het centrum of van de vervaldatum bedoeld in het tweede lid, deelt |
| de Administratie aan de Minister haar verslag mee, over de reden van | de Administratie aan de Minister haar verslag mee, over de reden van |
| de intrekking van de erkenning van het centrum vergezeld, in | de intrekking van de erkenning van het centrum vergezeld, in |
| voorkomend geval, van de analyse van zijn bezwaren. De Minister deelt | voorkomend geval, van de analyse van zijn bezwaren. De Minister deelt |
| zijn beslissing mee aan het centrum door elk middel dat vaste datum | zijn beslissing mee aan het centrum door elk middel dat vaste datum |
| aan de verzending verleent overeenkomstig de artikelen D.15 en D.16 | aan de verzending verleent overeenkomstig de artikelen D.15 en D.16 |
| van het Wetboek, binnen een termijn van vijftien dagen te rekenen van | van het Wetboek, binnen een termijn van vijftien dagen te rekenen van |
| de datum van ontvangst van het verslag van de Administratie. | de datum van ontvangst van het verslag van de Administratie. |
| De Minister bepaalt de modaliteiten van de procedure voor de | De Minister bepaalt de modaliteiten van de procedure voor de |
| intrekking van de erkenning en voor de aantekening van het beroep | intrekking van de erkenning en voor de aantekening van het beroep |
| tegen de beslissing bedoeld in het derde lid. | tegen de beslissing bedoeld in het derde lid. |
| HOOFDSTUK V. - Overgangs- en slotbepalingen | HOOFDSTUK V. - Overgangs- en slotbepalingen |
Art. 19.In afwijking van artikel 14, kan de deelnemer verschillende |
Art. 19.In afwijking van artikel 14, kan de deelnemer verschillende |
| keren toegang hebben tot de evaluatie wanneer hij de basisopleiding | keren toegang hebben tot de evaluatie wanneer hij de basisopleiding |
| niet gevolgd heeft, voor zover hij, vóór de inwerkingtreding van dit | niet gevolgd heeft, voor zover hij, vóór de inwerkingtreding van dit |
| besluit en van het ministerieel besluit aangenomen krachtens dit | besluit en van het ministerieel besluit aangenomen krachtens dit |
| besluit, een opleiding gevolgd heeft of aan het volgen is, op het | besluit, een opleiding gevolgd heeft of aan het volgen is, op het |
| ogenblik van deze inwerkingtreding, waarvan de inhoud overeenkomt met | ogenblik van deze inwerkingtreding, waarvan de inhoud overeenkomt met |
| de inhoud vastgelegd in het ministerieel besluit van 24 juli 2013. | de inhoud vastgelegd in het ministerieel besluit van 24 juli 2013. |
Art. 20.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
Art. 20.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
| Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt. | Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt. |
Art. 21.De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van |
Art. 21.De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van |
| dit besluit. | dit besluit. |
| Namen, 28 april 2016. | Namen, 28 april 2016. |
| De Minister-President, | De Minister-President, |
| P. MAGNETTE | P. MAGNETTE |
| De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening, Mobiliteit en | De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening, Mobiliteit en |
| Vervoer, en Dierenwelzijn, | Vervoer, en Dierenwelzijn, |
| C. DI ANTONIO | C. DI ANTONIO |
| De Minister van Landbouw, Natuur, Landelijke Aangelegenheden, Toerisme | De Minister van Landbouw, Natuur, Landelijke Aangelegenheden, Toerisme |
| en Luchthavens, afgevaardigde voor de Vertegenwoordiging bij de Grote | en Luchthavens, afgevaardigde voor de Vertegenwoordiging bij de Grote |
| Regio, | Regio, |
| R. COLLIN | R. COLLIN |