Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 14 december 2006 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de "initiatives de développement de l'emploi dans le secteur des services de proximité à finalité sociale" , afgekort : "I.D.E.S.S." | Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 14 december 2006 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de "initiatives de développement de l'emploi dans le secteur des services de proximité à finalité sociale" , afgekort : "I.D.E.S.S." |
---|---|
MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST | MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST |
21 JUNI 2007. - Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het | 21 JUNI 2007. - Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het |
decreet van 14 december 2006 betreffende de erkenning en de | decreet van 14 december 2006 betreffende de erkenning en de |
subsidiëring van de "initiatives de développement de l'emploi dans le | subsidiëring van de "initiatives de développement de l'emploi dans le |
secteur des services de proximité à finalité sociale" (initiatieven | secteur des services de proximité à finalité sociale" (initiatieven |
tot ontwikkeling van de werkgelegenheid in de sector van de | tot ontwikkeling van de werkgelegenheid in de sector van de |
buurtdiensten met een maatschappelijk doel), afgekort : "I.D.E.S.S." | buurtdiensten met een maatschappelijk doel), afgekort : "I.D.E.S.S." |
De Waalse Regering, | De Waalse Regering, |
Gelet op de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 | Gelet op de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 |
augustus 1980, inzonderheid op artikel 6, § 1, VI, 1°, en IX, 2°; | augustus 1980, inzonderheid op artikel 6, § 1, VI, 1°, en IX, 2°; |
Gelet op het samenwerkingsakkoord betreffende de meerwaardeneconomie, | Gelet op het samenwerkingsakkoord betreffende de meerwaardeneconomie, |
gesloten op 30 mei 2005 tussen de Staat, de Gewesten en de Duitstalige | gesloten op 30 mei 2005 tussen de Staat, de Gewesten en de Duitstalige |
Gemeenschap, waarmee ingestemd is bij decreet van 16 maart 2006; | Gemeenschap, waarmee ingestemd is bij decreet van 16 maart 2006; |
Gelet op het decreet van 14 december 2006 betreffende de erkenning en | Gelet op het decreet van 14 december 2006 betreffende de erkenning en |
de subsidiëring van de "Initiatives de développement de l'emploi dans | de subsidiëring van de "Initiatives de développement de l'emploi dans |
le secteur des services de proximité à finalité sociale", afgekort : | le secteur des services de proximité à finalité sociale", afgekort : |
"I.D.E.S.S.", inzonderheid op de artikelen 1, 2, 4 tot 9 en 12 tot 20; | "I.D.E.S.S.", inzonderheid op de artikelen 1, 2, 4 tot 9 en 12 tot 20; |
Gelet op het overleg gepleegd met de federale Minister van | Gelet op het overleg gepleegd met de federale Minister van |
Tewerkstelling, krachtens artikel 6, § 3bis, 1°, van de bijzondere wet | Tewerkstelling, krachtens artikel 6, § 3bis, 1°, van de bijzondere wet |
tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980; | tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980; |
Gelet op het advies nr. A 854 van de "Conseil économique et social de | Gelet op het advies nr. A 854 van de "Conseil économique et social de |
la Région wallonne" (Sociaal-Economische Raad van het Waalse Gewest), | la Région wallonne" (Sociaal-Economische Raad van het Waalse Gewest), |
aangenomen op 5 maart 2007; | aangenomen op 5 maart 2007; |
Gelet op het advies nr. A 856 van de "Conseil wallon de l'Economie | Gelet op het advies nr. A 856 van de "Conseil wallon de l'Economie |
sociale marchande" (Waalse Raad voor Sociale Markteconomie), | sociale marchande" (Waalse Raad voor Sociale Markteconomie), |
aangenomen op 19 maart 2007; | aangenomen op 19 maart 2007; |
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de "Office wallon de la | Gelet op het advies van het Beheerscomité van de "Office wallon de la |
Formation professionnelle et de l'Emploi" (Waalse Dienst voor | Formation professionnelle et de l'Emploi" (Waalse Dienst voor |
Beroepsopleiding en Arbeidsbemiddeling), gegeven op 27 februari 2007; | Beroepsopleiding en Arbeidsbemiddeling), gegeven op 27 februari 2007; |
Gelet op het advies nr. 10.5/2007 van de Federatie van de openbare | Gelet op het advies nr. 10.5/2007 van de Federatie van de openbare |
centra voor maatschappelijk welzijn van de "Union des villes et | centra voor maatschappelijk welzijn van de "Union des villes et |
communes de Wallonie" (Vereniging van de steden en gemeenten van | communes de Wallonie" (Vereniging van de steden en gemeenten van |
Wallonië), opgenomen in het advies van de hierna bedoelde "Conseil | Wallonië), opgenomen in het advies van de hierna bedoelde "Conseil |
supérieur des villes, communes et provinces de la Région wallonne" | supérieur des villes, communes et provinces de la Région wallonne" |
(Hoge raad van de steden, gemeenten en provincies van het Waalse | (Hoge raad van de steden, gemeenten en provincies van het Waalse |
Gewest); | Gewest); |
Gelet op het advies nr. 10/2007 van de "Conseil supérieur des villes, | Gelet op het advies nr. 10/2007 van de "Conseil supérieur des villes, |
communes et provinces de la Région wallonne", gegeven op 2 maart 2007; | communes et provinces de la Région wallonne", gegeven op 2 maart 2007; |
Gelet op het advies van de adviescommissie van het geïntegreerde | Gelet op het advies van de adviescommissie van het geïntegreerde |
insluitingsstelsel, gegeven op 6 maart 2007; | insluitingsstelsel, gegeven op 6 maart 2007; |
Gelet op het proces-verbaal opgemaakt op 23 februari door het Comité C | Gelet op het proces-verbaal opgemaakt op 23 februari door het Comité C |
van de provinciale en lokale openbare diensten - subsectie "Waals | van de provinciale en lokale openbare diensten - subsectie "Waals |
Gewest"; | Gewest"; |
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 22 | Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 22 |
januari 2007; | januari 2007; |
Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 24 | Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 24 |
januari 2007; | januari 2007; |
Gelet op het advies nr. 42.776/2 van de Raad van State, gegeven op 26 | Gelet op het advies nr. 42.776/2 van de Raad van State, gegeven op 26 |
april 2007, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de | april 2007, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de |
gecoördineerde wetten op de Raad van State; | gecoördineerde wetten op de Raad van State; |
Overwegende dat de Regering, overeenkomstig het samenwerkingsakkoord | Overwegende dat de Regering, overeenkomstig het samenwerkingsakkoord |
betreffende de meerwaardeneconomie, gesloten op 30 mei 2005 tussen de | betreffende de meerwaardeneconomie, gesloten op 30 mei 2005 tussen de |
federale Staat, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest, het Brussels | federale Staat, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest, het Brussels |
Hoofdstedelijk Gewest en de Duitstalige Gemeenschap en waarmee is | Hoofdstedelijk Gewest en de Duitstalige Gemeenschap en waarmee is |
ingestemd bij decreet van 16 maart 2006, van plan is in het raam van | ingestemd bij decreet van 16 maart 2006, van plan is in het raam van |
haar bevoegdheden de nodige maatregelen te nemen en middelen vrij te | haar bevoegdheden de nodige maatregelen te nemen en middelen vrij te |
maken met het oog op de ontwikkeling van de eerste pijler van de | maken met het oog op de ontwikkeling van de eerste pijler van de |
meerwaardeneconomie bedoeld in artikel 1 van genoemd | meerwaardeneconomie bedoeld in artikel 1 van genoemd |
samenwerkingsakkoord; | samenwerkingsakkoord; |
Overwegende dat de Regering, om de ontwikkeling en de structurele | Overwegende dat de Regering, om de ontwikkeling en de structurele |
verankering van de buurtdiensten voort te zetten en om in te spelen op | verankering van de buurtdiensten voort te zetten en om in te spelen op |
de individuele en collectieve behoeften op plaatselijk niveau, van | de individuele en collectieve behoeften op plaatselijk niveau, van |
plan is de tewerkstellingsmogelijkheden aanzienlijk te verhogen zodat | plan is de tewerkstellingsmogelijkheden aanzienlijk te verhogen zodat |
genoemde diensten ruimschoots kunnen bijdragen tot de versterking van | genoemde diensten ruimschoots kunnen bijdragen tot de versterking van |
de sociale cohesie, voornamelijk via de participatieve benadering die | de sociale cohesie, voornamelijk via de participatieve benadering die |
hen kenmerkt; | hen kenmerkt; |
Overwegende dat de Regering zodoende wil dat een maximum kansen ten | Overwegende dat de Regering zodoende wil dat een maximum kansen ten |
gunste van de risicogroepen tot stand gebracht worden. In dat raam | gunste van de risicogroepen tot stand gebracht worden. In dat raam |
werd, behalve de langdurige werklozen, vanuit een loopbaanperspectief | werd, behalve de langdurige werklozen, vanuit een loopbaanperspectief |
een bijzondere aandacht gegeven aan de duurzame inschakeling van | een bijzondere aandacht gegeven aan de duurzame inschakeling van |
leefloners en rechthebbenden op een financiële sociale hulpverlening; | leefloners en rechthebbenden op een financiële sociale hulpverlening; |
Op de voordracht van de Minister van Economie, Tewerkstelling en | Op de voordracht van de Minister van Economie, Tewerkstelling en |
Buitenlandse Handel; | Buitenlandse Handel; |
Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
Besluit : | Besluit : |
HOOFDSTUK I. - Definities | HOOFDSTUK I. - Definities |
Artikel 1.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder : |
Artikel 1.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder : |
1° "decreet" : het decreet van 14 december 2006 betreffende de | 1° "decreet" : het decreet van 14 december 2006 betreffende de |
erkenning en de subsidiëring van de "Initiatives de développement de | erkenning en de subsidiëring van de "Initiatives de développement de |
l'emploi dans le secteur des services de proximité à finalité | l'emploi dans le secteur des services de proximité à finalité |
sociale", afgekort : "I.D.E.S.S."; | sociale", afgekort : "I.D.E.S.S."; |
2° "I.D.E.S.S." : één van de instellingen bedoeld in artikel 1, eerste | 2° "I.D.E.S.S." : één van de instellingen bedoeld in artikel 1, eerste |
lid, 1°, van het decreet; | lid, 1°, van het decreet; |
3° "buurtdiensten met een maatschappelijk doel" : de diensten bedoeld | 3° "buurtdiensten met een maatschappelijk doel" : de diensten bedoeld |
in artikel 1, eerste lid, 2°, van het decreet en omschreven in artikel | in artikel 1, eerste lid, 2°, van het decreet en omschreven in artikel |
2; | 2; |
4° "travailleurs" : de personen bedoeld in artikel 1, eerste lid, 3°, | 4° "travailleurs" : de personen bedoeld in artikel 1, eerste lid, 3°, |
van het decreet; | van het decreet; |
5° "begunstigden" : de personen bedoeld in artikel 1, eerste lid, 4°, | 5° "begunstigden" : de personen bedoeld in artikel 1, eerste lid, 4°, |
van het decreet en nader bepaald in artikel 3; | van het decreet en nader bepaald in artikel 3; |
6° "Minister" : de Minister die bevoegd is voor Tewerkstelling en | 6° "Minister" : de Minister die bevoegd is voor Tewerkstelling en |
Sociale Economie; | Sociale Economie; |
7° "Administratie". de Directie "Emploi et Immigration" van de | 7° "Administratie". de Directie "Emploi et Immigration" van de |
Afdeling "Emploi et Formation professionnelle" van het | Afdeling "Emploi et Formation professionnelle" van het |
directoraat-generaal "Economie et Emploi" van het Ministerie van het | directoraat-generaal "Economie et Emploi" van het Ministerie van het |
Waalse Gewest; | Waalse Gewest; |
8° "Commissie" : de erkennings- en opvolgingscommissie van de | 8° "Commissie" : de erkennings- en opvolgingscommissie van de |
"I.D.E.S.S." ingesteld krachtens artikel 9 van het decreet; | "I.D.E.S.S." ingesteld krachtens artikel 9 van het decreet; |
9° "kleine onderhouds-, herstel- en inrichtingswerken in woningen" : | 9° "kleine onderhouds-, herstel- en inrichtingswerken in woningen" : |
kleine herstel-, vervangings- en inrichtingswerken waarvoor geen | kleine herstel-, vervangings- en inrichtingswerken waarvoor geen |
kwalificatie nodig is, die niet door een particulier uitgevoerd zouden | kwalificatie nodig is, die niet door een particulier uitgevoerd zouden |
kunnen worden indien hij knutselaar was en niet opgesplitst kunnen | kunnen worden indien hij knutselaar was en niet opgesplitst kunnen |
worden in veelvuldige prestaties die elk goed zou zijn voor een | worden in veelvuldige prestaties die elk goed zou zijn voor een |
arbeidspost waarin de markt zou kunnen voorzien; | arbeidspost waarin de markt zou kunnen voorzien; |
10° "aanleg en onderhoud van groene ruimtes" : de werken betreffende | 10° "aanleg en onderhoud van groene ruimtes" : de werken betreffende |
de aanleg en het onderhoud van kleine groene ruimtes zoals : | de aanleg en het onderhoud van kleine groene ruimtes zoals : |
1° het maaien van grasperken; | 1° het maaien van grasperken; |
2° het snoeien van hagen; | 2° het snoeien van hagen; |
3° onkruidbestrijding rondom woningen en binnenplaatsen; | 3° onkruidbestrijding rondom woningen en binnenplaatsen; |
4° het omspitten van tuinen en moestuinen; | 4° het omspitten van tuinen en moestuinen; |
5° het kappen van brandhout; | 5° het kappen van brandhout; |
6° het opruimen en afvoeren van afval en/of bladeren en takken; | 6° het opruimen en afvoeren van afval en/of bladeren en takken; |
11° "sociaal vervoer" : vervoer waarmee de personen bedoeld in artikel | 11° "sociaal vervoer" : vervoer waarmee de personen bedoeld in artikel |
3, § 1er, 3° en 4°, die niet over een persoonlijk vervoermiddel of | 3, § 1er, 3° en 4°, die niet over een persoonlijk vervoermiddel of |
over een andere vervoermogelijkheid zoals gemeenschappelijk vervoer of | over een andere vervoermogelijkheid zoals gemeenschappelijk vervoer of |
taxi's beschikken zich kunnen verplaatsen; | taxi's beschikken zich kunnen verplaatsen; |
12° "sociaal waslokaal" : de wasserijdiensten bestemd voor de personen | 12° "sociaal waslokaal" : de wasserijdiensten bestemd voor de personen |
bedoeld in artikel 3, § 1er, 3° en 4°; | bedoeld in artikel 3, § 1er, 3° en 4°; |
13° "sociale winkels" : de winkels die voedingsmiddelen of | 13° "sociale winkels" : de winkels die voedingsmiddelen of |
basisproducten te koop bieden aan de personen bedoeld in artikel 3, § | basisproducten te koop bieden aan de personen bedoeld in artikel 3, § |
1, 3° en 4°, van het decreet tegen prijzen die minstens 30 % lager | 1, 3° en 4°, van het decreet tegen prijzen die minstens 30 % lager |
zijn dan degene die door de grote distributie worden toegepast; | zijn dan degene die door de grote distributie worden toegepast; |
14° "schoonmaak van lokalen" : de schoonmaak van de lokalen van kleine | 14° "schoonmaak van lokalen" : de schoonmaak van de lokalen van kleine |
verenigingen zonder winstoogmerk. | verenigingen zonder winstoogmerk. |
HOOFDSTUK II. - Ontwikkeling van buurtdiensten en begunstigden | HOOFDSTUK II. - Ontwikkeling van buurtdiensten en begunstigden |
Art. 2.De buurtdiensten met een maatschappelijk doel die actief zijn |
Art. 2.De buurtdiensten met een maatschappelijk doel die actief zijn |
in de domeinen bedoeld in artikel 1, eerste lid, 9° en 10°, mogen | in de domeinen bedoeld in artikel 1, eerste lid, 9° en 10°, mogen |
slechts door een krachtens het decreet en dit besluit erkende | slechts door een krachtens het decreet en dit besluit erkende |
"I.D.E.S.S." verstrekt worden, behalve als het gaat om instellingen | "I.D.E.S.S." verstrekt worden, behalve als het gaat om instellingen |
erkend krachtens wetgevingen of regelgevingen op grond waarvan ze dat | erkend krachtens wetgevingen of regelgevingen op grond waarvan ze dat |
soort diensten mogen verstrekken. | soort diensten mogen verstrekken. |
De "I.D.E.S.S." die buurtdiensten ontwikkelt i.v.m. de activiteiten | De "I.D.E.S.S." die buurtdiensten ontwikkelt i.v.m. de activiteiten |
bedoeld in artikel 1, 9°, neemt de vorm aan van een vennootschap met | bedoeld in artikel 1, 9°, neemt de vorm aan van een vennootschap met |
een maatschappelijk doel zoals bedoeld in artikel 1, eerste lid, 1°, | een maatschappelijk doel zoals bedoeld in artikel 1, eerste lid, 1°, |
b), van het decreet. In dat geval wordt ze bij Federale | b), van het decreet. In dat geval wordt ze bij Federale |
Overheidsdienst Financiën geregistreerd overeenkomstig de artikelen | Overheidsdienst Financiën geregistreerd overeenkomstig de artikelen |
400 tot 408 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen. Ze kan ook de | 400 tot 408 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen. Ze kan ook de |
vorm aannemen die bedoeld wordt in artikel 1, 1°, a), c) en d), van | vorm aannemen die bedoeld wordt in artikel 1, 1°, a), c) en d), van |
het decreet maar enkel als ze zich richt tot de begunstigden bedoeld | het decreet maar enkel als ze zich richt tot de begunstigden bedoeld |
in artikel 3, § 1, 3° en 4°. | in artikel 3, § 1, 3° en 4°. |
De "I.D.E.S.S." die buurtdiensten ontwikkelt i.v.m. de activiteiten | De "I.D.E.S.S." die buurtdiensten ontwikkelt i.v.m. de activiteiten |
bedoeld in artikel 1, 10°, neemt de vorm aan van een vennootschap met | bedoeld in artikel 1, 10°, neemt de vorm aan van een vennootschap met |
een maatschappelijk doel zoals bedoeld in artikel 1, eerste lid, 1°, | een maatschappelijk doel zoals bedoeld in artikel 1, eerste lid, 1°, |
b), van het decreet. Ze kan ook de vorm aannemen die bedoeld wordt in | b), van het decreet. Ze kan ook de vorm aannemen die bedoeld wordt in |
artikel 1, eerste lid, 1°, a), c) en d), van het decreet maar enkel | artikel 1, eerste lid, 1°, a), c) en d), van het decreet maar enkel |
als ze zich richt tot de begunstigden bedoeld in artikel 3, § 1er, 3° | als ze zich richt tot de begunstigden bedoeld in artikel 3, § 1er, 3° |
en 4°. | en 4°. |
De "I.D.E.S.S." die buurtdiensten met een maatschappelijk doel | De "I.D.E.S.S." die buurtdiensten met een maatschappelijk doel |
ontwikkelt i.v.m. de activiteiten bedoeld in artikel 1, 11°, kan één | ontwikkelt i.v.m. de activiteiten bedoeld in artikel 1, 11°, kan één |
van de vormen aannemen die bedoeld worden in artikel 1, eerste lid, | van de vormen aannemen die bedoeld worden in artikel 1, eerste lid, |
1°, a) tot d), van het decreet. | 1°, a) tot d), van het decreet. |
De "I.D.E.S.S." die buurtdiensten met een maatschappelijk doel | De "I.D.E.S.S." die buurtdiensten met een maatschappelijk doel |
ontwikkelt i.v.m. de activiteiten bedoeld in artikel 1, 12° en 13°, | ontwikkelt i.v.m. de activiteiten bedoeld in artikel 1, 12° en 13°, |
moet één van de vormen aannemen die bedoeld worden in artikel 1, | moet één van de vormen aannemen die bedoeld worden in artikel 1, |
eerste lid, 1°, a), c) en d), van het decreet. | eerste lid, 1°, a), c) en d), van het decreet. |
De "I.D.E.S.S." die buurtdiensten met een maatschappelijk doel | De "I.D.E.S.S." die buurtdiensten met een maatschappelijk doel |
ontwikkelt i.v.m. de activiteiten bedoeld in artikel 1, 14°, moet de | ontwikkelt i.v.m. de activiteiten bedoeld in artikel 1, 14°, moet de |
vorm aannemen van een vennootschap met een maatschappelijk doel zoals | vorm aannemen van een vennootschap met een maatschappelijk doel zoals |
bedoeld in artikel 1, eerste lid, 1°, b, van het decreet. | bedoeld in artikel 1, eerste lid, 1°, b, van het decreet. |
Art. 3.§ 1er. De begunstigden zijn : |
Art. 3.§ 1er. De begunstigden zijn : |
1° hetzij de natuurlijke personen bedoeld in artikel 1, eerste lid, | 1° hetzij de natuurlijke personen bedoeld in artikel 1, eerste lid, |
4°, van het decreet die in het Waalse Gewest verblijven en hun woning | 4°, van het decreet die in het Waalse Gewest verblijven en hun woning |
als hoofdverblijf gebruiken; | als hoofdverblijf gebruiken; |
2° hetzij de rechtspersonen bedoeld in artikel 1, eerste lid, 4°, van | 2° hetzij de rechtspersonen bedoeld in artikel 1, eerste lid, 4°, van |
het decreet, waarvan de maatschappelijke zetel in het Waalse Gewest | het decreet, waarvan de maatschappelijke zetel in het Waalse Gewest |
gevestigd is; | gevestigd is; |
3° hetzij de natuurlijke personen die in het Waalse Gewest verblijven | 3° hetzij de natuurlijke personen die in het Waalse Gewest verblijven |
en die recht hebben op het leefloon en de natuurlijke personen die in | en die recht hebben op het leefloon en de natuurlijke personen die in |
het Waalse Gewest verblijven en die volgens hun laatste | het Waalse Gewest verblijven en die volgens hun laatste |
aanslagbiljet(ten) over een inkomen beschikken dat niet hoger is dan | aanslagbiljet(ten) over een inkomen beschikken dat niet hoger is dan |
dat bedoeld in het koninklijk besluit van 11 juli 2002 betreffende de | dat bedoeld in het koninklijk besluit van 11 juli 2002 betreffende de |
minimuminkomens inzake de terugbetalingen door de | minimuminkomens inzake de terugbetalingen door de |
onderhoudsplichtigen. Wat de gezinnen betreft, wordt bovenbedoeld | onderhoudsplichtigen. Wat de gezinnen betreft, wordt bovenbedoeld |
maximumbedrag vermenigvuldigd met 1,33; | maximumbedrag vermenigvuldigd met 1,33; |
4° hetzij de in het Waalse Gewest verblijvende personen bedoeld in : | 4° hetzij de in het Waalse Gewest verblijvende personen bedoeld in : |
a) de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de | a) de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de |
steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; | steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; |
b) de wet van 5 juli 1998 betreffende de collectieve schuldenregeling | b) de wet van 5 juli 1998 betreffende de collectieve schuldenregeling |
en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen | en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen |
onroerende goederen, gewijzigd bij de wetten van 3 mei 1999 en 19 | onroerende goederen, gewijzigd bij de wetten van 3 mei 1999 en 19 |
april 2002; | april 2002; |
c) de wet van 5 juni 2002 betreffende de maximumfactuur in de | c) de wet van 5 juni 2002 betreffende de maximumfactuur in de |
verzekering voor geneeskundige verzorging voor zover ze de | verzekering voor geneeskundige verzorging voor zover ze de |
begunstigden van de verhoogde tegemoetkoming betreffen. | begunstigden van de verhoogde tegemoetkoming betreffen. |
§ 2. De begunstigden bedoeld in § 1, 1°, kunnen hoogstens tien keer | § 2. De begunstigden bedoeld in § 1, 1°, kunnen hoogstens tien keer |
per jaar een beroep doen op een "I.D.E.S.S." die erkend is voor | per jaar een beroep doen op een "I.D.E.S.S." die erkend is voor |
buurtdiensten i.v.m. een domein bedoeld in artikel 1, 9°. Elke | buurtdiensten i.v.m. een domein bedoeld in artikel 1, 9°. Elke |
prestatie mag evenwel niet langer dan vier uren duren en slechts in | prestatie mag evenwel niet langer dan vier uren duren en slechts in |
het Waalse Gewest gelegen goederen betreffen, meer bepaald woningen | het Waalse Gewest gelegen goederen betreffen, meer bepaald woningen |
die uitsluitend voor privé doeleinden gebruikt worden. | die uitsluitend voor privé doeleinden gebruikt worden. |
De termijn tussen twee prestaties bedraagt minstens één week. | De termijn tussen twee prestaties bedraagt minstens één week. |
Het tarief van de prestaties wordt vastgelegd op 12,10 euro per uur. | Het tarief van de prestaties wordt vastgelegd op 12,10 euro per uur. |
§ 3. De begunstigden bedoeld in § 1, 3° en 4°, kunnen een beroep doen | § 3. De begunstigden bedoeld in § 1, 3° en 4°, kunnen een beroep doen |
op een "I.D.E.S.S." die erkend is voor buurtdiensten i.v.m. een domein | op een "I.D.E.S.S." die erkend is voor buurtdiensten i.v.m. een domein |
bedoeld in artikel 1, 9°. | bedoeld in artikel 1, 9°. |
De prestaties mogen niet langer duren dan 75 uren per jaar en per | De prestaties mogen niet langer duren dan 75 uren per jaar en per |
woning. | woning. |
Het tarief van de prestaties wordt vastgelegd op maximum 10,89 euro | Het tarief van de prestaties wordt vastgelegd op maximum 10,89 euro |
per uur. | per uur. |
§ 4. De begunstigden bedoeld in § 1, 1°, kunnen een beroep doen op een | § 4. De begunstigden bedoeld in § 1, 1°, kunnen een beroep doen op een |
"I.D.E.S.S." die erkend is voor buurtdiensten i.v.m. een domein | "I.D.E.S.S." die erkend is voor buurtdiensten i.v.m. een domein |
bedoeld in artikel 1, 10°, binnen de volgende perken : | bedoeld in artikel 1, 10°, binnen de volgende perken : |
1° het maaien van grasperken waarvan de oppervlakte kleiner is dan 300 | 1° het maaien van grasperken waarvan de oppervlakte kleiner is dan 300 |
m2; | m2; |
2° het snoeien van hagen die maximum 40 m lang en 3 m hoog zijn; | 2° het snoeien van hagen die maximum 40 m lang en 3 m hoog zijn; |
3° onkruidbestrijding rondom woningen en binnenplaatsen van minder dan | 3° onkruidbestrijding rondom woningen en binnenplaatsen van minder dan |
75 m2; | 75 m2; |
4° het spitten van tuinen en moestuinen waarvan de oppervlakte kleiner | 4° het spitten van tuinen en moestuinen waarvan de oppervlakte kleiner |
is dan 150 m2; | is dan 150 m2; |
5° het kappen van brandhout; | 5° het kappen van brandhout; |
6° het opruimen en afvoeren van afval en/of bladeren en takken. | 6° het opruimen en afvoeren van afval en/of bladeren en takken. |
Het tarief van de prestaties wordt vastgelegd op 12,10 euro per uur. | Het tarief van de prestaties wordt vastgelegd op 12,10 euro per uur. |
§ 5. De begunstigden bedoeld in paragraaf 1, 3° en 4°, kunnen een | § 5. De begunstigden bedoeld in paragraaf 1, 3° en 4°, kunnen een |
beroep doen op een "I.D.E.S.S." die erkend is voor buurtdiensten | beroep doen op een "I.D.E.S.S." die erkend is voor buurtdiensten |
i.v.m. een domein bedoeld in artikel 1, 10°. | i.v.m. een domein bedoeld in artikel 1, 10°. |
Het tarief van de prestaties wordt vastgelegd op maximum 12,10 euro | Het tarief van de prestaties wordt vastgelegd op maximum 12,10 euro |
per uur. | per uur. |
§ 6. Alleen de begunstigden bedoeld in paragraaf 1, 3° en 4°, kunnen | § 6. Alleen de begunstigden bedoeld in paragraaf 1, 3° en 4°, kunnen |
een beroep doen op de buurtdiensten met een maatschappelijk doel | een beroep doen op de buurtdiensten met een maatschappelijk doel |
i.v.m. het domein bedoeld in artikel 1, 11°. | i.v.m. het domein bedoeld in artikel 1, 11°. |
De "I.D.E.S.S." die dat soort buurtdienst met een maatschappelijk doel | De "I.D.E.S.S." die dat soort buurtdienst met een maatschappelijk doel |
verstrekt voldoet aan de definities, clausules, voorwaarden en | verstrekt voldoet aan de definities, clausules, voorwaarden en |
technische specificaties die van toepassing zijn op het | technische specificaties die van toepassing zijn op het |
personenvervoer in het Waalse Gewest. | personenvervoer in het Waalse Gewest. |
§ 7. Alleen de begunstigden bedoeld in § 1, 3° en 4°, kunnen een | § 7. Alleen de begunstigden bedoeld in § 1, 3° en 4°, kunnen een |
beroep doen op de buurtdiensten met een maatschappelijk doel i.v.m. | beroep doen op de buurtdiensten met een maatschappelijk doel i.v.m. |
het domein bedoeld in artikel 1, 12°. | het domein bedoeld in artikel 1, 12°. |
Het tarief van de prestaties wordt vastgelegd op maximum 8,47 euro per | Het tarief van de prestaties wordt vastgelegd op maximum 8,47 euro per |
uur. | uur. |
§ 8. Alleen de begunstigden bedoeld in § 1, 3° en 4°, kunnen een | § 8. Alleen de begunstigden bedoeld in § 1, 3° en 4°, kunnen een |
beroep doen op de buurtdiensten met een maatschappelijk doel i.v.m. | beroep doen op de buurtdiensten met een maatschappelijk doel i.v.m. |
het domein bedoeld in artikel 1, 13°. | het domein bedoeld in artikel 1, 13°. |
§ 9. De begunstigden bedoeld in § 1, 2°, kunnen voor hun eigen lokalen | § 9. De begunstigden bedoeld in § 1, 2°, kunnen voor hun eigen lokalen |
slechts een beroep doen op de buurtdiensten met een maatschappelijk | slechts een beroep doen op de buurtdiensten met een maatschappelijk |
doel i.v.m. het domein bedoeld in artikel 1, 14°. | doel i.v.m. het domein bedoeld in artikel 1, 14°. |
Deze prestaties worden beperkt tot 250 uren per jaar en per | Deze prestaties worden beperkt tot 250 uren per jaar en per |
rechtspersoon. Het tarief van de prestaties wordt vastgelegd op 8,47 | rechtspersoon. Het tarief van de prestaties wordt vastgelegd op 8,47 |
euro per uur. | euro per uur. |
§ 10. De bedragen bedoeld in de §§ 2 tot 5 en 7 tot 9 bevatten de BTW. | § 10. De bedragen bedoeld in de §§ 2 tot 5 en 7 tot 9 bevatten de BTW. |
§ 11. De tarieven van de prestaties bedoeld in de §§ 2 tot 5 en 7 tot | § 11. De tarieven van de prestaties bedoeld in de §§ 2 tot 5 en 7 tot |
9 worden jaarlijks geïndexeerd op basis van het gemiddelde van de | 9 worden jaarlijks geïndexeerd op basis van het gemiddelde van de |
indexcijfers van de consumptieprijzen (gezondheidsindex) van de vijfde | indexcijfers van de consumptieprijzen (gezondheidsindex) van de vijfde |
en zesde maand van het jaar, verdeeld door het gemiddelde van de | en zesde maand van het jaar, verdeeld door het gemiddelde van de |
indexcijfers van de consumptieprijzen (gezondheidsindex) van de vijfde | indexcijfers van de consumptieprijzen (gezondheidsindex) van de vijfde |
en zesde maand van het vorige jaar. Deze indexering mag evenwel niet | en zesde maand van het vorige jaar. Deze indexering mag evenwel niet |
hoger zijn dan de indexering van de algemene begroting van de primaire | hoger zijn dan de indexering van de algemene begroting van de primaire |
uitgaven die jaarlijks door het Waals Parlement bepaald wordt en wordt | uitgaven die jaarlijks door het Waals Parlement bepaald wordt en wordt |
pas toegepast als de gezondheidsindex met 5 punten per referentiejaar | pas toegepast als de gezondheidsindex met 5 punten per referentiejaar |
is verhoogd. | is verhoogd. |
§ 12. De in artikel 1, eerste lid 1, 1°, a), c), en d), van het | § 12. De in artikel 1, eerste lid 1, 1°, a), c), en d), van het |
decreet bedoelde "I.D.E.S.S." die buurtdiensten met een | decreet bedoelde "I.D.E.S.S." die buurtdiensten met een |
maatschappelijk doel vertsrekt i.v.m. de activiteiten bedoeld in | maatschappelijk doel vertsrekt i.v.m. de activiteiten bedoeld in |
artikel 1, 9° tot 13°, mag deze diensten evenwel ontwikkelen voor | artikel 1, 9° tot 13°, mag deze diensten evenwel ontwikkelen voor |
andere begunstigden dan die bedoeld in artikel 3, § 1, 3° en 4°, naar | andere begunstigden dan die bedoeld in artikel 3, § 1, 3° en 4°, naar |
rato van een totaalaantal dat maximum 20 % van het totaalaantal | rato van een totaalaantal dat maximum 20 % van het totaalaantal |
begunstigden vertegenwoordigt. | begunstigden vertegenwoordigt. |
§ 13. De bepalingen bedoeld in de §§ 1° tot 5° en 11° en 12° kunnen | § 13. De bepalingen bedoeld in de §§ 1° tot 5° en 11° en 12° kunnen |
nader bepaald worden door de Minister. | nader bepaald worden door de Minister. |
HOOFDSTUK III. - Erkenning en hernieuwing van de erkenning | HOOFDSTUK III. - Erkenning en hernieuwing van de erkenning |
Art. 4.§ 1. Om als "I.D.E.S.S." erkend te worden richt de instelling |
Art. 4.§ 1. Om als "I.D.E.S.S." erkend te worden richt de instelling |
een aanvraag aan de Administratie. Ze gebruikt daartoe een formulier | een aanvraag aan de Administratie. Ze gebruikt daartoe een formulier |
waarvan het model, na advies van het Commissariaat Easi-Wal, door de | waarvan het model, na advies van het Commissariaat Easi-Wal, door de |
Minister bepaald wordt op voorstel van de Administratie, waar het | Minister bepaald wordt op voorstel van de Administratie, waar het |
afgegeven wordt. De aanvraag bevat, o.a., gegevens over de rechtsvorm | afgegeven wordt. De aanvraag bevat, o.a., gegevens over de rechtsvorm |
van de aanvrager, het activiteitendomein (de activiteitendomeinen) | van de aanvrager, het activiteitendomein (de activiteitendomeinen) |
waarvoor de erkenning wordt aangevraagd, alsook het aantal werknemers | waarvoor de erkenning wordt aangevraagd, alsook het aantal werknemers |
waarvoor een toelage aangevraagd wordt. | waarvoor een toelage aangevraagd wordt. |
De aanvraag wordt per post of per email verstuurd. Ze gaat | De aanvraag wordt per post of per email verstuurd. Ze gaat |
desgevallend vergezeld van de statuten van de instelling, alsook van | desgevallend vergezeld van de statuten van de instelling, alsook van |
de laatste jaarrekeningen. | de laatste jaarrekeningen. |
De Administratie neemt de erkenningsaanvraag in ontvangst en richt | De Administratie neemt de erkenningsaanvraag in ontvangst en richt |
binnen vijftien dagen een bericht van ontvangst aan de verzoekende | binnen vijftien dagen een bericht van ontvangst aan de verzoekende |
instelling. Als de erkenningsaanvraag of het dossier onvolledig is, | instelling. Als de erkenningsaanvraag of het dossier onvolledig is, |
verwittigt de Administratie de verzoekende instelling en geeft ze haar | verwittigt de Administratie de verzoekende instelling en geeft ze haar |
in hetzelfde schrijven kennis van de ontbrekende stukken of gegevens. | in hetzelfde schrijven kennis van de ontbrekende stukken of gegevens. |
§ 2. De Administratie behandelt de erkenningsaanvraag op basis van, | § 2. De Administratie behandelt de erkenningsaanvraag op basis van, |
o.a. : | o.a. : |
1° een verklaring op erewoord van de verzoekende instelling waarbij ze | 1° een verklaring op erewoord van de verzoekende instelling waarbij ze |
zich ertoe verbindt te voldoen aan de voorwaarden bedoeld in artikel | zich ertoe verbindt te voldoen aan de voorwaarden bedoeld in artikel |
4, eerste lid, 1°, 2°, 6° en 12° tot 17°, van het decreet; | 4, eerste lid, 1°, 2°, 6° en 12° tot 17°, van het decreet; |
2° een omschrijving van de buurtdiensten die ze wenst te ontwikkelen; | 2° een omschrijving van de buurtdiensten die ze wenst te ontwikkelen; |
3° de middelen die ze van plan is daarvoor te bestemmen teneinde de | 3° de middelen die ze van plan is daarvoor te bestemmen teneinde de |
relevantie van het project te beoordelen; | relevantie van het project te beoordelen; |
4° een marktstudie betreffende betrokken activiteitendomein om de | 4° een marktstudie betreffende betrokken activiteitendomein om de |
meerwaarde van het project t.o.v. de bestaande diensten aan te tonen; | meerwaarde van het project t.o.v. de bestaande diensten aan te tonen; |
5° de gegevens voor de beoordeling van de relevantie en van de | 5° de gegevens voor de beoordeling van de relevantie en van de |
economische levensvatbaarheid van de buurtdiensten met een | economische levensvatbaarheid van de buurtdiensten met een |
maatschappelijk doel waarvoor ze de erkenning aanvraagt, alsook het | maatschappelijk doel waarvoor ze de erkenning aanvraagt, alsook het |
aantal werknemers die in dienst genomen zullen worden rekening houdend | aantal werknemers die in dienst genomen zullen worden rekening houdend |
met het aantal betrokken begunstigden per type buurtdienst met een | met het aantal betrokken begunstigden per type buurtdienst met een |
maatschappelijk doel en per activiteitendomein; | maatschappelijk doel en per activiteitendomein; |
6° de vastlegging van de toegepaste tarieven; | 6° de vastlegging van de toegepaste tarieven; |
7° het vormingsprogramma voor de werknemers; | 7° het vormingsprogramma voor de werknemers; |
8° de gegevens voor de beoordeling van de methode die toegepast moet | 8° de gegevens voor de beoordeling van de methode die toegepast moet |
worden om de werknemers en begunstigden bij het project te betrekken; | worden om de werknemers en begunstigden bij het project te betrekken; |
9° de met de FOREm gesloten overeenkomst bedoeld in artikel 4, 9°, van | 9° de met de FOREm gesloten overeenkomst bedoeld in artikel 4, 9°, van |
het decreet; | het decreet; |
10° de partnerschapsovereenkomst(en) bedoeld in artikel 4, 10°, van | 10° de partnerschapsovereenkomst(en) bedoeld in artikel 4, 10°, van |
het decreet en gesloten met de actoren van het geïntegreerd stelsel | het decreet en gesloten met de actoren van het geïntegreerd stelsel |
inzake socio-professionele inschakeling. | inzake socio-professionele inschakeling. |
De Minister kan de instelling vrijstellen van het verstrekken van | De Minister kan de instelling vrijstellen van het verstrekken van |
bepaalde gegevens van het aanvraagdossier als de Administratie ze via | bepaalde gegevens van het aanvraagdossier als de Administratie ze via |
rechtsgeldige bronnen heeft ingezameld. | rechtsgeldige bronnen heeft ingezameld. |
De Minister bepaalt, op voorstel van de Administratie, welke minimale | De Minister bepaalt, op voorstel van de Administratie, welke minimale |
modaliteiten moeten voorkomen in de overeenkomst tot vastlegging van | modaliteiten moeten voorkomen in de overeenkomst tot vastlegging van |
een partnerschap met andere operatoren, bedoeld in artikel 4, eerste | een partnerschap met andere operatoren, bedoeld in artikel 4, eerste |
lid, 5°, van het decreet. | lid, 5°, van het decreet. |
De Minister bepaalt de modellen van overeenkomst bedoeld in artikel 4, | De Minister bepaalt de modellen van overeenkomst bedoeld in artikel 4, |
9° en 10°, van het decreet op voorstel van de FOREm of van de | 9° en 10°, van het decreet op voorstel van de FOREm of van de |
Adviescommissie van het "DIISP". | Adviescommissie van het "DIISP". |
De Administratie onderwerpt de volledige aanvraag en het volledige | De Administratie onderwerpt de volledige aanvraag en het volledige |
dossier aan het advies van de Commissie binnen dertig dagen na | dossier aan het advies van de Commissie binnen dertig dagen na |
ontvangst ervan. | ontvangst ervan. |
Vooraleer advies uit te geven kan de Commissie van de verzoekende | Vooraleer advies uit te geven kan de Commissie van de verzoekende |
instelling eisen dat ze aanvullende bewijsstukken overmaakt binnen de | instelling eisen dat ze aanvullende bewijsstukken overmaakt binnen de |
termijn die de Commissie bepaalt. De Commissie brengt advies uit | termijn die de Commissie bepaalt. De Commissie brengt advies uit |
binnen dertig dagen en maakt het over aan de Administratie. Als die | binnen dertig dagen en maakt het over aan de Administratie. Als die |
termijn niet in acht genomen wordt, wordt het advies niet meer | termijn niet in acht genomen wordt, wordt het advies niet meer |
vereist. | vereist. |
Het advies van de Commissie betreft, o.a., het aantal in dienst te | Het advies van de Commissie betreft, o.a., het aantal in dienst te |
nemen werknemers. | nemen werknemers. |
De Administratie richt een beslissingsvoorstel aan de Minister binnen | De Administratie richt een beslissingsvoorstel aan de Minister binnen |
vijftien dagen na ontvangst van het advies van de Commissie of, bij | vijftien dagen na ontvangst van het advies van de Commissie of, bij |
gebrek aan advies van de Commissie, binnen vijfenveertig dagen na het | gebrek aan advies van de Commissie, binnen vijfenveertig dagen na het |
overmaken van de volledige aanvraag en het volledige dossier aan | overmaken van de volledige aanvraag en het volledige dossier aan |
laatstgenoemde. | laatstgenoemde. |
De Minister of de afgevaardigde ambtenaar spreekt zich over de | De Minister of de afgevaardigde ambtenaar spreekt zich over de |
erkenningsaanvraag uit binnen dertig dagen na ontvangst van het | erkenningsaanvraag uit binnen dertig dagen na ontvangst van het |
voorstel van de Administratie. Het aantal in dienst te nemen | voorstel van de Administratie. Het aantal in dienst te nemen |
werknemers wordt nader bepaald in de beslissing tot erkenning. De | werknemers wordt nader bepaald in de beslissing tot erkenning. De |
Administratie maakt de beslissing van de Minister bij aangetekend | Administratie maakt de beslissing van de Minister bij aangetekend |
schrijven of door elke ander middel dat een vaste verzend- of | schrijven of door elke ander middel dat een vaste verzend- of |
ontvangstdatum waarborgt aan de verzoekende instelling over binnen | ontvangstdatum waarborgt aan de verzoekende instelling over binnen |
vijftien dagen na ontvangst ervan. Ze geeft de Commissie kennis | vijftien dagen na ontvangst ervan. Ze geeft de Commissie kennis |
daarvan in een gewoon schrijven. | daarvan in een gewoon schrijven. |
Art. 5.De aanvraag tot hernieuwing van de erkenning wordt ten |
Art. 5.De aanvraag tot hernieuwing van de erkenning wordt ten |
vroegste 240 dagen en uiterlijk 120 dagen vóór het verval van de | vroegste 240 dagen en uiterlijk 120 dagen vóór het verval van de |
lopende erkenning aan de Administratie overgemaakt volgens dezelfde | lopende erkenning aan de Administratie overgemaakt volgens dezelfde |
modaliteiten als die bedoeld in artikel 4, § 1, tweede lid. | modaliteiten als die bedoeld in artikel 4, § 1, tweede lid. |
De "I.D.E.S.S." moeten alleen de wijzigingen t.o.v. de lopende | De "I.D.E.S.S." moeten alleen de wijzigingen t.o.v. de lopende |
erkenning aan de Administratie meedelen. De procedure tot hernieuwing | erkenning aan de Administratie meedelen. De procedure tot hernieuwing |
van de erkenning wordt geregeld volgens dezelfde modaliteiten als die | van de erkenning wordt geregeld volgens dezelfde modaliteiten als die |
bedoeld in artikel 4. De behandeling door de Administratie en het | bedoeld in artikel 4. De behandeling door de Administratie en het |
gemotiveerde advies van de Commissie berusten o.a. op het (de) | gemotiveerde advies van de Commissie berusten o.a. op het (de) |
activiteitenverslag(en) bedoeld in artikel 17 van het decreet. | activiteitenverslag(en) bedoeld in artikel 17 van het decreet. |
HOOFDSTUK IV. - Opschorting en intrekking van de erkenning | HOOFDSTUK IV. - Opschorting en intrekking van de erkenning |
Art. 6.§ 1. Op voorstel van de Administratie kan de lopende erkenning |
Art. 6.§ 1. Op voorstel van de Administratie kan de lopende erkenning |
door de Minister opgeschort worden als de erkende "I.D.E.S.S." niet | door de Minister opgeschort worden als de erkende "I.D.E.S.S." niet |
meer voldoet aan één van de erkenningsvoorwaarden bepaald bij of | meer voldoet aan één van de erkenningsvoorwaarden bepaald bij of |
krachtens het decreet en als de Minister acht dat de toestand van de | krachtens het decreet en als de Minister acht dat de toestand van de |
erkende "I.D.E.S.S." vatbaar is voor regularisatie binnen de termijn | erkende "I.D.E.S.S." vatbaar is voor regularisatie binnen de termijn |
die hij vastlegt. | die hij vastlegt. |
Na afloop van die termijn kan de Minister de erkenning intrekken | Na afloop van die termijn kan de Minister de erkenning intrekken |
indien de erkende "I.D.E.S.S." geen gunstig antwoord op de motieven | indien de erkende "I.D.E.S.S." geen gunstig antwoord op de motieven |
van de opschorting heeft gegeven. | van de opschorting heeft gegeven. |
§ 2. De lopende erkenning kan door de Minister ingetrokken worden als | § 2. De lopende erkenning kan door de Minister ingetrokken worden als |
de erkende "I.D.E.S.S." niet meer voldoet aan één van de | de erkende "I.D.E.S.S." niet meer voldoet aan één van de |
erkenningsvoorwaarden bepaald bij het decreet en dit besluit. | erkenningsvoorwaarden bepaald bij het decreet en dit besluit. |
De beslissing tot opschorting of intrekking van de erkenning wordt | De beslissing tot opschorting of intrekking van de erkenning wordt |
door de Administratie aan de "I.D.E.S.S." meegedeeld bij aangetekend | door de Administratie aan de "I.D.E.S.S." meegedeeld bij aangetekend |
schrijven of door elk ander middel dat een vaste verzend- of | schrijven of door elk ander middel dat een vaste verzend- of |
ontvangstdatum waarborgt. | ontvangstdatum waarborgt. |
Art. 7.In geval van opschorting of van intrekking van de erkenning |
Art. 7.In geval van opschorting of van intrekking van de erkenning |
kan de erkende "I.D.E.S.S." bij aangetekend schrijven of door elk | kan de erkende "I.D.E.S.S." bij aangetekend schrijven of door elk |
ander middel dat een vaste verzend- of ontvangstdatum waarborgt, een | ander middel dat een vaste verzend- of ontvangstdatum waarborgt, een |
gemotiveerd beroep bij de Commissie indienen binnen dertig dagen na | gemotiveerd beroep bij de Commissie indienen binnen dertig dagen na |
ontvangst van de beslissing tot opschorting of intrekking. | ontvangst van de beslissing tot opschorting of intrekking. |
De "I.D.E.S.S." of de door haar aangewezen persoon kan op haar verzoek | De "I.D.E.S.S." of de door haar aangewezen persoon kan op haar verzoek |
door de Commissie gehoord worden. | door de Commissie gehoord worden. |
De Commissie bericht ontvangst binnen vijftien dagen, onderzoekt het | De Commissie bericht ontvangst binnen vijftien dagen, onderzoekt het |
beroep en maakt een adviesvoorstel aan de Minister over binnen dertig | beroep en maakt een adviesvoorstel aan de Minister over binnen dertig |
dagen na ontvangst van het beroep. Als die termijn niet in acht | dagen na ontvangst van het beroep. Als die termijn niet in acht |
genomen wordt, wordt het advies niet meer vereist. | genomen wordt, wordt het advies niet meer vereist. |
De Minister bekrachtigt of vernietigt zijn beslissing binnen dertig | De Minister bekrachtigt of vernietigt zijn beslissing binnen dertig |
dagen na ontvangst van het advies van de Commissie of, bij gebrek aan | dagen na ontvangst van het advies van de Commissie of, bij gebrek aan |
advies van de Commissie, binnen vijfenveertig dagen na het overmaken | advies van de Commissie, binnen vijfenveertig dagen na het overmaken |
van het bericht van ontvangst bedoeld in het derde lid. De | van het bericht van ontvangst bedoeld in het derde lid. De |
Administratie richt de beslissing binnen vijftien dagen na ontvangst | Administratie richt de beslissing binnen vijftien dagen na ontvangst |
ervan bij aangetekend schrijven of door elk ander middel dat een vaste | ervan bij aangetekend schrijven of door elk ander middel dat een vaste |
verzend- of ontvangstdatum waarborgt aan de verzoeker en geeft de | verzend- of ontvangstdatum waarborgt aan de verzoeker en geeft de |
Commissie kennis daarvan bij gewone post. | Commissie kennis daarvan bij gewone post. |
HOOFDSTUK V. - Erkennings- en opvolgingscommissie | HOOFDSTUK V. - Erkennings- en opvolgingscommissie |
Art. 8.De Minister benoemt de voorzitter van de Commissie. Hij |
Art. 8.De Minister benoemt de voorzitter van de Commissie. Hij |
benoemt de overige leden van de Commissie op de voordracht van hun | benoemt de overige leden van de Commissie op de voordracht van hun |
opdrachtgevers. | opdrachtgevers. |
Art. 9.De Minister wijst de secretaris van de Commissie en diens |
Art. 9.De Minister wijst de secretaris van de Commissie en diens |
plaatsvervanger, bedoeld in artikel 11, 8°, van het decreet, aan onder | plaatsvervanger, bedoeld in artikel 11, 8°, van het decreet, aan onder |
het personeel van de Administratie. | het personeel van de Administratie. |
Art. 10.De Commissie maakt haar huishoudelijk reglement op en legt |
Art. 10.De Commissie maakt haar huishoudelijk reglement op en legt |
het ter goedkeuring aan de Minister voor. | het ter goedkeuring aan de Minister voor. |
HOOFDSTUK VI. - Subsidies | HOOFDSTUK VI. - Subsidies |
Art. 11.§ 1. Voorzover ze minstens twee voltijdse equivalente |
Art. 11.§ 1. Voorzover ze minstens twee voltijdse equivalente |
werknemers in dienst neemt, kan de Minister of de afgevaardigde | werknemers in dienst neemt, kan de Minister of de afgevaardigde |
ambtenaar een jaarlijkse subsidie van 1.500 euro aan de erkende | ambtenaar een jaarlijkse subsidie van 1.500 euro aan de erkende |
"I.D.E.S.S." toekennen om de werkingskosten ervan gedeeltelijk te | "I.D.E.S.S." toekennen om de werkingskosten ervan gedeeltelijk te |
dekken. | dekken. |
De Minister of de afgevaardigde ambtenaar kan ook een jaarlijkse | De Minister of de afgevaardigde ambtenaar kan ook een jaarlijkse |
subsidie van 8.000 euro aan de erkende "I.D.E.S.S." toekennen ter | subsidie van 8.000 euro aan de erkende "I.D.E.S.S." toekennen ter |
gedeeltelijke dekking van de in voltijds equivalent berekende | gedeeltelijke dekking van de in voltijds equivalent berekende |
bezoldiging van de door haar krachtens een arbeidscontract in dienst | bezoldiging van de door haar krachtens een arbeidscontract in dienst |
genomen werknemers bedoeld in artikel 1, 3°, a) en c), van het | genomen werknemers bedoeld in artikel 1, 3°, a) en c), van het |
decreet. | decreet. |
De Minister of de afgevaardigde ambtenaar kan, naast de subsidie | De Minister of de afgevaardigde ambtenaar kan, naast de subsidie |
bedoeld in het tweede lid, een bijkomende subsidie van 1.000 euro | bedoeld in het tweede lid, een bijkomende subsidie van 1.000 euro |
toekennen per werknemer die de in artikel 3, § 3, eerste lid, § 5, | toekennen per werknemer die de in artikel 3, § 3, eerste lid, § 5, |
eerste lid, § 6, eerste lid, § 7, eerste lid en § 8, bedoelde diensten | eerste lid, § 6, eerste lid, § 7, eerste lid en § 8, bedoelde diensten |
verstrekt. | verstrekt. |
De Minister of de afgevaardigde ambtenaar kan ook de in het tweede en | De Minister of de afgevaardigde ambtenaar kan ook de in het tweede en |
derde lid bedoelde subsidies toekennen aan andere werknemers dan die | derde lid bedoelde subsidies toekennen aan andere werknemers dan die |
bedoeld in artikel 1, 3°, a) en c), van het decreet, als ze in dienst | bedoeld in artikel 1, 3°, a) en c), van het decreet, als ze in dienst |
zijn genomen door een "I.D.E.S.S." die buurtdiensten bij wijze van | zijn genomen door een "I.D.E.S.S." die buurtdiensten bij wijze van |
experiment verstrekte vóór de inwerkingtreding van het decreet en in | experiment verstrekte vóór de inwerkingtreding van het decreet en in |
het raam van het experimenteerfonds "buurtdiensten" van de Koning | het raam van het experimenteerfonds "buurtdiensten" van de Koning |
Boudewijnstichting. | Boudewijnstichting. |
§ 2. Overeenkomstig de modaliteiten bepaald bij of krachtens het | § 2. Overeenkomstig de modaliteiten bepaald bij of krachtens het |
decreet van 25 april 2002 betreffende de tegemoetkomingen ter | decreet van 25 april 2002 betreffende de tegemoetkomingen ter |
bevordering van de indienstneming van niet-werkende werkzoekenden door | bevordering van de indienstneming van niet-werkende werkzoekenden door |
de plaatselijke, gewestelijke en gemeenschapsoverheden, door bepaalde | de plaatselijke, gewestelijke en gemeenschapsoverheden, door bepaalde |
werkgevers in de niet-commerciële sector; krijgt de "I.D.E.S.S." die | werkgevers in de niet-commerciële sector; krijgt de "I.D.E.S.S." die |
zich binnen drie maanden na de datum van indiening van de aanvraag tot | zich binnen drie maanden na de datum van indiening van de aanvraag tot |
tegemoetkoming in het raam van voornoemd decreet verbindt tot de | tegemoetkoming in het raam van voornoemd decreet verbindt tot de |
indienstneming van minstens : | indienstneming van minstens : |
1° twee voltijdse equivalente werknemers, vier punten, die bestemd | 1° twee voltijdse equivalente werknemers, vier punten, die bestemd |
moeten worden voor de werving van een halftijds tewerkgestelde | moeten worden voor de werving van een halftijds tewerkgestelde |
werkzoekende; | werkzoekende; |
2° drie voltijdse equivalente werknemers, zeven punten, die bestemd | 2° drie voltijdse equivalente werknemers, zeven punten, die bestemd |
moeten worden voor de werving van één voltijds tewerkgestelde | moeten worden voor de werving van één voltijds tewerkgestelde |
werkzoekende; | werkzoekende; |
3° vijf voltijdse equivalente werknemers, elf punten, die bestemd | 3° vijf voltijdse equivalente werknemers, elf punten, die bestemd |
moeten worden voor de werving van twee 1 1/2 -tijds equivalent | moeten worden voor de werving van twee 1 1/2 -tijds equivalent |
tewerkgestelde werkzoekenden; | tewerkgestelde werkzoekenden; |
4° acht voltijdse equivalente werknemers, veertien punten, die bestemd | 4° acht voltijdse equivalente werknemers, veertien punten, die bestemd |
moeten worden voor de werving van twee voltijds tewerkgestelde | moeten worden voor de werving van twee voltijds tewerkgestelde |
werkzoekenden; | werkzoekenden; |
5° tien voltijdse equivalente werknemers, achttien punten, die bestemd | 5° tien voltijdse equivalente werknemers, achttien punten, die bestemd |
moeten worden voor de werving van drie voltijds tewerkgestelde | moeten worden voor de werving van drie voltijds tewerkgestelde |
werkzoekenden; | werkzoekenden; |
6° dertien voltijdse equivalente werknemers, éénentwintig punten, die | 6° dertien voltijdse equivalente werknemers, éénentwintig punten, die |
bestemd moeten worden voor de werving van drie voltijds tewerkgestelde | bestemd moeten worden voor de werving van drie voltijds tewerkgestelde |
werkzoekenden; | werkzoekenden; |
7° vijftien voltijdse equivalente werknemers, vierentwintig punten, | 7° vijftien voltijdse equivalente werknemers, vierentwintig punten, |
die bestemd moeten worden voor de werving van 3 1/2 -tijds | die bestemd moeten worden voor de werving van 3 1/2 -tijds |
tewerkgestelde werkzoekenden. | tewerkgestelde werkzoekenden. |
De Minister bepaalt de berekeningsmodaliteiten bedoeld in artikel 16, | De Minister bepaalt de berekeningsmodaliteiten bedoeld in artikel 16, |
tweede lid, van het decreet. | tweede lid, van het decreet. |
Art. 12.De Minister bepaalt de modaliteiten voor de betaling van de |
Art. 12.De Minister bepaalt de modaliteiten voor de betaling van de |
subsidies bedoeld in artikel 11, § 1, met inachtneming van de wet van | subsidies bedoeld in artikel 11, § 1, met inachtneming van de wet van |
16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden | 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden |
voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de | voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de |
boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de | boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de |
organisatie van de controle door het Rekenhof. | organisatie van de controle door het Rekenhof. |
Art. 13.Onder referentiebestand in de zin van artikel 15 van het |
Art. 13.Onder referentiebestand in de zin van artikel 15 van het |
decreet wordt verstaan het aantal werknemers, in voltijds equivalent | decreet wordt verstaan het aantal werknemers, in voltijds equivalent |
uitgedrukt, die ingeschreven zijn bij de Rijksdienst voor Sociale | uitgedrukt, die ingeschreven zijn bij de Rijksdienst voor Sociale |
Zekerheid, hierna "RSZ" genoemd. | Zekerheid, hierna "RSZ" genoemd. |
Het aantal bezoldigde werknemers wordt op basis van de gegevens uit de | Het aantal bezoldigde werknemers wordt op basis van de gegevens uit de |
Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid gecontroleerd aan het einde van | Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid gecontroleerd aan het einde van |
het kwartaal dat voorafgaat aan de indienstneming van één of meer | het kwartaal dat voorafgaat aan de indienstneming van één of meer |
werknemers bedoeld in artikel 1, 3°, van het decreet en aan het einde | werknemers bedoeld in artikel 1, 3°, van het decreet en aan het einde |
van het kwartaal in de loop waarvan hun indienstneming eindigt. | van het kwartaal in de loop waarvan hun indienstneming eindigt. |
Die controle wordt door de Administratie uitgevoerd. Op verzoek van de | Die controle wordt door de Administratie uitgevoerd. Op verzoek van de |
"I.D.E.S.S." kan de Minister om behoorlijk gemotiveerde economische | "I.D.E.S.S." kan de Minister om behoorlijk gemotiveerde economische |
redenen en voor een periode van één jaar afwijken van het beginsel van | redenen en voor een periode van één jaar afwijken van het beginsel van |
tewerkstellingstoename t.o.v. het referentiebestand. | tewerkstellingstoename t.o.v. het referentiebestand. |
HOOFDSTUK VII. - Opvolging, controle, toezicht en evaluatie | HOOFDSTUK VII. - Opvolging, controle, toezicht en evaluatie |
Art. 14.De erkende "I.D.E.S.S." is verplicht jaarlijks uiterlijk 30 |
Art. 14.De erkende "I.D.E.S.S." is verplicht jaarlijks uiterlijk 30 |
juni van het jaar na de activiteit het in artikel 17 van het decreet | juni van het jaar na de activiteit het in artikel 17 van het decreet |
bedoelde verslag aan de Administratie over te maken. | bedoelde verslag aan de Administratie over te maken. |
De "I.D.E.S.S." worden door de Administratie geëvalueerd. De | De "I.D.E.S.S." worden door de Administratie geëvalueerd. De |
resultaten van de evaluatie worden meegedeeld aan de Commissie en aan | resultaten van de evaluatie worden meegedeeld aan de Commissie en aan |
de "Conseil économique et social de la Région wallonne". | de "Conseil économique et social de la Région wallonne". |
De Minister bepaalt de evaluatiemodaliteiten op grond van de gegevens | De Minister bepaalt de evaluatiemodaliteiten op grond van de gegevens |
bedoeld in artikel 18, tweede lid, van het decreet en van andere | bedoeld in artikel 18, tweede lid, van het decreet en van andere |
gegevens zoals : | gegevens zoals : |
1° de tariferingsgegevens, | 1° de tariferingsgegevens, |
2° de economische levensvatbaarheid van de projecten; | 2° de economische levensvatbaarheid van de projecten; |
3° de daadwerkelijk gepresteerde activiteiten t.o.v. van de toegelaten | 3° de daadwerkelijk gepresteerde activiteiten t.o.v. van de toegelaten |
activiteiten; | activiteiten; |
4° de inachtneming van de vastgelegde activiteitenbeperkingen; | 4° de inachtneming van de vastgelegde activiteitenbeperkingen; |
5° de uitgevoerde controles. | 5° de uitgevoerde controles. |
Art. 15.De controle en het toezicht op de naleving van het decreet en |
Art. 15.De controle en het toezicht op de naleving van het decreet en |
van dit besluit worden uitgeoefend door de inspecteurs bedoeld in | van dit besluit worden uitgeoefend door de inspecteurs bedoeld in |
artikel 1 van het decreet van 5 februari 1998 houdende toezicht en | artikel 1 van het decreet van 5 februari 1998 houdende toezicht en |
controle op de naleving van de wetgeving betreffende het | controle op de naleving van de wetgeving betreffende het |
tewerkstellingsbeleid en overeenkomstig dit decreet. | tewerkstellingsbeleid en overeenkomstig dit decreet. |
Art. 16.Het verslag bedoeld in artikel 19 van het decreet wordt |
Art. 16.Het verslag bedoeld in artikel 19 van het decreet wordt |
jaarlijks op voorstel van de administratie en van de Commissie door de | jaarlijks op voorstel van de administratie en van de Commissie door de |
Minister aan de Regering overgemaakt. Dat verslag wordt opgesteld | Minister aan de Regering overgemaakt. Dat verslag wordt opgesteld |
volgens de modaliteiten die hij bepaalt. | volgens de modaliteiten die hij bepaalt. |
HOOFDSTUK VIII. - Diverse bepalingen | HOOFDSTUK VIII. - Diverse bepalingen |
Art. 17.De termijnen bedoeld in dit besluit zijn volle dagen. De dag |
Art. 17.De termijnen bedoeld in dit besluit zijn volle dagen. De dag |
van de akte, waarop de termijn ingaat, wordt niet meegerekend. De | van de akte, waarop de termijn ingaat, wordt niet meegerekend. De |
vervaldatum wordt meegerekend. Als die dag evenwel een zaterdag, | vervaldatum wordt meegerekend. Als die dag evenwel een zaterdag, |
zondag of wettelijke feestdag is, wordt de vervaldatum naar de | zondag of wettelijke feestdag is, wordt de vervaldatum naar de |
eerstkomende werkdag verschoven. | eerstkomende werkdag verschoven. |
Art. 18.De instellingen die op de datum van inwerkingtreding van het |
Art. 18.De instellingen die op de datum van inwerkingtreding van het |
decreet en van dit besluit voor tegemoetkomingen in aanmerking kwamen | decreet en van dit besluit voor tegemoetkomingen in aanmerking kwamen |
krachtens voornoemd decreet van 25 april 2002 en de instellingen die | krachtens voornoemd decreet van 25 april 2002 en de instellingen die |
buurtdiensten bij wijze van experiment verstrekten in het kader van | buurtdiensten bij wijze van experiment verstrekten in het kader van |
het experimenteerfonds "buurtdiensten" van de Koning | het experimenteerfonds "buurtdiensten" van de Koning |
Boudewijnstichting mogen die tegemoetkomingen blijven genieten zolang | Boudewijnstichting mogen die tegemoetkomingen blijven genieten zolang |
de in artikel 11 bedoelde subsidies niet met die tegemoetkomingen | de in artikel 11 bedoelde subsidies niet met die tegemoetkomingen |
overeenstemmen, ongeacht de financieringsbronnen. | overeenstemmen, ongeacht de financieringsbronnen. |
HOOFDSTUK IX. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK IX. - Slotbepalingen |
Art. 19.Het decreet en dit besluit treden in werking op 30 juni 2007. |
Art. 19.Het decreet en dit besluit treden in werking op 30 juni 2007. |
Art. 20.De Minister tot wiens bevoegdheden Tewerkstelling en Sociale |
Art. 20.De Minister tot wiens bevoegdheden Tewerkstelling en Sociale |
Economie behoren, is belast met de uitvoering van dit besluit. | Economie behoren, is belast met de uitvoering van dit besluit. |
Namen, 21 juni 2007. | Namen, 21 juni 2007. |
De Minister-President, | De Minister-President, |
E. DI RUPO | E. DI RUPO |
De Minister van Economie, Tewerkstelling en Buitenlandse Handel, | De Minister van Economie, Tewerkstelling en Buitenlandse Handel, |
J.-C. MARCOURT | J.-C. MARCOURT |