| Besluit van de Waalse Regering tot invoering van een premie voor de renovatie van verbeterbare woningen | Besluit van de Waalse Regering tot invoering van een premie voor de renovatie van verbeterbare woningen | 
|---|---|
| MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST | MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST | 
| 21 JANUARI 1999. - Besluit van de Waalse Regering tot invoering van | 21 JANUARI 1999. - Besluit van de Waalse Regering tot invoering van | 
| een premie voor de renovatie van verbeterbare woningen | een premie voor de renovatie van verbeterbare woningen | 
| De Waalse Regering, | De Waalse Regering, | 
| Gelet op de Waalse Huisvestingscode, inzonderheid op artikel 16; | Gelet op de Waalse Huisvestingscode, inzonderheid op artikel 16; | 
| Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën; | Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën; | 
| Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting; | Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting; | 
| Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari | Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari | 
| 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 | 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 | 
| juli 1989 en 4 augustus 1996; | juli 1989 en 4 augustus 1996; | 
| Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gegrond op de inwerkingtreding | Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gegrond op de inwerkingtreding | 
| van de Waalse Huisvestingscode op 1 maart 1999, waarbij de | van de Waalse Huisvestingscode op 1 maart 1999, waarbij de | 
| uitvoeringsbesluiten van de voormalige Huisvestingscode vóór deze | uitvoeringsbesluiten van de voormalige Huisvestingscode vóór deze | 
| datum verplicht aangepast moeten worden aan de nieuwe decretale | datum verplicht aangepast moeten worden aan de nieuwe decretale | 
| bepalingen; | bepalingen; | 
| Overwegende dat de aanpassing van de verschillende informatiesystemen | Overwegende dat de aanpassing van de verschillende informatiesystemen | 
| per 1 maart 1999 doorgevoerd moet zijn; | per 1 maart 1999 doorgevoerd moet zijn; | 
| Overwegende dat daarmee bedoeld worden de informatica- en | Overwegende dat daarmee bedoeld worden de informatica- en | 
| bestuursprocedures, maar ook de bij de uitvoeringsbesluiten van de | bestuursprocedures, maar ook de bij de uitvoeringsbesluiten van de | 
| Code opgelegde administratieve documenten, alsmede de voorlichting van | Code opgelegde administratieve documenten, alsmede de voorlichting van | 
| de personeelsleden; | de personeelsleden; | 
| Overwegende dat de bepalingen van de Code omwille van de | Overwegende dat de bepalingen van de Code omwille van de | 
| rechtszekerheid en de continuïteit van de diensten bijgevolg dringend | rechtszekerheid en de continuïteit van de diensten bijgevolg dringend | 
| aangenomen moeten worden; | aangenomen moeten worden; | 
| Op de voordracht van de Minister van Sociale Actie, Huisvesting en | Op de voordracht van de Minister van Sociale Actie, Huisvesting en | 
| Gezondheid, | Gezondheid, | 
| Besluit : | Besluit : | 
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :  | 
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :  | 
| 1° Minister : de Minister bevoegd voor Huisvesting; | 1° Minister : de Minister bevoegd voor Huisvesting; | 
| 2° bestuur : het Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, | 2° bestuur : het Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, | 
| Huisvesting en Patrimonium; | Huisvesting en Patrimonium; | 
| 3° schatter : de door de Minister aangewezen natuurlijke persoon : | 3° schatter : de door de Minister aangewezen natuurlijke persoon : | 
| a) ofwel als openbare schatter : | a) ofwel als openbare schatter : | 
| - onder de personeelsleden van het bestuur; | - onder de personeelsleden van het bestuur; | 
| - onder de personeelsleden van de « Société wallonne du Logement » | - onder de personeelsleden van de « Société wallonne du Logement » | 
| (Waalse Huisvestingsmaatschappij) of de personeelsleden van de « Fonds | (Waalse Huisvestingsmaatschappij) of de personeelsleden van de « Fonds | 
| du Logement des Familles nombreuses de Wallonie » (Waals Woningfonds | du Logement des Familles nombreuses de Wallonie » (Waals Woningfonds | 
| van de Grote Gezinnen) naargelang de aanvrager om een lening tegen | van de Grote Gezinnen) naargelang de aanvrager om een lening tegen | 
| verminderde rentevoet verzoekt bij één van deze instellingen; | verminderde rentevoet verzoekt bij één van deze instellingen; | 
| b) ofwel als privaatrechtelijke schatter, onder de personen die aan de | b) ofwel als privaatrechtelijke schatter, onder de personen die aan de | 
| volgende voorwaarden voldoen : | volgende voorwaarden voldoen : | 
| 1) één van de volgende beroepen uitoefenen : | 1) één van de volgende beroepen uitoefenen : | 
| - architect; | - architect; | 
| - burgerlijk ingenieur; | - burgerlijk ingenieur; | 
| - industrieel ingenieur; | - industrieel ingenieur; | 
| - technisch ingenieur; | - technisch ingenieur; | 
| - landmeter-expert onroerende goederen | - landmeter-expert onroerende goederen | 
| - beëdigd landmeter-expert | - beëdigd landmeter-expert | 
| 2) erkend zijn na een informatiecursus over de renovatie van woningen; | 2) erkend zijn na een informatiecursus over de renovatie van woningen; | 
| 3) zijn beroep als hoofdactiviteit uitoefenen als zelfstandige in de | 3) zijn beroep als hoofdactiviteit uitoefenen als zelfstandige in de | 
| bouwsector; | bouwsector; | 
| 4) zich ertoe verbinden de bij dit besluit gevoegde overeenkomst te | 4) zich ertoe verbinden de bij dit besluit gevoegde overeenkomst te | 
| sluiten. | sluiten. | 
| 4° gehandicapte persoon : | 4° gehandicapte persoon : | 
| a) hetzij de persoon die getroffen is door ten minste 66 % | a) hetzij de persoon die getroffen is door ten minste 66 % | 
| ontoereikendheid of vermindering van lichamelijke of geestelijke | ontoereikendheid of vermindering van lichamelijke of geestelijke | 
| geschiktheid. | geschiktheid. | 
| Deze ontoereikendheid of vermindering van geschiktheid wordt | Deze ontoereikendheid of vermindering van geschiktheid wordt | 
| vastgesteld door middel van een door het Ministerie van Sociale Zaken, | vastgesteld door middel van een door het Ministerie van Sociale Zaken, | 
| Volksgezondheid en Leefmilieu afgeleverd bewijs; | Volksgezondheid en Leefmilieu afgeleverd bewijs; | 
| b) hetzij de persoon van wie het verdienvermogen krachtens de wet van | b) hetzij de persoon van wie het verdienvermogen krachtens de wet van | 
| 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten | 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten | 
| beperkt is tot één derde of minder van wat een valide persoon in staat | beperkt is tot één derde of minder van wat een valide persoon in staat | 
| is te verdienen op de algemene arbeidsmarkt; | is te verdienen op de algemene arbeidsmarkt; | 
| c) hetzij de persoon van wie het gebrek aan zelfredzaamheid krachtens | c) hetzij de persoon van wie het gebrek aan zelfredzaamheid krachtens | 
| dezelfde wet op ten minste negen punten vastgesteld is. | dezelfde wet op ten minste negen punten vastgesteld is. | 
| 5° kind ten laste : het kind jonger dan 25 jaar voor wie, op de datum | 5° kind ten laste : het kind jonger dan 25 jaar voor wie, op de datum | 
| van de aanvraag, een kinderbijslag of een wezenrente wordt toegekend | van de aanvraag, een kinderbijslag of een wezenrente wordt toegekend | 
| aan de aanvrager, zijn samenwonende echtgenote of de persoon met wie | aan de aanvrager, zijn samenwonende echtgenote of de persoon met wie | 
| hij ongehuwd samenwoont, of het kind dat, na overlegging van | hij ongehuwd samenwoont, of het kind dat, na overlegging van | 
| bewijsstukken, door het Bestuur geacht wordt ten laste te zijn. | bewijsstukken, door het Bestuur geacht wordt ten laste te zijn. | 
| - de gehandicapte aanvrager of de aanvrager van wie de samenwonende | - de gehandicapte aanvrager of de aanvrager van wie de samenwonende | 
| echtgenote of de persoon met wie hij ongehuwd samenwoont gehandicapt | echtgenote of de persoon met wie hij ongehuwd samenwoont gehandicapt | 
| is, of het kind ten laste dat door het Ministerie van Sociale Zaken, | is, of het kind ten laste dat door het Ministerie van Sociale Zaken, | 
| Volksgezondheid en Leefmilieu gehandicapt wordt verklaard, wordt | Volksgezondheid en Leefmilieu gehandicapt wordt verklaard, wordt | 
| beschouwd als bijkomend kind ten laste; | beschouwd als bijkomend kind ten laste; | 
| 6° ongeboren kind : het op de datum van de aanvraag sinds ten minste | 6° ongeboren kind : het op de datum van de aanvraag sinds ten minste | 
| negentig dagen verwekte kind, waarbij een medisch attest als | negentig dagen verwekte kind, waarbij een medisch attest als | 
| bewijsstuk geldt; | bewijsstuk geldt; | 
| 7° verbeterbare woning : huis of appartement dat niet voldoet aan de | 7° verbeterbare woning : huis of appartement dat niet voldoet aan de | 
| door de Minister gestelde technische voorwaarden en dat verbeterbaar | door de Minister gestelde technische voorwaarden en dat verbeterbaar | 
| wordt verklaard in het verslag van de schatter; | wordt verklaard in het verslag van de schatter; | 
| 8° in de bouwsector geregistreerde aannemer : | 8° in de bouwsector geregistreerde aannemer : | 
| degene die op de bestek-, bestellings- of factureringsdatum van de | degene die op de bestek-, bestellings- of factureringsdatum van de | 
| werken : | werken : | 
| a) voldoet aan de voorwaarden bepaald in het koninklijk besluit van 5 | a) voldoet aan de voorwaarden bepaald in het koninklijk besluit van 5 | 
| oktober 1978 houdende uitvoering van de artikelen 400 à 404 en van | oktober 1978 houdende uitvoering van de artikelen 400 à 404 en van | 
| artikel 408, § 2, 2° van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992, | artikel 408, § 2, 2° van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992, | 
| en van de artikelen 30bis en 30ter, § 9, 2°, van de wet van 27 juni | en van de artikelen 30bis en 30ter, § 9, 2°, van de wet van 27 juni | 
| 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende | 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende | 
| de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. Deze eerste voorwaarde | de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. Deze eerste voorwaarde | 
| geldt niet voor aannemers die een wettelijk monopolie hebben voor de | geldt niet voor aannemers die een wettelijk monopolie hebben voor de | 
| uitvoering van bepaalde soorten werk; | uitvoering van bepaalde soorten werk; | 
| b) door middel van het door het wetenschappelijke en technische | b) door middel van het door het wetenschappelijke en technische | 
| centrum voor het bouwbedrijf, erkend bij het koninklijk besluit van 23 | centrum voor het bouwbedrijf, erkend bij het koninklijk besluit van 23 | 
| september 1959, afgeleverd getuigschrift het bewijs levert van zijn | september 1959, afgeleverd getuigschrift het bewijs levert van zijn | 
| inschrijving bij voornoemd centrum of bij het centrum van zijn sector, | inschrijving bij voornoemd centrum of bij het centrum van zijn sector, | 
| opgericht krachtens de besluitwet van 30 januari 1947 tot vaststelling | opgericht krachtens de besluitwet van 30 januari 1947 tot vaststelling | 
| van het statuut inzake oprichting en werking van centra die ermee | van het statuut inzake oprichting en werking van centra die ermee | 
| worden belast de vooruitgang van de techniek in de verschillende | worden belast de vooruitgang van de techniek in de verschillende | 
| vakken van de Rijkseconomie door het wetenschappelijke onderzoek te | vakken van de Rijkseconomie door het wetenschappelijke onderzoek te | 
| bevorderen en te ontwikkelen, voor zover die inschrijving verplicht | bevorderen en te ontwikkelen, voor zover die inschrijving verplicht | 
| is; | is; | 
| 9° inkomsten : de globaal belastbare inkomsten van de aanvrager en | 9° inkomsten : de globaal belastbare inkomsten van de aanvrager en | 
| zijn samenwonende echtgenote of van de persoon met wie hij ongehuwd | zijn samenwonende echtgenote of van de persoon met wie hij ongehuwd | 
| samenwoont op de datum van de aanvraag. Deze inkomsten hebben | samenwoont op de datum van de aanvraag. Deze inkomsten hebben | 
| betrekking op het voorlaatste jaar dat aan het jaar van de aanvraag | betrekking op het voorlaatste jaar dat aan het jaar van de aanvraag | 
| voorafgaat. | voorafgaat. | 
| De bovenvermelde inkomsten worden verminderd met 75 000 BEF per kind | De bovenvermelde inkomsten worden verminderd met 75 000 BEF per kind | 
| ten laste of ongeboren kind. | ten laste of ongeboren kind. | 
| In geval van scheiding van de aanvrager tussen het basisjaar voor de | In geval van scheiding van de aanvrager tussen het basisjaar voor de | 
| inkomsten en het indienen van de aanvraag wordt geen rekening gehouden | inkomsten en het indienen van de aanvraag wordt geen rekening gehouden | 
| met de eventuele toepassing van het huwelijksquotiënt voor de in | met de eventuele toepassing van het huwelijksquotiënt voor de in | 
| aanmerking genomen inkomsten. | aanmerking genomen inkomsten. | 
| De aanvragers die wedden, lonen of emolumenten ontvangen die vrij zijn | De aanvragers die wedden, lonen of emolumenten ontvangen die vrij zijn | 
| van rijksbelastingen, moeten een attest van de schuldenaar van de | van rijksbelastingen, moeten een attest van de schuldenaar van de | 
| inkomsten voorleggen met vermelding van het totale bedrag van de | inkomsten voorleggen met vermelding van het totale bedrag van de | 
| ontvangen wedden, lonen of emolumenten om de grondslag van de | ontvangen wedden, lonen of emolumenten om de grondslag van de | 
| belasting te kunnen vaststellen, zoals dat het geval is wanneer | belasting te kunnen vaststellen, zoals dat het geval is wanneer | 
| voornoemde inkomsten onder het stelsel van het gemene recht aan de | voornoemde inkomsten onder het stelsel van het gemene recht aan de | 
| belasting onderworpen zijn. | belasting onderworpen zijn. | 
Art. 2.§ 1. Onder de bij dit besluit bepaalde voorwaarden verleent  | 
Art. 2.§ 1. Onder de bij dit besluit bepaalde voorwaarden verleent  | 
| het Gewest een renovatiepremie aan de natuurlijke personen die een | het Gewest een renovatiepremie aan de natuurlijke personen die een | 
| verbeterbaar verklaarde woning renoveren. | verbeterbaar verklaarde woning renoveren. | 
| § 2. Indien een aanvrager, zijn samenwonende echtgenote, de persoon | § 2. Indien een aanvrager, zijn samenwonende echtgenote, de persoon | 
| met wie hij ongehuwd samenwoont of een medeëigenaar die om één of | met wie hij ongehuwd samenwoont of een medeëigenaar die om één of | 
| verscheidene premies heeft verzocht voor dezelfde woning : | verscheidene premies heeft verzocht voor dezelfde woning : | 
| 1° krachtens dit besluit; | 1° krachtens dit besluit; | 
| 2° krachtens het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 22 | 2° krachtens het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 22 | 
| februari 1990 tot instelling van een premie voor de renovatie van | februari 1990 tot instelling van een premie voor de renovatie van | 
| verbeterbare ongezonde woningen gelegen in het Waalse Gewest, een | verbeterbare ongezonde woningen gelegen in het Waalse Gewest, een | 
| nieuwe aanvraag indient vóór de kennisgeving van de toekenning van de | nieuwe aanvraag indient vóór de kennisgeving van de toekenning van de | 
| vroeger aangevraagde premie(s) of tijdens de periode van vier jaar | vroeger aangevraagde premie(s) of tijdens de periode van vier jaar | 
| vanaf deze datum van kennisgeving, mag het in artikel 7, § 1 bedoelde | vanaf deze datum van kennisgeving, mag het in artikel 7, § 1 bedoelde | 
| bedrag van de premie waarop hij aanspraak kan maken, samen met het of | bedrag van de premie waarop hij aanspraak kan maken, samen met het of | 
| de bedrag(en) van bovenvermelde premies niet hoger zijn dan 120 000, | de bedrag(en) van bovenvermelde premies niet hoger zijn dan 120 000, | 
| 90 000 of 60 000 BEF, op grond van de in artikel 7, § 1, gestelde | 90 000 of 60 000 BEF, op grond van de in artikel 7, § 1, gestelde | 
| normen. | normen. | 
| Voor iedere premie bedragen de in aanmerking genomen werken ten minste | Voor iedere premie bedragen de in aanmerking genomen werken ten minste | 
| 80 000 BEF exclusief B.T.W., behalve indien de werken geheel of | 80 000 BEF exclusief B.T.W., behalve indien de werken geheel of | 
| gedeeltelijk uitgevoerd werden met door de aanvrager aangekochte en | gedeeltelijk uitgevoerd werden met door de aanvrager aangekochte en | 
| binnen de woning gebruikte bouwstoffen en waarvan de aankoop bewezen | binnen de woning gebruikte bouwstoffen en waarvan de aankoop bewezen | 
| wordt door facturen voor een minimumbedrag van 40 000 BEF exclusief | wordt door facturen voor een minimumbedrag van 40 000 BEF exclusief | 
| B.T.W. | B.T.W. | 
| § 3. Voor dezelfde werken kan de aanvrager niet tegelijk aanpraak | § 3. Voor dezelfde werken kan de aanvrager niet tegelijk aanpraak | 
| maken op een andere tegemoetkoming van het Waalse Gewest. | maken op een andere tegemoetkoming van het Waalse Gewest. | 
| § 4. Voor om het even welke werken die in dezelfde woning worden | § 4. Voor om het even welke werken die in dezelfde woning worden | 
| uitgevoerd, kan een persoon of zijn samenwonende echtgenote, of de | uitgevoerd, kan een persoon of zijn samenwonende echtgenote, of de | 
| persoon met wie hij ongehuwd samenwoont of een medeëigenaar die in | persoon met wie hij ongehuwd samenwoont of een medeëigenaar die in | 
| aanmerking is gekomen voor een door het Waalse Gewest ingevoerde bouw- | aanmerking is gekomen voor een door het Waalse Gewest ingevoerde bouw- | 
| of herstructureringspremie, geen premieaanvraag krachtens dit besluit | of herstructureringspremie, geen premieaanvraag krachtens dit besluit | 
| indienen. | indienen. | 
Art. 3.Op de datum van de premieaanvraag moet de aanvrager :  | 
Art. 3.Op de datum van de premieaanvraag moet de aanvrager :  | 
| 1° ten minste 18 jaar zijn of ontvoogde minderjarige zijn; | 1° ten minste 18 jaar zijn of ontvoogde minderjarige zijn; | 
| 2° zakelijke rechten hebben op de woning waarvoor een aanvraag is | 2° zakelijke rechten hebben op de woning waarvoor een aanvraag is | 
| ingediend, waarbij de onder de punten 5° en 6° bedoelde verbintenissen | ingediend, waarbij de onder de punten 5° en 6° bedoelde verbintenissen | 
| kunnen worden aangegaan; | kunnen worden aangegaan; | 
| 3° de woning laten bezichtigen door de binnen het bestuur aangewezen | 3° de woning laten bezichtigen door de binnen het bestuur aangewezen | 
| afgevaardigden van de Minister, die belast zijn met de controle op de | afgevaardigden van de Minister, die belast zijn met de controle op de | 
| naleving van de voorwaarden voor de toekenning van de premie, tot het | naleving van de voorwaarden voor de toekenning van de premie, tot het | 
| einde van een periode van vijf jaar vanaf de datum waarop de werken | einde van een periode van vijf jaar vanaf de datum waarop de werken | 
| voltooid worden verklaard; | voltooid worden verklaard; | 
| 4° in voorkomend geval, de bij dit besluit gevoegde overeenkomst | 4° in voorkomend geval, de bij dit besluit gevoegde overeenkomst | 
| sluiten; | sluiten; | 
| 5° één van de volgende verbintenissen aangaan voor een ononderbroken | 5° één van de volgende verbintenissen aangaan voor een ononderbroken | 
| periode van vier jaar en zes maanden. Deze periode loopt vanaf de | periode van vier jaar en zes maanden. Deze periode loopt vanaf de | 
| datum waarop de werken voltooid worden verklaard : | datum waarop de werken voltooid worden verklaard : | 
| a) ofwel de gehele woning als hoofdverblijfplaats bewonen en | a) ofwel de gehele woning als hoofdverblijfplaats bewonen en | 
| aanvankelijk voor bewoning bestemde vertrekken niet voor het | aanvankelijk voor bewoning bestemde vertrekken niet voor het | 
| uitoefenen van een beroep gebruiken; | uitoefenen van een beroep gebruiken; | 
| b) ofwel de gehele woning als hoofdverblijfplaats verhuren en indien | b) ofwel de gehele woning als hoofdverblijfplaats verhuren en indien | 
| ze op de datum van begin van de werken verhuurd wordt, uiterlijk op de | ze op de datum van begin van de werken verhuurd wordt, uiterlijk op de | 
| datum waarop de werken voltooid worden verklaard, een aanhangsel bij | datum waarop de werken voltooid worden verklaard, een aanhangsel bij | 
| de huurovereenkomst overleggen waarbij wordt bepaald dat de huurprijs | de huurovereenkomst overleggen waarbij wordt bepaald dat de huurprijs | 
| tijdens de huur niet gewijzigd wordt op grond van de werken waarvoor | tijdens de huur niet gewijzigd wordt op grond van de werken waarvoor | 
| de premie wordt aangevraagd; | de premie wordt aangevraagd; | 
| c) ofwel de gehele woning kosteloos en als hoofdverblijfplaats ter | c) ofwel de gehele woning kosteloos en als hoofdverblijfplaats ter | 
| beschikking stellen van een bloed- of aanverwante tot en met de tweede | beschikking stellen van een bloed- of aanverwante tot en met de tweede | 
| graad; | graad; | 
| 6° zich ertoe verbinden de woning niet te vervreemden, hetzij geheel | 6° zich ertoe verbinden de woning niet te vervreemden, hetzij geheel | 
| hetzij gedeeltelijk, tot het einde van een ononderbroken periode van | hetzij gedeeltelijk, tot het einde van een ononderbroken periode van | 
| vijf jaar vanaf de datum waarop de werken voltooid worden verklaard. | vijf jaar vanaf de datum waarop de werken voltooid worden verklaard. | 
| De in het eerste lid, 5° en 6° bedoelde periodes van vier jaar en zes | De in het eerste lid, 5° en 6° bedoelde periodes van vier jaar en zes | 
| maanden en van vijf jaar worden respectievelijk gebracht op negen jaar | maanden en van vijf jaar worden respectievelijk gebracht op negen jaar | 
| en zes maanden en op tien jaar wanneer de in artikel 7, § 6, bedoelde | en zes maanden en op tien jaar wanneer de in artikel 7, § 6, bedoelde | 
| verhoging van toepassing is. | verhoging van toepassing is. | 
| De verbintenissen van de aanvrager krachtens het eerste lid, 5° en 6°, | De verbintenissen van de aanvrager krachtens het eerste lid, 5° en 6°, | 
| worden ook aangegaan door zijn samenwonende echtgenote of de persoon | worden ook aangegaan door zijn samenwonende echtgenote of de persoon | 
| met wie hij ongehuwd samenwoont wanneer deze persoon een zakelijk | met wie hij ongehuwd samenwoont wanneer deze persoon een zakelijk | 
| recht heeft op de woning. | recht heeft op de woning. | 
| De bepalingen van dit besluit die van toepassing zijn op de gehuwde | De bepalingen van dit besluit die van toepassing zijn op de gehuwde | 
| aanvrager of op de ongehuwd samenwonende aanvrager gelden ook voor de | aanvrager of op de ongehuwd samenwonende aanvrager gelden ook voor de | 
| alleenstaande aanvrager die zich ertoe verbindt de woning te betrekken | alleenstaande aanvrager die zich ertoe verbindt de woning te betrekken | 
| indien deze verbintenis ook aangegaan wordt door zijn toekomstige | indien deze verbintenis ook aangegaan wordt door zijn toekomstige | 
| echtgenote of de persoon met wie hij ongehuwd zal samenwonen. | echtgenote of de persoon met wie hij ongehuwd zal samenwonen. | 
Art. 4.§ 1. De premieaanvraag wordt naar het bestuur gestuurd aan de  | 
Art. 4.§ 1. De premieaanvraag wordt naar het bestuur gestuurd aan de  | 
| hand van het door dit bestuur opgemaakte formulier. Binnen vijftien | hand van het door dit bestuur opgemaakte formulier. Binnen vijftien | 
| dagen na de datum van deze verzending zendt het bestuur de aanvrager | dagen na de datum van deze verzending zendt het bestuur de aanvrager | 
| een ontvangbewijs van zijn aanvraag en, in voorkomend geval, verzoekt | een ontvangbewijs van zijn aanvraag en, in voorkomend geval, verzoekt | 
| het om ieder document dat nodig is voor de verdere aanvulling van het | het om ieder document dat nodig is voor de verdere aanvulling van het | 
| dossier. | dossier. | 
| § 2. Om als volledig te worden beschouwd dient de aanvraag de volgende | § 2. Om als volledig te worden beschouwd dient de aanvraag de volgende | 
| documenten te bevatten : | documenten te bevatten : | 
| 1° de duidelijke identificatie van de te renoveren woning; | 1° de duidelijke identificatie van de te renoveren woning; | 
| 2° het uittreksel uit het bevolkingsregister met de | 2° het uittreksel uit het bevolkingsregister met de | 
| gezinssamenstelling van de aanvrager; | gezinssamenstelling van de aanvrager; | 
| 3° het verslag waarbij de woning verbeterbaar wordt verklaard met de | 3° het verslag waarbij de woning verbeterbaar wordt verklaard met de | 
| lijst en de voorrangsorde van de uit te voeren renovatiewerken; indien | lijst en de voorrangsorde van de uit te voeren renovatiewerken; indien | 
| de aanvrager bouwstoffen aankoopt die binnen de woning gebruikt moeten | de aanvrager bouwstoffen aankoopt die binnen de woning gebruikt moeten | 
| worden of indien hij zich er niet toe verbindt de woning persoonlijk | worden of indien hij zich er niet toe verbindt de woning persoonlijk | 
| te betrekken wordt het verslag door een openbare schatter opgemaakt; | te betrekken wordt het verslag door een openbare schatter opgemaakt; | 
| 4° het formulier met de in artikel 3 bedoelde verbintenissen; | 4° het formulier met de in artikel 3 bedoelde verbintenissen; | 
| 5° het attest van het gemeentebestuur met de datum waarop de woning | 5° het attest van het gemeentebestuur met de datum waarop de woning | 
| voor het eerst werd betrokken; | voor het eerst werd betrokken; | 
| 6° het attest van het bevoegde bestuur van het Ministerie van | 6° het attest van het bevoegde bestuur van het Ministerie van | 
| Financiën omtrent de rechten die de aanvrager heeft op de woning of | Financiën omtrent de rechten die de aanvrager heeft op de woning of | 
| indien de koopakte nog niet getekend is, een afschrift van de | indien de koopakte nog niet getekend is, een afschrift van de | 
| koopbelofte; | koopbelofte; | 
| 7° indien een privaatrechtelijke schatter optreedt, de in de bijlage | 7° indien een privaatrechtelijke schatter optreedt, de in de bijlage | 
| bij dit besluit bepaalde overeenkomst; | bij dit besluit bepaalde overeenkomst; | 
| § 3. Het in artikel 1, 6°, bedoeld attest moet bij de aanvraag gevoegd | § 3. Het in artikel 1, 6°, bedoeld attest moet bij de aanvraag gevoegd | 
| worden. | worden. | 
| § 4. Als datum van de aanvraag geldt die van de poststempel die | § 4. Als datum van de aanvraag geldt die van de poststempel die | 
| voorkomt op de verzending die alle vereiste documenten bevat of in | voorkomt op de verzending die alle vereiste documenten bevat of in | 
| voorkomend geval, de documenten die de aanvraag aanvullen. | voorkomend geval, de documenten die de aanvraag aanvullen. | 
| § 5. Binnen drie maanden na de datum van verzending van de volledige | § 5. Binnen drie maanden na de datum van verzending van de volledige | 
| aanvraag of in voorkomend geval, van de laatste documenten die de | aanvraag of in voorkomend geval, van de laatste documenten die de | 
| aanvraag aanvullen, deelt het bestuur de aanvrager mede of zijn | aanvraag aanvullen, deelt het bestuur de aanvrager mede of zijn | 
| aanvraag ontvankelijk is of geeft de redenen aan waarom deze | aanvraag ontvankelijk is of geeft de redenen aan waarom deze | 
| kennisgeving niet kan plaatsvinden. | kennisgeving niet kan plaatsvinden. | 
| Indien de beslissing niet binnen de in het eerste lid bedoelde termijn | Indien de beslissing niet binnen de in het eerste lid bedoelde termijn | 
| aan de aanvrager wordt medegedeeld, wordt ervan uitgegaan dat beslist | aan de aanvrager wordt medegedeeld, wordt ervan uitgegaan dat beslist | 
| is om de premie te weigeren. | is om de premie te weigeren. | 
| § 6. De aanvrager beschikt over een termijn van één maand vanaf de | § 6. De aanvrager beschikt over een termijn van één maand vanaf de | 
| datum waarop de afwijzing bekendgemaakt wordt of waarop de in § 5 | datum waarop de afwijzing bekendgemaakt wordt of waarop de in § 5 | 
| bedoelde termijn verstreken is om bij een aan het bestuur gericht | bedoelde termijn verstreken is om bij een aan het bestuur gericht | 
| aangetekend schrijven bij de Minister een beroep in te stellen. De | aangetekend schrijven bij de Minister een beroep in te stellen. De | 
| Minister beslist binnen drie maanden na ontvangst van dit beroep. Als | Minister beslist binnen drie maanden na ontvangst van dit beroep. Als | 
| er geen antwoord is, moet ervan worden uitgegaan dat het beroep | er geen antwoord is, moet ervan worden uitgegaan dat het beroep | 
| aanvaard is. | aanvaard is. | 
Art. 5.§ 1. De woning waarvoor een aanvraag is ingediend moet, zowel  | 
Art. 5.§ 1. De woning waarvoor een aanvraag is ingediend moet, zowel  | 
| inzake de oppervlakte als op fiscaal vlak, hoofdzakelijk voor bewoning | inzake de oppervlakte als op fiscaal vlak, hoofdzakelijk voor bewoning | 
| bestemd zijn. Op de datum van de aanvraag moet de woning ten minste | bestemd zijn. Op de datum van de aanvraag moet de woning ten minste | 
| één kamer omvatten die als woonvertrek kan gebruikt worden en één | één kamer omvatten die als woonvertrek kan gebruikt worden en één | 
| kamer die als nachtvertrek kan gebruikt worden. | kamer die als nachtvertrek kan gebruikt worden. | 
| De woning moet ten minste vijftien jaar vóór 1 januari van het jaar | De woning moet ten minste vijftien jaar vóór 1 januari van het jaar | 
| van de premieaanvraag voor het eerst bewoond zijn. Van deze voorwaarde | van de premieaanvraag voor het eerst bewoond zijn. Van deze voorwaarde | 
| wordt afgeweken wanneer de premieaanvraag slechts betrekking heeft op | wordt afgeweken wanneer de premieaanvraag slechts betrekking heeft op | 
| werken om de overbewoning te verhelpen. | werken om de overbewoning te verhelpen. | 
| § 2. Indien de eengezinswoning in verscheidene woningen wordt gedeeld | § 2. Indien de eengezinswoning in verscheidene woningen wordt gedeeld | 
| kan voor iedere woning een aanvraag worden ingediend op voorwaarde dat | kan voor iedere woning een aanvraag worden ingediend op voorwaarde dat | 
| de nuttige oppervlakte van alle woonvertrekken van deze woning aan de | de nuttige oppervlakte van alle woonvertrekken van deze woning aan de | 
| door de Minister bepaalde minima inzake bewoning beantwoordt. | door de Minister bepaalde minima inzake bewoning beantwoordt. | 
Art. 6.§ 1. De renovatiewerken zijn werken die in het verslag worden  | 
Art. 6.§ 1. De renovatiewerken zijn werken die in het verslag worden  | 
| opgenomen voor zover ze in de lijst van de werken voorkomen met | opgenomen voor zover ze in de lijst van de werken voorkomen met | 
| inachtneming van de door de Minister bepaalde voorrangsorde. | inachtneming van de door de Minister bepaalde voorrangsorde. | 
| Wanneer de woning lokalen omvat die, zelfs gedeeltelijk, gebruikt | Wanneer de woning lokalen omvat die, zelfs gedeeltelijk, gebruikt | 
| worden of bestemd zijn voor het uitoefenen van een beroep, worden de | worden of bestemd zijn voor het uitoefenen van een beroep, worden de | 
| werken uitgevoerd in gemeenschappelijke constructies van het | werken uitgevoerd in gemeenschappelijke constructies van het | 
| woongedeelte en het beroepsgedeelte in de woning in aanmerking genomen | woongedeelte en het beroepsgedeelte in de woning in aanmerking genomen | 
| naar rata van het woongedeelte. | naar rata van het woongedeelte. | 
| De werken uitgevoerd in gemeenschappelijke constructies van | De werken uitgevoerd in gemeenschappelijke constructies van | 
| verscheidene woningen of van één of verscheidene woningen en in een | verscheidene woningen of van één of verscheidene woningen en in een | 
| gebouwgedeelte dat voor het uitoefenen van een beroep is bestemd en | gebouwgedeelte dat voor het uitoefenen van een beroep is bestemd en | 
| dat geheel apart ligt van de woning(en) komen niet in aanmerking, | dat geheel apart ligt van de woning(en) komen niet in aanmerking, | 
| behalve indien het gehele gebouw aan dezelfde eigenaar toebehoort. In | behalve indien het gehele gebouw aan dezelfde eigenaar toebehoort. In | 
| dit geval komen de gemeenschappelijke werken in aanmerking naar rata | dit geval komen de gemeenschappelijke werken in aanmerking naar rata | 
| van de omvang van de woning waarvoor een aanvraag is ingediend. | van de omvang van de woning waarvoor een aanvraag is ingediend. | 
| De specifieke werken in lokalen die niet voor bewoning zijn bestemd | De specifieke werken in lokalen die niet voor bewoning zijn bestemd | 
| komen niet in aanmerking behalve indien ze enerzijds in het | komen niet in aanmerking behalve indien ze enerzijds in het | 
| hoofdgebouw van de woning gelegen zijn en niet in een bijgebouw | hoofdgebouw van de woning gelegen zijn en niet in een bijgebouw | 
| hiervan, en indien anderzijds de niet-uitvoering ervan de gezondheid | hiervan, en indien anderzijds de niet-uitvoering ervan de gezondheid | 
| van het woongedeelte van de woning in gevaar kan brengen. | van het woongedeelte van de woning in gevaar kan brengen. | 
| § 2. De renovatiewerken kunnen slechts aangevat worden na de in | § 2. De renovatiewerken kunnen slechts aangevat worden na de in | 
| artikel 4, § 5 bedoelde datum van kennisgeving van de | artikel 4, § 5 bedoelde datum van kennisgeving van de | 
| ontvankelijkheid. | ontvankelijkheid. | 
| De renovatiewerken waarvoor een stedenbouwkundige vergunning vereist | De renovatiewerken waarvoor een stedenbouwkundige vergunning vereist | 
| is krachtens het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw | is krachtens het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw | 
| en Patrimonium kunnen niet vóór het verkrijgen van de vergunning | en Patrimonium kunnen niet vóór het verkrijgen van de vergunning | 
| worden aangevat. | worden aangevat. | 
| § 3. De werken moeten binnen twee jaar na de in artikel 4, § 5, | § 3. De werken moeten binnen twee jaar na de in artikel 4, § 5, | 
| bedoelde kennisgeving van de ontvankelijkheid worden uitgevoerd. Het | bedoelde kennisgeving van de ontvankelijkheid worden uitgevoerd. Het | 
| bestuur kan deze termijn met zes maanden verlengen indien een | bestuur kan deze termijn met zes maanden verlengen indien een | 
| verlengingsaanvraag door het bestuur geacht wordt gegrond te zijn | verlengingsaanvraag door het bestuur geacht wordt gegrond te zijn | 
| wegens onvoorziene omstandigheden of overmacht, en naar het bestuur | wegens onvoorziene omstandigheden of overmacht, en naar het bestuur | 
| wordt gezonden vóór het verstrijken van de termijn van twee jaar. | wordt gezonden vóór het verstrijken van de termijn van twee jaar. | 
| § 4. Indien de aanvrager zich ertoe verbindt de woning te verhuren of | § 4. Indien de aanvrager zich ertoe verbindt de woning te verhuren of | 
| ze kosteloos ter beschikking stellen van een bloed- of aanverwante, | ze kosteloos ter beschikking stellen van een bloed- of aanverwante, | 
| beantwoordt de woning na het einde van de renovatiewerken aan alle | beantwoordt de woning na het einde van de renovatiewerken aan alle | 
| door de Minister bepaalde technische voorwaarden. | door de Minister bepaalde technische voorwaarden. | 
Art. 7.§ 1. Onverminderd de bepalingen van artikel 2, § 2, wordt het  | 
Art. 7.§ 1. Onverminderd de bepalingen van artikel 2, § 2, wordt het  | 
| bedrag van de premie vastgesteld als volgt : | bedrag van de premie vastgesteld als volgt : | 
| 1° 20 % van het bedrag van de in aanmerking genomen facturen, | 1° 20 % van het bedrag van de in aanmerking genomen facturen, | 
| exclusief B.T.W., met een maximumbedrag van 60 000 BEF. | exclusief B.T.W., met een maximumbedrag van 60 000 BEF. | 
| 2° voor zover de aanvrager en in voorkomend geval, zijn samenwonende | 2° voor zover de aanvrager en in voorkomend geval, zijn samenwonende | 
| echtgenote of de persoon met wie hij ongehuwd samenwoont, de woning in | echtgenote of de persoon met wie hij ongehuwd samenwoont, de woning in | 
| volle eigendom bezitten, voor zover ze zich ertoe verbinden de woning | volle eigendom bezitten, voor zover ze zich ertoe verbinden de woning | 
| te betrekken overeenkomstig artikel 3, eerste lid, 5°, a) en ze het | te betrekken overeenkomstig artikel 3, eerste lid, 5°, a) en ze het | 
| bewijs kunnen overleggen van hun gehele inkomsten, zoals bepaald in | bewijs kunnen overleggen van hun gehele inkomsten, zoals bepaald in | 
| artikel 1, 9°; | artikel 1, 9°; | 
| a) 30 % van het bedrag van de in aanmerking genomen facturen, | a) 30 % van het bedrag van de in aanmerking genomen facturen, | 
| exclusief B.T.W. met een maximumbedrag van 90 000 BEF indien het | exclusief B.T.W. met een maximumbedrag van 90 000 BEF indien het | 
| inkomen tussen 400 001 BEF en 800 000 BEF bedraagt voor de | inkomen tussen 400 001 BEF en 800 000 BEF bedraagt voor de | 
| alleenstaande aanvrager en tussen 550 001 BEF en 1 000 000 BEF voor de | alleenstaande aanvrager en tussen 550 001 BEF en 1 000 000 BEF voor de | 
| al dan niet gehuwde aanvrager die met zijn partner samenwoont; | al dan niet gehuwde aanvrager die met zijn partner samenwoont; | 
| b) 40 % van het bedrag van de in aanmerking genomen facturen, | b) 40 % van het bedrag van de in aanmerking genomen facturen, | 
| exclusief B.T.W. met een maximumbedrag van 120 000 BEF indien het | exclusief B.T.W. met een maximumbedrag van 120 000 BEF indien het | 
| inkomen maximum 400 000 BEF bedraagt voor de alleenstaande aanvrager | inkomen maximum 400 000 BEF bedraagt voor de alleenstaande aanvrager | 
| en 550 000 BEF voor de al dan niet gehuwde aanvrager die met zijn | en 550 000 BEF voor de al dan niet gehuwde aanvrager die met zijn | 
| partner samenwoont; | partner samenwoont; | 
| § 2. Het overeenkomstig § 1 bepaalde bedrag van de premie wordt met 50 | § 2. Het overeenkomstig § 1 bepaalde bedrag van de premie wordt met 50 | 
| % verhoogd indien de woning op de datum van de aanvraag gelegen is : | % verhoogd indien de woning op de datum van de aanvraag gelegen is : | 
| 1° ofwel in een ander bevoorrecht initiatiefgebied dan een gebied met | 1° ofwel in een ander bevoorrecht initiatiefgebied dan een gebied met | 
| hoge vastgoeddruk, zoals bepaald in artikel 79 van de Waalse | hoge vastgoeddruk, zoals bepaald in artikel 79 van de Waalse | 
| Huisvestingscode; | Huisvestingscode; | 
| 2° ofwel op een oppervlakte bedoeld in artikel 309 van het Waalse | 2° ofwel op een oppervlakte bedoeld in artikel 309 van het Waalse | 
| Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium; | Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium; | 
| 3° ofwel op een gemeentelijk grondgebied of een gedeelte ervan bedoeld | 3° ofwel op een gemeentelijk grondgebied of een gedeelte ervan bedoeld | 
| in artikel 417 van hetzelfde wetboek; | in artikel 417 van hetzelfde wetboek; | 
| 4° ofwel in een architectuurgeheel waarvan de elementen krachtens | 4° ofwel in een architectuurgeheel waarvan de elementen krachtens | 
| artikel 185 beschermd zijn of binnen de grenzen van een | artikel 185 beschermd zijn of binnen de grenzen van een | 
| beschermingsgebied bedoeld in artikel 205 van hetzelfde wetboek; | beschermingsgebied bedoeld in artikel 205 van hetzelfde wetboek; | 
| 5° ofwel op een oppervlakte voor stadsvernieuwing bedoeld in artikel | 5° ofwel op een oppervlakte voor stadsvernieuwing bedoeld in artikel | 
| 173 van hetzelfde wetboek. | 173 van hetzelfde wetboek. | 
| § 3. Het bedrag van de premie dat overeenkomstig § 1 is bepaald wordt | § 3. Het bedrag van de premie dat overeenkomstig § 1 is bepaald wordt | 
| verhoogd met 20 % per kind ten laste van de aanvrager die zicht ertoe | verhoogd met 20 % per kind ten laste van de aanvrager die zicht ertoe | 
| verbindt de woning te betrekken. | verbindt de woning te betrekken. | 
| Na overlegging van een uittreksel uit de geboorteakte wordt de in het | Na overlegging van een uittreksel uit de geboorteakte wordt de in het | 
| eerste lid bedoelde verhoging toegekend aan de premiegerechtigde voor | eerste lid bedoelde verhoging toegekend aan de premiegerechtigde voor | 
| het binnen driehonderd dagen na de aanvraagdatum geboren kind. | het binnen driehonderd dagen na de aanvraagdatum geboren kind. | 
| § 4. Indien een privaatrechtelijke schatter optreedt, wordt het | § 4. Indien een privaatrechtelijke schatter optreedt, wordt het | 
| overeenkomstig § 1 bepaalde bedrag van de premie verhoogd met de helft | overeenkomstig § 1 bepaalde bedrag van de premie verhoogd met de helft | 
| van de erelonen, exclusief B.T.W., van de schatter. | van de erelonen, exclusief B.T.W., van de schatter. | 
| § 5. Het bedrag van de premie, met inbegrip van de in §§ 2, 3 en 4 | § 5. Het bedrag van de premie, met inbegrip van de in §§ 2, 3 en 4 | 
| bedoelde verhogingen kan niet hoger zijn dan twee derde van het bedrag | bedoelde verhogingen kan niet hoger zijn dan twee derde van het bedrag | 
| van de in aanmerking genomen facturen, exclusief B.T.W. | van de in aanmerking genomen facturen, exclusief B.T.W. | 
| § 6. Het overeenkomstig § 5 bepaalde bedrag van de premie wordt | § 6. Het overeenkomstig § 5 bepaalde bedrag van de premie wordt | 
| verhoogd met een bedrag van 12 % van de koopprijs van de woning met | verhoogd met een bedrag van 12 % van de koopprijs van de woning met | 
| een maximumbedrag van 100 000 BEF en zonder dat het aldus bepaalde | een maximumbedrag van 100 000 BEF en zonder dat het aldus bepaalde | 
| totaalbedrag hoger ligt dan 4/5 van het bedrag van de in aanmerking | totaalbedrag hoger ligt dan 4/5 van het bedrag van de in aanmerking | 
| genomen facturen, exclusief B.T.W. indien : | genomen facturen, exclusief B.T.W. indien : | 
| 1° de woning in een bevoorrecht initiatiefgebied is gelegen zoals | 1° de woning in een bevoorrecht initiatiefgebied is gelegen zoals | 
| bepaald in § 2. | bepaald in § 2. | 
| 2° de woning, gedurende twee jaar vóór de aanvraag, in volle eigendom | 2° de woning, gedurende twee jaar vóór de aanvraag, in volle eigendom | 
| aangekocht werd door de aanvrager, en in voorkomend geval door zijn | aangekocht werd door de aanvrager, en in voorkomend geval door zijn | 
| samenwonende echtgenote of de persoon met wie hij ongehuwd samenwoont; | samenwonende echtgenote of de persoon met wie hij ongehuwd samenwoont; | 
| 3° de aanvrager zich ertoe verbindt de woning als hoofdverblijfplaats | 3° de aanvrager zich ertoe verbindt de woning als hoofdverblijfplaats | 
| te bewonen; | te bewonen; | 
| 4° de aanvrager, zijn samenwonende echtgenote of de persoon met wie | 4° de aanvrager, zijn samenwonende echtgenote of de persoon met wie | 
| hij ongehuwd samenwoont dit voordeel niet hebben genoten in het kader | hij ongehuwd samenwoont dit voordeel niet hebben genoten in het kader | 
| van een vroegere premieaanvraag en niet in aanmerking zijn gekomen, | van een vroegere premieaanvraag en niet in aanmerking zijn gekomen, | 
| bij de aankoop van de woning, voor een aankooppremie of een lening | bij de aankoop van de woning, voor een aankooppremie of een lening | 
| toegekend door de « Société wallonne du Logement » of het « Fonds du | toegekend door de « Société wallonne du Logement » of het « Fonds du | 
| Logement des Familles nombreuses de Wallonie » behalve indien deze | Logement des Familles nombreuses de Wallonie » behalve indien deze | 
| tegemoetkomingen terugbetaald werden; | tegemoetkomingen terugbetaald werden; | 
| 5° de aanvrager, zijn samenwonende echtgenote of de persoon met wie | 5° de aanvrager, zijn samenwonende echtgenote of de persoon met wie | 
| hij ongehuwd samenwoont, op de datum van de aanvraag of gedurende twee | hij ongehuwd samenwoont, op de datum van de aanvraag of gedurende twee | 
| jaar vóór deze datum, samen of alleen, geen andere woning volledig in | jaar vóór deze datum, samen of alleen, geen andere woning volledig in | 
| eigendom of in vruchtgebruik hebben of gehad hebben. | eigendom of in vruchtgebruik hebben of gehad hebben. | 
| Van deze voorwaarde wordt afgeweken wanneer de woning onverbeterbaar | Van deze voorwaarde wordt afgeweken wanneer de woning onverbeterbaar | 
| of onbewoonbaar is en voor zover deze woning betrokken werd door de | of onbewoonbaar is en voor zover deze woning betrokken werd door de | 
| aanvrager en zijn samenwonende echtgenote of de persoon met wie hij | aanvrager en zijn samenwonende echtgenote of de persoon met wie hij | 
| ongehuwd samenwoont, ten minste zes maanden binnen een periode van | ongehuwd samenwoont, ten minste zes maanden binnen een periode van | 
| twee jaar voorafgaand aan de datum van de aanvraag, of voor zover het | twee jaar voorafgaand aan de datum van de aanvraag, of voor zover het | 
| de laatste woning is van de aanvragers die ze gedurende deze periode | de laatste woning is van de aanvragers die ze gedurende deze periode | 
| hebben betrokken. | hebben betrokken. | 
| De woning wordt onverbeterbaar of onbewoonbaar verklaard door een | De woning wordt onverbeterbaar of onbewoonbaar verklaard door een | 
| personeelslid van het bestuur of bij besluit van de burgemeester. | personeelslid van het bestuur of bij besluit van de burgemeester. | 
Art. 8.§ 1. Om in aanmerking te komen voor de uitbetaling van de  | 
Art. 8.§ 1. Om in aanmerking te komen voor de uitbetaling van de  | 
| premie stuurt de aanvrager het bestuur een attest van de schatter | premie stuurt de aanvrager het bestuur een attest van de schatter | 
| waarbij de in het verslag vermelde werken voltooid worden verklaard. | waarbij de in het verslag vermelde werken voltooid worden verklaard. | 
| Daarbij voegt hij alle documenten die nodig zijn voor het onderzoek | Daarbij voegt hij alle documenten die nodig zijn voor het onderzoek | 
| van zijn aanvraag en waarom het bestuur verzocht heeft en die nog niet | van zijn aanvraag en waarom het bestuur verzocht heeft en die nog niet | 
| overgemaakt zijn. | overgemaakt zijn. | 
| De in aanmerking genomen facturen voor de berekening van het bedrag | De in aanmerking genomen facturen voor de berekening van het bedrag | 
| van de premie worden door de schatter voor akkoord getekend en worden | van de premie worden door de schatter voor akkoord getekend en worden | 
| bij de verklaring omtrent de voltooiing van de werken gevoegd. De in | bij de verklaring omtrent de voltooiing van de werken gevoegd. De in | 
| artikel 1, 8° bedoelde attesten en de door de schatter opgemaakte | artikel 1, 8° bedoelde attesten en de door de schatter opgemaakte | 
| nota's van honoraria worden overeenkomstig de bepalingen van artikel | nota's van honoraria worden overeenkomstig de bepalingen van artikel | 
| 320 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 daarbij gevoegd. | 320 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 daarbij gevoegd. | 
| Indien alle in het verslag vermelde werken niet uitgevoerd zijn, wordt | Indien alle in het verslag vermelde werken niet uitgevoerd zijn, wordt | 
| daarvan gewag gemaakt door de schatter in de verklaring omtrent de | daarvan gewag gemaakt door de schatter in de verklaring omtrent de | 
| voltooiing van de werken. In deze verklaring geeft hij de niet | voltooiing van de werken. In deze verklaring geeft hij de niet | 
| uitgevoerde werken aan, rekening houdende met de bepalingen van | uitgevoerde werken aan, rekening houdende met de bepalingen van | 
| artikel 6, § 1, betreffende de voorrangsorde. | artikel 6, § 1, betreffende de voorrangsorde. | 
| De facturen voor werken of het gebruik van bouwstoffen waarvoor een | De facturen voor werken of het gebruik van bouwstoffen waarvoor een | 
| stedenbouwkundige vergunning vereist is krachtens het Waalse Wetboek | stedenbouwkundige vergunning vereist is krachtens het Waalse Wetboek | 
| van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium, waarvoor de | van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium, waarvoor de | 
| vergunning niet afgeleverd werd of niet in acht werd genomen, of | vergunning niet afgeleverd werd of niet in acht werd genomen, of | 
| facturen voor werken die vóór de in artikel 4, § 5 bedoelde | facturen voor werken die vóór de in artikel 4, § 5 bedoelde | 
| kennisgeving van de ontvankelijkheid zijn aangevat, komen niet in | kennisgeving van de ontvankelijkheid zijn aangevat, komen niet in | 
| aanmerking. | aanmerking. | 
| § 2. Binnen drie maanden na de datum van verzending van de in § 1, | § 2. Binnen drie maanden na de datum van verzending van de in § 1, | 
| eerste en tweede lid, bedoelde documenten, geeft het bestuur kennis | eerste en tweede lid, bedoelde documenten, geeft het bestuur kennis | 
| aan de aanvrager van zijn definitieve beslissing omtrent de | aan de aanvrager van zijn definitieve beslissing omtrent de | 
| toekenning, waarbij de berekening van het bedrag van de hem te storten | toekenning, waarbij de berekening van het bedrag van de hem te storten | 
| premie uitvoerig wordt beschreven, of van de redenen waarom deze | premie uitvoerig wordt beschreven, of van de redenen waarom deze | 
| kennisgeving niet kan plaatsvinden. | kennisgeving niet kan plaatsvinden. | 
| Indien de beslissing niet binnen de in het eerste lid bedoelde termijn | Indien de beslissing niet binnen de in het eerste lid bedoelde termijn | 
| aan de aanvrager wordt medegedeeld, wordt ervan uitgegaan dat beslist | aan de aanvrager wordt medegedeeld, wordt ervan uitgegaan dat beslist | 
| is om de toekenning te weigeren. | is om de toekenning te weigeren. | 
| § 3. Indien de aanvrager niet in aanmerking is gekomen voor één van de | § 3. Indien de aanvrager niet in aanmerking is gekomen voor één van de | 
| in artikel 7, §§ 2, 3, 4 en 6, bedoelde verhogingen waarop hij | in artikel 7, §§ 2, 3, 4 en 6, bedoelde verhogingen waarop hij | 
| aanspraak kan maken, stuurt hij het bestuur uiterlijk één maand na de | aanspraak kan maken, stuurt hij het bestuur uiterlijk één maand na de | 
| verzending van de in § 2 bedoelde kennisgeving ieder document waarbij | verzending van de in § 2 bedoelde kennisgeving ieder document waarbij | 
| het recht op deze verhoging wordt vastgesteld. | het recht op deze verhoging wordt vastgesteld. | 
| § 4. De aanvrager beschikt over een termijn van één maand vanaf de | § 4. De aanvrager beschikt over een termijn van één maand vanaf de | 
| datum waarop de afwijzing bekendgemaakt wordt of waarop de in § 2 | datum waarop de afwijzing bekendgemaakt wordt of waarop de in § 2 | 
| bedoelde termijn verstreken is om bij een aan het bestuur gericht | bedoelde termijn verstreken is om bij een aan het bestuur gericht | 
| aangetekend schrijven bij de Minister een beroep in te stellen. De | aangetekend schrijven bij de Minister een beroep in te stellen. De | 
| Minister beslist binnen drie maanden na ontvangst van dit beroep. Als | Minister beslist binnen drie maanden na ontvangst van dit beroep. Als | 
| er geen antwoord is, moet ervan worden uitgegaan dat de aanvraag | er geen antwoord is, moet ervan worden uitgegaan dat de aanvraag | 
| ingewilligd is. | ingewilligd is. | 
Art. 9.§ 1. De prestaties van de openbare schatter zijn kosteloos.  | 
Art. 9.§ 1. De prestaties van de openbare schatter zijn kosteloos.  | 
| De honoraria van de privaatrechtelijke schatter mogen niet meer | De honoraria van de privaatrechtelijke schatter mogen niet meer | 
| bedragen dan 10 000 BEF, exclusief B.T.W. De helft van deze honoraria | bedragen dan 10 000 BEF, exclusief B.T.W. De helft van deze honoraria | 
| kan slechts gevorderd worden nadat de schatter een verklaring omtrent | kan slechts gevorderd worden nadat de schatter een verklaring omtrent | 
| de voltooiing van de werken heeft opgemaakt. | de voltooiing van de werken heeft opgemaakt. | 
| § 2. De schatter kan voor zijn eigen premieaanvraag noch voor een | § 2. De schatter kan voor zijn eigen premieaanvraag noch voor een | 
| bloed- of aanverwante tot en met de tweede graad in deze hoedanigheid | bloed- of aanverwante tot en met de tweede graad in deze hoedanigheid | 
| optreden. | optreden. | 
| § 3. De renovatiewerken mogen niet uitgevoerd worden door een | § 3. De renovatiewerken mogen niet uitgevoerd worden door een | 
| onderneming waarbij de schatter, hetzij persoonlijk, hetzij via | onderneming waarbij de schatter, hetzij persoonlijk, hetzij via | 
| tussenpersonen, enig belang heeft. | tussenpersonen, enig belang heeft. | 
Art. 10.§ 1. De informatiecursus over de renovatie van woningen wordt  | 
Art. 10.§ 1. De informatiecursus over de renovatie van woningen wordt  | 
| op initiatief van de Minister georganiseerd. | op initiatief van de Minister georganiseerd. | 
| Na de informatiecursus levert de Minister bij besluit de erkenning als | Na de informatiecursus levert de Minister bij besluit de erkenning als | 
| schatter af. | schatter af. | 
| De Minister bepaalt de verplichtingen verbonden aan de erkenning als | De Minister bepaalt de verplichtingen verbonden aan de erkenning als | 
| schatter. | schatter. | 
| De erkenning als schatter wordt bij besluit door de Minister | De erkenning als schatter wordt bij besluit door de Minister | 
| ingetrokken nadat de schatter door het bestuur op de hoogte wordt | ingetrokken nadat de schatter door het bestuur op de hoogte wordt | 
| gebracht van deze geplande schrapping en hij de mogelijkheid heeft | gebracht van deze geplande schrapping en hij de mogelijkheid heeft | 
| gekregen om zijn standpunt uiteen te zetten en zich te verdedigen. | gekregen om zijn standpunt uiteen te zetten en zich te verdedigen. | 
| § 2. De schatters die erkend zijn in het kader van het besluit van de | § 2. De schatters die erkend zijn in het kader van het besluit van de | 
| Waalse Gewestexecutieve van 22 februari 1990, bedoeld in artikel 12, § | Waalse Gewestexecutieve van 22 februari 1990, bedoeld in artikel 12, § | 
| 1, blijven erkend in het kader van dit besluit indien ze de in artikel | 1, blijven erkend in het kader van dit besluit indien ze de in artikel | 
| 1, 3° bepaalde voorwaarden vervullen. | 1, 3° bepaalde voorwaarden vervullen. | 
Art. 11.De premiegerechtigde dient de premie terug te betalen :  | 
Art. 11.De premiegerechtigde dient de premie terug te betalen :  | 
| 1° wanneer uit een in artikel 3 bedoelde controle blijkt dat de | 1° wanneer uit een in artikel 3 bedoelde controle blijkt dat de | 
| voorwaarden voor de toekenning niet vervuld werden; | voorwaarden voor de toekenning niet vervuld werden; | 
| 2° in geval van onjuiste of onvolledige opgave met het oog op het | 2° in geval van onjuiste of onvolledige opgave met het oog op het | 
| verkrijgen van de premie of van iedere verhoogde premie die bij dit | verkrijgen van de premie of van iedere verhoogde premie die bij dit | 
| besluit wordt verleend; | besluit wordt verleend; | 
| 3° bij niet-nakoming van de verbintenissen, die in dit geval in | 3° bij niet-nakoming van de verbintenissen, die in dit geval in | 
| artikel 3 bedoeld zijn, wordt het terug te betalen bedrag vastgesteld | artikel 3 bedoeld zijn, wordt het terug te betalen bedrag vastgesteld | 
| overeenkomstig de door de Regering gestelde bepalingen. | overeenkomstig de door de Regering gestelde bepalingen. | 
| Binnen één maand na kennisgeving van de beslissing tot invordering kan | Binnen één maand na kennisgeving van de beslissing tot invordering kan | 
| de premiegerechtigde bij een aan het bestuur gericht aangetekend | de premiegerechtigde bij een aan het bestuur gericht aangetekend | 
| schrijven bij de Minister een beroep instellen. De Minister beslist | schrijven bij de Minister een beroep instellen. De Minister beslist | 
| binnen drie maanden na ontvangst van het beroep. Indien de beslissing | binnen drie maanden na ontvangst van het beroep. Indien de beslissing | 
| niet binnen drie maanden aan de aanvrager is medegedeeld, moet ervan | niet binnen drie maanden aan de aanvrager is medegedeeld, moet ervan | 
| uit worden gegaan dat het beroep is afgewezen. | uit worden gegaan dat het beroep is afgewezen. | 
| De invordering wordt op initiatief van het bestuur, door de afdeling | De invordering wordt op initiatief van het bestuur, door de afdeling | 
| Thesaurie van het Ministerie van het Waalse Gewest uitgevoerd. | Thesaurie van het Ministerie van het Waalse Gewest uitgevoerd. | 
Art. 12.§ 1. Het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 22  | 
Art. 12.§ 1. Het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 22  | 
| februari 1990 tot instelling van een premie voor de renovatie van | februari 1990 tot instelling van een premie voor de renovatie van | 
| verbeterbare ongezonde woningen gelegen in het Waalse Gewest, wordt | verbeterbare ongezonde woningen gelegen in het Waalse Gewest, wordt | 
| opgeheven. | opgeheven. | 
| § 2. Bij wijze van overgang blijft dit besluit van toepassing op : | § 2. Bij wijze van overgang blijft dit besluit van toepassing op : | 
| 1° de premieaanvragen die vóór de opheffing ervan werden ingediend; | 1° de premieaanvragen die vóór de opheffing ervan werden ingediend; | 
| 2° de premieaanvragen die vóór 1 juni 1999 werden ingediend, wanneer | 2° de premieaanvragen die vóór 1 juni 1999 werden ingediend, wanneer | 
| de in artikel 4, § 2, 2°, 5° en 6°, bedoelde stukken van dit besluit | de in artikel 4, § 2, 2°, 5° en 6°, bedoelde stukken van dit besluit | 
| door de bevoegde besturen ingevuld werden vóór de datum van | door de bevoegde besturen ingevuld werden vóór de datum van | 
| inwerkingtreding van dit besluit. | inwerkingtreding van dit besluit. | 
Art. 13.Dit besluit treedt in werking op 1 maart 1999.  | 
Art. 13.Dit besluit treedt in werking op 1 maart 1999.  | 
Art. 14.De Minister van Huisvesting is belast met de uitvoering van  | 
Art. 14.De Minister van Huisvesting is belast met de uitvoering van  | 
| dit besluit. | dit besluit. | 
| Namen, 21 januari 1999. | Namen, 21 januari 1999. | 
| De Minister-President van de Waalse Regering, | De Minister-President van de Waalse Regering, | 
| belast met Economie, Buitenlandse Handel, KMO's, Toerisme en | belast met Economie, Buitenlandse Handel, KMO's, Toerisme en | 
| Patrimonium, | Patrimonium, | 
| R. COLLIGNON | R. COLLIGNON | 
| De Minister van Sociale Actie, Huisvesting en Gezondheid, | De Minister van Sociale Actie, Huisvesting en Gezondheid, | 
| W. TAMINIAUX | W. TAMINIAUX | 
| Bijlage | Bijlage | 
| OVEREENKOMST BETREFFENDE DE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE PARTIJEN | OVEREENKOMST BETREFFENDE DE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE PARTIJEN | 
| Er werd overeengekomen wat volgt : | Er werd overeengekomen wat volgt : | 
| - tussen, enerzijds, de heer | - tussen, enerzijds, de heer | 
| Naam, voornaam : . . . . . | Naam, voornaam : . . . . . | 
| Adres : . . . . . | Adres : . . . . . | 
| hierna « de aanvrager » genoemd | hierna « de aanvrager » genoemd | 
| - en, anderzijds, de heer | - en, anderzijds, de heer | 
| Naam, voornaam : . . . . . | Naam, voornaam : . . . . . | 
| Functie : . . . . . | Functie : . . . . . | 
| Datum en nummer van getuigschrift : . . . . . | Datum en nummer van getuigschrift : . . . . . | 
| Inschrijvingsnummer als hoofdberoep op de R.S.V.Z. : . . . . . | Inschrijvingsnummer als hoofdberoep op de R.S.V.Z. : . . . . . | 
| Adres : . . . . . | Adres : . . . . . | 
| Hierna « de schatter » genoemd : | Hierna « de schatter » genoemd : | 
Artikel 1.De schatter verbindt zich ertoe het door de aanvrager  | 
Artikel 1.De schatter verbindt zich ertoe het door de aanvrager  | 
| bevonden geldelijke nadeel te vergoeden wanneer hij door zijn schuld | bevonden geldelijke nadeel te vergoeden wanneer hij door zijn schuld | 
| of nalatigheid, de aanvrager van het recht op de gehele premie of een | of nalatigheid, de aanvrager van het recht op de gehele premie of een | 
| deel ervan ontzet waarop hij regelmatig aanspraak kon maken. | deel ervan ontzet waarop hij regelmatig aanspraak kon maken. | 
Art. 2.Wanneer de gehele premie of een deel ervan geweigerd wordt, is  | 
Art. 2.Wanneer de gehele premie of een deel ervan geweigerd wordt, is  | 
| de schatter aansprakelijk voor de naleving van de volgende | de schatter aansprakelijk voor de naleving van de volgende | 
| verplichtingen : | verplichtingen : | 
| 1° alleen de in de lijst van de te subsidiëren werken opgesomde werken | 1° alleen de in de lijst van de te subsidiëren werken opgesomde werken | 
| en door de Minister vastgesteld, in aanmerking nemen; | en door de Minister vastgesteld, in aanmerking nemen; | 
| 2° de geplande werken niet zelf uitvoeren of door een tussenpersoon | 2° de geplande werken niet zelf uitvoeren of door een tussenpersoon | 
| laten uitvoeren. | laten uitvoeren. | 
Art. 3.Indien de premie door de schuld of nalatigheid van de  | 
Art. 3.Indien de premie door de schuld of nalatigheid van de  | 
| aanvrager geweigerd wordt, verbindt hij zich ertoe de schatter te | aanvrager geweigerd wordt, verbindt hij zich ertoe de schatter te | 
| bezoldigen voor de verrichte en bewezen dienst. | bezoldigen voor de verrichte en bewezen dienst. | 
Art. 4.Deze overeenkomst wordt in drie exemplaren opgemaakt die  | 
Art. 4.Deze overeenkomst wordt in drie exemplaren opgemaakt die  | 
| respectievelijk voor de aanvrager, de schatter en het bestuur bestemd | respectievelijk voor de aanvrager, de schatter en het bestuur bestemd | 
| zijn. | zijn. | 
| Opgemaakt in drie exemplaren te . . . . . op . . . . . | Opgemaakt in drie exemplaren te . . . . . op . . . . . | 
| De schatter, De aanvrager, | De schatter, De aanvrager, | 
| Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van | Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van | 
| 21 januari 1999 tot invoering van een premie voor de renovatie van | 21 januari 1999 tot invoering van een premie voor de renovatie van | 
| verbeterbare woningen. | verbeterbare woningen. | 
| Namen, 21 januari 1999. | Namen, 21 januari 1999. | 
| De Minister-President van de Waalse Regering, | De Minister-President van de Waalse Regering, | 
| belast met Economie, Buitenlandse Handel, KMO's, Toerisme en | belast met Economie, Buitenlandse Handel, KMO's, Toerisme en | 
| Patrimonium, | Patrimonium, | 
| R. COLLIGNON | R. COLLIGNON | 
| De Minister van Sociale Actie, Huisvesting en Gezondheid, | De Minister van Sociale Actie, Huisvesting en Gezondheid, | 
| W. TAMINIAUX | W. TAMINIAUX |