Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Besluit Van De Vlaamse Regering van --
← Terug naar "Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 23 december 2021 tot het nemen van dringende steunmaatregelen voor de jeugdsector naar aanleiding van de COVID-19-pandemie "
Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 23 december 2021 tot het nemen van dringende steunmaatregelen voor de jeugdsector naar aanleiding van de COVID-19-pandemie Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 23 december 2021 tot het nemen van dringende steunmaatregelen voor de jeugdsector naar aanleiding van de COVID-19-pandemie
VLAAMSE OVERHEID VLAAMSE OVERHEID
1 JULI 2022. - Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het 1 JULI 2022. - Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het
decreet van 23 december 2021 tot het nemen van dringende decreet van 23 december 2021 tot het nemen van dringende
steunmaatregelen voor de jeugdsector naar aanleiding van de steunmaatregelen voor de jeugdsector naar aanleiding van de
COVID-19-pandemie COVID-19-pandemie
Rechtsgrond Rechtsgrond
Dit besluit is gebaseerd op: Dit besluit is gebaseerd op:
- Het decreet van 23 december 2021 tot het nemen van dringende - Het decreet van 23 december 2021 tot het nemen van dringende
steunmaatregelen voor de jeugdsector naar aanleiding van de steunmaatregelen voor de jeugdsector naar aanleiding van de
COVID-19-pandemie, artikel 3, § 1, tweede lid, § 2, eerste zin, en § COVID-19-pandemie, artikel 3, § 1, tweede lid, § 2, eerste zin, en §
3, eerste en derde lid. 3, eerste en derde lid.
Vormvereisten Vormvereisten
De volgende vormvereisten zijn vervuld: De volgende vormvereisten zijn vervuld:
- De Vlaamse minister, bevoegd voor begroting, heeft zijn akkoord - De Vlaamse minister, bevoegd voor begroting, heeft zijn akkoord
gegeven op 1 april 2022. gegeven op 1 april 2022.
- De Sectorraad Sociaal-Cultureel Werk van de Raad voor Cultuur, - De Sectorraad Sociaal-Cultureel Werk van de Raad voor Cultuur,
Jeugd, Sport en Media heeft advies gegeven op 15 april 2022. Jeugd, Sport en Media heeft advies gegeven op 15 april 2022.
- De Vlaamse Jeugdraad heeft advies gegeven op 12 april 2022. - De Vlaamse Jeugdraad heeft advies gegeven op 12 april 2022.
- De Vlaamse toezichtcommissie voor de verwerking van persoonsgegevens - De Vlaamse toezichtcommissie voor de verwerking van persoonsgegevens
heeft advies nr. 2022/036 gegeven op 19 april 2022. heeft advies nr. 2022/036 gegeven op 19 april 2022.
- De Raad van State heeft advies 71.511/3 gegeven op 14 juni 2022, met - De Raad van State heeft advies 71.511/3 gegeven op 14 juni 2022, met
toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de
Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.
Motivering Motivering
Dit besluit is gebaseerd op het volgende motief: Dit besluit is gebaseerd op het volgende motief:
- De jeugdorganisaties worden geconfronteerd met beperkingen wegens de - De jeugdorganisaties worden geconfronteerd met beperkingen wegens de
maatregelen om de verspreiding van de vierde golf van de maatregelen om de verspreiding van de vierde golf van de
COVID-19-pandemie te beperken. Daarom is bijkomende financiële steun COVID-19-pandemie te beperken. Daarom is bijkomende financiële steun
noodzakelijk. noodzakelijk.
Initiatiefnemer Initiatiefnemer
Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Brussel, Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Brussel,
Jeugd, Media en Armoedebestrijding. Jeugd, Media en Armoedebestrijding.
Na beraadslaging, Na beraadslaging,
DE VLAAMSE REGERING BESLUIT: DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:
HOOFDSTUK 1. - Definities HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder:

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder:

1° administratie: het Departement Cultuur, Jeugd en Media, vermeld in 1° administratie: het Departement Cultuur, Jeugd en Media, vermeld in
artikel 24, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni artikel 24, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni
2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie; 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie;
2° begroting 2021: de begroting voor het jaar 2021, die het 2° begroting 2021: de begroting voor het jaar 2021, die het
bestuursorgaan van de doelgroeporganisatie uiterlijk op 30 september bestuursorgaan van de doelgroeporganisatie uiterlijk op 30 september
2021 heeft goedgekeurd; 2021 heeft goedgekeurd;
3° berekende financieringsbehoefte: het subsidiebedrag dat de 3° berekende financieringsbehoefte: het subsidiebedrag dat de
administratie op basis van de aangeleverde informatie berekent en dat administratie op basis van de aangeleverde informatie berekent en dat
een doelgroeporganisatie kan helpen om: een doelgroeporganisatie kan helpen om:
a) in het jaar 2021 een resultaat te boeken dat nul is, of een a) in het jaar 2021 een resultaat te boeken dat nul is, of een
nettoverlies dat kleiner is dan begroot in de begroting 2021; nettoverlies dat kleiner is dan begroot in de begroting 2021;
b) in de periode van 1 januari 2022 tot en met 28 januari 2022 een b) in de periode van 1 januari 2022 tot en met 28 januari 2022 een
geschat nettoverlies gedeeltelijk of volledig te compenseren; geschat nettoverlies gedeeltelijk of volledig te compenseren;
4° decreet van 20 januari 2012: het decreet van 20 januari 2012 4° decreet van 20 januari 2012: het decreet van 20 januari 2012
houdende een vernieuwd jeugd- en kinderrechtenbeleid; houdende een vernieuwd jeugd- en kinderrechtenbeleid;
5° decreet van 22 december 2017: het decreet van 22 december 2017 5° decreet van 22 december 2017: het decreet van 22 december 2017
houdende de subsidiëring van bovenlokaal jeugdwerk, jeugdhuizen en houdende de subsidiëring van bovenlokaal jeugdwerk, jeugdhuizen en
jeugdwerk voor bijzondere doelgroepen; jeugdwerk voor bijzondere doelgroepen;
6° doelgroeporganisatie: een organisatie die voldoet aan al de 6° doelgroeporganisatie: een organisatie die voldoet aan al de
voorwaarden, vermeld in artikel 2; voorwaarden, vermeld in artikel 2;
7° jaarrekening 2021: de resultatenrekening en de balans voor het jaar 7° jaarrekening 2021: de resultatenrekening en de balans voor het jaar
2021 die de algemene vergadering van de organisatie uiterlijk op 31 2021 die de algemene vergadering van de organisatie uiterlijk op 31
maart 2022 heeft goedgekeurd; maart 2022 heeft goedgekeurd;
8° nettoverlies: het negatieve verschil tussen alle opbrengsten en 8° nettoverlies: het negatieve verschil tussen alle opbrengsten en
alle kosten in de resultatenrekening van de jaarrekening van een alle kosten in de resultatenrekening van de jaarrekening van een
organisatie voor resultaatsverwerking; organisatie voor resultaatsverwerking;
9° steunmaatregelen COVID-19: 9° steunmaatregelen COVID-19:
a) alle vormen van Europese, federale, gewestelijke, gemeenschaps- of a) alle vormen van Europese, federale, gewestelijke, gemeenschaps- of
lokale maatregelen die zijn bedoeld om de overlevingskans van een lokale maatregelen die zijn bedoeld om de overlevingskans van een
organisatie tijdens de periode van verbod op of beperking van publieke organisatie tijdens de periode van verbod op of beperking van publieke
activiteiten te verhogen; activiteiten te verhogen;
b) vergoedingen uit overeenkomsten die het schrappen van publieke b) vergoedingen uit overeenkomsten die het schrappen van publieke
activiteiten verzekeren. activiteiten verzekeren.
HOOFDSTUK 2. - Bijkomende steunmaatregel HOOFDSTUK 2. - Bijkomende steunmaatregel

Art. 2.Dit besluit is van toepassing op organisaties die aan al de

Art. 2.Dit besluit is van toepassing op organisaties die aan al de

volgende voorwaarden voldoen: volgende voorwaarden voldoen:
1° ze bevinden zich niet in ontbinding, vereffening of faillissement; 1° ze bevinden zich niet in ontbinding, vereffening of faillissement;
2° bij het sluiten van het boekjaar 2020 is de som van de rekeningen 2° bij het sluiten van het boekjaar 2020 is de som van de rekeningen
10 (fondsen van de vereniging), 12 (herwaarderingsmeerwaarden), 13 10 (fondsen van de vereniging), 12 (herwaarderingsmeerwaarden), 13
(bestemde fondsen), 14 (overgedragen resultaat) en 15 (bestemde fondsen), 14 (overgedragen resultaat) en 15
(kapitaalsubsidies) op de balans positief; (kapitaalsubsidies) op de balans positief;
3° ze krijgen een werkingssubsidie op basis van de volgende 3° ze krijgen een werkingssubsidie op basis van de volgende
bepalingen: bepalingen:
a) artikel 9, 10 of 11 van het decreet van 20 januari 2012; a) artikel 9, 10 of 11 van het decreet van 20 januari 2012;
b) artikel 4, 5 of 6 van het decreet van 22 december 2017; b) artikel 4, 5 of 6 van het decreet van 22 december 2017;
4° ze hebben in de jaarrekening 2021 een nettoverlies geboekt. 4° ze hebben in de jaarrekening 2021 een nettoverlies geboekt.

Art. 3.Het subsidiebedrag dat op basis van dit besluit wordt

Art. 3.Het subsidiebedrag dat op basis van dit besluit wordt

toegekend, wordt gebruikt voor de opdrachten, vermeld in de volgende toegekend, wordt gebruikt voor de opdrachten, vermeld in de volgende
bepalingen: bepalingen:
1° artikel 9, § 1, artikel 10, § 1, en artikel 11, § 1 van het decreet 1° artikel 9, § 1, artikel 10, § 1, en artikel 11, § 1 van het decreet
van 20 januari 2012; van 20 januari 2012;
2° artikel 4, § 2, artikel 5, § 1, en artikel 6, § 1, van het decreet 2° artikel 4, § 2, artikel 5, § 1, en artikel 6, § 1, van het decreet
van 22 december 2017. van 22 december 2017.

Art. 4.Elke doelgroeporganisatie kan een subsidieaanvraag indienen.

Art. 4.Elke doelgroeporganisatie kan een subsidieaanvraag indienen.

Art. 5.De webtoepassing, vermeld in artikel 3, § 2, van het decreet

Art. 5.De webtoepassing, vermeld in artikel 3, § 2, van het decreet

van 23 december 2021 tot het nemen van dringende steunmaatregelen voor van 23 december 2021 tot het nemen van dringende steunmaatregelen voor
de jeugdsector naar aanleiding van de COVID-19-pandemie, bevat de jeugdsector naar aanleiding van de COVID-19-pandemie, bevat
instructies om die webtoepassing te kunnen gebruiken en bepaalt welke instructies om die webtoepassing te kunnen gebruiken en bepaalt welke
gegevens worden ingevuld en welke bijlagen worden opgeladen. De gegevens worden ingevuld en welke bijlagen worden opgeladen. De
webtoepassing biedt ten minste al de volgende waarborgen: webtoepassing biedt ten minste al de volgende waarborgen:
1° het tijdstip van verzending, opvraging of aflevering van informatie 1° het tijdstip van verzending, opvraging of aflevering van informatie
wordt geregistreerd en is raadpleegbaar voor de aanvrager of de wordt geregistreerd en is raadpleegbaar voor de aanvrager of de
begunstigde van een subsidie; begunstigde van een subsidie;
2° een authenticatie en autorisatie om de webtoepassing te gebruiken 2° een authenticatie en autorisatie om de webtoepassing te gebruiken
zorgen ervoor dat alleen personen die daartoe gemachtigd zijn door een zorgen ervoor dat alleen personen die daartoe gemachtigd zijn door een
aanvrager of door de begunstigde van een subsidie, de webtoepassing aanvrager of door de begunstigde van een subsidie, de webtoepassing
kunnen gebruiken. Bij elektronische ondertekening van de informatie kunnen gebruiken. Bij elektronische ondertekening van de informatie
wordt een gekwalificeerde elektronische handtekening gebruikt. wordt een gekwalificeerde elektronische handtekening gebruikt.
In het eerste lid, 2°, wordt verstaan onder gekwalificeerde In het eerste lid, 2°, wordt verstaan onder gekwalificeerde
elektronische handtekening: een gekwalificeerde elektronische elektronische handtekening: een gekwalificeerde elektronische
handtekening in de zin van VERORDENING (EU) Nr. 910/2014 VAN HET handtekening in de zin van VERORDENING (EU) Nr. 910/2014 VAN HET
EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 23 juli 2014 betreffende EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 23 juli 2014 betreffende
elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische
transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn
1999/93/EG. 1999/93/EG.
Het gebruik van de webtoepassing is verplicht. De administratie neemt Het gebruik van de webtoepassing is verplicht. De administratie neemt
bij individuele dossiers alleen informatie in aanmerking die in het bij individuele dossiers alleen informatie in aanmerking die in het
verplichte deel van de webtoepassing is ingevuld of opgeladen. De verplichte deel van de webtoepassing is ingevuld of opgeladen. De
administratie communiceert uitsluitend via de webtoepassing met administratie communiceert uitsluitend via de webtoepassing met
individuele aanvragers of begunstigden van een subsidie over al de individuele aanvragers of begunstigden van een subsidie over al de
volgende aspecten van een dossier: volgende aspecten van een dossier:
1° de inhoud; 1° de inhoud;
2° de genomen procedurele stappen; 2° de genomen procedurele stappen;
3° de verwachte acties; 3° de verwachte acties;
4° elke genomen beslissing. 4° elke genomen beslissing.
De administratie stelt op de webtoepassing een gestandaardiseerd De administratie stelt op de webtoepassing een gestandaardiseerd
aanvraagformulier ter beschikking. In dat formulier vermeldt de aanvraagformulier ter beschikking. In dat formulier vermeldt de
doelgroeporganisatie al de volgende gegevens: doelgroeporganisatie al de volgende gegevens:
1° de gegevens om de aanvrager te identificeren; 1° de gegevens om de aanvrager te identificeren;
2° de gegevens om de persoon te identificeren die de webtoepassing 2° de gegevens om de persoon te identificeren die de webtoepassing
gebruikt als vertegenwoordiger van de aanvrager; gebruikt als vertegenwoordiger van de aanvrager;
3° een typering van de aangevraagde ondersteuning; 3° een typering van de aangevraagde ondersteuning;
4° een begroting 2021 van de doelgroeporganisatie; 4° een begroting 2021 van de doelgroeporganisatie;
5° als de doelgroeporganisatie een werkingssubsidie krijgt op basis 5° als de doelgroeporganisatie een werkingssubsidie krijgt op basis
van artikel 4, 5 of 6 van het decreet van 22 december 2017: een van artikel 4, 5 of 6 van het decreet van 22 december 2017: een
jaarrekening 2020 en een jaarrekening 2021 van de jaarrekening 2020 en een jaarrekening 2021 van de
doelgroeporganisatie; doelgroeporganisatie;
6° een toelichting bij het nettoverlies 2021 als dat bedrag meer dan 6° een toelichting bij het nettoverlies 2021 als dat bedrag meer dan
25% in negatieve zin afwijkt van de volgende resultaten: 25% in negatieve zin afwijkt van de volgende resultaten:
a) het resultaat 2020 dat aan de administratie is gerapporteerd a) het resultaat 2020 dat aan de administratie is gerapporteerd
conform artikel 10 van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 conform artikel 10 van het besluit van de Vlaamse Regering van 14
september 2012 tot uitvoering van het decreet van 20 januari 2012 september 2012 tot uitvoering van het decreet van 20 januari 2012
houdende een vernieuwd jeugd- en kinderrechtenbeleid, als de houdende een vernieuwd jeugd- en kinderrechtenbeleid, als de
organisatie voldoet aan de voorwaarde, vermeld in artikel 2, 3°, a), organisatie voldoet aan de voorwaarde, vermeld in artikel 2, 3°, a),
van dit besluit; van dit besluit;
b) het resultaat 2020 zoals dat is opgenomen in de jaarrekening 2020 b) het resultaat 2020 zoals dat is opgenomen in de jaarrekening 2020
die aan de administratie is bezorgd conform punt 5° ; die aan de administratie is bezorgd conform punt 5° ;
7° een verklaring op erewoord over het gebruik van steunmaatregelen 7° een verklaring op erewoord over het gebruik van steunmaatregelen
COVID-19. COVID-19.

Art. 6.Een doelgroeporganisatie dient een aanvraag in met het

Art. 6.Een doelgroeporganisatie dient een aanvraag in met het

gestandaardiseerde aanvraagformulier, vermeld in artikel 5, vierde gestandaardiseerde aanvraagformulier, vermeld in artikel 5, vierde
lid. De aanvraag is volledig als al de volgende voorwaarden zijn lid. De aanvraag is volledig als al de volgende voorwaarden zijn
vervuld: vervuld:
1° alle verplichte onderdelen van het formulier zijn ingevuld; 1° alle verplichte onderdelen van het formulier zijn ingevuld;
2° de sjablonen die de administratie ter beschikking stelt, zijn 2° de sjablonen die de administratie ter beschikking stelt, zijn
gebruikt; gebruikt;
3° er zijn geen wijzigingen in de structuur van de sjablonen 3° er zijn geen wijzigingen in de structuur van de sjablonen
aangebracht; aangebracht;
4° alle verplichte documenten zijn opgeladen in de webtoepassing, 4° alle verplichte documenten zijn opgeladen in de webtoepassing,
vermeld in artikel 5. vermeld in artikel 5.
Een doelgroeporganisatie kan uiterlijk op 30 september 2022 een Een doelgroeporganisatie kan uiterlijk op 30 september 2022 een
aanvraag indienen. aanvraag indienen.
De Vlaamse minister, bevoegd voor de jeugd, kan om gemotiveerde De Vlaamse minister, bevoegd voor de jeugd, kan om gemotiveerde
redenen afwijken van de uiterste indieningsdatum, vermeld in het redenen afwijken van de uiterste indieningsdatum, vermeld in het
tweede lid, en een algemene termijnverlenging toestaan. tweede lid, en een algemene termijnverlenging toestaan.

Art. 7.Een aanvraag is ontvankelijk als al de volgende voorwaarden

Art. 7.Een aanvraag is ontvankelijk als al de volgende voorwaarden

zijn vervuld: zijn vervuld:
1° de aanvrager is een doelgroeporganisatie; 1° de aanvrager is een doelgroeporganisatie;
2° de aanvraag is ingediend via de webtoepassing, vermeld in artikel 2° de aanvraag is ingediend via de webtoepassing, vermeld in artikel
5; 5;
3° de aanvraag is ingediend voor de uiterste indieningsdatum, vermeld 3° de aanvraag is ingediend voor de uiterste indieningsdatum, vermeld
in artikel 6, tweede lid; in artikel 6, tweede lid;
4° de aanvraag is volledig conform artikel 6, eerste lid. 4° de aanvraag is volledig conform artikel 6, eerste lid.
De administratie bevestigt de ontvankelijkheid van de aanvraag De administratie bevestigt de ontvankelijkheid van de aanvraag
uiterlijk de zevende dag na de uiterste indieningsdatum, vermeld in uiterlijk de zevende dag na de uiterste indieningsdatum, vermeld in
artikel 6, tweede lid. artikel 6, tweede lid.

Art. 8.De administratie berekent voor elke ontvankelijke aanvraag de

Art. 8.De administratie berekent voor elke ontvankelijke aanvraag de

financieringsbehoefte van de doelgroeporganisatie op basis van de financieringsbehoefte van de doelgroeporganisatie op basis van de
aangeleverde informatie. aangeleverde informatie.
De administratie berekent voor het jaar 2021 het negatieve verschil De administratie berekent voor het jaar 2021 het negatieve verschil
tussen alle opbrengsten en alle kosten van de doelgroeporganisatie. tussen alle opbrengsten en alle kosten van de doelgroeporganisatie.
De administratie berekent voor de periode van 1 januari 2022 tot en De administratie berekent voor de periode van 1 januari 2022 tot en
met 28 januari 2022 een geschat bedrag dat overeenkomt met 7,67% van met 28 januari 2022 een geschat bedrag dat overeenkomt met 7,67% van
het negatieve verschil tussen alle opbrengsten en alle kosten van de het negatieve verschil tussen alle opbrengsten en alle kosten van de
doelgroeporganisatie van het jaar 2021. doelgroeporganisatie van het jaar 2021.
De administratie berekent de financieringsbehoefte door het De administratie berekent de financieringsbehoefte door het
nettoverlies voor het jaar 2021, verminderd met het begrote verlies nettoverlies voor het jaar 2021, verminderd met het begrote verlies
voor het jaar 2021, op te tellen bij het geschatte verlies voor de voor het jaar 2021, op te tellen bij het geschatte verlies voor de
periode van 1 januari 2022 tot en met 28 januari 2022, vermeld in het periode van 1 januari 2022 tot en met 28 januari 2022, vermeld in het
derde lid. derde lid.
De financieringsbehoefte wordt geplafonneerd op 400.000 euro. Als er De financieringsbehoefte wordt geplafonneerd op 400.000 euro. Als er
aan de doelgroeporganisatie op basis van artikel 10 van het besluit aan de doelgroeporganisatie op basis van artikel 10 van het besluit
van de Vlaamse Regering van 24 september 2021 tot bepaling van de van de Vlaamse Regering van 24 september 2021 tot bepaling van de
regels voor de toekenning van bijkomende steun aan jeugdorganisaties regels voor de toekenning van bijkomende steun aan jeugdorganisaties
wegens de maatregelen ter bestrijding van het coronavirus COVID-19, wegens de maatregelen ter bestrijding van het coronavirus COVID-19,
een subsidie is toegekend, wordt dat plafond verminderd met die een subsidie is toegekend, wordt dat plafond verminderd met die
subsidie. subsidie.
De administratie hanteert de begroting 2021 en de jaarrekening 2021 De administratie hanteert de begroting 2021 en de jaarrekening 2021
van de doelgroeporganisatie om de financieringsbehoefte te berekenen. van de doelgroeporganisatie om de financieringsbehoefte te berekenen.

Art. 9.In dit artikel wordt verstaan onder:

Art. 9.In dit artikel wordt verstaan onder:

1° algemene schuldgraad: de verhouding van het vreemde vermogen tot de 1° algemene schuldgraad: de verhouding van het vreemde vermogen tot de
totale passiva op de balans van de jaarrekening van een organisatie; totale passiva op de balans van de jaarrekening van een organisatie;
2° current ratio: de verhouding van de vlottende activa tot de 2° current ratio: de verhouding van de vlottende activa tot de
kortlopende schulden op de balans van de jaarrekening van een kortlopende schulden op de balans van de jaarrekening van een
organisatie. organisatie.
De administratie wijst elke ontvankelijke aanvraag op basis van de De administratie wijst elke ontvankelijke aanvraag op basis van de
berekende financieringsbehoefte conform artikel 1, 3°, a), toe aan een berekende financieringsbehoefte conform artikel 1, 3°, a), toe aan een
van de volgende groepen: van de volgende groepen:
1° groep 1: er is geen financieringsbehoefte of de 1° groep 1: er is geen financieringsbehoefte of de
financieringsbehoefte voor het jaar 2021 is lager dan 5% van de eigen financieringsbehoefte voor het jaar 2021 is lager dan 5% van de eigen
opbrengsten voor 2021, zoals die opgenomen zijn in de jaarrekening opbrengsten voor 2021, zoals die opgenomen zijn in de jaarrekening
2021; 2021;
2° groep 2: er wordt een financieringsbehoefte voor het jaar 2021 2° groep 2: er wordt een financieringsbehoefte voor het jaar 2021
vastgesteld die minstens gelijk is aan 5% van de eigen opbrengsten vastgesteld die minstens gelijk is aan 5% van de eigen opbrengsten
voor 2021, zoals die opgenomen zijn in de jaarrekening 2021. De voor 2021, zoals die opgenomen zijn in de jaarrekening 2021. De
current ratio van de doelgroeporganisatie voor het jaar 2021 is lager current ratio van de doelgroeporganisatie voor het jaar 2021 is lager
dan 2% en de algemene schuldgraad van de doelgroeporganisatie voor het dan 2% en de algemene schuldgraad van de doelgroeporganisatie voor het
jaar 2021 is hoger dan 50%; jaar 2021 is hoger dan 50%;
3° groep 3: er wordt een financieringsbehoefte voor het jaar 2021 3° groep 3: er wordt een financieringsbehoefte voor het jaar 2021
vastgesteld die minstens gelijk is aan 5% van de eigen opbrengsten vastgesteld die minstens gelijk is aan 5% van de eigen opbrengsten
voor 2021, zoals die opgenomen zijn in de jaarrekening 2021. De voor 2021, zoals die opgenomen zijn in de jaarrekening 2021. De
current ratio van de doelgroeporganisatie voor het jaar 2021 is 2% of current ratio van de doelgroeporganisatie voor het jaar 2021 is 2% of
hoger dan 2%, en de algemene schuldgraad van de doelgroeporganisatie hoger dan 2%, en de algemene schuldgraad van de doelgroeporganisatie
voor het jaar 2021 is hoger dan 50%; voor het jaar 2021 is hoger dan 50%;
4° groep 4: er wordt een financieringsbehoefte voor het jaar 2021 4° groep 4: er wordt een financieringsbehoefte voor het jaar 2021
vastgesteld die minstens gelijk is aan 5% van de eigen opbrengsten vastgesteld die minstens gelijk is aan 5% van de eigen opbrengsten
voor 2021, zoals die opgenomen zijn in de jaarrekening 2021. De voor 2021, zoals die opgenomen zijn in de jaarrekening 2021. De
current ratio van de doelgroeporganisatie voor het jaar 2021 is lager current ratio van de doelgroeporganisatie voor het jaar 2021 is lager
dan 2% en de algemene schuldgraad van de doelgroeporganisatie voor het dan 2% en de algemene schuldgraad van de doelgroeporganisatie voor het
jaar 2021 is lager dan 50%; jaar 2021 is lager dan 50%;
5° groep 5: er wordt een financieringsbehoefte voor het jaar 2021 5° groep 5: er wordt een financieringsbehoefte voor het jaar 2021
vastgesteld die minstens gelijk is aan 5% van de eigen opbrengsten vastgesteld die minstens gelijk is aan 5% van de eigen opbrengsten
voor 2021, zoals die opgenomen zijn in de jaarrekening 2021, en de voor 2021, zoals die opgenomen zijn in de jaarrekening 2021, en de
doelgroeporganisatie behoort niet tot de groepen, vermeld in punt 2°, doelgroeporganisatie behoort niet tot de groepen, vermeld in punt 2°,
3° of 4°. 3° of 4°.
Als de organisatie voldoet aan de voorwaarde, vermeld in artikel 2, Als de organisatie voldoet aan de voorwaarde, vermeld in artikel 2,
3°, a), hanteert de administratie het financiële verslag over het jaar 3°, a), hanteert de administratie het financiële verslag over het jaar
2021 dat de organisaties uiterlijk op 31 maart 2021 bij de 2021 dat de organisaties uiterlijk op 31 maart 2021 bij de
administratie indienen, conform artikel 10 van het besluit van de administratie indienen, conform artikel 10 van het besluit van de
Vlaamse Regering van 14 september 2012 tot uitvoering van het decreet Vlaamse Regering van 14 september 2012 tot uitvoering van het decreet
van 20 januari 2012 houdende een vernieuwd jeugd- en van 20 januari 2012 houdende een vernieuwd jeugd- en
kinderrechtenbeleid, om de current ratio en de algemene schuldgraad, kinderrechtenbeleid, om de current ratio en de algemene schuldgraad,
vermeld in het tweede lid, te berekenen. vermeld in het tweede lid, te berekenen.
Als de organisatie voldoet aan de voorwaarde, vermeld in artikel 2, Als de organisatie voldoet aan de voorwaarde, vermeld in artikel 2,
3°, b), hanteert de administratie de jaarrekening 2021, die de 3°, b), hanteert de administratie de jaarrekening 2021, die de
organisaties conform artikel 5 via de webtoepassing, vermeld in organisaties conform artikel 5 via de webtoepassing, vermeld in
artikel 5, indienen om de current ratio en de algemene schuldgraad, artikel 5, indienen om de current ratio en de algemene schuldgraad,
vermeld in het tweede lid, te berekenen. vermeld in het tweede lid, te berekenen.
Uiterlijk de veertiende dag na de uiterste indieningsdatum, vermeld in Uiterlijk de veertiende dag na de uiterste indieningsdatum, vermeld in
artikel 6, tweede lid, telt de administratie: artikel 6, tweede lid, telt de administratie:
1° de financieringsbehoeften van alle doelgroeporganisaties die 1° de financieringsbehoeften van alle doelgroeporganisaties die
behoren tot groep 2, vermeld in het tweede lid, 2°, op tot een totale behoren tot groep 2, vermeld in het tweede lid, 2°, op tot een totale
financieringsbehoefte voor die groep 2; financieringsbehoefte voor die groep 2;
2° de financieringsbehoeften van alle doelgroeporganisaties die 2° de financieringsbehoeften van alle doelgroeporganisaties die
behoren tot groep 3, vermeld in het tweede lid, 3°, op tot een totale behoren tot groep 3, vermeld in het tweede lid, 3°, op tot een totale
financieringsbehoefte voor die groep 3; financieringsbehoefte voor die groep 3;
3° de financieringsbehoeften van alle doelgroeporganisaties die 3° de financieringsbehoeften van alle doelgroeporganisaties die
behoren tot groep 4, vermeld in het tweede lid, 4°, op tot een totale behoren tot groep 4, vermeld in het tweede lid, 4°, op tot een totale
financieringsbehoefte voor die groep 4; financieringsbehoefte voor die groep 4;
4° de financieringsbehoeften van alle doelgroeporganisaties die 4° de financieringsbehoeften van alle doelgroeporganisaties die
behoren tot groep 5, vermeld in het tweede lid, 5°, op tot een totale behoren tot groep 5, vermeld in het tweede lid, 5°, op tot een totale
financieringsbehoefte voor groep 5. financieringsbehoefte voor groep 5.

Art. 10.De administratie beslist per doelgroeporganisatie over de

Art. 10.De administratie beslist per doelgroeporganisatie over de

maximale subsidie. Ze houdt daarbij rekening met al de volgende maximale subsidie. Ze houdt daarbij rekening met al de volgende
regels: regels:
1° elke doelgroeporganisatie die bij groep 1, vermeld in artikel 9, 1° elke doelgroeporganisatie die bij groep 1, vermeld in artikel 9,
tweede lid, 1°, is ingedeeld, ontvangt geen subsidie; tweede lid, 1°, is ingedeeld, ontvangt geen subsidie;
2° als er voldoende budget beschikbaar is om de totale 2° als er voldoende budget beschikbaar is om de totale
financieringsbehoefte van groep 2, vermeld in artikel 9, tweede lid, financieringsbehoefte van groep 2, vermeld in artikel 9, tweede lid,
2°, te compenseren, is het subsidiebedrag gelijk aan de berekende 2°, te compenseren, is het subsidiebedrag gelijk aan de berekende
financieringsbehoefte van elke organisatie die bij die groep 2 is financieringsbehoefte van elke organisatie die bij die groep 2 is
ingedeeld, rekening houdend met de plafonnering, vermeld in artikel 8, ingedeeld, rekening houdend met de plafonnering, vermeld in artikel 8,
vijfde lid; vijfde lid;
3° als er onvoldoende budget beschikbaar is om de totale 3° als er onvoldoende budget beschikbaar is om de totale
financieringsbehoefte van de voormelde groep 2 te compenseren, financieringsbehoefte van de voormelde groep 2 te compenseren,
reduceert de administratie elke berekende financieringsbehoefte binnen reduceert de administratie elke berekende financieringsbehoefte binnen
de voormelde groep 2 tot een definitieve gedeeltelijke compensatie met de voormelde groep 2 tot een definitieve gedeeltelijke compensatie met
dezelfde proportie als de verhouding tussen de totale dezelfde proportie als de verhouding tussen de totale
financieringsbehoefte en het beschikbare budget, rekening houdend met financieringsbehoefte en het beschikbare budget, rekening houdend met
de plafonnering, vermeld in artikel 8, vijfde lid; de plafonnering, vermeld in artikel 8, vijfde lid;
4° als er na de compensatie van elke organisatie die behoort tot de 4° als er na de compensatie van elke organisatie die behoort tot de
voormelde groep 2, voldoende budget beschikbaar is om de totale voormelde groep 2, voldoende budget beschikbaar is om de totale
financieringsbehoefte van groep 3, vermeld in artikel 9, tweede lid, financieringsbehoefte van groep 3, vermeld in artikel 9, tweede lid,
3°, te compenseren, is het subsidiebedrag gelijk aan de berekende 3°, te compenseren, is het subsidiebedrag gelijk aan de berekende
financieringsbehoefte van elke organisatie die bij die groep 3 is financieringsbehoefte van elke organisatie die bij die groep 3 is
ingedeeld, rekening houdend met de plafonnering, vermeld in artikel 8, ingedeeld, rekening houdend met de plafonnering, vermeld in artikel 8,
vijfde lid; vijfde lid;
5° als er na de compensatie van elke organisatie die behoort tot de 5° als er na de compensatie van elke organisatie die behoort tot de
voormelde groep 2, onvoldoende budget beschikbaar is om de totale voormelde groep 2, onvoldoende budget beschikbaar is om de totale
financieringsbehoefte van de voormelde groep 3 te compenseren, financieringsbehoefte van de voormelde groep 3 te compenseren,
reduceert de administratie elke berekende financieringsbehoefte binnen reduceert de administratie elke berekende financieringsbehoefte binnen
de voormelde groep 3 tot een definitieve gedeeltelijke compensatie met de voormelde groep 3 tot een definitieve gedeeltelijke compensatie met
dezelfde proportie als de verhouding tussen de totale dezelfde proportie als de verhouding tussen de totale
financieringsbehoefte en het resterende beschikbare budget voor de financieringsbehoefte en het resterende beschikbare budget voor de
voormelde groep 3, rekening houdend met de plafonnering, vermeld in voormelde groep 3, rekening houdend met de plafonnering, vermeld in
artikel 8, vijfde lid; artikel 8, vijfde lid;
6° als er na de compensatie van elke organisatie die behoort tot de 6° als er na de compensatie van elke organisatie die behoort tot de
voormelde groep 3, voldoende budget beschikbaar is om de totale voormelde groep 3, voldoende budget beschikbaar is om de totale
financieringsbehoefte van groep 4, vermeld in artikel 9, tweede lid, financieringsbehoefte van groep 4, vermeld in artikel 9, tweede lid,
4°, te compenseren, is het subsidiebedrag gelijk aan de berekende 4°, te compenseren, is het subsidiebedrag gelijk aan de berekende
financieringsbehoefte van elke organisatie die bij die groep 4 is financieringsbehoefte van elke organisatie die bij die groep 4 is
ingedeeld, rekening houdend met de plafonnering, vermeld in artikel 8, ingedeeld, rekening houdend met de plafonnering, vermeld in artikel 8,
vijfde lid; vijfde lid;
7° als er na de compensatie van elke organisatie die behoort tot de 7° als er na de compensatie van elke organisatie die behoort tot de
voormelde groep 3, onvoldoende budget beschikbaar is om de totale voormelde groep 3, onvoldoende budget beschikbaar is om de totale
financieringsbehoefte van de voormelde groep 4 te compenseren, financieringsbehoefte van de voormelde groep 4 te compenseren,
reduceert de administratie elke berekende financieringsbehoefte binnen reduceert de administratie elke berekende financieringsbehoefte binnen
de voormelde groep 4 tot een definitieve gedeeltelijke compensatie met de voormelde groep 4 tot een definitieve gedeeltelijke compensatie met
dezelfde proportie als de verhouding tussen de totale dezelfde proportie als de verhouding tussen de totale
financieringsbehoefte en het resterende beschikbare budget voor de financieringsbehoefte en het resterende beschikbare budget voor de
voormelde groep 4, rekening houdend met de plafonnering, vermeld in voormelde groep 4, rekening houdend met de plafonnering, vermeld in
artikel 8, vijfde lid; artikel 8, vijfde lid;
8° als er na de compensatie van elke organisatie die behoort tot de 8° als er na de compensatie van elke organisatie die behoort tot de
voormelde groep 4, voldoende budget beschikbaar is om de totale voormelde groep 4, voldoende budget beschikbaar is om de totale
financieringsbehoefte van groep 5, vermeld in artikel 9, tweede lid, financieringsbehoefte van groep 5, vermeld in artikel 9, tweede lid,
5°, te compenseren, is het subsidiebedrag gelijk aan de berekende 5°, te compenseren, is het subsidiebedrag gelijk aan de berekende
financieringsbehoefte van elke organisatie die bij die groep 5 is financieringsbehoefte van elke organisatie die bij die groep 5 is
ingedeeld, rekening houdend met de plafonnering, vermeld in artikel 8, ingedeeld, rekening houdend met de plafonnering, vermeld in artikel 8,
vijfde lid; vijfde lid;
9° als er na de compensatie van elke organisatie die behoort tot de 9° als er na de compensatie van elke organisatie die behoort tot de
voormelde groep 4, onvoldoende budget beschikbaar is om de totale voormelde groep 4, onvoldoende budget beschikbaar is om de totale
financieringsbehoefte van de voormelde groep 5 te compenseren, financieringsbehoefte van de voormelde groep 5 te compenseren,
reduceert de administratie elke berekende financieringsbehoefte binnen reduceert de administratie elke berekende financieringsbehoefte binnen
de voormelde groep 5 tot een definitieve gedeeltelijke compensatie met de voormelde groep 5 tot een definitieve gedeeltelijke compensatie met
dezelfde proportie als de verhouding tussen de totale dezelfde proportie als de verhouding tussen de totale
financieringsbehoefte en het resterende beschikbare budget voor de financieringsbehoefte en het resterende beschikbare budget voor de
voormelde groep 5, rekening houdend met de plafonnering, vermeld in voormelde groep 5, rekening houdend met de plafonnering, vermeld in
artikel 8, vijfde lid. artikel 8, vijfde lid.

Art. 11.De administratie betaalt elke subsidie uit in één schijf van

Art. 11.De administratie betaalt elke subsidie uit in één schijf van

100% na de ondertekening van het subsidiebesluit. 100% na de ondertekening van het subsidiebesluit.

Art. 12.Een begunstigde van een subsidie heeft de volgende

Art. 12.Een begunstigde van een subsidie heeft de volgende

verplichtingen: verplichtingen:
1° stappen zetten om activiteiten zo veel mogelijk te laten 1° stappen zetten om activiteiten zo veel mogelijk te laten
plaatsvinden, conform de maatregelen die de overheden ter bestrijding plaatsvinden, conform de maatregelen die de overheden ter bestrijding
van het coronavirus COVID-19 hebben getroffen; van het coronavirus COVID-19 hebben getroffen;
2° stappen zetten om verliezen te beperken door solidariteit van 2° stappen zetten om verliezen te beperken door solidariteit van
gebruikers te vragen; gebruikers te vragen;
3° het subsidiebedrag volledig besteden; 3° het subsidiebedrag volledig besteden;
4° eventuele eigen opbrengsten die hoger zijn dan het bedrag dat in de 4° eventuele eigen opbrengsten die hoger zijn dan het bedrag dat in de
begroting voor het jaar 2021 is bepaald, effectief inzetten om de begroting voor het jaar 2021 is bepaald, effectief inzetten om de
gevolgen van of beperkingen door de maatregelen die de overheden ter gevolgen van of beperkingen door de maatregelen die de overheden ter
bestrijding van het coronavirus COVID-19 hebben getroffen, voor bestrijding van het coronavirus COVID-19 hebben getroffen, voor
activiteiten in te perken. activiteiten in te perken.

Art. 13.Een subsidieontvanger verantwoordt via de webtoepassing,

Art. 13.Een subsidieontvanger verantwoordt via de webtoepassing,

vermeld in artikel 5, met een gestandaardiseerd vermeld in artikel 5, met een gestandaardiseerd
verantwoordingsdocument in die webtoepassing, de besteding van de verantwoordingsdocument in die webtoepassing, de besteding van de
subsidie die wordt toegekend met toepassing van dit besluit, uiterlijk subsidie die wordt toegekend met toepassing van dit besluit, uiterlijk
op de datum waarop hij ook de werkingssubsidie voor het jaar 2021 op de datum waarop hij ook de werkingssubsidie voor het jaar 2021
verantwoordt. verantwoordt.
Een subsidieontvanger houdt alle bewijsstukken ter beschikking van de Een subsidieontvanger houdt alle bewijsstukken ter beschikking van de
administratie. administratie.
Een subsidieontvanger toont op verzoek van de administratie al de Een subsidieontvanger toont op verzoek van de administratie al de
volgende elementen aan met relevante bewijsstukken: volgende elementen aan met relevante bewijsstukken:
1° er zijn stappen ondernomen om activiteiten zo veel mogelijk te 1° er zijn stappen ondernomen om activiteiten zo veel mogelijk te
laten plaatsvinden conform de maatregelen die de overheden ter laten plaatsvinden conform de maatregelen die de overheden ter
bestrijding van het coronavirus COVID-19 hebben getroffen; bestrijding van het coronavirus COVID-19 hebben getroffen;
2° er zijn stappen ondernomen om solidariteit van gebruikers te 2° er zijn stappen ondernomen om solidariteit van gebruikers te
stimuleren; stimuleren;
3° de subsidieontvanger heeft andere steunmaatregelen COVID-19 3° de subsidieontvanger heeft andere steunmaatregelen COVID-19
waarvoor hij in aanmerking komt, aangevraagd en verkregen, met waarvoor hij in aanmerking komt, aangevraagd en verkregen, met
inbegrip van het beroep op tijdelijke werkloosheid wegens overmacht. inbegrip van het beroep op tijdelijke werkloosheid wegens overmacht.

Art. 14.Ter uitvoering van artikel 3, § 3, van het decreet van 23

Art. 14.Ter uitvoering van artikel 3, § 3, van het decreet van 23

december 2021 tot het nemen van dringende steunmaatregelen voor de december 2021 tot het nemen van dringende steunmaatregelen voor de
jeugdsector naar aanleiding van de COVID-19-pandemie wordt de jeugdsector naar aanleiding van de COVID-19-pandemie wordt de
administratie aangewezen als verwerkingsverantwoordelijke van administratie aangewezen als verwerkingsverantwoordelijke van
persoonsgegevens. persoonsgegevens.

Art. 15.De Vlaamse minister, bevoegd voor de jeugd, kan de regels

Art. 15.De Vlaamse minister, bevoegd voor de jeugd, kan de regels

inzake de toekenningsvoorwaarden van de subsidie, de subsidieprocedure inzake de toekenningsvoorwaarden van de subsidie, de subsidieprocedure
en het toezicht op de besteding van de subsidie, nader bepalen. en het toezicht op de besteding van de subsidie, nader bepalen.
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen

Art. 16.Dit besluit treedt in werking op de dag die volgt op de

Art. 16.Dit besluit treedt in werking op de dag die volgt op de

bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad. bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 17.De Vlaamse minister, bevoegd voor jeugd, is belast met de

Art. 17.De Vlaamse minister, bevoegd voor jeugd, is belast met de

uitvoering van dit besluit. uitvoering van dit besluit.
Brussel, 1 juli 2022. Brussel, 1 juli 2022.
De minister-president van de Vlaamse Regering, De minister-president van de Vlaamse Regering,
J. JAMBON J. JAMBON
De Vlaamse minister van Brussel, Jeugd, Media en Armoedebestrijding, De Vlaamse minister van Brussel, Jeugd, Media en Armoedebestrijding,
B. DALLE B. DALLE
^