Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de Logo's | Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de Logo's |
---|---|
VLAAMSE OVERHEID | VLAAMSE OVERHEID |
30 JANUARI 2009. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de | 30 JANUARI 2009. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de |
Logo's | Logo's |
De Vlaamse Regering, | De Vlaamse Regering, |
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der | Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der |
instellingen, het laatst gewijzigd op 20 augustus 2003, artikel 20; | instellingen, het laatst gewijzigd op 20 augustus 2003, artikel 20; |
Gelet op het decreet van 18 mei 1999 betreffende de geestelijke | Gelet op het decreet van 18 mei 1999 betreffende de geestelijke |
gezondheidszorg, artikel 9, § 1, 9°; | gezondheidszorg, artikel 9, § 1, 9°; |
Gelet op het decreet van 21 november 2003 betreffende het preventieve | Gelet op het decreet van 21 november 2003 betreffende het preventieve |
gezondheidsbeleid, gewijzigd bij de decreten van 16 juni 2006 en 18 | gezondheidsbeleid, gewijzigd bij de decreten van 16 juni 2006 en 18 |
juli 2008, artikel 28 tot en met 30, artikel 36 tot en met 38, artikel | juli 2008, artikel 28 tot en met 30, artikel 36 tot en met 38, artikel |
76 tot en met 78 en artikel 80; | 76 tot en met 78 en artikel 80; |
Gelet op het decreet van 7 december 2007 houdende de oprichting van de | Gelet op het decreet van 7 december 2007 houdende de oprichting van de |
Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en | Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en |
Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van | Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van |
Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, artikel 12; | Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, artikel 12; |
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de | Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de |
begroting, gegeven op 12 december 2008; | begroting, gegeven op 12 december 2008; |
Gelet op advies 45.686/3 van de Raad van State, gegeven op 13 januari | Gelet op advies 45.686/3 van de Raad van State, gegeven op 13 januari |
2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de | 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de |
wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en | Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en |
Gezin; | Gezin; |
Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
Besluit : | Besluit : |
HOOFDSTUK I. - Definities | HOOFDSTUK I. - Definities |
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : |
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : |
1° aanvrager : de persoon of de rechtspersoon die geen winst beoogt en | 1° aanvrager : de persoon of de rechtspersoon die geen winst beoogt en |
die een aanvraag tot erkenning als Logo indient; | die een aanvraag tot erkenning als Logo indient; |
2° administrateur-generaal : de leidend ambtenaar van het agentschap; | 2° administrateur-generaal : de leidend ambtenaar van het agentschap; |
3° agentschap : het Vlaams Agentschap "Zorg en Gezondheid", opgericht | 3° agentschap : het Vlaams Agentschap "Zorg en Gezondheid", opgericht |
bij het Besluit van de Vlaamse Regering van 7 mei 2004 tot oprichting | bij het Besluit van de Vlaamse Regering van 7 mei 2004 tot oprichting |
van het intern verzelfstandigd agentschap 'Zorg en Gezondheid'; | van het intern verzelfstandigd agentschap 'Zorg en Gezondheid'; |
4° centrum voor geestelijke gezondheidszorg : de erkende | 4° centrum voor geestelijke gezondheidszorg : de erkende |
verzorgingsvoorziening die op multidisciplinaire wijze ambulante | verzorgingsvoorziening die op multidisciplinaire wijze ambulante |
geestelijke gezondheidszorg verleent in een extramuraal kader aan | geestelijke gezondheidszorg verleent in een extramuraal kader aan |
personen wiens geestelijke gezondheid verstoord is, vermeld in artikel | personen wiens geestelijke gezondheid verstoord is, vermeld in artikel |
2, 1°, van het decreet van 18 mei 1999 betreffende de geestelijke | 2, 1°, van het decreet van 18 mei 1999 betreffende de geestelijke |
gezondheidszorg; | gezondheidszorg; |
5° decreet van 21 november 2003 : het decreet van 21 november 2003 | 5° decreet van 21 november 2003 : het decreet van 21 november 2003 |
betreffende het preventieve gezondheidsbeleid; | betreffende het preventieve gezondheidsbeleid; |
6° Logo : een door de Vlaamse Regering erkend samenwerkingsverband | 6° Logo : een door de Vlaamse Regering erkend samenwerkingsverband |
voor loco-regionaal gezondheidsoverleg en -organisatie binnen een | voor loco-regionaal gezondheidsoverleg en -organisatie binnen een |
geografisch aaneengesloten gebied als vermeld in artikel 2, 19°, van | geografisch aaneengesloten gebied als vermeld in artikel 2, 19°, van |
het decreet van 21 november 2003; | het decreet van 21 november 2003; |
7° lokaal sociaal beleid : het geheel van de beleidsbepaling en acties | 7° lokaal sociaal beleid : het geheel van de beleidsbepaling en acties |
van lokaal bestuur en de acties van lokale actoren, met het oog op het | van lokaal bestuur en de acties van lokale actoren, met het oog op het |
garanderen van de toegang van elke burger tot de rechten, vastgelegd | garanderen van de toegang van elke burger tot de rechten, vastgelegd |
in artikel 23 en 24, § 3, van de Grondwet, en vermeld in het decreet | in artikel 23 en 24, § 3, van de Grondwet, en vermeld in het decreet |
van 19 maart 2004 betreffende het lokaal sociaal beleid; | van 19 maart 2004 betreffende het lokaal sociaal beleid; |
8° methodieken : een geheel van te volgen vaste, weldoordachte | 8° methodieken : een geheel van te volgen vaste, weldoordachte |
werkwijzen om een bepaalde doelstelling te bereiken; | werkwijzen om een bepaalde doelstelling te bereiken; |
9° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid; | 9° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid; |
10° preventieorganisaties : andere verenigingen, organisaties, of | 10° preventieorganisaties : andere verenigingen, organisaties, of |
plaatselijke of regionale afdelingen ervan, dan partnerorganisaties, | plaatselijke of regionale afdelingen ervan, dan partnerorganisaties, |
vermeld in artikel 2, 23°, van het decreet van 21 november 2003, met | vermeld in artikel 2, 23°, van het decreet van 21 november 2003, met |
een werking binnen het werkgebied van een Logo, die een meerwaarde | een werking binnen het werkgebied van een Logo, die een meerwaarde |
kunnen bieden aan de uitvoering van het preventieve gezondheidsbeleid | kunnen bieden aan de uitvoering van het preventieve gezondheidsbeleid |
in dat werkgebied; | in dat werkgebied; |
11° samenwerkingsinitiatief eerstelijnsgezondheidszorg, afgekort SEL : | 11° samenwerkingsinitiatief eerstelijnsgezondheidszorg, afgekort SEL : |
een door de Vlaamse Regering erkend samenwerkingsverband van | een door de Vlaamse Regering erkend samenwerkingsverband van |
vertegenwoordigers van zorgaanbieders en eventueel van | vertegenwoordigers van zorgaanbieders en eventueel van |
vertegenwoordigers van mantelzorgers en gebruikers en/of | vertegenwoordigers van mantelzorgers en gebruikers en/of |
vrijwilligers, dat gericht is op het optimaliseren van de zorg binnen | vrijwilligers, dat gericht is op het optimaliseren van de zorg binnen |
een bepaald geografisch afgebakend werkgebied, vermeld in artikel 2, | een bepaald geografisch afgebakend werkgebied, vermeld in artikel 2, |
11°, van het decreet van 3 maart 2004 betreffende de | 11°, van het decreet van 3 maart 2004 betreffende de |
eerstelijnsgezondheidszorg en de samenwerking tussen de | eerstelijnsgezondheidszorg en de samenwerking tussen de |
zorgaanbieders. | zorgaanbieders. |
HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied |
Art. 2.Dit besluit bepaalt de werkgebieden van de Logo's, vermeld in |
Art. 2.Dit besluit bepaalt de werkgebieden van de Logo's, vermeld in |
artikel 29 van het decreet van 21 november 2003, de erkenning, de | artikel 29 van het decreet van 21 november 2003, de erkenning, de |
subsidiëring en de opdrachten van de Logo's, vermeld in artikel 28, § | subsidiëring en de opdrachten van de Logo's, vermeld in artikel 28, § |
2 en § 3, en artikel 30, § 2, van het decreet van 21 november 2003, en | 2 en § 3, en artikel 30, § 2, van het decreet van 21 november 2003, en |
regelt een aantal aspecten over de initiatieven, vermeld in artikel | regelt een aantal aspecten over de initiatieven, vermeld in artikel |
30, § 3, van het decreet van 21 november 2003. | 30, § 3, van het decreet van 21 november 2003. |
HOOFDSTUK III. - Erkenning en weigering van een erkenning | HOOFDSTUK III. - Erkenning en weigering van een erkenning |
Art. 3.De administrateur-generaal erkent een Logo voor zes jaar als |
Art. 3.De administrateur-generaal erkent een Logo voor zes jaar als |
het Logo voldoet aan de erkenningsvoorwaarden, vermeld in artikel 4. | het Logo voldoet aan de erkenningsvoorwaarden, vermeld in artikel 4. |
Aan de erkenning is een subsidie verbonden volgens de bepalingen van | Aan de erkenning is een subsidie verbonden volgens de bepalingen van |
dit besluit. | dit besluit. |
Art. 4.Voor een erkenning als Logo moeten al de volgende voorwaarden |
Art. 4.Voor een erkenning als Logo moeten al de volgende voorwaarden |
vervuld zijn : | vervuld zijn : |
1° de aanvrager dient een aanvraag tot erkenning in bij het | 1° de aanvrager dient een aanvraag tot erkenning in bij het |
agentschap; | agentschap; |
2° de aanvrager bezorgt het agentschap een lijst van de | 2° de aanvrager bezorgt het agentschap een lijst van de |
preventieorganisaties, vermeld in artikel 1 van de bijlage, die bij | preventieorganisaties, vermeld in artikel 1 van de bijlage, die bij |
dit besluit is gevoegd, met een werking binnen het werkgebied van het | dit besluit is gevoegd, met een werking binnen het werkgebied van het |
Logo waarvoor een aanvraag tot erkenning wordt ingediend; | Logo waarvoor een aanvraag tot erkenning wordt ingediend; |
3° de aanvrager toont aan dat minimaal met de preventieorganisaties, | 3° de aanvrager toont aan dat minimaal met de preventieorganisaties, |
vermeld in artikel 1 van de bijlage, die bij dit besluit is gevoegd, | vermeld in artikel 1 van de bijlage, die bij dit besluit is gevoegd, |
contact werd opgenomen om te participeren in en ondersteuning te | contact werd opgenomen om te participeren in en ondersteuning te |
bieden aan het Logo; | bieden aan het Logo; |
4° de aanvraag wordt ondersteund door minimaal 50 % van de | 4° de aanvraag wordt ondersteund door minimaal 50 % van de |
preventieorganisaties van elke groep, vermeld in artikel 1 van de | preventieorganisaties van elke groep, vermeld in artikel 1 van de |
bijlage, die bij dit besluit is gevoegd. De aanvrager toont dat aan | bijlage, die bij dit besluit is gevoegd. De aanvrager toont dat aan |
met een lijst die ondertekend wordt door voldoende vertegenwoordigers | met een lijst die ondertekend wordt door voldoende vertegenwoordigers |
van elke groep; | van elke groep; |
5° het Logo waarvoor een erkenning wordt aangevraagd is een vereniging | 5° het Logo waarvoor een erkenning wordt aangevraagd is een vereniging |
zonder winstoogmerk. In het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad kan het | zonder winstoogmerk. In het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad kan het |
Logo opgericht worden door de Vlaamse Gemeenschapscommissie, bevoegd | Logo opgericht worden door de Vlaamse Gemeenschapscommissie, bevoegd |
voor het gezondheidsbeleid; | voor het gezondheidsbeleid; |
6° de aanvrager toont aan dat het Logo voldoet aan de bepalingen over | 6° de aanvrager toont aan dat het Logo voldoet aan de bepalingen over |
het werkgebied, vermeld in artikel 11. | het werkgebied, vermeld in artikel 11. |
Art. 5.§ 1 De minister bepaalt welke gegegevens de aanvraag tot |
Art. 5.§ 1 De minister bepaalt welke gegegevens de aanvraag tot |
erkenning moet bevatten om te kunnen oordelen of de | erkenning moet bevatten om te kunnen oordelen of de |
erkenningsvoorwaarden vervuld zijn. Een aanvraag tot een erkenning is | erkenningsvoorwaarden vervuld zijn. Een aanvraag tot een erkenning is |
alleen ontvankelijk als ze die gegevens bevat. | alleen ontvankelijk als ze die gegevens bevat. |
§ 2. Als de aanvraag onontvankelijk is, wordt dat door het agentschap | § 2. Als de aanvraag onontvankelijk is, wordt dat door het agentschap |
aan de aanvrager gemeld binnen een termijn van dertig dagen na de | aan de aanvrager gemeld binnen een termijn van dertig dagen na de |
ontvangst van de aanvraag tot erkenning. | ontvangst van de aanvraag tot erkenning. |
§ 3. Het agentschap vervolledigt het erkenningsdossier eventueel met | § 3. Het agentschap vervolledigt het erkenningsdossier eventueel met |
een inspectieverslag als vermeld in artikel 35, 4°. | een inspectieverslag als vermeld in artikel 35, 4°. |
§ 4. De beslissing van de administrateur-generaal waarbij de erkenning | § 4. De beslissing van de administrateur-generaal waarbij de erkenning |
wordt verleend, wordt bezorgd aan de aanvrager. | wordt verleend, wordt bezorgd aan de aanvrager. |
§ 5. De administrateur-generaal uit het voornemen tot weigering van | § 5. De administrateur-generaal uit het voornemen tot weigering van |
een erkenning als niet is voldaan aan de erkenningsvoorwaarden, | een erkenning als niet is voldaan aan de erkenningsvoorwaarden, |
vermeld in artikel 4. | vermeld in artikel 4. |
Het voornemen tot weigering van een erkenning wordt met een | Het voornemen tot weigering van een erkenning wordt met een |
aangetekende zending ter kennis gebracht van de aanvrager. Dat | aangetekende zending ter kennis gebracht van de aanvrager. Dat |
voornemen wordt gemotiveerd. | voornemen wordt gemotiveerd. |
De aangetekende zending bevat naast het voornemen ook de uitleg over | De aangetekende zending bevat naast het voornemen ook de uitleg over |
de mogelijkheid, de voorwaarden en de procedure om een gemotiveerd | de mogelijkheid, de voorwaarden en de procedure om een gemotiveerd |
bezwaarschrift in te dienen bij het agentschap. | bezwaarschrift in te dienen bij het agentschap. |
§ 6. Als de erkenning wordt geweigerd, kan het Logo in kwestie geen | § 6. Als de erkenning wordt geweigerd, kan het Logo in kwestie geen |
aanspraak maken op een vergoeding voor kosten, verbonden aan | aanspraak maken op een vergoeding voor kosten, verbonden aan |
activiteiten die hebben plaatsgevonden om een erkenning te verkrijgen, | activiteiten die hebben plaatsgevonden om een erkenning te verkrijgen, |
of voor verlies van inkomsten door de weigering van de erkenning. | of voor verlies van inkomsten door de weigering van de erkenning. |
Art. 6.Alle gegevens en documenten die betrekking hebben op dit |
Art. 6.Alle gegevens en documenten die betrekking hebben op dit |
besluit worden elektronisch door en naar het agentschap gestuurd. Als | besluit worden elektronisch door en naar het agentschap gestuurd. Als |
dat niet mogelijk is, worden ze per post of fax gestuurd. | dat niet mogelijk is, worden ze per post of fax gestuurd. |
Art. 7.Als aan de voorwaarde van artikel 4, 4°, niet is voldaan, |
Art. 7.Als aan de voorwaarde van artikel 4, 4°, niet is voldaan, |
buiten de wil van het Logo in kwestie om, kan toch een erkenning | buiten de wil van het Logo in kwestie om, kan toch een erkenning |
worden verleend na de goedkeuring door de administrateur-generaal van | worden verleend na de goedkeuring door de administrateur-generaal van |
de motivatie van de aanvrager waarom de voorwaarde niet is vervuld. | de motivatie van de aanvrager waarom de voorwaarde niet is vervuld. |
In voorkomend geval vermindert de administrateur-generaal het bedrag | In voorkomend geval vermindert de administrateur-generaal het bedrag |
van de subsidie, vermeld in artikel 24, met 3 % per groep van | van de subsidie, vermeld in artikel 24, met 3 % per groep van |
preventieorganisaties als vermeld in artikel 1 van de bijlage, die bij | preventieorganisaties als vermeld in artikel 1 van de bijlage, die bij |
dit besluit is gevoegd, die de aanvraag tot erkenning niet | dit besluit is gevoegd, die de aanvraag tot erkenning niet |
ondersteunt. | ondersteunt. |
Art. 8.Om erkend te blijven, moet een Logo voldoen aan al de |
Art. 8.Om erkend te blijven, moet een Logo voldoen aan al de |
bepalingen van dit besluit en in het bijzonder : | bepalingen van dit besluit en in het bijzonder : |
1° voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 4; | 1° voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 4; |
2° voldoen aan de vereisten voor de samenstelling en aan de | 2° voldoen aan de vereisten voor de samenstelling en aan de |
werkingsbeginselen, vermeld in artikel 12 tot en met 16; | werkingsbeginselen, vermeld in artikel 12 tot en met 16; |
3° de opdrachten, vermeld in artikel 17, uitvoeren; | 3° de opdrachten, vermeld in artikel 17, uitvoeren; |
4° de registratiegegevens over de uitvoering van de opdrachten en | 4° de registratiegegevens over de uitvoering van de opdrachten en |
initiatieven bezorgen aan het agentschap. De vorm van de registratie | initiatieven bezorgen aan het agentschap. De vorm van de registratie |
en de wijze waarop de registratiegegevens moeten worden bezorgd, | en de wijze waarop de registratiegegevens moeten worden bezorgd, |
worden meegedeeld door het agentschap. De laatste registratiegegevens | worden meegedeeld door het agentschap. De laatste registratiegegevens |
van een werkingsjaar worden uiterlijk drie maanden nadat het | van een werkingsjaar worden uiterlijk drie maanden nadat het |
werkingsjaar is verstreken, bezorgd; | werkingsjaar is verstreken, bezorgd; |
5° per werkingsjaar het financiële verslag, vermeld in artikel 32, | 5° per werkingsjaar het financiële verslag, vermeld in artikel 32, |
bezorgen aan het agentschap, uiterlijk drie maanden nadat het | bezorgen aan het agentschap, uiterlijk drie maanden nadat het |
werkingsjaar is verstreken; | werkingsjaar is verstreken; |
6° elke wijziging die betrekking heeft op de erkenning als Logo of de | 6° elke wijziging die betrekking heeft op de erkenning als Logo of de |
statuten ervan onmiddellijk aan het agentschap melden. | statuten ervan onmiddellijk aan het agentschap melden. |
De minister bepaalt welke gegevens geregistreerd moeten worden en | De minister bepaalt welke gegevens geregistreerd moeten worden en |
bepaalt de frequentie waarmee de registratiegegevens over de | bepaalt de frequentie waarmee de registratiegegevens over de |
uitvoering van de opdrachten en de initiatieven, vermeld in het eerste | uitvoering van de opdrachten en de initiatieven, vermeld in het eerste |
lid, 4°, bezorgd moeten worden. | lid, 4°, bezorgd moeten worden. |
HOOFDSTUK IV. - Verlenging van de erkenning en weigering van de | HOOFDSTUK IV. - Verlenging van de erkenning en weigering van de |
verlenging van de erkenning | verlenging van de erkenning |
Art. 9.De administrateur-generaal verlengt de erkenning van een Logo |
Art. 9.De administrateur-generaal verlengt de erkenning van een Logo |
voor zes jaar voor zover het dossier tot verlenging van de erkenning | voor zes jaar voor zover het dossier tot verlenging van de erkenning |
voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 8 en artikel 10, § 1 | voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 8 en artikel 10, § 1 |
tot en met § 3. | tot en met § 3. |
Art. 10.§ 1. Om de continuïteit van de erkenning te kunnen |
Art. 10.§ 1. Om de continuïteit van de erkenning te kunnen |
garanderen, verzoekt het agentschap, minimaal twaalf maanden voordat | garanderen, verzoekt het agentschap, minimaal twaalf maanden voordat |
de erkenning is afgelopen, een Logo om de informatie te bezorgen die | de erkenning is afgelopen, een Logo om de informatie te bezorgen die |
conform artikel 8 nodig is voor een verlenging van de erkenning. | conform artikel 8 nodig is voor een verlenging van de erkenning. |
De administrateur-generaal bepaalt de nadere regels voor de vorm van | De administrateur-generaal bepaalt de nadere regels voor de vorm van |
die informatie en voor de wijze waarop die bezorgd moet worden. | die informatie en voor de wijze waarop die bezorgd moet worden. |
§ 2. Het Logo bezorgt, minimaal zes maanden voordat de erkenning is | § 2. Het Logo bezorgt, minimaal zes maanden voordat de erkenning is |
afgelopen, de informatie, vermeld in paragraaf 1, over de | afgelopen, de informatie, vermeld in paragraaf 1, over de |
samenstelling van een dossier tot verlenging van een erkenning aan het | samenstelling van een dossier tot verlenging van een erkenning aan het |
agentschap. | agentschap. |
Het dossier tot verlenging van een erkenning is alleen ontvankelijk | Het dossier tot verlenging van een erkenning is alleen ontvankelijk |
als het de nodige informatie, vermeld in paragraaf 1, bevat. Als het | als het de nodige informatie, vermeld in paragraaf 1, bevat. Als het |
dossier onontvankelijk is, wordt het Logo minimaal drie maanden | dossier onontvankelijk is, wordt het Logo minimaal drie maanden |
voordat de erkenning is afgelopen, daarvan op de hoogte gebracht. | voordat de erkenning is afgelopen, daarvan op de hoogte gebracht. |
Binnen een termijn van een maand na de datum van het bericht van | Binnen een termijn van een maand na de datum van het bericht van |
onontvankelijkheid moet het Logo het dossier vervolledigen. Als het | onontvankelijkheid moet het Logo het dossier vervolledigen. Als het |
Logo die termijn niet respecteert en de eventuele reden die daarvoor | Logo die termijn niet respecteert en de eventuele reden die daarvoor |
door het Logo wordt opgegeven niet door het agentschap aanvaard wordt, | door het Logo wordt opgegeven niet door het agentschap aanvaard wordt, |
moet er een nieuwe aanvraag tot erkenning ingediend worden. | moet er een nieuwe aanvraag tot erkenning ingediend worden. |
§ 3. Het agentschap vervolledigt het dossier tot verlenging van een | § 3. Het agentschap vervolledigt het dossier tot verlenging van een |
erkenning eventueel met een inspectieverslag als vermeld in artikel | erkenning eventueel met een inspectieverslag als vermeld in artikel |
35, 4°. | 35, 4°. |
§ 4. De beslissing van de administrateur-generaal waarin de erkenning | § 4. De beslissing van de administrateur-generaal waarin de erkenning |
wordt verlengd, wordt bezorgd aan het Logo. | wordt verlengd, wordt bezorgd aan het Logo. |
§ 5. Het voornemen tot weigering van een verlenging van erkenning | § 5. Het voornemen tot weigering van een verlenging van erkenning |
wordt met een aangetekende zending ter kennis gebracht van het Logo. | wordt met een aangetekende zending ter kennis gebracht van het Logo. |
Dat voornemen wordt gemotiveerd. | Dat voornemen wordt gemotiveerd. |
De aangetekende zending bevat naast het voornemen ook de uitleg over | De aangetekende zending bevat naast het voornemen ook de uitleg over |
de mogelijkheid, de voorwaarden en de procedure om een gemotiveerd | de mogelijkheid, de voorwaarden en de procedure om een gemotiveerd |
bezwaarschrift in te dienen bij het agentschap. | bezwaarschrift in te dienen bij het agentschap. |
§ 6. Als de administrateur-generaal voordat de erkenning afgelopen is, | § 6. Als de administrateur-generaal voordat de erkenning afgelopen is, |
geen beslissing als vermeld in paragraaf 4, neemt of geen voornemen | geen beslissing als vermeld in paragraaf 4, neemt of geen voornemen |
uit tot weigering van de verlenging van de erkenning als vermeld in | uit tot weigering van de verlenging van de erkenning als vermeld in |
paragraaf 5, wordt de erkenning van rechtswege verlengd met drie jaar. | paragraaf 5, wordt de erkenning van rechtswege verlengd met drie jaar. |
De erkenning wordt van rechtswege verlengd op voorwaarde dat het Logo | De erkenning wordt van rechtswege verlengd op voorwaarde dat het Logo |
de termijn, vermeld in paragraaf 2, respecteert en kan, volgens de | de termijn, vermeld in paragraaf 2, respecteert en kan, volgens de |
bepalingen van dit besluit, worden geschorst of ingetrokken zoals een | bepalingen van dit besluit, worden geschorst of ingetrokken zoals een |
erkenning of een verlenging van een erkenning die niet van rechtswege | erkenning of een verlenging van een erkenning die niet van rechtswege |
is toegekend. | is toegekend. |
§ 7. Als de verlenging van de erkenning wordt geweigerd, kan het Logo | § 7. Als de verlenging van de erkenning wordt geweigerd, kan het Logo |
in kwestie geen aanspraak maken op een vergoeding voor kosten, | in kwestie geen aanspraak maken op een vergoeding voor kosten, |
verbonden aan activiteiten die hebben plaatsgevonden om een verlenging | verbonden aan activiteiten die hebben plaatsgevonden om een verlenging |
van de erkenning te verkrijgen, of voor verlies van inkomsten door de | van de erkenning te verkrijgen, of voor verlies van inkomsten door de |
weigering van de verlenging van de erkenning. | weigering van de verlenging van de erkenning. |
HOOFDSTUK V. - Werkgebied, samenstelling en werkingsbeginselen | HOOFDSTUK V. - Werkgebied, samenstelling en werkingsbeginselen |
Art. 11.Het werkgebied van een Logo valt samen met het gebied van een |
Art. 11.Het werkgebied van een Logo valt samen met het gebied van een |
regionale stad, vermeld in de bijlage bij het decreet van 23 mei 2003 | regionale stad, vermeld in de bijlage bij het decreet van 23 mei 2003 |
betreffende de indeling in zorgregio's en betreffende de samenwerking | betreffende de indeling in zorgregio's en betreffende de samenwerking |
en programmatie van gezondheidsvoorzieningen en welzijnsvoorzieningen, | en programmatie van gezondheidsvoorzieningen en welzijnsvoorzieningen, |
of met het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad. | of met het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad. |
In een gebied van een regionale stad en in het tweetalig gebied | In een gebied van een regionale stad en in het tweetalig gebied |
Brussel-Hoofdstad kan maar een Logo worden erkend en gesubsidieerd. | Brussel-Hoofdstad kan maar een Logo worden erkend en gesubsidieerd. |
Art. 12.Om de opdrachten en initiatieven uit te voeren, doet het Logo |
Art. 12.Om de opdrachten en initiatieven uit te voeren, doet het Logo |
een beroep op personeelsleden en personen die ressorteren onder het | een beroep op personeelsleden en personen die ressorteren onder het |
Logo en op een netwerk van preventieorganisaties uit het werkgebied | Logo en op een netwerk van preventieorganisaties uit het werkgebied |
van het Logo. | van het Logo. |
Art. 13.Het Logo kan zelf personeelsleden aanwerven in dienstverband |
Art. 13.Het Logo kan zelf personeelsleden aanwerven in dienstverband |
maar kan ook personen vergoeden voor prestaties. | maar kan ook personen vergoeden voor prestaties. |
De deskundigheden, vermeld in artikel 2 van de bijlage, die bij dit | De deskundigheden, vermeld in artikel 2 van de bijlage, die bij dit |
besluit is gevoegd, zijn in voldoende mate aanwezig onder de | besluit is gevoegd, zijn in voldoende mate aanwezig onder de |
personeelsleden en personen die ressorteren onder het Logo. Er is | personeelsleden en personen die ressorteren onder het Logo. Er is |
sprake van voldoende deskundigheid als de opleiding, de vorming, de | sprake van voldoende deskundigheid als de opleiding, de vorming, de |
ervaring en de inzetbaarheid van die personeelsleden en personen het | ervaring en de inzetbaarheid van die personeelsleden en personen het |
Logo in staat stellen om de opdrachten naar behoren uit te voeren. | Logo in staat stellen om de opdrachten naar behoren uit te voeren. |
Art. 14.Elke preventieorganisatie wordt door het Logo in kwestie |
Art. 14.Elke preventieorganisatie wordt door het Logo in kwestie |
uitgenodigd om deel te nemen aan het netwerk van dat Logo. Al de | uitgenodigd om deel te nemen aan het netwerk van dat Logo. Al de |
deelnemende preventieorganisaties samen vormen het netwerk van het | deelnemende preventieorganisaties samen vormen het netwerk van het |
Logo. | Logo. |
Art. 15.§ 1. Het Logo houdt rekening met de specifieke behoeften van |
Art. 15.§ 1. Het Logo houdt rekening met de specifieke behoeften van |
delen van zijn werkgebied. | delen van zijn werkgebied. |
§ 2. Het Logo kan met een of meer andere Logo's samenwerken aan | § 2. Het Logo kan met een of meer andere Logo's samenwerken aan |
specifieke opdrachten en initiatieven. | specifieke opdrachten en initiatieven. |
Als twee of meer Logo's een structureel samenwerkingsverband willen | Als twee of meer Logo's een structureel samenwerkingsverband willen |
aangaan, moet dat voornemen vooraf gemeld worden aan het agentschap en | aangaan, moet dat voornemen vooraf gemeld worden aan het agentschap en |
moet dat samenwerkingsverband goedgekeurd worden door de | moet dat samenwerkingsverband goedgekeurd worden door de |
administrateur-generaal. Dat samenwerkingsverband tussen Logo's mag de | administrateur-generaal. Dat samenwerkingsverband tussen Logo's mag de |
samenwerking van het Logo met de preventieorganisaties uit zijn | samenwerking van het Logo met de preventieorganisaties uit zijn |
werkgebied niet in het gedrang brengen, noch de samenwerking met | werkgebied niet in het gedrang brengen, noch de samenwerking met |
samenwerkingsinitiatieven eerstelijnsgezondheidszorg of met centra | samenwerkingsinitiatieven eerstelijnsgezondheidszorg of met centra |
voor geestelijke gezondheidszorg uit zijn werkgebied bemoeilijken. | voor geestelijke gezondheidszorg uit zijn werkgebied bemoeilijken. |
Art. 16.De minister kan vastleggen dat het Logo |
Art. 16.De minister kan vastleggen dat het Logo |
samenwerkingsafspraken moet maken met andere organisaties en kan de | samenwerkingsafspraken moet maken met andere organisaties en kan de |
minimale inhoud en de duur van die samenwerking vastleggen. | minimale inhoud en de duur van die samenwerking vastleggen. |
De minister legt dat in elk geval vast voor de | De minister legt dat in elk geval vast voor de |
samenwerkingsinitiatieven eerstelijnsgezondheidszorg en voor de centra | samenwerkingsinitiatieven eerstelijnsgezondheidszorg en voor de centra |
voor geestelijke gezondheidszorg waaraan preventiewerkers zijn | voor geestelijke gezondheidszorg waaraan preventiewerkers zijn |
verbonden. | verbonden. |
HOOFDSTUK VI. - Opdrachten | HOOFDSTUK VI. - Opdrachten |
Art. 17.Ter uitvoering van artikel 30, § 1 en § 2, van het decreet |
Art. 17.Ter uitvoering van artikel 30, § 1 en § 2, van het decreet |
van 21 november 2003 voert een Logo binnen zijn werkgebied al de | van 21 november 2003 voert een Logo binnen zijn werkgebied al de |
volgende opdrachten uit : | volgende opdrachten uit : |
1° medewerking verlenen aan de minister en het agentschap bij de | 1° medewerking verlenen aan de minister en het agentschap bij de |
uitvoering van het preventieve gezondheidsbeleid en een locoregionaal | uitvoering van het preventieve gezondheidsbeleid en een locoregionaal |
aanspreekpunt zijn voor de Vlaamse overheid; | aanspreekpunt zijn voor de Vlaamse overheid; |
2° de eigen werking en de Vlaamse gezondheidsdoelstellingen | 2° de eigen werking en de Vlaamse gezondheidsdoelstellingen |
bekendmaken bij preventieorganisaties om informatie door te geven en | bekendmaken bij preventieorganisaties om informatie door te geven en |
een netwerk te vormen; | een netwerk te vormen; |
3° aanspreekpunt zijn voor de preventieorganisaties en hen wegwijs | 3° aanspreekpunt zijn voor de preventieorganisaties en hen wegwijs |
maken in de methodieken en materialen die zijn gevalideerd door | maken in de methodieken en materialen die zijn gevalideerd door |
partnerorganisaties; | partnerorganisaties; |
4° de relevante preventieorganisaties sensibiliseren om acties uit te | 4° de relevante preventieorganisaties sensibiliseren om acties uit te |
voeren die prioritair gericht zijn op het nastreven van de Vlaamse | voeren die prioritair gericht zijn op het nastreven van de Vlaamse |
gezondheidsdoelstellingen; | gezondheidsdoelstellingen; |
5° het resultaatgerichte overleg tussen preventieorganisaties | 5° het resultaatgerichte overleg tussen preventieorganisaties |
stimuleren; | stimuleren; |
6° de uitvoering van gezamenlijke acties door de preventieorganisaties | 6° de uitvoering van gezamenlijke acties door de preventieorganisaties |
coördineren; | coördineren; |
7° preventieorganisaties ondersteunen bij de uitvoering van hun acties | 7° preventieorganisaties ondersteunen bij de uitvoering van hun acties |
op basis van de methodieken, aangeleverd door de partnerorganisaties | op basis van de methodieken, aangeleverd door de partnerorganisaties |
of, na toestemming van het agentschap, door andere organisaties; | of, na toestemming van het agentschap, door andere organisaties; |
8° samen met de preventieorganisaties in kwestie acties evalueren; | 8° samen met de preventieorganisaties in kwestie acties evalueren; |
9° meewerken aan de ontwikkeling en de evaluatie van methodieken, bij | 9° meewerken aan de ontwikkeling en de evaluatie van methodieken, bij |
voorkeur in samenwerking met partnerorganisaties, vanuit de eigen | voorkeur in samenwerking met partnerorganisaties, vanuit de eigen |
deskundigheid en ervaring als Logo; | deskundigheid en ervaring als Logo; |
10° het agentschap adviseren over het preventieve gezondheidsbeleid | 10° het agentschap adviseren over het preventieve gezondheidsbeleid |
binnen het werkgebied van een Logo in het algemeen en over de behoefte | binnen het werkgebied van een Logo in het algemeen en over de behoefte |
aan methodieken en materialen voor preventieorganisaties in het | aan methodieken en materialen voor preventieorganisaties in het |
bijzonder; | bijzonder; |
11° de lokale besturen, namelijk de gemeenten en de O.C.M.W.'s, | 11° de lokale besturen, namelijk de gemeenten en de O.C.M.W.'s, |
adviseren bij de opmaak van het deel over preventieve gezondheidszorg | adviseren bij de opmaak van het deel over preventieve gezondheidszorg |
van hun lokaal sociaal beleid; | van hun lokaal sociaal beleid; |
12° acties uitvoeren in het kader van het preventieve | 12° acties uitvoeren in het kader van het preventieve |
gezondheidsbeleid, als het Logo daarin gesteund wordt door zijn | gezondheidsbeleid, als het Logo daarin gesteund wordt door zijn |
netwerk en die acties complementair zijn aan de taken van de | netwerk en die acties complementair zijn aan de taken van de |
preventieorganisaties; | preventieorganisaties; |
13° de eerstelijnsopdrachten van het Vlaams medisch milieukundig | 13° de eerstelijnsopdrachten van het Vlaams medisch milieukundig |
netwerk uitvoeren, behalve het Logo in het tweetalig gebied | netwerk uitvoeren, behalve het Logo in het tweetalig gebied |
Brussel-Hoofdstad. | Brussel-Hoofdstad. |
De minister kan de opdrachten, vermeld in het eerste lid, 1° tot en | De minister kan de opdrachten, vermeld in het eerste lid, 1° tot en |
met 12°, nader bepalen. | met 12°, nader bepalen. |
HOOFDSTUK VII. - Schorsing en intrekking van de erkenning | HOOFDSTUK VII. - Schorsing en intrekking van de erkenning |
Art. 18.§ 1. De administrateur-generaal formuleert een voornemen tot |
Art. 18.§ 1. De administrateur-generaal formuleert een voornemen tot |
schorsing van een erkenning als het Logo niet meer voldoet aan de | schorsing van een erkenning als het Logo niet meer voldoet aan de |
voorwaarden om erkend te blijven, vermeld in artikel 8, en als de | voorwaarden om erkend te blijven, vermeld in artikel 8, en als de |
voorwaarden, vermeld in artikel 78, § 2, van het decreet van 21 | voorwaarden, vermeld in artikel 78, § 2, van het decreet van 21 |
november 2003, vervuld zijn. | november 2003, vervuld zijn. |
§ 2. Het voornemen tot schorsing van een erkenning wordt met een | § 2. Het voornemen tot schorsing van een erkenning wordt met een |
aangetekende zending ter kennis gebracht van het Logo. Dat voornemen | aangetekende zending ter kennis gebracht van het Logo. Dat voornemen |
wordt gemotiveerd. | wordt gemotiveerd. |
De aangetekende zending bevat naast het voornemen ook de mogelijkheid, | De aangetekende zending bevat naast het voornemen ook de mogelijkheid, |
de voorwaarden en de procedure om een gemotiveerd bezwaarschrift in te | de voorwaarden en de procedure om een gemotiveerd bezwaarschrift in te |
dienen bij het agentschap. | dienen bij het agentschap. |
§ 3. Als de erkenning wordt geschorst, kan het Logo in kwestie geen | § 3. Als de erkenning wordt geschorst, kan het Logo in kwestie geen |
aanspraak maken op een vergoeding voor kosten, verbonden aan | aanspraak maken op een vergoeding voor kosten, verbonden aan |
activiteiten die hebben plaatsgevonden in het kader van de schorsing, | activiteiten die hebben plaatsgevonden in het kader van de schorsing, |
of voor verlies van inkomsten door de schorsing van de erkenning. | of voor verlies van inkomsten door de schorsing van de erkenning. |
§ 4. De volgende maatregelen kunnen opgelegd worden in het kader van | § 4. De volgende maatregelen kunnen opgelegd worden in het kader van |
de schorsing : | de schorsing : |
1° het Logo moet de preventieorganisaties van het netwerk informeren | 1° het Logo moet de preventieorganisaties van het netwerk informeren |
over de schorsing; | over de schorsing; |
2° het Logo moet zijn activiteiten als Logo stopzetten; | 2° het Logo moet zijn activiteiten als Logo stopzetten; |
3° de subsidie, vermeld in artikel 24, wordt geheel of gedeeltelijk | 3° de subsidie, vermeld in artikel 24, wordt geheel of gedeeltelijk |
ingehouden of teruggevorderd als de voorwaarden, vermeld in artikel 77 | ingehouden of teruggevorderd als de voorwaarden, vermeld in artikel 77 |
van het decreet van 21 november 2003, vervuld zijn. | van het decreet van 21 november 2003, vervuld zijn. |
De maatregel, vermeld in het eerste lid, 3°, kan per Logo worden | De maatregel, vermeld in het eerste lid, 3°, kan per Logo worden |
gemoduleerd, afhankelijk van de redenen voor de schorsing. | gemoduleerd, afhankelijk van de redenen voor de schorsing. |
Art. 19.§ 1. De administrateur-generaal formuleert een voornemen tot |
Art. 19.§ 1. De administrateur-generaal formuleert een voornemen tot |
intrekking van een erkenning als na een schorsing blijkt dat het Logo | intrekking van een erkenning als na een schorsing blijkt dat het Logo |
nog altijd niet voldoet aan de voorwaarden om erkend te blijven, | nog altijd niet voldoet aan de voorwaarden om erkend te blijven, |
vermeld in artikel 8, en als is voldaan aan de voorwaarden, vermeld in | vermeld in artikel 8, en als is voldaan aan de voorwaarden, vermeld in |
artikel 78, § 2, van het decreet van 21 november 2003, en als de | artikel 78, § 2, van het decreet van 21 november 2003, en als de |
maatregelen in het kader van de schorsing, vermeld in artikel 18, § 4, | maatregelen in het kader van de schorsing, vermeld in artikel 18, § 4, |
niet worden nageleefd. | niet worden nageleefd. |
§ 2. De administrateur-generaal kan een erkenning ook intrekken als | § 2. De administrateur-generaal kan een erkenning ook intrekken als |
het Logo met een aangetekende zending daarom verzoekt. De beslissing | het Logo met een aangetekende zending daarom verzoekt. De beslissing |
van de administrateur-generaal wordt, binnen een termijn van zes | van de administrateur-generaal wordt, binnen een termijn van zes |
maanden nadat het verzoek wordt ingediend, met een aangetekende | maanden nadat het verzoek wordt ingediend, met een aangetekende |
zending bezorgd aan het Logo. | zending bezorgd aan het Logo. |
§ 3. Het voornemen tot intrekking van een erkenning wordt met een | § 3. Het voornemen tot intrekking van een erkenning wordt met een |
aangetekende zending bezorgd aan het Logo. Dat voornemen wordt | aangetekende zending bezorgd aan het Logo. Dat voornemen wordt |
gemotiveerd. | gemotiveerd. |
De aangetekende zending bevat naast het voornemen ook de mogelijkheid, | De aangetekende zending bevat naast het voornemen ook de mogelijkheid, |
de voorwaarden en de procedure om een gemotiveerd bezwaarschrift in te | de voorwaarden en de procedure om een gemotiveerd bezwaarschrift in te |
dienen bij het agentschap. | dienen bij het agentschap. |
§ 4. Als de erkenning wordt ingetrokken, kan het Logo in kwestie geen | § 4. Als de erkenning wordt ingetrokken, kan het Logo in kwestie geen |
aanspraak maken op een vergoeding voor kosten, verbonden aan | aanspraak maken op een vergoeding voor kosten, verbonden aan |
activiteiten die hebben plaatsgevonden in het kader van de intrekking | activiteiten die hebben plaatsgevonden in het kader van de intrekking |
van de erkenning, of voor verlies van inkomsten door de intrekking van | van de erkenning, of voor verlies van inkomsten door de intrekking van |
de erkenning. | de erkenning. |
HOOFDSTUK VIII. - Beroepsprocedure | HOOFDSTUK VIII. - Beroepsprocedure |
Art. 20.Een aanvrager of een Logo kan binnen dertig dagen nadat de |
Art. 20.Een aanvrager of een Logo kan binnen dertig dagen nadat de |
aangetekende zending, vermeld in artikel 5, § 5, artikel 10, § 5, | aangetekende zending, vermeld in artikel 5, § 5, artikel 10, § 5, |
artikel 18, § 2, of artikel 19, § 3, is verstuurd, met een | artikel 18, § 2, of artikel 19, § 3, is verstuurd, met een |
aangetekende zending een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij het | aangetekende zending een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij het |
agentschap in een van de volgende gevallen : | agentschap in een van de volgende gevallen : |
1° bij een voornemen tot weigering van een erkenning; | 1° bij een voornemen tot weigering van een erkenning; |
2° bij een voornemen tot weigering van een verlenging van een | 2° bij een voornemen tot weigering van een verlenging van een |
erkenning; | erkenning; |
3° bij een voornemen tot schorsing van een erkenning; | 3° bij een voornemen tot schorsing van een erkenning; |
4° bij een voornemen tot intrekking van een erkenning. | 4° bij een voornemen tot intrekking van een erkenning. |
Het agentschap beoordeelt de ontvankelijkheid van het bezwaar dat een | Het agentschap beoordeelt de ontvankelijkheid van het bezwaar dat een |
aanvrager of een Logo heeft ingediend tegen een voornemen dat door de | aanvrager of een Logo heeft ingediend tegen een voornemen dat door de |
administrateur-generaal wordt geuit. | administrateur-generaal wordt geuit. |
Dat bezwaarschrift is onontvankelijk als : | Dat bezwaarschrift is onontvankelijk als : |
1° het bezwaarschrift niet gemotiveerd is; | 1° het bezwaarschrift niet gemotiveerd is; |
2° het bezwaarschrift niet is ingediend met een aangetekende zending; | 2° het bezwaarschrift niet is ingediend met een aangetekende zending; |
3° het bezwaarschrift niet is ingediend binnen dertig dagen nadat de | 3° het bezwaarschrift niet is ingediend binnen dertig dagen nadat de |
aangetekende zending, vermeld in artikel 5, § 5, artikel 10, § 5, | aangetekende zending, vermeld in artikel 5, § 5, artikel 10, § 5, |
artikel 18, § 2, en artikel 19, § 3, verstuurd is. | artikel 18, § 2, en artikel 19, § 3, verstuurd is. |
Het agentschap bezorgt het ontvankelijke bezwaarschrift, samen met het | Het agentschap bezorgt het ontvankelijke bezwaarschrift, samen met het |
volledige administratieve dossier en de eventuele verweermiddelen, | volledige administratieve dossier en de eventuele verweermiddelen, |
binnen vijftien dagen na de ontvangst ervan aan de voorzitter van de | binnen vijftien dagen na de ontvangst ervan aan de voorzitter van de |
Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en | Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en |
Gezin. | Gezin. |
Art. 21.§ 1. De Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, |
Art. 21.§ 1. De Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, |
Volksgezondheid en Gezin maakt een advies op over het bezwaarschrift | Volksgezondheid en Gezin maakt een advies op over het bezwaarschrift |
dat ingediend wordt, en bezorgt dat advies aan de minister en de | dat ingediend wordt, en bezorgt dat advies aan de minister en de |
administrateur-generaal. | administrateur-generaal. |
§ 2. Als het advies van die beroepsinstantie het voornemen van de | § 2. Als het advies van die beroepsinstantie het voornemen van de |
administrateur-generaal bevestigt, beslist de administrateur-generaal. | administrateur-generaal bevestigt, beslist de administrateur-generaal. |
§ 3. Als het advies van de Adviescommissie voor Voorzieningen van | § 3. Als het advies van de Adviescommissie voor Voorzieningen van |
Welzijn, Volksgezondheid en Gezin afwijkt van het voornemen van de | Welzijn, Volksgezondheid en Gezin afwijkt van het voornemen van de |
administrateur-generaal of als de termijn van het verstrekken van | administrateur-generaal of als de termijn van het verstrekken van |
advies door de Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, | advies door de Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, |
Volksgezondheid en Gezin is verstreken, beslist de minister. | Volksgezondheid en Gezin is verstreken, beslist de minister. |
§ 4. Als het Logo geen bezwaarschrift indient binnen dertig dagen | § 4. Als het Logo geen bezwaarschrift indient binnen dertig dagen |
nadat de aangetekende zending, vermeld in artikel 5, § 5, artikel 10, | nadat de aangetekende zending, vermeld in artikel 5, § 5, artikel 10, |
§ 5, artikel 18, § 2, en artikel 19, § 3, is verstuurd, wordt, nadat | § 5, artikel 18, § 2, en artikel 19, § 3, is verstuurd, wordt, nadat |
die termijn verstreken is, de beslissing van de | die termijn verstreken is, de beslissing van de |
administrateur-generaal aangetekend verstuurd naar het Logo of de | administrateur-generaal aangetekend verstuurd naar het Logo of de |
aanvrager. | aanvrager. |
Art. 22.De beslissing wordt aan het Logo bezorgd uiterlijk een maand |
Art. 22.De beslissing wordt aan het Logo bezorgd uiterlijk een maand |
na de datum van de ontvangst van het advies van de Adviescommissie | na de datum van de ontvangst van het advies van de Adviescommissie |
voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. | voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. |
HOOFDSTUK IX. - Subsidiëring | HOOFDSTUK IX. - Subsidiëring |
Art. 23.Elk werkingsjaar wordt aan een Logo een subsidie toegekend. |
Art. 23.Elk werkingsjaar wordt aan een Logo een subsidie toegekend. |
Art. 24.De subsidie voor een Logo, vermeld in artikel 23, bedraagt |
Art. 24.De subsidie voor een Logo, vermeld in artikel 23, bedraagt |
60.000 euro (zestigduizend euro), vermeerderd met 0,53 euro | 60.000 euro (zestigduizend euro), vermeerderd met 0,53 euro |
(drieënvijftig cent) per inwoner in het werkgebied van het Logo. | (drieënvijftig cent) per inwoner in het werkgebied van het Logo. |
Art. 25.Het aantal inwoners in het werkgebied van het Logo wordt, |
Art. 25.Het aantal inwoners in het werkgebied van het Logo wordt, |
voor de toepassing van dit besluit, bepaald door het agentschap op | voor de toepassing van dit besluit, bepaald door het agentschap op |
basis van de gegevens die worden aangeleverd door de dienst | basis van de gegevens die worden aangeleverd door de dienst |
Demografie, Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie en | Demografie, Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie en |
die betrekking hebben op het kalenderjaar dat twee kalenderjaren | die betrekking hebben op het kalenderjaar dat twee kalenderjaren |
voorafgaat aan het werkingsjaar waarop de subsidie betrekking heeft. | voorafgaat aan het werkingsjaar waarop de subsidie betrekking heeft. |
In afwijking van het eerste lid worden voor het tweetalig gebied | In afwijking van het eerste lid worden voor het tweetalig gebied |
Brussel-Hoofdstad 300.000 inwoners in rekening gebracht. | Brussel-Hoofdstad 300.000 inwoners in rekening gebracht. |
Art. 26.De subsidie, vermeld in artikel 23, die berekend wordt per |
Art. 26.De subsidie, vermeld in artikel 23, die berekend wordt per |
Logo conform artikel 24 en 25, wordt elk werkingsjaar in januari | Logo conform artikel 24 en 25, wordt elk werkingsjaar in januari |
geïndexeerd volgens de ontwikkeling van de gezondheidsindex en volgens | geïndexeerd volgens de ontwikkeling van de gezondheidsindex en volgens |
de volgende formule : | de volgende formule : |
geïndexeerde subsidie per Logo = basisbedrag X gezondheidsindex | geïndexeerde subsidie per Logo = basisbedrag X gezondheidsindex |
december x-1/gezondheidsindex december 2008 | december x-1/gezondheidsindex december 2008 |
In die formule wordt verstaan onder : | In die formule wordt verstaan onder : |
1° x : het kalenderjaar waarop de subsidie betrekking heeft; | 1° x : het kalenderjaar waarop de subsidie betrekking heeft; |
2° basisbedrag : het bedrag dat berekend is per Logo conform artikel | 2° basisbedrag : het bedrag dat berekend is per Logo conform artikel |
24 en 25; | 24 en 25; |
3° gezondheidsindex : het prijsindexcijfer dat berekend en benoemd | 3° gezondheidsindex : het prijsindexcijfer dat berekend en benoemd |
wordt voor de toepassing van artikel 2 van het koninklijk besluit van | wordt voor de toepassing van artikel 2 van het koninklijk besluit van |
24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot | 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot |
vrijwaring van 's lands concurrentievermogen, bekrachtigd bij de wet | vrijwaring van 's lands concurrentievermogen, bekrachtigd bij de wet |
van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen. | van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen. |
Art. 27.§ 1. De Logo's ontvangen driemaandelijks een deel van de |
Art. 27.§ 1. De Logo's ontvangen driemaandelijks een deel van de |
subsidie. | subsidie. |
Elk deel bedraagt 25 % van de geïndexeerde subsidie. | Elk deel bedraagt 25 % van de geïndexeerde subsidie. |
Het derde en het vierde deel voor een bepaald werkingsjaar worden, | Het derde en het vierde deel voor een bepaald werkingsjaar worden, |
behalve in het eerste werkingsjaar van een erkenning als Logo, pas | behalve in het eerste werkingsjaar van een erkenning als Logo, pas |
uitbetaald als de registratiegegevens, vermeld in artikel 8, 4°, en | uitbetaald als de registratiegegevens, vermeld in artikel 8, 4°, en |
het financiële verslag, vermeld in artikel 8, 5°, van het vorige | het financiële verslag, vermeld in artikel 8, 5°, van het vorige |
werkingsjaar aan het agentschap worden bezorgd. | werkingsjaar aan het agentschap worden bezorgd. |
§ 2. In de loop van het volgende werkingsjaar maakt het agentschap een | § 2. In de loop van het volgende werkingsjaar maakt het agentschap een |
jaarafrekening op basis van zijn beoordeling van de | jaarafrekening op basis van zijn beoordeling van de |
registratiegegevens, vermeld in artikel 8, 4°, die bezorgd werden, en | registratiegegevens, vermeld in artikel 8, 4°, die bezorgd werden, en |
van het financiële verslag, vermeld in artikel 8, 5°. | van het financiële verslag, vermeld in artikel 8, 5°. |
Als uit die evaluatie blijkt dat de financiële verantwoording of de | Als uit die evaluatie blijkt dat de financiële verantwoording of de |
uitvoering van de opdrachten onvoldoende is, kan het agentschap | uitvoering van de opdrachten onvoldoende is, kan het agentschap |
beslissen om een deel van de kosten die door een Logo ingebracht | beslissen om een deel van de kosten die door een Logo ingebracht |
worden, niet te aanvaarden. De begunstigde kan tegen die beslissing | worden, niet te aanvaarden. De begunstigde kan tegen die beslissing |
bezwaar aantekenen bij de Vlaamse minister, bevoegd voor het | bezwaar aantekenen bij de Vlaamse minister, bevoegd voor het |
gezondheidsbeleid. | gezondheidsbeleid. |
Art. 28.Inkomsten die verkregen worden buiten dit besluit, worden |
Art. 28.Inkomsten die verkregen worden buiten dit besluit, worden |
niet in mindering gebracht van de subsidie die toegekend wordt in het | niet in mindering gebracht van de subsidie die toegekend wordt in het |
kader van dit besluit, tenzij dubbele financiering wordt aangetoond. | kader van dit besluit, tenzij dubbele financiering wordt aangetoond. |
Als dubbele financiering van dezelfde opdracht wordt aangetoond, | Als dubbele financiering van dezelfde opdracht wordt aangetoond, |
worden de uitgaven in kwestie niet als kosten aanvaard in het kader | worden de uitgaven in kwestie niet als kosten aanvaard in het kader |
van dit besluit. | van dit besluit. |
Art. 29.§ 1. De aanleg van een reserve per Logo als vermeld in |
Art. 29.§ 1. De aanleg van een reserve per Logo als vermeld in |
artikel 38, § 3, van het decreet van 21 november 2003, die wordt | artikel 38, § 3, van het decreet van 21 november 2003, die wordt |
opgebouwd uit de subsidie in het kader van dit besluit, hierna reserve | opgebouwd uit de subsidie in het kader van dit besluit, hierna reserve |
te noemen, wordt toegestaan. | te noemen, wordt toegestaan. |
§ 2. De reserve wordt elk werkingsjaar ter gelegenheid van de | § 2. De reserve wordt elk werkingsjaar ter gelegenheid van de |
jaarafrekening door het agentschap bepaald door de subsidie in het | jaarafrekening door het agentschap bepaald door de subsidie in het |
kader van dit besluit te verminderen met de uitgaven die aanvaard zijn | kader van dit besluit te verminderen met de uitgaven die aanvaard zijn |
door het agentschap in het kader van de uitvoering van dit besluit. | door het agentschap in het kader van de uitvoering van dit besluit. |
§ 3. De reserve die wordt opgebouwd in een bepaald werkingsjaar, mag | § 3. De reserve die wordt opgebouwd in een bepaald werkingsjaar, mag |
niet meer bedragen dan een vierde van de geïndexeerde subsidie voor | niet meer bedragen dan een vierde van de geïndexeerde subsidie voor |
het werkingsjaar in kwestie. | het werkingsjaar in kwestie. |
De gecumuleerde reserve mag op het einde van een bepaald werkingsjaar | De gecumuleerde reserve mag op het einde van een bepaald werkingsjaar |
nooit meer bedragen dan de helft van de geïndexeerde subsidie voor het | nooit meer bedragen dan de helft van de geïndexeerde subsidie voor het |
werkingsjaar in kwestie. | werkingsjaar in kwestie. |
Als de reserve de limieten, vermeld in het eerste en tweede lid, | Als de reserve de limieten, vermeld in het eerste en tweede lid, |
overschrijdt, wordt dat verrekend bij de eerstvolgende uitbetaling van | overschrijdt, wordt dat verrekend bij de eerstvolgende uitbetaling van |
subsidies in het kader van dit besluit, of wordt het bedrag van de | subsidies in het kader van dit besluit, of wordt het bedrag van de |
overschrijding van de reserve teruggevorderd. | overschrijding van de reserve teruggevorderd. |
§ 4. De reserve is overdraagbaar naar een volgend werkingsjaar binnen | § 4. De reserve is overdraagbaar naar een volgend werkingsjaar binnen |
een lopende erkenning of naar een volgende erkenning van dezelfde | een lopende erkenning of naar een volgende erkenning van dezelfde |
rechtspersoon of de rechtsopvolger ervan. Als werkgebieden wijzigen, | rechtspersoon of de rechtsopvolger ervan. Als werkgebieden wijzigen, |
wordt de reserve verdeeld in verhouding tot het aantal inwoners van de | wordt de reserve verdeeld in verhouding tot het aantal inwoners van de |
nieuwe werkgebieden. | nieuwe werkgebieden. |
Zonder afbreuk te doen aan de bepaling § 3, tweede lid, wordt de | Zonder afbreuk te doen aan de bepaling § 3, tweede lid, wordt de |
reserve in voorkomend geval verhoogd met de reserve van een of meer | reserve in voorkomend geval verhoogd met de reserve van een of meer |
Logo's die voordien geheel of gedeeltelijk in het werkgebied van het | Logo's die voordien geheel of gedeeltelijk in het werkgebied van het |
Logo werkten en die hun reserve hebben opgebouwd met subsidies van de | Logo werkten en die hun reserve hebben opgebouwd met subsidies van de |
Vlaamse overheid. | Vlaamse overheid. |
§ 5. De reserve kan alleen aangewend worden voor de realisatie van de | § 5. De reserve kan alleen aangewend worden voor de realisatie van de |
opdrachten en initiatieven van het Logo en voor de verbintenissen die | opdrachten en initiatieven van het Logo en voor de verbintenissen die |
eruit voortvloeien. | eruit voortvloeien. |
§ 6. Als de erkenning wordt ingetrokken of als geen nieuwe erkenning | § 6. Als de erkenning wordt ingetrokken of als geen nieuwe erkenning |
wordt verleend aan dezelfde rechtspersoon of aan de rechtsopvolger | wordt verleend aan dezelfde rechtspersoon of aan de rechtsopvolger |
ervan, wordt de reserve integraal ingebracht bij de bepaling en de | ervan, wordt de reserve integraal ingebracht bij de bepaling en de |
vereffening van de subsidie voor het laatste werkingsjaar van de | vereffening van de subsidie voor het laatste werkingsjaar van de |
erkenning. In voorkomend geval wordt de subsidie teruggevorderd. | erkenning. In voorkomend geval wordt de subsidie teruggevorderd. |
Art. 30.§ 1. Alleen de kosten die betrekking hebben op de uitvoering |
Art. 30.§ 1. Alleen de kosten die betrekking hebben op de uitvoering |
van de opdrachten en initiatieven, kunnen in rekening worden gebracht. | van de opdrachten en initiatieven, kunnen in rekening worden gebracht. |
§ 2. Kosten van reizen naar en verblijven in het buitenland en reis- | § 2. Kosten van reizen naar en verblijven in het buitenland en reis- |
en verblijfskosten van buitenlandse deskundigen worden alleen vergoed | en verblijfskosten van buitenlandse deskundigen worden alleen vergoed |
als het agentschap daarvoor op voorhand toestemming heeft verleend. | als het agentschap daarvoor op voorhand toestemming heeft verleend. |
§ 3. Kosten die verbonden zijn aan leningen, worden niet terugbetaald | § 3. Kosten die verbonden zijn aan leningen, worden niet terugbetaald |
behalve als het agentschap daarvoor op voorhand toestemming heeft | behalve als het agentschap daarvoor op voorhand toestemming heeft |
verleend. | verleend. |
§ 4. Voor de aankoop van uitrustingsgoederen voor een bedrag dat hoger | § 4. Voor de aankoop van uitrustingsgoederen voor een bedrag dat hoger |
is dan 5 % van de subsidie van het werkingsjaar in kwestie, moet op | is dan 5 % van de subsidie van het werkingsjaar in kwestie, moet op |
voorhand toestemming worden verleend door het agentschap. | voorhand toestemming worden verleend door het agentschap. |
Uitrustingsgoederen kunnen alleen worden gefinancierd via dit besluit | Uitrustingsgoederen kunnen alleen worden gefinancierd via dit besluit |
als de kosten ervan gespreid worden afgeschreven. De | als de kosten ervan gespreid worden afgeschreven. De |
afschrijvingstermijn voor informatica-apparatuur, hard- en software, | afschrijvingstermijn voor informatica-apparatuur, hard- en software, |
bedraagt ten minste drie jaar. | bedraagt ten minste drie jaar. |
§ 5. De aanwending van middelen die verkregen zijn in het kader van | § 5. De aanwending van middelen die verkregen zijn in het kader van |
dit besluit, om onroerende goederen al dan niet volledig te verwerven, | dit besluit, om onroerende goederen al dan niet volledig te verwerven, |
is alleen mogelijk als de minister daarvoor op voorhand, na advies van | is alleen mogelijk als de minister daarvoor op voorhand, na advies van |
de inspectie van financiën, toestemming heeft verleend. | de inspectie van financiën, toestemming heeft verleend. |
Art. 31.§ 1. Iedere mediacampagne wordt door het Logo minimaal |
Art. 31.§ 1. Iedere mediacampagne wordt door het Logo minimaal |
veertien dagen op voorhand gemeld aan het agentschap. | veertien dagen op voorhand gemeld aan het agentschap. |
§ 2. De steun van de Vlaamse overheid moet vermeld worden op | § 2. De steun van de Vlaamse overheid moet vermeld worden op |
publicaties, presentaties en andere mededelingen over de opdrachten en | publicaties, presentaties en andere mededelingen over de opdrachten en |
initiatieven van het Logo. | initiatieven van het Logo. |
Die publicaties, presentaties en mededelingen worden, bij voorkeur | Die publicaties, presentaties en mededelingen worden, bij voorkeur |
elektronisch, bezorgd aan het agentschap. Als dat niet mogelijk is, | elektronisch, bezorgd aan het agentschap. Als dat niet mogelijk is, |
wordt het agentschap daarover geïnformeerd. | wordt het agentschap daarover geïnformeerd. |
§ 3. De Vlaamse overheid mag, zonder dat ze eventuele kosten moet | § 3. De Vlaamse overheid mag, zonder dat ze eventuele kosten moet |
betalen of aan andere verplichtingen moet voldoen, gebruikmaken van | betalen of aan andere verplichtingen moet voldoen, gebruikmaken van |
logo's, foto's, publicaties, documenten en andere materialen die, al | logo's, foto's, publicaties, documenten en andere materialen die, al |
dan niet volledig, in het kader van dit besluit werden ontwikkeld, en | dan niet volledig, in het kader van dit besluit werden ontwikkeld, en |
waarvan het Logo, of zijn onderaannemer, de rechten bezit. | waarvan het Logo, of zijn onderaannemer, de rechten bezit. |
Art. 32.Het financiële verslag, vermeld in artikel 8, 5°, omvat : |
Art. 32.Het financiële verslag, vermeld in artikel 8, 5°, omvat : |
1° de resultatenrekening die betrekking heeft op dit besluit; | 1° de resultatenrekening die betrekking heeft op dit besluit; |
2° de oorsprong, de omvang en de besteding van de eventuele middelen | 2° de oorsprong, de omvang en de besteding van de eventuele middelen |
die het Logo heeft verkregen buiten dit besluit en die aangewend | die het Logo heeft verkregen buiten dit besluit en die aangewend |
worden om de opdrachten en initiatieven van het Logo te realiseren; | worden om de opdrachten en initiatieven van het Logo te realiseren; |
3° een genummerde lijst van de kosten die gemaakt zijn, met verwijzing | 3° een genummerde lijst van de kosten die gemaakt zijn, met verwijzing |
naar de uitgavencategorie. Het Logo houdt de originele bewijsstukken | naar de uitgavencategorie. Het Logo houdt de originele bewijsstukken |
bij; | bij; |
4° een voor waar en echt verklaarde schuldvordering; | 4° een voor waar en echt verklaarde schuldvordering; |
5° indien van toepassing, een afschrijvingstabel met de lopende en de | 5° indien van toepassing, een afschrijvingstabel met de lopende en de |
nieuwe afschrijvingen. | nieuwe afschrijvingen. |
De resultatenrekening, vermeld in het eerste lid, 1°, geeft, onder | De resultatenrekening, vermeld in het eerste lid, 1°, geeft, onder |
meer, informatie over de besteding van de subsidie per | meer, informatie over de besteding van de subsidie per |
uitgavencategorie, en in het bijzonder over : | uitgavencategorie, en in het bijzonder over : |
1° de besteding van de subsidie aan personeelskosten per personeelslid | 1° de besteding van de subsidie aan personeelskosten per personeelslid |
en per persoon, vermeld in artikel 12, met vermelding van de functie | en per persoon, vermeld in artikel 12, met vermelding van de functie |
en de tewerkstellingstijd van de medewerker in kwestie; | en de tewerkstellingstijd van de medewerker in kwestie; |
2° de besteding van de subsidie aan de uitbesteding van opdrachten en | 2° de besteding van de subsidie aan de uitbesteding van opdrachten en |
initiatieven. | initiatieven. |
Art. 33.De administrateur-generaal kan de vorm van het financiële |
Art. 33.De administrateur-generaal kan de vorm van het financiële |
verslag nader bepalen. | verslag nader bepalen. |
Art. 34.Voor Logo's met een erkenning die niet ingaat op 1 januari of |
Art. 34.Voor Logo's met een erkenning die niet ingaat op 1 januari of |
die niet eindigt op 31 december, worden alle bedragen, vermeld in dit | die niet eindigt op 31 december, worden alle bedragen, vermeld in dit |
besluit, in verhouding verrekend. | besluit, in verhouding verrekend. |
HOOFDSTUK X. - Het toezicht | HOOFDSTUK X. - Het toezicht |
Art. 35.Het agentschap wordt belast met het toezicht op de Logo's. Om |
Art. 35.Het agentschap wordt belast met het toezicht op de Logo's. Om |
het toezicht uit te oefenen, kan het agentschap : | het toezicht uit te oefenen, kan het agentschap : |
1° gebruikmaken van de registratiegegevens, vermeld in artikel 8, 4°; | 1° gebruikmaken van de registratiegegevens, vermeld in artikel 8, 4°; |
2° gebruikmaken van gegevens die aangeleverd worden door derden; | 2° gebruikmaken van gegevens die aangeleverd worden door derden; |
3° alle aanvullende gegevens die daartoe nodig zijn, vragen aan de | 3° alle aanvullende gegevens die daartoe nodig zijn, vragen aan de |
Logo's; | Logo's; |
4° bij aanvragers of bij Logo's een onderzoek verrichten of laten | 4° bij aanvragers of bij Logo's een onderzoek verrichten of laten |
verrichten door het agentschap Inspectie Welzijn, Volksgezondheid en | verrichten door het agentschap Inspectie Welzijn, Volksgezondheid en |
Gezin, opgericht bij het Besluit van de Vlaamse Regering van 26 maart | Gezin, opgericht bij het Besluit van de Vlaamse Regering van 26 maart |
2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap | 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap |
Inspectie Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Het inspectieverslag | Inspectie Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Het inspectieverslag |
wordt bij het erkenningsdossier gevoegd dat door het agentschap wordt | wordt bij het erkenningsdossier gevoegd dat door het agentschap wordt |
aangelegd en dat wordt bezorgd aan de VZW of het Logo. | aangelegd en dat wordt bezorgd aan de VZW of het Logo. |
Art. 36.De voortgang van de realisatie van de opdrachten en |
Art. 36.De voortgang van de realisatie van de opdrachten en |
initiatieven van de Logo's wordt, als het agentschap dat nodig acht, | initiatieven van de Logo's wordt, als het agentschap dat nodig acht, |
gecontroleerd en aangestuurd tijdens overlegmomenten met het | gecontroleerd en aangestuurd tijdens overlegmomenten met het |
agentschap. Het overleg wordt door het Logo voorbereid en | agentschap. Het overleg wordt door het Logo voorbereid en |
gedocumenteerd, zodat een goede voortgangscontrole mogelijk is. | gedocumenteerd, zodat een goede voortgangscontrole mogelijk is. |
Het agentschap kan andere deskundigen uitnodigen om deel te nemen aan | Het agentschap kan andere deskundigen uitnodigen om deel te nemen aan |
het overleg. | het overleg. |
HOOFDSTUK XI. - Administratieve sancties | HOOFDSTUK XI. - Administratieve sancties |
Art. 37.Als niet wordt voldaan aan de bepalingen van het decreet van |
Art. 37.Als niet wordt voldaan aan de bepalingen van het decreet van |
21 november 2003 en van dit besluit, kan de administrateur-generaal : | 21 november 2003 en van dit besluit, kan de administrateur-generaal : |
1° ter uitvoering van artikel 76 van het decreet van 21 november 2003 | 1° ter uitvoering van artikel 76 van het decreet van 21 november 2003 |
een administratieve geldboete opleggen; | een administratieve geldboete opleggen; |
2° ter uitvoering van artikel 77 van het decreet van 21 november 2003 | 2° ter uitvoering van artikel 77 van het decreet van 21 november 2003 |
de subsidie van een Logo inhouden of terugvorderen; | de subsidie van een Logo inhouden of terugvorderen; |
3° ter uitvoering van artikel 78 van het decreet van 21 november 2003 | 3° ter uitvoering van artikel 78 van het decreet van 21 november 2003 |
de erkenning van een Logo schorsen of intrekken. | de erkenning van een Logo schorsen of intrekken. |
De administratieve sanctie, vermeld in het eerste lid, 3°, wordt | De administratieve sanctie, vermeld in het eerste lid, 3°, wordt |
opgelegd volgens de bepalingen, vermeld in artikel 18 tot en met 22. | opgelegd volgens de bepalingen, vermeld in artikel 18 tot en met 22. |
HOOFDSTUK XII. - Wijzigingsbepalingen | HOOFDSTUK XII. - Wijzigingsbepalingen |
Art. 38.In artikel 3 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 31 |
Art. 38.In artikel 3 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 31 |
juli 1991 inzake gezondheidspromotie, vervangen bij het Besluit van de | juli 1991 inzake gezondheidspromotie, vervangen bij het Besluit van de |
Vlaamse Regering van 19 december 1997 en gewijzigd bij het Besluit van | Vlaamse Regering van 19 december 1997 en gewijzigd bij het Besluit van |
de Vlaamse Regering van 12 januari 2007, worden de woorden "en de | de Vlaamse Regering van 12 januari 2007, worden de woorden "en de |
Logo's" geschrapt. | Logo's" geschrapt. |
Art. 39.In artikel 4 van hetzelfde besluit, vervangen bij het Besluit |
Art. 39.In artikel 4 van hetzelfde besluit, vervangen bij het Besluit |
van de Vlaamse Regering van 19 december 1997, worden de woorden "en de | van de Vlaamse Regering van 19 december 1997, worden de woorden "en de |
Logo's" geschrapt. | Logo's" geschrapt. |
Art. 40.Artikel 21bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het |
Art. 40.Artikel 21bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het |
Besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 1997 en gewijzigd bij | Besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 1997 en gewijzigd bij |
het Besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 1998, wordt | het Besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 1998, wordt |
opgeheven. | opgeheven. |
Art. 41.Artikel 21ter en 21quater van hetzelfde besluit, ingevoegd |
Art. 41.Artikel 21ter en 21quater van hetzelfde besluit, ingevoegd |
bij het Besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 1997, worden | bij het Besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 1997, worden |
opgeheven. | opgeheven. |
Art. 42.Artikel 21quinquies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het |
Art. 42.Artikel 21quinquies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het |
Besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 1997 en gewijzigd bij | Besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 1997 en gewijzigd bij |
het Besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 1998, 30 november | het Besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 1998, 30 november |
2001 en 12 januari 2007, wordt opgeheven. | 2001 en 12 januari 2007, wordt opgeheven. |
Art. 43.In artikel 21sexies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het |
Art. 43.In artikel 21sexies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het |
Besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 1997 en gewijzigd bij | Besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 1997 en gewijzigd bij |
het Besluit van de Vlaamse Regering van 12 januari 2007, wordt de | het Besluit van de Vlaamse Regering van 12 januari 2007, wordt de |
zinsnede ", met inachtneming van de rol van de Logo's," geschrapt. | zinsnede ", met inachtneming van de rol van de Logo's," geschrapt. |
HOOFDSTUK XIII. - Inwerkingtreding en slotbepaling | HOOFDSTUK XIII. - Inwerkingtreding en slotbepaling |
Art. 44.Dit besluit treedt in werking op 1 maart 2009, met |
Art. 44.Dit besluit treedt in werking op 1 maart 2009, met |
uitzondering van : | uitzondering van : |
1° artikel 3, 23 en 24, die in werking treden op 1 januari 2010; | 1° artikel 3, 23 en 24, die in werking treden op 1 januari 2010; |
2° artikel 17, eerste lid, 13°, dat in werking treedt op een datum, | 2° artikel 17, eerste lid, 13°, dat in werking treedt op een datum, |
die de Vlaamse Regering bepaalt; | die de Vlaamse Regering bepaalt; |
3° artikel 38 tot en met 43, die in werking treden op 31 december | 3° artikel 38 tot en met 43, die in werking treden op 31 december |
2009. | 2009. |
Art. 45.De Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, is |
Art. 45.De Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, is |
belast met de uitvoering van dit besluit. | belast met de uitvoering van dit besluit. |
Brussel, 30 januari 2009. | Brussel, 30 januari 2009. |
De minister-president van de Vlaamse Regering, | De minister-president van de Vlaamse Regering, |
K. PEETERS | K. PEETERS |
De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, | De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, |
Mevr. V. HEEREN | Mevr. V. HEEREN |
Bijlage | Bijlage |
Artikel 1.De preventieorganisaties die minstens moeten worden |
Artikel 1.De preventieorganisaties die minstens moeten worden |
uitgenodigd om te participeren in het Logo en om het Logo te | uitgenodigd om te participeren in het Logo en om het Logo te |
ondersteunen, zijn al de preventieorganisaties die behoren tot de | ondersteunen, zijn al de preventieorganisaties die behoren tot de |
volgende groepen die in het werkgebied van het Logo werken : | volgende groepen die in het werkgebied van het Logo werken : |
1° de huisartsenkringen die in het werkgebied van het Logo werken; | 1° de huisartsenkringen die in het werkgebied van het Logo werken; |
2° de centra voor leerlingenbegeleiding, afgekort de CLB's, met | 2° de centra voor leerlingenbegeleiding, afgekort de CLB's, met |
scholen in het werkgebied van het Logo; | scholen in het werkgebied van het Logo; |
3° de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk, met | 3° de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk, met |
een door de Vlaamse overheid erkende afdeling Medisch Toezicht waarop | een door de Vlaamse overheid erkende afdeling Medisch Toezicht waarop |
bedrijven in het werkgebied van het Logo een beroep doen, en de | bedrijven in het werkgebied van het Logo een beroep doen, en de |
interne diensten voor preventie en bescherming op het werk, met een | interne diensten voor preventie en bescherming op het werk, met een |
door de Vlaamse overheid erkend departement Medisch Toezicht, van | door de Vlaamse overheid erkend departement Medisch Toezicht, van |
bedrijven in het werkgebied van het Logo; | bedrijven in het werkgebied van het Logo; |
4° de lokale besturen : hetzij de gemeentebesturen, hetzij de | 4° de lokale besturen : hetzij de gemeentebesturen, hetzij de |
O.C.M.W.'s, hetzij de gemeentebesturen en de O.C.M.W.'s samen met een | O.C.M.W.'s, hetzij de gemeentebesturen en de O.C.M.W.'s samen met een |
werking in het werkgebied van het Logo; | werking in het werkgebied van het Logo; |
5° de diensten van de ziekenfondsen die de gezondheidsbevordering | 5° de diensten van de ziekenfondsen die de gezondheidsbevordering |
behartigen en die in het werkgebied van het Logo werken; | behartigen en die in het werkgebied van het Logo werken; |
6° de consultatiebureaus van Kind en Gezin die in het werkgebied van | 6° de consultatiebureaus van Kind en Gezin die in het werkgebied van |
het Logo werken. | het Logo werken. |
Voor het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad wordt de groep, vermeld in | Voor het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad wordt de groep, vermeld in |
punt 4°, vervangen door de dienst van de Vlaamse | punt 4°, vervangen door de dienst van de Vlaamse |
Gemeenschapscommissie, bevoegd voor het gezondheidsbeleid. | Gemeenschapscommissie, bevoegd voor het gezondheidsbeleid. |
Art. 2.Het Logo doet een beroep op personeelsleden en personen die |
Art. 2.Het Logo doet een beroep op personeelsleden en personen die |
beschikken over voldoende deskundigheid op het vlak van : | beschikken over voldoende deskundigheid op het vlak van : |
1° de aansturing van een netwerk en de impact ervan; | 1° de aansturing van een netwerk en de impact ervan; |
2° de communicatie en samenwerking met de verschillende beleidsniveaus | 2° de communicatie en samenwerking met de verschillende beleidsniveaus |
en met de media; | en met de media; |
3° de communicatie met en tussen de preventieorganisaties van het | 3° de communicatie met en tussen de preventieorganisaties van het |
netwerk om het preventieve gezondheidsbeleid uit te voeren; | netwerk om het preventieve gezondheidsbeleid uit te voeren; |
4° de preventieve gezondheidszorg in het algemeen en de | 4° de preventieve gezondheidszorg in het algemeen en de |
gezondheidsbevordering en ziektepreventie in het bijzonder; | gezondheidsbevordering en ziektepreventie in het bijzonder; |
5° de administratieve en logistieke organisatie van de opdrachten; | 5° de administratieve en logistieke organisatie van de opdrachten; |
6° de coaching en de ondersteuning van de uitvoering van acties met | 6° de coaching en de ondersteuning van de uitvoering van acties met |
betrekking tot het Vlaamse preventieve gezondheidsbeleid. | betrekking tot het Vlaamse preventieve gezondheidsbeleid. |
Gezien om gevoegd te worden bij het Besluit van de Vlaamse Regering | Gezien om gevoegd te worden bij het Besluit van de Vlaamse Regering |
van 30 januari 2009 betreffende de Logo's. | van 30 januari 2009 betreffende de Logo's. |
Brussel, 30 januari 2009. | Brussel, 30 januari 2009. |
De minister-president van de Vlaamse Regering, | De minister-president van de Vlaamse Regering, |
K. PEETERS | K. PEETERS |
De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, | De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, |
Mevr. V. HEEREN | Mevr. V. HEEREN |