| Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van steun aan projecten van collectief onderzoek en ontwikkeling en collectieve kennisverspreiding | Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van steun aan projecten van collectief onderzoek en ontwikkeling en collectieve kennisverspreiding |
|---|---|
| VLAAMSE OVERHEID | VLAAMSE OVERHEID |
| 25 MEI 2018. - Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van steun | 25 MEI 2018. - Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van steun |
| aan projecten van collectief onderzoek en ontwikkeling en collectieve | aan projecten van collectief onderzoek en ontwikkeling en collectieve |
| kennisverspreiding | kennisverspreiding |
| DE VLAAMSE REGERING, | DE VLAAMSE REGERING, |
| Gelet op het decreet van 21 december 2001 houdende bepalingen tot | Gelet op het decreet van 21 december 2001 houdende bepalingen tot |
| begeleiding van de begroting 2002, artikel 41ter, § 2, ingevoegd bij | begeleiding van de begroting 2002, artikel 41ter, § 2, ingevoegd bij |
| het decreet van 20 november 2015; | het decreet van 20 november 2015; |
| Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 2015 | Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 2015 |
| houdende het beheer en de werking van het Fonds voor Flankerend | houdende het beheer en de werking van het Fonds voor Flankerend |
| Economisch en Innovatiebeleid en de werking van het beslissingscomité | Economisch en Innovatiebeleid en de werking van het beslissingscomité |
| bij dat fonds; | bij dat fonds; |
| Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de | Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de |
| begroting, gegeven op 15 januari 2018; | begroting, gegeven op 15 januari 2018; |
| Gelet op het advies van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen, | Gelet op het advies van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen, |
| gegeven op 26 februari 2018; | gegeven op 26 februari 2018; |
| Gelet op advies 63.225/1 van de Raad van State, gegeven op 26 april | Gelet op advies 63.225/1 van de Raad van State, gegeven op 26 april |
| 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de | 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de |
| wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
| Overwegende de Kaderregeling betreffende staatssteun voor onderzoek, | Overwegende de Kaderregeling betreffende staatssteun voor onderzoek, |
| ontwikkeling en innovatie (EU Publicatieblad van 27 juni 2014, C | ontwikkeling en innovatie (EU Publicatieblad van 27 juni 2014, C |
| 198/1); | 198/1); |
| Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en | Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en |
| Sport; | Sport; |
| Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
| Besluit : | Besluit : |
| HOOFDSTUK 1. - Definities | HOOFDSTUK 1. - Definities |
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: |
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: |
| 1° beslissingscomité bij het Hermesfonds: het comité, vermeld in | 1° beslissingscomité bij het Hermesfonds: het comité, vermeld in |
| artikel 41ter, § 1, van het decreet van 21 december 2001 houdende | artikel 41ter, § 1, van het decreet van 21 december 2001 houdende |
| bepalingen tot begeleiding van de begroting 2002; | bepalingen tot begeleiding van de begroting 2002; |
| 2° collectief O&O: de activiteiten van industrieel onderzoek, | 2° collectief O&O: de activiteiten van industrieel onderzoek, |
| experimentele ontwikkeling en haalbaarheidsstudies met het oog op | experimentele ontwikkeling en haalbaarheidsstudies met het oog op |
| projectresultaten die kunnen worden aangewend door een zo ruim | projectresultaten die kunnen worden aangewend door een zo ruim |
| mogelijke groep ondernemingen in de Europese Unie, die het individuele | mogelijke groep ondernemingen in de Europese Unie, die het individuele |
| belang van ondernemingen overstijgen, en die breed toegankelijk zijn | belang van ondernemingen overstijgen, en die breed toegankelijk zijn |
| voor een zo ruim mogelijke groep van ondernemingen in de Europese | voor een zo ruim mogelijke groep van ondernemingen in de Europese |
| Unie; | Unie; |
| 3° collectieve kennisverspreiding: de activiteiten van verspreiding | 3° collectieve kennisverspreiding: de activiteiten van verspreiding |
| van kennis met het oog op aanwending door een zo ruim mogelijke groep | van kennis met het oog op aanwending door een zo ruim mogelijke groep |
| ondernemingen in de Europese Unie, die het individuele belang van | ondernemingen in de Europese Unie, die het individuele belang van |
| ondernemingen overstijgen, en die breed toegankelijk zijn voor een zo | ondernemingen overstijgen, en die breed toegankelijk zijn voor een zo |
| ruim mogelijke groep van ondernemingen in de Europese Unie; | ruim mogelijke groep van ondernemingen in de Europese Unie; |
| 4° daadwerkelijke samenwerking: de daadwerkelijke samenwerking, | 4° daadwerkelijke samenwerking: de daadwerkelijke samenwerking, |
| vermeld in punt 15, h), van de kaderregeling; | vermeld in punt 15, h), van de kaderregeling; |
| 5° decreet van 21 december 2001: het decreet van 21 december 2001 | 5° decreet van 21 december 2001: het decreet van 21 december 2001 |
| houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2002; | houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2002; |
| 6° experimentele ontwikkeling: de experimentele ontwikkeling, vermeld | 6° experimentele ontwikkeling: de experimentele ontwikkeling, vermeld |
| in punt 15, j), van de kaderregeling; | in punt 15, j), van de kaderregeling; |
| 7° haalbaarheidsstudie: de haalbaarheidsstudie, vermeld in punt 15, | 7° haalbaarheidsstudie: de haalbaarheidsstudie, vermeld in punt 15, |
| k), van de kaderregeling; | k), van de kaderregeling; |
| 8° industrieel onderzoek: het industrieel onderzoek, vermeld in punt | 8° industrieel onderzoek: het industrieel onderzoek, vermeld in punt |
| 15, q), van de kaderregeling; | 15, q), van de kaderregeling; |
| 9° innovatieproject algemeen belang: activiteiten van industrieel | 9° innovatieproject algemeen belang: activiteiten van industrieel |
| onderzoek, experimentele ontwikkeling en haalbaarheidsstudies met het | onderzoek, experimentele ontwikkeling en haalbaarheidsstudies met het |
| oog op het verwerven van meer kennis en een beter inzicht, die | oog op het verwerven van meer kennis en een beter inzicht, die |
| aangewend worden door Vlaamse overheidsorganisaties in hun | aangewend worden door Vlaamse overheidsorganisaties in hun |
| dienstverlening en regelgeving; | dienstverlening en regelgeving; |
| 10° kaderregeling: de Kaderregeling betreffende staatssteun voor | 10° kaderregeling: de Kaderregeling betreffende staatssteun voor |
| onderzoek, ontwikkeling en innovatie (EU Publicatieblad van 27 juni | onderzoek, ontwikkeling en innovatie (EU Publicatieblad van 27 juni |
| 2014, C 198/1) en alle latere wijzigingen; | 2014, C 198/1) en alle latere wijzigingen; |
| 11° kleine en middelgrote ondernemingen, afgekort kmo's: de | 11° kleine en middelgrote ondernemingen, afgekort kmo's: de |
| ondernemingen die voldoen aan de criteria, vermeld in punt 15, hh), | ondernemingen die voldoen aan de criteria, vermeld in punt 15, hh), |
| van de kaderregeling; | van de kaderregeling; |
| 12° projectconsortium: een samenwerkingsverband van meer dan één | 12° projectconsortium: een samenwerkingsverband van meer dan één |
| uitvoerder; | uitvoerder; |
| 13° Vlaamse overheidsorganisatie: een overheidsbestuur, -instelling of | 13° Vlaamse overheidsorganisatie: een overheidsbestuur, -instelling of |
| een organisatie met een duidelijk afgebakende opdracht van publieke | een organisatie met een duidelijk afgebakende opdracht van publieke |
| dienstverlening binnen het Vlaamse Gewest respectievelijk de Vlaamse | dienstverlening binnen het Vlaamse Gewest respectievelijk de Vlaamse |
| Gemeenschap, die voor de toepassing van dit besluit handelt vanuit die | Gemeenschap, die voor de toepassing van dit besluit handelt vanuit die |
| opdracht. | opdracht. |
| HOOFDSTUK 2. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK 2. - Toepassingsgebied |
Art. 2.Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten wordt |
Art. 2.Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten wordt |
| steun toegekend voor de uitvoering van twee verschillende type | steun toegekend voor de uitvoering van twee verschillende type |
| projecten: | projecten: |
| 1° Aan organisaties voor onderzoek en kennisverspreiding wordt steun | 1° Aan organisaties voor onderzoek en kennisverspreiding wordt steun |
| toegekend voor uitvoering projecten van collectief O&O, collectieve | toegekend voor uitvoering projecten van collectief O&O, collectieve |
| kennisverspreiding of een combinatie van beiden. Vlaamse | kennisverspreiding of een combinatie van beiden. Vlaamse |
| overheidsorganisaties kunnen bijdragen aan zo'n projecten voor | overheidsorganisaties kunnen bijdragen aan zo'n projecten voor |
| ondersteuning, begeleiding en facilitering van de projectuitvoering en | ondersteuning, begeleiding en facilitering van de projectuitvoering en |
| hiervoor steun ontvangen. De resultaten hebben een aantoonbare | hiervoor steun ontvangen. De resultaten hebben een aantoonbare |
| economische en eventueel ook maatschappelijke meerwaarde en zijn te | economische en eventueel ook maatschappelijke meerwaarde en zijn te |
| valoriseren in een zo ruim mogelijke groep van ondernemingen, in het | valoriseren in een zo ruim mogelijke groep van ondernemingen, in het |
| bijzonder kmo's, en eventueel non-profitorganisaties. | bijzonder kmo's, en eventueel non-profitorganisaties. |
| 2° Aan Vlaamse overheidsorganisaties en organisaties voor onderzoek en | 2° Aan Vlaamse overheidsorganisaties en organisaties voor onderzoek en |
| kennisverspreiding wordt steun toegekend voor uitvoering van | kennisverspreiding wordt steun toegekend voor uitvoering van |
| innovatieprojecten algemeen belang. De resultaten hebben een | innovatieprojecten algemeen belang. De resultaten hebben een |
| aantoonbare maatschappelijke meerwaarde en zijn te valoriseren door | aantoonbare maatschappelijke meerwaarde en zijn te valoriseren door |
| aanwending in de dienstverlening en de regelgeving van de Vlaamse | aanwending in de dienstverlening en de regelgeving van de Vlaamse |
| overheidsorganisaties met het oog op een betere implementatie van | overheidsorganisaties met het oog op een betere implementatie van |
| innovatieve toepassingen in de dienstverlening en een betere | innovatieve toepassingen in de dienstverlening en een betere |
| dienstverlening en regelgeving via innovatie. | dienstverlening en regelgeving via innovatie. |
Art. 3.Projecten kunnen uitgevoerd worden door een projectconsortium. |
Art. 3.Projecten kunnen uitgevoerd worden door een projectconsortium. |
| In het geval, vermeld in het eerste lid, wordt een hoofdaanvrager | In het geval, vermeld in het eerste lid, wordt een hoofdaanvrager |
| aangeduid die optreedt als contactpersoon ten aanzien van het | aangeduid die optreedt als contactpersoon ten aanzien van het |
| beslissingscomité bij het Hermesfonds. | beslissingscomité bij het Hermesfonds. |
Art. 4.§ 1. In dit artikel wordt verstaan onder: |
Art. 4.§ 1. In dit artikel wordt verstaan onder: |
| 1° collectief centrum: een instelling die erkend is op basis van de | 1° collectief centrum: een instelling die erkend is op basis van de |
| besluitwet van 30 januari 1947 tot vaststelling van het statuut van | besluitwet van 30 januari 1947 tot vaststelling van het statuut van |
| oprichting en werking van de Centra, belast met de bevordering en de | oprichting en werking van de Centra, belast met de bevordering en de |
| coördinatie van de technische vooruitgang van de verschillende takken | coördinatie van de technische vooruitgang van de verschillende takken |
| van 's lands bedrijfsleven, door het wetenschappelijk onderzoek; | van 's lands bedrijfsleven, door het wetenschappelijk onderzoek; |
| 2° organisatie voor onderzoek en kennisverspreiding: een organisatie | 2° organisatie voor onderzoek en kennisverspreiding: een organisatie |
| voor onderzoek en kennisverspreiding als vermeld in punt 15, ee), van | voor onderzoek en kennisverspreiding als vermeld in punt 15, ee), van |
| de kaderregeling; | de kaderregeling; |
| 3° Vlaamse organisatie voor onderzoek en kennisverspreiding: een | 3° Vlaamse organisatie voor onderzoek en kennisverspreiding: een |
| Vlaamse universiteit, een Vlaamse hogeschool of elke andere | Vlaamse universiteit, een Vlaamse hogeschool of elke andere |
| organisatie voor onderzoek en kennisverspreiding met een vestiging in | organisatie voor onderzoek en kennisverspreiding met een vestiging in |
| het Vlaamse Gewest, of een organisatie gevestigd in het Brusselse | het Vlaamse Gewest, of een organisatie gevestigd in het Brusselse |
| Hoofdstedelijke Gewest met een publieke opdracht in Vlaanderen met het | Hoofdstedelijke Gewest met een publieke opdracht in Vlaanderen met het |
| oog op versterking van het economisch weefsel op het vlak van | oog op versterking van het economisch weefsel op het vlak van |
| samenwerking, netwerking en kennisverwerving; | samenwerking, netwerking en kennisverwerving; |
| 4° Vlaamse hogeschool: de instellingen, vermeld in artikel II.3 van de | 4° Vlaamse hogeschool: de instellingen, vermeld in artikel II.3 van de |
| Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013; | Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013; |
| 5° Vlaamse universiteit: de instellingen, vermeld in artikel II.2 van | 5° Vlaamse universiteit: de instellingen, vermeld in artikel II.2 van |
| de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013. | de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013. |
| § 2. Vlaamse organisaties voor onderzoek en kennisverspreiding komen | § 2. Vlaamse organisaties voor onderzoek en kennisverspreiding komen |
| in aanmerking voor steun. | in aanmerking voor steun. |
| In afwijking van het eerste lid kunnen ook organisaties voor onderzoek | In afwijking van het eerste lid kunnen ook organisaties voor onderzoek |
| en kennisverspreiding die gevestigd zijn in het Brusselse | en kennisverspreiding die gevestigd zijn in het Brusselse |
| Hoofdstedelijke Gewest of het Waalse Gewest, in aanmerking komen voor | Hoofdstedelijke Gewest of het Waalse Gewest, in aanmerking komen voor |
| steun, als aan al de volgende voorwaarden is voldaan: | steun, als aan al de volgende voorwaarden is voldaan: |
| 1° de organisatie is erkend als een collectief centrum of als | 1° de organisatie is erkend als een collectief centrum of als |
| gelijkgesteld centrum; | gelijkgesteld centrum; |
| 2° het project wordt uitgevoerd in daadwerkelijke samenwerking met een | 2° het project wordt uitgevoerd in daadwerkelijke samenwerking met een |
| Vlaamse organisatie voor onderzoek en kennisverspreiding, waarbij de | Vlaamse organisatie voor onderzoek en kennisverspreiding, waarbij de |
| organisatie die gevestigd is in het Waalse of het Brusselse | organisatie die gevestigd is in het Waalse of het Brusselse |
| Hoofdstedelijke Gewest, niet meer dan de helft van de in aanmerking | Hoofdstedelijke Gewest, niet meer dan de helft van de in aanmerking |
| komende kosten voor haar rekening neemt. | komende kosten voor haar rekening neemt. |
| Het beslissingscomité bij het Hermesfonds wijst de organisaties aan | Het beslissingscomité bij het Hermesfonds wijst de organisaties aan |
| die voor de toepassing van dit artikel erkend worden als gelijkgesteld | die voor de toepassing van dit artikel erkend worden als gelijkgesteld |
| met een collectief centrum als vermeld in het tweede lid, 1°. | met een collectief centrum als vermeld in het tweede lid, 1°. |
| Organisaties voor onderzoek en kennisverspreiding die niet vallen | Organisaties voor onderzoek en kennisverspreiding die niet vallen |
| onder de bepalingen van het eerste en tweede lid kunnen in aanmerking | onder de bepalingen van het eerste en tweede lid kunnen in aanmerking |
| komen voor steun op voorwaarde dat het project uitgevoerd wordt in een | komen voor steun op voorwaarde dat het project uitgevoerd wordt in een |
| daadwerkelijke samenwerking met een Vlaamse organisatie voor onderzoek | daadwerkelijke samenwerking met een Vlaamse organisatie voor onderzoek |
| en kennisverspreiding en bovenbedoelde organisatie niet meer dan 20 % | en kennisverspreiding en bovenbedoelde organisatie niet meer dan 20 % |
| van de in aanmerking komende kosten voor haar rekening neemt. | van de in aanmerking komende kosten voor haar rekening neemt. |
Art. 5.Vlaamse overheidsorganisaties kunnen in aanmerking komen voor |
Art. 5.Vlaamse overheidsorganisaties kunnen in aanmerking komen voor |
| steun. | steun. |
Art. 6.De steunaanvraag vermeldt per aanvrager in welke hoedanigheid |
Art. 6.De steunaanvraag vermeldt per aanvrager in welke hoedanigheid |
| steun wordt aangevraagd. | steun wordt aangevraagd. |
| De aanvrager kan voor de toepassing van dit besluit alleen in | De aanvrager kan voor de toepassing van dit besluit alleen in |
| aanmerking komen voor steun op basis van artikel 4, dan wel op basis | aanmerking komen voor steun op basis van artikel 4, dan wel op basis |
| van artikel 5, maar niet op basis van beide van die voormelde | van artikel 5, maar niet op basis van beide van die voormelde |
| artikels. | artikels. |
| HOOFDSTUK 3. - In aanmerking komende activiteiten en steunintensiteit | HOOFDSTUK 3. - In aanmerking komende activiteiten en steunintensiteit |
Art. 7.Het beslissingscomité bij het Hermesfonds kan met toepassing |
Art. 7.Het beslissingscomité bij het Hermesfonds kan met toepassing |
| van dit besluit steun toekennen aan organisaties voor onderzoek en | van dit besluit steun toekennen aan organisaties voor onderzoek en |
| kennisverspreiding, in overeenstemming met de bepalingen gesteld in | kennisverspreiding, in overeenstemming met de bepalingen gesteld in |
| artikel 4, voor de uitvoering van projecten collectief O&O, | artikel 4, voor de uitvoering van projecten collectief O&O, |
| collectieve kennisverspreiding, of innovatieprojecten algemeen belang, | collectieve kennisverspreiding, of innovatieprojecten algemeen belang, |
| als steun aan niet-economische activiteiten conform punt 18, 19, 20, | als steun aan niet-economische activiteiten conform punt 18, 19, 20, |
| 21, 22 en 23 van de kaderregeling. | 21, 22 en 23 van de kaderregeling. |
| Onrechtstreekse steun aan ondernemingen bij de verspreiding van de | Onrechtstreekse steun aan ondernemingen bij de verspreiding van de |
| projectresultaten wordt niet aanvaard. | projectresultaten wordt niet aanvaard. |
| Elke overdracht van resultaten en kennis naar de ondernemingen moet | Elke overdracht van resultaten en kennis naar de ondernemingen moet |
| minstens voldoen aan de bepalingen van dit besluit, die worden | minstens voldoen aan de bepalingen van dit besluit, die worden |
| toegepast en geïnterpreteerd conform punt 28 en 29 van de | toegepast en geïnterpreteerd conform punt 28 en 29 van de |
| kaderregeling, om indirecte staatssteun uit te sluiten. | kaderregeling, om indirecte staatssteun uit te sluiten. |
Art. 8.Het beslissingscomité bij het Hermesfonds kan met toepassing |
Art. 8.Het beslissingscomité bij het Hermesfonds kan met toepassing |
| van dit besluit steun toekennen aan Vlaamse overheidsorganisaties voor | van dit besluit steun toekennen aan Vlaamse overheidsorganisaties voor |
| de uitvoering van innovatieprojecten algemeen belang en voor | de uitvoering van innovatieprojecten algemeen belang en voor |
| ondersteuning, begeleiding en facilitering van de uitvoering van | ondersteuning, begeleiding en facilitering van de uitvoering van |
| projecten collectief O&O en collectieve kennisverspreiding door | projecten collectief O&O en collectieve kennisverspreiding door |
| organisaties voor onderzoek en kennisverspreiding in een | organisaties voor onderzoek en kennisverspreiding in een |
| daadwerkelijke samenwerking. | daadwerkelijke samenwerking. |
| De steun wordt toegekend als steun aan de uitvoering van diensten | De steun wordt toegekend als steun aan de uitvoering van diensten |
| algemeen belang, waarbij de overheid geen rechtstreekse economische | algemeen belang, waarbij de overheid geen rechtstreekse economische |
| exploitatie beoogt, maar wel samenwerking met ondernemingen | exploitatie beoogt, maar wel samenwerking met ondernemingen |
| respectievelijk non-profitorganisaties, waarbij de nodige clausules | respectievelijk non-profitorganisaties, waarbij de nodige clausules |
| opgenomen worden om de niet-economische aard van de activiteiten te | opgenomen worden om de niet-economische aard van de activiteiten te |
| bewaken en te voorkomen dat er indirecte staatssteun wordt verleend | bewaken en te voorkomen dat er indirecte staatssteun wordt verleend |
| aan de betrokken ondernemingen. Dit wordt geïnterpreteerd naar | aan de betrokken ondernemingen. Dit wordt geïnterpreteerd naar |
| analogie van de bepalingen die gelden voor overheidsfinanciering voor | analogie van de bepalingen die gelden voor overheidsfinanciering voor |
| niet-economische activiteiten van organisaties voor onderzoek en | niet-economische activiteiten van organisaties voor onderzoek en |
| kennisverspreiding geformuleerd in punt 18, 19, 20, 28 en 29 van de | kennisverspreiding geformuleerd in punt 18, 19, 20, 28 en 29 van de |
| kaderregeling. | kaderregeling. |
Art. 9.Het steunpercentage bedraagt maximaal 100 % van de kosten, |
Art. 9.Het steunpercentage bedraagt maximaal 100 % van de kosten, |
| vermeld in de bijlage die bij dit besluit is gevoegd, die aanvaard | vermeld in de bijlage die bij dit besluit is gevoegd, die aanvaard |
| kunnen worden voor een steunbaar project. | kunnen worden voor een steunbaar project. |
| Het steunpercentage, vermeld in het eerste lid, is het | Het steunpercentage, vermeld in het eerste lid, is het |
| brutosteunbedrag, uitgedrukt als percentage van de in aanmerking | brutosteunbedrag, uitgedrukt als percentage van de in aanmerking |
| komende kosten van het project. Als de steun in een andere vorm dan | komende kosten van het project. Als de steun in een andere vorm dan |
| een subsidie wordt verleend, is het steunbedrag het | een subsidie wordt verleend, is het steunbedrag het |
| brutosubsidie-equivalent van de steun. | brutosubsidie-equivalent van de steun. |
| Het beslissingscomité bij het Hermesfonds beslist per programma met | Het beslissingscomité bij het Hermesfonds beslist per programma met |
| steuntoekenning op basis van dit besluit over het concreet | steuntoekenning op basis van dit besluit over het concreet |
| toepasselijke steunpercentage of in geval van onderscheid tussen het | toepasselijke steunpercentage of in geval van onderscheid tussen het |
| type aanvrager, vermeld in artikel 4 en 5, over de concreet | type aanvrager, vermeld in artikel 4 en 5, over de concreet |
| toepasselijke steunpercentages. | toepasselijke steunpercentages. |
| Het beslissingscomité bij het Hermesfonds kan per programma de in | Het beslissingscomité bij het Hermesfonds kan per programma de in |
| aanmerking komende kosten, vermeld in de bijlage die bij dit besluit | aanmerking komende kosten, vermeld in de bijlage die bij dit besluit |
| is gevoegd, beperken. | is gevoegd, beperken. |
| HOOFDSTUK 4. - Procedure voor de behandeling van aanvragen en de | HOOFDSTUK 4. - Procedure voor de behandeling van aanvragen en de |
| beslissing tot steuntoekenning | beslissing tot steuntoekenning |
| Afdeling 1. - Toepassingsgebied | Afdeling 1. - Toepassingsgebied |
Art. 10.Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder |
Art. 10.Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder |
| werkdagen: de werkdagen zoals ze gelden voor de Vlaamse overheid. | werkdagen: de werkdagen zoals ze gelden voor de Vlaamse overheid. |
Art. 11.De procedure, vermeld in dit hoofdstuk, is van toepassing op |
Art. 11.De procedure, vermeld in dit hoofdstuk, is van toepassing op |
| de steunaanvragen, vermeld in dit besluit. Het beslissingscomité bij | de steunaanvragen, vermeld in dit besluit. Het beslissingscomité bij |
| het Hermesfonds kan aanvullende procedurele voorschriften opleggen. | het Hermesfonds kan aanvullende procedurele voorschriften opleggen. |
| Afdeling 2. - Indiening van de steunaanvraag | Afdeling 2. - Indiening van de steunaanvraag |
Art. 12.De steunaanvrager, de steunaanvraag en de activiteiten |
Art. 12.De steunaanvrager, de steunaanvraag en de activiteiten |
| waarvoor steun aangevraagd wordt, moeten voldoen aan de modaliteiten | waarvoor steun aangevraagd wordt, moeten voldoen aan de modaliteiten |
| voor de indiening, bepaald door het beslissingscomité bij het | voor de indiening, bepaald door het beslissingscomité bij het |
| Hermesfonds, die publiek kenbaar gemaakt worden aan potentiële | Hermesfonds, die publiek kenbaar gemaakt worden aan potentiële |
| aanvragers. | aanvragers. |
Art. 13.Het beslissingscomité bij het Hermesfonds kan voorzien in een |
Art. 13.Het beslissingscomité bij het Hermesfonds kan voorzien in een |
| gebundelde behandeling van aanvragen. In dat geval legt het | gebundelde behandeling van aanvragen. In dat geval legt het |
| beslissingscomité bij het Hermesfonds de uiterste indieningsdata per | beslissingscomité bij het Hermesfonds de uiterste indieningsdata per |
| werkjaar vast en maakt ze die publiek kenbaar aan potentiële | werkjaar vast en maakt ze die publiek kenbaar aan potentiële |
| aanvragers. | aanvragers. |
Art. 14.De steunaanvrager krijgt een schriftelijke ontvangstmelding |
Art. 14.De steunaanvrager krijgt een schriftelijke ontvangstmelding |
| binnen vijf werkdagen na de ontvangst van de steunaanvraag. | binnen vijf werkdagen na de ontvangst van de steunaanvraag. |
| Afdeling 3. - Ontvankelijkheid | Afdeling 3. - Ontvankelijkheid |
Art. 15.§ 1. Het beslissingscomité bij het Hermesfonds kan een |
Art. 15.§ 1. Het beslissingscomité bij het Hermesfonds kan een |
| steunaanvraag onontvankelijk verklaren op basis van een van de | steunaanvraag onontvankelijk verklaren op basis van een van de |
| volgende elementen: | volgende elementen: |
| 1° de steunaanvrager voldoet niet aan de voorwaarden, vermeld in | 1° de steunaanvrager voldoet niet aan de voorwaarden, vermeld in |
| artikel 4 en 5; | artikel 4 en 5; |
| 2° de steunaanvrager of de leden van het projectconsortium voldoen | 2° de steunaanvrager of de leden van het projectconsortium voldoen |
| niet aan de verplichtingen of vergunningen van de overheid; | niet aan de verplichtingen of vergunningen van de overheid; |
| 3° de steunaanvrager of de leden van het projectconsortium hebben | 3° de steunaanvrager of de leden van het projectconsortium hebben |
| blijk gegeven van niet-correct gedrag naar aanleiding van vorige | blijk gegeven van niet-correct gedrag naar aanleiding van vorige |
| aanvragen; | aanvragen; |
| 4° de steunaanvraag is identiek aan een steunaanvraag die eerder | 4° de steunaanvraag is identiek aan een steunaanvraag die eerder |
| onontvankelijk is verklaard of geweigerd is door het beslissingscomité | onontvankelijk is verklaard of geweigerd is door het beslissingscomité |
| bij het Hermesfonds, uitgezonderd als de eerdere weigering het gevolg | bij het Hermesfonds, uitgezonderd als de eerdere weigering het gevolg |
| is van budgettaire beperkingen; | is van budgettaire beperkingen; |
| 5° de steunaanvraag bevat niet voldoende informatie om beoordeeld te | 5° de steunaanvraag bevat niet voldoende informatie om beoordeeld te |
| kunnen worden op basis van de beoordelingsdimensies, vermeld in | kunnen worden op basis van de beoordelingsdimensies, vermeld in |
| artikel 25; | artikel 25; |
| 6° bij een prima-faciebeoordeling voldoen de activiteiten in de | 6° bij een prima-faciebeoordeling voldoen de activiteiten in de |
| aanvraag niet aan de volgende vereisten: | aanvraag niet aan de volgende vereisten: |
| a) voor activiteiten die worden uitgevoerd door organisaties voor | a) voor activiteiten die worden uitgevoerd door organisaties voor |
| onderzoek en kennisverspreiding: de minimale vereisten om in | onderzoek en kennisverspreiding: de minimale vereisten om in |
| aanmerking te komen als steunbare activiteiten, vermeld in artikel 7; | aanmerking te komen als steunbare activiteiten, vermeld in artikel 7; |
| b) voor activiteiten die worden uitgevoerd door Vlaamse | b) voor activiteiten die worden uitgevoerd door Vlaamse |
| overheidsorganisaties: de minimale vereisten om in aanmerking te komen | overheidsorganisaties: de minimale vereisten om in aanmerking te komen |
| als steunbare activiteiten, vermeld in artikel 8; | als steunbare activiteiten, vermeld in artikel 8; |
| 7° de steunaanvrager of de leden van het projectconsortium hebben op | 7° de steunaanvrager of de leden van het projectconsortium hebben op |
| de datum van de toekenning van de steun achterstallige schulden bij de | de datum van de toekenning van de steun achterstallige schulden bij de |
| Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, waarbij het beslissingscomité bij | Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, waarbij het beslissingscomité bij |
| het Hermesfonds bepaalt wat er wordt begrepen onder het begrip | het Hermesfonds bepaalt wat er wordt begrepen onder het begrip |
| achterstallige schulden, dat algemeen toepasbaar is op alle aanvragers | achterstallige schulden, dat algemeen toepasbaar is op alle aanvragers |
| die een project indienen; | die een project indienen; |
| 8° de aanvraag voldoet niet aan de modaliteiten, vermeld in artikel | 8° de aanvraag voldoet niet aan de modaliteiten, vermeld in artikel |
| 12; | 12; |
| 9° de aanvraag bevat geen informatie over eigen budgettaire inbreng. | 9° de aanvraag bevat geen informatie over eigen budgettaire inbreng. |
| § 2. In geval van een steunaanvraag voor een project collectief O&O en | § 2. In geval van een steunaanvraag voor een project collectief O&O en |
| collectieve kennisverspreiding geldt volgend additioneel element: | collectieve kennisverspreiding geldt volgend additioneel element: |
| 10° de steunaanvraag wordt onvoldoende ondersteund door | 10° de steunaanvraag wordt onvoldoende ondersteund door |
| intentiebrieven van ondernemingen met o.a. een engagement tot | intentiebrieven van ondernemingen met o.a. een engagement tot |
| cofinanciering die vereist is om het project uit te voeren of te doen | cofinanciering die vereist is om het project uit te voeren of te doen |
| slagen, als het steunpercentage lager is dan 100 %. | slagen, als het steunpercentage lager is dan 100 %. |
Art. 16.Het beslissingscomité bij het Hermesfonds beslist binnen |
Art. 16.Het beslissingscomité bij het Hermesfonds beslist binnen |
| vijftien werkdagen na de ontvangst van de steunaanvraag of de | vijftien werkdagen na de ontvangst van de steunaanvraag of de |
| steunaanvraag al dan niet ontvankelijk is. | steunaanvraag al dan niet ontvankelijk is. |
Art. 17.De steunaanvrager wordt schriftelijk op de hoogte gebracht |
Art. 17.De steunaanvrager wordt schriftelijk op de hoogte gebracht |
| van de beslissing tot onontvankelijkheid binnen twee werkdagen na de | van de beslissing tot onontvankelijkheid binnen twee werkdagen na de |
| beslissing, vermeld in artikel 16. | beslissing, vermeld in artikel 16. |
| Afdeling 4. - Onvolledige steunaanvraag | Afdeling 4. - Onvolledige steunaanvraag |
Art. 18.Als de steunaanvraag onvolledig is, kan het beslissingscomité |
Art. 18.Als de steunaanvraag onvolledig is, kan het beslissingscomité |
| bij het Hermesfonds aan de steunaanvrager vragen de steunaanvraag te | bij het Hermesfonds aan de steunaanvrager vragen de steunaanvraag te |
| vervolledigen. | vervolledigen. |
| In het geval, vermeld in het eerste lid, worden de termijnen, vermeld | In het geval, vermeld in het eerste lid, worden de termijnen, vermeld |
| in artikel 17 en 26, verlengd met een termijn die vastgesteld wordt | in artikel 17 en 26, verlengd met een termijn die vastgesteld wordt |
| door het beslissingscomité bij het Hermesfonds. | door het beslissingscomité bij het Hermesfonds. |
| De steunaanvraag wordt als onontvankelijk beschouwd als de | De steunaanvraag wordt als onontvankelijk beschouwd als de |
| steunaanvraag niet is vervolledigd binnen de termijn, vermeld in het | steunaanvraag niet is vervolledigd binnen de termijn, vermeld in het |
| tweede lid. | tweede lid. |
| Afdeling 5. - Voorafgaande preselectie | Afdeling 5. - Voorafgaande preselectie |
Art. 19.Het beslissingscomité bij het Hermesfonds kan een |
Art. 19.Het beslissingscomité bij het Hermesfonds kan een |
| voorafgaande preselectie van de steunaanvragen organiseren conform de | voorafgaande preselectie van de steunaanvragen organiseren conform de |
| voorwaarden, vermeld in dit besluit. | voorwaarden, vermeld in dit besluit. |
| In het geval, vermeld in het eerste lid, wordt de termijn, vermeld in | In het geval, vermeld in het eerste lid, wordt de termijn, vermeld in |
| artikel 26, verlengd met een termijn die vastgesteld is door het | artikel 26, verlengd met een termijn die vastgesteld is door het |
| beslissingscomité bij het Hermesfonds. | beslissingscomité bij het Hermesfonds. |
Art. 20.Het beslissingscomité bij het Hermesfonds beslist of de |
Art. 20.Het beslissingscomité bij het Hermesfonds beslist of de |
| steunaanvraag al dan niet geselecteerd wordt in de preselectie. | steunaanvraag al dan niet geselecteerd wordt in de preselectie. |
Art. 21.De steunaanvrager wordt schriftelijk op de hoogte gebracht |
Art. 21.De steunaanvrager wordt schriftelijk op de hoogte gebracht |
| van de selectiebeslissing binnen vijf werkdagen na de beslissing, | van de selectiebeslissing binnen vijf werkdagen na de beslissing, |
| vermeld in artikel 20. | vermeld in artikel 20. |
| Afdeling 6. - Evaluatie van steunaanvragen | Afdeling 6. - Evaluatie van steunaanvragen |
Art. 22.Het beslissingscomité bij het Hermesfonds toetst de |
Art. 22.Het beslissingscomité bij het Hermesfonds toetst de |
| ontvankelijke steunaanvragen aan de beoordelingsdimensies, vermeld in | ontvankelijke steunaanvragen aan de beoordelingsdimensies, vermeld in |
| artikel 25, en in voorkomend geval de elementen, vermeld in artikel | artikel 25, en in voorkomend geval de elementen, vermeld in artikel |
| 27. | 27. |
Art. 23.Het beslissingscomité bij het Hermesfonds kan een of meer |
Art. 23.Het beslissingscomité bij het Hermesfonds kan een of meer |
| externe deskundigen aanstellen bij wie een advies ingewonnen wordt | externe deskundigen aanstellen bij wie een advies ingewonnen wordt |
| conform de beoordelingsdimensies, vermeld in artikel 25, en in | conform de beoordelingsdimensies, vermeld in artikel 25, en in |
| voorkomend geval de elementen, vermeld in artikel 27. | voorkomend geval de elementen, vermeld in artikel 27. |
Art. 24.Het beslissingscomité bij het Hermesfonds kan bijkomende |
Art. 24.Het beslissingscomité bij het Hermesfonds kan bijkomende |
| informatie opvragen bij de steunaanvrager. | informatie opvragen bij de steunaanvrager. |
| In het geval, vermeld in het eerste lid, wordt de termijn, vermeld in | In het geval, vermeld in het eerste lid, wordt de termijn, vermeld in |
| artikel 26, verlengd met een termijn die vastgesteld wordt door het | artikel 26, verlengd met een termijn die vastgesteld wordt door het |
| beslissingscomité bij het Hermesfonds. | beslissingscomité bij het Hermesfonds. |
| Als de bijkomende informatie niet wordt verleend binnen de termijn die | Als de bijkomende informatie niet wordt verleend binnen de termijn die |
| is vastgesteld, beslist het beslissingscomité bij het Hermesfonds op | is vastgesteld, beslist het beslissingscomité bij het Hermesfonds op |
| basis van de ingediende steunaanvraag. | basis van de ingediende steunaanvraag. |
| Afdeling 7. - Beoordeling | Afdeling 7. - Beoordeling |
Art. 25.§ 1. Het beslissingscomité bij het Hermesfonds steunt zijn |
Art. 25.§ 1. Het beslissingscomité bij het Hermesfonds steunt zijn |
| beslissing om aan een project collectief O&O en collectieve | beslissing om aan een project collectief O&O en collectieve |
| kennisverspreiding al dan niet steun te verlenen op de volgende | kennisverspreiding al dan niet steun te verlenen op de volgende |
| beoordelingsdimensies: | beoordelingsdimensies: |
| 1° de kwaliteit van de doelstellingen en de uitvoering van het | 1° de kwaliteit van de doelstellingen en de uitvoering van het |
| project. Vooral de volgende aspecten worden daarbij beoordeeld: | project. Vooral de volgende aspecten worden daarbij beoordeeld: |
| a) de relevantie en het ambitieniveau van de doelstellingen en het | a) de relevantie en het ambitieniveau van de doelstellingen en het |
| draagvlak; | draagvlak; |
| b) de kennis- en de competentieverhoging bij de ondernemingen waarnaar | b) de kennis- en de competentieverhoging bij de ondernemingen waarnaar |
| de aanvrager de projectresultaten wil overdragen, met focus op | de aanvrager de projectresultaten wil overdragen, met focus op |
| vernieuwing en uitdagingen; | vernieuwing en uitdagingen; |
| c) de relevantie en de kwaliteit van de aanpak; | c) de relevantie en de kwaliteit van de aanpak; |
| d) de kwaliteit van het aanvragende projectconsortium: expertise en | d) de kwaliteit van het aanvragende projectconsortium: expertise en |
| middelen, track record en samenwerking. | middelen, track record en samenwerking. |
| 2° het valorisatiepotentieel (impact) van het project. Vooral de | 2° het valorisatiepotentieel (impact) van het project. Vooral de |
| volgende aspecten worden daarbij beoordeeld: | volgende aspecten worden daarbij beoordeeld: |
| a) het collectieve bereik, alsook de absorptiecapaciteit bij en de | a) het collectieve bereik, alsook de absorptiecapaciteit bij en de |
| betrokkenheid van de ondernemingen in het project, in het bijzonder | betrokkenheid van de ondernemingen in het project, in het bijzonder |
| kmo's; | kmo's; |
| b) de economische impact en het belang voor Vlaanderen; | b) de economische impact en het belang voor Vlaanderen; |
| c) de haalbaarheid, de kwaliteit en de geloofwaardigheid van de | c) de haalbaarheid, de kwaliteit en de geloofwaardigheid van de |
| valorisatiestrategie en valorisatieplannen, inclusief de strategie | valorisatiestrategie en valorisatieplannen, inclusief de strategie |
| voor kennisverspreiding, met het oog op valorisatie op korte of | voor kennisverspreiding, met het oog op valorisatie op korte of |
| middellange termijn; | middellange termijn; |
| d) de track record van eerder uitgevoerde projecten en | d) de track record van eerder uitgevoerde projecten en |
| valorisatietrajecten; | valorisatietrajecten; |
| e) de toegevoegde waarde en additionaliteit van het project ten | e) de toegevoegde waarde en additionaliteit van het project ten |
| opzichte van de projecten die al lopen en de projecten die al | opzichte van de projecten die al lopen en de projecten die al |
| uitgevoerd zijn, met aandacht voor eventuele internationale | uitgevoerd zijn, met aandacht voor eventuele internationale |
| mogelijkheden; | mogelijkheden; |
| f) de aansluiting bij maatschappelijke uitdagingen. | f) de aansluiting bij maatschappelijke uitdagingen. |
| § 2. Het beslissingscomité bij het Hermesfonds steunt zijn beslissing | § 2. Het beslissingscomité bij het Hermesfonds steunt zijn beslissing |
| om aan een innovatieproject algemeen belang al dan niet steun te | om aan een innovatieproject algemeen belang al dan niet steun te |
| verlenen op de volgende beoordelingsdimensies: | verlenen op de volgende beoordelingsdimensies: |
| 1° de kwaliteit van de doelstellingen en de uitvoering van het | 1° de kwaliteit van de doelstellingen en de uitvoering van het |
| project. Vooral de volgende aspecten worden daarbij beoordeeld: | project. Vooral de volgende aspecten worden daarbij beoordeeld: |
| a) de relevantie en het ambitieniveau van de doelstellingen en het | a) de relevantie en het ambitieniveau van de doelstellingen en het |
| draagvlak; | draagvlak; |
| b) de kennis- en de competentieverhoging bij de Vlaamse | b) de kennis- en de competentieverhoging bij de Vlaamse |
| overheidsorganisaties die instaan voor aanwending van de resultaten, | overheidsorganisaties die instaan voor aanwending van de resultaten, |
| met focus op vernieuwing en uitdagingen; | met focus op vernieuwing en uitdagingen; |
| c) de relevantie en de kwaliteit van de aanpak; | c) de relevantie en de kwaliteit van de aanpak; |
| d) de kwaliteit van het aanvragende projectconsortium: expertise en | d) de kwaliteit van het aanvragende projectconsortium: expertise en |
| middelen, track record en samenwerking. | middelen, track record en samenwerking. |
| 2° het valorisatiepotentieel (impact) van het project. Vooral de | 2° het valorisatiepotentieel (impact) van het project. Vooral de |
| volgende aspecten worden daarbij beoordeeld: | volgende aspecten worden daarbij beoordeeld: |
| a) mate dat het inspeelt op noden en opportuniteiten van Vlaamse | a) mate dat het inspeelt op noden en opportuniteiten van Vlaamse |
| overheidsorganisaties; | overheidsorganisaties; |
| b) betrokkenheid van de stakeholders in ruime zin; | b) betrokkenheid van de stakeholders in ruime zin; |
| c) de impact en het belang voor Vlaanderen; | c) de impact en het belang voor Vlaanderen; |
| d) de haalbaarheid, de kwaliteit en de geloofwaardigheid van de | d) de haalbaarheid, de kwaliteit en de geloofwaardigheid van de |
| valorisatiestrategie en valorisatieplannen; | valorisatiestrategie en valorisatieplannen; |
| e) de track record van eerder uitgevoerde projecten en | e) de track record van eerder uitgevoerde projecten en |
| valorisatietrajecten; | valorisatietrajecten; |
| f) de toegevoegde waarde en additionaliteit van het project ten | f) de toegevoegde waarde en additionaliteit van het project ten |
| opzichte van de projecten die al lopen en de projecten die al | opzichte van de projecten die al lopen en de projecten die al |
| uitgevoerd zijn, met aandacht voor eventuele internationale | uitgevoerd zijn, met aandacht voor eventuele internationale |
| mogelijkheden; | mogelijkheden; |
| g) de aansluiting bij maatschappelijke uitdagingen; | g) de aansluiting bij maatschappelijke uitdagingen; |
| h) de schaalbaarheid van het project: voorziene deliverables waarmee | h) de schaalbaarheid van het project: voorziene deliverables waarmee |
| het project kan uitgerold worden bij andere Vlaamse | het project kan uitgerold worden bij andere Vlaamse |
| overheidsorganisaties. | overheidsorganisaties. |
| § 3. Het beslissingscomité bij het Hermesfonds kan bij zijn beslissing | § 3. Het beslissingscomité bij het Hermesfonds kan bij zijn beslissing |
| om al dan niet steun te verlenen bij beide projecttypes, vermeld in | om al dan niet steun te verlenen bij beide projecttypes, vermeld in |
| bovenstaande paragrafen, daarenboven steunen op al de volgende | bovenstaande paragrafen, daarenboven steunen op al de volgende |
| overwegingen: | overwegingen: |
| 1° de complementariteit van de projecten onderling; | 1° de complementariteit van de projecten onderling; |
| 2° de spreiding van de projecten over sector- of technologiedomeinen | 2° de spreiding van de projecten over sector- of technologiedomeinen |
| of geografische spreiding. | of geografische spreiding. |
| § 4. Het beslissingscomité bij het Hermesfonds staat in voor de | § 4. Het beslissingscomité bij het Hermesfonds staat in voor de |
| verdere invulling en verfijning van de criteria, vermeld in paragrafen | verdere invulling en verfijning van de criteria, vermeld in paragrafen |
| 1, 2 en 3. | 1, 2 en 3. |
| Het beslissingscomité bij het Hermesfonds bepaalt binnen de perken van | Het beslissingscomité bij het Hermesfonds bepaalt binnen de perken van |
| de begrotingskredieten en de algemene beleidsprioriteiten van de | de begrotingskredieten en de algemene beleidsprioriteiten van de |
| politieke overheid die door de Vlaamse Regering worden vastgelegd, de | politieke overheid die door de Vlaamse Regering worden vastgelegd, de |
| selectiemechanismen voor de beoordeling van de projecten. | selectiemechanismen voor de beoordeling van de projecten. |
| § 5. De Vlaamse Regering machtigt de Vlaamse minister, bevoegd voor | § 5. De Vlaamse Regering machtigt de Vlaamse minister, bevoegd voor |
| het technologisch innovatiebeleid, om de nodige afspraken te maken met | het technologisch innovatiebeleid, om de nodige afspraken te maken met |
| het beslissingscomité bij het Hermesfonds voor de nadere invulling van | het beslissingscomité bij het Hermesfonds voor de nadere invulling van |
| de opdracht. | de opdracht. |
| Het beslissingscomité bij het Hermesfonds houdt bij de nadere | Het beslissingscomité bij het Hermesfonds houdt bij de nadere |
| invulling van zijn opdracht, ook rekening met de algemene en | invulling van zijn opdracht, ook rekening met de algemene en |
| specifieke beleidslijnen van de Vlaamse Regering, vermeld in de | specifieke beleidslijnen van de Vlaamse Regering, vermeld in de |
| afspraken tussen het Agentschap Innoveren en Ondernemen en de Vlaamse | afspraken tussen het Agentschap Innoveren en Ondernemen en de Vlaamse |
| minister, bevoegd voor het technologisch innovatiebeleid, conform de | minister, bevoegd voor het technologisch innovatiebeleid, conform de |
| modaliteiten die opgenomen zijn in het kaderdecreet bestuurlijk beleid | modaliteiten die opgenomen zijn in het kaderdecreet bestuurlijk beleid |
| van 18 juli 2003, of met de concrete verzoeken van de Vlaamse Regering | van 18 juli 2003, of met de concrete verzoeken van de Vlaamse Regering |
| aan het beslissingscomité bij het Hermesfonds om initiatieven te | aan het beslissingscomité bij het Hermesfonds om initiatieven te |
| ontwikkelen voor een specifiek programma of voor een specifiek accent | ontwikkelen voor een specifiek programma of voor een specifiek accent |
| binnen de algemene bedrijfssteun. | binnen de algemene bedrijfssteun. |
| In het tweede lid wordt verstaan onder Agentschap Innoveren en | In het tweede lid wordt verstaan onder Agentschap Innoveren en |
| Ondernemen: het agentschap opgericht bij het besluit van de Vlaamse | Ondernemen: het agentschap opgericht bij het besluit van de Vlaamse |
| Regering van 7 oktober 2005 aangaande het Agentschap Innoveren en | Regering van 7 oktober 2005 aangaande het Agentschap Innoveren en |
| Ondernemen; | Ondernemen; |
| Afdeling 8. - Beslissing tot steuntoekenning | Afdeling 8. - Beslissing tot steuntoekenning |
Art. 26.Het beslissingscomité bij het Hermesfonds beslist binnen |
Art. 26.Het beslissingscomité bij het Hermesfonds beslist binnen |
| negentig werkdagen na de ontvangst van de steunaanvraag, onverminderd | negentig werkdagen na de ontvangst van de steunaanvraag, onverminderd |
| de verlenging, vermeld in artikel 18, tweede lid, artikel 19, tweede | de verlenging, vermeld in artikel 18, tweede lid, artikel 19, tweede |
| lid, en artikel 24, tweede lid, of de steunaanvraag voldoet aan de | lid, en artikel 24, tweede lid, of de steunaanvraag voldoet aan de |
| beoordelingsdimensies, vermeld in artikel 25, en verleent in | beoordelingsdimensies, vermeld in artikel 25, en verleent in |
| voorkomend geval steun conform de voorwaarden, vermeld in dit besluit. | voorkomend geval steun conform de voorwaarden, vermeld in dit besluit. |
| Het beslissingscomité bij het Hermesfonds kan de steunverlening | Het beslissingscomité bij het Hermesfonds kan de steunverlening |
| afhankelijk maken van bijkomende concrete voorwaarden die het oplegt, | afhankelijk maken van bijkomende concrete voorwaarden die het oplegt, |
| zodat een project conform de bepalingen, vermeld in dit besluit, wordt | zodat een project conform de bepalingen, vermeld in dit besluit, wordt |
| uitgevoerd. | uitgevoerd. |
Art. 27.§ 1. Het beslissingscomité bij het Hermesfonds kan een |
Art. 27.§ 1. Het beslissingscomité bij het Hermesfonds kan een |
| negatieve beslissing nemen of extra voorwaarden stellen op basis van | negatieve beslissing nemen of extra voorwaarden stellen op basis van |
| een of meer van de volgende elementen: | een of meer van de volgende elementen: |
| 1° de steunaanvrager of de leden van het projectconsortium voldoen | 1° de steunaanvrager of de leden van het projectconsortium voldoen |
| niet aan de overige verplichtingen of vergunningen van de overheid; | niet aan de overige verplichtingen of vergunningen van de overheid; |
| 2° de steunaanvrager of de leden van het projectconsortium hebben | 2° de steunaanvrager of de leden van het projectconsortium hebben |
| blijk gegeven van niet-correct gedrag naar aanleiding van vorige | blijk gegeven van niet-correct gedrag naar aanleiding van vorige |
| aanvragen, onder meer met betrekking tot de informatieverstrekking, de | aanvragen, onder meer met betrekking tot de informatieverstrekking, de |
| inhoudelijke en financiële verplichtingen of de verslaggeving; | inhoudelijke en financiële verplichtingen of de verslaggeving; |
| 3° de uitdrukkelijke toestemming van de bevoegde overheid ontbreekt | 3° de uitdrukkelijke toestemming van de bevoegde overheid ontbreekt |
| voor een steunaanvraag met militaire affiniteit of voor een | voor een steunaanvraag met militaire affiniteit of voor een |
| steunaanvraag die projectresultaten beoogt of kan beogen voor | steunaanvraag die projectresultaten beoogt of kan beogen voor |
| militaire doeleinden; | militaire doeleinden; |
| 4° de activiteiten in de aanvraag voldoen na een evaluatie ten gronde | 4° de activiteiten in de aanvraag voldoen na een evaluatie ten gronde |
| niet aan de volgende vereisten: | niet aan de volgende vereisten: |
| a) voor activiteiten die worden uitgevoerd door organisaties voor | a) voor activiteiten die worden uitgevoerd door organisaties voor |
| onderzoek en kennisverspreiding: de vereisten om in aanmerking te | onderzoek en kennisverspreiding: de vereisten om in aanmerking te |
| komen als steunbare activiteiten, vermeld in artikel 7; | komen als steunbare activiteiten, vermeld in artikel 7; |
| b) voor activiteiten die worden uitgevoerd door Vlaamse | b) voor activiteiten die worden uitgevoerd door Vlaamse |
| overheidsorganisaties: de vereisten om in aanmerking te komen als | overheidsorganisaties: de vereisten om in aanmerking te komen als |
| steunbare activiteiten, vermeld in artikel 8; | steunbare activiteiten, vermeld in artikel 8; |
| 5° de aanvraag bevat geen of onvoldoende informatie over eigen | 5° de aanvraag bevat geen of onvoldoende informatie over eigen |
| budgettaire inbreng. | budgettaire inbreng. |
| § 2. In geval van een steunaanvraag voor een project collectief O&O en | § 2. In geval van een steunaanvraag voor een project collectief O&O en |
| collectieve kennisverspreiding geldt volgend additioneel element: | collectieve kennisverspreiding geldt volgend additioneel element: |
| 6° de steunaanvraag wordt onvoldoende ondersteund door intentiebrieven | 6° de steunaanvraag wordt onvoldoende ondersteund door intentiebrieven |
| van ondernemingen met o.a. een engagement tot cofinanciering die | van ondernemingen met o.a. een engagement tot cofinanciering die |
| vereist is om het project uit te voeren of te doen slagen, als het | vereist is om het project uit te voeren of te doen slagen, als het |
| steunpercentage lager is dan 100 %. | steunpercentage lager is dan 100 %. |
| Als een steunaanvraag beantwoordt aan de indieningsvoorwaarden van | Als een steunaanvraag beantwoordt aan de indieningsvoorwaarden van |
| andere lopende steunmaatregelen, kan het beslissingscomité bij het | andere lopende steunmaatregelen, kan het beslissingscomité bij het |
| Hermesfonds beslissen om het project binnen dat specifieke kader te | Hermesfonds beslissen om het project binnen dat specifieke kader te |
| behandelen, zonder dat een nieuwe aanvraag hoeft te worden ingediend. | behandelen, zonder dat een nieuwe aanvraag hoeft te worden ingediend. |
Art. 28.De steunaanvrager wordt schriftelijk op de hoogte gebracht |
Art. 28.De steunaanvrager wordt schriftelijk op de hoogte gebracht |
| van de steunbeslissing, binnen vijf werkdagen na de beslissing, | van de steunbeslissing, binnen vijf werkdagen na de beslissing, |
| vermeld in artikel 26. | vermeld in artikel 26. |
Art. 29.De startdatum van het project kan nooit vroeger zijn dan de |
Art. 29.De startdatum van het project kan nooit vroeger zijn dan de |
| datum van ontvangst van de steunaanvraag. | datum van ontvangst van de steunaanvraag. |
Art. 30.Het beslissingscomité bij het Hermesfonds sluit een |
Art. 30.Het beslissingscomité bij het Hermesfonds sluit een |
| steunovereenkomst met de steunaanvrager conform de voorwaarden, | steunovereenkomst met de steunaanvrager conform de voorwaarden, |
| vermeld in dit besluit, volgens een typeovereenkomst die goedgekeurd | vermeld in dit besluit, volgens een typeovereenkomst die goedgekeurd |
| is door het beslissingscomité bij het Hermesfonds. | is door het beslissingscomité bij het Hermesfonds. |
| HOOFDSTUK 5. - Opvolging van steundossiers | HOOFDSTUK 5. - Opvolging van steundossiers |
Art. 31.Het beslissingscomité bij het Hermesfonds houdt toezicht op |
Art. 31.Het beslissingscomité bij het Hermesfonds houdt toezicht op |
| de naleving van de voorwaarden en de aanwending van de steun door de | de naleving van de voorwaarden en de aanwending van de steun door de |
| begunstigden van de steun die krachtens dit besluit wordt toegekend. | begunstigden van de steun die krachtens dit besluit wordt toegekend. |
Art. 32.De begunstigde van de steun brengt op geregelde tijdstippen |
Art. 32.De begunstigde van de steun brengt op geregelde tijdstippen |
| en telkens als het beslissingscomité bij het Hermesfonds daarom | en telkens als het beslissingscomité bij het Hermesfonds daarom |
| verzoekt, schriftelijk verslag uit aan het beslissingscomité bij het | verzoekt, schriftelijk verslag uit aan het beslissingscomité bij het |
| Hermesfonds over de vordering van het project en de aanwending van de | Hermesfonds over de vordering van het project en de aanwending van de |
| steun. Na afloop van het project maakt hij een eindverslag op. | steun. Na afloop van het project maakt hij een eindverslag op. |
| De begunstigde van de steun brengt het beslissingscomité bij het | De begunstigde van de steun brengt het beslissingscomité bij het |
| Hermesfonds onmiddellijk en schriftelijk op de hoogte van elke | Hermesfonds onmiddellijk en schriftelijk op de hoogte van elke |
| gebeurtenis of omstandigheid die een impact heeft of kan hebben op de | gebeurtenis of omstandigheid die een impact heeft of kan hebben op de |
| ononderbroken en zorgvuldige uitvoering van het gesteunde project. | ononderbroken en zorgvuldige uitvoering van het gesteunde project. |
Art. 33.Als de voorwaarden, vermeld in het decreet van 21 december |
Art. 33.Als de voorwaarden, vermeld in het decreet van 21 december |
| 2001, in dit besluit, in de steunbeslissing of in de | 2001, in dit besluit, in de steunbeslissing of in de |
| steunovereenkomst, vermeld in artikel 30 van dit besluit, niet worden | steunovereenkomst, vermeld in artikel 30 van dit besluit, niet worden |
| nageleefd, kan het beslissingscomité bij het Hermesfonds de volgende | nageleefd, kan het beslissingscomité bij het Hermesfonds de volgende |
| maatregelen treffen: | maatregelen treffen: |
| 1° de steunaanvrager in gebreke stellen; | 1° de steunaanvrager in gebreke stellen; |
| 2° de uitbetaling van de steun opschorten voor alle projecten waarvoor | 2° de uitbetaling van de steun opschorten voor alle projecten waarvoor |
| het beslissingscomité bij het Hermesfonds steun heeft toegekend; | het beslissingscomité bij het Hermesfonds steun heeft toegekend; |
| 3° de steun niet uitbetalen; | 3° de steun niet uitbetalen; |
| 4° de steun herzien; | 4° de steun herzien; |
| 5° bijkomende voorwaarden opleggen. | 5° bijkomende voorwaarden opleggen. |
Art. 34.Het beslissingscomité bij het Hermesfonds vordert de steun |
Art. 34.Het beslissingscomité bij het Hermesfonds vordert de steun |
| terug binnen tien jaar na de ontvangst van de steunaanvraag, met | terug binnen tien jaar na de ontvangst van de steunaanvraag, met |
| behoud van de toepassing van de bepalingen in de wet van 16 mei 2003 | behoud van de toepassing van de bepalingen in de wet van 16 mei 2003 |
| tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de | tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de |
| begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de | begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de |
| gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de | gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de |
| controle door het Rekenhof, het decreet van 8 juli 2011 houdende | controle door het Rekenhof, het decreet van 8 juli 2011 houdende |
| regeling van de begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies | regeling van de begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies |
| en de controle op de aanwending ervan, en de controle door het | en de controle op de aanwending ervan, en de controle door het |
| Rekenhof en de wet van 7 juni 1994 tot wijziging van het koninklijk | Rekenhof en de wet van 7 juni 1994 tot wijziging van het koninklijk |
| besluit van 31 mei 1933 betreffende de verklaringen te doen in verband | besluit van 31 mei 1933 betreffende de verklaringen te doen in verband |
| met subsidies, vergoedingen en toelagen van elke aard, die geheel of | met subsidies, vergoedingen en toelagen van elke aard, die geheel of |
| gedeeltelijk ten laste van de Staat zijn, als: | gedeeltelijk ten laste van de Staat zijn, als: |
| 1° de voorwaarden, vermeld in artikel 41ter, § 2, van het decreet van | 1° de voorwaarden, vermeld in artikel 41ter, § 2, van het decreet van |
| 21 december 2001, de voorwaarden, vermeld in dit besluit, in de | 21 december 2001, de voorwaarden, vermeld in dit besluit, in de |
| steunbeslissing of in de steunovereenkomst, vermeld in artikel 30 van | steunbeslissing of in de steunovereenkomst, vermeld in artikel 30 van |
| dit besluit, gedurende de duur van de steunovereenkomst niet worden | dit besluit, gedurende de duur van de steunovereenkomst niet worden |
| nageleefd; | nageleefd; |
| 2° de wettelijke informatie- en raadplegingsprocedures bij collectief | 2° de wettelijke informatie- en raadplegingsprocedures bij collectief |
| ontslag binnen vijf jaar na de beëindiging van het project niet worden | ontslag binnen vijf jaar na de beëindiging van het project niet worden |
| nageleefd. | nageleefd. |
| In geval van terugvordering wordt de Europese referentierentevoet voor | In geval van terugvordering wordt de Europese referentierentevoet voor |
| de terugvordering van onrechtmatig verleende staatssteun toegepast, | de terugvordering van onrechtmatig verleende staatssteun toegepast, |
| die geldt op het moment van de steuntoekenning, vanaf het tijdstip van | die geldt op het moment van de steuntoekenning, vanaf het tijdstip van |
| de eerste ingebrekestelling. | de eerste ingebrekestelling. |
| HOOFDSTUK 6. - Georganiseerd beroep | HOOFDSTUK 6. - Georganiseerd beroep |
Art. 35.De steunaanvrager of de begunstigde van steun kan beroep |
Art. 35.De steunaanvrager of de begunstigde van steun kan beroep |
| aantekenen bij het beslissingscomité bij het Hermesfonds tegen de | aantekenen bij het beslissingscomité bij het Hermesfonds tegen de |
| volgende beslissingen: | volgende beslissingen: |
| 1° de beslissing van onontvankelijkheid; | 1° de beslissing van onontvankelijkheid; |
| 2° de beslissing tot weigering van de selectie van de steunaanvraag; | 2° de beslissing tot weigering van de selectie van de steunaanvraag; |
| 3° de beslissing tot weigering van de toekenning van de steun; | 3° de beslissing tot weigering van de toekenning van de steun; |
| 4° de beslissing tot ingebrekestelling; | 4° de beslissing tot ingebrekestelling; |
| 5° de beslissing tot herziening van de steun; | 5° de beslissing tot herziening van de steun; |
| 6° de beslissing tot terugvordering van steun. | 6° de beslissing tot terugvordering van steun. |
| Het georganiseerd beroep is niet mogelijk als het beslissingscomité | Het georganiseerd beroep is niet mogelijk als het beslissingscomité |
| bij het Hermesfonds beslist tot ingebrekestelling, herziening of | bij het Hermesfonds beslist tot ingebrekestelling, herziening of |
| terugvordering van de steun op grond van feiten die direct eenvoudig | terugvordering van de steun op grond van feiten die direct eenvoudig |
| vastgesteld kunnen worden. Dit betreft het niet tijdig indienen van de | vastgesteld kunnen worden. Dit betreft het niet tijdig indienen van de |
| verslaggeving vermeld in dit besluit. | verslaggeving vermeld in dit besluit. |
Art. 36.Het beroep wordt schriftelijk ingediend binnen dertig |
Art. 36.Het beroep wordt schriftelijk ingediend binnen dertig |
| werkdagen na de kennisgeving van de beslissing, vermeld in artikel 35, | werkdagen na de kennisgeving van de beslissing, vermeld in artikel 35, |
| eerste lid. | eerste lid. |
Art. 37.De verzoeker in beroep krijgt een schriftelijke |
Art. 37.De verzoeker in beroep krijgt een schriftelijke |
| ontvangstmelding binnen vijf werkdagen na de ontvangst van het beroep. | ontvangstmelding binnen vijf werkdagen na de ontvangst van het beroep. |
Art. 38.Het beslissingscomité bij het Hermesfonds beslist over het |
Art. 38.Het beslissingscomité bij het Hermesfonds beslist over het |
| beroep binnen zestig werkdagen na de ontvangst ervan. | beroep binnen zestig werkdagen na de ontvangst ervan. |
Art. 39.De verzoeker in beroep wordt schriftelijk op de hoogte |
Art. 39.De verzoeker in beroep wordt schriftelijk op de hoogte |
| gebracht van de beroepsbeslissing binnen twee werkdagen na de | gebracht van de beroepsbeslissing binnen twee werkdagen na de |
| beslissing, vermeld in artikel 38. | beslissing, vermeld in artikel 38. |
Art. 40.Het beslissingscomité bij het Hermesfonds kan een of meer |
Art. 40.Het beslissingscomité bij het Hermesfonds kan een of meer |
| externe deskundigen aanstellen en een bijkomend advies inwinnen. | externe deskundigen aanstellen en een bijkomend advies inwinnen. |
| In het geval, vermeld in het eerste lid, wordt de termijn, vermeld in | In het geval, vermeld in het eerste lid, wordt de termijn, vermeld in |
| artikel 39, met dertig werkdagen verlengd. | artikel 39, met dertig werkdagen verlengd. |
Art. 41.Het beslissingscomité bij het Hermesfonds werkt de nadere |
Art. 41.Het beslissingscomité bij het Hermesfonds werkt de nadere |
| modaliteiten uit voor de indiening en de behandeling van aanvragen | modaliteiten uit voor de indiening en de behandeling van aanvragen |
| voor een georganiseerd beroep. | voor een georganiseerd beroep. |
| HOOFDSTUK 7. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van | HOOFDSTUK 7. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van |
| 18 december 2015 houdende het beheer en de werking van het Fonds voor | 18 december 2015 houdende het beheer en de werking van het Fonds voor |
| Flankerend Economisch en Innovatiebeleid en de werking van het | Flankerend Economisch en Innovatiebeleid en de werking van het |
| beslissingscomité bij dat fonds | beslissingscomité bij dat fonds |
Art. 42.Aan artikel 6, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering |
Art. 42.Aan artikel 6, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering |
| van 18 december 2015 houdende het beheer en de werking van het Fonds | van 18 december 2015 houdende het beheer en de werking van het Fonds |
| voor Flankerend Economisch en Innovatiebeleid en de werking van het | voor Flankerend Economisch en Innovatiebeleid en de werking van het |
| beslissingscomité bij dat fonds, gewijzigd bij de besluiten van de | beslissingscomité bij dat fonds, gewijzigd bij de besluiten van de |
| Vlaamse Regering van 4 maart 2016, 12 mei 2017 en 22 december 2017, | Vlaamse Regering van 4 maart 2016, 12 mei 2017 en 22 december 2017, |
| wordt een punt 11° toegevoegd, dat luidt als volgt: | wordt een punt 11° toegevoegd, dat luidt als volgt: |
| "11° het besluit van de Vlaamse Regering van 25 mei 2018 tot regeling | "11° het besluit van de Vlaamse Regering van 25 mei 2018 tot regeling |
| van steun aan projecten van collectief onderzoek en ontwikkeling en | van steun aan projecten van collectief onderzoek en ontwikkeling en |
| collectieve kennisverspreiding.". | collectieve kennisverspreiding.". |
| HOOFDSTUK 8. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK 8. - Slotbepalingen |
Art. 43.Dit besluit treedt in werking op datum van goedkeuring. |
Art. 43.Dit besluit treedt in werking op datum van goedkeuring. |
Art. 44.De Vlaamse minister, bevoegd voor het technologisch |
Art. 44.De Vlaamse minister, bevoegd voor het technologisch |
| innovatiebeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit. | innovatiebeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit. |
| Brussel, 25 mei 2018. | Brussel, 25 mei 2018. |
| De minister-president van de Vlaamse Regering, | De minister-president van de Vlaamse Regering, |
| G. BOURGEOIS | G. BOURGEOIS |
| De Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport, | De Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport, |
| Ph. MUYTERS | Ph. MUYTERS |
| Bijlage. Kosten als vermeld in artikel 9 | Bijlage. Kosten als vermeld in artikel 9 |
| Als projectkosten kunnen in aanmerking worden genomen de kosten die, | Als projectkosten kunnen in aanmerking worden genomen de kosten die, |
| na de startdatum die is opgenomen in de steunovereenkomst, vermeld in | na de startdatum die is opgenomen in de steunovereenkomst, vermeld in |
| artikel 30, door de projectuitvoerders worden gemaakt en betaald zijn. | artikel 30, door de projectuitvoerders worden gemaakt en betaald zijn. |
| Die kosten moeten noodzakelijk zijn, rechtstreeks aan het project | Die kosten moeten noodzakelijk zijn, rechtstreeks aan het project |
| toegerekend kunnen worden en reëel zijn. | toegerekend kunnen worden en reëel zijn. |
| De projectkosten omvatten de volgende kosten: | De projectkosten omvatten de volgende kosten: |
| 1° personeelskosten voor onderzoekers, onderzoekstechnici en | 1° personeelskosten voor onderzoekers, onderzoekstechnici en |
| projectbeheerders voor onderzoek en ontwikkeling, alsook andere | projectbeheerders voor onderzoek en ontwikkeling, alsook andere |
| personeelsleden die zich met het project bezighouden; | personeelsleden die zich met het project bezighouden; |
| 2° overige werkingskosten, die de volgende kosten omvatten: | 2° overige werkingskosten, die de volgende kosten omvatten: |
| a) kosten van apparatuur, uitrusting, land en gebouwen die uitsluitend | a) kosten van apparatuur, uitrusting, land en gebouwen die uitsluitend |
| en permanent, behalve als ze op commerciële basis worden afgestaan, | en permanent, behalve als ze op commerciële basis worden afgestaan, |
| voor onderzoek worden gebruikt; | voor onderzoek worden gebruikt; |
| b) kosten die verschuldigd zijn aan derden voor advies en soortgelijke | b) kosten die verschuldigd zijn aan derden voor advies en soortgelijke |
| diensten, die uitsluitend voor de projectuitvoering worden gebruikt, | diensten, die uitsluitend voor de projectuitvoering worden gebruikt, |
| met inbegrip van uitbestede activiteiten, aangekochte technische | met inbegrip van uitbestede activiteiten, aangekochte technische |
| kennis, octrooien enzovoort; | kennis, octrooien enzovoort; |
| c) extra algemene kosten die rechtstreeks uit de projectuitvoering | c) extra algemene kosten die rechtstreeks uit de projectuitvoering |
| voortvloeien, maar die niet direct toewijsbaar zijn; | voortvloeien, maar die niet direct toewijsbaar zijn; |
| d) andere exploitatiekosten, zoals die van materiaal, leveranties en | d) andere exploitatiekosten, zoals die van materiaal, leveranties en |
| dergelijke, die rechtstreeks uit de projectuitvoering voortvloeien. | dergelijke, die rechtstreeks uit de projectuitvoering voortvloeien. |
| Het is toegestaan extra algemene kosten en andere exploitatiekosten | Het is toegestaan extra algemene kosten en andere exploitatiekosten |
| forfaitair te berekenen, met een maximum van 20 % van de directe | forfaitair te berekenen, met een maximum van 20 % van de directe |
| kosten. | kosten. |
| Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering | Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering |
| van 25 mei 2018 tot regeling van steun aan projecten van collectief | van 25 mei 2018 tot regeling van steun aan projecten van collectief |
| onderzoek en ontwikkeling en collectieve kennisverspreiding. | onderzoek en ontwikkeling en collectieve kennisverspreiding. |
| Brussel, 25 mei 2018. | Brussel, 25 mei 2018. |
| De minister-president van de Vlaamse Regering, | De minister-president van de Vlaamse Regering, |
| G. BOURGEOIS | G. BOURGEOIS |
| De Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport, | De Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport, |
| Ph. MUYTERS | Ph. MUYTERS |