← Terug naar "Besluit van de Vlaamse regering houdende organisatie van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij en de instellingsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel "
Besluit van de Vlaamse regering houdende organisatie van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij en de instellingsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel | Besluit van de Vlaamse regering houdende organisatie van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij en de instellingsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel |
---|---|
MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP | MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP |
23 MEI 2003. - Besluit van de Vlaamse regering houdende organisatie | 23 MEI 2003. - Besluit van de Vlaamse regering houdende organisatie |
van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij en de instellingsspecifieke | van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij en de instellingsspecifieke |
regeling van de rechtspositie van het personeel | regeling van de rechtspositie van het personeel |
De Vlaamse regering, | De Vlaamse regering, |
Gelet op het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, | Gelet op het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, |
inzonderheid op artikel 32, § 1; | inzonderheid op artikel 32, § 1; |
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 30 juni 2000 houdende | Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 30 juni 2000 houdende |
de regeling van de rechtspositie van sommige Vlaamse openbare | de regeling van de rechtspositie van sommige Vlaamse openbare |
instellingen, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 2 | instellingen, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 2 |
februari 2001 en van 1 juni 2001; | februari 2001 en van 1 juni 2001; |
Gelet op het advies van de directieraad van de Vlaamse | Gelet op het advies van de directieraad van de Vlaamse |
Huisvestingsmaatschappij, gegeven op 2 augustus 2001; | Huisvestingsmaatschappij, gegeven op 2 augustus 2001; |
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor | Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor |
Ambtenarenzaken, gegeven op 24 september 2001; | Ambtenarenzaken, gegeven op 24 september 2001; |
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 | Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 |
augustus 2002; | augustus 2002; |
Gelet op het protocol nr. 185558 van 29 oktober 2002 van het | Gelet op het protocol nr. 185558 van 29 oktober 2002 van het |
Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap - Vlaams Gewest; | Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap - Vlaams Gewest; |
Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering op 11 oktober 2002, | Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering op 11 oktober 2002, |
betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen een | betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen een |
maand; | maand; |
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 4 maart 2003 | Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 4 maart 2003 |
(nr. 34.608/3), met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de | (nr. 34.608/3), met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de |
gecoördineerde wetten op de Raad van State; | gecoördineerde wetten op de Raad van State; |
Op voorstel van de Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid, | Op voorstel van de Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid, |
Buitenlandse Handel en Huisvesting; | Buitenlandse Handel en Huisvesting; |
Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
Besluit : | Besluit : |
DEEL I. - TOEPASSINGSGEBIED EN ALGEMENE BEPALINGEN | DEEL I. - TOEPASSINGSGEBIED EN ALGEMENE BEPALINGEN |
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel I 1. Onverminderd de bepalingen van het besluit van de Vlaamse | Artikel I 1. Onverminderd de bepalingen van het besluit van de Vlaamse |
regering van 30 juni 2000 houdende de regeling van de rechtspositie | regering van 30 juni 2000 houdende de regeling van de rechtspositie |
van het personeel van sommige Vlaamse openbare instellingen, is dit | van het personeel van sommige Vlaamse openbare instellingen, is dit |
besluit van toepassing op het personeel van de Vlaamse | besluit van toepassing op het personeel van de Vlaamse |
Huisvestingsmaatschappij. | Huisvestingsmaatschappij. |
Dit besluit doet geen afbreuk aan andere reglementaire bepalingen die | Dit besluit doet geen afbreuk aan andere reglementaire bepalingen die |
op specifieke categorieën van dit personeel van toepassing zijn. | op specifieke categorieën van dit personeel van toepassing zijn. |
HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen | HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen |
Art. I 2. In aanvulling op artikel I 2 van het stambesluit VOI, wordt | Art. I 2. In aanvulling op artikel I 2 van het stambesluit VOI, wordt |
voor de toepassing van dit besluit verstaan onder : | voor de toepassing van dit besluit verstaan onder : |
1° stambesluit VOI : het besluit van de Vlaamse regering van 30 juni | 1° stambesluit VOI : het besluit van de Vlaamse regering van 30 juni |
2000 houdende de regeling van de rechtspositie van het personeel van | 2000 houdende de regeling van de rechtspositie van het personeel van |
sommige Vlaamse openbare instellingen; | sommige Vlaamse openbare instellingen; |
2° instelling : de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij; | 2° instelling : de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij; |
3° auditcomité : subcomité van de raad van bestuur samengesteld uit de | 3° auditcomité : subcomité van de raad van bestuur samengesteld uit de |
leidend ambtenaar en vier leden van de raad van bestuur, dat toeziet | leidend ambtenaar en vier leden van de raad van bestuur, dat toeziet |
op de toereikendheid van de interne controle binnen de instelling. | op de toereikendheid van de interne controle binnen de instelling. |
Art. I 3. Elke wijziging of aanvulling aan dit besluit wordt | Art. I 3. Elke wijziging of aanvulling aan dit besluit wordt |
onderworpen aan het voorafgaand advies van de directieraad van de | onderworpen aan het voorafgaand advies van de directieraad van de |
instelling. Het advies moet worden gegeven binnen de 30 kalenderdagen | instelling. Het advies moet worden gegeven binnen de 30 kalenderdagen |
nadat er om verzocht werd tenzij een andere termijn wordt bepaald die | nadat er om verzocht werd tenzij een andere termijn wordt bepaald die |
niet korter mag zijn dan 15 kalenderdagen. Deze termijnen worden | niet korter mag zijn dan 15 kalenderdagen. Deze termijnen worden |
opgeschort in de maand augustus. Indien het advies niet binnen deze | opgeschort in de maand augustus. Indien het advies niet binnen deze |
termijn is gegeven, mag aan de adviesvereiste worden voorbijgegaan. | termijn is gegeven, mag aan de adviesvereiste worden voorbijgegaan. |
DEEL II. - WERKING VAN DE INSTELLING | DEEL II. - WERKING VAN DE INSTELLING |
HOOFDSTUK I. - De leidend ambtenaar | HOOFDSTUK I. - De leidend ambtenaar |
Art. II 1. De leidend ambtenaar woont de raad van bestuur bij. Hij | Art. II 1. De leidend ambtenaar woont de raad van bestuur bij. Hij |
heeft raadgevende stem. De leidend ambtenaar is belast met de | heeft raadgevende stem. De leidend ambtenaar is belast met de |
uitvoering van de beslissingen, door de raad van bestuur en de | uitvoering van de beslissingen, door de raad van bestuur en de |
algemene vergadering genomen. | algemene vergadering genomen. |
De leidend ambtenaar is verantwoordelijk voor de organisatie en het | De leidend ambtenaar is verantwoordelijk voor de organisatie en het |
bestuur van de instelling. Hij coördineert de werkzaamheden van de | bestuur van de instelling. Hij coördineert de werkzaamheden van de |
instelling en is belast met het toezicht op de werking ervan. | instelling en is belast met het toezicht op de werking ervan. |
Hij draagt zorg voor de coördinatie en de integratie van het beleid | Hij draagt zorg voor de coördinatie en de integratie van het beleid |
binnen de instelling en voor de relatie tussen de personeelsleden | binnen de instelling en voor de relatie tussen de personeelsleden |
enerzijds en de raad van bestuur, de minister en andere bevoegde leden | enerzijds en de raad van bestuur, de minister en andere bevoegde leden |
van de Vlaamse regering anderzijds. | van de Vlaamse regering anderzijds. |
Hij vertegenwoordigt de instelling ten opzichte van derden in alle | Hij vertegenwoordigt de instelling ten opzichte van derden in alle |
verrichtingen die op dat dagelijks bestuur betrekking hebben en | verrichtingen die op dat dagelijks bestuur betrekking hebben en |
ondertekent alle overeenkomsten die door de maatschappij worden | ondertekent alle overeenkomsten die door de maatschappij worden |
aangegaan. | aangegaan. |
Hij levert afschriften en uittreksels uit de verslagen van de raad van | Hij levert afschriften en uittreksels uit de verslagen van de raad van |
bestuur en de algemene vergadering af. | bestuur en de algemene vergadering af. |
De rechtsvorderingen worden op verzoek van de leidend ambtenaar | De rechtsvorderingen worden op verzoek van de leidend ambtenaar |
ingesteld. | ingesteld. |
De leidend ambtenaar verleent opheffing van alle bevoorrechte en | De leidend ambtenaar verleent opheffing van alle bevoorrechte en |
hypothecaire inschrijvingen, wanneer de kwijtschelding van de schuld | hypothecaire inschrijvingen, wanneer de kwijtschelding van de schuld |
uit de akte blijkt. | uit de akte blijkt. |
De leidend ambtenaar mag onder zijn verantwoordelijkheid de hierboven | De leidend ambtenaar mag onder zijn verantwoordelijkheid de hierboven |
vermelde bevoegdheden betreffende het dagelijks bestuur aan één of | vermelde bevoegdheden betreffende het dagelijks bestuur aan één of |
meerdere ambtenaren van de instelling overdragen. | meerdere ambtenaren van de instelling overdragen. |
De leidend ambtenaar oefent gezag uit over het personeel van de | De leidend ambtenaar oefent gezag uit over het personeel van de |
instelling en zorgt voor de tucht, de orde en de organisatie van de | instelling en zorgt voor de tucht, de orde en de organisatie van de |
afdelingen. | afdelingen. |
HOOFDSTUK II. - De adjunct-leidend ambtenaar | HOOFDSTUK II. - De adjunct-leidend ambtenaar |
Art. II 2. De adjunct-leidend ambtenaar staat de leidend ambtenaar | Art. II 2. De adjunct-leidend ambtenaar staat de leidend ambtenaar |
bij, vervangt hem in geval van afwezigheid of verhindering en oefent | bij, vervangt hem in geval van afwezigheid of verhindering en oefent |
de bevoegdheden uit die hem door de leidend ambtenaar worden | de bevoegdheden uit die hem door de leidend ambtenaar worden |
overgedragen. Hij rapporteert periodiek aan de leidend ambtenaar over | overgedragen. Hij rapporteert periodiek aan de leidend ambtenaar over |
het gebruik van de aan hem gedelegeerde bevoegdheden. | het gebruik van de aan hem gedelegeerde bevoegdheden. |
De adjunct-leidend ambtenaar woont de raad van bestuur bij. Hij heeft | De adjunct-leidend ambtenaar woont de raad van bestuur bij. Hij heeft |
raadgevende stem. | raadgevende stem. |
DEEL III. - DE STAGE | DEEL III. - DE STAGE |
TITEL 1. - De stage | TITEL 1. - De stage |
Art. III 1. In afwijking van artikel VII 17 van het stambesluit VOI, | Art. III 1. In afwijking van artikel VII 17 van het stambesluit VOI, |
wordt elke stagiair begeleid door een ambtenaar van zijn afdeling of | wordt elke stagiair begeleid door een ambtenaar van zijn afdeling of |
van een andere afdeling van de instelling. | van een andere afdeling van de instelling. |
TITEL 2. - Overgangsbepaling | TITEL 2. - Overgangsbepaling |
Art. III 2. In afwijking van artikel VII 2, 2° van het stambesluit | Art. III 2. In afwijking van artikel VII 2, 2° van het stambesluit |
VOI, is het doorlopen van een stage niet van toepassing op de | VOI, is het doorlopen van een stage niet van toepassing op de |
geslaagde voor een vergelijkend examen voor overgang naar het andere | geslaagde voor een vergelijkend examen voor overgang naar het andere |
niveau, dat afgesloten werd vóór 1 januari 1995. | niveau, dat afgesloten werd vóór 1 januari 1995. |
DEEL IV. - DE ADMINISTRATIEVE LOOPBAAN | DEEL IV. - DE ADMINISTRATIEVE LOOPBAAN |
TITEL 1. - De functioneringsevaluatie | TITEL 1. - De functioneringsevaluatie |
Art. IV 1. Met het oog op de evaluatie van de adjunct-leidend | Art. IV 1. Met het oog op de evaluatie van de adjunct-leidend |
ambtenaar en ter voorbereiding van het verslag, bevraagt de externe | ambtenaar en ter voorbereiding van het verslag, bevraagt de externe |
evaluatie-instantie, bedoeld in artikel VIII 10 van het stambesluit | evaluatie-instantie, bedoeld in artikel VIII 10 van het stambesluit |
VOI, eveneens de leidend ambtenaar en de afdelingshoofden. | VOI, eveneens de leidend ambtenaar en de afdelingshoofden. |
Art. IV 2. § 1. Het personeelslid belast met de functionele leiding | Art. IV 2. § 1. Het personeelslid belast met de functionele leiding |
van een stafdienst of het personeelslid in een individuele staffunctie | van een stafdienst of het personeelslid in een individuele staffunctie |
wordt geëvalueerd door de adjunct-leidend ambtenaar en de leidend | wordt geëvalueerd door de adjunct-leidend ambtenaar en de leidend |
ambtenaar. | ambtenaar. |
§ 2. Het hoofd van de interne audit wordt geëvalueerd door de leidend | § 2. Het hoofd van de interne audit wordt geëvalueerd door de leidend |
ambtenaar; het auditcomité treedt op als tweede evaluator en kan zich | ambtenaar; het auditcomité treedt op als tweede evaluator en kan zich |
hierin laten bijstaan door een adviesverlenende externe instantie. | hierin laten bijstaan door een adviesverlenende externe instantie. |
TITEL 2. - Overgangsbepaling | TITEL 2. - Overgangsbepaling |
Art. IV 3. De ambtenaar die vóór 1 juni 1995 titularis was van de | Art. IV 3. De ambtenaar die vóór 1 juni 1995 titularis was van de |
begingraad (rang 10) in de vlakke loopbaan van ingenieur heeft in | begingraad (rang 10) in de vlakke loopbaan van ingenieur heeft in |
afwijking van artikel VIII 80, § 1-1°, van het stambesluit VOI een | afwijking van artikel VIII 80, § 1-1°, van het stambesluit VOI een |
functionele loopbaan in de graad van ingenieur, bestaande uit de | functionele loopbaan in de graad van ingenieur, bestaande uit de |
salarisschalen A 121, A 122, A 123 en A 124. De tweede, derde en | salarisschalen A 121, A 122, A 123 en A 124. De tweede, derde en |
vierde salarisschaal wordt bereikt na respectievelijk 6 jaar, 12 jaar | vierde salarisschaal wordt bereikt na respectievelijk 6 jaar, 12 jaar |
en 4 jaar schaalanciënniteit. | en 4 jaar schaalanciënniteit. |
DEEL V. - TUCHTREGELING | DEEL V. - TUCHTREGELING |
Art. V 1. In afwijking van artikel IX 9 van het stambesluit VOI, wordt | Art. V 1. In afwijking van artikel IX 9 van het stambesluit VOI, wordt |
de tuchtstraf voor het hoofd van de interne audit uitgesproken door de | de tuchtstraf voor het hoofd van de interne audit uitgesproken door de |
raad van bestuur. | raad van bestuur. |
Art. V 2. In afwijking van artikel IX 10 van het stambesluit VOI, | Art. V 2. In afwijking van artikel IX 10 van het stambesluit VOI, |
wordt de tuchtstraf na het advies van de raad van beroep voor het | wordt de tuchtstraf na het advies van de raad van beroep voor het |
hoofd van de interne audit definitief uitgesproken door de minister. | hoofd van de interne audit definitief uitgesproken door de minister. |
DEEL VI. - HET VERLOF EN DE ADMINISTRATIEVE TOESTAND TIJDENS VERLOF | DEEL VI. - HET VERLOF EN DE ADMINISTRATIEVE TOESTAND TIJDENS VERLOF |
Art. VI 1. In afwijking van artikel XI 50, tweede lid en van artikel | Art. VI 1. In afwijking van artikel XI 50, tweede lid en van artikel |
XI 50bis van het stambesluit VOI, kan de ambtenaar van minstens 50 | XI 50bis van het stambesluit VOI, kan de ambtenaar van minstens 50 |
jaar die halftijdse loopbaanonderbreking neemt tot aan de | jaar die halftijdse loopbaanonderbreking neemt tot aan de |
pensioenleeftijd, vervangen worden door een contractueel | pensioenleeftijd, vervangen worden door een contractueel |
personeelslid. | personeelslid. |
DEEL VII. - GELDELIJK STATUUT | DEEL VII. - GELDELIJK STATUUT |
TITEL 1. - Toelage voor gevaarlijk, ongezond of hinderlijk werk | TITEL 1. - Toelage voor gevaarlijk, ongezond of hinderlijk werk |
Art. VII 1. De lijst van werken die als gevaarlijk-, ongezond- of | Art. VII 1. De lijst van werken die als gevaarlijk-, ongezond- of |
hinderlijk worden beschouwd, is opgenomen in bijlage 1 van dit | hinderlijk worden beschouwd, is opgenomen in bijlage 1 van dit |
besluit. | besluit. |
TITEL 2. - Sociale voordelen | TITEL 2. - Sociale voordelen |
Art. VII 2. Aan de ambtenaren en de stagiairs van de instelling worden | Art. VII 2. Aan de ambtenaren en de stagiairs van de instelling worden |
overeenkomstig de geldende federale reglementeringen maaltijdcheques | overeenkomstig de geldende federale reglementeringen maaltijdcheques |
toegekend. | toegekend. |
Het aantal maaltijdcheques dat de ambtenaar of de stagiair ontvangt, | Het aantal maaltijdcheques dat de ambtenaar of de stagiair ontvangt, |
moet gelijk zijn aan het aantal dagen waarop het personeelslid | moet gelijk zijn aan het aantal dagen waarop het personeelslid |
effectief arbeidsprestaties levert. | effectief arbeidsprestaties levert. |
TITEL 3. - Verhoogde rente in geval van arbeidsongeval en ongeval op | TITEL 3. - Verhoogde rente in geval van arbeidsongeval en ongeval op |
de weg naar en van het werk | de weg naar en van het werk |
Art. VII 3. Voor de toepassing van de wet van 3 juli 1967 betreffende | Art. VII 3. Voor de toepassing van de wet van 3 juli 1967 betreffende |
de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor | de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor |
ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de | ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de |
overheidssector wordt de rente in geval van blijvende invaliditeit en | overheidssector wordt de rente in geval van blijvende invaliditeit en |
in geval van overlijden, toegekend ingevolge een arbeidsongeval of een | in geval van overlijden, toegekend ingevolge een arbeidsongeval of een |
ongeval op de weg naar en van het werk, berekend op basis van de | ongeval op de weg naar en van het werk, berekend op basis van de |
jaarlijkse bezoldiging van het personeelslid, beperkt tot 123.946,76 | jaarlijkse bezoldiging van het personeelslid, beperkt tot 123.946,76 |
euro per jaar en per persoon. | euro per jaar en per persoon. |
TITEL 4. - Overgangsbepaling | TITEL 4. - Overgangsbepaling |
Art. VII 4. In afwijking van artikel XIII 11 van het stambesluit VOI | Art. VII 4. In afwijking van artikel XIII 11 van het stambesluit VOI |
wordt voor de administrateur-generaal de nuttige ervaring in de | wordt voor de administrateur-generaal de nuttige ervaring in de |
privé-sector als voorgaande diensten aanvaard. | privé-sector als voorgaande diensten aanvaard. |
DEEL VIII. - DE RECHTSPOSITIE VAN HET CONTRACTUEEL PERSONEEL VAN DE | DEEL VIII. - DE RECHTSPOSITIE VAN HET CONTRACTUEEL PERSONEEL VAN DE |
INSTELLING | INSTELLING |
Art. VIII 1. Het contractuele personeelslid ontvangt maaltijdcheques | Art. VIII 1. Het contractuele personeelslid ontvangt maaltijdcheques |
volgens dezelfde regeling als de ambtenaar. | volgens dezelfde regeling als de ambtenaar. |
DEEL IX. - SLOTBEPALINGEN | DEEL IX. - SLOTBEPALINGEN |
Art. IX 1. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2000. | Art. IX 1. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2000. |
Art. IX 2. De Vlaamse minister bevoegd voor de Huisvesting is belast | Art. IX 2. De Vlaamse minister bevoegd voor de Huisvesting is belast |
met de uitvoering van dit besluit. | met de uitvoering van dit besluit. |
Brussel, 23 mei 2003. | Brussel, 23 mei 2003. |
De minister-president van de Vlaamse regering, | De minister-president van de Vlaamse regering, |
P. DEWAEL | P. DEWAEL |
De Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid, Buitenlandse | De Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid, Buitenlandse |
Handel en Huisvesting | Handel en Huisvesting |
J. GABRIELS | J. GABRIELS |
BIJLAGE 1/1 | BIJLAGE 1/1 |
LIJST VAN GEVAARLIJKE-, ONGEZONDE OF HINDERLIJKE WERKEN | LIJST VAN GEVAARLIJKE-, ONGEZONDE OF HINDERLIJKE WERKEN |
Werk met de handslijpmachine, snijmachine, zaagmachine, boormachine of | Werk met de handslijpmachine, snijmachine, zaagmachine, boormachine of |
een andere sneldraaiende machine. | een andere sneldraaiende machine. |
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering | Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering |
van 23 mei 2003 houdende organisatie van de Vlaamse | van 23 mei 2003 houdende organisatie van de Vlaamse |
Huisvestingsmaatschappij en de instellingsspecifieke regeling van de | Huisvestingsmaatschappij en de instellingsspecifieke regeling van de |
rechtspositie van het personeel. | rechtspositie van het personeel. |
Brussel, 23 mei 2003. | Brussel, 23 mei 2003. |
De minister-president van de Vlaamse regering, | De minister-president van de Vlaamse regering, |
P. DEWAEL | P. DEWAEL |
De Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid, Buitenlandse | De Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid, Buitenlandse |
Handel en Huisvesting | Handel en Huisvesting |
J. GABRIELS | J. GABRIELS |