Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 23 mei 2003
gepubliceerd op 12 juni 2003

Besluit van de Vlaamse regering houdende organisatie van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij en de instellingsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2003035604
pub.
12/06/2003
prom.
23/05/2003
ELI
eli/besluit/2003/05/23/2003035604/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP


23 MEI 2003. - Besluit van de Vlaamse regering houdende organisatie van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij en de instellingsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel


De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, inzonderheid op artikel 32, § 1;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 30 juni 2000 houdende de regeling van de rechtspositie van sommige Vlaamse openbare instellingen, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 2 februari 2001 en van 1 juni 2001;

Gelet op het advies van de directieraad van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij, gegeven op 2 augustus 2001;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor Ambtenarenzaken, gegeven op 24 september 2001;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 augustus 2002;

Gelet op het protocol nr. 185558 van 29 oktober 2002 van het Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap - Vlaams Gewest;

Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering op 11 oktober 2002, betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen een maand;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 4 maart 2003 (nr. 34.608/3), met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid, Buitenlandse Handel en Huisvesting;

Na beraadslaging, Besluit : DEEL I. - TOEPASSINGSGEBIED EN ALGEMENE BEPALINGEN HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied Artikel I 1. Onverminderd de bepalingen van het besluit van de Vlaamse regering van 30 juni 2000 houdende de regeling van de rechtspositie van het personeel van sommige Vlaamse openbare instellingen, is dit besluit van toepassing op het personeel van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij.

Dit besluit doet geen afbreuk aan andere reglementaire bepalingen die op specifieke categorieën van dit personeel van toepassing zijn.

HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen Art. I 2. In aanvulling op artikel I 2 van het stambesluit VOI, wordt voor de toepassing van dit besluit verstaan onder : 1° stambesluit VOI : het besluit van de Vlaamse regering van 30 juni 2000 houdende de regeling van de rechtspositie van het personeel van sommige Vlaamse openbare instellingen;2° instelling : de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij;3° auditcomité : subcomité van de raad van bestuur samengesteld uit de leidend ambtenaar en vier leden van de raad van bestuur, dat toeziet op de toereikendheid van de interne controle binnen de instelling. Art. I 3. Elke wijziging of aanvulling aan dit besluit wordt onderworpen aan het voorafgaand advies van de directieraad van de instelling. Het advies moet worden gegeven binnen de 30 kalenderdagen nadat er om verzocht werd tenzij een andere termijn wordt bepaald die niet korter mag zijn dan 15 kalenderdagen. Deze termijnen worden opgeschort in de maand augustus. Indien het advies niet binnen deze termijn is gegeven, mag aan de adviesvereiste worden voorbijgegaan.

DEEL II. - WERKING VAN DE INSTELLING HOOFDSTUK I. - De leidend ambtenaar Art. II 1. De leidend ambtenaar woont de raad van bestuur bij. Hij heeft raadgevende stem. De leidend ambtenaar is belast met de uitvoering van de beslissingen, door de raad van bestuur en de algemene vergadering genomen.

De leidend ambtenaar is verantwoordelijk voor de organisatie en het bestuur van de instelling. Hij coördineert de werkzaamheden van de instelling en is belast met het toezicht op de werking ervan.

Hij draagt zorg voor de coördinatie en de integratie van het beleid binnen de instelling en voor de relatie tussen de personeelsleden enerzijds en de raad van bestuur, de minister en andere bevoegde leden van de Vlaamse regering anderzijds.

Hij vertegenwoordigt de instelling ten opzichte van derden in alle verrichtingen die op dat dagelijks bestuur betrekking hebben en ondertekent alle overeenkomsten die door de maatschappij worden aangegaan.

Hij levert afschriften en uittreksels uit de verslagen van de raad van bestuur en de algemene vergadering af.

De rechtsvorderingen worden op verzoek van de leidend ambtenaar ingesteld.

De leidend ambtenaar verleent opheffing van alle bevoorrechte en hypothecaire inschrijvingen, wanneer de kwijtschelding van de schuld uit de akte blijkt.

De leidend ambtenaar mag onder zijn verantwoordelijkheid de hierboven vermelde bevoegdheden betreffende het dagelijks bestuur aan één of meerdere ambtenaren van de instelling overdragen.

De leidend ambtenaar oefent gezag uit over het personeel van de instelling en zorgt voor de tucht, de orde en de organisatie van de afdelingen.

HOOFDSTUK II. - De adjunct-leidend ambtenaar Art. II 2. De adjunct-leidend ambtenaar staat de leidend ambtenaar bij, vervangt hem in geval van afwezigheid of verhindering en oefent de bevoegdheden uit die hem door de leidend ambtenaar worden overgedragen. Hij rapporteert periodiek aan de leidend ambtenaar over het gebruik van de aan hem gedelegeerde bevoegdheden.

De adjunct-leidend ambtenaar woont de raad van bestuur bij. Hij heeft raadgevende stem.

DEEL III. - DE STAGE TITEL 1. - De stage Art. III 1. In afwijking van artikel VII 17 van het stambesluit VOI, wordt elke stagiair begeleid door een ambtenaar van zijn afdeling of van een andere afdeling van de instelling.

TITEL 2. - Overgangsbepaling Art. III 2. In afwijking van artikel VII 2, 2° van het stambesluit VOI, is het doorlopen van een stage niet van toepassing op de geslaagde voor een vergelijkend examen voor overgang naar het andere niveau, dat afgesloten werd vóór 1 januari 1995.

DEEL IV. - DE ADMINISTRATIEVE LOOPBAAN TITEL 1. - De functioneringsevaluatie Art. IV 1. Met het oog op de evaluatie van de adjunct-leidend ambtenaar en ter voorbereiding van het verslag, bevraagt de externe evaluatie-instantie, bedoeld in artikel VIII 10 van het stambesluit VOI, eveneens de leidend ambtenaar en de afdelingshoofden.

Art. IV 2. § 1. Het personeelslid belast met de functionele leiding van een stafdienst of het personeelslid in een individuele staffunctie wordt geëvalueerd door de adjunct-leidend ambtenaar en de leidend ambtenaar. § 2. Het hoofd van de interne audit wordt geëvalueerd door de leidend ambtenaar; het auditcomité treedt op als tweede evaluator en kan zich hierin laten bijstaan door een adviesverlenende externe instantie.

TITEL 2. - Overgangsbepaling Art. IV 3. De ambtenaar die vóór 1 juni 1995 titularis was van de begingraad (rang 10) in de vlakke loopbaan van ingenieur heeft in afwijking van artikel VIII 80, § 1-1°, van het stambesluit VOI een functionele loopbaan in de graad van ingenieur, bestaande uit de salarisschalen A 121, A 122, A 123 en A 124. De tweede, derde en vierde salarisschaal wordt bereikt na respectievelijk 6 jaar, 12 jaar en 4 jaar schaalanciënniteit.

DEEL V. - TUCHTREGELING Art. V 1. In afwijking van artikel IX 9 van het stambesluit VOI, wordt de tuchtstraf voor het hoofd van de interne audit uitgesproken door de raad van bestuur.

Art. V 2. In afwijking van artikel IX 10 van het stambesluit VOI, wordt de tuchtstraf na het advies van de raad van beroep voor het hoofd van de interne audit definitief uitgesproken door de minister.

DEEL VI. - HET VERLOF EN DE ADMINISTRATIEVE TOESTAND TIJDENS VERLOF Art. VI 1. In afwijking van artikel XI 50, tweede lid en van artikel XI 50bis van het stambesluit VOI, kan de ambtenaar van minstens 50 jaar die halftijdse loopbaanonderbreking neemt tot aan de pensioenleeftijd, vervangen worden door een contractueel personeelslid.

DEEL VII. - GELDELIJK STATUUT TITEL 1. - Toelage voor gevaarlijk, ongezond of hinderlijk werk Art. VII 1. De lijst van werken die als gevaarlijk-, ongezond- of hinderlijk worden beschouwd, is opgenomen in bijlage 1 van dit besluit.

TITEL 2. - Sociale voordelen Art. VII 2. Aan de ambtenaren en de stagiairs van de instelling worden overeenkomstig de geldende federale reglementeringen maaltijdcheques toegekend.

Het aantal maaltijdcheques dat de ambtenaar of de stagiair ontvangt, moet gelijk zijn aan het aantal dagen waarop het personeelslid effectief arbeidsprestaties levert.

TITEL 3. - Verhoogde rente in geval van arbeidsongeval en ongeval op de weg naar en van het werk Art. VII 3. Voor de toepassing van de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector wordt de rente in geval van blijvende invaliditeit en in geval van overlijden, toegekend ingevolge een arbeidsongeval of een ongeval op de weg naar en van het werk, berekend op basis van de jaarlijkse bezoldiging van het personeelslid, beperkt tot 123.946,76 euro per jaar en per persoon.

TITEL 4. - Overgangsbepaling Art. VII 4. In afwijking van artikel XIII 11 van het stambesluit VOI wordt voor de administrateur-generaal de nuttige ervaring in de privé-sector als voorgaande diensten aanvaard.

DEEL VIII. - DE RECHTSPOSITIE VAN HET CONTRACTUEEL PERSONEEL VAN DE INSTELLING Art. VIII 1. Het contractuele personeelslid ontvangt maaltijdcheques volgens dezelfde regeling als de ambtenaar.

DEEL IX. - SLOTBEPALINGEN Art. IX 1. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2000.

Art. IX 2. De Vlaamse minister bevoegd voor de Huisvesting is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 23 mei 2003.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid, Buitenlandse Handel en Huisvesting J. GABRIELS

BIJLAGE 1/1 LIJST VAN GEVAARLIJKE-, ONGEZONDE OF HINDERLIJKE WERKEN Werk met de handslijpmachine, snijmachine, zaagmachine, boormachine of een andere sneldraaiende machine.

Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003 houdende organisatie van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij en de instellingsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel.

Brussel, 23 mei 2003.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid, Buitenlandse Handel en Huisvesting J. GABRIELS

^