Besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van nadere regels voor de organisatie en de werkwijze van de Hoge Raad voor het Herstelbeleid | Besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van nadere regels voor de organisatie en de werkwijze van de Hoge Raad voor het Herstelbeleid |
---|---|
MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP | MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP |
23 APRIL 2004. - Besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van | 23 APRIL 2004. - Besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van |
nadere regels voor de organisatie en de werkwijze van de Hoge Raad | nadere regels voor de organisatie en de werkwijze van de Hoge Raad |
voor het Herstelbeleid | voor het Herstelbeleid |
Gelet op het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de | Gelet op het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de |
ruimtelijke ordening, inzonderheid op artikel 9bis, ingevoegd bij het | ruimtelijke ordening, inzonderheid op artikel 9bis, ingevoegd bij het |
decreet van 4 juni 2003; | decreet van 4 juni 2003; |
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor Begroting, | Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor Begroting, |
gegeven op 5 maart 2004; | gegeven op 5 maart 2004; |
Gelet op het advies 36.767/1 van de Raad van State, gegeven op 30 | Gelet op het advies 36.767/1 van de Raad van State, gegeven op 30 |
maart 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de | maart 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de |
gecoördineerde wetten op de Raad van State; | gecoördineerde wetten op de Raad van State; |
Op voorstel van de Vlaamse minister van Financiën en Begroting, | Op voorstel van de Vlaamse minister van Financiën en Begroting, |
Ruimtelijke Ordening, Wetenschappen en Technologische Innovatie, | Ruimtelijke Ordening, Wetenschappen en Technologische Innovatie, |
Besluit : | Besluit : |
HOOFDSTUK I | HOOFDSTUK I |
Procedure tot aanstelling van de voorzitter, de leden en de secretaris | Procedure tot aanstelling van de voorzitter, de leden en de secretaris |
van de Hoge Raad voor het Herstelbeleid | van de Hoge Raad voor het Herstelbeleid |
Artikel 1.§ 1. Voor de eerste benoeming en bij de beëindiging van het |
Artikel 1.§ 1. Voor de eerste benoeming en bij de beëindiging van het |
mandaat van voorzitter of lid van de Hoge Raad voor het Herstelbeleid | mandaat van voorzitter of lid van de Hoge Raad voor het Herstelbeleid |
wordt een oproep tot de kandidaten bekendgemaakt in het Belgisch | wordt een oproep tot de kandidaten bekendgemaakt in het Belgisch |
Staatsblad. Hetzelfde gebeurt voor de benoeming tot vaste secretaris | Staatsblad. Hetzelfde gebeurt voor de benoeming tot vaste secretaris |
van de Hoge Raad voor het Herstelbeleid. | van de Hoge Raad voor het Herstelbeleid. |
De kandidaturen moeten binnen een termijn van een maand na de oproep | De kandidaturen moeten binnen een termijn van een maand na de oproep |
bij een ter post aangetekende brief worden gericht aan de Vlaams | bij een ter post aangetekende brief worden gericht aan de Vlaams |
minister bevoegd voor ruimtelijke ordening. | minister bevoegd voor ruimtelijke ordening. |
§ 2 De Vlaamse regering benoemt de leden bedoeld in het derde lid, 1° | § 2 De Vlaamse regering benoemt de leden bedoeld in het derde lid, 1° |
en 2° van artikel 9bis, § 2 van het decreet van 18 mei 1999 houdende | en 2° van artikel 9bis, § 2 van het decreet van 18 mei 1999 houdende |
de organisatie van de ruimtelijke ordening, hierna te noemen het | de organisatie van de ruimtelijke ordening, hierna te noemen het |
decreet, onder de kandiderende beroepsmagistraten die door hun diploma | decreet, onder de kandiderende beroepsmagistraten die door hun diploma |
bewijzen dat zij de examens van doctor of licentiaat in de rechten in | bewijzen dat zij de examens van doctor of licentiaat in de rechten in |
het Nederlands hebben afgelegd. | het Nederlands hebben afgelegd. |
§ 3 De Vlaamse regering benoemt de leden bedoeld in het derde lid, 3° | § 3 De Vlaamse regering benoemt de leden bedoeld in het derde lid, 3° |
en 4° van artikel 9bis, § 2 van het decreet onder de kandidaten na | en 4° van artikel 9bis, § 2 van het decreet onder de kandidaten na |
vergelijking van hun aangetoonde relevante werkervaring. | vergelijking van hun aangetoonde relevante werkervaring. |
HOOFDSTUK II | HOOFDSTUK II |
Nadere regels voor de vergoeding, reis- en verblijfskosten van de Hoge | Nadere regels voor de vergoeding, reis- en verblijfskosten van de Hoge |
Raad voor het Herstelbeleid | Raad voor het Herstelbeleid |
Art. 2.De werkingsmiddelen die de Vlaamse regering overeenkomstig |
Art. 2.De werkingsmiddelen die de Vlaamse regering overeenkomstig |
artikel 9bis, § 6 van het decreet aan de Hoge Raad voor het | artikel 9bis, § 6 van het decreet aan de Hoge Raad voor het |
Herstelbeleid ter beschikking stelt, worden beheerd door de voorzitter | Herstelbeleid ter beschikking stelt, worden beheerd door de voorzitter |
van de Hoge Raad voor het Herstelbeleid. | van de Hoge Raad voor het Herstelbeleid. |
Voor de normale materiële uitrusting van het secretariaat van de Hoge | Voor de normale materiële uitrusting van het secretariaat van de Hoge |
Raad voor het Herstelbeleid zorgt het intern verzelfstandigd | Raad voor het Herstelbeleid zorgt het intern verzelfstandigd |
agentschap Inspectie Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend | agentschap Inspectie Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend |
Erfgoed ten laste van haar algemene werkingsmiddelen. | Erfgoed ten laste van haar algemene werkingsmiddelen. |
De presentiegelden, reis- en verblijfskosten van de voorzitter en de | De presentiegelden, reis- en verblijfskosten van de voorzitter en de |
leden komen ten laste van de in het eerste lid vermelde | leden komen ten laste van de in het eerste lid vermelde |
werkingsmiddelen en worden als volgt vastgesteld : | werkingsmiddelen en worden als volgt vastgesteld : |
-aan de voorzitter van de Hoge Raad voor het Herstelbeleid wordt een | -aan de voorzitter van de Hoge Raad voor het Herstelbeleid wordt een |
forfaitaire jaarlijkse vergoeding van 12.500 euro/jaar toegekend; | forfaitaire jaarlijkse vergoeding van 12.500 euro/jaar toegekend; |
- aan de leden en de vaste secretaris wordt een jaarlijkse forfaitaire | - aan de leden en de vaste secretaris wordt een jaarlijkse forfaitaire |
vergoeding van 7.500 euro/jaar toegekend; | vergoeding van 7.500 euro/jaar toegekend; |
- aan de voorzitter, de leden en de vaste secretaris kan | - aan de voorzitter, de leden en de vaste secretaris kan |
presentatiegeld worden toegekend van 37,5 euro per zitting met een | presentatiegeld worden toegekend van 37,5 euro per zitting met een |
maximum van 1.500 euro per jaar; Per dag kan maar één keer | maximum van 1.500 euro per jaar; Per dag kan maar één keer |
presentatiegeld worden toegekend; | presentatiegeld worden toegekend; |
- aan de voorzitter en de leden kunnen daarenboven ook nog reis- en | - aan de voorzitter en de leden kunnen daarenboven ook nog reis- en |
verblijfkosten worden vergoed, die in geen geval meer mogen bedragen | verblijfkosten worden vergoed, die in geen geval meer mogen bedragen |
dan de vergoedingen die ambtenaren van de rang A3/A4 van het | dan de vergoedingen die ambtenaren van de rang A3/A4 van het |
ministerie van de Vlaamse Gemeenschap ontvangen; | ministerie van de Vlaamse Gemeenschap ontvangen; |
- het presentatiegeld en de vergoeding van reis- en verblijfkosten, | - het presentatiegeld en de vergoeding van reis- en verblijfkosten, |
zoals bedoeld in de voorgaande leden, worden periodiek aangepast aan | zoals bedoeld in de voorgaande leden, worden periodiek aangepast aan |
de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen, | de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen, |
overeenkomstig artikel 13 van het besluit van de Vlaamse regering van | overeenkomstig artikel 13 van het besluit van de Vlaamse regering van |
27 januari 1988 houdende sommige maatregelen tot harmonisatie van de | 27 januari 1988 houdende sommige maatregelen tot harmonisatie van de |
toelagen en presentatiegelden aan commissarissen, gemachtigden van | toelagen en presentatiegelden aan commissarissen, gemachtigden van |
financiën, afgevaardigden van de Vlaamse regering, voorzitters en | financiën, afgevaardigden van de Vlaamse regering, voorzitters en |
leden van niet-adviserende bijzondere commissies of van raden van | leden van niet-adviserende bijzondere commissies of van raden van |
bestuur van instellingen en ondernemingen die onder de Vlaamse | bestuur van instellingen en ondernemingen die onder de Vlaamse |
regering ressorteren; | regering ressorteren; |
Art. 3.De kosten voor externe deskundigen en werkgroepen, bedoeld in |
Art. 3.De kosten voor externe deskundigen en werkgroepen, bedoeld in |
artikel 9bis, § 4, van het decreet worden aangerekend op de in artikel | artikel 9bis, § 4, van het decreet worden aangerekend op de in artikel |
2, eerste lid vermelde werkingsmiddelen. | 2, eerste lid vermelde werkingsmiddelen. |
Art. 4.Het huishoudelijk reglement van de Hoge Raad voor het |
Art. 4.Het huishoudelijk reglement van de Hoge Raad voor het |
Herstelbeleid kan nadere regels bevatten over het beheer van de | Herstelbeleid kan nadere regels bevatten over het beheer van de |
werkingsmiddelen. De voorzitter brengt over het beheer van de | werkingsmiddelen. De voorzitter brengt over het beheer van de |
werkingsmiddelen jaarlijks verslag uit aan de Vlaamse minister, | werkingsmiddelen jaarlijks verslag uit aan de Vlaamse minister, |
bevoegd voor de ruimtelijke ordening, en aan de overige leden van de | bevoegd voor de ruimtelijke ordening, en aan de overige leden van de |
Hoge Raad voor het Herstelbeleid. Het verslag heeft betrekking op het | Hoge Raad voor het Herstelbeleid. Het verslag heeft betrekking op het |
afgelopen kalenderjaar en wordt uitgebracht vóór 1 april van het | afgelopen kalenderjaar en wordt uitgebracht vóór 1 april van het |
daaropvolgend jaar. De Vlaamse minister, bevoegd voor de Ruimtelijke | daaropvolgend jaar. De Vlaamse minister, bevoegd voor de Ruimtelijke |
Ordening, kan de voorzitter ook om een tussentijds verslag verzoeken. | Ordening, kan de voorzitter ook om een tussentijds verslag verzoeken. |
Het tussentijds verslag wordt uitgebracht binnen één maand na het | Het tussentijds verslag wordt uitgebracht binnen één maand na het |
verzoek. | verzoek. |
HOOFDSTUK III. - Nadere regels voor de organisatie en werkwijze van de | HOOFDSTUK III. - Nadere regels voor de organisatie en werkwijze van de |
Hoge Raad voor het Herstelbeleid | Hoge Raad voor het Herstelbeleid |
Art. 5.De Hoge Raad voor het Herstelbeleid vergadert na bijeenroeping |
Art. 5.De Hoge Raad voor het Herstelbeleid vergadert na bijeenroeping |
door de voorzitter. | door de voorzitter. |
De voorzitter moet de Hoge Raad voor het Herstelbeleid bijeenroepen | De voorzitter moet de Hoge Raad voor het Herstelbeleid bijeenroepen |
binnen vijftien dagen volgend op een verzoek van het Vlaams Parlement, | binnen vijftien dagen volgend op een verzoek van het Vlaams Parlement, |
de Vlaamse regering of de Vlaamse minister, bevoegd voor de | de Vlaamse regering of de Vlaamse minister, bevoegd voor de |
ruimtelijke ordening. Hij moet dit ook doen bij een verzoek dat | ruimtelijke ordening. Hij moet dit ook doen bij een verzoek dat |
uitgaat van minstens drie leden van de Hoge Raad voor het | uitgaat van minstens drie leden van de Hoge Raad voor het |
Herstelbeleid. | Herstelbeleid. |
Art. 6.De eensluidende adviezen over de herstelvorderingen van de |
Art. 6.De eensluidende adviezen over de herstelvorderingen van de |
stedenbouwkundige inspecteurs en de colleges van burgemeester en | stedenbouwkundige inspecteurs en de colleges van burgemeester en |
schepenen, respectievelijk over het gebruik van de machtiging tot | schepenen, respectievelijk over het gebruik van de machtiging tot |
ambtshalve uitvoering van de gerechtelijke herstelmaatregel door de | ambtshalve uitvoering van de gerechtelijke herstelmaatregel door de |
stedenbouwkundig inspecteur, bedoeld in artikel 149, § 1, | stedenbouwkundig inspecteur, bedoeld in artikel 149, § 1, |
respectievelijk 153 van het decreet kunnen slechts rechtsgeldig worden | respectievelijk 153 van het decreet kunnen slechts rechtsgeldig worden |
uitgebracht indien de beslissing genomen is door een meerderheid van | uitgebracht indien de beslissing genomen is door een meerderheid van |
minstens vier leden. | minstens vier leden. |
Art. 7.Elk lid van de Hoge Raad voor het Herstelbeleid dat zonder |
Art. 7.Elk lid van de Hoge Raad voor het Herstelbeleid dat zonder |
verantwoording driemaal achtereenvolgens afwezig is, is ambtshalve | verantwoording driemaal achtereenvolgens afwezig is, is ambtshalve |
ontslagnemend. De voorzitter brengt de betrokkene daarvan schriftelijk | ontslagnemend. De voorzitter brengt de betrokkene daarvan schriftelijk |
op de hoogte. | op de hoogte. |
Art. 8.Het lid dat een persoonlijk belang heeft bij een besproken |
Art. 8.Het lid dat een persoonlijk belang heeft bij een besproken |
onderwerp, mag noch de bespreking ervan, noch de beraadslaging over | onderwerp, mag noch de bespreking ervan, noch de beraadslaging over |
het advies van de Hoge Raad voor het Herstelbeleid en de stemming | het advies van de Hoge Raad voor het Herstelbeleid en de stemming |
erover bijwonen. Het huishoudelijk reglement kan nadere regels | erover bijwonen. Het huishoudelijk reglement kan nadere regels |
bevatten over het vermijden van belangenvermenging. | bevatten over het vermijden van belangenvermenging. |
Art. 9.De Hoge Raad voor het Herstelbeleid neemt haar huishoudelijk |
Art. 9.De Hoge Raad voor het Herstelbeleid neemt haar huishoudelijk |
reglement met meerderheid van stemmen aan. Het kan ook slechts met | reglement met meerderheid van stemmen aan. Het kan ook slechts met |
meerderheid van stemmen gewijzigd worden. | meerderheid van stemmen gewijzigd worden. |
Het huishoudelijk reglement regelt minstens : | Het huishoudelijk reglement regelt minstens : |
1° de wijze van besluitvorming; | 1° de wijze van besluitvorming; |
2° de wijze van agenderen, uitnodigen en notuleren; | 2° de wijze van agenderen, uitnodigen en notuleren; |
3° de wijze van formuleren van de adviezen; | 3° de wijze van formuleren van de adviezen; |
4° de aanwezigheid van externen; | 4° de aanwezigheid van externen; |
5° de oprichting en werking van interne werkgroepen; | 5° de oprichting en werking van interne werkgroepen; |
6° de aanduiding van een plaatsvervangend voorzitter voor het geval de | 6° de aanduiding van een plaatsvervangend voorzitter voor het geval de |
voorzitter afwezig is. | voorzitter afwezig is. |
Het huishoudelijk reglement en zijn wijzigingen worden, na goedkeuring | Het huishoudelijk reglement en zijn wijzigingen worden, na goedkeuring |
door de Vlaamse regering overeenkomstig artikel 9bis, § 5, van het | door de Vlaamse regering overeenkomstig artikel 9bis, § 5, van het |
decreet, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. | decreet, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. |
HOOFDSTUK IV. - Wijzigings- en overgangsbepalingen | HOOFDSTUK IV. - Wijzigings- en overgangsbepalingen |
Art. 10.Zolang het intern verzelfstandigd agentschap Inspectie |
Art. 10.Zolang het intern verzelfstandigd agentschap Inspectie |
Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed niet is | Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed niet is |
opgericht, worden, in afwijking van artikel 2, tweede lid de kosten | opgericht, worden, in afwijking van artikel 2, tweede lid de kosten |
voor de normale materiële uitrusting van het secretariaat van de Hoge | voor de normale materiële uitrusting van het secretariaat van de Hoge |
Raad voor het Herstelbeleid ten laste genomen van de dienst met | Raad voor het Herstelbeleid ten laste genomen van de dienst met |
afzonderlijk beheer Grondfonds. | afzonderlijk beheer Grondfonds. |
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen |
Art. 11.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking |
Art. 11.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking |
ervan in het Belgisch Staatsblad. | ervan in het Belgisch Staatsblad. |
Art. 12.De Vlaamse minister, bevoegd voor Ruimtelijke ordening, is |
Art. 12.De Vlaamse minister, bevoegd voor Ruimtelijke ordening, is |
belast met de uitvoering van dit besluit. | belast met de uitvoering van dit besluit. |
Brussel, 23 april 2004. | Brussel, 23 april 2004. |
De minister-president van de Vlaamse regering, | De minister-president van de Vlaamse regering, |
B. SOMERS | B. SOMERS |
De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Ruimtelijke Ordening, | De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Ruimtelijke Ordening, |
Wetenschappen en Technologische Innovatie, | Wetenschappen en Technologische Innovatie, |
D. VAN MECHELEN | D. VAN MECHELEN |