Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 23 april 2004
gepubliceerd op 24 mei 2004

Besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van nadere regels voor de organisatie en de werkwijze van de Hoge Raad voor het Herstelbeleid

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2004035782
pub.
24/05/2004
prom.
23/04/2004
ELI
eli/besluit/2004/04/23/2004035782/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

23 APRIL 2004. - Besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van nadere regels voor de organisatie en de werkwijze van de Hoge Raad voor het Herstelbeleid


Gelet op het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, inzonderheid op artikel 9bis, ingevoegd bij het decreet van 4 juni 2003;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor Begroting, gegeven op 5 maart 2004;

Gelet op het advies 36.767/1 van de Raad van State, gegeven op 30 maart 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Ruimtelijke Ordening, Wetenschappen en Technologische Innovatie, Besluit : HOOFDSTUK I Procedure tot aanstelling van de voorzitter, de leden en de secretaris van de Hoge Raad voor het Herstelbeleid

Artikel 1.§ 1. Voor de eerste benoeming en bij de beëindiging van het mandaat van voorzitter of lid van de Hoge Raad voor het Herstelbeleid wordt een oproep tot de kandidaten bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. Hetzelfde gebeurt voor de benoeming tot vaste secretaris van de Hoge Raad voor het Herstelbeleid.

De kandidaturen moeten binnen een termijn van een maand na de oproep bij een ter post aangetekende brief worden gericht aan de Vlaams minister bevoegd voor ruimtelijke ordening. § 2 De Vlaamse regering benoemt de leden bedoeld in het derde lid, 1° en 2° van artikel 9bis, § 2 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, hierna te noemen het decreet, onder de kandiderende beroepsmagistraten die door hun diploma bewijzen dat zij de examens van doctor of licentiaat in de rechten in het Nederlands hebben afgelegd. § 3 De Vlaamse regering benoemt de leden bedoeld in het derde lid, 3° en 4° van artikel 9bis, § 2 van het decreet onder de kandidaten na vergelijking van hun aangetoonde relevante werkervaring. HOOFDSTUK II Nadere regels voor de vergoeding, reis- en verblijfskosten van de Hoge Raad voor het Herstelbeleid

Art. 2.De werkingsmiddelen die de Vlaamse regering overeenkomstig artikel 9bis, § 6 van het decreet aan de Hoge Raad voor het Herstelbeleid ter beschikking stelt, worden beheerd door de voorzitter van de Hoge Raad voor het Herstelbeleid.

Voor de normale materiële uitrusting van het secretariaat van de Hoge Raad voor het Herstelbeleid zorgt het intern verzelfstandigd agentschap Inspectie Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed ten laste van haar algemene werkingsmiddelen.

De presentiegelden, reis- en verblijfskosten van de voorzitter en de leden komen ten laste van de in het eerste lid vermelde werkingsmiddelen en worden als volgt vastgesteld : -aan de voorzitter van de Hoge Raad voor het Herstelbeleid wordt een forfaitaire jaarlijkse vergoeding van 12.500 euro/jaar toegekend; - aan de leden en de vaste secretaris wordt een jaarlijkse forfaitaire vergoeding van 7.500 euro/jaar toegekend; - aan de voorzitter, de leden en de vaste secretaris kan presentatiegeld worden toegekend van 37,5 euro per zitting met een maximum van 1.500 euro per jaar; Per dag kan maar één keer presentatiegeld worden toegekend; - aan de voorzitter en de leden kunnen daarenboven ook nog reis- en verblijfkosten worden vergoed, die in geen geval meer mogen bedragen dan de vergoedingen die ambtenaren van de rang A3/A4 van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap ontvangen; - het presentatiegeld en de vergoeding van reis- en verblijfkosten, zoals bedoeld in de voorgaande leden, worden periodiek aangepast aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen, overeenkomstig artikel 13 van het besluit van de Vlaamse regering van 27 januari 1988 houdende sommige maatregelen tot harmonisatie van de toelagen en presentatiegelden aan commissarissen, gemachtigden van financiën, afgevaardigden van de Vlaamse regering, voorzitters en leden van niet-adviserende bijzondere commissies of van raden van bestuur van instellingen en ondernemingen die onder de Vlaamse regering ressorteren;

Art. 3.De kosten voor externe deskundigen en werkgroepen, bedoeld in artikel 9bis, § 4, van het decreet worden aangerekend op de in artikel 2, eerste lid vermelde werkingsmiddelen.

Art. 4.Het huishoudelijk reglement van de Hoge Raad voor het Herstelbeleid kan nadere regels bevatten over het beheer van de werkingsmiddelen. De voorzitter brengt over het beheer van de werkingsmiddelen jaarlijks verslag uit aan de Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening, en aan de overige leden van de Hoge Raad voor het Herstelbeleid. Het verslag heeft betrekking op het afgelopen kalenderjaar en wordt uitgebracht vóór 1 april van het daaropvolgend jaar. De Vlaamse minister, bevoegd voor de Ruimtelijke Ordening, kan de voorzitter ook om een tussentijds verslag verzoeken.

Het tussentijds verslag wordt uitgebracht binnen één maand na het verzoek. HOOFDSTUK III. - Nadere regels voor de organisatie en werkwijze van de Hoge Raad voor het Herstelbeleid

Art. 5.De Hoge Raad voor het Herstelbeleid vergadert na bijeenroeping door de voorzitter.

De voorzitter moet de Hoge Raad voor het Herstelbeleid bijeenroepen binnen vijftien dagen volgend op een verzoek van het Vlaams Parlement, de Vlaamse regering of de Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening. Hij moet dit ook doen bij een verzoek dat uitgaat van minstens drie leden van de Hoge Raad voor het Herstelbeleid.

Art. 6.De eensluidende adviezen over de herstelvorderingen van de stedenbouwkundige inspecteurs en de colleges van burgemeester en schepenen, respectievelijk over het gebruik van de machtiging tot ambtshalve uitvoering van de gerechtelijke herstelmaatregel door de stedenbouwkundig inspecteur, bedoeld in artikel 149, § 1, respectievelijk 153 van het decreet kunnen slechts rechtsgeldig worden uitgebracht indien de beslissing genomen is door een meerderheid van minstens vier leden.

Art. 7.Elk lid van de Hoge Raad voor het Herstelbeleid dat zonder verantwoording driemaal achtereenvolgens afwezig is, is ambtshalve ontslagnemend. De voorzitter brengt de betrokkene daarvan schriftelijk op de hoogte.

Art. 8.Het lid dat een persoonlijk belang heeft bij een besproken onderwerp, mag noch de bespreking ervan, noch de beraadslaging over het advies van de Hoge Raad voor het Herstelbeleid en de stemming erover bijwonen. Het huishoudelijk reglement kan nadere regels bevatten over het vermijden van belangenvermenging.

Art. 9.De Hoge Raad voor het Herstelbeleid neemt haar huishoudelijk reglement met meerderheid van stemmen aan. Het kan ook slechts met meerderheid van stemmen gewijzigd worden.

Het huishoudelijk reglement regelt minstens : 1° de wijze van besluitvorming;2° de wijze van agenderen, uitnodigen en notuleren;3° de wijze van formuleren van de adviezen;4° de aanwezigheid van externen;5° de oprichting en werking van interne werkgroepen;6° de aanduiding van een plaatsvervangend voorzitter voor het geval de voorzitter afwezig is. Het huishoudelijk reglement en zijn wijzigingen worden, na goedkeuring door de Vlaamse regering overeenkomstig artikel 9bis, § 5, van het decreet, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. HOOFDSTUK IV. - Wijzigings- en overgangsbepalingen

Art. 10.Zolang het intern verzelfstandigd agentschap Inspectie Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed niet is opgericht, worden, in afwijking van artikel 2, tweede lid de kosten voor de normale materiële uitrusting van het secretariaat van de Hoge Raad voor het Herstelbeleid ten laste genomen van de dienst met afzonderlijk beheer Grondfonds. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 11.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 12.De Vlaamse minister, bevoegd voor Ruimtelijke ordening, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 23 april 2004.

De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Ruimtelijke Ordening, Wetenschappen en Technologische Innovatie, D. VAN MECHELEN

^