Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 augustus 1972 tot vaststelling van de minvermogendheid van de kandidaten voor een studietoelage en van het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 1983 betreffende de studietoelagen voor hoger onderwijs | Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 augustus 1972 tot vaststelling van de minvermogendheid van de kandidaten voor een studietoelage en van het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 1983 betreffende de studietoelagen voor hoger onderwijs |
---|---|
MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP | MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP |
22 SEPTEMBER 1998. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van | 22 SEPTEMBER 1998. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van |
het koninklijk besluit van 23 augustus 1972 tot vaststelling van de | het koninklijk besluit van 23 augustus 1972 tot vaststelling van de |
minvermogendheid van de kandidaten voor een studietoelage en van het | minvermogendheid van de kandidaten voor een studietoelage en van het |
besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 1983 betreffende de | besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 1983 betreffende de |
studietoelagen voor hoger onderwijs | studietoelagen voor hoger onderwijs |
De Vlaamse regering, | De Vlaamse regering, |
Gelet op de wet van 19 juli 1971 betreffende de toekenning van | Gelet op de wet van 19 juli 1971 betreffende de toekenning van |
studietoelagen, inzonderheid op artikel 4; | studietoelagen, inzonderheid op artikel 4; |
Gelet op het koninklijk besluit van 23 augustus 1972 tot vaststelling | Gelet op het koninklijk besluit van 23 augustus 1972 tot vaststelling |
van de minvermogendheid van de kandidaten voor een studietoelage, | van de minvermogendheid van de kandidaten voor een studietoelage, |
inzonderheid op artikel 7, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 7 | inzonderheid op artikel 7, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 7 |
maart 1978; | maart 1978; |
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 1983 | Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 1983 |
betreffende de studietoelagen voor hoger onderwijs, inzonderheid op | betreffende de studietoelagen voor hoger onderwijs, inzonderheid op |
artikel 7; | artikel 7; |
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de | Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de |
begroting, gegeven op 16 juni 1998; | begroting, gegeven op 16 juni 1998; |
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door de | Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door de |
omstandigheid dat administratieve aanpassingen vóór 1 september 1998 | omstandigheid dat administratieve aanpassingen vóór 1 september 1998 |
moeten worden doorgevoerd; | moeten worden doorgevoerd; |
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 23 juli 1998, | Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 23 juli 1998, |
met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde | met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde |
wetten op de Raad van State; | wetten op de Raad van State; |
Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken; | Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken; |
Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
Besluit : | Besluit : |
Artikel 1.In artikel 7 van het koninklijk besluit van 23 augustus |
Artikel 1.In artikel 7 van het koninklijk besluit van 23 augustus |
1972 tot vaststelling van de minvermogendheid van de kandidaten voor | 1972 tot vaststelling van de minvermogendheid van de kandidaten voor |
een studietoelage, gewijzigd bij koninklijk besluit van 7 maart 1978, | een studietoelage, gewijzigd bij koninklijk besluit van 7 maart 1978, |
worden de volgende wijzigingen aangebracht : | worden de volgende wijzigingen aangebracht : |
1° § 1 wordt vervangen door wat volgt : | 1° § 1 wordt vervangen door wat volgt : |
« § 1. In afwijking van artikel 6 mag er, in het voordeel van de | « § 1. In afwijking van artikel 6 mag er, in het voordeel van de |
kandidaat, rekening worden gehouden : | kandidaat, rekening worden gehouden : |
1° met het vermoedelijke inkomen van het kalenderjaar waarin het | 1° met het vermoedelijke inkomen van het kalenderjaar waarin het |
schooljaar in kwestie aanvangt, als dat inkomen van de kandidaat en de | schooljaar in kwestie aanvangt, als dat inkomen van de kandidaat en de |
perso(o)n(en) van wie hij ten laste is, lager is dan het normaal in | perso(o)n(en) van wie hij ten laste is, lager is dan het normaal in |
aanmerking te nemen inkomen, ten gevolge van : | aanmerking te nemen inkomen, ten gevolge van : |
a) arbeidsongeschiktheid van de kandidaat of van de perso(o)n(en) van | a) arbeidsongeschiktheid van de kandidaat of van de perso(o)n(en) van |
wie hij ten laste is, waarvoor een uitkering of vergoeding wordt | wie hij ten laste is, waarvoor een uitkering of vergoeding wordt |
uitbetaald; | uitbetaald; |
b) geheel of gedeeltelijk verlies of opschorting van de | b) geheel of gedeeltelijk verlies of opschorting van de |
hoofdbetrekking van de kandidaat of van de perso(o)n(en) van wie hij | hoofdbetrekking van de kandidaat of van de perso(o)n(en) van wie hij |
ten laste is; | ten laste is; |
c) brugpensioen van de kandidaat of van de perso(o)n(en) van wie hij | c) brugpensioen van de kandidaat of van de perso(o)n(en) van wie hij |
ten laste is; | ten laste is; |
d) schorsing van de kandidaat of van de perso(o)n(en) van wie hij ten | d) schorsing van de kandidaat of van de perso(o)n(en) van wie hij ten |
laste is van het recht op werkloosheidsuitkering wegens abnormaal | laste is van het recht op werkloosheidsuitkering wegens abnormaal |
aanhoudende of terugkerende werkloosheid; | aanhoudende of terugkerende werkloosheid; |
e) vermindering of stopzetting van de uitbetaling van onderhoudsgeld | e) vermindering of stopzetting van de uitbetaling van onderhoudsgeld |
aan de kandidaat of aan de persoon van wie hij ten laste is of aan de | aan de kandidaat of aan de persoon van wie hij ten laste is of aan de |
ten laste zijnde kinderen op voorwaarde dat dit het gevolg is van een | ten laste zijnde kinderen op voorwaarde dat dit het gevolg is van een |
rechterlijke uitspraak of het overlijden van de onderhoudsplichtige; | rechterlijke uitspraak of het overlijden van de onderhoudsplichtige; |
f) vereffening van de kandidaat of van de perso(o)n(en) van wie hij | f) vereffening van de kandidaat of van de perso(o)n(en) van wie hij |
ten laste is, als gevolg van faillissement of kennelijk onvermogen. | ten laste is, als gevolg van faillissement of kennelijk onvermogen. |
2° met het vermoedelijke inkomen van het kalenderjaar dat volgt op het | 2° met het vermoedelijke inkomen van het kalenderjaar dat volgt op het |
jaar waarin zich de hiernavolgende feiten voordoen, als dat inkomen | jaar waarin zich de hiernavolgende feiten voordoen, als dat inkomen |
van de kandidaat en de perso(o)n(en) van wie hij ten laste is, lager | van de kandidaat en de perso(o)n(en) van wie hij ten laste is, lager |
is dan het normaal in aanmerking te nemen inkomen, ten gevolge van : | is dan het normaal in aanmerking te nemen inkomen, ten gevolge van : |
a) rustpensioen van de kandidaat of van de perso(o)n(en) van wie hij | a) rustpensioen van de kandidaat of van de perso(o)n(en) van wie hij |
ten laste is; | ten laste is; |
b) overlijden van de perso(o)n(en) van wie de kandidaat ten laste is; | b) overlijden van de perso(o)n(en) van wie de kandidaat ten laste is; |
c) echtscheiding of scheiding van tafel en bed van de kandidaat of van | c) echtscheiding of scheiding van tafel en bed van de kandidaat of van |
de perso(o)n(en) van wie hij ten laste is; | de perso(o)n(en) van wie hij ten laste is; |
d) feitelijke scheiding sinds minstens een jaar van de kandidaat of | d) feitelijke scheiding sinds minstens een jaar van de kandidaat of |
van de personen van wie hij ten laste is. | van de personen van wie hij ten laste is. |
De termijn, bedoeld in 2°, d), wordt niet vereist als de vrederechter | De termijn, bedoeld in 2°, d), wordt niet vereist als de vrederechter |
bij dringende en voorlopige maatregel een aparte woonst heeft bevolen | bij dringende en voorlopige maatregel een aparte woonst heeft bevolen |
of als er een procedure echtscheiding is ingeleid bij de bevoegde | of als er een procedure echtscheiding is ingeleid bij de bevoegde |
rechtbank. | rechtbank. |
Met de feiten, bedoeld in 1° en 2°, wordt slechts rekening gehouden | Met de feiten, bedoeld in 1° en 2°, wordt slechts rekening gehouden |
als ze zich voordoen tussen 1 januari van het normaal in aanmerking te | als ze zich voordoen tussen 1 januari van het normaal in aanmerking te |
nemen jaar van inkomen en uiterlijk 31 december van het jaar waarin | nemen jaar van inkomen en uiterlijk 31 december van het jaar waarin |
het schooljaar in kwestie aanvangt. ». | het schooljaar in kwestie aanvangt. ». |
2° In de plaats van § 2, die § 3 wordt, wordt een nieuwe § 2 | 2° In de plaats van § 2, die § 3 wordt, wordt een nieuwe § 2 |
ingevoegd, die luidt als volgt : | ingevoegd, die luidt als volgt : |
« § 2. Bij gebrek aan een aanslag voor dat jaar wordt er voorlopig | « § 2. Bij gebrek aan een aanslag voor dat jaar wordt er voorlopig |
rekening gehouden met het inkomen van de kandidaat en van de | rekening gehouden met het inkomen van de kandidaat en van de |
perso(o)n(en) van wie hij ten laste is, zoals blijkt uit attesten van | perso(o)n(en) van wie hij ten laste is, zoals blijkt uit attesten van |
werkgevers, diensten of instellingen. » . | werkgevers, diensten of instellingen. » . |
Art. 2.Artikel 7 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli |
Art. 2.Artikel 7 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli |
1983 betreffende de studietoelagen voor hoger onderwijs, wordt | 1983 betreffende de studietoelagen voor hoger onderwijs, wordt |
vervangen door wat volgt : | vervangen door wat volgt : |
« Art. 7.§ 1. In afwijking van artikel 6 mag er, in het voordeel van |
« Art. 7.§ 1. In afwijking van artikel 6 mag er, in het voordeel van |
de kandidaat, rekening worden gehouden : | de kandidaat, rekening worden gehouden : |
1° met het vermoedelijke inkomen van het kalenderjaar waarin het | 1° met het vermoedelijke inkomen van het kalenderjaar waarin het |
academiejaar in kwestie aanvangt, als dat inkomen van de kandidaat en | academiejaar in kwestie aanvangt, als dat inkomen van de kandidaat en |
de perso(o)n(en) van wie hij ten laste is, lager is dan het normaal in | de perso(o)n(en) van wie hij ten laste is, lager is dan het normaal in |
aanmerking te nemen inkomen, ten gevolge van : | aanmerking te nemen inkomen, ten gevolge van : |
a) arbeidsongeschiktheid van de kandidaat of van de perso(o)n(en) van | a) arbeidsongeschiktheid van de kandidaat of van de perso(o)n(en) van |
wie hij ten laste is, waarvoor een uitkering of vergoeding wordt | wie hij ten laste is, waarvoor een uitkering of vergoeding wordt |
uitbetaald; | uitbetaald; |
b) geheel of gedeeltelijk verlies of opschorting van de | b) geheel of gedeeltelijk verlies of opschorting van de |
hoofdbetrekking van de kandidaat of van de perso(o)n(en) van wie hij | hoofdbetrekking van de kandidaat of van de perso(o)n(en) van wie hij |
ten laste is; | ten laste is; |
c) brugpensioen van de kandidaat of van de perso(o)n(en) van wie hij | c) brugpensioen van de kandidaat of van de perso(o)n(en) van wie hij |
ten laste is; | ten laste is; |
d) schorsing van de kandidaat of van de perso(o)n(en) van wie hij ten | d) schorsing van de kandidaat of van de perso(o)n(en) van wie hij ten |
laste is van het recht op werkloosheidsuitkering wegens abnormaal | laste is van het recht op werkloosheidsuitkering wegens abnormaal |
aanhoudende of terugkerende werkloosheid; | aanhoudende of terugkerende werkloosheid; |
e) vermindering of stopzetting van de uitbetaling van onderhoudsgeld | e) vermindering of stopzetting van de uitbetaling van onderhoudsgeld |
aan de kandidaat of aan de persoon van wie hij ten laste is of aan de | aan de kandidaat of aan de persoon van wie hij ten laste is of aan de |
ten laste zijnde kinderen op voorwaarde dat dit het gevolg is van een | ten laste zijnde kinderen op voorwaarde dat dit het gevolg is van een |
rechterlijke uitspraak of het overlijden van de onderhoudsplichtige; | rechterlijke uitspraak of het overlijden van de onderhoudsplichtige; |
f) vereffening van de kandidaat of van de perso(o)n(en) van wie hij | f) vereffening van de kandidaat of van de perso(o)n(en) van wie hij |
ten laste is, als gevolg van faillissement of kennelijk onvermogen. | ten laste is, als gevolg van faillissement of kennelijk onvermogen. |
2° met het vermoedelijke inkomen van het kalenderjaar dat volgt op het | 2° met het vermoedelijke inkomen van het kalenderjaar dat volgt op het |
jaar waarin zich de hiernavolgende feiten voordoen, als dat inkomen | jaar waarin zich de hiernavolgende feiten voordoen, als dat inkomen |
van de kandidaat en de perso(o)n(en) van wie hij ten laste is, lager | van de kandidaat en de perso(o)n(en) van wie hij ten laste is, lager |
is dan het normaal in aanmerking te nemen inkomen, ten gevolge van : | is dan het normaal in aanmerking te nemen inkomen, ten gevolge van : |
a) rustpensioen van de kandidaat of van de perso(o)n(en) van wie hij | a) rustpensioen van de kandidaat of van de perso(o)n(en) van wie hij |
ten laste is; | ten laste is; |
b) overlijden van de perso(o)n(en) van wie de kandidaat ten laste is; | b) overlijden van de perso(o)n(en) van wie de kandidaat ten laste is; |
c) echtscheiding of scheiding van tafel en bed van de kandidaat of van | c) echtscheiding of scheiding van tafel en bed van de kandidaat of van |
de perso(o)n(en) van wie hij ten laste is; | de perso(o)n(en) van wie hij ten laste is; |
d) feitelijke scheiding sinds minstens een jaar van de kandidaat of | d) feitelijke scheiding sinds minstens een jaar van de kandidaat of |
van de personen van wie hij ten laste is. | van de personen van wie hij ten laste is. |
De termijn, bedoeld in 2°, d), wordt niet vereist als de vrederechter | De termijn, bedoeld in 2°, d), wordt niet vereist als de vrederechter |
bij dringende en voorlopige maatregel een aparte woonst heeft bevolen | bij dringende en voorlopige maatregel een aparte woonst heeft bevolen |
of als er een procedure echtscheiding is ingeleid bij de bevoegde | of als er een procedure echtscheiding is ingeleid bij de bevoegde |
rechtbank. | rechtbank. |
Met de feiten, bedoeld in 1° en 2°, wordt slechts rekening gehouden | Met de feiten, bedoeld in 1° en 2°, wordt slechts rekening gehouden |
als ze zich voordoen tussen 1 januari van het normaal in aanmerking te | als ze zich voordoen tussen 1 januari van het normaal in aanmerking te |
nemen jaar van inkomen en uiterlijk 31 december van het jaar waarin | nemen jaar van inkomen en uiterlijk 31 december van het jaar waarin |
het academiejaar in kwestie aanvangt. | het academiejaar in kwestie aanvangt. |
§ 2. Bij gebrek aan een aanslag voor dat jaar wordt er voorlopig | § 2. Bij gebrek aan een aanslag voor dat jaar wordt er voorlopig |
rekening gehouden met het inkomen van de kandidaat en van de | rekening gehouden met het inkomen van de kandidaat en van de |
perso(o)n(en) van wie hij ten laste is, zoals blijkt uit attesten van | perso(o)n(en) van wie hij ten laste is, zoals blijkt uit attesten van |
werkgevers, diensten of instellingen. » . | werkgevers, diensten of instellingen. » . |
Art. 3.Dit besluit treedt in werking op datum van aanvang van het |
Art. 3.Dit besluit treedt in werking op datum van aanvang van het |
schooljaar- en academiejaar 1998-1999. | schooljaar- en academiejaar 1998-1999. |
Art. 4.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met |
Art. 4.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met |
de uitvoering van dit besluit. | de uitvoering van dit besluit. |
Brussel, 22 september 1998. | Brussel, 22 september 1998. |
De minister-president van de Vlaamse regering, | De minister-president van de Vlaamse regering, |
L. VAN DEN BRANDE | L. VAN DEN BRANDE |
De Vlaamse minister van Ondewijs en Ambtenarenzaken, | De Vlaamse minister van Ondewijs en Ambtenarenzaken, |
L. VAN DEN BOSSCHE | L. VAN DEN BOSSCHE |