Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Besluit Van De Vlaamse Regering van 21/05/2010
← Terug naar "Besluit van de Vlaamse Regering houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van het Raadgevend Comité bij het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap "
Besluit van de Vlaamse Regering houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van het Raadgevend Comité bij het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap Besluit van de Vlaamse Regering houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van het Raadgevend Comité bij het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap
VLAAMSE OVERHEID VLAAMSE OVERHEID
21 MEI 2010. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende goedkeuring 21 MEI 2010. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende goedkeuring
van het huishoudelijk reglement van het Raadgevend Comité bij het van het huishoudelijk reglement van het Raadgevend Comité bij het
intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams
Agentschap voor Personen met een Handicap Agentschap voor Personen met een Handicap
De Vlaamse Regering, De Vlaamse Regering,
Gelet op het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern Gelet op het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern
verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap
voor Personen met een Handicap, artikel 26; voor Personen met een Handicap, artikel 26;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 17 mei Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 17 mei
2010; 2010;
Overwegende het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007 Overwegende het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007
houdende samenstelling en werking van de raadgevende comités bij de houdende samenstelling en werking van de raadgevende comités bij de
intern verzelfstandigde agentschappen van het beleidsdomein Welzijn, intern verzelfstandigde agentschappen van het beleidsdomein Welzijn,
Volksgezondheid en Gezin, artikel 10; Volksgezondheid en Gezin, artikel 10;
Overwegende dat het Raadgevend Comité bij het Vlaams Agentschap voor Overwegende dat het Raadgevend Comité bij het Vlaams Agentschap voor
Personen met een Handicap op 29 september 2009 een voorstel van Personen met een Handicap op 29 september 2009 een voorstel van
huishoudelijk reglement heeft opgesteld; huishoudelijk reglement heeft opgesteld;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en
Gezin; Gezin;
Na beraadslaging, Na beraadslaging,
Besluit : Besluit :

Artikel 1.Het huishoudelijk reglement van het Raadgevend Comité bij

Artikel 1.Het huishoudelijk reglement van het Raadgevend Comité bij

het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, dat als bijlage het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, dat als bijlage
bij dit besluit is gevoegd, wordt goedgekeurd. bij dit besluit is gevoegd, wordt goedgekeurd.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking

ervan in het Belgisch Staatsblad. ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 3.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is

Art. 3.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is

belast met de uitvoering van dit besluit. belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 21 mei 2010. Brussel, 21 mei 2010.
De minister-president van de Vlaamse Regering, De minister-president van de Vlaamse Regering,
K. PEETERS K. PEETERS
De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin,
J. VANDEURZEN J. VANDEURZEN
Bijlage Bijlage
HUISHOUDELIJK REGLEMENT HUISHOUDELIJK REGLEMENT
Raadgevend Comité bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een Raadgevend Comité bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een
Handicap Handicap
Afdeling 1. - Begrippenkader Afdeling 1. - Begrippenkader

Artikel 1.Dit huishoudelijk reglement regelt de werking van het

Artikel 1.Dit huishoudelijk reglement regelt de werking van het

Raadgevend Comité bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een Raadgevend Comité bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een
Handicap, opgericht overeenkomstig het decreet van 7 mei 2004 tot Handicap, opgericht overeenkomstig het decreet van 7 mei 2004 tot
oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met
rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap
en het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007 houdende en het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007 houdende
samenstelling en werking van de raadgevende comités bij de intern samenstelling en werking van de raadgevende comités bij de intern
verzelfstandigde agentschappen van het beleidsdomein Welzijn, verzelfstandigde agentschappen van het beleidsdomein Welzijn,
Volksgezondheid en Gezin. Volksgezondheid en Gezin.

Art. 2.In dit huishoudelijk reglement wordt verstaan onder :

Art. 2.In dit huishoudelijk reglement wordt verstaan onder :

1° het agentschap : het Vlaams Agentschap voor Personen met een 1° het agentschap : het Vlaams Agentschap voor Personen met een
Handicap; Handicap;
2° het comité : het Raadgevend Comité, ingesteld bij het agentschap; 2° het comité : het Raadgevend Comité, ingesteld bij het agentschap;
3° de minister : de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en 3° de minister : de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en
Gezin; Gezin;
4° de leidend ambtenaar : het hoofd van het agentschap; 4° de leidend ambtenaar : het hoofd van het agentschap;
5° het oprichtingsdecreet van 7 mei 2004 : het decreet van 7 mei 2004 5° het oprichtingsdecreet van 7 mei 2004 : het decreet van 7 mei 2004
tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met
rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een
Handicap. Handicap.
Afdeling 2. - Bevoegdheden van het Raadgevend Comité Afdeling 2. - Bevoegdheden van het Raadgevend Comité

Art. 3.§ 1. Het comité adviseert de leidend ambtenaar over de

Art. 3.§ 1. Het comité adviseert de leidend ambtenaar over de

beleidsvoorbereiding, -uitvoering en -evaluatie conform de missie en beleidsvoorbereiding, -uitvoering en -evaluatie conform de missie en
de taken van het agentschap, vermeld in hoofdstuk III van het de taken van het agentschap, vermeld in hoofdstuk III van het
oprichtingsdecreet van 7 mei 2004. Het kan dus advies verstrekken over oprichtingsdecreet van 7 mei 2004. Het kan dus advies verstrekken over
alle aangelegenheden die van belang zijn voor de uitvoering van de alle aangelegenheden die van belang zijn voor de uitvoering van de
taken van het agentschap, vermeld in de beheersovereenkomst die taken van het agentschap, vermeld in de beheersovereenkomst die
gesloten is tussen de minister en het agentschap. gesloten is tussen de minister en het agentschap.
§ 2. Het comité heeft de opdracht om advies te verstrekken over : § 2. Het comité heeft de opdracht om advies te verstrekken over :
1° de hoofdlijnen van het beleid van het agentschap, onder meer de 1° de hoofdlijnen van het beleid van het agentschap, onder meer de
opmaak van de beheersovereenkomst en de jaarlijkse opvolging ervan via opmaak van de beheersovereenkomst en de jaarlijkse opvolging ervan via
het ondernemingsplan; het ondernemingsplan;
2° de totstandkoming van de begrotingsvoorstellen en -uitvoering; 2° de totstandkoming van de begrotingsvoorstellen en -uitvoering;
3° de totstandkoming van opheffende, wijzigende en nieuwe regelgeving, 3° de totstandkoming van opheffende, wijzigende en nieuwe regelgeving,
in het bijzonder over de beoordeling van de administratieve lasten, de in het bijzonder over de beoordeling van de administratieve lasten, de
reguleringsimpact en de beheerskosten. reguleringsimpact en de beheerskosten.
Dossiers van individuele voorzieningen kunnen niet besproken worden in Dossiers van individuele voorzieningen kunnen niet besproken worden in
het comité. Dossiers van individuele personen worden alleen besproken het comité. Dossiers van individuele personen worden alleen besproken
in toepassing van artikel 19 van het reglement. in toepassing van artikel 19 van het reglement.
Afdeling 3. - Voorzitterschap Afdeling 3. - Voorzitterschap

Art. 4.De voorzitter van het comité zit het comité voor. Als de

Art. 4.De voorzitter van het comité zit het comité voor. Als de

voorzitter afwezig is, zit de oudste in leeftijd van de aanwezige voorzitter afwezig is, zit de oudste in leeftijd van de aanwezige
ondervoorzitters de vergadering van het comité voor. Als de ondervoorzitters de vergadering van het comité voor. Als de
ondervoorzitters allebei afwezig zijn, wordt het voorzitterschap ondervoorzitters allebei afwezig zijn, wordt het voorzitterschap
waargenomen door het effectieve lid met de hoogste leeftijd. De waargenomen door het effectieve lid met de hoogste leeftijd. De
plaatsvervanger van het effectieve lid die ondervoorzitter is, kan de plaatsvervanger van het effectieve lid die ondervoorzitter is, kan de
functie van ondervoorzitter niet waarnemen. functie van ondervoorzitter niet waarnemen.

Art. 5.De voorzitter :

Art. 5.De voorzitter :

1° legt de plaats, het tijdstip en de agenda van de vergaderingen vast 1° legt de plaats, het tijdstip en de agenda van de vergaderingen vast
in overleg met de leidend ambtenaar en nodigt overeenkomstig artikel in overleg met de leidend ambtenaar en nodigt overeenkomstig artikel
12, § 2 tot en met § 4, de leden van het comité, en overeenkomstig 12, § 2 tot en met § 4, de leden van het comité, en overeenkomstig
artikel 18, § 2, in voorkomend geval deskundigen en andere personen artikel 18, § 2, in voorkomend geval deskundigen en andere personen
uit voor de vergadering; uit voor de vergadering;
2° ontvangt de verzoeken tot bijeenroeping van de vergadering van het 2° ontvangt de verzoeken tot bijeenroeping van de vergadering van het
comité, vermeld in artikel 13; comité, vermeld in artikel 13;
3° opent en sluit de vergadering, leidt de besprekingen, ziet erop toe 3° opent en sluit de vergadering, leidt de besprekingen, ziet erop toe
dat ze waardig verlopen, handhaaft de orde in de vergadering en dat ze waardig verlopen, handhaaft de orde in de vergadering en
verleent of ontneemt het woord; verleent of ontneemt het woord;
4° verklaart adviezen rechtsgeldig en bezorgt ze aan de leidend 4° verklaart adviezen rechtsgeldig en bezorgt ze aan de leidend
ambtenaar overeenkomstig artikel 16, § 1; ambtenaar overeenkomstig artikel 16, § 1;
5° regelt de werkzaamheden van het comité, samen met de secretaris; 5° regelt de werkzaamheden van het comité, samen met de secretaris;
6° verzoekt de overeenkomstig artikel 18, § 2, uitgenodigde personen 6° verzoekt de overeenkomstig artikel 18, § 2, uitgenodigde personen
om aan bepaalde gedeelten van de vergadering niet deel te nemen; om aan bepaalde gedeelten van de vergadering niet deel te nemen;
7° bepaalt bij aanvang van elke vergadering of het comité geldig kan 7° bepaalt bij aanvang van elke vergadering of het comité geldig kan
vergaderen; vergaderen;
8° vertegenwoordigt het comité ten opzichte van de overheid en derden, 8° vertegenwoordigt het comité ten opzichte van de overheid en derden,
licht het standpunt van het comité toe op objectieve wijze, conform de licht het standpunt van het comité toe op objectieve wijze, conform de
uitgebrachte adviezen en met inbegrip van de eventuele uitgebrachte adviezen en met inbegrip van de eventuele
minderheidsstandpunten; minderheidsstandpunten;
9° ondertekent de briefwisseling, de verslagen en de adviezen; 9° ondertekent de briefwisseling, de verslagen en de adviezen;
10° stelt vast in welk geval een lid om deontologische redenen als 10° stelt vast in welk geval een lid om deontologische redenen als
ontslagnemend wordt beschouwd, licht de betrokkene erover in en ontslagnemend wordt beschouwd, licht de betrokkene erover in en
ontvangt in voorkomend geval zijn beroepsaanvraag. ontvangt in voorkomend geval zijn beroepsaanvraag.
Afdeling 4. - Leden Afdeling 4. - Leden

Art. 6.De leden van het comité of bij hun afwezigheid hun

Art. 6.De leden van het comité of bij hun afwezigheid hun

plaatsvervangers hebben het recht om : plaatsvervangers hebben het recht om :
1° alle werkzaamheden in het kader van de werking van het comité bij 1° alle werkzaamheden in het kader van de werking van het comité bij
te wonen; te wonen;
2° deel te nemen aan de beraadslaging over de uit te brengen adviezen; 2° deel te nemen aan de beraadslaging over de uit te brengen adviezen;
3° zich inzake deontologische kwesties die henzelf betreffen zowel 3° zich inzake deontologische kwesties die henzelf betreffen zowel
schriftelijk als mondeling te verdedigen; schriftelijk als mondeling te verdedigen;
4° aan het comité op gemotiveerde wijze voorstellen te formuleren om 4° aan het comité op gemotiveerde wijze voorstellen te formuleren om
personen als vermeld in artikel 18, § 2, uit te nodigen om deel te personen als vermeld in artikel 18, § 2, uit te nodigen om deel te
nemen aan de vergadering; nemen aan de vergadering;
5° voor hun werkzaamheden in het kader van het comité een beroep te 5° voor hun werkzaamheden in het kader van het comité een beroep te
doen op de secretaris van het comité. doen op de secretaris van het comité.

Art. 7.Het comité dient een voorstel tot ontslag van een lid in bij

Art. 7.Het comité dient een voorstel tot ontslag van een lid in bij

de minister als : de minister als :
1° het lid gedurende een periode van meer dan een jaar kennelijk niet 1° het lid gedurende een periode van meer dan een jaar kennelijk niet
meer in staat is de vergaderingen bij te wonen; meer in staat is de vergaderingen bij te wonen;
2° het lid zonder voorafgaande kennisgeving drie opeenvolgende keren 2° het lid zonder voorafgaande kennisgeving drie opeenvolgende keren
de vergaderingen niet bijwoont waarvoor hij is uitgenodigd; de vergaderingen niet bijwoont waarvoor hij is uitgenodigd;
3° het lid activiteiten verricht of functies vervult die onverenigbaar 3° het lid activiteiten verricht of functies vervult die onverenigbaar
zijn met het lidmaatschap of die een strijdigheid van belangen tot zijn met het lidmaatschap of die een strijdigheid van belangen tot
gevolg hebben; gevolg hebben;
4° over het lid overeenkomstig artikel 19, § 3, een advies tot ontslag 4° over het lid overeenkomstig artikel 19, § 3, een advies tot ontslag
werd uitgebracht. werd uitgebracht.
Afdeling 5. - Bureau Afdeling 5. - Bureau

Art. 8.§ 1. Het bureau telt vijf leden en is samengesteld uit de

Art. 8.§ 1. Het bureau telt vijf leden en is samengesteld uit de

voorzitter, de twee ondervoorzitters en twee andere door het comité voorzitter, de twee ondervoorzitters en twee andere door het comité
aan te wijzen leden van het comité. Het bureau bestaat, zonder de aan te wijzen leden van het comité. Het bureau bestaat, zonder de
voorzitter, uit een gelijk aantal vertegenwoordigers van de gebruikers voorzitter, uit een gelijk aantal vertegenwoordigers van de gebruikers
en de voorzieningen. en de voorzieningen.
§ 2. De voorzitter oefent zijn taken en bevoegdheden, vermeld in § 2. De voorzitter oefent zijn taken en bevoegdheden, vermeld in
artikel 5, ook uit in het bureau. artikel 5, ook uit in het bureau.

Art. 9.Het bureau bereidt de agenda en werkzaamheden van het comité

Art. 9.Het bureau bereidt de agenda en werkzaamheden van het comité

voor. De vergadering van het bureau vindt in principe plaats veertien voor. De vergadering van het bureau vindt in principe plaats veertien
dagen voor de vergadering van het comité. De uitnodiging en de stukken dagen voor de vergadering van het comité. De uitnodiging en de stukken
van het bureau worden verzonden overeenkomstig artikel 12, § 2 tot en van het bureau worden verzonden overeenkomstig artikel 12, § 2 tot en
met § 4. De verslaggeving over en de archivering van de werkzaamheden met § 4. De verslaggeving over en de archivering van de werkzaamheden
van het bureau vinden plaats overeenkomstig afdeling 10 en 11. van het bureau vinden plaats overeenkomstig afdeling 10 en 11.

Art. 10.§ 1. Als een lid van het bureau verhinderd is om een

Art. 10.§ 1. Als een lid van het bureau verhinderd is om een

vergadering van het bureau bij te wonen, kan dat lid voor die vergadering van het bureau bij te wonen, kan dat lid voor die
vergadering niet worden vervangen. Bij langdurige afwezigheid van een vergadering niet worden vervangen. Bij langdurige afwezigheid van een
lid kan het comité uit zijn effectieve leden een vervanger aanwijzen. lid kan het comité uit zijn effectieve leden een vervanger aanwijzen.
§ 2. De leidend ambtenaar en de door hem aangewezen personeelsleden § 2. De leidend ambtenaar en de door hem aangewezen personeelsleden
wonen de vergaderingen van het bureau bij. wonen de vergaderingen van het bureau bij.
§ 3. Daarnaast kan het bureau andere leden van het comité uitnodigen § 3. Daarnaast kan het bureau andere leden van het comité uitnodigen
om bepaalde agendapunten te behandelen. om bepaalde agendapunten te behandelen.
Afdeling 6. - Secretariaat Afdeling 6. - Secretariaat

Art. 11.De leidend ambtenaar zorgt voor de administratieve,

Art. 11.De leidend ambtenaar zorgt voor de administratieve,

logistieke en inhoudelijke ondersteuning van het comité en het bureau, logistieke en inhoudelijke ondersteuning van het comité en het bureau,
en wijst na overleg met de voorzitter de secretaris van het comité en wijst na overleg met de voorzitter de secretaris van het comité
aan. aan.
Afdeling 7. - Totstandkoming van de agenda Afdeling 7. - Totstandkoming van de agenda

Art. 12.§ 1. Een agendapunt wordt op het comité geagendeerd op

Art. 12.§ 1. Een agendapunt wordt op het comité geagendeerd op

initiatief van de voorzitter of op verzoek van ten minste een vijfde initiatief van de voorzitter of op verzoek van ten minste een vijfde
van de effectieve leden. van de effectieve leden.
§ 2. Behalve in spoedeisende gevallen worden de uitnodigingen ten § 2. Behalve in spoedeisende gevallen worden de uitnodigingen ten
minste zes kalenderdagen voor de dag van de vergadering door het minste zes kalenderdagen voor de dag van de vergadering door het
secretariaat verzonden. De uitnodigingen vermelden de plaats, het uur secretariaat verzonden. De uitnodigingen vermelden de plaats, het uur
en de agenda van de vergadering. De voorbereidende stukken en het en de agenda van de vergadering. De voorbereidende stukken en het
voorlopige verslag van de vorige vergadering worden zo veel mogelijk voorlopige verslag van de vorige vergadering worden zo veel mogelijk
bij de uitnodigingen gevoegd. bij de uitnodigingen gevoegd.
§ 3. De uitnodigingen en stukken voor de vergaderingen van het comité § 3. De uitnodigingen en stukken voor de vergaderingen van het comité
worden zowel in elektronische als in papieren vorm verstuurd naar de worden zowel in elektronische als in papieren vorm verstuurd naar de
effectieve leden van het comité, maar alleen in elektronische vorm effectieve leden van het comité, maar alleen in elektronische vorm
naar de plaatsvervangende leden van het comité. De uitnodigingen en naar de plaatsvervangende leden van het comité. De uitnodigingen en
stukken voor de vergaderingen van het bureau worden zowel in stukken voor de vergaderingen van het bureau worden zowel in
elektronische als in papieren vorm verstuurd naar de leden van het elektronische als in papieren vorm verstuurd naar de leden van het
bureau. bureau.
§ 4. In spoedeisende gevallen, vastgesteld door de voorzitter, zal elk § 4. In spoedeisende gevallen, vastgesteld door de voorzitter, zal elk
lid van het comité op de meest passende wijze uitgenodigd worden. lid van het comité op de meest passende wijze uitgenodigd worden.

Art. 13.Het comité vergadert ten minste acht keer per jaar op

Art. 13.Het comité vergadert ten minste acht keer per jaar op

uitnodiging van de voorzitter. Het comité komt ook samen op verzoek uitnodiging van de voorzitter. Het comité komt ook samen op verzoek
van de leidend ambtenaar of van ten minste een vijfde van de van de leidend ambtenaar of van ten minste een vijfde van de
effectieve leden. effectieve leden.

Art. 14.De deelnemers aan de vergadering van het comité ondertekenen

Art. 14.De deelnemers aan de vergadering van het comité ondertekenen

een presentielijst. Een lid dat een vergadering niet kan bijwonen, een presentielijst. Een lid dat een vergadering niet kan bijwonen,
deelt dat uiterlijk de dag vóór de vergadering via e-mail mee aan het deelt dat uiterlijk de dag vóór de vergadering via e-mail mee aan het
secretariaat. Als een lid in extremis verhinderd is, moet hij het secretariaat. Als een lid in extremis verhinderd is, moet hij het
secretariaat daarvan, behalve in geval van overmacht, op de hoogte secretariaat daarvan, behalve in geval van overmacht, op de hoogte
brengen vóór de vergadering, opdat die kennisgeving als geldig kan brengen vóór de vergadering, opdat die kennisgeving als geldig kan
worden beschouwd. worden beschouwd.
Afdeling 8. - Procedure voor de besluitvorming Afdeling 8. - Procedure voor de besluitvorming

Art. 15.§ 1. Het comité kan alleen adviezen uitbrengen als de helft

Art. 15.§ 1. Het comité kan alleen adviezen uitbrengen als de helft

plus één van de leden de vergadering bijwonen. Als dit quorum niet plus één van de leden de vergadering bijwonen. Als dit quorum niet
bereikt is, dan kan het comité binnen acht kalenderdagen over dezelfde bereikt is, dan kan het comité binnen acht kalenderdagen over dezelfde
agenda geldig beraadslagen en een geldig advies uitbrengen, ongeacht agenda geldig beraadslagen en een geldig advies uitbrengen, ongeacht
het aantal aanwezige leden. het aantal aanwezige leden.
§ 2. Het comité beraadslaagt collegiaal over de uit te brengen § 2. Het comité beraadslaagt collegiaal over de uit te brengen
adviezen en beslist in consensus. adviezen en beslist in consensus.
§ 3. Als er geen consensus bereikt kan worden, wordt de § 3. Als er geen consensus bereikt kan worden, wordt de
stemmenverhouding in het advies vermeld. Onder uitgebrachte stemmen stemmenverhouding in het advies vermeld. Onder uitgebrachte stemmen
worden de stemmen voor en tegen verstaan. Elk lid heeft één stem. Er worden de stemmen voor en tegen verstaan. Elk lid heeft één stem. Er
kan niet bij volmacht of bij brief worden gestemd. kan niet bij volmacht of bij brief worden gestemd.
Op verzoek van het betrokken lid wordt zijn minderheidsstandpunt in Op verzoek van het betrokken lid wordt zijn minderheidsstandpunt in
het advies opgenomen. het advies opgenomen.
§ 4. Bij staking van stemmen worden beide standpunten opgenomen in het § 4. Bij staking van stemmen worden beide standpunten opgenomen in het
uitgebrachte advies. uitgebrachte advies.

Art. 16.§ 1. De adviezen van het comité zijn geldig na goedkeuring

Art. 16.§ 1. De adviezen van het comité zijn geldig na goedkeuring

van het verslag van de vergadering waarin ze zijn geformuleerd. In van het verslag van de vergadering waarin ze zijn geformuleerd. In
spoedeisende gevallen kan de voorzitter een advies onmiddellijk geldig spoedeisende gevallen kan de voorzitter een advies onmiddellijk geldig
verklaren en het aan de leidend ambtenaar bezorgen. verklaren en het aan de leidend ambtenaar bezorgen.
§ 2. Het comité richt zijn advies aan de leidend ambtenaar. De leidend § 2. Het comité richt zijn advies aan de leidend ambtenaar. De leidend
ambtenaar bezorgt het advies van het comité altijd aan de minister, al ambtenaar bezorgt het advies van het comité altijd aan de minister, al
dan niet met het bijgevoegde standpunt van het agentschap. dan niet met het bijgevoegde standpunt van het agentschap.

Art. 17.De leidend ambtenaar brengt het comité stelselmatig op de

Art. 17.De leidend ambtenaar brengt het comité stelselmatig op de

hoogte van de aan de minister doorgestuurde adviezen en van het gevolg hoogte van de aan de minister doorgestuurde adviezen en van het gevolg
dat aan de uitgebrachte adviezen werd en wordt gegeven. dat aan de uitgebrachte adviezen werd en wordt gegeven.

Art. 18.§ 1. De leidend ambtenaar en de door hem aangewezen

Art. 18.§ 1. De leidend ambtenaar en de door hem aangewezen

personeelsleden van het agentschap wonen de vergaderingen van het personeelsleden van het agentschap wonen de vergaderingen van het
comité bij, maar zij beschikken niet over stemrecht. comité bij, maar zij beschikken niet over stemrecht.
§ 2. Het comité kan voor de behandeling van bepaalde agendapunten § 2. Het comité kan voor de behandeling van bepaalde agendapunten
deskundigen of andere bevoegde personen uitnodigen. deskundigen of andere bevoegde personen uitnodigen.
Afdeling 9. - Deontologie Afdeling 9. - Deontologie

Art. 19.§ 1. De leden en hun plaatsvervangers :

Art. 19.§ 1. De leden en hun plaatsvervangers :

1° blijven niet zonder voorafgaande kennisgeving afwezig op de 1° blijven niet zonder voorafgaande kennisgeving afwezig op de
vergaderingen van het comité; vergaderingen van het comité;
2° verstrekken publiekelijk geen inlichtingen over de behandelde 2° verstrekken publiekelijk geen inlichtingen over de behandelde
dossiers of de gevoerde debatten. Ze kunnen met de diensten die ze dossiers of de gevoerde debatten. Ze kunnen met de diensten die ze
vertegenwoordigen, wel overleg plegen over de behandelde onderwerpen; vertegenwoordigen, wel overleg plegen over de behandelde onderwerpen;
3° maken de adviezen niet bekend of duiden ze niet vooraleer de 3° maken de adviezen niet bekend of duiden ze niet vooraleer de
kennisgeving ervan door de leidend ambtenaar aan de minister heeft kennisgeving ervan door de leidend ambtenaar aan de minister heeft
plaatsgevonden overeenkomstig de bepalingen van dit reglement; plaatsgevonden overeenkomstig de bepalingen van dit reglement;
4° zijn niet aanwezig bij een beraadslaging als ze daarbij 4° zijn niet aanwezig bij een beraadslaging als ze daarbij
rechtstreeks belang hebben, hetzij persoonlijk, hetzij als lasthebber, rechtstreeks belang hebben, hetzij persoonlijk, hetzij als lasthebber,
of als bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad daarbij een of als bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad daarbij een
rechtstreeks en persoonlijk belang hebben; rechtstreeks en persoonlijk belang hebben;
5° treden niet op als advocaat, notaris, lasthebber of gerechtelijk 5° treden niet op als advocaat, notaris, lasthebber of gerechtelijk
expert in een gerechtelijke procedure waarbij het agentschap betrokken expert in een gerechtelijke procedure waarbij het agentschap betrokken
is. is.
§ 2. Klachten op het vlak van deontologie worden behandeld door het § 2. Klachten op het vlak van deontologie worden behandeld door het
comité en de beslissing erover wordt bij meerderheid van stemmen comité en de beslissing erover wordt bij meerderheid van stemmen
genomen. genomen.
§ 3. Nadat de voorzitter heeft vastgesteld dat een lid om § 3. Nadat de voorzitter heeft vastgesteld dat een lid om
deontologische redenen als ontslagnemend wordt beschouwd, licht hij de deontologische redenen als ontslagnemend wordt beschouwd, licht hij de
betrokkene daarover in en hoort hij de betrokkene. De voorzitter maakt betrokkene daarover in en hoort hij de betrokkene. De voorzitter maakt
op basis daarvan in voorkomend geval een advies tot ontslag op. Het op basis daarvan in voorkomend geval een advies tot ontslag op. Het
betrokken lid beschikt na de ontvangst van het advies tot ontslag over betrokken lid beschikt na de ontvangst van het advies tot ontslag over
een termijn van twintig dagen om een bezwaarschrift in te dienen bij een termijn van twintig dagen om een bezwaarschrift in te dienen bij
de voorzitter. De voorzitter plaatst dat bezwaar ambtshalve op de de voorzitter. De voorzitter plaatst dat bezwaar ambtshalve op de
agenda van de eerstvolgende vergadering van het comité. agenda van de eerstvolgende vergadering van het comité.
Bij gebrek aan een bezwaar binnen de gestelde termijn wordt het advies Bij gebrek aan een bezwaar binnen de gestelde termijn wordt het advies
tot ontslag door de voorzitter voorgelegd aan het comité. Het tot ontslag door de voorzitter voorgelegd aan het comité. Het
betrokken lid kan zich laten bijstaan door een raadsman. Als het betrokken lid kan zich laten bijstaan door een raadsman. Als het
comité het advies tot ontslag bevestigt, overhandigt de voorzitter het comité het advies tot ontslag bevestigt, overhandigt de voorzitter het
advies aan de leidend ambtenaar die het aan de minister bezorgt. advies aan de leidend ambtenaar die het aan de minister bezorgt.
§ 4. Een lid van het comité dat zich in een situatie bevindt als § 4. Een lid van het comité dat zich in een situatie bevindt als
vermeld in paragraaf 1 of artikel 7, brengt de voorzitter daarvan vermeld in paragraaf 1 of artikel 7, brengt de voorzitter daarvan
onmiddellijk op de hoogte en neemt in overleg met de voorzitter de onmiddellijk op de hoogte en neemt in overleg met de voorzitter de
best passende houding ter zake aan. best passende houding ter zake aan.
Afdeling 10. - Organisatie van de verslaggeving Afdeling 10. - Organisatie van de verslaggeving

Art. 20.De secretaris stelt de voorlopige verslagen van de

Art. 20.De secretaris stelt de voorlopige verslagen van de

vergaderingen op, met inbegrip van de uitgebrachte adviezen en vergaderingen op, met inbegrip van de uitgebrachte adviezen en
beslissingen. De verslagen bevatten ook een samenvatting van de beslissingen. De verslagen bevatten ook een samenvatting van de
besprekingen en het besluit over elk agendapunt. Bovendien bevatten ze besprekingen en het besluit over elk agendapunt. Bovendien bevatten ze
de elementen waarvan een lid vraagt om ze te notuleren. De secretaris de elementen waarvan een lid vraagt om ze te notuleren. De secretaris
bezorgt de voorlopige verslagen overeenkomstig artikel 12, § 2, aan de bezorgt de voorlopige verslagen overeenkomstig artikel 12, § 2, aan de
leden en aan de voorzitter om ze door hen te laten goedkeuren. Tijdens leden en aan de voorzitter om ze door hen te laten goedkeuren. Tijdens
de volgende vergadering keuren de leden de voorlopige verslagen goed de volgende vergadering keuren de leden de voorlopige verslagen goed
of stellen ze wijzigingen erin voor. In spoedeisende gevallen kan aan of stellen ze wijzigingen erin voor. In spoedeisende gevallen kan aan
de leden gevraagd worden om de voorlopige verslagen schriftelijk of de leden gevraagd worden om de voorlopige verslagen schriftelijk of
elektronisch goed te keuren of te amenderen binnen een realistische elektronisch goed te keuren of te amenderen binnen een realistische
termijn. Amendementen op adviezen worden altijd op de vergadering termijn. Amendementen op adviezen worden altijd op de vergadering
besproken. besproken.

Art. 21.Het definitief goedgekeurde en ondertekende verslag en de

Art. 21.Het definitief goedgekeurde en ondertekende verslag en de

bijbehorende adviezen worden opgenomen in het archief. Aan de leidend bijbehorende adviezen worden opgenomen in het archief. Aan de leidend
ambtenaar wordt een kopie bezorgd. ambtenaar wordt een kopie bezorgd.
Afdeling 11. - Organisatie van de archivering Afdeling 11. - Organisatie van de archivering

Art. 22.Het archief bevat duplicaten van de uitnodigingen, de

Art. 22.Het archief bevat duplicaten van de uitnodigingen, de

ingediende documenten, de voorlopige en definitieve adviezen en ingediende documenten, de voorlopige en definitieve adviezen en
verslagen van de vergaderingen en andere belangrijke documenten. verslagen van de vergaderingen en andere belangrijke documenten.

Art. 23.De definitieve adviezen en verslagen van het comité zijn

Art. 23.De definitieve adviezen en verslagen van het comité zijn

beschikbaar na kennisgeving ervan door de leidend ambtenaar aan de beschikbaar na kennisgeving ervan door de leidend ambtenaar aan de
minister. minister.
Afdeling 12. - Jaarlijkse verslaggeving Afdeling 12. - Jaarlijkse verslaggeving

Art. 24.Het comité maakt een jaarverslag op van zijn werkzaamheden.

Art. 24.Het comité maakt een jaarverslag op van zijn werkzaamheden.

Dat wordt vóór 1 juli van het jaar na het jaar waarop het betrekking Dat wordt vóór 1 juli van het jaar na het jaar waarop het betrekking
heeft, naar de minister gestuurd. Dit verslag wordt samen met het heeft, naar de minister gestuurd. Dit verslag wordt samen met het
jaarverslag van het agentschap gepubliceerd. jaarverslag van het agentschap gepubliceerd.
Afdeling 13. - Subcommissies : permanente en tijdelijke werkgroepen Afdeling 13. - Subcommissies : permanente en tijdelijke werkgroepen

Art. 25.§ 1. In het comité kunnen in akkoord met de leidend ambtenaar

Art. 25.§ 1. In het comité kunnen in akkoord met de leidend ambtenaar

permanente en tijdelijke werkgroepen worden opgericht om adviezen van permanente en tijdelijke werkgroepen worden opgericht om adviezen van
het comité voor te bereiden. De opdracht van de permanente en de het comité voor te bereiden. De opdracht van de permanente en de
tijdelijke werkgroepen wordt in consensus tussen de leidend ambtenaar tijdelijke werkgroepen wordt in consensus tussen de leidend ambtenaar
en het comité vastgesteld en duidelijk omschreven. Op voordracht van en het comité vastgesteld en duidelijk omschreven. Op voordracht van
het bureau stelt het comité de samenstelling van de permanente en het bureau stelt het comité de samenstelling van de permanente en
tijdelijke werkgroep voor. De leidend ambtenaar stelt de voorzitter en tijdelijke werkgroep voor. De leidend ambtenaar stelt de voorzitter en
de leden ervan aan. de leden ervan aan.
§ 2. In elke werkgroep is de administratie van het agentschap § 2. In elke werkgroep is de administratie van het agentschap
vertegenwoordigd, naast minstens één lid van het comité. vertegenwoordigd, naast minstens één lid van het comité.
§ 3. Elke werkgroep kan een beroep doen op de diensten van het § 3. Elke werkgroep kan een beroep doen op de diensten van het
agentschap om zijn opdracht te vervullen op voorwaarde dat de leidend agentschap om zijn opdracht te vervullen op voorwaarde dat de leidend
ambtenaar daarmee akkoord gaat. De leidend ambtenaar organiseert het ambtenaar daarmee akkoord gaat. De leidend ambtenaar organiseert het
secretariaat van de werkgroep. secretariaat van de werkgroep.
§ 4. De permanente werkgroep brengt schriftelijk verslag uit aan het § 4. De permanente werkgroep brengt schriftelijk verslag uit aan het
comité over zijn opdracht. Dat verslag wordt gericht aan de voorzitter comité over zijn opdracht. Dat verslag wordt gericht aan de voorzitter
van het comité en bevat op verzoek van minstens één lid ook de van het comité en bevat op verzoek van minstens één lid ook de
minderheidsstandpunten. Het bureau of het comité bepaalt de wijze minderheidsstandpunten. Het bureau of het comité bepaalt de wijze
waarop de permanente werkgroep tussentijds moet rapporteren over zijn waarop de permanente werkgroep tussentijds moet rapporteren over zijn
werkzaamheden. werkzaamheden.
§ 5. De tijdelijke werkgroep brengt schriftelijk verslag uit aan het § 5. De tijdelijke werkgroep brengt schriftelijk verslag uit aan het
comité of, in voorkomend geval, aan de permanente werkgroep waaronder comité of, in voorkomend geval, aan de permanente werkgroep waaronder
hij ressorteert over zijn opdracht. Het verslag wordt gericht aan de hij ressorteert over zijn opdracht. Het verslag wordt gericht aan de
voorzitter van het comité of, in voorkomend geval, aan de voorzitter voorzitter van het comité of, in voorkomend geval, aan de voorzitter
van de permanente werkgroep, en bevat op verzoek van minstens één lid van de permanente werkgroep, en bevat op verzoek van minstens één lid
ook de minderheidsstandpunten. Het bureau bepaalt de wijze waarop de ook de minderheidsstandpunten. Het bureau bepaalt de wijze waarop de
tijdelijke werkgroep tussentijds moet rapporteren over zijn tijdelijke werkgroep tussentijds moet rapporteren over zijn
werkzaamheden. werkzaamheden.
§ 6. Al dan niet op voorstel van het comité kan de leidend ambtenaar § 6. Al dan niet op voorstel van het comité kan de leidend ambtenaar
op elk moment, bij gemotiveerde beslissing en na overleg met het op elk moment, bij gemotiveerde beslissing en na overleg met het
comité, de werkzaamheden van een werkgroep stopzetten of de opdracht comité, de werkzaamheden van een werkgroep stopzetten of de opdracht
ervan wijzigen. ervan wijzigen.
Afdeling 14. - Aanpassing van het huishoudelijk reglement Afdeling 14. - Aanpassing van het huishoudelijk reglement

Art. 26.Wijzigingen in dit huishoudelijk reglement worden op

Art. 26.Wijzigingen in dit huishoudelijk reglement worden op

schriftelijk, met redenen omkleed verzoek van ten minste een vijfde schriftelijk, met redenen omkleed verzoek van ten minste een vijfde
van de effectieve leden van het comité door het comité bij gewone van de effectieve leden van het comité door het comité bij gewone
meerderheid van stemmen goedgekeurd. Het gewijzigd ontwerp van meerderheid van stemmen goedgekeurd. Het gewijzigd ontwerp van
huishoudelijk reglement wordt door de minister ter goedkeuring aan de huishoudelijk reglement wordt door de minister ter goedkeuring aan de
Vlaamse Regering voorgelegd. Vlaamse Regering voorgelegd.
Afdeling 15. - Overige bepalingen Afdeling 15. - Overige bepalingen

Art. 27.Over gevallen die niet in het huishoudelijk reglement zijn

Art. 27.Over gevallen die niet in het huishoudelijk reglement zijn

bepaald en waarover op de zitting een beslissing genomen moet worden, bepaald en waarover op de zitting een beslissing genomen moet worden,
beslist het comité bij gewone meerderheid van stemmen. beslist het comité bij gewone meerderheid van stemmen.
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering
van 21 mei 2010 houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van 21 mei 2010 houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement
van het Raadgevend Comité bij het intern verzelfstandigd agentschap van het Raadgevend Comité bij het intern verzelfstandigd agentschap
met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een
Handicap. Handicap.
Brussel, 21 mei 2010. Brussel, 21 mei 2010.
De minister-president van de Vlaamse Regering, De minister-president van de Vlaamse Regering,
K. PEETERS K. PEETERS
De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin,
J. VANDEURZEN J. VANDEURZEN
^