← Terug naar "Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juli 1991 tot uitvoering van het decreet van 17 juli 1991 betreffende inspectie, dienst voor onderwijsontwikkeling en pedagogische begeleidingsdiensten "
Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juli 1991 tot uitvoering van het decreet van 17 juli 1991 betreffende inspectie, dienst voor onderwijsontwikkeling en pedagogische begeleidingsdiensten | Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juli 1991 tot uitvoering van het decreet van 17 juli 1991 betreffende inspectie, dienst voor onderwijsontwikkeling en pedagogische begeleidingsdiensten |
---|---|
VLAAMSE OVERHEID | VLAAMSE OVERHEID |
17 MAART 2006. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging | 17 MAART 2006. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging |
van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juli 1991 tot | van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juli 1991 tot |
uitvoering van het decreet van 17 juli 1991 betreffende inspectie, | uitvoering van het decreet van 17 juli 1991 betreffende inspectie, |
dienst voor onderwijsontwikkeling en pedagogische begeleidingsdiensten | dienst voor onderwijsontwikkeling en pedagogische begeleidingsdiensten |
De Vlaamse Regering, | De Vlaamse Regering, |
Gelet op het decreet van 17 juli 1991 betreffende inspectie, Dienst | Gelet op het decreet van 17 juli 1991 betreffende inspectie, Dienst |
voor Onderwijsontwikkeling en pedagogische begeleidingsdiensten, | voor Onderwijsontwikkeling en pedagogische begeleidingsdiensten, |
inzonderheid op artikel 85; | inzonderheid op artikel 85; |
Gelet op het besluit van 17 juli 1991 tot uitvoering van het decreet | Gelet op het besluit van 17 juli 1991 tot uitvoering van het decreet |
van 17 juli 1991 betreffende inspectie, Dienst voor | van 17 juli 1991 betreffende inspectie, Dienst voor |
Onderwijsontwikkeling en pedagogische begeleidingsdiensten, | Onderwijsontwikkeling en pedagogische begeleidingsdiensten, |
inzonderheid op artikel 53bis, ingevoegd bij het besluit van de | inzonderheid op artikel 53bis, ingevoegd bij het besluit van de |
Vlaamse Regering van 25 november 2002, vervangen bij het besluit van | Vlaamse Regering van 25 november 2002, vervangen bij het besluit van |
de Vlaamse Regering van 10 december 1999 en gewijzigd bij het besluit | de Vlaamse Regering van 10 december 1999 en gewijzigd bij het besluit |
van 12 januari 2001; | van 12 januari 2001; |
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor begroting, | Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor begroting, |
gegeven op 25 oktober 2005; | gegeven op 25 oktober 2005; |
Gelet op het protocol nr. 586 van 23 december 2005 houdende de | Gelet op het protocol nr. 586 van 23 december 2005 houdende de |
conclusies van de onderhandelingen die werden gevoerd in de | conclusies van de onderhandelingen die werden gevoerd in de |
gemeenschappelijke vergadering van Sectorcomité X en van onderafdeling | gemeenschappelijke vergadering van Sectorcomité X en van onderafdeling |
"Vlaamse Gemeenschap" van afdeling 2 van het Comité voor de | "Vlaamse Gemeenschap" van afdeling 2 van het Comité voor de |
provinciale en plaatselijke overheidsdiensten; | provinciale en plaatselijke overheidsdiensten; |
Gelet op het protocol nr. 351 van 23 december 2005 houdende de | Gelet op het protocol nr. 351 van 23 december 2005 houdende de |
conclusies van de onderhandelingen die werden gevoerd in het | conclusies van de onderhandelingen die werden gevoerd in het |
overkoepelend onderhandelingscomité bedoeld in het decreet van 5 april | overkoepelend onderhandelingscomité bedoeld in het decreet van 5 april |
1995 tot oprichting van onderhandelingscomités in het vrij | 1995 tot oprichting van onderhandelingscomités in het vrij |
gesubsidieerd onderwijs; | gesubsidieerd onderwijs; |
Gelet op het advies van de Raad van State nr. 39.808/1, gegeven op 16 | Gelet op het advies van de Raad van State nr. 39.808/1, gegeven op 16 |
februari 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van | februari 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van |
de gecoördineerde wetten op de Raad van State; | de gecoördineerde wetten op de Raad van State; |
Op voorstel van de Vlaamse minister bevoegd voor Onderwijs en Vorming; | Op voorstel van de Vlaamse minister bevoegd voor Onderwijs en Vorming; |
Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
Besluit : | Besluit : |
Artikel 1.Artikel 53bis van het besluit van 17 juli 1991 tot |
Artikel 1.Artikel 53bis van het besluit van 17 juli 1991 tot |
uitvoering van het decreet van 17 juli 1991 betreffende inspectie, | uitvoering van het decreet van 17 juli 1991 betreffende inspectie, |
Dienst voor Onderwijsontwikkeling en pedagogische | Dienst voor Onderwijsontwikkeling en pedagogische |
begeleidingsdiensten, wordt vervangen door wat volgt : | begeleidingsdiensten, wordt vervangen door wat volgt : |
« § 1. De forfaitaire vergoeding voor reis-, verblijfs- en | « § 1. De forfaitaire vergoeding voor reis-, verblijfs- en |
werkingskosten bedoeld in artikel 85, § 2, van het decreet van 17 juli | werkingskosten bedoeld in artikel 85, § 2, van het decreet van 17 juli |
1991 betreffende inspectie, Dienst voor Onderwijsontwikkeling en | 1991 betreffende inspectie, Dienst voor Onderwijsontwikkeling en |
pedagogische begeleidingsdiensten en het woon-werkverkeer wordt als | pedagogische begeleidingsdiensten en het woon-werkverkeer wordt als |
volgt vastgesteld : | volgt vastgesteld : |
1° 2.569,57 euro voor de inspecteurs-generaal en de directeur van de | 1° 2.569,57 euro voor de inspecteurs-generaal en de directeur van de |
Dienst voor Onderwijsontwikkeling; | Dienst voor Onderwijsontwikkeling; |
2° 2.801,20 euro voor de inspecteurs basisonderwijs, die niet belast | 2° 2.801,20 euro voor de inspecteurs basisonderwijs, die niet belast |
zijn met het buitengewoon onderwijs; | zijn met het buitengewoon onderwijs; |
3° 3.664,36 euro voor de inspecteurs secundair onderwijs, centra voor | 3° 3.664,36 euro voor de inspecteurs secundair onderwijs, centra voor |
leerlingenbegeleiding, kunstonderwijs, volwassenenonderwijs, voor de | leerlingenbegeleiding, kunstonderwijs, volwassenenonderwijs, voor de |
inspecteurs belast met het buitengewoon onderwijs, en voor de | inspecteurs belast met het buitengewoon onderwijs, en voor de |
coördinerende inspecteurs; | coördinerende inspecteurs; |
4° 1.985,58 euro voor de adviseurs en navorsers van de Dienst voor | 4° 1.985,58 euro voor de adviseurs en navorsers van de Dienst voor |
Onderwijsontwikkeling. | Onderwijsontwikkeling. |
§ 2. Aan de inspecteurs basisonderwijs, de inspecteurs secundair | § 2. Aan de inspecteurs basisonderwijs, de inspecteurs secundair |
onderwijs, de inspecteurs van de centra voor leerlingenbegeleiding, de | onderwijs, de inspecteurs van de centra voor leerlingenbegeleiding, de |
inspecteurs volwassenenonderwijs en de inspecteurs kunstonderwijs, en | inspecteurs volwassenenonderwijs en de inspecteurs kunstonderwijs, en |
aan de coördinerende inspecteurs die niet beschikken over een | aan de coördinerende inspecteurs die niet beschikken over een |
permanent kantoor in de gebouwen van de diensten van de Vlaamse | permanent kantoor in de gebouwen van de diensten van de Vlaamse |
regering, wordt met ingang van 1 september 2005 of bij aanstelling in | regering, wordt met ingang van 1 september 2005 of bij aanstelling in |
het ambt van inspecteur, aanvullend bij de in § 1 bedoelde forfaitaire | het ambt van inspecteur, aanvullend bij de in § 1 bedoelde forfaitaire |
vergoeding, een jaarlijkse forfaitaire ICT-vergoeding toegekend. Deze | vergoeding, een jaarlijkse forfaitaire ICT-vergoeding toegekend. Deze |
ICT-vergoeding is bestemd voor de inrichting van het thuiskantoor met | ICT-vergoeding is bestemd voor de inrichting van het thuiskantoor met |
de noodzakelijke ICT-voorzieningen en wordt vastgesteld op 474,60 | de noodzakelijke ICT-voorzieningen en wordt vastgesteld op 474,60 |
euro. De ICT-vergoeding wordt aangewend door de betrokken inspecteur | euro. De ICT-vergoeding wordt aangewend door de betrokken inspecteur |
om informatica en communicatiemiddelen te voorzien in functie van de | om informatica en communicatiemiddelen te voorzien in functie van de |
uitvoering van het ambt van inspecteur. | uitvoering van het ambt van inspecteur. |
Indien de inspecteur die recht heeft op een forfaitaire ICT-vergoeding | Indien de inspecteur die recht heeft op een forfaitaire ICT-vergoeding |
op 1 september 2005, beschikt over ICT-voorzieningen aangekocht of | op 1 september 2005, beschikt over ICT-voorzieningen aangekocht of |
geleasd na 1 september 2001 lastens de werkingskredieten van de | geleasd na 1 september 2001 lastens de werkingskredieten van de |
onderwijsinspectie, wordt de ICT-vergoeding als volgt verminderd tot | onderwijsinspectie, wordt de ICT-vergoeding als volgt verminderd tot |
op het ogenblik dat deze ICT-voorzieningen vier jaar oud zijn : | op het ogenblik dat deze ICT-voorzieningen vier jaar oud zijn : |
- voor een personal computer of laptop : vermindering van de | - voor een personal computer of laptop : vermindering van de |
ICT-vergoeding met 60 %; | ICT-vergoeding met 60 %; |
- voor een printer : vermindering van de ICT-vergoeding met 10 %. | - voor een printer : vermindering van de ICT-vergoeding met 10 %. |
Voor de berekening van de ouderdom van de ICT-voorzieningen, wordt | Voor de berekening van de ouderdom van de ICT-voorzieningen, wordt |
rekening gehouden met de maand van aankoop of leasing zoals vermeld op | rekening gehouden met de maand van aankoop of leasing zoals vermeld op |
de factuur. | de factuur. |
De forfaitaire ICT-vergoeding wordt in alle opeenvolgende periodes van | De forfaitaire ICT-vergoeding wordt in alle opeenvolgende periodes van |
vier jaar volgend op 1 september 2005 of volgend op de aanstelling van | vier jaar volgend op 1 september 2005 of volgend op de aanstelling van |
de inspecteur, gebruikt voor de aanschaf van volgende | de inspecteur, gebruikt voor de aanschaf van volgende |
ICT-voorzieningen : personal computer of laptop, printer, frequente | ICT-voorzieningen : personal computer of laptop, printer, frequente |
benodigdheden voor computer, garantie en verzekering voor computer en | benodigdheden voor computer, garantie en verzekering voor computer en |
gsm. | gsm. |
De inspectieraad bepaalt jaarlijks voor 1 september de configuratie en | De inspectieraad bepaalt jaarlijks voor 1 september de configuratie en |
de minimale kwaliteitsvereisten van de ICT-voorzieningen, waaraan de | de minimale kwaliteitsvereisten van de ICT-voorzieningen, waaraan de |
ICT-voorzieningen dienen te voldoen bij aankoop in het komende | ICT-voorzieningen dienen te voldoen bij aankoop in het komende |
schooljaar. De configuratie en kwaliteitsvereisten worden aan de noden | schooljaar. De configuratie en kwaliteitsvereisten worden aan de noden |
van de goede werking van de onderwijsinspectie aangepast en opgenomen | van de goede werking van de onderwijsinspectie aangepast en opgenomen |
in het intern reglement van de onderwijsinspectie. | in het intern reglement van de onderwijsinspectie. |
De ICT-voorzieningen die centraal door de inspectieraad ter | De ICT-voorzieningen die centraal door de inspectieraad ter |
beschikking worden gesteld aan de leden van de onderwijsinspectie, | beschikking worden gesteld aan de leden van de onderwijsinspectie, |
vallen niet binnen het bereik van de forfaitaire ICT-vergoeding. | vallen niet binnen het bereik van de forfaitaire ICT-vergoeding. |
Na elke periode van vier jaar of bij het verlaten van zijn ambt wordt | Na elke periode van vier jaar of bij het verlaten van zijn ambt wordt |
voor elke inspecteur basisonderwijs, inspecteur secundair onderwijs, | voor elke inspecteur basisonderwijs, inspecteur secundair onderwijs, |
inspecteur van de centra voor leerlingenbegeleiding, inspecteur | inspecteur van de centra voor leerlingenbegeleiding, inspecteur |
volwassenenonderwijs, inspecteur kunstonderwijs en coördinerend | volwassenenonderwijs, inspecteur kunstonderwijs en coördinerend |
inspecteur, die gedurende deze periode een forfaitaire ICT-vergoeding | inspecteur, die gedurende deze periode een forfaitaire ICT-vergoeding |
heeft ontvangen, een afrekening gemaakt op basis van : | heeft ontvangen, een afrekening gemaakt op basis van : |
- de ingebrachte facturen op naam van de betrokken inspecteur van de | - de ingebrachte facturen op naam van de betrokken inspecteur van de |
ICT-voorzieningen die binnen het bereik van de ICT-vergoeding liggen; | ICT-voorzieningen die binnen het bereik van de ICT-vergoeding liggen; |
- de configuratie en minimale kwaliteitsvereisten zoals bedoeld in 3° | - de configuratie en minimale kwaliteitsvereisten zoals bedoeld in 3° |
tweede lid; | tweede lid; |
- een schriftelijke bevestiging van de coördinerend | - een schriftelijke bevestiging van de coördinerend |
inspecteur-generaal dat de betreffende inspecteur gedurende deze | inspecteur-generaal dat de betreffende inspecteur gedurende deze |
periode effectief heeft beschikt over de informatica- en | periode effectief heeft beschikt over de informatica- en |
communicatievoorzieningen noodzakelijk bij de uitvoering zijn ambt; | communicatievoorzieningen noodzakelijk bij de uitvoering zijn ambt; |
Op basis van de afrekening wordt het niet-aangewende aandeel van de | Op basis van de afrekening wordt het niet-aangewende aandeel van de |
forfaitaire ICT-vergoeding teruggevorderd. | forfaitaire ICT-vergoeding teruggevorderd. |
De afrekening en terugvordering worden uitgevoerd door de diensten van | De afrekening en terugvordering worden uitgevoerd door de diensten van |
het departement Onderwijs en Vorming van het Vlaams ministerie van | het departement Onderwijs en Vorming van het Vlaams ministerie van |
Onderwijs en Vorming. | Onderwijs en Vorming. |
§ 3. Inspecteurs die in opdracht van de inspectieraad belast worden | § 3. Inspecteurs die in opdracht van de inspectieraad belast worden |
met bijkomende opdrachten, kunnen hiervoor een vergoeding ontvangen. | met bijkomende opdrachten, kunnen hiervoor een vergoeding ontvangen. |
Deze bijkomende vergoeding wordt berekend overeenkomstig het | Deze bijkomende vergoeding wordt berekend overeenkomstig het |
koninklijk besluit van 24 december 1964 tot vaststelling van de | koninklijk besluit van 24 december 1964 tot vaststelling van de |
vergoedingen wegens verblijfkosten toegekend aan de leden van het | vergoedingen wegens verblijfkosten toegekend aan de leden van het |
personeel der ministeries en het koninklijk besluit van 18 januari | personeel der ministeries en het koninklijk besluit van 18 januari |
1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten. | 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten. |
Voor de terugbetaling van reiskosten worden de inspecteurs in dit | Voor de terugbetaling van reiskosten worden de inspecteurs in dit |
opzicht gelijkgesteld met ambtenaren van rang 14. | opzicht gelijkgesteld met ambtenaren van rang 14. |
Voor de vaststelling van bijkomende reis- en verblijfskosten, is de | Voor de vaststelling van bijkomende reis- en verblijfskosten, is de |
administratieve standplaats voor de leden van de inspectie de | administratieve standplaats voor de leden van de inspectie de |
woonplaats en wordt de werkelijke afstand in kilometers volgens de | woonplaats en wordt de werkelijke afstand in kilometers volgens de |
gevolgde wegen in aanmerking genomen. | gevolgde wegen in aanmerking genomen. |
Indien gebruik gemaakt wordt van gemeenschappelijke vervoermiddelen | Indien gebruik gemaakt wordt van gemeenschappelijke vervoermiddelen |
worden de werkelijke kosten uitbetaald op basis van de officiële | worden de werkelijke kosten uitbetaald op basis van de officiële |
tarieven. Indien de gemeenschappelijke vervoermiddelen verscheidene | tarieven. Indien de gemeenschappelijke vervoermiddelen verscheidene |
klassen omvatten wordt voor de leden van de inspectie een | klassen omvatten wordt voor de leden van de inspectie een |
vervoerbewijs eerste klasse terugbetaald. | vervoerbewijs eerste klasse terugbetaald. |
§ 4. De in § 1 vermelde vergoeding wordt in maandelijkse schijven | § 4. De in § 1 vermelde vergoeding wordt in maandelijkse schijven |
uitbetaald. | uitbetaald. |
De in § 2 vermelde vergoeding wordt jaarlijks uitbetaald in het begin | De in § 2 vermelde vergoeding wordt jaarlijks uitbetaald in het begin |
van het nieuwe schooljaar aan de rechthebbende inspecteurs die op deze | van het nieuwe schooljaar aan de rechthebbende inspecteurs die op deze |
datum in dienst zijn. | datum in dienst zijn. |
Aan de inspecteurs die in dienst treden in de loop van het schooljaar | Aan de inspecteurs die in dienst treden in de loop van het schooljaar |
en in aanmerking komen voor een forfaitaire ICT-vergoeding, wordt, pro | en in aanmerking komen voor een forfaitaire ICT-vergoeding, wordt, pro |
rata van het aantal resterende kalenderdagen tot aan het begin van het | rata van het aantal resterende kalenderdagen tot aan het begin van het |
volgende nieuwe schooljaar, een aangepaste ICT-vergoeding toegekend. | volgende nieuwe schooljaar, een aangepaste ICT-vergoeding toegekend. |
De in § 1 vermelde vergoeding wordt met 1/24 ingehouden voor elke | De in § 1 vermelde vergoeding wordt met 1/24 ingehouden voor elke |
onderbreking van de ambtsuitoefening gedurende een periode van | onderbreking van de ambtsuitoefening gedurende een periode van |
vijftien aaneensluitende kalenderdagen. | vijftien aaneensluitende kalenderdagen. |
De bedragen vermeld in § 1 en § 2 worden gekoppeld aan de spilindex | De bedragen vermeld in § 1 en § 2 worden gekoppeld aan de spilindex |
138,01 en schommelen overeenkomstig de bepalingen van de wet van 1 | 138,01 en schommelen overeenkomstig de bepalingen van de wet van 1 |
maart 1977, houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige | maart 1977, houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige |
uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer der | uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer der |
consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld, gewijzigd bij | consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld, gewijzigd bij |
koninklijk besluit nr. 178 van 30 december 1982. » | koninklijk besluit nr. 178 van 30 december 1982. » |
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2005. |
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2005. |
Art. 3.De Vlaamse minister bevoegd voor Onderwijs en Vorming is |
Art. 3.De Vlaamse minister bevoegd voor Onderwijs en Vorming is |
belast met de uitvoering van dit besluit. | belast met de uitvoering van dit besluit. |
Brussel, 17 maart 2006. | Brussel, 17 maart 2006. |
De minister-president van de Vlaamse Regering, | De minister-president van de Vlaamse Regering, |
Y. LETERME | Y. LETERME |
De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, | De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, |
F. VANDENBROUCKE | F. VANDENBROUCKE |