Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Besluit Van De Vlaamse Regering van 11/06/2004
← Terug naar "Besluit van de Vlaamse regering tot oprichting van het agentschap Vlaamse Belastingdienst "
Besluit van de Vlaamse regering tot oprichting van het agentschap Vlaamse Belastingdienst Besluit van de Vlaamse regering tot oprichting van het agentschap Vlaamse Belastingdienst
MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP
11 JUNI 2004. - Besluit van de Vlaamse regering tot oprichting van het 11 JUNI 2004. - Besluit van de Vlaamse regering tot oprichting van het
agentschap Vlaamse Belastingdienst agentschap Vlaamse Belastingdienst
De Vlaamse regering, De Vlaamse regering,
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der
instellingen, inzonderheid op artikel 87, § 1; instellingen, inzonderheid op artikel 87, § 1;
Gelet op het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, Gelet op het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003,
inzonderheid op artikel 6, § 2; inzonderheid op artikel 6, § 2;
Gelet op het Wetboek der successierechten, inzonderheid op artikel Gelet op het Wetboek der successierechten, inzonderheid op artikel
60bis, § 11, ingevoegd bij het decreet van 20 december 1996 en 60bis, § 11, ingevoegd bij het decreet van 20 december 1996 en
gewijzigd bij decreet van 19 december 1998; gewijzigd bij decreet van 19 december 1998;
Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, inzonderheid op Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, inzonderheid op
artikel 298, 335, 336, 337, 354, 355, 356, 366, 367, 374, 375, 376, artikel 298, 335, 336, 337, 354, 355, 356, 366, 367, 374, 375, 376,
410, 417, 420, 421, 427, 428, 429, 430, 431, 433, 434, 435, 441, 445, 410, 417, 420, 421, 427, 428, 429, 430, 431, 433, 434, 435, 441, 445,
447 en 461, gewijzigd bij het decreet van 30 juni 2000; 447 en 461, gewijzigd bij het decreet van 30 juni 2000;
Gelet op de wet van 13 juli 1987 betreffende het kijk- en luistergeld, Gelet op de wet van 13 juli 1987 betreffende het kijk- en luistergeld,
gewijzigd bij wet van 15 maart 1999 en decreet van 29 maart 2002, gewijzigd bij wet van 15 maart 1999 en decreet van 29 maart 2002,
inzonderheid op de artikelen 1, 14, 18, 19,21 en 26; inzonderheid op de artikelen 1, 14, 18, 19,21 en 26;
Gelet op het decreet van 22 februari 1995 tot regeling van de Gelet op het decreet van 22 februari 1995 tot regeling van de
invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor de Vlaamse invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor de Vlaamse
Gemeenschap en de instellingen die eronder ressorteren, inzonderheid Gemeenschap en de instellingen die eronder ressorteren, inzonderheid
op artikel 2; op artikel 2;
Gelet op het decreet van 22 februari 1995 tot regeling van de Gelet op het decreet van 22 februari 1995 tot regeling van de
invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor het Vlaamse Gewest invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor het Vlaamse Gewest
en de instellingen die eronder ressorteren, inzonderheid op artikel 2; en de instellingen die eronder ressorteren, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot Gelet op het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot
begeleiding van de begroting 1996, inzonderheid op artikel 38, eerste begeleiding van de begroting 1996, inzonderheid op artikel 38, eerste
en derde lid, op artikel 39, § 2, vervangen bij het decreet van 30 en derde lid, op artikel 39, § 2, vervangen bij het decreet van 30
juni 2000, op artikel 40, § 2 en § 3, op artikel 40, § 6, ingevoegd juni 2000, op artikel 40, § 2 en § 3, op artikel 40, § 6, ingevoegd
bij het decreet van 8 juli 1996 en op artikel 41; bij het decreet van 8 juli 1996 en op artikel 41;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 16 mei 1995 Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 16 mei 1995
betreffende de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor de betreffende de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor de
Vlaamse Gemeenschap en de instellingen die eronder ressorteren, Vlaamse Gemeenschap en de instellingen die eronder ressorteren,
gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 29 juni 2001; gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 29 juni 2001;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 16 mei 1995 Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 16 mei 1995
betreffende de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor het betreffende de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor het
Vlaamse Gewest en de instellingen die eronder ressorteren, gewijzigd Vlaamse Gewest en de instellingen die eronder ressorteren, gewijzigd
bij het besluit van de Vlaamse regering van 17 juli 2000; bij het besluit van de Vlaamse regering van 17 juli 2000;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 2 april 1996 Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 2 april 1996
betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting
van gebouwen en/of woningen, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse van gebouwen en/of woningen, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse
regering van 15 juli 1997, 23 juli 1998, 6 oktober 1998 en 13 december regering van 15 juli 1997, 23 juli 1998, 6 oktober 1998 en 13 december
2002; 2002;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 15 juli 1997 Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 15 juli 1997
betreffende het toezicht door ambtenaren van het Ministerie van de betreffende het toezicht door ambtenaren van het Ministerie van de
Vlaamse Gemeenschap op de kwijting van het kijk- en luistergeld, Vlaamse Gemeenschap op de kwijting van het kijk- en luistergeld,
gewijzigd door het besluit van de Vlaamse regering van 3 december 1999 gewijzigd door het besluit van de Vlaamse regering van 3 december 1999
en het besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 2001, inzonderheid en het besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 2001, inzonderheid
op de artikelen 1 tot en met 5; op de artikelen 1 tot en met 5;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 18 november 1997 Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 18 november 1997
betreffende de vrijstelling van successierechten voor familiale betreffende de vrijstelling van successierechten voor familiale
ondernemingen en familiale vennootschappen, inzonderheid op artikel 1, ondernemingen en familiale vennootschappen, inzonderheid op artikel 1,
4° en 2; 4° en 2;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 20 oktober 1998 tot Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 20 oktober 1998 tot
aanwijzing van ambtenaren die onderzoeken en controles verrichten aanwijzing van ambtenaren die onderzoeken en controles verrichten
betreffende de onroerende voorheffing, gewijzigd bij het besluit van betreffende de onroerende voorheffing, gewijzigd bij het besluit van
de Vlaamse regering van 20 september 2002; de Vlaamse regering van 20 september 2002;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 4 mei 1999 tot Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 4 mei 1999 tot
vaststelling van de datum van inwerkingtreding van sommige bepalingen vaststelling van de datum van inwerkingtreding van sommige bepalingen
van het decreet van 9 juni 1998 houdende bepalingen tot wijziging van van het decreet van 9 juni 1998 houdende bepalingen tot wijziging van
het Wetboek van de inkomstenbelastingen voor wat de onroerende het Wetboek van de inkomstenbelastingen voor wat de onroerende
voorheffing betreft en tot machtiging van de Vlaamse minister bevoegd voorheffing betreft en tot machtiging van de Vlaamse minister bevoegd
voor de financiën om ambtenaren aan te wijzen belast met de vestiging voor de financiën om ambtenaren aan te wijzen belast met de vestiging
en invordering van de onroerende voorheffing; en invordering van de onroerende voorheffing;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de
begroting, gegeven op 22 april 2004; begroting, gegeven op 22 april 2004;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 18 mei 2004 met Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 18 mei 2004 met
toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de gecoördineerde toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de gecoördineerde
wetten op de Raad van State; wetten op de Raad van State;
Overwegende dat het aangewezen is, voor een efficiënte vervulling van Overwegende dat het aangewezen is, voor een efficiënte vervulling van
sommige taken van beleidsuitvoering inzake Fiscaliteit, binnen het sommige taken van beleidsuitvoering inzake Fiscaliteit, binnen het
Vlaams ministerie van Financiën en Begroting een intern Vlaams ministerie van Financiën en Begroting een intern
verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid op te richten; verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid op te richten;
Op voorstel van de Vlaamse Minister van Financiën en Begroting, Op voorstel van de Vlaamse Minister van Financiën en Begroting,
Ruimtelijke Ordening, Wetenschappen en Technologische Innovatie; Ruimtelijke Ordening, Wetenschappen en Technologische Innovatie;
Na beraadslaging, Na beraadslaging,
Besluit : Besluit :
HOOFDSTUK I. - Benaming, doel en taakstelling van het agentschap HOOFDSTUK I. - Benaming, doel en taakstelling van het agentschap

Artikel 1.Binnen het Vlaams ministerie van Financiën en Begroting

Artikel 1.Binnen het Vlaams ministerie van Financiën en Begroting

wordt een intern verzelfstandigd agentschap zonder wordt een intern verzelfstandigd agentschap zonder
rechtspersoonlijkheid opgericht, onder de benaming Vlaamse rechtspersoonlijkheid opgericht, onder de benaming Vlaamse
Belastingdienst Belastingdienst
De Vlaamse Belastingdienst wordt opgericht voor de uitvoering van het De Vlaamse Belastingdienst wordt opgericht voor de uitvoering van het
beleid inzake Vlaamse Fiscaliteit. beleid inzake Vlaamse Fiscaliteit.
Het agentschap behoort tot het beleidsdomein Financiën en Begroting. Het agentschap behoort tot het beleidsdomein Financiën en Begroting.

Art. 2.Het agentschap heeft als missie de Vlaamse belastingen op een

Art. 2.Het agentschap heeft als missie de Vlaamse belastingen op een

efficiënte en effectieve wijze te innen en in te vorderen. Hierbij efficiënte en effectieve wijze te innen en in te vorderen. Hierbij
hanteert het agentschap volgende principes : hanteert het agentschap volgende principes :
1°Maximale klantgerichtheid 1°Maximale klantgerichtheid
2° Minimalisering van de administratieve formaliteiten door aanwending 2° Minimalisering van de administratieve formaliteiten door aanwending
van moderne technologische hulpmiddelen van moderne technologische hulpmiddelen
3° Gelijkberechtiging 3° Gelijkberechtiging
4° Tijdigheid en correctheid van afhandeling 4° Tijdigheid en correctheid van afhandeling

Art. 3.De Vlaamse Belastingdienst heeft tot taak :

Art. 3.De Vlaamse Belastingdienst heeft tot taak :

1° De inkohiering, inning en invordering van de Vlaamse belastingen, 1° De inkohiering, inning en invordering van de Vlaamse belastingen,
inbegrepen de belastingen, aangeduid als heffingen met uitzondering inbegrepen de belastingen, aangeduid als heffingen met uitzondering
van de heffing op de waterverontreiniging, de heffing op de winning van de heffing op de waterverontreiniging, de heffing op de winning
van grondwater, de milieuheffing op de verwijdering van afvalstoffen van grondwater, de milieuheffing op de verwijdering van afvalstoffen
en de mestheffingen; en de mestheffingen;
2° De bezwaarafhandeling met betrekking tot de Vlaamse belastingen met 2° De bezwaarafhandeling met betrekking tot de Vlaamse belastingen met
uitzondering van de in art. 3, 1° opgesomde heffingen; uitzondering van de in art. 3, 1° opgesomde heffingen;
3° De uitoefening van de fiscale controle met betrekking tot deze 3° De uitoefening van de fiscale controle met betrekking tot deze
belastingen met uitzondering van de in art. 3, 1° opgesomde heffingen; belastingen met uitzondering van de in art. 3, 1° opgesomde heffingen;
4° Het invorderen van niet fiscale schuldvorderingen overeenkomstig 4° Het invorderen van niet fiscale schuldvorderingen overeenkomstig
het decreet van 22 februari 1995 tot regeling van de invordering van het decreet van 22 februari 1995 tot regeling van de invordering van
niet fiscale schuldvorderingen voor de Vlaamse Gemeenschap en de niet fiscale schuldvorderingen voor de Vlaamse Gemeenschap en de
instellingen die eronder ressorteren en het decreet van 22 februari instellingen die eronder ressorteren en het decreet van 22 februari
1995 tot regeling van de invordering van niet fiscale 1995 tot regeling van de invordering van niet fiscale
schuldvorderingen voor het Vlaams Gewest en de instellingen die schuldvorderingen voor het Vlaams Gewest en de instellingen die
eronder ressorteren. eronder ressorteren.
5° Het innen van retributies en bijzondere (sector)bijdragen voorzover 5° Het innen van retributies en bijzondere (sector)bijdragen voorzover
deze taak door de Vlaamse Regering aan het agentschap werd toegewezen. deze taak door de Vlaamse Regering aan het agentschap werd toegewezen.
6° Het leveren van de vereiste beleidsgerichte input aan het 6° Het leveren van de vereiste beleidsgerichte input aan het
departement zodat het departement over alle nuttige informatie departement zodat het departement over alle nuttige informatie
beschikt om effectief en efficiënt zijn rol te vervullen op het vlak beschikt om effectief en efficiënt zijn rol te vervullen op het vlak
van de beleidsvoorbereiding en -evaluatie en op het vlak van de van de beleidsvoorbereiding en -evaluatie en op het vlak van de
ondersteuning van de minister bij de opvolging en de aansturing van de ondersteuning van de minister bij de opvolging en de aansturing van de
uitvoering van het beleid. uitvoering van het beleid.
7° het uitreiken van attesten voor fiscale vrijstellingen en 7° het uitreiken van attesten voor fiscale vrijstellingen en
verminderingen voorzover deze taak niet door de Vlaamse Regering aan verminderingen voorzover deze taak niet door de Vlaamse Regering aan
een ander beleidsdomein werd toegewezen. een ander beleidsdomein werd toegewezen.

Art. 4.Overeenkomstig artikel 9, § 1, 1° van het kaderdecreet

Art. 4.Overeenkomstig artikel 9, § 1, 1° van het kaderdecreet

bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, regelt de in artikel 7 bedoelde bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, regelt de in artikel 7 bedoelde
beheersovereenkomst de concretisering van de kwalitatieve en beheersovereenkomst de concretisering van de kwalitatieve en
kwantitatieve wijze waarop het agentschap zijn taken moet vervullen, kwantitatieve wijze waarop het agentschap zijn taken moet vervullen,
met strategische en operationele doelstellingen, beschreven aan de met strategische en operationele doelstellingen, beschreven aan de
hand van meetbare criteria. hand van meetbare criteria.

Art. 5.Bij het uitoefenen van zijn missie en taken treedt het

Art. 5.Bij het uitoefenen van zijn missie en taken treedt het

agentschap op namens de rechtspersonen Vlaamse Gemeenschap en Vlaamse agentschap op namens de rechtspersonen Vlaamse Gemeenschap en Vlaamse
Gewest en namens de IVA's met rechtspersoonlijkheid, de Gewest en namens de IVA's met rechtspersoonlijkheid, de
publiekrechtelijk en privaatrechtelijk vormgegeven EVA's en eventueel publiekrechtelijk en privaatrechtelijk vormgegeven EVA's en eventueel
andere rechtspersonen door de Vlaamse regering aangewezen, waarvoor andere rechtspersonen door de Vlaamse regering aangewezen, waarvoor
het agentschap de invordering bedoeld in art. 3, 4° verzorgt. het agentschap de invordering bedoeld in art. 3, 4° verzorgt.
HOOFDSTUK II. - Aansturing en leiding van het agentschap HOOFDSTUK II. - Aansturing en leiding van het agentschap

Art. 6.De Vlaamse Belastingdienst ressorteert onder het hiërarchisch

Art. 6.De Vlaamse Belastingdienst ressorteert onder het hiërarchisch

gezag van de Vlaamse minister bevoegd voor de Financiën, hierna gezag van de Vlaamse minister bevoegd voor de Financiën, hierna
genoemd de minister. genoemd de minister.

Art. 7.De minister stuurt het agentschap aan, inzonderheid via de

Art. 7.De minister stuurt het agentschap aan, inzonderheid via de

beheersovereenkomst. beheersovereenkomst.

Art. 8.Het hoofd van het agentschap is belast met de algemene

Art. 8.Het hoofd van het agentschap is belast met de algemene

leiding, de werking en de vertegenwoordiging van het agentschap, leiding, de werking en de vertegenwoordiging van het agentschap,
onverminderd de mogelijkheid tot delegatie en subdelegatie van die onverminderd de mogelijkheid tot delegatie en subdelegatie van die
bevoegdheid. bevoegdheid.
HOOFDSTUK III. - Delegatie van beslissingsbevoegdheden HOOFDSTUK III. - Delegatie van beslissingsbevoegdheden

Art. 9.§ 1. Aan het hoofd van het agentschap worden volgende

Art. 9.§ 1. Aan het hoofd van het agentschap worden volgende

specifieke delegaties verleend : specifieke delegaties verleend :
1° het hoofd van het agentschap wordt gemachtigd om de 1° het hoofd van het agentschap wordt gemachtigd om de
gerechtsdeurwaarders aan te stellen die belast zijn met de gedwongen gerechtsdeurwaarders aan te stellen die belast zijn met de gedwongen
invordering van de Vlaamse belastingen en niet-fiscale invordering van de Vlaamse belastingen en niet-fiscale
schuldvorderingen door middel van de betekening van een dwangbevel, schuldvorderingen door middel van de betekening van een dwangbevel,
alsmede om de voorwaarden tot hun aanstelling te bepalen; alsmede om de voorwaarden tot hun aanstelling te bepalen;
2° het sluiten van samenwerkingsovereenkomsten met externe partners in 2° het sluiten van samenwerkingsovereenkomsten met externe partners in
het kader van de taken van het agentschap tot een maximum bedrag van het kader van de taken van het agentschap tot een maximum bedrag van
2,4 miljoen euro, inzonderheid betreffende de inventarisatie van de 2,4 miljoen euro, inzonderheid betreffende de inventarisatie van de
belastings- of heffingsgegevens en de inning en invordering van de belastings- of heffingsgegevens en de inning en invordering van de
belastings- of heffingsschulden. belastings- of heffingsschulden.
§ 2. De delegaties inzake de aangelegenheden die zijn bedoeld in § 2. De delegaties inzake de aangelegenheden die zijn bedoeld in
artikel 16, 3° van het besluit van de Vlaamse regering van 10 oktober artikel 16, 3° van het besluit van de Vlaamse regering van 10 oktober
2003 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de 2003 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de
hoofden van de intern verzelfstandigde agentschappen van de Vlaamse hoofden van de intern verzelfstandigde agentschappen van de Vlaamse
administratie, hebben voor wat de IVA Vlaamse Belastingdienst betreft administratie, hebben voor wat de IVA Vlaamse Belastingdienst betreft
meer bepaald betrekking op de taken vermeld in artikel 3 van dit meer bepaald betrekking op de taken vermeld in artikel 3 van dit
oprichtingsbesluit. oprichtingsbesluit.

Art. 10.Bij het gebruik van de delegaties gelden de algemene

Art. 10.Bij het gebruik van de delegaties gelden de algemene

regelingen, voorwaarden en beperkingen, zoals vervat in het besluit regelingen, voorwaarden en beperkingen, zoals vervat in het besluit
van de Vlaamse regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de van de Vlaamse regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de
delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de intern delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de intern
verzelfstandigde agentschappen van de Vlaamse overheid, met inbegrip verzelfstandigde agentschappen van de Vlaamse overheid, met inbegrip
van de bepalingen inzake subdelegatie, de regeling bij vervanging en van de bepalingen inzake subdelegatie, de regeling bij vervanging en
de verantwoording. de verantwoording.
HOOFDSTUK IV. - Controle, opvolging en toezicht HOOFDSTUK IV. - Controle, opvolging en toezicht

Art. 11.Onverminderd de artikelen 9, 33 en 34 van het kaderdecreet

Art. 11.Onverminderd de artikelen 9, 33 en 34 van het kaderdecreet

bestuurlijk beleid van 18 juli 2003 met betrekking tot bestuurlijk beleid van 18 juli 2003 met betrekking tot
informatieverstrekking, rapportering, interne controle en interne informatieverstrekking, rapportering, interne controle en interne
audit, is de minister verantwoordelijk voor de opvolging van en het audit, is de minister verantwoordelijk voor de opvolging van en het
toezicht op het agentschap. toezicht op het agentschap.

Art. 12.De minister kan, in het kader van de opvolging en de

Art. 12.De minister kan, in het kader van de opvolging en de

uitoefening van het toezicht, op ieder ogenblik aan het hoofd van het uitoefening van het toezicht, op ieder ogenblik aan het hoofd van het
agentschap informatie, rapportering en verantwoording vragen over agentschap informatie, rapportering en verantwoording vragen over
bepaalde aangelegenheden, zowel op geaggregeerd niveau als op niveau bepaalde aangelegenheden, zowel op geaggregeerd niveau als op niveau
van individuele onderwerpen en dossiers. van individuele onderwerpen en dossiers.
HOOFDSTUK V. - Wijzigings-, inwerkingtredings- en HOOFDSTUK V. - Wijzigings-, inwerkingtredings- en
uitvoeringsbepalingen uitvoeringsbepalingen

Art. 13.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse regering van 16

Art. 13.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse regering van 16

mei 1995 betreffende de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen mei 1995 betreffende de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen
voor de Vlaamse Gemeenschap en de instellingen die eronder voor de Vlaamse Gemeenschap en de instellingen die eronder
ressorteren, vervangen door het besluit van de Vlaamse regering van 29 ressorteren, vervangen door het besluit van de Vlaamse regering van 29
juni 2001, worden de woorden "administratie Budgettering, Accounting juni 2001, worden de woorden "administratie Budgettering, Accounting
en Financieel Management van het ministerie van de Vlaamse en Financieel Management van het ministerie van de Vlaamse
Gemeenschap" vervangen door de woorden "Vlaamse Belastingdienst ". Gemeenschap" vervangen door de woorden "Vlaamse Belastingdienst ".

Art. 14.In het besluit van de Vlaamse regering van 16 mei 1995

Art. 14.In het besluit van de Vlaamse regering van 16 mei 1995

betreffende de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor het betreffende de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor het
Vlaamse Gewest en de instellingen die eronder ressorteren worden de Vlaamse Gewest en de instellingen die eronder ressorteren worden de
volgende wijzigingen aangebracht : volgende wijzigingen aangebracht :
1° in artikel 1, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering 1° in artikel 1, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering
van 17 juli 2000 en 4 juli 2003, worden de woorden "administratie van 17 juli 2000 en 4 juli 2003, worden de woorden "administratie
Budgettering, Accounting en Financieel Management van het ministerie Budgettering, Accounting en Financieel Management van het ministerie
van de Vlaamse Gemeenschap" vervangen door de woorden "Vlaamse van de Vlaamse Gemeenschap" vervangen door de woorden "Vlaamse
Belastingdienst "; Belastingdienst ";
2° in artikel 2, derde lid, wordt het woord "aangestelde" vervangen 2° in artikel 2, derde lid, wordt het woord "aangestelde" vervangen
door de woorden "in artikel 1 bedoelde". door de woorden "in artikel 1 bedoelde".

Art. 15.In het besluit van de Vlaamse regering van 2 april 1996

Art. 15.In het besluit van de Vlaamse regering van 2 april 1996

betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting
van gebouwen en/of woningen worden de volgende wijzigingen aangebracht van gebouwen en/of woningen worden de volgende wijzigingen aangebracht
: :
1° in artikel 3, § 1, worden de woorden "afdeling Financieel 1° in artikel 3, § 1, worden de woorden "afdeling Financieel
Management van de administratie Budgettering, Accounting en Financieel Management van de administratie Budgettering, Accounting en Financieel
Management" vervangen door de woorden "Vlaamse Belastingdienst "; Management" vervangen door de woorden "Vlaamse Belastingdienst ";
2° in artikel 3, §§ 2 en 4, worden de woorden "de ambtenaar die wordt 2° in artikel 3, §§ 2 en 4, worden de woorden "de ambtenaar die wordt
aangewezen door de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën" aangewezen door de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën"
vervangen door de woorden "de daartoe gemachtigde ambtenaar van de vervangen door de woorden "de daartoe gemachtigde ambtenaar van de
Vlaamse Belastingdienst "; Vlaamse Belastingdienst ";
3° in artikel 10, §§ 1 en 2, 11 en 15 worden de woorden "afdeling 3° in artikel 10, §§ 1 en 2, 11 en 15 worden de woorden "afdeling
Financieel Management" telkens vervangen door de woorden "Vlaamse Financieel Management" telkens vervangen door de woorden "Vlaamse
Belastingdienst "; Belastingdienst ";
4° in artikel 13 worden de woorden "het centraal ontvangkantoor" 4° in artikel 13 worden de woorden "het centraal ontvangkantoor"
vervangen door de woorden "Vlaamse Belastingdienst "; vervangen door de woorden "Vlaamse Belastingdienst ";
5° in artikel 14 wordt § 1 vervangen door wat volgt : " De 5° in artikel 14 wordt § 1 vervangen door wat volgt : " De
gemotiveerde verzoekschriften, bedoeld in artikel 39, § 2, van het gemotiveerde verzoekschriften, bedoeld in artikel 39, § 2, van het
decreet, worden ingediend bij de ambtenaren van de Vlaamse decreet, worden ingediend bij de ambtenaren van de Vlaamse
Belastingdienst die gemachtigd zijn om over deze verzoekschriften Belastingdienst die gemachtigd zijn om over deze verzoekschriften
overeenkomstig de bepalingen van het decreet te beslissen. Deze overeenkomstig de bepalingen van het decreet te beslissen. Deze
ambtenaren kunnen zich bij de behandeling van de verzoekschriften ambtenaren kunnen zich bij de behandeling van de verzoekschriften
laten bijstaan door het intern verzelfstandigd agentschap RWO laten bijstaan door het intern verzelfstandigd agentschap RWO
Vlaanderen. » Vlaanderen. »
6° in artikel 14, § 2, tweede lid, worden de woorden "De Vlaamse 6° in artikel 14, § 2, tweede lid, worden de woorden "De Vlaamse
minister, bevoegd voor de financiën, of de door hem gedelegeerde minister, bevoegd voor de financiën, of de door hem gedelegeerde
ambtenaar stelt" vervangen door de woorden "De in § 1 bedoelde ambtenaar stelt" vervangen door de woorden "De in § 1 bedoelde
ambtenaren stellen". ambtenaren stellen".

Art. 16.In artikel 1, 4°, van het besluit van de Vlaamse regering van

Art. 16.In artikel 1, 4°, van het besluit van de Vlaamse regering van

18 november 1997 betreffende de vrijstelling van successierechten voor 18 november 1997 betreffende de vrijstelling van successierechten voor
familiale ondernemingen en familiale vennootschappen worden de woorden familiale ondernemingen en familiale vennootschappen worden de woorden
"de afdeling Financieel Management van de Administratie Budgettering, "de afdeling Financieel Management van de Administratie Budgettering,
Accounting en Financieel Management van het departement Algemene Zaken Accounting en Financieel Management van het departement Algemene Zaken
en Financiën van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap" vervangen en Financiën van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap" vervangen
door de woorden "de Vlaamse Belastingdienst ". door de woorden "de Vlaamse Belastingdienst ".

Art. 17.In het besluit van de Vlaamse regering van 15 juli 1997

Art. 17.In het besluit van de Vlaamse regering van 15 juli 1997

betreffende het toezicht door ambtenaren van het Ministerie van de betreffende het toezicht door ambtenaren van het Ministerie van de
Vlaamse Gemeenschap op de kwijting van het kijk- en luistergeld worden Vlaamse Gemeenschap op de kwijting van het kijk- en luistergeld worden
de volgende wijzigingen aangebracht : de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in artikel 1 worden de woorden « het ministerie van de Vlaamse 1° in artikel 1 worden de woorden « het ministerie van de Vlaamse
Gemeenschap, departement Algemene Zaken en Financiën, administratie Gemeenschap, departement Algemene Zaken en Financiën, administratie
Budgettering, Accounting en Financieel Management, Dienst Kijk- en Budgettering, Accounting en Financieel Management, Dienst Kijk- en
Luistergeld » vervangen door de woorden "Vlaamse Belastingdienst ". Luistergeld » vervangen door de woorden "Vlaamse Belastingdienst ".
2° in artikel 2 worden de woorden « de Dienst Kijk- en Luistergeld » 2° in artikel 2 worden de woorden « de Dienst Kijk- en Luistergeld »
vervangen door de woorden woorden "Vlaamse Belastingdienst". vervangen door de woorden woorden "Vlaamse Belastingdienst".
3° in artikel 3, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 3 3° in artikel 3, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 3
december 1999, worden de woorden « de directeur-generaal van de december 1999, worden de woorden « de directeur-generaal van de
Administratie Budgettering, Accounting en Financieel Management in het Administratie Budgettering, Accounting en Financieel Management in het
Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en, bij diens verhindering, de Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en, bij diens verhindering, de
afdelingshoofden van de Afdeling Budgettering, de Afdeling Accounting afdelingshoofden van de Afdeling Budgettering, de Afdeling Accounting
en de Afdeling Financieel Management in hetzelfde Ministerie » en de Afdeling Financieel Management in hetzelfde Ministerie »
vervangen door de woorden « het hoofd van het agentschap of de door vervangen door de woorden « het hoofd van het agentschap of de door
hem gemachtigde ambtenaren van de Vlaamse Belastingdienst ». hem gemachtigde ambtenaren van de Vlaamse Belastingdienst ».

Art. 18.De volgende regelingen worden opgeheven :

Art. 18.De volgende regelingen worden opgeheven :

1° artikel 2 van het besluit van de Vlaamse regering van 16 mei 1995 1° artikel 2 van het besluit van de Vlaamse regering van 16 mei 1995
betreffende de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor de betreffende de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor de
Vlaamse Gemeenschap en de instellingen die eronder ressorteren; Vlaamse Gemeenschap en de instellingen die eronder ressorteren;
2° het eerste en het tweede lid in artikel 2 van het besluit van de 2° het eerste en het tweede lid in artikel 2 van het besluit van de
Vlaamse regering van 16 mei 1995 betreffende de invordering van Vlaamse regering van 16 mei 1995 betreffende de invordering van
niet-fiscale schuldvorderingen voor het Vlaams Gewest en de niet-fiscale schuldvorderingen voor het Vlaams Gewest en de
instellingen die eronder ressorteren; instellingen die eronder ressorteren;
3° artikel 2 van het besluit van de Vlaamse regering van 18 november 3° artikel 2 van het besluit van de Vlaamse regering van 18 november
1997 betreffende de vrijstelling van successierechten voor familiale 1997 betreffende de vrijstelling van successierechten voor familiale
ondernemingen en familiale vennootschappen; ondernemingen en familiale vennootschappen;
4° het besluit van de Vlaamse regering van 20 oktober 1998 tot 4° het besluit van de Vlaamse regering van 20 oktober 1998 tot
aanwijzing van ambtenaren die onderzoeken en controles verrichten aanwijzing van ambtenaren die onderzoeken en controles verrichten
betreffende de onroerende voorheffing, gewijzigd bij het besluit van betreffende de onroerende voorheffing, gewijzigd bij het besluit van
de Vlaamse regering van 20 september 2002; de Vlaamse regering van 20 september 2002;
5° artikel 2 van het besluit van de Vlaamse regering van 4 mei 1999 5° artikel 2 van het besluit van de Vlaamse regering van 4 mei 1999
tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van sommige tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van sommige
bepalingen van het decreet van 9 juni 1998 houdende bepalingen tot bepalingen van het decreet van 9 juni 1998 houdende bepalingen tot
wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen voor wat de wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen voor wat de
onroerende voorheffing betreft en tot machtiging van de Vlaamse onroerende voorheffing betreft en tot machtiging van de Vlaamse
minister bevoegd voor de financiën om ambtenaren aan te wijzen belast minister bevoegd voor de financiën om ambtenaren aan te wijzen belast
met de vestiging en invordering van de onroerende voorheffing; met de vestiging en invordering van de onroerende voorheffing;

Art. 19.De Vlaamse regering stelt de datum vast waarop dit besluit in

Art. 19.De Vlaamse regering stelt de datum vast waarop dit besluit in

werking treedt werking treedt

Art. 20.De Vlaamse minister bevoegd voor Financiën is belast met de

Art. 20.De Vlaamse minister bevoegd voor Financiën is belast met de

uitvoering van dit besluit. uitvoering van dit besluit.
Brussel, 11 juni 2004. Brussel, 11 juni 2004.
De minister-president van de Vlaamse regering, De minister-president van de Vlaamse regering,
B. SOMERS B. SOMERS
De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, De Vlaamse minister van Financiën en Begroting,
Ruimtelijke Ordening, Wetenschappen en Technologische Innovatie, Ruimtelijke Ordening, Wetenschappen en Technologische Innovatie,
D. VAN MECHELEN D. VAN MECHELEN
^