Besluit van de Vlaamse regering tot oprichting van het agentschap Vlaamse Belastingdienst | Besluit van de Vlaamse regering tot oprichting van het agentschap Vlaamse Belastingdienst |
---|---|
MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP | MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP |
11 JUNI 2004. - Besluit van de Vlaamse regering tot oprichting van het | 11 JUNI 2004. - Besluit van de Vlaamse regering tot oprichting van het |
agentschap Vlaamse Belastingdienst | agentschap Vlaamse Belastingdienst |
De Vlaamse regering, | De Vlaamse regering, |
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der | Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der |
instellingen, inzonderheid op artikel 87, § 1; | instellingen, inzonderheid op artikel 87, § 1; |
Gelet op het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, | Gelet op het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, |
inzonderheid op artikel 6, § 2; | inzonderheid op artikel 6, § 2; |
Gelet op het Wetboek der successierechten, inzonderheid op artikel | Gelet op het Wetboek der successierechten, inzonderheid op artikel |
60bis, § 11, ingevoegd bij het decreet van 20 december 1996 en | 60bis, § 11, ingevoegd bij het decreet van 20 december 1996 en |
gewijzigd bij decreet van 19 december 1998; | gewijzigd bij decreet van 19 december 1998; |
Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, inzonderheid op | Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, inzonderheid op |
artikel 298, 335, 336, 337, 354, 355, 356, 366, 367, 374, 375, 376, | artikel 298, 335, 336, 337, 354, 355, 356, 366, 367, 374, 375, 376, |
410, 417, 420, 421, 427, 428, 429, 430, 431, 433, 434, 435, 441, 445, | 410, 417, 420, 421, 427, 428, 429, 430, 431, 433, 434, 435, 441, 445, |
447 en 461, gewijzigd bij het decreet van 30 juni 2000; | 447 en 461, gewijzigd bij het decreet van 30 juni 2000; |
Gelet op de wet van 13 juli 1987 betreffende het kijk- en luistergeld, | Gelet op de wet van 13 juli 1987 betreffende het kijk- en luistergeld, |
gewijzigd bij wet van 15 maart 1999 en decreet van 29 maart 2002, | gewijzigd bij wet van 15 maart 1999 en decreet van 29 maart 2002, |
inzonderheid op de artikelen 1, 14, 18, 19,21 en 26; | inzonderheid op de artikelen 1, 14, 18, 19,21 en 26; |
Gelet op het decreet van 22 februari 1995 tot regeling van de | Gelet op het decreet van 22 februari 1995 tot regeling van de |
invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor de Vlaamse | invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor de Vlaamse |
Gemeenschap en de instellingen die eronder ressorteren, inzonderheid | Gemeenschap en de instellingen die eronder ressorteren, inzonderheid |
op artikel 2; | op artikel 2; |
Gelet op het decreet van 22 februari 1995 tot regeling van de | Gelet op het decreet van 22 februari 1995 tot regeling van de |
invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor het Vlaamse Gewest | invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor het Vlaamse Gewest |
en de instellingen die eronder ressorteren, inzonderheid op artikel 2; | en de instellingen die eronder ressorteren, inzonderheid op artikel 2; |
Gelet op het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot | Gelet op het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot |
begeleiding van de begroting 1996, inzonderheid op artikel 38, eerste | begeleiding van de begroting 1996, inzonderheid op artikel 38, eerste |
en derde lid, op artikel 39, § 2, vervangen bij het decreet van 30 | en derde lid, op artikel 39, § 2, vervangen bij het decreet van 30 |
juni 2000, op artikel 40, § 2 en § 3, op artikel 40, § 6, ingevoegd | juni 2000, op artikel 40, § 2 en § 3, op artikel 40, § 6, ingevoegd |
bij het decreet van 8 juli 1996 en op artikel 41; | bij het decreet van 8 juli 1996 en op artikel 41; |
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 16 mei 1995 | Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 16 mei 1995 |
betreffende de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor de | betreffende de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor de |
Vlaamse Gemeenschap en de instellingen die eronder ressorteren, | Vlaamse Gemeenschap en de instellingen die eronder ressorteren, |
gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 29 juni 2001; | gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 29 juni 2001; |
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 16 mei 1995 | Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 16 mei 1995 |
betreffende de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor het | betreffende de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor het |
Vlaamse Gewest en de instellingen die eronder ressorteren, gewijzigd | Vlaamse Gewest en de instellingen die eronder ressorteren, gewijzigd |
bij het besluit van de Vlaamse regering van 17 juli 2000; | bij het besluit van de Vlaamse regering van 17 juli 2000; |
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 2 april 1996 | Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 2 april 1996 |
betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting | betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting |
van gebouwen en/of woningen, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse | van gebouwen en/of woningen, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse |
regering van 15 juli 1997, 23 juli 1998, 6 oktober 1998 en 13 december | regering van 15 juli 1997, 23 juli 1998, 6 oktober 1998 en 13 december |
2002; | 2002; |
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 15 juli 1997 | Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 15 juli 1997 |
betreffende het toezicht door ambtenaren van het Ministerie van de | betreffende het toezicht door ambtenaren van het Ministerie van de |
Vlaamse Gemeenschap op de kwijting van het kijk- en luistergeld, | Vlaamse Gemeenschap op de kwijting van het kijk- en luistergeld, |
gewijzigd door het besluit van de Vlaamse regering van 3 december 1999 | gewijzigd door het besluit van de Vlaamse regering van 3 december 1999 |
en het besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 2001, inzonderheid | en het besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 2001, inzonderheid |
op de artikelen 1 tot en met 5; | op de artikelen 1 tot en met 5; |
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 18 november 1997 | Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 18 november 1997 |
betreffende de vrijstelling van successierechten voor familiale | betreffende de vrijstelling van successierechten voor familiale |
ondernemingen en familiale vennootschappen, inzonderheid op artikel 1, | ondernemingen en familiale vennootschappen, inzonderheid op artikel 1, |
4° en 2; | 4° en 2; |
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 20 oktober 1998 tot | Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 20 oktober 1998 tot |
aanwijzing van ambtenaren die onderzoeken en controles verrichten | aanwijzing van ambtenaren die onderzoeken en controles verrichten |
betreffende de onroerende voorheffing, gewijzigd bij het besluit van | betreffende de onroerende voorheffing, gewijzigd bij het besluit van |
de Vlaamse regering van 20 september 2002; | de Vlaamse regering van 20 september 2002; |
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 4 mei 1999 tot | Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 4 mei 1999 tot |
vaststelling van de datum van inwerkingtreding van sommige bepalingen | vaststelling van de datum van inwerkingtreding van sommige bepalingen |
van het decreet van 9 juni 1998 houdende bepalingen tot wijziging van | van het decreet van 9 juni 1998 houdende bepalingen tot wijziging van |
het Wetboek van de inkomstenbelastingen voor wat de onroerende | het Wetboek van de inkomstenbelastingen voor wat de onroerende |
voorheffing betreft en tot machtiging van de Vlaamse minister bevoegd | voorheffing betreft en tot machtiging van de Vlaamse minister bevoegd |
voor de financiën om ambtenaren aan te wijzen belast met de vestiging | voor de financiën om ambtenaren aan te wijzen belast met de vestiging |
en invordering van de onroerende voorheffing; | en invordering van de onroerende voorheffing; |
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de | Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de |
begroting, gegeven op 22 april 2004; | begroting, gegeven op 22 april 2004; |
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 18 mei 2004 met | Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 18 mei 2004 met |
toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de gecoördineerde | toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de gecoördineerde |
wetten op de Raad van State; | wetten op de Raad van State; |
Overwegende dat het aangewezen is, voor een efficiënte vervulling van | Overwegende dat het aangewezen is, voor een efficiënte vervulling van |
sommige taken van beleidsuitvoering inzake Fiscaliteit, binnen het | sommige taken van beleidsuitvoering inzake Fiscaliteit, binnen het |
Vlaams ministerie van Financiën en Begroting een intern | Vlaams ministerie van Financiën en Begroting een intern |
verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid op te richten; | verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid op te richten; |
Op voorstel van de Vlaamse Minister van Financiën en Begroting, | Op voorstel van de Vlaamse Minister van Financiën en Begroting, |
Ruimtelijke Ordening, Wetenschappen en Technologische Innovatie; | Ruimtelijke Ordening, Wetenschappen en Technologische Innovatie; |
Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
Besluit : | Besluit : |
HOOFDSTUK I. - Benaming, doel en taakstelling van het agentschap | HOOFDSTUK I. - Benaming, doel en taakstelling van het agentschap |
Artikel 1.Binnen het Vlaams ministerie van Financiën en Begroting |
Artikel 1.Binnen het Vlaams ministerie van Financiën en Begroting |
wordt een intern verzelfstandigd agentschap zonder | wordt een intern verzelfstandigd agentschap zonder |
rechtspersoonlijkheid opgericht, onder de benaming Vlaamse | rechtspersoonlijkheid opgericht, onder de benaming Vlaamse |
Belastingdienst | Belastingdienst |
De Vlaamse Belastingdienst wordt opgericht voor de uitvoering van het | De Vlaamse Belastingdienst wordt opgericht voor de uitvoering van het |
beleid inzake Vlaamse Fiscaliteit. | beleid inzake Vlaamse Fiscaliteit. |
Het agentschap behoort tot het beleidsdomein Financiën en Begroting. | Het agentschap behoort tot het beleidsdomein Financiën en Begroting. |
Art. 2.Het agentschap heeft als missie de Vlaamse belastingen op een |
Art. 2.Het agentschap heeft als missie de Vlaamse belastingen op een |
efficiënte en effectieve wijze te innen en in te vorderen. Hierbij | efficiënte en effectieve wijze te innen en in te vorderen. Hierbij |
hanteert het agentschap volgende principes : | hanteert het agentschap volgende principes : |
1°Maximale klantgerichtheid | 1°Maximale klantgerichtheid |
2° Minimalisering van de administratieve formaliteiten door aanwending | 2° Minimalisering van de administratieve formaliteiten door aanwending |
van moderne technologische hulpmiddelen | van moderne technologische hulpmiddelen |
3° Gelijkberechtiging | 3° Gelijkberechtiging |
4° Tijdigheid en correctheid van afhandeling | 4° Tijdigheid en correctheid van afhandeling |
Art. 3.De Vlaamse Belastingdienst heeft tot taak : |
Art. 3.De Vlaamse Belastingdienst heeft tot taak : |
1° De inkohiering, inning en invordering van de Vlaamse belastingen, | 1° De inkohiering, inning en invordering van de Vlaamse belastingen, |
inbegrepen de belastingen, aangeduid als heffingen met uitzondering | inbegrepen de belastingen, aangeduid als heffingen met uitzondering |
van de heffing op de waterverontreiniging, de heffing op de winning | van de heffing op de waterverontreiniging, de heffing op de winning |
van grondwater, de milieuheffing op de verwijdering van afvalstoffen | van grondwater, de milieuheffing op de verwijdering van afvalstoffen |
en de mestheffingen; | en de mestheffingen; |
2° De bezwaarafhandeling met betrekking tot de Vlaamse belastingen met | 2° De bezwaarafhandeling met betrekking tot de Vlaamse belastingen met |
uitzondering van de in art. 3, 1° opgesomde heffingen; | uitzondering van de in art. 3, 1° opgesomde heffingen; |
3° De uitoefening van de fiscale controle met betrekking tot deze | 3° De uitoefening van de fiscale controle met betrekking tot deze |
belastingen met uitzondering van de in art. 3, 1° opgesomde heffingen; | belastingen met uitzondering van de in art. 3, 1° opgesomde heffingen; |
4° Het invorderen van niet fiscale schuldvorderingen overeenkomstig | 4° Het invorderen van niet fiscale schuldvorderingen overeenkomstig |
het decreet van 22 februari 1995 tot regeling van de invordering van | het decreet van 22 februari 1995 tot regeling van de invordering van |
niet fiscale schuldvorderingen voor de Vlaamse Gemeenschap en de | niet fiscale schuldvorderingen voor de Vlaamse Gemeenschap en de |
instellingen die eronder ressorteren en het decreet van 22 februari | instellingen die eronder ressorteren en het decreet van 22 februari |
1995 tot regeling van de invordering van niet fiscale | 1995 tot regeling van de invordering van niet fiscale |
schuldvorderingen voor het Vlaams Gewest en de instellingen die | schuldvorderingen voor het Vlaams Gewest en de instellingen die |
eronder ressorteren. | eronder ressorteren. |
5° Het innen van retributies en bijzondere (sector)bijdragen voorzover | 5° Het innen van retributies en bijzondere (sector)bijdragen voorzover |
deze taak door de Vlaamse Regering aan het agentschap werd toegewezen. | deze taak door de Vlaamse Regering aan het agentschap werd toegewezen. |
6° Het leveren van de vereiste beleidsgerichte input aan het | 6° Het leveren van de vereiste beleidsgerichte input aan het |
departement zodat het departement over alle nuttige informatie | departement zodat het departement over alle nuttige informatie |
beschikt om effectief en efficiënt zijn rol te vervullen op het vlak | beschikt om effectief en efficiënt zijn rol te vervullen op het vlak |
van de beleidsvoorbereiding en -evaluatie en op het vlak van de | van de beleidsvoorbereiding en -evaluatie en op het vlak van de |
ondersteuning van de minister bij de opvolging en de aansturing van de | ondersteuning van de minister bij de opvolging en de aansturing van de |
uitvoering van het beleid. | uitvoering van het beleid. |
7° het uitreiken van attesten voor fiscale vrijstellingen en | 7° het uitreiken van attesten voor fiscale vrijstellingen en |
verminderingen voorzover deze taak niet door de Vlaamse Regering aan | verminderingen voorzover deze taak niet door de Vlaamse Regering aan |
een ander beleidsdomein werd toegewezen. | een ander beleidsdomein werd toegewezen. |
Art. 4.Overeenkomstig artikel 9, § 1, 1° van het kaderdecreet |
Art. 4.Overeenkomstig artikel 9, § 1, 1° van het kaderdecreet |
bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, regelt de in artikel 7 bedoelde | bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, regelt de in artikel 7 bedoelde |
beheersovereenkomst de concretisering van de kwalitatieve en | beheersovereenkomst de concretisering van de kwalitatieve en |
kwantitatieve wijze waarop het agentschap zijn taken moet vervullen, | kwantitatieve wijze waarop het agentschap zijn taken moet vervullen, |
met strategische en operationele doelstellingen, beschreven aan de | met strategische en operationele doelstellingen, beschreven aan de |
hand van meetbare criteria. | hand van meetbare criteria. |
Art. 5.Bij het uitoefenen van zijn missie en taken treedt het |
Art. 5.Bij het uitoefenen van zijn missie en taken treedt het |
agentschap op namens de rechtspersonen Vlaamse Gemeenschap en Vlaamse | agentschap op namens de rechtspersonen Vlaamse Gemeenschap en Vlaamse |
Gewest en namens de IVA's met rechtspersoonlijkheid, de | Gewest en namens de IVA's met rechtspersoonlijkheid, de |
publiekrechtelijk en privaatrechtelijk vormgegeven EVA's en eventueel | publiekrechtelijk en privaatrechtelijk vormgegeven EVA's en eventueel |
andere rechtspersonen door de Vlaamse regering aangewezen, waarvoor | andere rechtspersonen door de Vlaamse regering aangewezen, waarvoor |
het agentschap de invordering bedoeld in art. 3, 4° verzorgt. | het agentschap de invordering bedoeld in art. 3, 4° verzorgt. |
HOOFDSTUK II. - Aansturing en leiding van het agentschap | HOOFDSTUK II. - Aansturing en leiding van het agentschap |
Art. 6.De Vlaamse Belastingdienst ressorteert onder het hiërarchisch |
Art. 6.De Vlaamse Belastingdienst ressorteert onder het hiërarchisch |
gezag van de Vlaamse minister bevoegd voor de Financiën, hierna | gezag van de Vlaamse minister bevoegd voor de Financiën, hierna |
genoemd de minister. | genoemd de minister. |
Art. 7.De minister stuurt het agentschap aan, inzonderheid via de |
Art. 7.De minister stuurt het agentschap aan, inzonderheid via de |
beheersovereenkomst. | beheersovereenkomst. |
Art. 8.Het hoofd van het agentschap is belast met de algemene |
Art. 8.Het hoofd van het agentschap is belast met de algemene |
leiding, de werking en de vertegenwoordiging van het agentschap, | leiding, de werking en de vertegenwoordiging van het agentschap, |
onverminderd de mogelijkheid tot delegatie en subdelegatie van die | onverminderd de mogelijkheid tot delegatie en subdelegatie van die |
bevoegdheid. | bevoegdheid. |
HOOFDSTUK III. - Delegatie van beslissingsbevoegdheden | HOOFDSTUK III. - Delegatie van beslissingsbevoegdheden |
Art. 9.§ 1. Aan het hoofd van het agentschap worden volgende |
Art. 9.§ 1. Aan het hoofd van het agentschap worden volgende |
specifieke delegaties verleend : | specifieke delegaties verleend : |
1° het hoofd van het agentschap wordt gemachtigd om de | 1° het hoofd van het agentschap wordt gemachtigd om de |
gerechtsdeurwaarders aan te stellen die belast zijn met de gedwongen | gerechtsdeurwaarders aan te stellen die belast zijn met de gedwongen |
invordering van de Vlaamse belastingen en niet-fiscale | invordering van de Vlaamse belastingen en niet-fiscale |
schuldvorderingen door middel van de betekening van een dwangbevel, | schuldvorderingen door middel van de betekening van een dwangbevel, |
alsmede om de voorwaarden tot hun aanstelling te bepalen; | alsmede om de voorwaarden tot hun aanstelling te bepalen; |
2° het sluiten van samenwerkingsovereenkomsten met externe partners in | 2° het sluiten van samenwerkingsovereenkomsten met externe partners in |
het kader van de taken van het agentschap tot een maximum bedrag van | het kader van de taken van het agentschap tot een maximum bedrag van |
2,4 miljoen euro, inzonderheid betreffende de inventarisatie van de | 2,4 miljoen euro, inzonderheid betreffende de inventarisatie van de |
belastings- of heffingsgegevens en de inning en invordering van de | belastings- of heffingsgegevens en de inning en invordering van de |
belastings- of heffingsschulden. | belastings- of heffingsschulden. |
§ 2. De delegaties inzake de aangelegenheden die zijn bedoeld in | § 2. De delegaties inzake de aangelegenheden die zijn bedoeld in |
artikel 16, 3° van het besluit van de Vlaamse regering van 10 oktober | artikel 16, 3° van het besluit van de Vlaamse regering van 10 oktober |
2003 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de | 2003 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de |
hoofden van de intern verzelfstandigde agentschappen van de Vlaamse | hoofden van de intern verzelfstandigde agentschappen van de Vlaamse |
administratie, hebben voor wat de IVA Vlaamse Belastingdienst betreft | administratie, hebben voor wat de IVA Vlaamse Belastingdienst betreft |
meer bepaald betrekking op de taken vermeld in artikel 3 van dit | meer bepaald betrekking op de taken vermeld in artikel 3 van dit |
oprichtingsbesluit. | oprichtingsbesluit. |
Art. 10.Bij het gebruik van de delegaties gelden de algemene |
Art. 10.Bij het gebruik van de delegaties gelden de algemene |
regelingen, voorwaarden en beperkingen, zoals vervat in het besluit | regelingen, voorwaarden en beperkingen, zoals vervat in het besluit |
van de Vlaamse regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de | van de Vlaamse regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de |
delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de intern | delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de intern |
verzelfstandigde agentschappen van de Vlaamse overheid, met inbegrip | verzelfstandigde agentschappen van de Vlaamse overheid, met inbegrip |
van de bepalingen inzake subdelegatie, de regeling bij vervanging en | van de bepalingen inzake subdelegatie, de regeling bij vervanging en |
de verantwoording. | de verantwoording. |
HOOFDSTUK IV. - Controle, opvolging en toezicht | HOOFDSTUK IV. - Controle, opvolging en toezicht |
Art. 11.Onverminderd de artikelen 9, 33 en 34 van het kaderdecreet |
Art. 11.Onverminderd de artikelen 9, 33 en 34 van het kaderdecreet |
bestuurlijk beleid van 18 juli 2003 met betrekking tot | bestuurlijk beleid van 18 juli 2003 met betrekking tot |
informatieverstrekking, rapportering, interne controle en interne | informatieverstrekking, rapportering, interne controle en interne |
audit, is de minister verantwoordelijk voor de opvolging van en het | audit, is de minister verantwoordelijk voor de opvolging van en het |
toezicht op het agentschap. | toezicht op het agentschap. |
Art. 12.De minister kan, in het kader van de opvolging en de |
Art. 12.De minister kan, in het kader van de opvolging en de |
uitoefening van het toezicht, op ieder ogenblik aan het hoofd van het | uitoefening van het toezicht, op ieder ogenblik aan het hoofd van het |
agentschap informatie, rapportering en verantwoording vragen over | agentschap informatie, rapportering en verantwoording vragen over |
bepaalde aangelegenheden, zowel op geaggregeerd niveau als op niveau | bepaalde aangelegenheden, zowel op geaggregeerd niveau als op niveau |
van individuele onderwerpen en dossiers. | van individuele onderwerpen en dossiers. |
HOOFDSTUK V. - Wijzigings-, inwerkingtredings- en | HOOFDSTUK V. - Wijzigings-, inwerkingtredings- en |
uitvoeringsbepalingen | uitvoeringsbepalingen |
Art. 13.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse regering van 16 |
Art. 13.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse regering van 16 |
mei 1995 betreffende de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen | mei 1995 betreffende de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen |
voor de Vlaamse Gemeenschap en de instellingen die eronder | voor de Vlaamse Gemeenschap en de instellingen die eronder |
ressorteren, vervangen door het besluit van de Vlaamse regering van 29 | ressorteren, vervangen door het besluit van de Vlaamse regering van 29 |
juni 2001, worden de woorden "administratie Budgettering, Accounting | juni 2001, worden de woorden "administratie Budgettering, Accounting |
en Financieel Management van het ministerie van de Vlaamse | en Financieel Management van het ministerie van de Vlaamse |
Gemeenschap" vervangen door de woorden "Vlaamse Belastingdienst ". | Gemeenschap" vervangen door de woorden "Vlaamse Belastingdienst ". |
Art. 14.In het besluit van de Vlaamse regering van 16 mei 1995 |
Art. 14.In het besluit van de Vlaamse regering van 16 mei 1995 |
betreffende de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor het | betreffende de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor het |
Vlaamse Gewest en de instellingen die eronder ressorteren worden de | Vlaamse Gewest en de instellingen die eronder ressorteren worden de |
volgende wijzigingen aangebracht : | volgende wijzigingen aangebracht : |
1° in artikel 1, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering | 1° in artikel 1, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering |
van 17 juli 2000 en 4 juli 2003, worden de woorden "administratie | van 17 juli 2000 en 4 juli 2003, worden de woorden "administratie |
Budgettering, Accounting en Financieel Management van het ministerie | Budgettering, Accounting en Financieel Management van het ministerie |
van de Vlaamse Gemeenschap" vervangen door de woorden "Vlaamse | van de Vlaamse Gemeenschap" vervangen door de woorden "Vlaamse |
Belastingdienst "; | Belastingdienst "; |
2° in artikel 2, derde lid, wordt het woord "aangestelde" vervangen | 2° in artikel 2, derde lid, wordt het woord "aangestelde" vervangen |
door de woorden "in artikel 1 bedoelde". | door de woorden "in artikel 1 bedoelde". |
Art. 15.In het besluit van de Vlaamse regering van 2 april 1996 |
Art. 15.In het besluit van de Vlaamse regering van 2 april 1996 |
betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting | betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting |
van gebouwen en/of woningen worden de volgende wijzigingen aangebracht | van gebouwen en/of woningen worden de volgende wijzigingen aangebracht |
: | : |
1° in artikel 3, § 1, worden de woorden "afdeling Financieel | 1° in artikel 3, § 1, worden de woorden "afdeling Financieel |
Management van de administratie Budgettering, Accounting en Financieel | Management van de administratie Budgettering, Accounting en Financieel |
Management" vervangen door de woorden "Vlaamse Belastingdienst "; | Management" vervangen door de woorden "Vlaamse Belastingdienst "; |
2° in artikel 3, §§ 2 en 4, worden de woorden "de ambtenaar die wordt | 2° in artikel 3, §§ 2 en 4, worden de woorden "de ambtenaar die wordt |
aangewezen door de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën" | aangewezen door de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën" |
vervangen door de woorden "de daartoe gemachtigde ambtenaar van de | vervangen door de woorden "de daartoe gemachtigde ambtenaar van de |
Vlaamse Belastingdienst "; | Vlaamse Belastingdienst "; |
3° in artikel 10, §§ 1 en 2, 11 en 15 worden de woorden "afdeling | 3° in artikel 10, §§ 1 en 2, 11 en 15 worden de woorden "afdeling |
Financieel Management" telkens vervangen door de woorden "Vlaamse | Financieel Management" telkens vervangen door de woorden "Vlaamse |
Belastingdienst "; | Belastingdienst "; |
4° in artikel 13 worden de woorden "het centraal ontvangkantoor" | 4° in artikel 13 worden de woorden "het centraal ontvangkantoor" |
vervangen door de woorden "Vlaamse Belastingdienst "; | vervangen door de woorden "Vlaamse Belastingdienst "; |
5° in artikel 14 wordt § 1 vervangen door wat volgt : " De | 5° in artikel 14 wordt § 1 vervangen door wat volgt : " De |
gemotiveerde verzoekschriften, bedoeld in artikel 39, § 2, van het | gemotiveerde verzoekschriften, bedoeld in artikel 39, § 2, van het |
decreet, worden ingediend bij de ambtenaren van de Vlaamse | decreet, worden ingediend bij de ambtenaren van de Vlaamse |
Belastingdienst die gemachtigd zijn om over deze verzoekschriften | Belastingdienst die gemachtigd zijn om over deze verzoekschriften |
overeenkomstig de bepalingen van het decreet te beslissen. Deze | overeenkomstig de bepalingen van het decreet te beslissen. Deze |
ambtenaren kunnen zich bij de behandeling van de verzoekschriften | ambtenaren kunnen zich bij de behandeling van de verzoekschriften |
laten bijstaan door het intern verzelfstandigd agentschap RWO | laten bijstaan door het intern verzelfstandigd agentschap RWO |
Vlaanderen. » | Vlaanderen. » |
6° in artikel 14, § 2, tweede lid, worden de woorden "De Vlaamse | 6° in artikel 14, § 2, tweede lid, worden de woorden "De Vlaamse |
minister, bevoegd voor de financiën, of de door hem gedelegeerde | minister, bevoegd voor de financiën, of de door hem gedelegeerde |
ambtenaar stelt" vervangen door de woorden "De in § 1 bedoelde | ambtenaar stelt" vervangen door de woorden "De in § 1 bedoelde |
ambtenaren stellen". | ambtenaren stellen". |
Art. 16.In artikel 1, 4°, van het besluit van de Vlaamse regering van |
Art. 16.In artikel 1, 4°, van het besluit van de Vlaamse regering van |
18 november 1997 betreffende de vrijstelling van successierechten voor | 18 november 1997 betreffende de vrijstelling van successierechten voor |
familiale ondernemingen en familiale vennootschappen worden de woorden | familiale ondernemingen en familiale vennootschappen worden de woorden |
"de afdeling Financieel Management van de Administratie Budgettering, | "de afdeling Financieel Management van de Administratie Budgettering, |
Accounting en Financieel Management van het departement Algemene Zaken | Accounting en Financieel Management van het departement Algemene Zaken |
en Financiën van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap" vervangen | en Financiën van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap" vervangen |
door de woorden "de Vlaamse Belastingdienst ". | door de woorden "de Vlaamse Belastingdienst ". |
Art. 17.In het besluit van de Vlaamse regering van 15 juli 1997 |
Art. 17.In het besluit van de Vlaamse regering van 15 juli 1997 |
betreffende het toezicht door ambtenaren van het Ministerie van de | betreffende het toezicht door ambtenaren van het Ministerie van de |
Vlaamse Gemeenschap op de kwijting van het kijk- en luistergeld worden | Vlaamse Gemeenschap op de kwijting van het kijk- en luistergeld worden |
de volgende wijzigingen aangebracht : | de volgende wijzigingen aangebracht : |
1° in artikel 1 worden de woorden « het ministerie van de Vlaamse | 1° in artikel 1 worden de woorden « het ministerie van de Vlaamse |
Gemeenschap, departement Algemene Zaken en Financiën, administratie | Gemeenschap, departement Algemene Zaken en Financiën, administratie |
Budgettering, Accounting en Financieel Management, Dienst Kijk- en | Budgettering, Accounting en Financieel Management, Dienst Kijk- en |
Luistergeld » vervangen door de woorden "Vlaamse Belastingdienst ". | Luistergeld » vervangen door de woorden "Vlaamse Belastingdienst ". |
2° in artikel 2 worden de woorden « de Dienst Kijk- en Luistergeld » | 2° in artikel 2 worden de woorden « de Dienst Kijk- en Luistergeld » |
vervangen door de woorden woorden "Vlaamse Belastingdienst". | vervangen door de woorden woorden "Vlaamse Belastingdienst". |
3° in artikel 3, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 3 | 3° in artikel 3, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 3 |
december 1999, worden de woorden « de directeur-generaal van de | december 1999, worden de woorden « de directeur-generaal van de |
Administratie Budgettering, Accounting en Financieel Management in het | Administratie Budgettering, Accounting en Financieel Management in het |
Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en, bij diens verhindering, de | Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en, bij diens verhindering, de |
afdelingshoofden van de Afdeling Budgettering, de Afdeling Accounting | afdelingshoofden van de Afdeling Budgettering, de Afdeling Accounting |
en de Afdeling Financieel Management in hetzelfde Ministerie » | en de Afdeling Financieel Management in hetzelfde Ministerie » |
vervangen door de woorden « het hoofd van het agentschap of de door | vervangen door de woorden « het hoofd van het agentschap of de door |
hem gemachtigde ambtenaren van de Vlaamse Belastingdienst ». | hem gemachtigde ambtenaren van de Vlaamse Belastingdienst ». |
Art. 18.De volgende regelingen worden opgeheven : |
Art. 18.De volgende regelingen worden opgeheven : |
1° artikel 2 van het besluit van de Vlaamse regering van 16 mei 1995 | 1° artikel 2 van het besluit van de Vlaamse regering van 16 mei 1995 |
betreffende de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor de | betreffende de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor de |
Vlaamse Gemeenschap en de instellingen die eronder ressorteren; | Vlaamse Gemeenschap en de instellingen die eronder ressorteren; |
2° het eerste en het tweede lid in artikel 2 van het besluit van de | 2° het eerste en het tweede lid in artikel 2 van het besluit van de |
Vlaamse regering van 16 mei 1995 betreffende de invordering van | Vlaamse regering van 16 mei 1995 betreffende de invordering van |
niet-fiscale schuldvorderingen voor het Vlaams Gewest en de | niet-fiscale schuldvorderingen voor het Vlaams Gewest en de |
instellingen die eronder ressorteren; | instellingen die eronder ressorteren; |
3° artikel 2 van het besluit van de Vlaamse regering van 18 november | 3° artikel 2 van het besluit van de Vlaamse regering van 18 november |
1997 betreffende de vrijstelling van successierechten voor familiale | 1997 betreffende de vrijstelling van successierechten voor familiale |
ondernemingen en familiale vennootschappen; | ondernemingen en familiale vennootschappen; |
4° het besluit van de Vlaamse regering van 20 oktober 1998 tot | 4° het besluit van de Vlaamse regering van 20 oktober 1998 tot |
aanwijzing van ambtenaren die onderzoeken en controles verrichten | aanwijzing van ambtenaren die onderzoeken en controles verrichten |
betreffende de onroerende voorheffing, gewijzigd bij het besluit van | betreffende de onroerende voorheffing, gewijzigd bij het besluit van |
de Vlaamse regering van 20 september 2002; | de Vlaamse regering van 20 september 2002; |
5° artikel 2 van het besluit van de Vlaamse regering van 4 mei 1999 | 5° artikel 2 van het besluit van de Vlaamse regering van 4 mei 1999 |
tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van sommige | tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van sommige |
bepalingen van het decreet van 9 juni 1998 houdende bepalingen tot | bepalingen van het decreet van 9 juni 1998 houdende bepalingen tot |
wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen voor wat de | wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen voor wat de |
onroerende voorheffing betreft en tot machtiging van de Vlaamse | onroerende voorheffing betreft en tot machtiging van de Vlaamse |
minister bevoegd voor de financiën om ambtenaren aan te wijzen belast | minister bevoegd voor de financiën om ambtenaren aan te wijzen belast |
met de vestiging en invordering van de onroerende voorheffing; | met de vestiging en invordering van de onroerende voorheffing; |
Art. 19.De Vlaamse regering stelt de datum vast waarop dit besluit in |
Art. 19.De Vlaamse regering stelt de datum vast waarop dit besluit in |
werking treedt | werking treedt |
Art. 20.De Vlaamse minister bevoegd voor Financiën is belast met de |
Art. 20.De Vlaamse minister bevoegd voor Financiën is belast met de |
uitvoering van dit besluit. | uitvoering van dit besluit. |
Brussel, 11 juni 2004. | Brussel, 11 juni 2004. |
De minister-president van de Vlaamse regering, | De minister-president van de Vlaamse regering, |
B. SOMERS | B. SOMERS |
De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, | De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, |
Ruimtelijke Ordening, Wetenschappen en Technologische Innovatie, | Ruimtelijke Ordening, Wetenschappen en Technologische Innovatie, |
D. VAN MECHELEN | D. VAN MECHELEN |