| Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de modulering en de netwerken rechtstreeks toegankelijke jeugdhulpverlening en crisisjeugdhulpverlening in het raam van de integrale jeugdhulp | Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de modulering en de netwerken rechtstreeks toegankelijke jeugdhulpverlening en crisisjeugdhulpverlening in het raam van de integrale jeugdhulp |
|---|---|
| MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP | MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP |
| 9 DECEMBER 2005. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de | 9 DECEMBER 2005. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de |
| modulering en de netwerken rechtstreeks toegankelijke | modulering en de netwerken rechtstreeks toegankelijke |
| jeugdhulpverlening en crisisjeugdhulpverlening in het raam van de | jeugdhulpverlening en crisisjeugdhulpverlening in het raam van de |
| integrale jeugdhulp | integrale jeugdhulp |
| De Vlaamse Regering, | De Vlaamse Regering, |
| Gelet op artikel 20 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot | Gelet op artikel 20 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot |
| hervorming der instellingen en aan de daarin aan de regeringen van de | hervorming der instellingen en aan de daarin aan de regeringen van de |
| gemeenschappen en de gewesten toegekende algemene | gemeenschappen en de gewesten toegekende algemene |
| uitvoeringsbevoegdheid; | uitvoeringsbevoegdheid; |
| Gelet op het decreet van 7 mei 2004 betreffende de integrale | Gelet op het decreet van 7 mei 2004 betreffende de integrale |
| jeugdhulp, inzonderheid de artikelen 9, tweede lid, 11, tweede lid, | jeugdhulp, inzonderheid de artikelen 9, tweede lid, 11, tweede lid, |
| 12, 13, 14, 16, 46, tweede lid en 52; | 12, 13, 14, 16, 46, tweede lid en 52; |
| Gelet op het advies van de raad van bestuur van het Vlaams Fonds voor | Gelet op het advies van de raad van bestuur van het Vlaams Fonds voor |
| de Sociale Integratie van Personen met een Handicap, gegeven op 26 | de Sociale Integratie van Personen met een Handicap, gegeven op 26 |
| april 2005; | april 2005; |
| Gelet op het advies van de Adviesraad Integrale Jeugdhulp, gegeven op | Gelet op het advies van de Adviesraad Integrale Jeugdhulp, gegeven op |
| 24 mei 2005; | 24 mei 2005; |
| Gelet op het advies van de Vlaamse Onderwijsraad, gegeven op 30 | Gelet op het advies van de Vlaamse Onderwijsraad, gegeven op 30 |
| september 2005; | september 2005; |
| Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de | Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de |
| financiën en de begroting, gegeven op 6 juli 2005; | financiën en de begroting, gegeven op 6 juli 2005; |
| Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de | Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de |
| omstandigheid dat artikel 9 tot en met 16 van het decreet van 7 mei | omstandigheid dat artikel 9 tot en met 16 van het decreet van 7 mei |
| 2004 betreffende de integrale jeugdhulp, die betrekking hebben op de | 2004 betreffende de integrale jeugdhulp, die betrekking hebben op de |
| modulering en de netwerken rechtstreeks toegankelijke | modulering en de netwerken rechtstreeks toegankelijke |
| jeugdhulpverlening en crisisjeugdhulpverlening, op 1 januari 2005 in | jeugdhulpverlening en crisisjeugdhulpverlening, op 1 januari 2005 in |
| werking treden; dat die artikelen pas kunnen worden toegepast nadat de | werking treden; dat die artikelen pas kunnen worden toegepast nadat de |
| Vlaamse Regering de daartoe noodzakelijke uitvoerings- en | Vlaamse Regering de daartoe noodzakelijke uitvoerings- en |
| overgangsbepalingen heeft genomen; dat, gelet op de impact van die | overgangsbepalingen heeft genomen; dat, gelet op de impact van die |
| bepalingen voor de betrokken jeugdhulpvoorzieningen, over die | bepalingen voor de betrokken jeugdhulpvoorzieningen, over die |
| bepalingen grondig en uitgebreid overleg moest worden gepleegd, zowel | bepalingen grondig en uitgebreid overleg moest worden gepleegd, zowel |
| binnen de centrale commissie Integrale Jeugdhulp als met de | binnen de centrale commissie Integrale Jeugdhulp als met de |
| verschillende sectorale administraties en de regionale projectleiders, | verschillende sectorale administraties en de regionale projectleiders, |
| vermeld in artikel 50, derde lid, van voornoemd decreet; dat dat | vermeld in artikel 50, derde lid, van voornoemd decreet; dat dat |
| overleg pas recentelijk kon worden beëindigd, waardoor thans alles in | overleg pas recentelijk kon worden beëindigd, waardoor thans alles in |
| het werk moet worden gesteld om voornoemde uitvoerings- en | het werk moet worden gesteld om voornoemde uitvoerings- en |
| overgangsbepalingen onverwijld goed te keuren; | overgangsbepalingen onverwijld goed te keuren; |
| Gelet op advies 39.232/3 van de Raad van State, gegeven op 25 oktober | Gelet op advies 39.232/3 van de Raad van State, gegeven op 25 oktober |
| 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de | 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de |
| gecoördineerde wetten op de Raad van State; | gecoördineerde wetten op de Raad van State; |
| Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming en | Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming en |
| de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; | de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; |
| Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
| Besluit : | Besluit : |
| HOOFDSTUK I. - Definities | HOOFDSTUK I. - Definities |
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : |
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : |
| 1° decreet Integrale Jeugdhulp : het decreet van 7 mei 2004 | 1° decreet Integrale Jeugdhulp : het decreet van 7 mei 2004 |
| betreffende de integrale jeugdhulp; | betreffende de integrale jeugdhulp; |
| 2° minderjarige : elke natuurlijke persoon die jonger is dan achttien | 2° minderjarige : elke natuurlijke persoon die jonger is dan achttien |
| jaar; | jaar; |
| 3° ouders : de natuurlijke personen die titularis zijn van het | 3° ouders : de natuurlijke personen die titularis zijn van het |
| ouderlijk gezag of, bij ontstentenis van die personen, de wettelijke | ouderlijk gezag of, bij ontstentenis van die personen, de wettelijke |
| vertegenwoordigers; | vertegenwoordigers; |
| 4° opvoedingsverantwoordelijken : de natuurlijke personen, andere dan | 4° opvoedingsverantwoordelijken : de natuurlijke personen, andere dan |
| de ouders, die de minderjarige op duurzame wijze in feite onder hun | de ouders, die de minderjarige op duurzame wijze in feite onder hun |
| bewaring hebben of bij wie de minderjarige geplaatst is door | bewaring hebben of bij wie de minderjarige geplaatst is door |
| bemiddeling of ten laste van een openbare overheid; | bemiddeling of ten laste van een openbare overheid; |
| 5° leefomgeving : de natuurlijke personen, met uitzondering van de | 5° leefomgeving : de natuurlijke personen, met uitzondering van de |
| ouders en de opvoedingsverantwoordelijken, die bij de minderjarige | ouders en de opvoedingsverantwoordelijken, die bij de minderjarige |
| inwonen of met de minderjarige een bijzondere affectieve band hebben, | inwonen of met de minderjarige een bijzondere affectieve band hebben, |
| evenals de natuurlijke personen die in de buurt van de minderjarige | evenals de natuurlijke personen die in de buurt van de minderjarige |
| wonen of met wie de minderjarige geregeld contact heeft, onder meer | wonen of met wie de minderjarige geregeld contact heeft, onder meer |
| bij het schoolgaan of tijdens de vrijetijdsbesteding; | bij het schoolgaan of tijdens de vrijetijdsbesteding; |
| 6° jeugdhulpverlening : de hulp- en zorgverlening die zich richt tot | 6° jeugdhulpverlening : de hulp- en zorgverlening die zich richt tot |
| minderjarigen, of tot minderjarigen en hun ouders, hun | minderjarigen, of tot minderjarigen en hun ouders, hun |
| opvoedingsverantwoordelijken of personen uit hun leefomgeving; | opvoedingsverantwoordelijken of personen uit hun leefomgeving; |
| 7° jeugdhulpaanbieder : een natuurlijke persoon of een voorziening die | 7° jeugdhulpaanbieder : een natuurlijke persoon of een voorziening die |
| jeugdhulpverlening aanbiedt als vermeld in artikel 4 van het decreet | jeugdhulpverlening aanbiedt als vermeld in artikel 4 van het decreet |
| Integrale Jeugdhulp; | Integrale Jeugdhulp; |
| 8° jeugdhulpvoorziening : een voorziening die jeugdhulpverlening | 8° jeugdhulpvoorziening : een voorziening die jeugdhulpverlening |
| aanbiedt als vermeld in artikel 4 van het decreet Integrale Jeugdhulp; | aanbiedt als vermeld in artikel 4 van het decreet Integrale Jeugdhulp; |
| 9° dienst voor pleegzorg : een van de volgende diensten : | 9° dienst voor pleegzorg : een van de volgende diensten : |
| a) een dienst voor pleegzorg, als vermeld in artikel 10 van het | a) een dienst voor pleegzorg, als vermeld in artikel 10 van het |
| besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 1994 inzake de | besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 1994 inzake de |
| erkenningsvoorwaarden en de subsidienormen voor de voorzieningen van | erkenningsvoorwaarden en de subsidienormen voor de voorzieningen van |
| de bijzondere jeugdbijstand; | de bijzondere jeugdbijstand; |
| b) een dienst voor plaatsing in gezinnen, als vermeld in artikel 3, § | b) een dienst voor plaatsing in gezinnen, als vermeld in artikel 3, § |
| 1, van het koninklijk besluit nr. 81 van 10 november 1967 tot | 1, van het koninklijk besluit nr. 81 van 10 november 1967 tot |
| instelling van een Fonds voor Medische, Sociale en Pedagogische Zorg | instelling van een Fonds voor Medische, Sociale en Pedagogische Zorg |
| voor Gehandicapten; | voor Gehandicapten; |
| c) een dienst voor gezinsondersteunende pleegzorg, gesubsidieerd in | c) een dienst voor gezinsondersteunende pleegzorg, gesubsidieerd in |
| het raam van artikel 5, § 2, tweede lid, c), van het decreet van 29 | het raam van artikel 5, § 2, tweede lid, c), van het decreet van 29 |
| mei 1984 houdende de oprichting van de instelling Kind en Gezin; | mei 1984 houdende de oprichting van de instelling Kind en Gezin; |
| 10° netwerk RTJ : een netwerk rechtstreeks toegankelijke | 10° netwerk RTJ : een netwerk rechtstreeks toegankelijke |
| jeugdhulpverlening als vermeld in hoofdstuk VI, afdeling 1, van het | jeugdhulpverlening als vermeld in hoofdstuk VI, afdeling 1, van het |
| decreet Integrale Jeugdhulp; | decreet Integrale Jeugdhulp; |
| 11° netwerk CJ : een netwerk crisisjeugdhulpverlening als vermeld in | 11° netwerk CJ : een netwerk crisisjeugdhulpverlening als vermeld in |
| hoofdstuk VI, afdeling 2, van het decreet Integrale Jeugdhulp; | hoofdstuk VI, afdeling 2, van het decreet Integrale Jeugdhulp; |
| 12° ministers : de Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, de | 12° ministers : de Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, de |
| Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, en de Vlaamse | Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, en de Vlaamse |
| minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid; | minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid; |
| 13° regio : een regio integrale jeugdhulp als vermeld in artikel 9 van | 13° regio : een regio integrale jeugdhulp als vermeld in artikel 9 van |
| het besluit van de Vlaamse Regering van 11 juni 2004 tot afbakening | het besluit van de Vlaamse Regering van 11 juni 2004 tot afbakening |
| van het toepassingsgebied van de integrale jeugdhulp en van de regio's | van het toepassingsgebied van de integrale jeugdhulp en van de regio's |
| integrale jeugdhulp en tot regeling van de beleidsafstemming integrale | integrale jeugdhulp en tot regeling van de beleidsafstemming integrale |
| jeugdhulp; | jeugdhulp; |
| 14° regionale stuurgroep : een regionale stuurgroep integrale | 14° regionale stuurgroep : een regionale stuurgroep integrale |
| jeugdhulp als vermeld in artikel 44 van het decreet Integrale | jeugdhulp als vermeld in artikel 44 van het decreet Integrale |
| Jeugdhulp; | Jeugdhulp; |
| 15° regioplan : het regioplan integrale jeugdhulp, vermeld in artikel | 15° regioplan : het regioplan integrale jeugdhulp, vermeld in artikel |
| 40 van het decreet Integrale Jeugdhulp; | 40 van het decreet Integrale Jeugdhulp; |
| 16° Managementcomité : het Managementcomité Integrale Jeugdhulp, | 16° Managementcomité : het Managementcomité Integrale Jeugdhulp, |
| vermeld in artikel 41 van het decreet Integrale Jeugdhulp; | vermeld in artikel 41 van het decreet Integrale Jeugdhulp; |
| 17° sector : een bevoegdheidsdomein dat geregeld wordt door een | 17° sector : een bevoegdheidsdomein dat geregeld wordt door een |
| regelgeving, als vermeld in artikel 4, § 1, van het decreet Integrale | regelgeving, als vermeld in artikel 4, § 1, van het decreet Integrale |
| Jeugdhulp, of toepasselijk verklaard wordt krachtens artikel 4, § 2, | Jeugdhulp, of toepasselijk verklaard wordt krachtens artikel 4, § 2, |
| van dat decreet; | van dat decreet; |
| 18° netwerkstuurgroep : het sturend orgaan van een netwerk RTJ of een | 18° netwerkstuurgroep : het sturend orgaan van een netwerk RTJ of een |
| netwerk CJ, vermeld in artikel 17; | netwerk CJ, vermeld in artikel 17; |
| 19° module : een duidelijk afgelijnde eenheid van jeugdhulpverlening | 19° module : een duidelijk afgelijnde eenheid van jeugdhulpverlening |
| die afzonderlijk of samen met andere eenheden kan worden aangeboden; | die afzonderlijk of samen met andere eenheden kan worden aangeboden; |
| 20° typemodule : een door een sectorale administratie duidelijk | 20° typemodule : een door een sectorale administratie duidelijk |
| omschreven en afgelijnde eenheid van jeugdhulpverlening; | omschreven en afgelijnde eenheid van jeugdhulpverlening; |
| 21° functie : een algemeen aangeduide hulpactiviteit, gericht op een | 21° functie : een algemeen aangeduide hulpactiviteit, gericht op een |
| bepaald doel; | bepaald doel; |
| 22° hulpprogramma : een voorzieningenoverstijgend en gecoördineerd | 22° hulpprogramma : een voorzieningenoverstijgend en gecoördineerd |
| geheel van jeugdhulpverleningsaanbod dat bestaat uit een combinatie | geheel van jeugdhulpverleningsaanbod dat bestaat uit een combinatie |
| van modules of delen van modules; | van modules of delen van modules; |
| 23° Adviesraad : de Adviesraad Integrale Jeugdhulp, vermeld in artikel | 23° Adviesraad : de Adviesraad Integrale Jeugdhulp, vermeld in artikel |
| 35 van het decreet Integrale Jeugdhulp. | 35 van het decreet Integrale Jeugdhulp. |
| 24° sectorale administratie : de administratieve entiteit die instaat | 24° sectorale administratie : de administratieve entiteit die instaat |
| voor het opvolgen van de erkenning en/of de subsidiëring en/of de | voor het opvolgen van de erkenning en/of de subsidiëring en/of de |
| werking van een voorziening of een initiatief die behoort tot haar | werking van een voorziening of een initiatief die behoort tot haar |
| sector. | sector. |
| HOOFDSTUK II. - Modulering | HOOFDSTUK II. - Modulering |
Art. 2.Om het jeugdhulpverleningsaanbod intersectoraal te kunnen |
Art. 2.Om het jeugdhulpverleningsaanbod intersectoraal te kunnen |
| afstemmen en coördineren, wordt het gemoduleerd. Daartoe worden | afstemmen en coördineren, wordt het gemoduleerd. Daartoe worden |
| functies gedefinieerd en wordt het aanbod in typemodules en modules | functies gedefinieerd en wordt het aanbod in typemodules en modules |
| beschreven. | beschreven. |
Art. 3.Bijlage I bij dit besluit legt de lijst van functies vast die |
Art. 3.Bijlage I bij dit besluit legt de lijst van functies vast die |
| relevant zijn in het kader van de integrale jeugdhulp. De ministers | relevant zijn in het kader van de integrale jeugdhulp. De ministers |
| kunnen die lijst gezamenlijk wijzigen of uitbreiden. | kunnen die lijst gezamenlijk wijzigen of uitbreiden. |
Art. 4.De sectorale administraties beschrijven, in overleg met de |
Art. 4.De sectorale administraties beschrijven, in overleg met de |
| hulpaanbieders van hun sector, het jeugdhulpverleningsaanbod in | hulpaanbieders van hun sector, het jeugdhulpverleningsaanbod in |
| typemodules aan de hand van een werkblad. Het Managementcomité legt de | typemodules aan de hand van een werkblad. Het Managementcomité legt de |
| vorm van het werkblad vast. Het bevat minstens de volgende | vorm van het werkblad vast. Het bevat minstens de volgende |
| gegevensvelden : functie(s), een minimale set van acties, een | gegevensvelden : functie(s), een minimale set van acties, een |
| beschrijving van de doelgroep en een positionering in verband met het | beschrijving van de doelgroep en een positionering in verband met het |
| onderscheid, vermeld in hoofdstuk III. | onderscheid, vermeld in hoofdstuk III. |
| Het Managementcomité keurt, op basis van een intersectorale | Het Managementcomité keurt, op basis van een intersectorale |
| voorbereiding door de sectorale administraties en op basis van een | voorbereiding door de sectorale administraties en op basis van een |
| advies van de Adviesraad, uiterlijk op 1 april 2006 de typemodules | advies van de Adviesraad, uiterlijk op 1 april 2006 de typemodules |
| goed. Het Managementcomité keurt, eveneens op basis van een | goed. Het Managementcomité keurt, eveneens op basis van een |
| intersectorale voorbereiding door de sectorale administraties en een | intersectorale voorbereiding door de sectorale administraties en een |
| advies van de Adviesraad, wijzigingen of uitbreidingen van de | advies van de Adviesraad, wijzigingen of uitbreidingen van de |
| typemodules goed. Het doet dat maximaal twee keer per kalenderjaar om | typemodules goed. Het doet dat maximaal twee keer per kalenderjaar om |
| de consistentie van de wijzigingen of uitbreidingen te kunnen | de consistentie van de wijzigingen of uitbreidingen te kunnen |
| garanderen. De goedkeuring van een typemodule bevat altijd een | garanderen. De goedkeuring van een typemodule bevat altijd een |
| beslissing over de positionering ervan in verband met het onderscheid, | beslissing over de positionering ervan in verband met het onderscheid, |
| conform het bepaalde in hoofdstuk III. | conform het bepaalde in hoofdstuk III. |
Art. 5.Elke jeugdhulpvoorziening beschrijft haar |
Art. 5.Elke jeugdhulpvoorziening beschrijft haar |
| jeugdhulpverleningsaanbod in modules, conform de sectorale | jeugdhulpverleningsaanbod in modules, conform de sectorale |
| typemodules. De sectorale administratie keurt de door | typemodules. De sectorale administratie keurt de door |
| jeugdhulpvoorzieningen beschreven modules goed binnen twee maanden na | jeugdhulpvoorzieningen beschreven modules goed binnen twee maanden na |
| het voorstel van de jeugdhulpvoorziening, alsook wijzigingen of | het voorstel van de jeugdhulpvoorziening, alsook wijzigingen of |
| uitbreidingen ervan voorzover de gewijzigde of uitgebreide modules nog | uitbreidingen ervan voorzover de gewijzigde of uitgebreide modules nog |
| steeds binnen de typemodules vallen. | steeds binnen de typemodules vallen. |
| In geval van afwijking van die typemodules maakt de | In geval van afwijking van die typemodules maakt de |
| jeugdhulpvoorziening gebruik van de lijst van functies. Als een | jeugdhulpvoorziening gebruik van de lijst van functies. Als een |
| jeugdhulpvoorziening een module beschrijft die afwijkt van een | jeugdhulpvoorziening een module beschrijft die afwijkt van een |
| typemodule, kan het Managementcomité, op voorstel van de sectorale | typemodule, kan het Managementcomité, op voorstel van de sectorale |
| administratie, die goedkeuren binnen twee maanden na het voorstel van | administratie, die goedkeuren binnen twee maanden na het voorstel van |
| de jeugdhulpvoorziening. | de jeugdhulpvoorziening. |
| Bij afwijking van typemodules, als vermeld in het tweede lid na 31 | Bij afwijking van typemodules, als vermeld in het tweede lid na 31 |
| oktober 2006 kan de goedkeuring van een module door het | oktober 2006 kan de goedkeuring van een module door het |
| Managementcomité alleen na advies van de regionale stuurgroep. | Managementcomité alleen na advies van de regionale stuurgroep. |
| Het aanbod in modules wordt beschreven aan de hand van een werkblad. | Het aanbod in modules wordt beschreven aan de hand van een werkblad. |
| Het werkblad wordt vastgelegd door het Managementcomité. Het werkblad | Het werkblad wordt vastgelegd door het Managementcomité. Het werkblad |
| bevat gegevensvelden die op basis van de typemodules ingevuld zijn en | bevat gegevensvelden die op basis van de typemodules ingevuld zijn en |
| gegevensvelden die door de voorziening verder aangevuld, verfijnd of | gegevensvelden die door de voorziening verder aangevuld, verfijnd of |
| vrij ingevuld kunnen worden. | vrij ingevuld kunnen worden. |
Art. 6.Uiterlijk op 31 oktober 2006 hebben alle |
Art. 6.Uiterlijk op 31 oktober 2006 hebben alle |
| jeugdhulpvoorzieningen, erkend op 1 april 2006, hun | jeugdhulpvoorzieningen, erkend op 1 april 2006, hun |
| jeugdhulpverleningsaanbod in modules beschreven. | jeugdhulpverleningsaanbod in modules beschreven. |
| Jeugdhulpvoorzieningen die worden erkend na 1 april 2006, hebben hun | Jeugdhulpvoorzieningen die worden erkend na 1 april 2006, hebben hun |
| jeugdhulpverleningsaanbod in modules beschreven binnen zeven maanden | jeugdhulpverleningsaanbod in modules beschreven binnen zeven maanden |
| na hun erkenning. | na hun erkenning. |
| HOOFDSTUK III. - Onderscheid tussen rechtstreeks toegankelijke en niet | HOOFDSTUK III. - Onderscheid tussen rechtstreeks toegankelijke en niet |
| rechtstreeks toegankelijke jeugdhulpverlening | rechtstreeks toegankelijke jeugdhulpverlening |
Art. 7.De indeling in rechtstreeks toegankelijke en niet rechtstreeks |
Art. 7.De indeling in rechtstreeks toegankelijke en niet rechtstreeks |
| toegankelijke modules gebeurt aan de hand van een initiële weging en | toegankelijke modules gebeurt aan de hand van een initiële weging en |
| een kwalitatieve evaluatie van de typemodule zoals bepaald in artikel | een kwalitatieve evaluatie van de typemodule zoals bepaald in artikel |
| 9. | 9. |
| Voor modules die afwijken van typemodules en voor aanvragen om | Voor modules die afwijken van typemodules en voor aanvragen om |
| regionale uitzonderingen op de indeling neemt het Managementcomité een | regionale uitzonderingen op de indeling neemt het Managementcomité een |
| individuele beslissing over de indeling. | individuele beslissing over de indeling. |
Art. 8.De parameters van de initiële weging zijn : |
Art. 8.De parameters van de initiële weging zijn : |
| 1° frequentie : het gemiddelde aantal hulpverlenende contacten over | 1° frequentie : het gemiddelde aantal hulpverlenende contacten over |
| een welbepaalde periode; | een welbepaalde periode; |
| 2° intensiteit : de gemiddelde duur van één hulpverlenend contact, | 2° intensiteit : de gemiddelde duur van één hulpverlenend contact, |
| uitgedrukt in uren per etmaal; | uitgedrukt in uren per etmaal; |
| 3° duur : de gemiddelde duur waarvoor de (type)module wordt | 3° duur : de gemiddelde duur waarvoor de (type)module wordt |
| aangeboden. | aangeboden. |
| Voor elke typemodule wordt een wegingscoëfficiënt berekend aan de hand | Voor elke typemodule wordt een wegingscoëfficiënt berekend aan de hand |
| van het wegingsinstrument, opgenomen als bijlage II bij dit besluit. | van het wegingsinstrument, opgenomen als bijlage II bij dit besluit. |
| Als initiële weging geldt dat typemodules rechtstreeks toegankelijk | Als initiële weging geldt dat typemodules rechtstreeks toegankelijk |
| zijn als de wegingscoëfficiënt lager is dan of gelijk is aan 180 | zijn als de wegingscoëfficiënt lager is dan of gelijk is aan 180 |
| punten, en niet rechtstreeks toegankelijk zijn als de | punten, en niet rechtstreeks toegankelijk zijn als de |
| wegingscoëfficiënt hoger is dan 180 punten. | wegingscoëfficiënt hoger is dan 180 punten. |
| De ministers kunnen het wegingsinstrument en de grens op basis waarvan | De ministers kunnen het wegingsinstrument en de grens op basis waarvan |
| het onderscheid initieel wordt bepaald, gezamenlijk wijzigen. | het onderscheid initieel wordt bepaald, gezamenlijk wijzigen. |
Art. 9.De parameters voor de aanvullende kwalitatieve weging zijn in |
Art. 9.De parameters voor de aanvullende kwalitatieve weging zijn in |
| elk geval : | elk geval : |
| 1° vanuit het perspectief van de personen tot wie de | 1° vanuit het perspectief van de personen tot wie de |
| jeugdhulpverlening zich richt : vroegtijdigheid, laagdrempeligheid, | jeugdhulpverlening zich richt : vroegtijdigheid, laagdrempeligheid, |
| toegankelijkheid of snelle inzetbaarheid van het | toegankelijkheid of snelle inzetbaarheid van het |
| jeugdhulpverleningsaanbod; | jeugdhulpverleningsaanbod; |
| 2° vanuit het perspectief van de overheid : kostprijs of schaarste van | 2° vanuit het perspectief van de overheid : kostprijs of schaarste van |
| het jeugdhulpverleningsaanbod. | het jeugdhulpverleningsaanbod. |
Art. 10.Elke typemodule geeft aan of ze rechtstreeks of niet |
Art. 10.Elke typemodule geeft aan of ze rechtstreeks of niet |
| rechtstreeks toegankelijk is. | rechtstreeks toegankelijk is. |
Art. 11.De modules nemen de indeling, vermeld in artikel 10, over van |
Art. 11.De modules nemen de indeling, vermeld in artikel 10, over van |
| de typemodules. | de typemodules. |
| Als een module afwijkt van een typemodule, voert de betrokken | Als een module afwijkt van een typemodule, voert de betrokken |
| jeugdhulpvoorziening de initiële weging, conform artikel 8, door bij | jeugdhulpvoorziening de initiële weging, conform artikel 8, door bij |
| de beschrijving van die module. Het Managementcomité neemt een | de beschrijving van die module. Het Managementcomité neemt een |
| beslissing over de indeling als het de module goedkeurt conform | beslissing over de indeling als het de module goedkeurt conform |
| artikel 5, tweede lid. | artikel 5, tweede lid. |
Art. 12.De regionale stuurgroep evalueert het effect van de weging en |
Art. 12.De regionale stuurgroep evalueert het effect van de weging en |
| het daaruit voortvloeiende onderscheid tussen rechtstreeks | het daaruit voortvloeiende onderscheid tussen rechtstreeks |
| toegankelijke en niet rechtstreeks toegankelijke jeugdhulpverlening | toegankelijke en niet rechtstreeks toegankelijke jeugdhulpverlening |
| voor het aanbod en de verdeling van de jeugdhulpverlening in de regio | voor het aanbod en de verdeling van de jeugdhulpverlening in de regio |
| in kwestie. | in kwestie. |
| Op basis van de evaluatie, vermeld in het eerste lid, kunnen regionale | Op basis van de evaluatie, vermeld in het eerste lid, kunnen regionale |
| of subregionale uitzonderingen op het onderscheid worden aangevraagd | of subregionale uitzonderingen op het onderscheid worden aangevraagd |
| door de regionale stuurgroep. De aanvraag wordt gemotiveerd door aan | door de regionale stuurgroep. De aanvraag wordt gemotiveerd door aan |
| te geven op welke manier de uitzondering tegemoetkomt aan | te geven op welke manier de uitzondering tegemoetkomt aan |
| regiospecifieke behoeften. De aanvraag vermeldt eveneens op welke | regiospecifieke behoeften. De aanvraag vermeldt eveneens op welke |
| modules en welke jeugdhulpvoorzieningen ze betrekking heeft en voor | modules en welke jeugdhulpvoorzieningen ze betrekking heeft en voor |
| welke duur de uitzondering wordt aangevraagd. | welke duur de uitzondering wordt aangevraagd. |
| Regionale uitzonderingen kunnen door het Managementcomité worden | Regionale uitzonderingen kunnen door het Managementcomité worden |
| toegestaan. Het Managementcomité neemt een beslissing over de | toegestaan. Het Managementcomité neemt een beslissing over de |
| uitzondering binnen vier maanden na de aanvraag en bepaalt in | uitzondering binnen vier maanden na de aanvraag en bepaalt in |
| voorkomend geval de termijn van de uitzondering, met een maximum van | voorkomend geval de termijn van de uitzondering, met een maximum van |
| twee jaar. Het Managementcomité houdt bij het nemen van zijn | twee jaar. Het Managementcomité houdt bij het nemen van zijn |
| beslissing in elk geval rekening met de effecten ervan op de sector in | beslissing in elk geval rekening met de effecten ervan op de sector in |
| kwestie in zijn totaliteit en op de minderjarigen, ouders, | kwestie in zijn totaliteit en op de minderjarigen, ouders, |
| opvoedingsverantwoordelijken en personen uit de leefomgeving. Het | opvoedingsverantwoordelijken en personen uit de leefomgeving. Het |
| Managementcomité houdt ook rekening met de effecten op lange termijn | Managementcomité houdt ook rekening met de effecten op lange termijn |
| van regionale uitzonderingen. | van regionale uitzonderingen. |
| HOOFDSTUK IV. - De netwerken rechtstreeks toegankelijke | HOOFDSTUK IV. - De netwerken rechtstreeks toegankelijke |
| jeugdhulpverlening en crisisjeugdhulpverlening | jeugdhulpverlening en crisisjeugdhulpverlening |
| Afdeling I. - Opdrachten van het netwerk rechtstreeks toegankelijke | Afdeling I. - Opdrachten van het netwerk rechtstreeks toegankelijke |
| jeugdhulpverlening | jeugdhulpverlening |
Art. 13.Het netwerk RTJ organiseert de toegang tot de rechtstreeks |
Art. 13.Het netwerk RTJ organiseert de toegang tot de rechtstreeks |
| toegankelijke jeugdhulpverlening voor minderjarigen, ouders, | toegankelijke jeugdhulpverlening voor minderjarigen, ouders, |
| opvoedingsverantwoordelijken en personen uit de leefomgeving. | opvoedingsverantwoordelijken en personen uit de leefomgeving. |
| Daartoe vervult het netwerk RTJ de volgende opdrachten : | Daartoe vervult het netwerk RTJ de volgende opdrachten : |
| 1° het garandeert dat de toegang tot de rechtstreeks toegankelijke | 1° het garandeert dat de toegang tot de rechtstreeks toegankelijke |
| jeugdhulpverlening verloopt volgens een instapprocedure die bestaat | jeugdhulpverlening verloopt volgens een instapprocedure die bestaat |
| uit de volgende stappen : | uit de volgende stappen : |
| a) het onthaal; | a) het onthaal; |
| b) de vraagverheldering; | b) de vraagverheldering; |
| c) de aanbodsverheldering; | c) de aanbodsverheldering; |
| d) het formuleren van een hulpverleningsvoorstel; | d) het formuleren van een hulpverleningsvoorstel; |
| e) de dispatching. | e) de dispatching. |
| Elke stap in de instapprocedure wordt door de leden van het netwerk | Elke stap in de instapprocedure wordt door de leden van het netwerk |
| indien nodig aangeboden in de individuele situatie; | indien nodig aangeboden in de individuele situatie; |
| 2° het sensibiliseert personen en voorzieningen die beroepshalve of | 2° het sensibiliseert personen en voorzieningen die beroepshalve of |
| vanuit een vrijwillig engagement in contact komen met hulpvragen die | vanuit een vrijwillig engagement in contact komen met hulpvragen die |
| verband houden met de opvoeding of de ontwikkeling van minderjarigen | verband houden met de opvoeding of de ontwikkeling van minderjarigen |
| en het informeert hen over de toegang tot het netwerk en de | en het informeert hen over de toegang tot het netwerk en de |
| instapprocedure, vermeld in 1°; | instapprocedure, vermeld in 1°; |
| 3° het zorgt voor communicatie en toegankelijke informatie over het | 3° het zorgt voor communicatie en toegankelijke informatie over het |
| jeugdhulpaanbod en de toegang daartoe ten aanzien van de bevolking | jeugdhulpaanbod en de toegang daartoe ten aanzien van de bevolking |
| binnen het eigen werkgebied. | binnen het eigen werkgebied. |
Art. 14.De instapprocedure, vermeld in artikel 13, tweede lid, 1°, |
Art. 14.De instapprocedure, vermeld in artikel 13, tweede lid, 1°, |
| krijgt als volgt vorm : | krijgt als volgt vorm : |
| 1° ze is structureel verbonden met de permanentie van het netwerk CJ | 1° ze is structureel verbonden met de permanentie van het netwerk CJ |
| om een vlotte doorverwijzing naar de crisisjeugdhulpverlening te | om een vlotte doorverwijzing naar de crisisjeugdhulpverlening te |
| verzekeren; | verzekeren; |
| 2° er is een voldoende aanbod van informatieverstrekking met | 2° er is een voldoende aanbod van informatieverstrekking met |
| betrekking tot vragen over de opvoeding en ontwikkeling van | betrekking tot vragen over de opvoeding en ontwikkeling van |
| minderjarigen en met betrekking tot het jeugdhulpaanbod en de toegang | minderjarigen en met betrekking tot het jeugdhulpaanbod en de toegang |
| daartoe; | daartoe; |
| 3° er bestaan duidelijke afspraken over de wijze waarop men omgaat met | 3° er bestaan duidelijke afspraken over de wijze waarop men omgaat met |
| situaties waarin jeugdhulp maatschappelijk noodzakelijk wordt geacht; | situaties waarin jeugdhulp maatschappelijk noodzakelijk wordt geacht; |
| 4° ze voorziet eventueel in een kortdurend hulpaanbod. | 4° ze voorziet eventueel in een kortdurend hulpaanbod. |
Art. 15.Het netwerk RTJ biedt binnen een redelijke termijn de meest |
Art. 15.Het netwerk RTJ biedt binnen een redelijke termijn de meest |
| gepaste jeugdhulpverlening aan waarin de leden van het netwerk kunnen | gepaste jeugdhulpverlening aan waarin de leden van het netwerk kunnen |
| voorzien en waakt over het tijdig inzetten van diagnostiek. | voorzien en waakt over het tijdig inzetten van diagnostiek. |
| Daartoe vervult het netwerk de volgende opdrachten : | Daartoe vervult het netwerk de volgende opdrachten : |
| 1° het organiseert de coördinatie en bewaakt de continuïteit van de | 1° het organiseert de coördinatie en bewaakt de continuïteit van de |
| rechtstreeks toegankelijke jeugdhulpverlening; | rechtstreeks toegankelijke jeugdhulpverlening; |
| 2° het stemt het rechtstreeks toegankelijke jeugdhulpverleningsaanbod | 2° het stemt het rechtstreeks toegankelijke jeugdhulpverleningsaanbod |
| maximaal af op de hulpvraag en het ontwikkelt hulpprogramma's waar | maximaal af op de hulpvraag en het ontwikkelt hulpprogramma's waar |
| nodig; | nodig; |
| 3° het signaleert in functie van het regioplan knelpunten en leemtes | 3° het signaleert in functie van het regioplan knelpunten en leemtes |
| binnen het jeugdhulpverleningsaanbod aan de regionale stuurgroep. | binnen het jeugdhulpverleningsaanbod aan de regionale stuurgroep. |
| Afdeling II. - Opdrachten van het netwerk crisisjeugdhulpverlening | Afdeling II. - Opdrachten van het netwerk crisisjeugdhulpverlening |
Art. 16.Het netwerk CJ heeft tot doel om, binnen de beschikbare |
Art. 16.Het netwerk CJ heeft tot doel om, binnen de beschikbare |
| sectorale budgetten, crisisjeugdhulpverlening te garanderen aan alle | sectorale budgetten, crisisjeugdhulpverlening te garanderen aan alle |
| minderjarigen in een crisissituatie binnen zijn werkgebied en om te | minderjarigen in een crisissituatie binnen zijn werkgebied en om te |
| voorkomen dat aan die minderjarigen meer ingrijpende | voorkomen dat aan die minderjarigen meer ingrijpende |
| jeugdhulpverlening moet worden aangeboden. | jeugdhulpverlening moet worden aangeboden. |
| Daartoe vervult het netwerk CJ de volgende opdrachten : | Daartoe vervult het netwerk CJ de volgende opdrachten : |
| 1° het realiseert, maximaal gebruikmakend van het beschikbare aanbod | 1° het realiseert, maximaal gebruikmakend van het beschikbare aanbod |
| in het netwerk, een hulpprogramma dat bestaat uit : | in het netwerk, een hulpprogramma dat bestaat uit : |
| a) een centraal permanent crisismeldpunt; | a) een centraal permanent crisismeldpunt; |
| b) ambulante of mobiele crisisinterventie : een aanbod van | b) ambulante of mobiele crisisinterventie : een aanbod van |
| onmiddellijke en kortdurende stressverlagende interventies; | onmiddellijke en kortdurende stressverlagende interventies; |
| c) ambulante of mobiele crisisbegeleiding : een begeleidingsaanbod aan | c) ambulante of mobiele crisisbegeleiding : een begeleidingsaanbod aan |
| huis of in een jeugdhulpvoorziening; | huis of in een jeugdhulpvoorziening; |
| d) crisisopvang : een aanbod van verblijf. | d) crisisopvang : een aanbod van verblijf. |
| 2° het sensibiliseert personen en voorzieningen die beroepshalve of | 2° het sensibiliseert personen en voorzieningen die beroepshalve of |
| vanuit een vrijwillig engagement in contact komen met hulpvragen die | vanuit een vrijwillig engagement in contact komen met hulpvragen die |
| verband houden met de opvoeding of de ontwikkeling van minderjarigen | verband houden met de opvoeding of de ontwikkeling van minderjarigen |
| en het informeert hen over de toegang tot het netwerk; | en het informeert hen over de toegang tot het netwerk; |
| 3° het draagt actief bij tot het intersectoraal afstemmen van de | 3° het draagt actief bij tot het intersectoraal afstemmen van de |
| crisisjeugdhulpverlening binnen het netwerk en tot het positioneren | crisisjeugdhulpverlening binnen het netwerk en tot het positioneren |
| van de crisisjeugdhulpverlening binnen het geheel van de | van de crisisjeugdhulpverlening binnen het geheel van de |
| jeugdhulpverlening en het ontwikkelt hulpprogramma's waar nodig; | jeugdhulpverlening en het ontwikkelt hulpprogramma's waar nodig; |
| 4° het maakt duidelijke afspraken over de wijze waarop men omgaat met | 4° het maakt duidelijke afspraken over de wijze waarop men omgaat met |
| situaties waarin jeugdhulp maatschappelijk noodzakelijk wordt geacht. | situaties waarin jeugdhulp maatschappelijk noodzakelijk wordt geacht. |
| Aan het hulpprogramma wordt een permanent systeem van registratie en | Aan het hulpprogramma wordt een permanent systeem van registratie en |
| evaluatie gekoppeld. Als in een regio meer dan één netwerk CJ wordt | evaluatie gekoppeld. Als in een regio meer dan één netwerk CJ wordt |
| georganiseerd, waakt de regionale stuurgroep over een maximale | georganiseerd, waakt de regionale stuurgroep over een maximale |
| afstemming en coördinatie tussen die netwerken; | afstemming en coördinatie tussen die netwerken; |
Art. 17.Als een jeugdhulpaanbieder, op verzoek van een regionale |
Art. 17.Als een jeugdhulpaanbieder, op verzoek van een regionale |
| stuurgroep en na goedkeuring door het Managementcomité, een beperkte | stuurgroep en na goedkeuring door het Managementcomité, een beperkte |
| capaciteit vrijhoudt in het raam van de opdracht van het netwerk CJ, | capaciteit vrijhoudt in het raam van de opdracht van het netwerk CJ, |
| vermeld in artikel 16, tweede lid, 1°, wordt die capaciteit geacht | vermeld in artikel 16, tweede lid, 1°, wordt die capaciteit geacht |
| volzet te zijn voor de toepassing van de sectorale regelgeving met | volzet te zijn voor de toepassing van de sectorale regelgeving met |
| betrekking tot erkenning en subsidiëring van die jeugdhulpaanbieder. | betrekking tot erkenning en subsidiëring van die jeugdhulpaanbieder. |
| Afdeling III. - Organisatie van de netwerken rechtstreeks | Afdeling III. - Organisatie van de netwerken rechtstreeks |
| toegankelijke jeugdhulpverlening en crisisjeugdhulpverlening | toegankelijke jeugdhulpverlening en crisisjeugdhulpverlening |
Art. 18.Bij elk netwerk RTJ of CJ wordt een netwerkstuurgroep |
Art. 18.Bij elk netwerk RTJ of CJ wordt een netwerkstuurgroep |
| opgericht waarin minstens alle jeugdhulpvoorzieningen van het netwerk | opgericht waarin minstens alle jeugdhulpvoorzieningen van het netwerk |
| vertegenwoordigd zijn. De voorwaarden hiervoor worden geformuleerd in | vertegenwoordigd zijn. De voorwaarden hiervoor worden geformuleerd in |
| het samenwerkingsprotocol, vermeld in artikel 19. | het samenwerkingsprotocol, vermeld in artikel 19. |
| De netwerkstuurgroep organiseert het netwerk zo dat het netwerk de | De netwerkstuurgroep organiseert het netwerk zo dat het netwerk de |
| opdrachten, bepaald in het decreet Integrale Jeugdhulp en in dit | opdrachten, bepaald in het decreet Integrale Jeugdhulp en in dit |
| hoofdstuk, op een dynamische, regiospecifieke en flexibele manier kan | hoofdstuk, op een dynamische, regiospecifieke en flexibele manier kan |
| vervullen. | vervullen. |
Art. 19.De samenwerkingsprotocollen, vermeld in artikel 13 en 16 van |
Art. 19.De samenwerkingsprotocollen, vermeld in artikel 13 en 16 van |
| het decreet Integrale Jeugdhulp, bevatten minstens : | het decreet Integrale Jeugdhulp, bevatten minstens : |
| 1° de structuur en de leden van het netwerk; | 1° de structuur en de leden van het netwerk; |
| 2° de actieplannen, die op de verschillende opdrachten van het | 2° de actieplannen, die op de verschillende opdrachten van het |
| netwerk, zoals bepaald in het decreet Integrale Jeugdhulp en in dit | netwerk, zoals bepaald in het decreet Integrale Jeugdhulp en in dit |
| hoofdstuk, betrekking hebben en waarin de werkingsprincipes, vermeld | hoofdstuk, betrekking hebben en waarin de werkingsprincipes, vermeld |
| in artikel 7 van het decreet Integrale Jeugdhulp duidelijk tot uiting | in artikel 7 van het decreet Integrale Jeugdhulp duidelijk tot uiting |
| komen; | komen; |
| 3° de wijze waarop intersectoraal praktijkoverleg georganiseerd wordt | 3° de wijze waarop intersectoraal praktijkoverleg georganiseerd wordt |
| om concreet uitvoering te geven aan die actieplannen; | om concreet uitvoering te geven aan die actieplannen; |
| 4° de wijze waarop die actieplannen geëvalueerd worden; | 4° de wijze waarop die actieplannen geëvalueerd worden; |
| 5° de termijn waarvoor het samenwerkingsprotocol geldt en de wijze | 5° de termijn waarvoor het samenwerkingsprotocol geldt en de wijze |
| waarop wijzigingen in het samenwerkingsprotocol worden aangebracht. | waarop wijzigingen in het samenwerkingsprotocol worden aangebracht. |
| De netwerkstuurgroep bezorgt het samenwerkingsprotocol aan de | De netwerkstuurgroep bezorgt het samenwerkingsprotocol aan de |
| regionale stuurgroep. De regionale stuurgroep keurt het protocol goed | regionale stuurgroep. De regionale stuurgroep keurt het protocol goed |
| zodra het niet strijdig is met het regioplan. Na de goedkeuring door | zodra het niet strijdig is met het regioplan. Na de goedkeuring door |
| de regionale stuurgroep ondertekenen de leden van het netwerk het | de regionale stuurgroep ondertekenen de leden van het netwerk het |
| protocol. | protocol. |
| Afdeling IV. - Algemene bepaling | Afdeling IV. - Algemene bepaling |
Art. 20.De ministers kunnen, na advies van de Adviesraad, gezamenlijk |
Art. 20.De ministers kunnen, na advies van de Adviesraad, gezamenlijk |
| nadere regels bepalen met betrekking tot de opdrachten en de | nadere regels bepalen met betrekking tot de opdrachten en de |
| organisatie van de netwerken RTJ en CJ. | organisatie van de netwerken RTJ en CJ. |
| HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen |
Art. 21.De diensten voor pleegzorg beschrijven het |
Art. 21.De diensten voor pleegzorg beschrijven het |
| jeugdhulpverleningsaanbod van de door hen begeleide opvang- of | jeugdhulpverleningsaanbod van de door hen begeleide opvang- of |
| pleeggezinnen in modules als vermeld in artikel 5. | pleeggezinnen in modules als vermeld in artikel 5. |
| De persoon die de dienst voor pleegzorg vertegenwoordigt in de | De persoon die de dienst voor pleegzorg vertegenwoordigt in de |
| netwerkstuurgroep, vertegenwoordigt ook de opvang- of pleeggezinnen | netwerkstuurgroep, vertegenwoordigt ook de opvang- of pleeggezinnen |
| die de dienst begeleidt. | die de dienst begeleidt. |
Art. 22.Tot uiterlijk 31 december 2007 worden, in afwijking van |
Art. 22.Tot uiterlijk 31 december 2007 worden, in afwijking van |
| artikel 10, tweede lid, van het decreet Integrale Jeugdhulp en met | artikel 10, tweede lid, van het decreet Integrale Jeugdhulp en met |
| behoud van de toepassing van artikel 51 van dat decreet, niet | behoud van de toepassing van artikel 51 van dat decreet, niet |
| rechtstreeks toegankelijke modules uitgevoerd conform de sectorale | rechtstreeks toegankelijke modules uitgevoerd conform de sectorale |
| regelgeving die op de betrokken jeugdhulpaanbieders van toepassing is. | regelgeving die op de betrokken jeugdhulpaanbieders van toepassing is. |
Art. 23.Om de bestaande netwerken RTJ en CJ toe te laten hun werking |
Art. 23.Om de bestaande netwerken RTJ en CJ toe te laten hun werking |
| voort te zetten en hun territoriale werking geleidelijk af te stemmen | voort te zetten en hun territoriale werking geleidelijk af te stemmen |
| op de bepalingen van het zorgregiodecreet en tot uiterlijk 30 juni | op de bepalingen van het zorgregiodecreet en tot uiterlijk 30 juni |
| 2007 : | 2007 : |
| 1° kan de regionale stuurgroep op grond van regiospecifieke kenmerken | 1° kan de regionale stuurgroep op grond van regiospecifieke kenmerken |
| het werkgebied van een netwerk RTJ of CJ binnen zijn regio afbakenen | het werkgebied van een netwerk RTJ of CJ binnen zijn regio afbakenen |
| in afwijking van de bepalingen van het Zorgregiodecreet; | in afwijking van de bepalingen van het Zorgregiodecreet; |
| 2° kunnen regionale stuurgroepen op grond van interregionale kenmerken | 2° kunnen regionale stuurgroepen op grond van interregionale kenmerken |
| het werkgebied van een netwerk RTJ of CJ, dat zich binnen hun regio | het werkgebied van een netwerk RTJ of CJ, dat zich binnen hun regio |
| bevindt, afbakenen in afwijking van de bepalingen van het | bevindt, afbakenen in afwijking van de bepalingen van het |
| Zorgregiodecreet. | Zorgregiodecreet. |
| De betrokken regionale stuurgroep of stuurgroepen motiveren de in het | De betrokken regionale stuurgroep of stuurgroepen motiveren de in het |
| eerste lid, 1° en 2°, vermelde afwijking ten opzichte van het | eerste lid, 1° en 2°, vermelde afwijking ten opzichte van het |
| Managementcomité dat een voorstel tot afwijking dient goed te keuren. | Managementcomité dat een voorstel tot afwijking dient goed te keuren. |
Art. 24.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2006. |
Art. 24.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2006. |
Art. 25.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Onderwijs, de Vlaamse |
Art. 25.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Onderwijs, de Vlaamse |
| minister, bevoegd voor de Bijstand aan Personen, en de Vlaamse | minister, bevoegd voor de Bijstand aan Personen, en de Vlaamse |
| minister, bevoegd voor het Gezondheidsbeleid, zijn, ieder wat hem of | minister, bevoegd voor het Gezondheidsbeleid, zijn, ieder wat hem of |
| haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. | haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. |
| Brussel, 9 december 2005 | Brussel, 9 december 2005 |
| De minister-president van de Vlaamse Regering, | De minister-president van de Vlaamse Regering, |
| Y. LETERME | Y. LETERME |
| De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, | De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, |
| F. VANDENBROUCKE | F. VANDENBROUCKE |
| De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, | De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, |
| I. VERVOTTE | I. VERVOTTE |
| Bijlage I. - Functielijst (1) | Bijlage I. - Functielijst (1) |
| 1. Onthaal. | 1. Onthaal. |
| Doel : | Doel : |
| Op een laagdrempelige manier is een eerste beeld gevormd van een | Op een laagdrempelige manier is een eerste beeld gevormd van een |
| aanmeldingssignaal op basis waarvan mogelijk wordt overgegaan tot | aanmeldingssignaal op basis waarvan mogelijk wordt overgegaan tot |
| vraagverheldering of verwijzing naar andere vormen van hulp. | vraagverheldering of verwijzing naar andere vormen van hulp. |
| Activiteit : | Activiteit : |
| Eerste contact met de cliënt en het beluisteren van het | Eerste contact met de cliënt en het beluisteren van het |
| aanmeldingssignaal. Indien nodig aansluiting bieden met al dan niet | aanmeldingssignaal. Indien nodig aansluiting bieden met al dan niet |
| zelf aangeboden vraagverheldering of andere vormen van hulp. | zelf aangeboden vraagverheldering of andere vormen van hulp. |
| 2. Vraagverheldering. | 2. Vraagverheldering. |
| Doel : | Doel : |
| De cliënt en de hulpverlener hebben een beter inzicht in de aard van | De cliënt en de hulpverlener hebben een beter inzicht in de aard van |
| de problemen en mogelijke oplossingsperspectieven. | de problemen en mogelijke oplossingsperspectieven. |
| Activiteit : | Activiteit : |
| Samen met de cliënt de problemen inventariseren, systematisch in kaart | Samen met de cliënt de problemen inventariseren, systematisch in kaart |
| brengen, ontrafelen, oplossingsalternatieven verkennen en, zo nodig, | brengen, ontrafelen, oplossingsalternatieven verkennen en, zo nodig, |
| toetsen aan een mogelijk aanbod. | toetsen aan een mogelijk aanbod. |
| 3. Diagnostiek. | 3. Diagnostiek. |
| Doel : | Doel : |
| Vanuit een specifieke deskundigheid is een geobjectiveerd beeld | Vanuit een specifieke deskundigheid is een geobjectiveerd beeld |
| gevormd van de hulpvraag, de problematiek en de daarmee samenhangende | gevormd van de hulpvraag, de problematiek en de daarmee samenhangende |
| factoren, alsook van de aangrijpingspunten voor mogelijke oplossingen. | factoren, alsook van de aangrijpingspunten voor mogelijke oplossingen. |
| Al die elementen zijn in een zinvol onderling verband gebracht, met | Al die elementen zijn in een zinvol onderling verband gebracht, met |
| als resultaat een gemotiveerd oordeel over de benodigde hulp. | als resultaat een gemotiveerd oordeel over de benodigde hulp. |
| Activiteit : | Activiteit : |
| Het op systematische wijze opbouwen van een objectiveerbaar en | Het op systematische wijze opbouwen van een objectiveerbaar en |
| gedetailleerd beeld van de problematiek van de cliënt, gebruikmakend | gedetailleerd beeld van de problematiek van de cliënt, gebruikmakend |
| van specifieke methoden. De hulpvraag van de cliënt wordt geëxploreerd | van specifieke methoden. De hulpvraag van de cliënt wordt geëxploreerd |
| in al zijn facetten en in een ruimere context geplaatst. Op basis | in al zijn facetten en in een ruimere context geplaatst. Op basis |
| daarvan worden oplossingsalternatieven geformuleerd. | daarvan worden oplossingsalternatieven geformuleerd. |
| 4. Signaaldetectie. | 4. Signaaldetectie. |
| Doel : | Doel : |
| Signalen van een mogelijk problematische ontwikkeling bij een (groep | Signalen van een mogelijk problematische ontwikkeling bij een (groep |
| van) minderjarige(n) of zijn (hun) directe leefomgeving zijn tijdig | van) minderjarige(n) of zijn (hun) directe leefomgeving zijn tijdig |
| gedetecteerd. | gedetecteerd. |
| Activiteit : | Activiteit : |
| Het volgens een gerichte methodiek tijdig opvangen en evalueren van | Het volgens een gerichte methodiek tijdig opvangen en evalueren van |
| signalen met het oog op een mogelijke toeleiding naar een hulpaanbod. | signalen met het oog op een mogelijke toeleiding naar een hulpaanbod. |
| 5. Begeleiding. | 5. Begeleiding. |
| Doel : | Doel : |
| Een of meer van de volgende doelen zijn bereikt : de cliënt heeft een | Een of meer van de volgende doelen zijn bereikt : de cliënt heeft een |
| beter inzicht in de eigen situatie, een terugval is voorkomen, een | beter inzicht in de eigen situatie, een terugval is voorkomen, een |
| problematische situatie of toestand is draaglijk gemaakt, er is | problematische situatie of toestand is draaglijk gemaakt, er is |
| praktische ondersteuning geboden, de draagkracht is vergroot, de | praktische ondersteuning geboden, de draagkracht is vergroot, de |
| autonomie en zelfstandigheid zijn toegenomen. | autonomie en zelfstandigheid zijn toegenomen. |
| Activiteit : | Activiteit : |
| Het bieden van een breedsporige, generalistische ondersteuning, in | Het bieden van een breedsporige, generalistische ondersteuning, in |
| eerste instantie gefocust op het samen met de cliënt zoeken naar | eerste instantie gefocust op het samen met de cliënt zoeken naar |
| antwoorden en oplossingen voor de problematische situatie. | antwoorden en oplossingen voor de problematische situatie. |
| 6. Behandeling. | 6. Behandeling. |
| Doel : | Doel : |
| Het functioneren van de cliënt is in positieve zin veranderd of is | Het functioneren van de cliënt is in positieve zin veranderd of is |
| hersteld. Als dat niet haalbaar is, is verdere achteruitgang voorkomen | hersteld. Als dat niet haalbaar is, is verdere achteruitgang voorkomen |
| of vertraagd. | of vertraagd. |
| Activiteit : | Activiteit : |
| Het op een specialistische of therapeutische wijze beïnvloeden van het | Het op een specialistische of therapeutische wijze beïnvloeden van het |
| problematisch (psychisch, sociaal of somatisch) functioneren van de | problematisch (psychisch, sociaal of somatisch) functioneren van de |
| cliënt of zijn nabije context. | cliënt of zijn nabije context. |
| 7. Training. | 7. Training. |
| Doel : | Doel : |
| De cliënt heeft de beoogde vaardigheden verworven. | De cliënt heeft de beoogde vaardigheden verworven. |
| Activiteit : | Activiteit : |
| Het systematisch aanleren en inoefenen van specifieke vaardigheden | Het systematisch aanleren en inoefenen van specifieke vaardigheden |
| (bv. - socialevaardigheidstraining, pedagogische vaardigheden, | (bv. - socialevaardigheidstraining, pedagogische vaardigheden, |
| training van taal-, spraak- en motorische vaardigheden, specifieke | training van taal-, spraak- en motorische vaardigheden, specifieke |
| cognitieve of schoolse vaardigheden, algemene beroeps- en | cognitieve of schoolse vaardigheden, algemene beroeps- en |
| huishoudelijke vaardigheden). | huishoudelijke vaardigheden). |
| 8. Verblijf. | 8. Verblijf. |
| Doel : | Doel : |
| Er is voorzien in een aangepaste woon- en leefomgeving of leefruimte | Er is voorzien in een aangepaste woon- en leefomgeving of leefruimte |
| en in Bed-Bad-Brood (BBB). | en in Bed-Bad-Brood (BBB). |
| Activiteit : | Activiteit : |
| Het aanbieden van accommodatie voor een bepaalde duur, steeds met | Het aanbieden van accommodatie voor een bepaalde duur, steeds met |
| inbegrip van overnachting. | inbegrip van overnachting. |
| 9. Opvoedende relatie. | 9. Opvoedende relatie. |
| Doel : | Doel : |
| Een ontbrekende of problematische primaire psychoaffectieve opvoedende | Een ontbrekende of problematische primaire psychoaffectieve opvoedende |
| relatie is gecompenseerd. | relatie is gecompenseerd. |
| Activiteit : | Activiteit : |
| Het bieden van een tijdelijke, aanvullende of vervangende opvoedende | Het bieden van een tijdelijke, aanvullende of vervangende opvoedende |
| relatie. | relatie. |
| 10. Toezicht. | 10. Toezicht. |
| Doel : | Doel : |
| Er is een veilige situatie gecreëerd waarin de jongere eigen | Er is een veilige situatie gecreëerd waarin de jongere eigen |
| activiteiten zelfstandig kan uitvoeren of waarin hij beschermd wordt | activiteiten zelfstandig kan uitvoeren of waarin hij beschermd wordt |
| tegen externe negatieve invloeden of tegen zichzelf. | tegen externe negatieve invloeden of tegen zichzelf. |
| Activiteit : | Activiteit : |
| Het observerend aanwezig zijn, klaar om begeleidend, verzorgend of | Het observerend aanwezig zijn, klaar om begeleidend, verzorgend of |
| bewakend op te treden als daar behoefte aan is. | bewakend op te treden als daar behoefte aan is. |
| 11. Verzorging. | 11. Verzorging. |
| Doel : | Doel : |
| Er is voorzien in de lichamelijke basisbehoeften van de cliënt. | Er is voorzien in de lichamelijke basisbehoeften van de cliënt. |
| Activiteit : | Activiteit : |
| Bij algemene dagelijkse levensverrichtingen wordt hulp geboden die | Bij algemene dagelijkse levensverrichtingen wordt hulp geboden die |
| noodzakelijk is gezien de beperkingen en functionele stoornissen van | noodzakelijk is gezien de beperkingen en functionele stoornissen van |
| de cliënt. | de cliënt. |
| 12. Dagbesteding. | 12. Dagbesteding. |
| Doel : | Doel : |
| Als alternatief voor onderwijs wordt een zinvolle dagbesteding | Als alternatief voor onderwijs wordt een zinvolle dagbesteding |
| georganiseerd voor cliënten die (om tal van redenen, bv. - leeftijd, | georganiseerd voor cliënten die (om tal van redenen, bv. - leeftijd, |
| gedragsproblemen, handicap) niet kunnen deelnemen aan het reguliere | gedragsproblemen, handicap) niet kunnen deelnemen aan het reguliere |
| onderwijs of voor cliënten gedurende schoolvakanties. | onderwijs of voor cliënten gedurende schoolvakanties. |
| Activiteit : | Activiteit : |
| Het organiseren van gestructureerde dagdeelactiviteiten. Dat kan | Het organiseren van gestructureerde dagdeelactiviteiten. Dat kan |
| inhouden dat binnen de jeugdhulp geïntegreerde scholing wordt | inhouden dat binnen de jeugdhulp geïntegreerde scholing wordt |
| aangeboden (dus buiten het reguliere onderwijs) of andere | aangeboden (dus buiten het reguliere onderwijs) of andere |
| dagactiviteiten gedurende schoolvakanties. | dagactiviteiten gedurende schoolvakanties. |
| 13. Bemiddeling. | 13. Bemiddeling. |
| Doel : | Doel : |
| Een conflict is hanteerbaar geworden of opgelost, of een relatie is | Een conflict is hanteerbaar geworden of opgelost, of een relatie is |
| tot stand gebracht. Het kan zowel over relaties tussen cliënten | tot stand gebracht. Het kan zowel over relaties tussen cliënten |
| onderling gaan als over relaties tussen cliënten en derden. | onderling gaan als over relaties tussen cliënten en derden. |
| Activiteit : | Activiteit : |
| Het op neutrale wijze met elkaar in contact brengen van verschillende | Het op neutrale wijze met elkaar in contact brengen van verschillende |
| partijen, zodat een conflict wordt opgelost of hanteerbaar gemaakt, of | partijen, zodat een conflict wordt opgelost of hanteerbaar gemaakt, of |
| zodat een relatie tussen mensen tot stand wordt gebracht. | zodat een relatie tussen mensen tot stand wordt gebracht. |
| 14. Informatie en advies. | 14. Informatie en advies. |
| Doel : | Doel : |
| De cliënt beschikt over meer kennis en daarmee over een stevige basis | De cliënt beschikt over meer kennis en daarmee over een stevige basis |
| voor zijn inzichten, keuzen en gedragsalternatieven. | voor zijn inzichten, keuzen en gedragsalternatieven. |
| Activiteit : | Activiteit : |
| De cliënt op een geëigende manier informeren en adviseren over | De cliënt op een geëigende manier informeren en adviseren over |
| keuzemogelijkheden, gedragsalternatieven en eventueel bepaalde hulp | keuzemogelijkheden, gedragsalternatieven en eventueel bepaalde hulp |
| aanraden. | aanraden. |
| Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering | Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering |
| van 9 december 2005 betreffende de modulering en de netwerken | van 9 december 2005 betreffende de modulering en de netwerken |
| rechtstreeks toegankelijke jeugdhulpverlening en | rechtstreeks toegankelijke jeugdhulpverlening en |
| crisisjeugdhulpverlening in het raam van de Integrale Jeugdhulp. | crisisjeugdhulpverlening in het raam van de Integrale Jeugdhulp. |
| De minister-president van de Vlaamse Regering, | De minister-president van de Vlaamse Regering, |
| Y. LETERME | Y. LETERME |
| De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, | De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, |
| F. VANDENBROUCKE | F. VANDENBROUCKE |
| De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, | De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, |
| I. VERVOTTE | I. VERVOTTE |
| Bijlage II. - Weginginstrument | Bijlage II. - Weginginstrument |
| Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
| Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering | Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering |
| van 9 december 2005 betreffende de modulering en de netwerken | van 9 december 2005 betreffende de modulering en de netwerken |
| rechtstreeks toegankelijke jeugdhulpverlening en | rechtstreeks toegankelijke jeugdhulpverlening en |
| crisisjeugdhulpverlening in het raam van de Integrale Jeugdhulp. | crisisjeugdhulpverlening in het raam van de Integrale Jeugdhulp. |
| De minister-president van de Vlaamse Regering, | De minister-president van de Vlaamse Regering, |
| Y. LETERME | Y. LETERME |
| De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, | De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, |
| F. VANDENBROUCKE | F. VANDENBROUCKE |
| De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, | De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, |
| I. VERVOTTE | I. VERVOTTE |
| _______ | _______ |
| Nota's | Nota's |
| (1) In deze functielijst wordt onder cliënt' verstaan: de | (1) In deze functielijst wordt onder cliënt' verstaan: de |
| minderjarigen, ouders, opvoedingsverantwoordelijken of personen uit de | minderjarigen, ouders, opvoedingsverantwoordelijken of personen uit de |
| leefomgeving tot wie de jeugdhulpverlening zich richt. | leefomgeving tot wie de jeugdhulpverlening zich richt. |