← Terug naar "Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de VLAREME van 28 oktober 2016, wat betreft de equivalente maatregelen "
| Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de VLAREME van 28 oktober 2016, wat betreft de equivalente maatregelen | Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de VLAREME van 28 oktober 2016, wat betreft de equivalente maatregelen |
|---|---|
| VLAAMSE OVERHEID | VLAAMSE OVERHEID |
| 8 JANUARI 2021. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de | 8 JANUARI 2021. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de |
| VLAREME van 28 oktober 2016, wat betreft de equivalente maatregelen | VLAREME van 28 oktober 2016, wat betreft de equivalente maatregelen |
| Rechtsgrond | Rechtsgrond |
| Dit besluit is gebaseerd op: | Dit besluit is gebaseerd op: |
| - het Mestdecreet van 22 december 2006, artikel 14, § 5, vervangen bij | - het Mestdecreet van 22 december 2006, artikel 14, § 5, vervangen bij |
| het decreet van 24 mei 2019. | het decreet van 24 mei 2019. |
| Vormvereisten | Vormvereisten |
| De volgende vormvereisten zijn vervuld: | De volgende vormvereisten zijn vervuld: |
| - De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord | - De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord |
| gegeven op 12 oktober 2020. | gegeven op 12 oktober 2020. |
| - De Raad van State heeft advies 68.317/1 gegeven op 15 december 2020, | - De Raad van State heeft advies 68.317/1 gegeven op 15 december 2020, |
| met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op | met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op |
| de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. | de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. |
| Initiatiefnemer | Initiatiefnemer |
| Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Justitie en | Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Justitie en |
| Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme. | Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme. |
| Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
| DE VLAAMSE REGERING BESLUIT: | DE VLAAMSE REGERING BESLUIT: |
Artikel 1.In artikel 1.1.2 van de VLAREME van 28 oktober 2016, |
Artikel 1.In artikel 1.1.2 van de VLAREME van 28 oktober 2016, |
| gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 december | gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 december |
| 2017, wordt voor punt 1°, dat punt 1° /1 wordt, een nieuw punt 1° | 2017, wordt voor punt 1°, dat punt 1° /1 wordt, een nieuw punt 1° |
| ingevoegd, dat luidt als volgt: | ingevoegd, dat luidt als volgt: |
| "1° BEM: de beoordelingscommissie equivalente maatregelen, vermeld in | "1° BEM: de beoordelingscommissie equivalente maatregelen, vermeld in |
| artikel 14, § 5, van het Mestdecreet van 22 december 2006;". | artikel 14, § 5, van het Mestdecreet van 22 december 2006;". |
Art. 2.Aan hoofdstuk 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het |
Art. 2.Aan hoofdstuk 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het |
| besluit van de Vlaamse Regering van 22 december 2017, wordt een | besluit van de Vlaamse Regering van 22 december 2017, wordt een |
| afdeling 5, die bestaat uit artikel 3.5.1 en 3.5.2, toegevoegd, die | afdeling 5, die bestaat uit artikel 3.5.1 en 3.5.2, toegevoegd, die |
| luidt als volgt: | luidt als volgt: |
| "Afdeling 5. Lijst van equivalente maatregelen | "Afdeling 5. Lijst van equivalente maatregelen |
| Art. 3.5.1. § 1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan | Art. 3.5.1. § 1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan |
| onder: | onder: |
| 1° bemestingsvermindering: de maatregel, vermeld in artikel 14, § 4, | 1° bemestingsvermindering: de maatregel, vermeld in artikel 14, § 4, |
| eerste lid, 2°, van het Mestdecreet van 22 december 2006; | eerste lid, 2°, van het Mestdecreet van 22 december 2006; |
| 2° lijst van equivalente maatregelen: de lijst van equivalente | 2° lijst van equivalente maatregelen: de lijst van equivalente |
| maatregelen, vermeld in artikel 14, § 5, van het Mestdecreet van 22 | maatregelen, vermeld in artikel 14, § 5, van het Mestdecreet van 22 |
| december 2006; | december 2006; |
| 3° mestvervoerbepaling: de maatregel, vermeld in artikel 14, § 4, | 3° mestvervoerbepaling: de maatregel, vermeld in artikel 14, § 4, |
| eerste lid, 4°, van het Mestdecreet van 22 december 2006; | eerste lid, 4°, van het Mestdecreet van 22 december 2006; |
| 4° vanggewasverplichting: de maatregel, vermeld in artikel 14, § 4, | 4° vanggewasverplichting: de maatregel, vermeld in artikel 14, § 4, |
| eerste lid, 3°, van het Mestdecreet van 22 december 2006. | eerste lid, 3°, van het Mestdecreet van 22 december 2006. |
| § 2. De lijst van equivalente maatregelen bevat alternatieve | § 2. De lijst van equivalente maatregelen bevat alternatieve |
| mitigerende maatregelen voor de vanggewasverplichting, de | mitigerende maatregelen voor de vanggewasverplichting, de |
| bemestingsvermindering en de mestvervoerbepaling. | bemestingsvermindering en de mestvervoerbepaling. |
| § 3. Een equivalente maatregel voor de vanggewasverplichting of voor | § 3. Een equivalente maatregel voor de vanggewasverplichting of voor |
| de bemestingsvermindering realiseert een reductie van de | de bemestingsvermindering realiseert een reductie van de |
| stikstofverliezen. Om het gewicht van de equivalente maatregel voor de | stikstofverliezen. Om het gewicht van de equivalente maatregel voor de |
| vanggewasverplichting of voor de bemestingsvermindering te bepalen, is | vanggewasverplichting of voor de bemestingsvermindering te bepalen, is |
| in de lijst van equivalente maatregelen, voor elk van de equivalente | in de lijst van equivalente maatregelen, voor elk van de equivalente |
| maatregelen in kwestie, de reductie van de stikstofverliezen vermeld, | maatregelen in kwestie, de reductie van de stikstofverliezen vermeld, |
| uitgedrukt in kilogram stikstof, die met de equivalente maatregel in | uitgedrukt in kilogram stikstof, die met de equivalente maatregel in |
| kwestie gerealiseerd wordt. | kwestie gerealiseerd wordt. |
| Opdat een of meer equivalente maatregelen die een landbouwer in een | Opdat een of meer equivalente maatregelen die een landbouwer in een |
| bepaald kalenderjaar toepast, minstens equivalent zijn aan de | bepaald kalenderjaar toepast, minstens equivalent zijn aan de |
| vanggewasverplichting, is de reductie van de stikstofverliezen, | vanggewasverplichting, is de reductie van de stikstofverliezen, |
| uitgedrukt in kilogram stikstof, die met de equivalente maatregelen in | uitgedrukt in kilogram stikstof, die met de equivalente maatregelen in |
| kwestie, gerealiseerd wordt, minstens gelijk aan veertig | kwestie, gerealiseerd wordt, minstens gelijk aan veertig |
| vermenigvuldigd met het doelareaal van de betrokken landbouwer, | vermenigvuldigd met het doelareaal van de betrokken landbouwer, |
| vermeld in artikel 14, § 8, derde lid, van het Mestdecreet van 22 | vermeld in artikel 14, § 8, derde lid, van het Mestdecreet van 22 |
| december 2006, uitgedrukt in hectare, van het kalenderjaar in kwestie. | december 2006, uitgedrukt in hectare, van het kalenderjaar in kwestie. |
| Opdat in een bepaald kalenderjaar een of meer equivalente maatregelen | Opdat in een bepaald kalenderjaar een of meer equivalente maatregelen |
| die een landbouwer toepast, minstens equivalent zijn aan de | die een landbouwer toepast, minstens equivalent zijn aan de |
| bemestingsvermindering, is de reductie van de stikstofverliezen, | bemestingsvermindering, is de reductie van de stikstofverliezen, |
| uitgedrukt in kilogram stikstof, die met de equivalente maatregelen in | uitgedrukt in kilogram stikstof, die met de equivalente maatregelen in |
| kwestie gerealiseerd wordt, gelijk aan of groter dan: | kwestie gerealiseerd wordt, gelijk aan of groter dan: |
| 1° in het kalenderjaar 2021: de som van: | 1° in het kalenderjaar 2021: de som van: |
| a) 7,5 vermenigvuldigd met de oppervlakte landbouwgronden die tot het | a) 7,5 vermenigvuldigd met de oppervlakte landbouwgronden die tot het |
| bedrijf behoort en die in gebiedstype 2 ligt, uitgedrukt in hectare; | bedrijf behoort en die in gebiedstype 2 ligt, uitgedrukt in hectare; |
| b) 20 vermenigvuldigd met de oppervlakte landbouwgronden die tot het | b) 20 vermenigvuldigd met de oppervlakte landbouwgronden die tot het |
| bedrijf behoort en die in gebiedstype 3 ligt, uitgedrukt in hectare; | bedrijf behoort en die in gebiedstype 3 ligt, uitgedrukt in hectare; |
| 2° vanaf het kalenderjaar 2022: de som van: | 2° vanaf het kalenderjaar 2022: de som van: |
| a) 15 vermenigvuldigd met de oppervlakte landbouwgronden die tot het | a) 15 vermenigvuldigd met de oppervlakte landbouwgronden die tot het |
| bedrijf behoort en die in gebiedstype 2 ligt, uitgedrukt in hectare; | bedrijf behoort en die in gebiedstype 2 ligt, uitgedrukt in hectare; |
| b) 22,5 vermenigvuldigd met de oppervlakte landbouwgronden die tot het | b) 22,5 vermenigvuldigd met de oppervlakte landbouwgronden die tot het |
| bedrijf behoort en die in gebiedstype 3 ligt, uitgedrukt in hectare. | bedrijf behoort en die in gebiedstype 3 ligt, uitgedrukt in hectare. |
| § 4. Een equivalente maatregel voor de mestvervoerbepaling verbetert | § 4. Een equivalente maatregel voor de mestvervoerbepaling verbetert |
| de opvolging van de bemesting met vloeibare dierlijke mest. | de opvolging van de bemesting met vloeibare dierlijke mest. |
| Om het gewicht van de equivalente maatregel voor de | Om het gewicht van de equivalente maatregel voor de |
| mestvervoerbepaling te bepalen, wordt de opvolging van de bemesting | mestvervoerbepaling te bepalen, wordt de opvolging van de bemesting |
| met vloeibare dierlijke mest die door de mestvervoerbepaling | met vloeibare dierlijke mest die door de mestvervoerbepaling |
| gerealiseerd wordt, gelijkgesteld met 100%. | gerealiseerd wordt, gelijkgesteld met 100%. |
| Voor elke equivalente maatregel voor de mestvervoerbepaling wordt de | Voor elke equivalente maatregel voor de mestvervoerbepaling wordt de |
| opvolging van de bemesting met vloeibare dierlijke mest die door de | opvolging van de bemesting met vloeibare dierlijke mest die door de |
| equivalente maatregel in kwestie gerealiseerd wordt, vergeleken met de | equivalente maatregel in kwestie gerealiseerd wordt, vergeleken met de |
| opvolging van de bemesting met vloeibare dierlijke mest die door de | opvolging van de bemesting met vloeibare dierlijke mest die door de |
| mestvervoerbepaling gerealiseerd wordt. Het resultaat van die | mestvervoerbepaling gerealiseerd wordt. Het resultaat van die |
| vergelijking, uitgedrukt in percent, is het gewicht van de equivalente | vergelijking, uitgedrukt in percent, is het gewicht van de equivalente |
| maatregel in kwestie. | maatregel in kwestie. |
| De equivalente maatregelen die een landbouwer toepast, realiseren | De equivalente maatregelen die een landbouwer toepast, realiseren |
| minstens 100% van de mestvervoerbepaling. | minstens 100% van de mestvervoerbepaling. |
| Art. 3.5.2. § 1. De BEM adviseert de minister over maatregelen die als | Art. 3.5.2. § 1. De BEM adviseert de minister over maatregelen die als |
| equivalente maatregel in aanmerking kunnen komen. De adviezen van de | equivalente maatregel in aanmerking kunnen komen. De adviezen van de |
| BEM hebben betrekking op maatregelen die belanghebbenden voor advies | BEM hebben betrekking op maatregelen die belanghebbenden voor advies |
| voorleggen. | voorleggen. |
| De BEM beoordeelt elke voorgelegde maatregel overeenkomstig de | De BEM beoordeelt elke voorgelegde maatregel overeenkomstig de |
| bepalingen van artikel 14, § 5, van het Mestdecreet van 22 december | bepalingen van artikel 14, § 5, van het Mestdecreet van 22 december |
| 2006. Het komt de BEM toe om bij de opmaak van haar adviezen en in het | 2006. Het komt de BEM toe om bij de opmaak van haar adviezen en in het |
| bijzonder bij de bepaling van het gewicht van een equivalente | bijzonder bij de bepaling van het gewicht van een equivalente |
| maatregel, overeenkomstig artikel 3.5.1, zich te baseren op de meest | maatregel, overeenkomstig artikel 3.5.1, zich te baseren op de meest |
| actuele beschikbare wetenschappelijke inzichten ter zake. Als de BEM | actuele beschikbare wetenschappelijke inzichten ter zake. Als de BEM |
| van oordeel is dat een voorgelegde maatregel in aanmerking komt als | van oordeel is dat een voorgelegde maatregel in aanmerking komt als |
| equivalente maatregel, bevat het advies minstens al de volgende | equivalente maatregel, bevat het advies minstens al de volgende |
| elementen: | elementen: |
| 1° een gedetailleerde omschrijving van de maatregel in kwestie; | 1° een gedetailleerde omschrijving van de maatregel in kwestie; |
| 2° in voorkomend geval de randvoorwaarden die van toepassing moeten | 2° in voorkomend geval de randvoorwaarden die van toepassing moeten |
| zijn opdat de maatregel in kwestie als een equivalente maatregel | zijn opdat de maatregel in kwestie als een equivalente maatregel |
| beschouwd kan worden; | beschouwd kan worden; |
| 3° een aanduiding van de maatregel of maatregelen waaraan de maatregel | 3° een aanduiding van de maatregel of maatregelen waaraan de maatregel |
| in kwestie equivalent is; | in kwestie equivalent is; |
| 4° het gewicht van de equivalente maatregel dat bepaald is conform | 4° het gewicht van de equivalente maatregel dat bepaald is conform |
| artikel 3.5.1. | artikel 3.5.1. |
| § 2. Een equivalente maatregel wordt ten minste om de vier jaar | § 2. Een equivalente maatregel wordt ten minste om de vier jaar |
| geëvalueerd en, als dat nodig is, aangepast.". | geëvalueerd en, als dat nodig is, aangepast.". |
Art. 3.Aan hoofdstuk 12 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de |
Art. 3.Aan hoofdstuk 12 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de |
| besluiten van de Vlaamse Regering van 22 december 2017 en 30 maart | besluiten van de Vlaamse Regering van 22 december 2017 en 30 maart |
| 2018, wordt een afdeling 3, die bestaat uit artikel 12.3.1, | 2018, wordt een afdeling 3, die bestaat uit artikel 12.3.1, |
| toegevoegd, die luidt als volgt: | toegevoegd, die luidt als volgt: |
| "Afdeling 3. De BEM | "Afdeling 3. De BEM |
| Art. 12.3.1. § 1. Er wordt een BEM opgericht die de minister adviseert | Art. 12.3.1. § 1. Er wordt een BEM opgericht die de minister adviseert |
| over equivalente maatregelen als vermeld in artikel 14, § 5, van het | over equivalente maatregelen als vermeld in artikel 14, § 5, van het |
| Mestdecreet van 22 december 2006. | Mestdecreet van 22 december 2006. |
| Voor de benoeming van de vertegenwoordigers uit de wetenschappelijke | Voor de benoeming van de vertegenwoordigers uit de wetenschappelijke |
| instellingen, vermeld in artikel 14, § 5, vijfde lid, 1°, van het | instellingen, vermeld in artikel 14, § 5, vijfde lid, 1°, van het |
| voormelde decreet, met uitzondering van de vertegenwoordiger van het | voormelde decreet, met uitzondering van de vertegenwoordiger van het |
| Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek, contacteert de minister | Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek, contacteert de minister |
| verschillende wetenschappelijke instellingen, universiteiten en | verschillende wetenschappelijke instellingen, universiteiten en |
| onderzoeksinstituten met expertise op het gebied van bemesting, bodem, | onderzoeksinstituten met expertise op het gebied van bemesting, bodem, |
| water, milieu en landbouw, met het verzoek een of meer experts voor te | water, milieu en landbouw, met het verzoek een of meer experts voor te |
| dragen als lid van de BEM. De minister benoemt, uit de voorgedragen | dragen als lid van de BEM. De minister benoemt, uit de voorgedragen |
| leden, de vertegenwoordigers uit de wetenschappelijke instellingen, | leden, de vertegenwoordigers uit de wetenschappelijke instellingen, |
| vermeld in artikel 14, § 5, vijfde lid, 1°, van het voormelde decreet, | vermeld in artikel 14, § 5, vijfde lid, 1°, van het voormelde decreet, |
| met uitzondering van de vertegenwoordiger van het Instituut voor | met uitzondering van de vertegenwoordiger van het Instituut voor |
| Landbouw- en Visserijonderzoek. | Landbouw- en Visserijonderzoek. |
| De minister benoemt de overige leden van de BEM op de volgende wijze: | De minister benoemt de overige leden van de BEM op de volgende wijze: |
| 1° de vertegenwoordiger van het Instituut voor Landbouw- en | 1° de vertegenwoordiger van het Instituut voor Landbouw- en |
| Visserijonderzoek, vermeld in artikel 14, § 5, vijfde lid, 1°, van het | Visserijonderzoek, vermeld in artikel 14, § 5, vijfde lid, 1°, van het |
| voormelde decreet: op voordracht van het Instituut voor Landbouw- en | voormelde decreet: op voordracht van het Instituut voor Landbouw- en |
| Visserijonderzoek, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering | Visserijonderzoek, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering |
| van 9 december 2005 tot oprichting van het intern verzelfstandigd | van 9 december 2005 tot oprichting van het intern verzelfstandigd |
| agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Instituut voor Landbouw- en | agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Instituut voor Landbouw- en |
| Visserijonderzoek; | Visserijonderzoek; |
| 2° de leden, vermeld in artikel 14, § 5, vijfde lid, 2°, van het | 2° de leden, vermeld in artikel 14, § 5, vijfde lid, 2°, van het |
| voormelde decreet: op voordracht van de Vlaamse Landmaatschappij; | voormelde decreet: op voordracht van de Vlaamse Landmaatschappij; |
| 3° het lid, vermeld in artikel 14, § 5, vijfde lid, 3°, van het | 3° het lid, vermeld in artikel 14, § 5, vijfde lid, 3°, van het |
| voormelde decreet: op voordracht van de Vlaamse Milieumaatschappij, | voormelde decreet: op voordracht van de Vlaamse Milieumaatschappij, |
| vermeld in artikel 10.2.1 van het decreet van 5 april 1995 houdende | vermeld in artikel 10.2.1 van het decreet van 5 april 1995 houdende |
| algemene bepalingen inzake milieubeleid; | algemene bepalingen inzake milieubeleid; |
| 4° de leden, vermeld in artikel 14, § 5, vijfde lid, 4°, van het | 4° de leden, vermeld in artikel 14, § 5, vijfde lid, 4°, van het |
| voormelde decreet: op voordracht van het Departement Landbouw en | voormelde decreet: op voordracht van het Departement Landbouw en |
| Visserij, vermeld in artikel 26, § 1, van het besluit van de Vlaamse | Visserij, vermeld in artikel 26, § 1, van het besluit van de Vlaamse |
| Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de | Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de |
| Vlaamse administratie; | Vlaamse administratie; |
| 5° het lid, vermeld in artikel 14, § 5, vijfde lid, 5°, van het | 5° het lid, vermeld in artikel 14, § 5, vijfde lid, 5°, van het |
| voormelde decreet: op voordracht van het Departement Omgeving, vermeld | voormelde decreet: op voordracht van het Departement Omgeving, vermeld |
| in artikel 29, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni | in artikel 29, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni |
| 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie. | 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie. |
| Overeenkomstig artikel 14, § 5, zesde lid, 1°, van het voormelde | Overeenkomstig artikel 14, § 5, zesde lid, 1°, van het voormelde |
| decreet benoemt de minister een van de vertegenwoordigers uit de | decreet benoemt de minister een van de vertegenwoordigers uit de |
| wetenschappelijke instellingen, vermeld in artikel 14, § 5, vijfde | wetenschappelijke instellingen, vermeld in artikel 14, § 5, vijfde |
| lid, 1°, van het voormelde decreet, tot voorzitter. | lid, 1°, van het voormelde decreet, tot voorzitter. |
| § 2. De minister benoemt, overeenkomstig artikel 14, § 5, zesde lid, | § 2. De minister benoemt, overeenkomstig artikel 14, § 5, zesde lid, |
| van het voormelde decreet, voor elk lid een effectief lid en een | van het voormelde decreet, voor elk lid een effectief lid en een |
| plaatsvervanger. De plaatsvervangende leden worden benoemd volgens | plaatsvervanger. De plaatsvervangende leden worden benoemd volgens |
| dezelfde procedure als de procedure die gevolgd is voor de benoeming | dezelfde procedure als de procedure die gevolgd is voor de benoeming |
| van de effectieve leden van wie ze plaatsvervanger zijn. | van de effectieve leden van wie ze plaatsvervanger zijn. |
| § 3. De zetel van de BEM is gevestigd in de Koning Albert II-laan 15, | § 3. De zetel van de BEM is gevestigd in de Koning Albert II-laan 15, |
| 1210 Brussel. | 1210 Brussel. |
| § 4. Overeenkomstig artikel 14, § 5, achtste lid, van het Mestdecreet | § 4. Overeenkomstig artikel 14, § 5, achtste lid, van het Mestdecreet |
| van 22 december 2006 maakt de BEM een huishoudelijk reglement op. In | van 22 december 2006 maakt de BEM een huishoudelijk reglement op. In |
| dat huishoudelijk reglement worden minstens de volgende elementen | dat huishoudelijk reglement worden minstens de volgende elementen |
| bepaald: | bepaald: |
| 1° de plaats en de frequentie van de vergaderingen van de BEM en de | 1° de plaats en de frequentie van de vergaderingen van de BEM en de |
| wijze waarop de BEM volledig of gedeeltelijk digitaal kan vergaderen; | wijze waarop de BEM volledig of gedeeltelijk digitaal kan vergaderen; |
| 2° op welke wijze de leden van de BEM op de hoogte worden gebracht van | 2° op welke wijze de leden van de BEM op de hoogte worden gebracht van |
| een geplande vergadering; | een geplande vergadering; |
| 3° de wijze waarop de agenda van de vergaderingen van de BEM wordt | 3° de wijze waarop de agenda van de vergaderingen van de BEM wordt |
| bepaald; | bepaald; |
| 4° de wijze waarop de notulen van de vergaderingen worden opgesteld en | 4° de wijze waarop de notulen van de vergaderingen worden opgesteld en |
| goedgekeurd; | goedgekeurd; |
| 5° de wijze waarop de adviezen over de equivalente maatregelen die ter | 5° de wijze waarop de adviezen over de equivalente maatregelen die ter |
| advies zijn voorgelegd, worden opgesteld; | advies zijn voorgelegd, worden opgesteld; |
| 6° de wijze waarop de belanghebbenden en eventuele experts worden | 6° de wijze waarop de belanghebbenden en eventuele experts worden |
| gehoord over een equivalente maatregel die voor advies is voorgelegd; | gehoord over een equivalente maatregel die voor advies is voorgelegd; |
| 7° de wijze waarop naar de belanghebbenden, inclusief de indieners van | 7° de wijze waarop naar de belanghebbenden, inclusief de indieners van |
| de betrokken equivalente maatregel, teruggekoppeld wordt over het | de betrokken equivalente maatregel, teruggekoppeld wordt over het |
| advies dat door de BEM over de betrokken equivalente maatregel is | advies dat door de BEM over de betrokken equivalente maatregel is |
| gegeven; | gegeven; |
| 8° de taken van de voorzitter en van de secretaris van de BEM; | 8° de taken van de voorzitter en van de secretaris van de BEM; |
| 9° de procedure om het huishoudelijk reglement vast te leggen en te | 9° de procedure om het huishoudelijk reglement vast te leggen en te |
| wijzigen. | wijzigen. |
| § 5. De leden van de BEM ontvangen: | § 5. De leden van de BEM ontvangen: |
| 1° voor elke vergadering van de BEM een presentiegeld van 200 euro, | 1° voor elke vergadering van de BEM een presentiegeld van 200 euro, |
| waarbij ze op jaarbasis maximaal 1200 euro aan presentiegeld kunnen | waarbij ze op jaarbasis maximaal 1200 euro aan presentiegeld kunnen |
| ontvangen; | ontvangen; |
| 2° de terugbetaling van de reiskosten overeenkomstig de regels die van | 2° de terugbetaling van de reiskosten overeenkomstig de regels die van |
| toepassing zijn op de personeelsleden van de Vlaamse overheid. Voor de | toepassing zijn op de personeelsleden van de Vlaamse overheid. Voor de |
| terugbetaling van de gemaakte reiskosten dient het lid van de BEM een | terugbetaling van de gemaakte reiskosten dient het lid van de BEM een |
| onkostennota in. | onkostennota in. |
| De leden van de BEM die personeelsleden van de Vlaamse overheid zijn, | De leden van de BEM die personeelsleden van de Vlaamse overheid zijn, |
| krijgen geen presentiegelden en hun verplaatsingskosten worden niet | krijgen geen presentiegelden en hun verplaatsingskosten worden niet |
| terugbetaald.". | terugbetaald.". |
Art. 4.De Vlaamse minister, bevoegd voor de omgeving en de natuur, is |
Art. 4.De Vlaamse minister, bevoegd voor de omgeving en de natuur, is |
| belast met de uitvoering van dit besluit. | belast met de uitvoering van dit besluit. |
| Brussel, 8 januari 2021. | Brussel, 8 januari 2021. |
| De minister-president van de Vlaamse Regering, | De minister-president van de Vlaamse Regering, |
| J. JAMBON | J. JAMBON |
| De Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en | De Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en |
| Toerisme, | Toerisme, |
| Z. DEMIR | Z. DEMIR |